Verslag 1814 en 1814


Omdat de Gouverneur niet naar Texel kwam, deed Burgemeester Reinbach schriftelijk verslag van de situatie op Texel. Na de val van Napoleon in november 1813 kwam het eiland langzaam tot rust. Reinbach schetste de toestand met zwarte verf.
In 1815 vulde hij een enquete in. Het aantal zielen was in een jaar tijd gedaald van 4458 tot 4070. Grote sterfte was er dat jaar niet, ruim 125 mensen, waar tegenover geboortes staan. Deze mensen zullen wel van het eiland vertrokken zijn om elders werk te zoeken. Het is duidelijk dat op Texel geen werk te vinden was.
De Burgemeester drong aan op verlaging van de belastingen.

Verslag 1814
Aan den Heer Staats Raad Gouverneur van Holland voor het Noordelyke gedeelte
Texel den 20 Augustus 1814

HoogEdele Gestrenge Heer!
Door den Heer Commissaris van ’t district Alkmaar geïnformeerd zynde, de komst uwer Excellentie in deze gemeente geen plaats kan hebben, ben ik daardoor verstoken van ’t genoegen door Uwe Excellentie mondeling die aanleiding te bekomen, om de Informatien welke Uwe Excellentie verlangt breeder te kunnen developperen, terwyl ik thans met Schroom de pen opneem, om de menigte van onderwerpen, waaromtrent Uwe Excellentie wenscht onderrigt te zyn, op ’t papier te brengen als bewust dat ik daaraan met de beste wil te kort zal schieten, om dit na behooren te volvoeren.-
Ik zal in deeze dan trachten aan het verlangen van Uwe Excellentie te voldoen en uwe aanschryving van den 11 dezer op het voetspoor volgen, en in de Eerste plaats die voorwerpen behandelen welke Uwe Excellentie onder een der groote Hoofd deelen Financien gerangschikt heeft.-
Bevolking Volgens de Laatste Telling door ons in de Loop van dit Jaar, ter voldoening aan eigen verlangen gedaan, waren op het Eiland 4458 Zielen, waar uit bleek dat Zedert de Eerste telling op Last van ’t Gouvernement in den Jare 1809 verricht, dezelve 296 Zielen was afgenomen- waartoe de Zee-Inscriptie voor de Cohorten en bezoldigde garing te Amsterdam geleverde manschappen buiten andere natuurlyke oorzaken aanleiding gegeven heeft.-

Handel en Landbouw
De Handel welke hier gedreven wordt bepaalde zich eigenlyk tot de binnenlandsche en het aanvoeren der benoodigdheden voor de ingezetenen, welke handel door de meer en meer verarmde omstandigheden der inwoonders, zeer ten agteren is gegaan en alzoo niet kan opwegen tegen het geen Zulks in vroegere Jaren bedroeg.-
En voorts den afvoer van de producten van ’t wolvee als Lammeren, Kaas, Schapen wolle en eenig Rundvee, ’t welk in ’t verband staat met den vee en Landbouw, die zedert de Laatste twintig Jaren veel is afgenomen, door dien de van tyd tot tyd verhoogde Lasten, de nyverheid hebben doen verdooven en de Landeryen door mindere werkzaamheid uit gebrek aan Contanten minder doen bewerken; terwyl ook Zoo als door velen opgemerkt is, de Landeryen, door gebrek aan genoegzame uitwatering zeer ten achteren zyn gegaan.-
Alzoo een der Sluizen bewesten de Schans door verhooging van Zand verlamd geworden is, doch dar aan de oostzyde van het Eiland zedert den Jare 1808 de uitwatering door het aanleggen van een nieuwe Sluis in de polder de Waal, volkomen hersteld is.- terwyl het westelyk gedeelte naar verbetering verlangt.-

