Dagboek Jakob Dirksz Huizinga 1870-1873. 1 January 1870. Des morgens te Oosterend gepreekt. Bakker aan den Burg, vergeet de Nieuwjaarswensch en de collecte. Des middags en namiddags 95 bezoekers aan huis gehad en ruim 200 aan de deur. Vrendenberg meende er wel 300 aan huis gehad te hebben. Wij hadden het niet overdruk, 95 bezoekers aan huis en ruim 200 aan de deur. Van de familie Bok ditmaal niemand behalve kaartje van Bruno. De laatste was Ensing. Brief van Samuel: Hij had in Leeuwarden voor de Vereeniging Nijverheid gesproken over de rioolkwestie. Had geloogeerd bij een vriend die van Ternaard komt, bij die gelegenheid heb ik Dominee Deenik en Dolfine Wentink ook nog gesproken. Dolfine mopperde dat Katrina en Sientje haar in 't geheel niet meer schreven. 2 January 1870. Zondag. Gepreekt aan den Burg. Des namiddags vertrekt Menno met de diligence (terug naar Amsterdam). Veel hadden wij vooraf gesproken en hij had de beste beloften gedaan 3 January 1870. Niet naar de Krans bij Bakels. 7 January 1870. Ik zwaar verkouden en koortsig. 8 January 1870. Nog zeer verkouden, mij echter op mijn predikwerk geprepareerd. 9 January 1870. Zondag. Gepredikt te Oosterend. Jakob Brans keurt zeer af, dat de beurtregeling zoodanig is gemaakt, dat ik nu ten 3de male achtereen te Oosterend preek. Ik had het wel zoo kunnen schikken, dat Bakker die reis van mij overnam (ik weet niet of het alleen welwillendheid jegens mij was). Tehuis komende vond ik daar Bruno Bok en vrouw. Deze verhaalde mij van de gelukkig behoudene equipage (14 man) van een Engelsch Barkschip uit Britsch Indië met rijst bestemd naar Bremen. Eergisternacht te half 2 plotseling op de Noorderhaaks gestooten en tot aan de Ra's gezonken, alleen maar tijd om de 2 boten in zee te laten, 12 man in de een, 2 in de andere. Nu dreven zij weg, ieder met 1 riem. Een nog gevonden stuk zeil werd door 2 man als zeil opgehouden. Des voormiddags tegen 11 uur kwamen zij achter de Eijerlandsche vuurtoren aan. Een uur later kwam ook de boot met 2 man, niets van elkaar wetende. Treffende ontmoeting der manschappen. Zij waren bijkans zonder kleeding, zoo als zij uit de slaap gewekt waren. Des namiddags bij Vrendenberg. Leentje komt nu vervolgens in het huis van Dirk G. Bakker, voor 3 jaar gehuurd. 9 january 1870. Des avonds bij ons Bakels en Fokel genoeglijk bij ons de avond gepasseerd. 10 January 1870. Brief van Menno in zeer goeden geest. Krans bij mij aan huis. Katrina en Sina naar Keyser. Ik sliep vannacht bijkans niet, kon den slaap niet vatten. Vandaag een zeer schoone dag. 11 January 1870. Menno verjaart. Christine Lulofs hier. Katrina en Sina met haar en Margo en Rina naar Westenberg ter verjaring van Fokel Breugeman, 30 jaar oud geworden. Christina blijft hier tot de volgende dag. 12 January 1870. Mijne verkoudheid is zoo goed als voorbij. Sina had vernomen dat mevrouw Riet sukkelde en haar geschreven of zij zou komen helpen voor een dag of wat. Des namiddags rijdt zij en Christine met een wagen van H. Kikkert naar de Waal, om morgenochtend met Dominee Bakker naar Cocksdorp te rijden. [Ze bleef daar tot de 17de]. 13 January 1870. Des avonds even bij T. Timmer, gesprek over Jan, ik raad hem het onderwijs aan. 15 January 1870. Des middags 12 uur begrafenis van Trijntje Jans Boon aan de Waal. Ik de toespraak, goed. Bakker alleen 't lijk op 't Kerkhof gevolgd. Hij stelt mij 48,50 gulden ter hand, door hem aan de Waal opgehaald voor de Terschellingers, waarbij van hemzelf 10 gulden, om aan Loman te bezorgen. Brief van Dirk en Koos. Hij zal de 24ste zijn Oratie houden. Zij berigten mij hunne blijde verwachting van een onbekende logé in de zomertijd, waardoor zij alligt niet op Texel zullen komen. Dit berigt veroorzaakt ons levendige blijdschap. Wij hadden vandaag in 't Handelsblad gelezen de brief uit het Noorden waarin de keuze van Dirk in de plaats van Deen met bijzondere lof vermeld wordt. 16 January 1870. Zondag. Gepreekt aan den Burg. De Heer van Goudoever even hier. Hij vertrekt 1 February naar Oldeberkoop. Des avonds bij den heer Bok, aldaar Ensing en vrouw en Bruno en vrouw. Bruno verhaalt van de stoomboot, die morgen weer begint te varen. Daar was laatstmaal (voor 3 jaar) 28.000 gulden aan ten koste gelegd. Er was een nieuwe ketel ingekomen voor 5000 gulden, welke som oververdiend was. Elke Harlinger reis kon met 50 gulden gemaakt worden. Van 't zomer zou hij weer die reizen willen doen. Het is zacht weder, meest 5 graden Celsius. 17 January 1870. Krans bij Vrendenberg Nutsvergadering. Overvolle zaal. Buisman deed de Redevoering: "Eene wandeling langs de haven". Hij stond stil bij de schepen en beredeneerde de naambordjes, bijvoorbeeld "10 Gezusters", "Eendragt", "Zeelust", enz. Zijne voordragt voldeed zeer goed. Daarna Stikkel, voorlezing van een komische verhandeling over de Fransche Heerschappij 1789-1813. Stuk zeer goed maar te lang. Daarna Bakels "De arme visschers" van De Genestet. Vrij goed. Toen Van Goudoever, een verhaal van Emile Scuvertu, een dichter die de wezenlijke waarden eens mensch in een landman van een stug voorkomen in zijn huisgezin leert opmerken in zijn liefde voor een misvormd kind en een oude blinde hond. Mij uitstekend bevallen. Vooraf nog Buisman een stuk van Ten Kate's "Schepping". Oorsprong van wind, onweer enz. Den Heer S. Keyser opende en sloot de Vergadering met eene voortreffelijke toespraak die sterk werd toegejuicht. 't Was een genoeglijk samenzijn. Wij daarna op een souper bij den Heer Bruno Bok en vrouw, Katrina en Sina, Ensing en vrouw, Buisman, S. Keyser, Margo en Rina en Christina Lulofs. Wij scheidden te 1 ure. Onze Sina was 's morgens met Reuvers van Cocksdorp gekomen. Zij was zeer genoeglijk bij Riet geweest. 18 January 1870. Catechisatie. Des avonds Katrina en Sina naar Westenberg met de familie Bakels. Brief van Dirk aan Samuel: Men weet op 't Hoogezand al van je engagement. Ik schrijf je dit maar even, omdat, als je nog niet aan vader er over geschreven hebt, het dan nu wel tijd wordt. 19 January 1870. Des voormiddags catechisatie en toen 14 dagen vacantie gegaan. [Samenvatting Ali: Huizinga op reis]. Te half 5 ure vertrokken [uit de haven]. Met Dirk de Ruiter, Thijs Flens, Smit en 3 anderen. [Op zee met de medereizigers gesproken over de invoering van wetenschappelijke benamingen der maten enz, wat bestreden, doch door Huizinga verdedigd wordt]. Op Menno's kamer in Amsterdam. Hij niet thuis, kwam eerst na 4 uur, den volgenden nacht om half 2. Een andere kamer voor hem gezocht, voor 8 gulden per maand. De kamer bevalt Menno niet best. Op Menno's kamer ernstige gesprekken met diens vrienden. Huizinga verklaart het standpunt der Moderne Theologie die de godsdienst alleen in 't leven stelt en niet in de leer en hoe deze eenmaal 't middel moet worden om alle volken en menschen te vereenigen. Voor ik met Menno slapen ging had ik eerst nog een hoog ernstig gesprek met hem terwijl ik hem onderhield over de smartelijke teleurstelling, die hij mij bezorgd had ten aanzien van zijn handelwijze nadat hij mij zooveel goede beloften had gedaan. Ernstig beval ik hem aan om elken morgen tijdig het bed te verlaten en ijverig zijn werk te doen, nu volstrekt niet meer in koffijhuis of sociëteit te komen, alle gebruik van sterken drank te schuwen enz. Hij erkende zijne zwakheid, gemis van kragt van wil. Toen hij mij zooveel gezegd had als ik verlangde, gingen wij slapen. 21 January 1870. Met de boot naar Harlingen. Naar Schalsum, waar hij een paar dagen bleef. Met Heringa naar Leeuwarden, 23 January naar Samuel. Samuel denkt over Fokel niet meer, maar nu over …. Veel gesprek daarover. Burgerdag- en avondschool bezien. 25 January 1870. Gewandeld over de zeer uitgestrekte begraafplaats. Na 12 uur naar de RHBS een prachtig gebouw. 26 January 1870. Naar Groningen. Bij broeder Juriaan. Des avonds bij Dirk en Koos. Dirk had een toga van de familie Deen gekregen. 27 January 1870. Des morgens haalde ik Samuel en broeder De Waard van het spoor. Wij gingen naar Dirk. Daar kwamen ook weldra broeder Romke en Jakob. Dirk verliet ons om half 11. Hij moest eerst geïnstalleerd worden door Curatoren en Professoren. Hij moest trouwbelofte doen aan Vaderland en Koning, beloven de belangen der Hoogeschool naar zijn beste inzigt te behartigen. Uitgebreid verslag van de gang van zaken en de oratie van Dirk. Ik kende bijna niemand behalve [de professoren] De Groot en Lorgion met wien ik sprak over Texel, Holkema, zijn dissertatie, enzovoort. Samuel ook daar. 't Engagement van Frerichs met jufvrouw Tol was weer af. 1 February 1870. Naar 't Hoogezand. Men vroeg mij hier naar 't verkeer van Samuel met Dolfina. Ik kon gelukkig zeggen dat daar op dit oogenblik niets van bestond. Men had ook al weten te verklaren dat ik er sterk tegen was (ofschoon ik van de geheele zaak onkundig was). 6 February 1870. Naar Grijpskerk. 7 February 1870. Naar Leeuwarden, naar Samuel. Als ik hem wel begreep, zag hij nu af van 't aanhechten van een nauwere band met Dolfina. Ik weet niet of hij eenige ingang gaf aan mijn zachte herinnering, van 't wenschelijke van gelijkheid van stand en vermogen in huwelijkszaken. 8 February 1870. Over Zwolle (de boot voer niet om 't ijs) naar Amsterdam, te laat voor de aansluiting op Utrecht, moest in Zwolle logeeren. 8 February 1870. Op reis met het Spoor met o.a. een Philip Cohen uit Kleef. Hij kende den Heer Kikkert als ex-notaris met eene mooije vrouw, vroeg waarom hij toch wel zijne betrekking verlaten had en of hij veel vermogen bezat? op welke vragen ik hem echter geen voldoend antwoord wilde geven. 