Down in 1796


Antje Caspers haar Innocente Dogter.


Martje Kok was de jongste dochter van Sijbrand Dirksz Kok en Antje Caspers Bruin.
Die waren getrouwd in 1769 en hadden als kinderen Arien (1770), Cornelis (1771-1812), Martje (1772), Ariaantje (1773) en Martje (1777).
Sijbrand was weduwnaar. Uit het onderstaande blijkt dat hij bij het huwelijk met Antje nog 4 levende kinderen had. Ook Antje was eerder getrouwd, met Albert Hendriksz de Ruyter (1720- voor 1769), met wie ze 3 zonen had, Maarten (1758), Casper (1759) en Casper (1761). Deze kinderen werden geboren in Oudeschild. Ze waren getrouwd in september, het eerste kind kwam in oktober, wat op Texel niet vreemd was. Ook Albert de Ruyter was weduwnaar, zijn eerste vrouw was Grietje van Dusschoten.

Gezien de leeftijd van Antje Caspers, die in 1777 zeker 40 jaar oud was, zal Martje waarschijnlijk een mongooltje zijn geweest, een downtje, zegt men in 2012. Het meisje was weliswaar 19 jaar, maar werd in de notulen ‘kind’ genoemd.
Cornelis was toen dit speelde nog ongetrouwd. Van de andere kinderen is niets bekend dan hun geboortedatum. In de Notulen is sprake van 2 kinderen, dus ze zullen jong gestorven zijn. Casper de Ruyter was in 1786 getrouwd met Jantje Jans Brouwer, die in 1813 als weduwe stierf.

Wie moet voor Martje zorgen?
Wat deed men met een geestelijk gehandicapt kind als de moeder daar niet meer kon zorgen?
De Voogden van de Armekamers van de Waalderstraat zaten opgescheept met zo’n kind en wilden daar graag van af.
In hun Kamer woonde Antje Caspers, weduwe van Sijbrand Kok, met haar ‘innocente’ dochter Martje. Dat meisje kon niet voor zichzelf zorgen, dus werd het huisje aan een ander behoeftig persoon gegeven en het kind zolang ergens ondergebracht.
Omdat beide ouders lidmaat waren geweest van de Gereformeerde Kerk van Den Burg, lag het voor de hand om de zorg van de Diaconie daarvan te verwachten. Daar dachten deze Diakenen heel anders over- dat kind zou zelf nooit belijdenis kunnen doen en zou nooit Lid van de Gereformeerde Gemeente kunnen worden, dus wilde de Diaconie haar niet opnemen.

Nu was het in die tijd zo dat een rijk mens extra punten voor de Hemel kon verdienen door goed te zijn voor de arme medemens. De arme kon door het tonen van dankbaarheid ook punten krijgen, maar voor een meer bescheiden plekje daarboven. Dit was op die manier een mooie kans om aan verschillende bonuspunten te scoren, zoals men 220 jaar later zou zeggen. Daar hadden de Diakenen kennelijk even niet aan gedacht.
Ze waren misschien ook nog niet gewend aan het feit dat zij hun positie als Staatsgodsdienst hadden verloren sinds het uitroepen van de Bataafse republiek in januari 1795. In de nieuwe orde waren alle mensen en ook alle geloven gelijkwaardig.
Toen er van die kant geen medewerking voor het onderhoud van Martje Kok te verwachten bleek, nam de Municipaliteit een drastische maatregel: het marktgeld dat van de Vismarkt naar de Gereformeerde Diaconie ging, was voortaan voor de Gemeene Armen en speciaal voor Martje Kok.