Landbouw
Heeft op ’t Eiland weinig plaats en is althans zo veel niet dat dit een tak van Handel tot Vervoer kan genoemd worden, Zynde de Schaapfokkery de voornaamste hoofdzaak van den Landman, waarvan de voortbrengselen in dit Jaar, zoo verre de Lammeren en oude schaapen betreft, meer dan de helft minder dan ‘t Zedert eenige Jaren heeft opgebragt, waardoor den Landman byna buiten staat is om de belastingen te kunnen dragen, te meer daar de Landeryen, van eene ligte aard zynde, in de beste Jaren nooit die voortbrengselen kunnen opleveren, als aan de vaste Kust, en de beste landen op het hoogst gelyk staan, met de middelbare die men in vele deelen van Noordholland aantreft, terwyl de verpondingen mogelyk met die de besten aan de vaste Kust gelyk staan, zo niet op veele plaatsen overtreffen.-

Trafieken en Fabrieken
Onder de Eerste rubriek, weet ik niet iets voorkomt dan drie meel- en twee pelmolens waarvan de meelmolen aan den Hoorn, en tusschen de Waal en Oosterend het naaulyks kunnen staande houden, doch die nevens de Pelmolens aan den Burg, redelyk aan de gang blyven, voorts twee Grutteryen aan den Burg, welke weleer meer bloei hadden, en thans in de tyds omstandigheden van algemeen verval deelen.-
Fabrieken zyn my niet bekend, als de Kwynende Fabriek in wolle Spinnery voor Rekening van ’t Eiland, over eenige Jaren opgericht om de armoede zoo veel mogelyk te hulp te komen en de bedelaryen te beletten, welke eene Subsidie van 2000 franken uit de Eilands-Kas geniet, doch is door gebrek aan genoegzaam Debiet in eene Slegte staat.-

Plaatselyke bestaansmiddelen
Deze zyn op de onderscheidene Dorpen des Eilands verschillende.
Den Burg in’t midden des Eilands gelegen, deelt, met de Waal, meest in de Land- en Veebouw, de winkelneering & eenige Kaagschippers welke goederen af- en aanvaren vinden thans over ’t geheel geen ruim bestaan.-
Oosterend & Oost hebben, buiten die Lieden welke de vee en Landbouw handteeren, de oestervisschery, waarin velen veeleer een bestaan vonden, deze zyn thans in eene onaangename toestand- door de verminderde pryzen, welke zy voorheen konden markten, door de tydsomstandigheden en bezwarende octroyen in Amsterdam (alwaar zy die meest verhandelden) is de aflevering naar Hamburg (voorheen hun Goudmyn) zo goed als te niet geloopen- waarbye ene Natuurlyke oorzake (de harde winter van gepasseerde Jaar) de vrucht hunner Vlyt door het Doodvriezen de oesters op de bedden geheel vernield heeft.
De Oestervisscher een geheele Zomer by Bakker en winkelier borgende, is alzoo buiten staat geraakt om te betalen- hierdoor zucht en Bakker en Winkelier, die hierdoor ook hun Crediet verliezen-
Den Hooren meest het bestaan vindende door de Loodsen, welke de Schepen binnen Loodsen, is door het gemis van Scheepvaart, zedert de opeenvolgende Oorloogen in de laatste twintig jaren byna te gronde gegaan.- Het afbreken of invallen van een aantal huizen zyn daarvan de droevige bewyzen, en welk afbreken aldaar, en op de andere dorpen van Texel, geenzints geschied is om voordeel te behalen, maar geheel en al door onvermogen, om onderhoud en Lasten te kunnen betalen, en alzoo zonder onregtvaardig te zyn niet geweerd kan worden.-
Het Oudeschild byna geheel en al van de Zeevaart, het bedienen en Uitlootsen van Schepen levende, is mede Zichtbaar ten achteren gegaan, en geen wonder, daar hun bestaan, zoo een reeks van Jaren te niet geloopen & de armoede hand over hand toegenomen is, waardoor er hier, evenals op de andere dorpen vele Schippers gevonden worden die nog in dit Jaar Zoo veel niet gewonnen hebben, als het onderhoud der vaartuigen en het Lastgeld ’t geen Zy betalen moeten, bedraagt; veel min het onderhoud, voor hunne huisgezinnen verdienen-
’t Is waar! De hoop op de aanstaande bloei en welvaart der Commercie heeft velen opgebeurd, doch niet dan lengte van tyd, en voortduuring van vreede kan deze Rampen leenigen; dan, hoe wenschelyk ware het, ’S Lands financien het konde Lyden, om door een verminderd Lastgeld deze Kwyning een weinig op te beuren, welke thans voor hen (niets winnende) Zoo drukkend zyn.-
Welk een verschil by vroegere Jaren, toen een aantal Koopvaardy Schippers, Groenlandsche Commandeurs en Stuurlieden ter Zee voeren en de vruchten van hunne nyverheid aan den Landman op Interest gaven en alzoo de algemeene Welvaart verspreiden; deze zyn verdwenen, en is een gemis ’t geen alleen door den tijd en eene voortdurende vrede Langzamerhand verholpen kan worden.-