9 February 1870. Naar Menno, deze stelde mij voor dat hij den tijd, die nog voor 't examen zou moeten overloopen (mei) in Groningen mocht doorbrengen om daar van repetitor Plugge en Dirk te profiteeren. Misschien zou hij dan bij Oom Juriaan kunnen zijn. 10 February 1870. Aan't Nieuwe Diep. Fel koud O/N wind, aan de haven lag alles vol ijs, ook rondom Texel voor zoover men zien kon. Ik hoorde bevestigen dat de stoomboot maandag te 9 ure aangekomen en terstond weer vertrokken was en sedert geen overtogt had plaats gehad. Er werd mij dan ook geen hoop op een spoedig vertrek gegeven. Schipper Pieter Bruin zal mij waarschuwen zoodra de vlet overkwam [de boot vaart al 3 dagen niet]. Ik ging met Dyserink terug en ontbeet met hem. Weldra kwam er berigt dat de vlet overkwam. Ik pakte mijne zaken bijeen, om die te kunnen laten afhalen en spoedde mij weder naar den dijk. Ik zag in de verte de vlet met ijs en golven worstelen. Iedereen ontraadde het mij om, zoo ik enigzins blijven kon, den overtogt mede te doen. Ik vreesde dan ook dat daar ik welligt langen tijd aan felle koude zou zijn blootgesteld zonder voldoende beschutting, dit mij te veel zoude zijn, vooral toen ik de boot zag aankomen en opmerkte hoe de kleren der schippers door ijs verstijfd waren. Ik besloot dus te blijven, terwijl Pieter Bruin die medeging, mij beloofde dat hij aan mijn huis zoude zeggen waar ik was. Ik bragt Dominee Dyserink [van den Helder] naar de trein, vervolgens vestigde ik mij rustig in de Pastorij bij den warme kagchel. 11 February 1870. Bij Dyserink. Ik des morgens 9 uur naar den dijk. De vlet van Texel was reeds aangekomen en zou weder afvaren. Er was veel drijfijs in zee en vooral op de kust. Ik deed eene lange wandeling (daar het wel zeer koud, maar helder weder was) bijlangs de schepen. Niettegenstaande de felle koude was op een groot schip toch de bemanning in de masten en zelfs in de top, om de zeilen af te laten of in orde te stellen. De Hullsche stoomboot, vannacht nog binnen gekomen, baande zich nog een verderen weg door het dikke ijs, gedurig achterwaarts en voorwaarts stoomende. Ik liep een tijdlang en had veel gesprek met een bejaarden flinken Urker visscher, die mij van zijn eiland verhaalde, hoe er vroeger slechts 80, nu 130 vischschuiten waren. De bevolking, eerst 600 zielen, nu naar ik meen 1600. Armoede was er niet en soms ten gevolge van zeerampen door het vergaan van schepen en waarin de Nederlandsche Weldadigheid altijd zeer te hulp is gekomen. Ik bij de Breuk koffij gedronken. Mevrouw Loman, die ik daar wilde spreken, was gister weer naar Amsterdam terug gekeerd. Ik ging weer naar Dyserink. Omstreeks 12 uur 2 schippers bij mij, de zee thans schoon van ijs, goede wind, enzovoort. Zij zouden mij in driekwart uur daar op de wal leveren, anders geen geld. Ik liet mij gezeggen. Omstreeks half 1 aanvaardden wij de togt. Wij gingen in een kleine jol, ik met een doek om het hoofd en een jas van Dyserink omgeslagen, was vrij goed tegen de koude beschermd. Meestal zeilende kwamen wij over, het groote zeil op de ranke boot maakte mij wel wat angstig. Wij hadden weinig last van het ijs. Binnen driekwart uur waren wij aan de wal (gedragen) nabij het trekkershuisje op den Hors. Toen moest ik nog (gevolgd door eene vrouw uit de Koog die mede overgekomen was, haar zoon diende in Anna Paulowna) een uur lang loopen met mijn reistas, eer ik aan den Hoorn kwam (de Mok over ging niet om het zwakke ijs), waar ik zeer afgemat bij Dominee Bakels aankwam. Hij zelf niet thuis. Na eenige rust zette ik de reis voort. Nog een goed uur later was ik aan den Burg. Ik vond het huis gesloten, allen waren naar het ijsvermaak aan de Waal. Ik vertoefd bij buurman Roeper en zond berigt naar de Waal. Eerlang kwamen Katrina en Sina terug en wij verblijdden ons zeer elkander weer te zien. 12 February 1870. Weder op Texel in eigen woning. Sina des namiddags naar de Waal op schaatsen. 13 February 1870. Zondag. Gepreekt aan den Burg. Het was zeer koud, slechts 86 toehoorders. 14 February 1870. Zeer koud. Wieringa even hier. Ik niet medegegaan naar de Krans bij Bakker. Brieven geschreven aan Menno en Huidekoper. 15 February 1870. Vandaag voor het eerst weer een post overgekomen, zoodat ik mij nu nog te meer verheug dat ik vrijdag zoo goed ben overgekomen. 15 February 1870. Gisteravond Nutsvergadering. Meester Muller deed de Redevoering over de Kweekschool voor Zeevaart te Amsterdam en Leiden die hij zeer aanbeveelt. Een aantal bijdragen van Bakels, van Stikkel, genoeglijke zamenkomst. Heden dingsdagavond Bakels en Mina en Fokel hier boterham gegeten. Mooi helder weer. 16 February 1870. Een groote bundel Couranten gelezen. 17 February 1870. Catechisatie. Fokel hier bij Katrina haar helpen naaijen. Des namiddags Bakels hier met de naaimachiene en daarmede ijverig voor Katrina gewerkt. Des avonds ook Mina en Ensing en Buisman hier den avond doorgebragt. Zij vermaken zich allen met de cameleontol. 18 February 1870. Sina des namiddags op schaatsen, Katrina met Leentje Vrendenberg gewandeld. Ik naar Albert Keyser. Ik vond hem in een zeer goede stemming. Hij trachtte zich weder meer met de menschen te verzoenen. Ik bragt het schrift van Marretje weder en spak veel lof van haar. Hare opstellen geven grootendeels mijn onderwijs weer. 19 February 1870. Vandaag een grote optogt van Oudeschilders op allerlei wijze vreemd toegetakeld op schaatsen naar de Waal en aan den Burg gekomen die met vlaggen en gezang 's Konings jaardag komen vieren. Vanmiddag kregen wij een telegram van Menno met de vraag: Is Vader te huis? Antwoord!, daarbij een brief van Dirk, dien ook aan Menno de vraag getelegrafeerd had of ik daar ook was. Beiden bleken onrustig over mij te zijn. 20 February 1870. Zondag. Gister dooi, heden weder vorst, daardoor een goed pad naar de Waal, waar Katrina en Sina en ik heengingen. Ter Kerk bij Bakker, die Doopbediening had aan 8 personen. Ik bezocht daarna Cornelis Bremer. Deze wikkelde mij al spoedig in een theologisch dispuut. Hij kon niet wel bij ons ter Kerk komen omdat de waarheid van de Godheid van Christus voor hem een levensquaestie was, daartoe behoorde bovennatuurlijke geboorte enz al 't welk hij meende dat hem door mij vroeger geleerd was. Ik wees hem aan hoe die zaken bij mij nooit veel gegolden hadden, maar wel de vragen waarop hij, gelijk allen, bij den Doop een bevestigend antwoord had gegeven, hoe van alle tijden af mijne Evangelieprediking zich kenmerkte door het aandringen op heiligheid van hart en leven als hoogste eisch des Evangelies. Ernstig drong ik ook nu daarop aan. 20 february 1870. Bakels en Mina hier. 21 February 1870. Tusschen dooi en vorst, harde wind en sneeuw. Ik niet naar de Krans bij Bakels, maar te 1 ure met den ouden Heer Bok met de wagen gereden naar den Hoorn, begrafenis van jufvrouw Hillenius. Remmers las, goede intonatie. Bakels deed een vrij goede toespraak. Sterke sneeuwbui op 't Kerkhof. In 't sterfhuis terug gekeerd deed eerst Bok en toen ik eene toespraak aan Meester Hillenius. Te 4 ure met Bok weer terug gereden. De postschuit voor 't eerst weer gevaren. Morgen de stoomboot. 22 February 1870. Vrij wat sneeuw. 22 February 1870. Des namiddags Jakob Bremer van het Oude Schild hier, wil graag naar Amerika (Chicago) heeft borgstelling voor 300 gulden bij de 100 die de Gemeente hem geven zal, maar hij vraagt nu nog 1000 van de Gemeente. Ik zend hem naar Veenstra. Des avonds brief van Menno, wiens goede gezindheid mij zeer verblijdde. Zijn onrust over mij had ook medegewerkt om die goede gezindheid bij hem te vestigen. God geve dat zij bij hem bestendig zij. Hij wil nu maar liefst in Amsterdam blijven. 24 February 1870. Kerkeraadsvergadering aan de Waal. 27 February 1870. Gepreekt aan den Burg. 28 February 1870. Krans bij Vrendenberg. Bakels vertrekt met Fokel naar 't Oude Schild, kon echter doordien de boot door 't ijs niet varen kon eerst de volgende morgen met de vlet over de Hors vertrekken. Dominee de Vledder heeft het beroep van de Waal aangenomen. Mina Bakels hier te logeren. 1 Maart 1870. Katrina en Mina des morgens naar de Waal bij Bakker en des namiddags naar Oude Schild bij Wassenaar. Sina was van de week dikwijls bij Jet Ensing, die vrij ongesteld is. Ik gistermiddag bij schipper Jan Bruin, ernstig ziek. Zoele dagen, de winter geweken. 2 Maart 1870. Mina Bakels vertrekt weder naar den Hoorn, krijgt berigt dat Bakels en Fokel in plaats van te Haarlem nog aan den Hoorn zijn, dus gistermorgen niet over de Hors zijn vertrokken. De stoomboot vaart sedert zondag laatstleden nog niet weer. De postgemeenschap wordt met de vlet op ongeregelde tijden onderhouden, alles ten gevolge van het veelvuldige drijfijs. Vandaag een overheerlijke zomersche dag (Ali: vandaag een overheerlijke zomersche dag 14 graden C, 9 februari -10). Vanmorgen naar de Waal, begrafenis van Antje Schoen, 77 jaar oud. Bezoeken afgelegd. Trijntje Roeper dikwijls ongesteld, bedlegerig door zware hoofdpijn, lijdt nog veel aan 't verlies van hare dochter. Naantje te Haarlem ook ongesteld geweest. 3 Maart 1870. Bij Jan Bruin, veel beter. Schipper Dekker aldaar, zal dingsdag voor 't eerst weer varen. 6 Maart 1870. Zondag. Avondmaalsbediening door Bakker aan de Waal, 177 toehoorders, veel te weinig. Vanmiddag Burgemeester Loman hier thee gedronken, hij kwam mij na mijne reis eens toespreken. Wij spraken over de polder op Terschelling, voorts over het indijken der Wadden door Teding van Berkhout, een goed plan omdat het op de aanslibbing berekend was. 7 Maart 1870. Krans bij mij. Katrina vertrekt des namiddags 3 ure met de diligence naar 't Oude Schild en verder over Nieuwe Diep naar Koog aan de Zaan [te logeeren bij Sjoeke Boetje]. Buisman blijft hier tot de avond, met Sina naar een feest bij den Heer S. Keyser. 9 Maart 1870. Van voormiddag de Heer J. Veenstra hier 100 gulden gebragt, die Dominee Bakker aan Klaas Brouwer zou ter hand stellen als renteloos voorschot, onder borgstelling van Koning, Riet, de pastoor en Dominee Bakker. Veenstra nam de noodige effecten uit de kist, om aan Jakob Bremer de 400 gulden reisgeld naar Amerika te verschaffen. Vanavond van Dirk ontvangen en gelezen zijn stukje over de Voedingsleer uit de Gids van Maart overgedrukt. Vandaag zag ik voor het eerst weer den OOIJEVAAR zijn nest herbouwen. Vandaag het ledental der Gemeente opgemaakt, 549. 