Vergadering van de Municipaliteit van Texel den 9 November 1796
Secreet: binnen gestaan de KamerVoogden van de Waalderstraat aan den Burg- en gave deselven te kennen dat Antje Caspers een der bewoonsters van die Kamers overleeden zynde, naargelaten had eene Innocente dogter, welk meysje zy provisioneel besteed hadden-
dan daar dezelve Antje Caspers Lidmaat was der Gereformeerde Godsdienst alhier, hadde zy hetzelve Meysje aan de Diaconie van den Burg gepresenteerd, welke het zelve tot nog toe niet hadde aangenomen.
Vervolgens dat ‘er een Testament lag, tusschen Antje Caspers en haar vooroverledene Man Sybrand Kok- waarvan zy den inhoud verklaarde niet regt te begrypen-
Waarover gedelibereerd zynde- is geresolveert deswegens een Commissie te benoemen, bestaande uit de Burgers Keyser, Kooyman en Wilkes met de Secretaris- die de fundator dier ArmeKamers zullen naarsien & het Testament en daar van ter naaste Vergadering rapport doen-

Nog geeve gemelde ArmeVoogden aan deese Vergadering in overweging; of zy verpligt zyn voor het gebruik der Stoel in de Gereform: Kerk van Antje Caspers te moeten betalen Ja! dan Neen! en is na deleberatie dat al meede aan de hier voorenbenoemde Commissie opgedragen

Vergadering den 15 November 1796
De Burgers Keyser & Kooyman met de Secretaris by vorige Vergadering in Commissie benoemd tot onderzoek nopens het Sterfgeval ban Antje Caspers Wed. Sybrand Kok, bewoneresse zynde geweest, van een der ArmeKamers in de Waalderstraat aan de Burg alhier, en aldaar onlangs overleeden, doen rapport:
“dat zy onderzogt hadde de fundator van die Kamers, en bevonden die intehouden, dat wat die Armen Menschen die deese Kamers komen agterlaten; dat dit blyven zal ten voordeele van deese Kamers-
Maar dat hier een Testament was, tusschen Antje Kaspers, en haare vooroverledene Man Sybrand Kok, waarby de Man zyne 4 voorkinderen met zyne twee by Antje Caspers verwekte kinderen en Antje Kaspers zelve, ieder voor een gelyk Kwart gedeelte van zyne naarlatenschap Erfgenaam had gemaakt, en verders zyne Huysvrouw Antje Caspers tot Voogdesse over hunne twee nog minderjarige kinderen en haare goederen
Dat die Vrouw naar het overlyden haarer Man vervolgens aan de 4 meerderjarige voorkinderen afdeeling gedaan hebbende, met de Erffportie der nog twee minderjarige kinderen waarover zy Voogdesse was en dus onder zig had, is gegaan in de ArmeKamers en die Erfportie tot haaren dood onder zig heeft behouden-
Dat de ArmeKamer, wel dadelijk na Antje Caspers dood ingevolge de fundator de Eigendom behielden van haar Goederen; dog nimmer die der nog twee minderjarige Kinderen, kon pretedeeren, maar dat de Erffportie der kinderen van haaren Vader hun naar scherpheid van regten competeerde, door de Voogden der Kamers moesten worden uitgekeerd.
Dat om deeze uitkeering naar regtvaardigheid te doen- Uwe Commissie voorkwam dat de wyze daar van in deesen voegen diende te geschieden, te weeten: dat daar door de overledene Antje Caspers, aan ieder der voorkinderen van Sybrand Kok, by wyze van uitkoop was gegeven f 50- te zamen dus f 200- die Som wederom bij de geheele nalatenschap van Antje Caspers alvorens moest werden gebragt- uit welke als dan gemeene nalatenschap ieder der minderjarige Kinderen voor 1/4 deel geregtigd moest verklaard worden, en alzo conform uitgekeerd- waartoe de voogden van wegens deeze Vergadering diende, gequalificeerd te worden.
Wat nu wyders de zaak der Stoel van Antje Caspers in de Gereformeerde Kerk betrof, Uwe Commissie van Oordeel was; daar de ArmeVoogden zig bereids den Eigendom dier Stoel hadde aangematigd, ook aan de Betaling daar van gehouden waaren-
dog ten opzigte van een der minderjarige Kinderen van Sybrand Kok en Antje Caspers, welke Innocent was, verklaarde zig Uwe Commissie over beswaard te vinden, als niet weetende hoe daar inne te adviseeren;
De Kamer alleen aan Antje Caspers gegeven zynde, kon nimmer hun’s oordeels dat Kind tot beswaar van deselve Kamer blyven en hoe zeer Antje Caspers en haare vooroverleden Man, beide Ledematen der Gereformeerde Godsdienst waaren, kon beswaarlyk een Innocent Kind aan de Gereformeerde Gemeente worden opgedragen, daar het zelve nimmer Lid van die gemeente konde worden, uit hoofde van gebrek aan Zielsvermogen- hoe zeer het anders een Constant gebruyk was, by alle Gezindheeden hier op Texel, de kinderen hunner overleedene Leeden, welke te veel Jaaren hadde, omme in het Algemeene Weeshuys deese Eilands te werden opgenoomen, tot zig te neemen-
Dat Uwe Commissie evenwel vermeend had daar nog eens een proef van te moeten neemen, derhalven de ArmeVoogden versogt hadden andermaal, dit Innocente Kind aan de Gereformeerde Gemeente van den Burg te willen opdragen-
Alles egter aan het na eerdere verligtende oordeel Uwer Vergadering overlatende”