Lasten in derzelver aart
De algemeene Landslasten zyn bekend, waarin de Texelaar met zyn Landgenoten deelt, waaronder de verponding op Huizen en Landen verre boven de waarde drukt, en de Schippery Zoo als gezegd hebbe, hartelyk zou wenschen het Lastgeld verminderd te Zien.-
De Landeigenaar moet boven de Lands Lasten in de betaling van een Zwaar Dykgeld deelen, dat in dit Jaar 5:8:- per morgen Rynlands uitloopt, en een en ander maakt het bestaan bezwaarlyk.-

Volgzaamheid en Evenredigheid of Kwetsing van plaatselyk belang en Disproportie
Van dit artikel weet ik niet optegeven, als dat het algemeen gevoelen is, dat er tusschen de verponding op Huizen en Landen, met die aan de vaste Kust geene Evenredigheid heerscht, en de Eerste door onkundige vreemden Tauxateurs tegens eene huurwaarde zyn aangeslagen welke op het Eiland nooit verkregen kan worden; waarom ook Regenten van Texel toch dadelyk toen die Tauxatie bekend was deswegens by eene ampele Memorie aan den minister van financien den Heer Gogel geadresseerd hebben, doch hoe zeer er van eenige Gebouwen eene hertauxatie heeft plaats gehad, zyn de Lasten boven desselfs innerlyke waarde gebleven, waardoor de vernietiging van velen en ’t verval van anderen veroorzaakt is.-

Armen Inrigtingen en publieke Gestichten
Iedere Gezinte onderhoudt met een Schaarse Hand, door gebrek aan Inkomsten gedrongen, hunne armen.-
Aan de algemeene armen is wel een Subsidie van 2000 franken op het Budget toegestaan, doch daar de Inkomsten minder Zyn dan de uitgaven, kan aan de administrateuren deze Som, die bovendien ongenoegzaam is niet worden uitbetaald, waardoor dezelve zich buiten Staat bevinden om de aangegroeide armoede de noodige onderstand te verleenen.-
Onder de publieke gestichten komt het algemeene Weeshuis voor, waarin zich thans 54 Kinderen bevinden, het welk in vele Jaren geen plaats heeft gehad.-
De voorname bron van onderhoud is de aflevering van Drinkwater aan de Schepen, welke meest bloeit wanneer er een Esquader Schepen van Oorlog ter rhede ligt, om welke te bezorgen, de Regenten van dat huis in het gepasseerde Jaar, importante kosten hebben moeten maken, zoo met het verdiepen van een Sloot langs welke het water na de Haven wordt gebragt, als met het maken en aankoopen van water booten.-