10 Maart 1870. Mina Bakels hier, zij is bij Vrendenberg gelogeerd. Des avonds bij Bok. Ik zag bij Bok een terrarium, eene menigte fijne groeiende en ook enkele bloeijende planten onder eene stolp die daaronder alzoo een jaar bewaard konden blijven, gister van Voûte ten geschenke ontvangen. Zij waren in Amsterdam vrij algemeen. 11 Maart 1870. Jan Smit in de tuin, 4 karren mist uit het hok bij Kikkert verwisseld tegen 3 koemist. Sina des avonds bij Vrendenberg. Ik schreef Menno nu weder op zeer verontruste toon, dat hij mij tegen morgenavond een telegram van zijn welstand zou doen toekomen. 12 Maart 1870. Sneeuw, storm. Des avonds berigt van de bevalling van jufvrouw Wassenaar. Geen telegram of brief van Menno. 13 Maart 1870. Zondag. Het heeft vannacht sterk gevroren en gesneeuwd, vooral te Oosterend. Ik derwaarts gepredikt. Vooraf nog het telegram van Menno ontvangen, alles wel. Zaterdag had Burgemeester aan den Helder voor Menno een hoog nummer getrokken, 57 terwijl 43 al vrij was. Burgemeester sprak veel over zijn wensch om de inrigting van het Texelsche Fonds voor Remplacering te verbeteren. De Commissarissen Reij, Witte, C. Eelman en Paul Kikkert wilden er echter niet van hooren. Tweemaal hadden zij reeds een remplacant gekocht voor iemand die NIET dienstpligtig was of liever vrijgesteld. Arend Kikkert en een zoon van Witte, te Warmond op 't Seminarie. Bakker predikte hier vanmorgen aan den Burg dankpreek over "Draagt elkanders lasten". Klaas Brouwer had hem daarvoor bedankt. 14 Maart 1870. Schoone dag, echter niet naar den Hoorn (waar Wieringa de Krans zou hebben voor Wassenaar, wiens vrouw van een dood kind bevallen was) omdat Vrendenberg niet medeging, ongesteld zijnde. Nutsvergadering. Ensing Redevoering over de Vrijheid, wat zij niet en wel moest zijn met toepassing op 't Staatkundige- Godsdienst- Maatschappelijk leven (Emancipatie der Vrouw) enz. Vele schoone gedachten en uitdrukkingen daarin. Wassenaar een bijdrage voorlezing van eene Novelle van Hoek "Het Collateraal". Het stuk wel mooi maar door eene stijve voordragt maakte het niet veel indruk. Langzaam, afgemeten. Ensing sprak daarentegen veel te rap. Loman reciteerde zeer gevoelig en treffend "Het haantje van de Toren" door De Genestet. Bakels (uit Genestet) "Antonius", ik een stukje uit de Volksbode "Dat kan te pas komen". Er was veel minder volk dan de vorige keer. De sluitingsrede van de Voorzitter S. Keyser was er echter niet korter om. 16 Maart 1870. Zeer gelukkige brief van Samuel ontvangen, meldende dat hij van de Minister vrijstelling had ontvangen van 't Admissie-examen. Bij Marretje Dalmeijer-Brouwer, verleden zondag haar Kerkgang gedaan. Er is sprake van dat zij naar Nieuwe Niedorp zal gaan waar een slagter ontbreekt, terwijl er hier veel te veel zijn, vooral nu ook de rijke Langeveld gaat slagten. Zij zou ook kunnen besluiten naar Noord Amerika te gaan. Veel gesprekken daarover. 17 Maart 1870. Sina's verjaardag. Ik gaf haar tot aandenken een gouden ring met gelen steen. Maandag hebben wij een valiesje en pak kindergoederen afgezonden (met Timmer) aan Dirk en Koos met brieven daarbij. Mina Bakels hier vandaag met Margo en Rina gegeten. Des avonds kwam Bakels (bruidegom) en ging te 11 ure met zijn zuster naar den Hoorn, die hier nu afscheid nam en daarbij diep gevoel toonde. 17 Maart 1870. Sien ontving brief van Cornelie Kikkert. 20 Maart 1870. Zondag. Aan de Waal gepreekt. Zeer schoone dag. Naar Sijbrand Jansz Keyser, zijne dochter Marretje, 13 jaar oud, kort tevoren overleden. 21 Maart 1870. De timmerlui Rens Daalder, Klaas Plavier, hier begonnen de gang op te breken, een halve voet zand uitgespit, 2 wagens sintels daarvoor in de plaats. Des morgens Jan Smit in den tuin. Ik des voormiddags met Sina naar de Waal, Krans bij Bakker. Vrendenberg en Wieringa kwamen van de begrafenis van Arnoud Langeveld, de 4de uit dat gezin aan Teering overleden. Vrendenberg verhaalde dat Bosch van Oosterend, afgescheiden predikant, bij Bram v.d. Zaal oefeningen hield en dan met rijtuig van Bok gehaald en gebragt werd. Men vond dit zeer inconsequent van de man, die nu Foreest niet meer in de Kamer wilde om zijn ijver voor de Christelijke (niet neutrale) school. Ensing verhaalde hoe hij de vrouw van Thijs Ran in 14 dagen geheel hersteld had van een geheel scheef en verdraaid gezicht door haar gedurig te electriseren. Ik des namiddags in den tuin. Des avonds bij Albert Keyser. Hij verhaalde dat het Dijksbestuur van Texel thans bezig was om het Noorden (600 bunders) te koopen voor den gestelden prijs van 20.000 gulden en de daarvan te wachten voordeel. Mariahoeve, door Dros gekocht voor 31.000 gulden, zou beter zijn dan Vianen, wat Albert Koning voor 50.000 gulden had gekocht. Albert Koning had op Sir Robert Peel voor 6000 gulden vee verloren enz. 22 Maart 1870. De vloer in de gang vandaag klaar gekomen. 23 Maart 1870. Koud guur weder, sneeuw. Albertine Hesterman (hier gister gekomen) [schoonzuster van Dominee Riet] vertrekt des morgens met de postkar [naar Cocksdorp]. Dominee Buisman hier thee gedronken. Gesprek over Oosterend. Den godsdienstzin aldaar is zeer weinig, wel Kerkelijkheid, maar slechts enkelen die met hart en ziel voor iets ijveren. 24 Maart 1870. Catechisatie. Des namiddags in den tuin. Dominee Bakker beklaagde zich dat de meid Heintje Koopman, die hij zeer gaarne gehouden had, hen met 1 Mei weer ging verlaten. Gister was Dieuwertje, dochter van schipper Koning, hier geweest om mijne medewerking in te roepen opdat zij weer spoedig ergens als huishoudster geplaatst werd. Vanmorgen lag alles vol sneeuw. 25 Maart 1870. [Huwelijk Bakels en Fokel.] Des namiddags Sina bij Jet Ensing om gezamelijk kinderjurkjes te naaijen voor Koos. Ik des avonds half 9 ook derwaarts en de avond genoeglijk bij Ensing doorgebragt. Ik bragt hem de Gids Maart 1870, waarin het stuk van Dirk over Voedingsleer. Vanmiddag voor 't eerst in den tuin gezaaijd. 26 Maart 1870. Jan Smit in den tuin voor de derde dag. Arend Kikkert hier. 27 Maart 1870. Zondag. Gepreekt aan den Burg, daana met Gerrit Daalder naar den Hoorn gereden en daar voor Bakels gepreekt, die l.l. vrijdag getrouwd is en vanavond weer te huis verwacht wordt. 28 Maart 1870. Gister uitvoerige brief van Katrina uit Koog aan de Zaan. Menno schrijft nog altijd niet. Des morgens met Sina en Vrendenberg naar Wassenaar, Krans. Jufvrouw Wassenaar is na hare bevalling van een dood kind weder geheel hersteld. Des avonds Dominee Bakker hier, hij vraagt een bed ter leen (het 5de dat zij noodig hebben tegen de bevalling) Christina zal van de week weerkomen, dan komt ook de baker uit Amsterdam. 29 Maart 1870. [Katrina 10 gulden toegezonden om een kleed voor Sina te koopen]. [Ali: Als Ontvanger van Registratie ter vervanger van Goudoever komt Wichers uit Groningen]. 30 Maart 1870. Met Sina naar den Hoorn gewandeld, Bakels en vrouw gefeliciteerd met hun huwelijk. 30 maart 1870. Des morgens met Sina naar den Hoorn gewandeld. Bakels en vrouw gefeliciteerd met hun huwelijk. Zij waren nog druk aan het uitpakken en in orde stellen. Wij daar koffij gedronken. De fraaije geschenken gezien die zij ontvingen. Des avonds brief aan Samuel geschreven. 1 April 1870. Schipper Cornelis Bakker van 't Oude Schild kwam mij de groeten brengen van Dominee Sikkes, dien hij te Bovensmilde in den besten welstand had aangetroffen. Het was vandaag een zeer schoone dag. Ik des namiddags in den tuin. 3 April 1870. Zondag. Gepreekt aan den Burg, weinig volk, 156. Des namiddags in het Gesticht bij Betje Smit, vervolgens bij Slinger. Stichtelijke blaadjes gegeven. Brief aan Menno en aan Katrina, haar daarbij een coupon van 25 gulden gezonden. Christina Lulofs ging met Bakker op bezoek bij Bok. Johanna had van de week tegen Sina gezegd dat het mij wel vreemd zou voorkomen dat ik op die partijtjes niet bijgevraagd werd, maar 't was alleen omdat ik niet meedeed aan 't kaartspel. Bok en ik gister Primulae veris en Rabarberplant gewisseld. 4 April 1870. Zeer schoone dag. Brief gezonden aan Schimmelpennink te Deventer met 41,90 gulden en wijn besteld, een half anker van 14 en een half anker van 20 gulden en 1 fles madeira. Bij Egb. Barth te Rotterdam besteld een kwart anker Pantao of Kaapsche wijn van 1 gulden per flesch, van Amsterdam af te zenden per beurtman. Des namiddags met Vrendenberg naar de Krans bij Buisman te Oosterend. Genoeglijke wandeling. Ook Ensing aldaar. Deze en Vrendenberg des avonds bij ons boterham gegeten. Mevrouw Ensing was reeds des middags bij Sina gekomen. 5 April 1870. Brief van Katrina uit Haarlem, thans bij Bakels. Ik vandaag in den tuin. 6 April 1870. Wederom schoone dag. Ik in den tuin met Jan Smit. Boomen snoeijen en aanbinden. 7 April 1870. Vanmorgen mijne catechisatie geëindigd. 10 April 1870. Zondag. Des morgens naar Oosterend, aldaar gepredikt. Terug naar de Waal, aldaar in de pastorij van Van Vledder alle collega's met familie aangetroffen. Intree van Van Vledder aan de Waal. Het was duidelijk, dat Van Vledder zich geroepen achtte om hier de bestrijder te wezen van de Nieuwe Richting. Zijn preek heeft aan niemand der collega's voldaan, doch Wieringa oordeelde dat hij niet zoo orthodox was als de anderen wel meenden. 11 April 1870. Des namiddags met Sina en Vrendenberg naar den Hoorn, Krans bij Bakels, aldaar Wassenaar en Wieringa en vrouw, later ook Ensing. Vrendenberg reed met dezen terug. Ik bleef met de overigen boterham eten en wij passeerden den avond genoeglijk. Ruim 12 ure waren wij weder te huis. (onderweg vroeg Vrendenberg of Samuel verkeerde met Dolfina, wat ik ontkende. Deenik had het anders aan zijn moeder geschreven). 12 April 1870. Des morgens Ensing even hier. Hij was vannacht bij de vrouw van collega Bakker geweest. Des avonds bij Nan Kikkert het geld betaald voor 1 wagen en 1 kar mest, 2,25 gulden, en 1 turfvracht. Des avonds komt Katrina gelukkig weer tehuis na ruim 5 weken op reis geweest te zijn en vele genoegens te hebben gesmaakt te Koog aan de Zaan, Amsterdam, Haarlem, waarvan zij uitvoerig verslag deed. Menno heeft dezer dagen examen. Hij meende (volgens berigt van Katrina) dat zijn schriftelijk examen l.l. zaterdag goed geweest was. 16 April 1870. Des avonds Maarten Koorn hier met eijeren ten geschenke. 