Bamberg |
De goochelaar Bamberg trok in het kermisseizoen het land rond, getuige deze dagboekaantekeningen van dominee Jakob Huizinga en zijn zoon Samuel (geb. 1844): Samuel: Zaturdag 24 Junij 1854. Wij hebben eergisteren vacantie gekregen en toen zijn wij om 5 uren uitgegaan. Het goochelspel van Bamberg, 2 wafelkraamen en nog eenige andere kramen zijn klaar en de draaimolen is gekomen. Huizinga: 27 Juny 1854. De Kermis begonnen. Samuel naar de tent van Bamberg van half 9 tot bij 12 uur. Hij komt blijde terug. Samuel: Dingsdag 27 Junij 1853. Het is vandaag mooi weer geweest. Ik heb vandaag een kwartje met het wieden verdient en daarvoor ben ik vanavond op de tweede rang van het spel van Bamberg geweest. Hij goochelden dat er een zakdoek werd in brand gestoken, dat men speelgoed uit een hoed en den kip met eieren uit een zak haalde. Ook kon hij raden hoeveel oogen men geworpen had een stukkende zakdoek weder heel maken enz.. Ook kon hij een bord en kaarten laten dansen en de kaarten die men getrokken had uit een blikken doosje laten springen, ook tooverde hij een zakdoek met ringen in een boltje en deed een boek witpapier in een boek met allerlei soorten van platen veranderen enz. Nu vertoonde men een tooneel stuk namelijk De zoon van de huize of de remplasant van 15000 francs welk tooneel stuk ook al eens door Souverzin is vertoond geworden aan den Burg en in de Vergulde Kikkert. Daarna vertoonde men gymnastische oefeningen, namelijk dat een man op de grond lag met handen en voeten naar boven toe en dat daarop menschen stonden. Later zette men twee stoelen neer, op elk van de stoelen stonden menschen, tusschen die stoelen ook een en boven op de man weer en nu hield men elkander vast en haalde toen de stoelen weg en stonden die menschen als deze figuur. Toen vertoonde men het museum van levende beelden, namelijk Kain en Abel, Hagar en Abraham, Hagar en Ismael, het eerste regt van koning Salomo enz. het waren net als beelden (ofschoon het menschen waren) zoo stil stonden zij en zij waren zoo wit als gips. Het laatste van die beelden werd door Bengaalsch vuur verligt. Ik kwam om twaalf uren te huis en ben toen dadelijk na bed gegaan. Huizinga: 2 July 1864. Des avonds met Huidekoper naar de Kikkert [kroeg met zalen en kolfbaan] op uitnoodiging van [notaris] Bruno Bok. Aldaar de 78-jarige Bamberg zien goochelen, 60 verwonderlijke toeren, van 8 tot ruim 11 uur. Aldaar de families Bok, Kikkert, Westenberg, Dunné, de Vries, Voigt, enz. |