Heb ik dus met Zwarte verwe de jegenswoordige toestand des Eilands van de financieele Zyde aangewezen- het was tot mijn grievendste Smart een zoodanig Tafereel te moeten Schetsen, te meer, daar het buiten myn vermogens om genoegzame middelen aantewyzen, waardoor de Rampen gelenigd zouden kunnen worden althans geenen welke dadelyk hulp toebrengen.-
De groote verachtering van de middelen van bestaan van Texelsch Inwoners staan in een onmiddellijk verband met de algemeene Welvaart, en welke in dit Land zoo oneindig veel afhangt van Commercie en Zeevaart.-
Bewust, dat door de Vaderlyke Zorge van den Souverein, al het vervallene Spoedig hersteld zou zyn, indien Zulks in ’t menschelyk vermogen ware, zoo ben ik ook overtuigd dat niets den de tyd (waarin de Handel en Zeevaart, uit den doodschen Slaap herrezen, traps gewyze van Kwyning tot bloei en aanwas kome) de algemeene verachtering herstellen kan, doch dat echter den Last ligter gemaakt, en een meerder welvaart onder enkele takken der Maatschappy verspreid zouden kunnen worden, indien de Landman en Dorpsbewoners van Texel door een herziening van de al te drukkende Verponding, zoo met de innerlyke waarde en Vruchtbaarheid der Landen, het ware genot van Huur der Huizen als disproportie met de Landen, en gebouwen op het vaste Land komen- eenige verligting konden bekomen.-

Het grootendeels vervallene Loodswezen behoort opgebeurd en aangemoedigd te worden, het Loodsloon (indien ik wel geinformeerd word) nergens minder dan hier; is volgens een Ordonnantie van ’t Jaar 1698 toen men voor een gelyke Som mogelyk eens zo veel behoeftens kon koopen dan Jegenswoordig, de Loodsen van hunne vaartuigen geen Lastgelden betaalden, en diepgaande Oost en Westindiche Schepen immer meer voordeel aan Loodsloon aanbrachten dan thans van Smakken of Tjalken die men nu meest ziet binnen komen, of uitzeilen. Dit Loodsloon wenschte zy verhoogd te zien; men vergelyke het Loodsloon van de Loodsen van Amsterdam naar Texel (die eene Stedelyke ordonnantie hebben) met die der Texelsche Loodsen naar Amsterdam, en men zal niet behoeven te raden wie hunner het meest geprotecteerd is geworden.-
Konden het ’S Lands financien eenigzints lijden Zoude eene matiging of vermindering van ’t binnenlands Lastgeld, den verslagene Zeeman lucht geven- waarvan velen- in een half Jaar, het beloop van ’t Lastgeld niet gewonnen hebben, waardoor die Last in de grootste disproportie met de opbrengst hunner verdiensten staat.-

Vergelykt men de jegenswoordige Staat van Texel met die over ruim twintig Jaren, contrasteert het sterk, doch het verval was een natuurlyk uitvloeisel van de algemeene ramp, en hoe zou de welvaart met mogelykheid hebben stand gehouden.-
Waar zyn de vloten Koopvaarders? die ik eenmaal ten getalle van 150 op eenen dag zag uitzeilen- waar de Oostindische Schepen- waar de Surinaamsch-vaarders? die zoo veel welvaart aanbragten- waar de Groenlandsch en Straat-davids visschers? die aan zovele menschen het bestaan verschaften?
Herinneren wy ons vervolgens de gedurige Geldheffingen, de Kosten van Inkwartieringen en alle die Lasten welke onder andere benamingen geheven zyn? Wat wonder, dat de beursen tot op den Bodem geledigd, niet weder aangevuld kunnen worden, dan door het herstel van die middelen, welker uitvloeisels tot aan het uiterste deel van het Maatschappelyk bestaan voort stroomen- Koophandel en Zeevaart.-

Zynde Ingezetenen door alle deze Rampen zichtbaar verarmd- zeker zijn zy van de Zijde der Zedelykheid niet verbeterd, en dit leidt my tot de tweede hoofdafdeeling politie.
De aaneenschakeling van gedurige oorloogen, de Gebeurtenissen in de Laatste Twintig Jaren werkte mede tot verbastering der Zedelykheid- het al te veelvuldig gebruik maken van Eeds vordering deed de Eeden gemeenzamer worden, en by belangzuchtigen tot niets Loopen.-
De vervallene welvaart zag de armoede naderen, en deze trachtende te myden, verviel op de Klip waar zyn geweten stranden moest.-