17 April 1870. Paaschdag. Gepreekt aan de Waal. 18 April 1870. Tweede Paaschdag. Gepreekt aan den Burg. De Heer Bok hier om afscheid te nemen. Hij gaat te Haarlem onderwijzers examineren. 18 april 1870. Des namiddags en avond Bakels en vrouw hier, boterham gegeten. 19 April 1870. Des namiddags Krans hier en boekverkooping (allen praesent). Het Regelment van 't Leesgezelschap gelezen en verbindend verklaard. Bakker deed een hevige uitval op Wassenaar wegens zijn slordig verzenden. Het duurde tot half 11. Wassenaar en vrouw bleven hier boterham eten, ook Albertine [die bleef vannacht]. Op zolder door Rens Daalder een daklicht gemaakt. 20 April 1870. Ringsvergadering. 21 April 1870. Ik des namiddags naar Gerrit Leen op de Mient, ziek. Daarna bij Aafje Teekes (aldaar [haar dochter] Grietje) koffij gedronken. Haar 9 nummers Stichtelijke Blaadjes gegeven. Ik bij Jan Kikkert, hij zelf niet thuis. Bij Jan Knol Stichtelijke Blaadjes gegeven. Hij had het boekje de Bijbel enzovoort. Hij verklaarde in een jaar of 3 vrij wat veranderd te zijn, geloofde nu niet meer dat Mozes de Steenen Tafel van God zelve ontvangen had. Hij sprak in echt godsdienstige geest, hij gevoelde zich genoopt om altijd God te danken, niet zoo zeer om te bidden. De man zag er zeer lijdende uit, zeer zwak, veel hoesten enz. 22 April 1870. Cornelis Vrendenberg hier. Hij gaat morgen over Amsterdam naar den Haag terug. Hij verlangde zeer om Menno te zien. Gesprek over zijn examen. Ik verlang zeer naar berigt daaromtrent. 23 April 1870. Des avonds bragt de post een telegram, reeds gisteravond door Menno te Amsterdam bezorgd, dat hij er door was. Dat verwekte ons allen natuurlijk groote blijdschap. [Ali: door 't Natuurkundig examen]. Van de week alle dagen prachtig lenteweder. Alles begint zich heerlijk te ontwikkelen. Ik besteedde in de laatste dagen nogal wat tijd aan de tuin, die nu, alleen met hulp van Jan Smit, geheel in orde is. Voorts aan 't innaaijen der boeken, l.l. dingsdag gekocht. 24 April 1870. Zondag. Gepreekt aan den Burg. Berigt van Menno's welgelukt examen doen toekomen aan Vrendenberg, Ensing en Loman. Bij Geert Kikkert. Ik was er in lang niet geweest. Gesprek over Dierkunde. Ik beloofde hem een werk daarover ter leezing. Over de ooijevaar op het huis van P. Boon. Wij kwamen aan 't spreken over de Kerk. Hij zeide dat Bakker doorgaans wat meer volk had dan ik en vroeg waar dat vandaan zou komen. Ik zeide: welligt van mijne toenemende jaren, waardoor welligt mijne zeggingskracht of het aangename daarvan verminderde. Hij zeide dat dat de reden niet was, maar dat ik doorgaans te lang preekte. Ik wilde toegeven dat dit wel zoo zijn kon zonder dat ik het zelf wilde, dat kort en bondig niet zoo gemakkelijk was, dat mijne toespraken toch ook de noodige volledigheid moesten hebben, enz. Des avonds Margo en Rina bij ons. 25 April 1870. Brief van Menno op mededeeling van Cornelis Vrendenberg, bij hem gistermorgen, dat ik nog van niets wist. Hij was met zijn 4 personen door het geheel examen gekomen. Wij verheugen ons zeer in deze mededeeling. Krans bij Vrendenberg. 25 april 1870. Des namiddags Krans bij Vrendenberg, aldaar Wassenaar en Bakker. Wieringa en Bakels waren vanmorgen met een bootje overzee naar 't Oude Schild gekomen en na eenig vertoef teruggeroeid, maar waren genoodzaakt weer te keeren en zich door de te 4 ure vertrekkende stoomboot op sleeptouw te laten nemen. 26 April 1870. De koude doet ons des avonds weer toevlugt zoeken bij de kagchel. 27 April 1870. Katrina en Sina hebben het druk met het schoonmaken van de studeerkamer. 28 April 1870. Des avonds Buisman hier, komende van Amsterdam, Moderne Predikantenvergadering. Hij had Menno een paar maal gesproken in het Poolsche Koffijhuis. Hij scheen niet veel te doen te hebben. Wij wachten altijd tevergeefs een brief van hem, zoodat dit ongemotiveerd stilzwijgen mij wel eenige zorgen baart. Buisman liet zich te 12 ure door J.C. Bakker naar Oosterend brengen. Des avonds brief geschreven aan Jantje Cornelis Roeper (Arend Heerschap) te Paterson in Noord Amerika, waarheen zij in 1867 vertrokken is. Ik hoorde namelijk vanmiddag op de vergadering een brief van haar voorlezen aan hare moeder alhier geschreven. Zij gevoelde zich zeer gelukkig, wilde dat haar moeder overkwam. Zij had 75 gulden disponibel tot afkorting van hare schuld van 100 gulden bij de Gemeente. Ik schreef dat zij die per wissel aan Veenstra zou overmaken. 29 April 1870. Notulen, brieven, attestatien geschreven. Den brief aan Jantje Roeper bij hare moeder, en deze niet thuis vindende, bij Sijbrand Jansz Keyser bezorgd. 30 April 1870. Aan de deur werd ter bezigtiging gesteld een kolossale ZEEPALING van 5 voet lang en 14 pond zwaar, door Simon en Piet Koning achter de vuurtoren gevangen. 31 April 1870. Katrina aan de Waal tot 10 July bij Dominee Bakker om Christine Lulofs, die vandaag vertrekt, bij haar zuster te vervangen. Kerkeraadsvergadering aan de Waal. Men besluit dat het dak op de zolder bij mij met hout beschoten zal worden. Des morgens brief van Dirk ontvangen, met 500 gulden van broeder Juriaan, die wat beter is, vooral over Menno, die ik morgen bezoeken wilde. 1 Mei 1870. Zondag. Koud weer. Met open karretje naar Oosterend, aldaar gepreekt. Even bij Buisman, aan de Waal bij Bakker vond ik Katrina en Sina. Marianne geheel hersteld, had hare 2 zusters Christina en Trijntje bij zich. Weerom geloopen Ik was op het open karretje zeer koud geworden. 1 Mei 1870. Des namiddags Bakels en Fokel even hier. Des avonds bij Geert Kikkert ter lezing gebragt Album der Natuur. 2 Mei 1870. Krans bij Wassenaar in het Oude Schild. Aldaar Buisman en Bakker en vervolgens ook Bakels en Wieringa. Deze 2 en Willem Westenberg kwamen per VLET buitenom van den Hoorn. Fokel kwam eerst. Men had haar weer aan land moeten zetten omdat zij het gevaarlijke van de togt inzag. Zij kwam dus loopende. Ook Ensing kwam. Ik reed met deze terug. 3 Mei 1870. Zeer koud, storm. Des voormiddags komt Dominee Termeulen van Rottevalle, maakte een uistapje vanuit Amsterdam. Hij ging vanmiddag naar den Hoorn, waar Bakels hem verwachtte. Hij had het te Rottevalle zeer naar genoegen. Hij vertrok te 1 uur, na met mij zijn leesgezelschapscontributie te hebben verrekend. Katrina en Sina des avonds naar Margo en Rina. Ik zoek mijn troost bij de warme kagchel. Menno laat nog altijd niets van zich horen. 4 Mei 1870. Sijbrand Jansz Keyser en Rens Daalder hier om het raam op te meten, dat hier in de binnenkamer geplaatst zal worden. 6 Mei 1870. Jan Koning klaagt zeer over de achteruigang der menschen in soliditeit. Men moest thans alles zoo naauwkeurig mogelijk omschrijven om niet bedrogen te worden. Alleen bij de Roomschen kon dit wat meer velen. Dat waren goede menschen. Van de 100 mogten er 4 verkeerd onder wezen (later noemde hij 12). Dat zou wel het meeste wezen. Zij zouden altijd stipt op hun tijd terugbetalen. 7 Mei 1870. [Nog steeds geen berigt van Menno, ongerustheid]. 8 Mei 1870. Zondag. Aan den Burg gepreekt voor Bakker, die gaarne aan de Waal wilde preeken, daar zijne vrouw haar Kerkgang wilde doen. Katrina ook daarheen, kwam welvoldaan terug. Sina met Adriana Vrendenberg medegereden met Dominee Vrendenberg, die te Cocksdorp moest preeken voor Riet, tot aan Raven en vandaar terug geloopen. Katrina des namiddags visites gemaakt bij Bok enz. Sina meent dat haar kleeren niet goed genoeg meer zijn om mede uit te gaan. Zij spreekt er met mij over of zij niet zal trachten een eigen bestaansmiddel te vinden, bijvoorbeeld bij 't onderwijs. Ik doe haar opmerken dat de nood daartoe voor 't oogenblik niet dringt. Ik zie niet gaarne mijn huisgezin nog kleiner worden. 9 Mei 1870. Brief van Menno. Hij erkent eenige tijd vergeten te zijn, dat op een welgeslaagd examen nog meer moeten volgen. Hij wil nu beginnen met in 't Gasthuis te loopen. Heden namiddag met Vrendenberg naar de Krans bij Van Vledder. Dirk vraagt per telegram of er iets met Menno verkeerds is. 10 Mei 1870. Katrina en Sina met Christina Lulofs naar den Hoorn, waar zij den dag zullen doorbrengen naaijende met de naaimachiene. Het is tot dusver altijd zeer koud. Heden ook nog de kagchel gestookt. Van een koopman Aap 2 tafelkleden gekocht en een parapluie. 15 Mei 1870. Zondag. Verleden zondag was het nog zeer koud, nu was het vrij warm. Jan Arisz Eelman bezocht, hij is den dood nabij, maar met vol en christelijk bewustzijn. Naar Dirk Jansz Bakker, die zijn 9de kind verloren had. [Samuel schreef dat hij benoemd was tot lid van de Commissie voor 't afnemen van Eindexamens aan de HBS]. Ik bij Mevr. Bok, ziek. 16 Mei 1870. Krans bij Bakker. Daar allen behalve Buisman. Dispuut tusschen Wassenaar en Van Vledder over het lezen van Meester Muller op de begrafenis van Dirk Vos te Oude Schild. Bakels en vrouw bij ons te eten, de avond gepasseerd. 17 Mei 1870. Stemming voor Provinciale Staten (Loman gestemd). 18 Mei 1870. Des morgens te 10 ure met Vrendenberg met rijtuig van den Heer Westenberg (Herman mede) naar de Tent. Bij Hin gesproken over het oppassen. De vrouw is blij dat ze er af is, maar wil het toch weder op zich nemen als zij óf 8 cents voor de ketel water krijgt óf 9 gulden verhooging van loon. Wij de gebreken van de Tent opgenomen. Herman brengt mij naar Ongeren, ik ter begrafenis van Jan Eelman aan de Waal. Te 4 uur weer te huis. Des avonds half 6 wij naar de Waal gewandeld, visite bij Van Vledder, zijn vrouw 25 jaar oud geworden (wij waren op dit verjaarsfeest uitgenoodigd). Wij waren er met genoegen. 19 Mei 1870. Des middags 3 uur met Vrendenberg ter begrafenis van Willem Bispinck ten huize van Jan Schumacher, zijn schoonzoon. Te 7 uur Westenberg en Vrendenberg bij mij over de Tent gesproken. Ik beloofde aan Heringa te schrijven over zijne contributie. Ik toen naar Ensing (waar Katrina en Sina reeds vroeger heengegaan waren). Gesprekken o.a. over Magnetismus, waarbij ik inzonderheid verhaler was van mijn ondervindingen te dien aanzien (reeds dikwijls gedebiteerd). 