Naar dat de Commissie voor hunne in deeze genomene moeite was bedankt geworden, is al het zelve in deliberatie genomen-
Conformeerende zig de Vergadering met het Eerste en tweede Lid van het rapport der Commissie- waar van de ArmeVoogden van de Kamers in de Waalderstraat Extract zal werden gegeven tot deselver narigt en verantwoording.
En verders zal tegens de naaste vergadering tegens S’ morgens ten 11 uure de Diaconen der Gereformeerde Kerk aan den Burg werden opgeroepen, omme nopens het innocente Kind van Antje Caspers & Sybrand Kok als geweest zynde Leeden hunner Gemeente, zodanige schikkingen te bepalen, als men met de andere zal kunnen overeenkomen.

Vergadering den 13 December 1796
Nopens het naargelatene Innocente Kind van Antje Caspers- de Armevoogden van de Waalderstraat te gelasten het zelve Kind te moeten opdragen- aan de naaste Vrienden en is zulks opgemelde Voogden aangezegt:

Antje Caspers


Vergadering 24 December 1796
Binnen gestaan Cornelis Sybrandsz Kok, zoon van wylen Antje Caspers en Sybrand Kok, overleggende eene Brief van zyn behuwdbroeder Gerrit de Goede van Huysduynen [is toch een van de zusjes Kok getrouwd?], als meede verklarende in naar zyner halve Broeder Casper de Ruyter, onvermogend te zyn, voor hunne Innocente Suster Martje Kok te kunnen zorgen- dragende dierhalven denselve aan deeze Vergadering op-
Waarop het onderhoud van dit Kind andermaal in deliberatie gebragt zynde: en in agting genomen, dat de Diaconen der Gereformeerde Kerk aan den Burg alhier (ofschoon dat Innocente Kind van ouders gebooren is, beide Ledematen dier gezindheid) weigeragtig zyn omme kinderen op te neemen op fundament dat zy geene anderen dan Ledematen onderstand mogte aanteneemen geloven, is geresolveerd: daar de f 2 op de by den afslag verkogte Visch en andere waaren, als betaald wordende door verkopers van alle gezindheeden, door Regenten van Texel in der tyd den 25 Junij 1789 aan de Gereformeerde Diaconie voor onderhoud der Vischmarkt afgestaan, door deeze intetrekken- en zulks te geeven aan de Gemeene Armen van den Burg zonder het minste verband en werd het Innocente Kind van Antje Caspers verwekt by Sybrand Kok genaamd Martje Kok tot alimentatie en verder onderhoud aan dezelven opgedragen, benevens haare Vaderlyke Erffportie door de voogden van de Kamers in de Waalderstraat uittemoeten keeren-
en zal hier van de Vischafslager van den Burg behoorlyk werden kennis gegeven, als meede dat hy van zyne Ontfangst S’ wekelyks aan de Gemeene Armevoogden voormoent zal moeten doen, Reekening en Verantwoording gelyk ook de Gemeene Armevoogden, tot dit eynde hier te requireeren.
Opgemelde Armevoogden vervolgens binnen zynde gestaan, is door de mond van de precident hun hier van kennisse gegeven, waarop deselven verklaarden hier meede wel genoegen te neemen.



Terug naar de vorige bladzij