Het volk van Oorlog, door natuurlijke oorzaken verwilderd, zijn geensints de voorbeelden waarbij Zedelijkheid geleerd kan worden- en de ondeugden van vreemden bij eigen voegende, wordt de Slotsom verbastering van vaderlandsche zeden-
De Lagere Klasse door armoede vervallen, verviel meer tot dieverij, dan hier ooit in vroegere Jaren bekend was, en de Landman miste in één Jaar meer vee, dan in de dagen van vrede die wij beleefd hebben in twintig.-
Doch dit alles is geen voorwerp ’t welk eensklaps verholpen kan worden, maar van zelven moet voortvloeien, wanneer welvaart hare glanzen verspreidt, wijl ik mij niet kan te binnen brengen eenige middelen tot bevordering van Godsdienst, Zeden, Nijverheid, Gezondheid, Orde en Rust te kunnen aanwijzen, als de handhaving der wetten en algemeene Veiligheid, welke meest afhangt van de ijver en waakzaamheid van hen aan wien het toezicht daarover is opgedragen, wijl het aan geene goede wetten en verordeningen hapert.-
Dit alles zijnde, wat ik vemeend heb te moeten aanmerken om zo veel mij doenlijk was, aan de begeerten Uwer Excellentie te voldoen- hoop ik geëxcuseerd te zullen worden van de misvattingen, welke hier of daar eene andere wijzing bekomen hebben, dan UExellentie mogelijk bedoeld heeft.


Verslag 1815

Provincie Noordholland
Gemeente van Texel

1 Bevolking en Zielen?
Volgens de laatste Telling in den maand february 1814 op last van het Gouvernement gedaan, bedroeg de geheele bevolking 4070 Zielen

2 Getal van woonhuizen, daaronder ook begreepen de Binneplaatsen onder de gemeente behoorende?
Het gehele getal der woonhuyzen en wooningen zo groot als klyn is 1006 except de godshuysen of armen gestichten

3 Voorname Buitenplaatsen of Byzondere gestichten, het zy kasteelen, kloosters enz?
Geene

4 Getal der kerken van onderscheidene gezindheden?
6 gereformeerde, 4 mennonitten, 4 Roomsche

5 Getal van Groote Boeren, kleine Boeren en Keuters of arbeiders-woningen?
Het geheele getall der boere wooningen besdraagt 243, de onderscheiding van klyne boeren huyse, keuters, of arbeiders woningen, vind men alleen in de Provincie Gelderland en Overijsel

6 Kazernen, Hospitalen en Stallingen aan den Lande of de gemeente toebehoorende, met derzelver Capaciteit respectivelyk?
Een Caserne, zynde het fort of Schans aan het Ryk behorende waarin ongeveer 160 a 170 man kunnen gecaserneerd, men vind daarin ook een Hospital en Bakkery; voorts heeft de gemeente nog 2 Casernes van 30 a 40 man, die egter oud en slegt zyn en een in Huur, waarin 50 man kunnen geplaatst worden.

8 Welk getal van manschappen geschikt kan worden ingekwartierd, gerekend dat de meest vermogenden met zes, en de minst vermogenden met één man bezwaard worden?
Niet meer als 1500 man

9 Welk getal van Paarden kan worden gestald, buiten de stedelyke of s ’Lands Stallingen in de Gemeente aanwezig?
Lands stallingen buiten de opgegevene in het fort, gelyk ook stallen die aan de gemeente behoren zyn hier niet, de stallen van Particulieren bepaalen zig enkeld tot die van de boerenplaats voor 1 a 2 Paarden

10 Getal en soort van S’Lands magazynen in de Gemeente aanwezig?
dezelve zyn hier niet

11 Civiele en Militaire gevangenissen, en voor welk getal gevangenen, zoo correctional als crimineel geschikt?
Civiele en Militaire gevangenissen zyn hier niet. De gemeente heeft een Crimineele gevangenis

12 Getal van gewoone Beurtscheepen en trekschuiten, behoorende tot elk der veeren op de naburige Plaatsen, en dezelver Capaciteit, met betrekking tot het getal manschappen of Lasten gewigt, die dezelve kunnen laden?
Eigenlyke Beurtscheepen of Trekschuyten zyn hier niet, maar well kaagschippers, die vrywillig zig tot zeekere vaste dagen in de week bepaalen, dat zy van hier op Amsterdam, Vriesland, en alzoo als vracht en Beurtschipper varen om de benodigde Levensmiddelen voorde Inwoners aantevoeren; haare groote is van 8 tot 12 lasten, en voornamelyk ingerigt tot berging van goederen hoeveel zy ook enkele passagiers meede vervoeren