20 Mei 1870. Ik meest in den tuin met Jan Smit. Des avonds brief van Dirk, met een ingesloten van Menno, waaruit mij blijkt het verbazend cijfer zijner schulden en zijn diep rampzalige toestand. Ik schrijf des avonds nog een brief aan broeder Jakob Meihuizen om mij geld te zenden en nog een met hetzelfde doel aan Broeder Juriaan. 22 Mei 1870. Zondag. Gepreekt aan den Burg. 23 Mei 1870. Krans bij Bakels. 25 Mei 1870. Des namiddags voor 't eerst weer naar de Tent, aldaar Vrendenberg, Wassenaar, Wieringa, Bakels en familie. Hoek Bent en Bolding als leden aangenomen. Ik dit des avonds aan deze beiden bericht. 27 Mei 1870. Walenburg. Bij Trijntje Dekker (haar man Jakob Bakker niet thuis). Zij hadden onlangs een 7-jarig kind na 10 maanden zwaar lijden, verloren. Haar man heeft goed werk. Zij scheen nogal tevreden na zooveel treurige lotwisseling. De plaats waar zij wonen behoort aan Sipman in Anna Paulownapolder, maar wordt gehuurd door Cornelis Pietersz Keyser van den Burg. [Meer bezoeken]. Sijbrand Eelman bragt mij met rijtuig naar huis. 29 Mei 1870. Zondag. Gepreekt aan de Waal. Jan List had eenige dagen zwaar geleden aan kramp in 't lijf. Den Heer Bok is gister terug gekomen van Haarlem, waar hij 6 weken lang als Schoolopziener examens had afgenomen. Men verlangt sterk naar regen. Des nachts vriest het. Het gras en de gewassen ontwikkelen zich weinig. [Ali: Veel correspondentie over Menno. Besloten wordt dat Menno na de bevalling van Koos in Groningen bij Dirk zal komen]. In de verloopen week vrij wat correspondentie gehad met Dirk over Menno. Brief van Dirk dat Juriaan ziek is. Voorslag dat Menno in Groningen zal komen (na de bevalling). 30 Mei 1870. Rens Daalder hier om op de zolder eene bedstede te maken. Krans bij Buisman. 1 Juny 1870. Ik des morgens te 3 ure opgestaan en vervolgens gereisd naar 't Oude Schild, Nieuwe Diep, Amsterdam. Te half 10 ure was ik bij Menno. Hij lag nog te bed (wegens hoofdpijn?). Hij zeide dat hij vannacht een telegram gekregen had van Dirk dat Koos gisternamiddag bevallen was van een flinken jongen, alles wel, groote blijdschap daarover. Overigens had ik reden genoeg om niet zeer blijde te zijn [wegens schulden en gedrag van Menno]. Ach ik vond bij Menno nog niet volkomen die gevoelens en gezindheden die ik wenschte. Ik vernam nog eenige en ook zeer bedroevende toevoegsels tot zijne schuldenlijst. Weldra kwamen er een paar menschen met rekeningen die ik betaalde. Kleeren 54 gulden. Aan [deze] gaf ik eene schriftelijke herinnering om Menno niet meer te crediteren. Vervolgens gingen wij er op uit om rekeningen op te halen of te betalen. Boodschappen gedaan, glazen gekocht enz. 2 Juny 1870. Amsterdam.Vannacht op Menno's bed geslapen. Eenige orde aangebragt in sommige zijner zaken. Skelet, mineralen. Hij komt over half 10 te huis. Wij gaan vervolgens naar Greiner om portret laten maken (aldaar ook de gevierde held van den dag, Zeegers Veeckens van Guinea). Rekeningen betaald, bij Froger van een hoed die allang verloren is. Menno prijkt nu sedert gisteravond weer met zijn horologie. Omstreeks 12 uur wandelden wij naar het Station buiten de Willemspoort onder gesprekken van waarmee ik zijn geest zocht te verlevendigen. Alles is echter zeer flaauw bij hem, er toont zich weinig geestkracht. Hij doet wel goede beloften, maar ik moet ze hem eerst afvorderen. Regt blijde en hoopvol kon ik hem niet verlaten. Ik kwam omstreeks 4 uur aan den Helder. Even bij de kleermaker Meijer, die met mijn pak nog niet begonnen was. Ik sprak in een winkel de jonge mevrouw Bok-van Herwerden. Bij de Breuk. Te 6 ure met de stoomboot naar Texel. Ensing hier om mij te feliciteren met de bevalling van Koos. Sina had het hier aan deze en gene bekend laten maken. Zij had ook een brief van Samuel die a.s. zaterdag hier met Doctor Van den Burg wilde komen botaniseren om dingsdags terug te keeren. Sina had hem geantwoord dat de stoomboot eerst woensdag naar Harlingen voer, waarop Samuel zaterdag het bezoek weder afschreef. Brief: Een paar dagen naar Amsterdam geweest om in 't belang van Menno werkzaam te wezen. Ik hoop dat alles daar nu goed gaat en dat de dwaze en verderfelijke spilziekte mijner zoons nu ook in de jongste zijn toppunt zal hebben bereikt om door een staat van gezond denken en willen en wijs handelen te worden opgevolgd. 3 Juny 1870. Mijn jaardag. Ik beleef hem gezond en met onnoemelijk veel reden tot dankbaarheid. Des voormiddags komt Loman mij feliciteren, zoo ook Ensing [en vele anderen]. Katrina komt van de Waal en keert weer derwaarts. Bakels en Fokel blijven hier boterham eten, Fokel had intusschen een hoed voor Sina opgemaakt. 4 Juny 1870. Men verlangt algemeen sterk naar regen. 5 Juny 1870. Pinksterdag. Aan den Burg gepreekt. 6 Juny 1870. Tweede Pinksterdag. Gepreekt aan de Waal. Bij Jakob Kuiper koffij gedronken. Hij heeft aan de Dominees niet veel. Bakker komt niet. Aan Van Vledder of Meester Keijzer heeft hij ook niet. Hoeveel anders was 't ten tijde van Boetje of Huidekoper. Hij spreekt erover dat hij gaarne wil dat zijn oudste zoontje, die goed schijnt te kunnen leeren, geen boer worde, maar eenig studievak kieze. Ik raad hem aan hem spoedig bij Glijnis ter school te zenden. Aan Greiner 2 portretkaartjes van mij teruggezonden met bestelling van 12 van ieder. Buisman is vandaag naar Leijden gegaan om er de feesten bij te wonen, zoo men zegt met Rina Keyser. 7 Juny 1870. Brief van Dirk, alles gaat wel, en van Menno, ook weltevreden. Krans bij mij. 8 Juny 1870. Gisteravond mevrouw Wassenaar met haar zoontje Paulus hier gekomen, vannacht gebleven. Sina des namiddags met haar naar de Tent. Ik met Katrina later gekomen. Aldaar alleen Vrendenberg met een getal dames. Mevrouw Wassenaar des avonds bij Leentje Koning. 9 Juny 1870. Het bovenslaapkamertje komt vandaag klaar. Bij Ensing het geld van Heringa, 6 gulden, betaald. 10 Juny 1870. Des avonds Katrina te huis gekomen van de Waal. Marianne is nu veel beter. 11 Juny 1870. Katrina met Jakob Bakker naar de haven om de logeergasten af te halen, gekomen met de stoomboot Zijlstra: Aurelia en Anna Feenstra en Grietje van Driessen. Zij waren nogal zeeziek geweest. Er woei een vrij sterke wind. De overgang van de boot was zeer moeijlijk. Dominee Bakker op reis naar Barsingerhorn. Sientje naar de Waal om daar te blijven tot zijn wederkomst. 12 Juny 1870. Zondag. Avondsmaalbediening te Oosterend. Met Jan C. Bakker en dochters met de wagen heen en terug. Katrina was bij de logeergasten te huis gebleven. 13 Juny 1870. Krans bij Vrendenberg. 14 Juny 1870. Maartje Plavier op reis naar haar man in Falmouth. Dominee Bakker terug. 15 Juny 1870. Wij met onze Sneeker logeergasten des namiddags naar de Tent. Het was een zeer schoone dag, alles smacht naar regen. Wij zitten op de overdekte plaats. 16 Juny 1870. Van Groningen ontvangen wij goede berigten. Wij met ons gezelschap, daarbij Adrienne Vrendenberg-Koning, te zamen 7 personen, des morgens half 9 uitgewandeld naar de Koog. Het was een zeer schoone dag. Ik bij Reijer Daalder. Van deze kregen wij in de duinen koffij, enz. Wij bragten in de duinen en op 't strand genoeglijk eenige uren door. Ik met Anna in zee. Een visscherman (de Jager) was bezig bij 't strand langs een vischnet te slepen en ving een weinig tarbot. Reijer Daalder bragt ons met de wagen (8 personen daarin) over de Waal naar huis. Half 5 te huis. 17 Juny1870. Vannacht zeker ergens onweer geweest, vandaag wat regen, die toch verkwikking aanbragt. De logeergasten visites gemaakt. Hier thee gedronken Lina Bok, Paulina en Johanna. 18 Juny 1870. Alles stil te huis geweest. 19 Juny 1870. Zondag. Gepreekt aan den Burg. In de Kerk ook de oude Heer Bok en zijn schoonzoon van Hoorn. De logeergasten mede ter Kerk. Brieven van Dirk (ter begrafenis geweest van Holkema te Oldeboorn) en van broeder Juriaan. Nog niet hersteld. De logeergasten ontvangen ook allen brieven en kaarten van huis. Zij gewandeld. Gister was Arend Kikkert hier. Menno had hem zijne rekening nog niet betaald (schoon ik 't meende). Hij verhaalde van een student uit Dockum, die 500 gulden bij elkaar geleend had en daarmede met een actrice was doorgegaan, die hem al spoedig bedroog en arm maakte. Nu was hij straatmuzikant. Des namiddags Grietje, Aurelia, Anna en Katrina met de familie Simon Keyser en logeergasten van jufvrouw Dijksen naar Brakesteijn en daar wijn gedronken, zeer genoeglijk. Sina had Adrienne Vrendenberg bij zich. Ik bij Pieter Boon en vrouw thee gedronken. Hij zegt doorgaans niet veel te lezen, wijl het dikwijls boven zijn begrip is. Hij leest de Lucifer, maar veel is hem te hoog. Hij verstaat de woorden, kunsttermen, niet. Geschriften van Zschokler behagen hem nogal. Hij wil gaarne wat meer weten van de zamenstelling van 't Heelal. Ik beloof hem een boekje van Hebel. Gesprekken daarover, als ook over kinderopvoeding, waar hij en zijn vrouw vrij goede denkbeelden toonen. Zij willen althans dat de kinderen onderworpen zullen zijn. Vanmiddag was hier Willem (Martinus) Langeveld. Nu weder voor 't eerst. Hij kwam met eenige schroom (nadat ik hem onlangs bij Kee Dalmeijer, waar hij zijne winkel heeft) opgezocht had. Hij erkent zijn schuld, dat hij teveel als HEER had willen leven. Hij had zich echter nooit aan de buitensporigheden van drankgebruik schuldig gemaakt. Hij beklaagde zich dat hij zoo ongevoelig was geworden (sedert het verlaten van 't ouderlijk huis) voor de Godsdienst. Hij wilde gaarne mijn leerling zijn en nu ook wat lezen op Godsdienst betrekkelijk. 20 Juny 1870. Nog altijd geen regen. [De meisjes] gaan nu gezamenlijk een kledingstuk voor mijn kleinzoon bewerken. Doctor Ensing hier. Gesprek over de dood van Holkema. Hij erkent dat hij zijn ligchaam teveel verwaarloosd heeft. Krans bij Van Vledder. 