13 Getal en Soort der voornaame Fabrieken en Trafieken, of die een gedeelte van het bestaan der inwoners uitmaken met opgave van de kwantiteit ongeveer van Jaarlyks debiet?
Geene, er heeft wel een werkhuys, of wollspinnery voor arme Lieden bestaan, die zig egter niet kontinueeren kan

13 Getal van onderscheidene Soorten van ambachtslieden, als timmerlieden, wagemakers, smeden, koperslagers, metselaars, Bakkers, kledermakers en schoenmakers?
Het getall dezelve is als volgt
Timmerlieden 20
Wagenmakers 4
Smeeden 6
Kooperslagers 1
Metselaars 13
Bakkers 23
Kleermakers 9
Schoenmakers 27

14 Kwantiteit van wagens met twee Paarden, of karren met één Paard, welke en de Gemeente gevonden worden?
17 Wagens met 2 Paarden 97, Dito met 1 Paard en karren 50

15 Kwantiteit van slagtvee, als van ossen, koeyen, schaapen, en varkens, welke het eene jaar door het andere uit de gemeente geleverd worden?
Maakend well mager maar geen vet of slagtvee van hier na buiten, kunnende het Eyland van het laatste niet meer leeveren als men voor eigen consumtie benoodigt heeft

16 Soort en getal van onderscheidene molens, zoo van wind als water, Korenmolens, pelmolens, houtzaagmolens, kruidmoolens en oliemolens?
In deese gemeente zyn 3 kooren moolens, 2 pell moolens, welke door den wind gedreven worden, Houtzaagmolens en oliemolens zyn er niet

17 Gemiddelde Lengte en gemiddelde Breedte van het terrein tot de Gemeente behoorende in uuren gaans ongeveer?
Het Eyland is ruim 3 uuren gaans lang en 2 uuren gaans breed, buiten duynen en stranden

18 Namen der Polders of bedykte gronden onder de gemeente behoorende?
Waalenburg, Raaphorst, het Nieuwland, de Kuyl en Grie

19 Ligging der Polders of ingedykte gronden, beneden de ordinaire zeevloeden of beneden het ordinaire boezemwater?
Deeze Polders welke voor het meerengedeelte binnen den geheelen omring dyk van het Eyland zyn gelegen zyn well niet geheel boven de ordinairen Zeevloedrand verheven dog worden door middel van voornoemde omring dyk en de afzonderlyke dykensingels vast op zig zelven heeft voor alle overstrooming beveiligd

20 In welke rievieren of kanalen de boezemwateren zich ontlasten?
Het Boesem water ontlast zig door middel van zee sluyzen in de Zuyder Zee

21 Getal van uitwaterende Sluizen en van watermolens tot het drooghouden der ingedykte Landen, met onderscheiding van een of meer molengangen?
Het getall der sluyzen bedraagt over het geheel 6 en van de Waater moolens 2, watergangen zyn er niet

22 Tot welk Hoogte de rivieren in den Wintertyd, boven den ordinaire Zomerstand kunnen opzwellen?
De opzwelling van het Zeewaater boven het ordinaire daaglykse Ty is zeer ongelyk en hangt af van de meerdere of mindere zwaare Storm Tyen, de ordinaire daaglykse op en afloop van de Zee is alhier 4 voet

23 De onderscheiden soorten van Gronden, als bouw Land, weiland, Hooiland, bosschen, heide, veengrond, ongeveer in derzelver proportien, gelyk ook de evenredige grootte van meeren of Plassen?
Het Bouwland in deeze gemeente bedraagt niet meer als 115 a 120 morgen
Wey- & Hooyland- 6054 morgen
Bosschen 15 morgen 594 roeden
Heygronden 5 a 600 morgen
Wordende alhier geene Veengronden nog meeren gevonden