21 Juny 1870. Brief van Menno ontvangen, mijn brief aan hem voltooid en met een pak kledingstukken hem over 't Nieuwe Diep toegezonden. Tegen de avond wij allen, behalve Griet, gewandeld op de weg naar den Hoorn, overschoone avond. 22 Juny 1870. Aurelia, Katrina en Sina des morgens 3 uur opgestaan en naar de Hoogte gewandeld om de zon te zien opgaan. Wij des namiddags naar de Tent. Aldaar Vrendenberg, Wassenaar en familie, Bolding en dames Sambeek, Westenberg, Adrienne Koning, Betje Vrendenberg, weer terug van de reis. Gekegeld. De lucht was nevelig in de kimmen, dus geen gebruik van de verrekijkers. 22 juny 1870. Wassenaar verhaalt dat Wieringa en Bakels van hun friesche reis zijn teruggekeerd. 23 Juny 1870. [Dagje naar Wassenaar]. 24 Juny 1870. Zondag. Gepreekt te Oosterend. Jakob Jansz Bakker kan zijn werk niet meer waarnemen. Hij moet een bakkersknecht aannemen. Aaltje List hoopt dat haar man nu in December na bijkans 3 jaar afwezigheid zal kunnen te huis komen. 27 Juny 1870. Des voormiddags na den zeer verkwikkenden regen van vannacht in de tuin aan het planten en zaaijen. 27 Juny 1870. Krans bij Wieringa, aldaar ook Bakels (wiens vrouw vannacht zeer ziek was geweest). Bij Bakels zag ik de verfraaijingen zijner Pastorij met nieuw behang, gordijnen, enz. Nieuw kamertje boven. Hij had vannacht niet geslapen. A.s. week komt Stoffels, over 14 dagen zijne moeder en zuster. Wieringa was te Groningen bij Dirk en Koos geweest, kraamvrouw en kleine zagen er voortreffelijk uit. Adrienne vertrekt morgen weer naar Varsseveld. 28 Juny 1870. Verkwikkende regens, daardoor slechte kermisdag. Toen ik gisteravond te huis kwam vond ik daar Margo en Rina, die bleven boterham eten, doch Sina was zoo even met zware hoofdpijn naar bed gegaan. Zij was koortsig den geheelen nacht en morgen, en moest ook vandaag het bed houden. Jet Ensing wil morgen de meisjes bij zich hebben. 29 Juny 1870. Sina is weer veel beter. Stiggelbout hier van voormiddag bij haar geweest. Toen hij pas vertrokken was moesten wij hem weder roepen bij Anna Feenstra, die het op de zenuwen kreeg door zware krampen in het lijf, doch die na een rustige slaap tegen de avond weer opkwam en vrij goed in orde was. Het gezin was bij Jet Ensing gevraagd. Die stelde nu voor om gezamenlijk naar de Komedie in de Kikkert te gaan en daar jufvrouw Beersmans te hooren spelen onder geleide van Bruno Bok en Wichers. Dit geschiedde. Sina alleen bleef bij mij thuis. 30 Juny 1870. Kerkeraadvergadering. De meisjes naar Bakker (zij waren over de receptie weinig tevreden, geen koffij geschonken). Ik met hen terug gewandeld. Schoone dag. Des namiddags bij ons eerst Fokel, toen Wassenaar en vrouw, later Bakels. De avond genoeglijk bij ons gepasseerd. 1 July 1870. Tante Gé verjaart, eergister brief aan haar geschreven. Regenachtige dag. 2 July 1870. Den geheelen dag regen. Betje en Anne (vrouw van Anton) Vrendenberg even hier, willen naar de Komedie. Onze meisjes gaan niet mee, zij hebben gewandeld. 2 july 1870. Des namiddags Bakels hier met zijn vriend Stoffels dien hij van de boot had gehaald. 3 July 1870. Zondag. Gepreekt aan den Burg. De logees bij mij ter Kerk. Klaas Mantje en Pieter Eelman en vrouwen hier (op uitnoodiging). Mantje zegt dat hij 't zooveel mogelijk vermijden moest over Godsdienstige onderwerpen met zijn schoonzoon W. Eelman te spreken, dat deze echter veel met zijn kinderen daarover sprak en invloed op hen trachtte te oefenen. 't Had reeds vroeger tot eenige onaangenaamheden geleid. Wij hadden genoeglijke avond (de kleurentol). 4 July 1870. Des voormiddags even naar den Heer Bok om Johannes en zijn familie, daar zaterdag gekomen, te verwelkomen. Hij kon niet besluiten om eene predikbeurt voor mij waar te nemen. Want hij kon het niet doen zonder zijn vader ergernis te geven. Vrendenberg hier om met mij naar de Krans bij Wassenaar te gaan, doch waarin de regen ons belette. 4 July 1870. Klaas Mantje sprak gister ook nog over het treurig geval van de noodzakelijkheid voor de 16-jarige Dirk Mantje op Molenbuurt om te trouwen met de meid van over de 20. Hij was als voogd zeer met de zaak begaan. Maar vooral nadat hij de overtuiging had gekregen dat de knaap meer de verleidde dan de verleider was geweest, was hij er voor dat zij NIET zouden huwen. Ik was het in dezen wel met hem eens. 5 July 1870. De meisjes druk met de wasch bezig. Des namiddags 4 ure wij met het wagentje van Sijbrand Jansz Keyser afgereden naar den Hoorn. Katrina en Anna en Adriana Vrendenberg vooruit geloopen. Te halverwege in onze wagen en in dien van Westenberg achter ons opgenomen. Bij Bakels en vrouw den Heer Stoffels. Wij aldaar de namiddag en avond genoeglijk doorgebragt. Wij met ons zessen, Margo en Rina en logeés Margo en Betsy van Bosse, Willem, Herman en Carolien Westenberg, Adriana en Christina Vrendenberg. Thee gedronken. De tuin bezigtigd in zijne jammerlijke slordigheid. In de zaal muziek, dans en pandspel. Vóór een glas wijn, daarne boterham. Te ruim 11 ure vertrokken. 6 July 1870. Katrina verjaart. Alles in opgeruimde stemming 's middags in de Tent, o.a. Bakels en vrouw. Afspraak gemaakt om morgen te 8 ure bij Wassenaar te zijn om naar Wieringen te reizen. Elk zou voor eigen proviand zorgen. 7 July 1870. Wij allen voor 6 uur opgestaan. Door W. Westenberg met de wagen afgehaald, naar 't Oude Schild gereden. Bij Wassenaar ons verzameld met de dames Sambeek, Anna Vrendenberg-Kouwenaar, Leentje, Adriana, Christina, Bakels, Stoffels, Willem Westenberg en wij met ons zessen. Tezamen 17 personen. Wind en weer zeer gunstig. Te half 9 met de postschuit van Willem Mets afgevaren. Te 11 ure op Wieringen gearriveerd. Gewandeld naar het dorp op de Hoef. Ik [neef] Huizinga bezocht. Met hem en zijn kinderen wandelden wij het dorp rond, bezagen zijn nieuwe Kerk. Vervolgens wandelden wij weer terug naar Westerland. Wassenaar en ik kaas en eijeren gekocht bij Simon Mosterd en de Vries. Door 't land naar de haven of het schip, waar het overig gezelschap zich met roeijen in zee vermaakte. Te 4 ure voeren wij weder af naar Texel, doch het was weldra doodstil. Prachtige zonsondergang (wij deden op 't schip ons middagmaal met brood en eijeren, koffij, thee enz). Toen het donker werd bewonderden wij het lichten van het zeewater. Bakels en Stoffels en Westenberg maakten zich verdienstelijk met roeijen. Griet, Aurelia en Anna eenigzins onpasselijk. Wij kwamen te 12 ure in de haven. Met de wagen van Auke de Wijn naar huis, de anderen loopende. 8 July 1870. Wij te 2 ure naar bed gegaan en te 9 ure weer opgestaan, nu weer uitgerust van de aangename vermoeijenissen van gister. De meisjes des voormiddags naar jufvrouw Dijksen en hare logees de dames Langeveld. Des namiddags koffers gepakt en afscheidsvisites gemaakt. 9 July 1870. Des middags te 1 ure vertrokken onze logées Griet, Aurelia en Anna met de wagen van J.C. Bakker naar 't Oude Schild om met de stoomboot Burgemeester Zijlstra naar Harlingen te reizen en 's avonds, waarschijnlijk over Akkrum, nog te Sneek te arriveren. Wij hebben een genoeglijken tijd (4 weken) hier met elkaar doorgebragt. Tegen 5 uur, na sterke warmte, brak er een hevig onweer los. De laatste slag verschrikkelijk, trof digt bij Noord Haffel het hooiland (dit onweer was vrij algemeen en deed veel schade volgens de Couranten). 10 July 1870. Zondag. Gepreekt aan den Burg. Dominee Bok van Amsterdam bij mij ter Kerk met zijn vader en broer Bruno. Kee vanmiddag met gezelschap naar de Heldersche kermis gegaan. 11 July 1870. Des morgens in den tuin. Des namiddags naar de Krans bij Bakker. In de tuin thee gedronken. Wieringa schrijft een briefje waarbij hij zijn lidmaatschap van de Afschaffingsvereeniging opzegt. Hij meende dat hij mij dat al voor een jaar gezegd had. 12 July 1870. Des voormiddags in den tuin. Een deel der gelegde sla- en snijboonen komt nu eerst op. Des namiddags Katrina en Sina naar den Hoorn om de moeder en zuster van Bakels te verwelkomen. Vrendenberg hier des avonds, o.a. gesprekken over het Emeritus worden. Dit zal bij hem zijn Kerstijd over 3 jaar. Bij leven en welzijn denkt hij dan met zijne familie (Leentje mede) te Amsterdam te gaan wonen. Zijn emeritaat zal 700 of 1000 gulden zijn. Hij verwondert zich dat ik slechts op 500 gulden rekenen kan. Hij verhaalt van Lodewijk Koning, die na zijn meerderjarig worden al zijn geld, 16.000 gulden, heeft doorgebragt. Hij meent dat hij nu in militaire dienst is. Zijn oom en voogd had wel verdriet van hem gehad. Een leeuwerik voor Katrina gekocht. 13 July 1870. Van de totale maansverduistering gisteravond was hier door de betrokken lucht niets te zien. Des morgens Katrina en Sina naar 't Oude Schild gewandeld om Klaas en Menke de Waard af te halen. Goede reis gehad, steeds bovenop. Des namiddags wij naar de Tent o.a. Bakels en vrouw en moeder en zuster. Vrendenberg verhaalde dat Dolfine Wentink vanmiddag bij hem te logeeren was gekomen. Zij was uitstekend tevreden in Ternaard. Zij had Samuels aanzoek afgewezen, omdat zij nooit weer een zoo gewichtige stap wilde doen zonder volledige kennismaking. Ik bezocht op de andere Tent Bruno Bok en zusters. Hij vertoonde mij het plan des aansluitings van Wieringen. Gesprekken over de dreigende oorlogsgeruchten. Geheel Europa, ook ons land, is vol vreeze. De effecten sterk gedaald, de assurantiepremieën sterk gerezen. Willem Westenberg bij ons boterham gegeten, plan gemaakt om vrijdag een togt te maken naar Akyab. Wassenaar maakte vanmiddag de rekening op van de Wieringer togt. De gezamenlijke uitschotten waren 21,82 gulden, voor elk der 17 deelnemers 1,28,5 gulden. Des avonds Bakels en vrouw en Stoffels bij ons vertoefd. 14 July 1870. Schoone morgen, buiten ontbeten. Brief van Menno dat hij nog zou moeten blijven tot 1 Augustus , doch dat Van Hasselt de vacantie zoo spoedig mogelijk wilde doen ingaan, misschien vrijdag. De Courant bericht, dat de Prins van Hohenzollern zijn canditatuur tot de Spaansche Kroon heeft ingetrokken en dat de aanleiding tot de oorlog met Frankrijk alzoo vervallen is, doch men blijft vreezen. Des namiddags Klaas de Waard met Willem Westenberg naar Akyab om toebereidselen te maken. Naar de Prins Hendrikpolder, rijtuig besteld. 15 July 1870. Des morgens ruim 10 uur Katrina, Sina, Menke de Waard, Adriana Vrendenberg, Klaas de Waard en Willem Westenberg uitgereden met een wagen van Doorn (Prins Hendrikpolder) naar Akyab en aldaar genoeglijk den dag gepasseerd met de families Westenberg, Wieringa, Bakels, Bolding en Sambeek, tezamen 19 personen. Des avonds te 11 ure weer thuis. Overschoone dag. Ik te huis gebleven, brieven geschreven. [Zieken bezocht]. Verontrustende berigten over de uitgebroken oorlog tusschen Frankrijk en Pruisen. 16 July 1870. Klaas des namiddags met Willem Westenberg naar de Prins Hendrikpolder, schuitje roeijen. 17 July 1870. Zondag. Bij 't gaan naar de Kerk aan de Waal sprak ik Sijbrand Keyser, die mij verontrustende berigten over de uitgebroken oorlog tusschen Frankrijk en Duitschland mededeelde uit de Heldersche Krant van gisteravond. 4 ligtingen alhier opgeroepen. Des namiddags de meisjes gewandeld, Klaas met Willem Westenberg. Des avonds ik met mijn logeergasten en kinderen bij den Heer Simon Keyser de avond genoeglijk gepasseerd. 18 July 1870. Schoone dag, wij meestal buiten. Des namiddags niet naar de Krans bij Wieringa. Klaas met Willem Westenberg naar de sluis te zwemmen. Bakels en Fokel hier thee gedronken. Ik des avonds met hem naar de Nutsvergadering. Meester Muller als Afgevaardigde gekozen. De gesprekken meest over de Oorlog. Burgemeester Loman verhaalt van de drukte aan 't Nieuwe Diep met de provianderen der schepen, enz, wapening enz. Des avonds bij ons Bakels en vrouw en Mina, Loman, Willem Westenberg. Zij hier boterham gegeten. Zij noodigden mij tegen donderdag. 19 July 1870. Des namiddags de familie naar Bolding en vrouw te theedrinken enz. zij eerst een eind met mij gewandeld, terwijl ik doorging naar Molenbuurt. Aldaar bezocht Pietertje Kooiman (Daalder aan 't Hooijen). Ik kreeg bij beide het verhaal van het treurig geval met de 16-jarige Dirk Mantje. De meid Dieuwertje Koning onlangs bevallen, over haar treurige toestand. 20 July 1870. Zeer schoone dag. De familie gaat naar de Tent te eten. Herman Westenberg was bij Menno te Amsterdam geweest. Hij zou geheel geen verlof krijgen, was dagelijks met repetitiecolleges bezig. Hij schrijft mij geheel niet, wat mij wel zeer bezorgd over hem maakt. Dominee Bakker kwam niet in aanmerking voor Barsingerhorn. Marianne zei dat zij Barsingerhorn ook niet begeerde, het was maar een DORP, als het nog een STAD was! Des namiddags een turfschipper van Oldehorne, Eppinga, hier. Hem 1 voer lange à 25 cents per ton en 1 voer baggel 60 cents per ton (10 ton) betaald. Hij was ook aan den Horn wel bekend. Daarna de Heer Gerrit List hier ingeroepen, den tuin doorwandeld, in de achterkamer uitgerust. Hij was hier zeker sedert 1861 niet aan huis geweest. Na zijne beroerte van verleden jaar kon hij moeijelijk zonder steun loopen. Die beroerte had hij gekregen bij zijn volle kennis, arbeidende op zijn kantoor. Hij voelde zijn arm nederzinken en weldra ook zijn been en geheele zijde krachteloos worden. Katrina en ik daarna naar de Tent (zeer schoon weder, inmiddels een zeevlam opgekomen). o.a. Bakels (ook moeder en zuster), de families Westenberg, Vrendenberg, Wassenaar, Glijnis, Bolding, Wieringa, Dolfine Wentink. 21 July 1870. Des namiddags Klaas en Mentje, Katrina en Sina met de 3 Westenbergs naar de Sluis van Prins Hendrikpolder, aldaar schuitje varen. Des avonds met de wagen van Beumkes terug en bij Westenberg boterham gegeten. 21 july 1870. Des namiddags met Vrendenberg naar den Hoorn, groote visite 17 personen bij Bakels, de vrouw van Anton Vrendenberg en Leentje Vrendenberg, Wieringa en vrouw, Westenberg en vrouw, Van Vledder en vrouw,en zuster Mina. Wij bragten er de avond genoeglijk door tot 12 uur. Vrendenberg en ik te kwart over 1 te huis, wandelende, de anderen volgden met rijtuig van Westenberg en Van Vledder. 23 July 1870. Klaas weer vertrokken. De meisjes deden hem met Willem Westenberg uitgeleide. 24 July 1870. Zondag. Gepreekt te Oosterend. Thee gedronken bij Pieter Eelman te Bargen. Naar de dijk gewandeld. 25 July 1870. Om de warmte niet naar de Krans bij Buisman. De meisjes besloten met Adriana en Christine Vrendenberg een wandeling naar de Koog te doen. Des avonds [kwam] de familie Van Vledder nog eenmaal, toen de meisjes van hare wandeling vergenoegd doch zeer vermoeid terug kwamen. 25 july 1870. Visite o.a. de oude mevrouw Bakels en Mina die hier thee dronken. 26 July 1870. Zeer warme dag. Brief geschreven aan Menno dat hij mij toch schrijve. Brief van Bolte uit Amsterdam dat hij mij een wissel van 144,70 gulden zou zenden (voor Menno). Hem geantwoord dat ik hem vooreerst nog niet dacht te betalen. 27 July 1870. Des voormiddags Katrina en Menke naar Oude Schild om Samuel af te halen van de stoomboot Zijlstra. Zij komen met hem terug. Des middags met elkander naar de Tent. Westenberg doet rekening, batig saldo 5 gulden. Wij vinden aldaar ook de familie Vrendenberg met Dolfina, Bakels, Wieringa, Westenberg, Glijnis. Sina was niet medegegaan. Des avonds nog bij ons voor korten tijd de familie Bakels e.a. 28 July 1870. Kerkeraadsvergadering aan de Waal. 29 July 1870. Dominee Boetje en zuster bij ons nevens Samuel en Menke. Des voormiddags bij Bok. 30 July 1870. Ik meestal op de studeerkamer. 31 July 1870. Zondag. Gepreekt aan den Burg. Boetje en Loman te Kerk (Boetje spreekt over de preek geen woord). De Heer Simon Keyser bij ons. Veel gesprek over Willem Bok. L.l. vrijdagmorgen kreeg ik een briefje van Johannes Bok met het treurig berigt dat zijne broeder Willem gevlugt was naar Engeland. Ik omstreeks 12 ure naar de familie Bok. Ik vond Mevr. Bok en dochters zeer treurig. De oude Heer was nog niet terug van schoolbezoek op Terschelling. Zij beklaagde zich zeer Willems speculeeren. Hij had nog nooit in zijn prachtig huis vreugde genoten, altijd te weinig geld om zich iets te getroosten voor een reisje of zoo iets. Hij was verleden jaar door zijn broeders nog uit de brand geholpen, doch tevergeefs. Mevr. Bok jammerde dat zij hem liever had willen zien sterven. Ik zocht te troosten zoo veel ik kon, ook uit eigene ondervindingen, en wees op de waarheid dat inderdaad overvloedig bezit van geld en goed niet gelukkig maakt. De oude Bok was zaterdagnacht te huis gekomen, zijn vrouw had hem 's morgens de treurige tijding medegedeeld. Eerst aandoenlijk toneel, later wilde Bok niet dat er een enkel woord over gesproken werd. Des zondagavonds hier familie Vrendenberg en Dolfina. Samuel wandelt langen tijd met de laatste alleen in de tuin. Hij deelt mij mede dat hij omtrent haar nog dezelfde gevoelens koestert. Zij blijven hier boterham eten. Samuel brengt haar te huis. 1 Augustus 1870. Schoon 't zeer warm is naar de Krans bij Bakels. Van Menno geenerlei berigt, wat mij zeer verontrust. 2 Augustus 1870. Des voormiddags Boetje en Samuel met elkander naar 't Oude Schild, bij Meester Muller en Dominee Wassenaar. Des namiddags Bakels en vrouw en moeder en zuster Mina) en Ensing en Buisman hier thee gedronken en de avond gepasseerd tot 12 à half 1 uur. Ik was volstrekt niet in een opgewekte gemoedsstemming en heb mij zeer verveeld, ook bij al de drukte door en om Menke. Ik was blijde dat ik te 1 ure ter ruste kon gaan, terwijl Boetje en Samuel nog met Ensing en Buisman waren uitgegaan. 3 Augustus 1870. Donker, droevig weer, zoo ook mijne gemoedsstemming en die van Boetje en zuster, zoodat er tusschen ons weinig gesproken wordt. Des namiddags allen naar de Tent, ook Boetje en Sjoeke. Zij waren daar ook niet zeer spraakzaam tegen ons. Hij haalde (op de heenwandeling) het op dat ik gister niet met hem wilde instemmen, dat het alleen de trotschheid was van Bok, die hem niets wilde doen hooren over het geval van zijn zoon, maar dat ik eene zachtere uitdrukking zoekende, het gekrenkte eigenliefde noemde. Ook vernam ik van de meisjes dat zij eenige woorden met hem gehad hadden, die Katrina deden zeggen dat hij wel wat voorzichtiger mocht wezen met de jonge meisjes het hoofd op hol te brengen. Wij gekegeld. 4 Augustus 1870. Wij des voormiddags (op uitnoodiging) bij Veenstra koffij gedronken, die eergister zijn zilveren bruiloftsfeest vierde. Samuel had het vooraf nog druk met het opmaken van zijn verslag over de eindexamens der Hogere Burgerschool (waarbij Boetje hem eenigzins hielp in de correcties). Bij het heengaan van Veenstra scheidden Boetje en zuster zich van ons en gingen bij Loman logeeren volgens afspraak, ons niet onwelgevallig. 5 Augustus 1870. Des namiddags Boetje en zuster hier. Cornelis Albertsz Keyser van de Waal komt met rijtuig ons allen afhalen. Samuel alleen blijft te huis met Sina. Dezen intusschen met Dolfina en Christina naar 't Oude Schild gewandeld. Samuel met Willem Westenberg. Schoone dag. Dolfina en Christina bij ons boterham gegeten. Des nachts van half 1 tot half 2 had ik gesprek met Samuel over zijne betrekking tot Dolfina. Hij deelde mij mede dat zij van Doninee Deenik nu schriftelijk verlof had bekomen dat Samuel te zijne huize de kennismaking kon voortzetten. Wij spraken over zijne finantiën, hij had nog 3 à 400 gulden schuld te betalen (behalve aan mij) doch dat zou uit de weg zijn vóór zijn huwelijk. Dan zou hij nog 500 gulden behoeven voor zijn examens. Zijn inkomen was vooreerst nog 1500 gulden, wat hij echter door vlijtigen arbeid op 2500 of zelfs op 3000 kon brengen, echter in het volgend jaar niet, als hij alleen voor zijne examens moest werken. Hij kon niet meer werken als hij thans deed (wat ik hem gaarne toestemde). Voorts spraken wij over vertrouwelijkheid tusschen kinderen en ouders enz. 6 Augustus 1870. Des namiddags Dolfina Wentink hier, meest met Samuel in de tuin gewandeld. Hier boterham gegeten. 7 Augustus 1870. Boetje gepredikt aan den Burg voor een zeer volle Kerk, welligt 450 menschen. 