25 Voornaamste Soorten van granen of andere Producten in der zelver proportien tot Elkander?
De graan Teelt in deeze gemeente is zeer gering en bepaald zig alleen in een weinig Rogge, gerst en Haver en well van het laatste het meeste, de kwantiteit van alle soorten bedraagt Jaarlyks plus minus 300 Zakken
Andere producten dan een weinig aardappelen en kool voor eigen consumtie heeft men niet

26 Voornaamste soort van Hout gewassen, in welke soort de meeste Handel bestaat, het zy tot timmer hout, ryswerken of Brandhout?
Buiten een weinig Hekhout voor eigen gebruik heeft men alhier nog Timmer Hout nog Ryswerk

27 Byzondere Producten van delstoffen, het zy Pyp of tegel aard, yzererts gelyk ook turf met de kwantiteiten die gewoonlyk Jaarlyks worden opgeleverd?
Geene

Verslag

28 Jaarlyksch product van Koren en Hooi in ordinaire tyden, het Kooren in mudden en hooi in voeren of Ponden?
De gewoone Jaarlyksche Hooij Teeld word gerekend op 2 millioenen maal hondert duyzend pond en het kooren van differente dooreen op 700 mudden bijde ontoereikend voor de behoefte van menschen en vee

29 Wegen strekkende naar de naast omliggende Plaatsen in derzelven aard en gesteldheid in onderscheidene Saizoenen, als mede ook welk soort van gronden het zy bouwland, weiland, enz derzelver gemiddelde Breedte in roeden en lengte in uuren gaans?
De gemeente en Eyland zynde, heeft geen andere wegen, dan in zig zelve welke in den Zomer zeer Zandig en in den Winter moerassig zyn, gelyk dan ook de Bouw en wylanden meest uit zandgronden bestaan

30 Communicatie te water met de naast omliggende Plaatsen, en voor welk grootste soort van Scheepen, gerekend naar de capaciteit van Bruggen en Sluizen?
De Communicatie met de naastaangelegene Plaatsen van het Vasteland is natuurlyk niet anders dan overzee, het gene met alle Scheepen en vaartuigen zonder onderscheid kan geschieden, mits niet dieper gaande dan dat by de gewoone Losplaatsen van het Eyland kunnen naaderen, en de Haven in en uitvaren

31 Hoe diep op de Rivieren, kanalen of bevaarbare graften of beeken gelaaden kan worden, of tot welk zwaarte in laste of Ponden by het droogste van het jaargety of gewoon laag water?
Vervalt, blykens de antwoorden op de 2 voorige vragen gedaan

32 Hoe veel moet worden op of afgeschut op de Canalen of bevaarbare rivieren of graften tot naar de naast omliggende Plaatsen by ordinair Zomerwater en door welk getal en soort van Sluizen?
Als vooren

33 Welke dezer rivieren, vaarten of Knaalen van een jaagpad voorzien zijn?
Idem

34 Aan welke Plaatsen, groote of kleine veeren om de rivieren overtetrekken, gevonden worden en van welke middelen men zich bedient?
Idem

35 Op welke Plaatsen de rivieren des Zomers doorwaadbaar zyn?
Idem

36 In Plaatsen, waar Kanalen of beken haren overloop hebben, in Zee of andere rivieren, of en hoedanig dezelve aldaar zyn afgesloten?
Idem

37 Aan de Plaatsen, waar eb en Vloed gaat, het verschil tusschen dezelven. Alsmede het uur op welk de getyden invallen, by nieuwe en volle maan?
Het verschill van Eb en Vloed is by ordinaire getyden 4 voet, zynde alhier het hoogste waater of het begin der Eb by Nieuwe en volle maan des morgens om 9 uur

38 Hoogte der Hoogst bekende Stormvloeden boven de ordinaire vloeden, met het jaargetyde van dien vloed?
De hoogte van de alhier bekende hoogste storm vloeden is geweest in de maanden November van het jaar 1775 en 1726, wanneer het water, boven ordinair vollzee tot 6 voeten is gereesen



Terug naar de vorige bladzij