8 Augustus 1870. Krans bij Vrendenberg (Buisman, Bakels en Bakker zijn op reis). Toen ik nog met Vrendenberg en familie alleen was vroeg deze mij af of zij mij mogten feliciteren met het engagement van Samuel? Ik wees het niet regstreeks af. 9 Augustus 1870. Gisteravond sprak Samuel met mij weder over zijn engagement, wanneer het nu openbaar mogt worden. Ik herinnerde hem dat zij BEIDEN zich dan eerst tot mij moesten wenden om mijne goedkeuring, waaraan hij zich dan ook wilde onderwerpen. Des avonds bragt Cornelie Westenberg ons 4 eendvogels ten geschenke. 10 Augustus 1870. Samuel verzocht mij des voormiddags beneden te komen, waar hij met Dolfina (en Katrina en Sina) mij wachtte. Hij gaf mij toen te kennen dat hij Dolfina zich tot vrouw wenschte en of ik dit goedkeurde. Ik sprak daarop hem hartelijk en ernstig toe en gaf gaarne mijn toestemming en met vele gelukwenschen namen wij Dolfina op in onze kring. Ik liet het daarbij aan ernstig vermaan niet ontbreken. Daar het weder (regen en wind) volstrekt niet toeliet om naar de Tent te gaan, zoo besloten wij om de familie Vrendenberg vanavond hier te vragen. Des voormiddags kwam Boetje hier. Ik stelde Dolfina aan hem voor als de beminde van Samuel. 11 Augustus 1870. Helder weer. Dominee Boetje kwam hier vandaag afscheid nemen. Hij gaat naar Haarlem. Des avonds de Heren Loman en Glijnis hier om ons te feliciteren. 12 Augustus 1870. Brieven geschreven. Des avonds kapitein Aris List hier een paar uur. Katrina naar Bok. 14 Augustus 1870. Zondag. Gepreekt aan de Waal. Des avonds wij allen bij Vrendenberg, net als l.l. woensdag 14 personen. 15 Augustus 1870. Krans bij Van Vledder. Samuel en Dolfina naar Amsterdam, waar Dolfina bij Anton Vrendenberg zal logeeren. 16 Augustus 1870. Des avonds bij den Heer Bok, de eerste maal na zijn thuiskomst na de stap van zijn zoon Willem. De oude Heer en Mevrouw waren zeer neerslagtig, weinig slaap, zij veel hoofdpijn. Hij verontschuldigde zijn zoon op geenerlei wijze. Sprak van de schoone betrekking die hij aan 't Nieuwe Diep met een mooi kapitaal aanvaard had en waar hij door eenvoudig zijn pligt te doen weldra had kunnen opklimmen tot groot vermogen en aanzien. Maar hij wilde te spoedig daartoe komen en langs de verkeerde weg. Toen Bok bemerkt had dat hij speculeerde en daardoor reeds ruim 100.000 gulden bezat had hij zich daarover diep beklaagd en hem ernstig vermaand nooit weder alzoo te spelen, maar tevergeefs. Weldra keerde de kans. Hij kwam in verlegenheid. De broeders waren zoo goed om te helpen met 50 á 60.000 gulden. Nu zou men zeggen, zou hij wijs geworden zijn, maar neen. Hij moest eerst op 't diepst vallen. Nu was hij in Engeland en zou nu naar Noord-Amerika, om daar zijn geluk te beproeven. Maar op welslagen bestond maar een zeer flauwe hoop. Werken, hij had nooit krachtig gewerkt. Bekwaamheden, hij had ze slechts voor 't vak waarin hij geplaatst was. Zijn vrouw en kinderen zouden hem volgen naar 't advies van 't meerendeel der broeders, die in dezen de meeste stem hadden, want hij Bok was op zijn jaren. Diep beklaagde hij de dwaasheid en zonde zijns zoons. Ik des morgens naar 't Raadhuis om Generaal Knoop te stemmen. Wij des namiddags naar de Tent. Des avonds Wassenaar en vrouw, Willem Westenberg en zuster hier boterham gegeten. De meisjes des voormiddags naar Jans Keyser, verjaardag. 18 Augustus 1870. Des namiddags Katrina, Sina, Menke naar den Hoorn. Bij Wieringa thee gedronken. Zeer vriendelijk ontvangen. Samuel weder te huis gekomen, terstond druk aan 't werk, proeven corrigeren enz. 21 Augustus 1870. Zondag. Weemoedige herinneringsdag voor mij. Bakels hier om te preeken. Ik naar Oosterend. Op de terugweg afgestapt bij Klaas Mantje, waar ik den dag met de familie zou doorbrengen. Ik aldaar gegeten. Katrina, Sina en Menke na Kerktijd uitgereden met Willem Westenberg en Cornelie naar de Vuurtoren. Zij veel genoegen gehad. Zij kwamen te 5 ure bij Klaas Mantje, waar vervolgens ook Samuel kwam, die vanmorgen nog druk werk had. Wij reden terug met de wagen van Klaas Mantje. Ik in de verloopen nacht geweldige kramppijnen in de beenen gehad, zoodat ik, het bed verlatende, bewusteloos op den grond viel. 22 Augustus 1870. Krans bij mij, eerst alleen Vrendenberg en Bakels en vrouw (de advertentie in de Heldersche Courant over Wieringa, zoo onmisbaar tegenover zijn moderne amptgenoot, besproken. Bakels had wel lust daaromtrent een openbare vraag te doen). Bakels en vrouw blijven hier boterham eten. 23 Augustus 1870. Dominee Bakker was gisteravond met vrouw en kind en min zeer onverwacht (14 dagen vroeger dan gezegd) te huis gekomen omdat het kind van de min aan de Waal ongesteld geworden, deze tot terugkeer riep en zij met elkaar dus wel volgen moesten. Des namiddags het verwachte bezoek van kapitein Aris List en vrouw en Sijbrand Pietersz Koning en vrouw en Jakob Roeper en vrouw. Onder de mannen vooral veel gesprek, vele verhalen van kapitein List over zijne reizen enz, zijn bezoeken aan de binnenlanden van Java met de zoon van zijn patroon Lels, die overal vrij wat merkwaardigheden had opgezameld voor de school waar hij vroeger was te Dresden. Samuel verlangde ook zeer dat hij alzoo in 't bezit van naturaliën mogt komen. 24 Augustus 1870. Menke vandaag bij de familie Westenberg. Zij en Cornelie even hier met de Texelsche kap op, zooals zij gefotografeerd waren. Door de gedurigen regen wij des namiddags niet naar de Tent. Ik zend aan den Heer Bok op zijn verzoek een soort van Attestatie voor Willem als zijnde hier door mij in '48 gedoopt. Sina des avonds even bij Bok. Bruno zal de vrouw van Willem Bok met hare 2 kinderen a.s. vrijdag naar Engeland brengen bij haar man. De vrouw van Ensing was uit Groningen teruggekeerd. Zij getuigde zeer gunstig van de kleine Jakob en zijne ouders. 25 Augustus 1870. Kamerdag. Onze meid Cornelia Duinker heeft verleden zaterdag gezegd dat zij tegen 1 October haar dienst opzeide zonder reden te geven. Zij schijnt ook ongesteld te zijn. 26 Augustus 1870. Hendrik C. Roeper hier, ontslagen wegens ziekte uit de gevangenis te Leeuwarden waar hij 4 en een half jaar gezeten had. Hij wil gaarne 25 gulden van de Gemeente voor uitrusting, om dienst te nemen op een schip te Amsterdam, Hamburg of Londen. Ik adresseer hem aan Veenstra. 28 Augustus 1870. De Kerkeraad besluit (Burger Diakens) om aan Hendrik Roeper een rood hembd en broek te geven, en Veenstra enz willen voor zichzelf wel iets bijdragen. Veenstra zendt mij daar voor 2,50 gulden, Jacob Roeper 2,50 gulden, 1 gulden van D. de Boer, Pieter Roeper 75 cents, Dominee Vrendenberg 50 cents, e.a. 30 Augustus 1870. Des voormiddags Hendrik Roeper hier gehad. Hij wil van namiddag vertrekken. Ik hem 8,25 ter hand gesteld. Ik naar Pieter Boon, van hem nog 1 gulden ontvangen na veel praten, hij wilde echter tot zulke zaken gaarne medewerken en ik mogt vrij terugkomen, maar hij twijfelde of 't goed besteed zou zijn, 5 gulden van Sijbrand Jans Keyser, Neeltje Bakker, Jacob Kooiman, Joh. Keyser. Ik bragt deze 6 gulden aan de belanghebbende bij zijn moeder en sprak hem nog eens vermanend toe. 's Avonds 2,50 gulden van Dominee Bakker en 50 cents van Pronk die ik de dan reeds vertrokkene naar 't Oude Schild nazond (het werd mij echter den volgenden dag terugbezorgd daar hij al vertrokken was). 26 Augustus 1870. Janssonius van 't Oude Schild hier om studieboeken ter leen te vragen. Hij zegt dat het hem onmogelijk zou zijn weder sterke drank te drinken, ook al kwam het niet tot de gewenschte rehabilitatie. Ik waarschuw hem ernstig. Burgemeester Loman hier. Leest mij eene circulaire voor van Boetje, waarvan deze ook hier exenplaren wil zenden om eene inzameling voor 't Roode Kruis te houden, die ik zeer goed keur. Maar nu is die inzameling reeds voorgenomen door de zogenaamde Burgersociëteit alhier, P. Koning c.s., die met hun achten persoonlijk de inzameling willen doen. Wij wenschen dat daaraan de verspreiding der circulaires voorafga. Loman gaat heen om er met P. Koning over te spreken en komt weer met berigt dat zij alles reeds in orde hadden. Ik oordeel nogtans dat de zaak van de Burgemeester moet uitgaan. [Ali: Samuel wenschte gaarne van mij te weten of hij in den naasten tijd nog op een voorschot van mij van 500 of 1000 gulden kon rekenen om de kosten van Promotie en huwelijk te voldoen. Ik heb te kennen gegeven dat ik het in beraad zou houden, daar ik eerst weten moest welke geldelijke pligten er ten aanzien van Menno nog op mij zouden rusten]. Katrina en Samuel met mij alleen te huis. Ik met Samuel veel gesprek, wat wij anders niet zoo veel gehad hebben wegens zijn onophoudelijke drukte met vertaalwerk. Hij wenschte gaarne van mij te weten of hij in den naasten tijd nog op een voorschot van mij mogt rekenen om de kosten van promotie en huwelijk te voldoen. Ik durgde dit niet als zeker toe te zeggen, wijl alzoo mijn kapitaal grootendeels in handen mijner kinderen zou komen vóór den tijd, zonder genoegzame zekerheid voor de anderen, terwijl ik meende dat hij zelf nu wel in zijne behoefte kon voorzien. Hij herinnerde hoe hij slechts 1500 jaarlijks ontving en dat hij zijn inkomen slechts kon vergrooten door eenen aanhoudenden afmattenden arbeid. Met zijn werken in de vacantie had hij 150 gulden verdiend. Ik heb te kennen gegeven dat ik het in beraad zou houden, daar ik eerst weten moest welke geldelijke pligten er ten aanzien van Menno nog op mij zouden rusten. 26 augustus 1870. Des namiddags Menke en Sina naar den Hoorn bij Bakels. Teruggereden met Willem Westenberg en zuster met wien zij ook heen hadden kunnen rijden, te half 12 ure weer te huis. 27 Augustus 1870. [Samuel vertrokken] God geve dat ik mijn zoon nog eens in welstand weder zie! Ligt was het de laatste maal! Ik sprak met hem op 't einde nog over de vraag of hij niet zijne attestatie als lid der Gemeente zou overbrengen naar Leeuwarden. Hij wenschte dit niet. Hij kon zich door zijne veranderde levensbeschouwing niet meer als lid der Christelijke Gemeente aanmerken en wilde dan ook ten dezen geen huichelachtige schijn aannemen. Ik trachtte hem te overtuigen dat hij met zijne wereldbeschouwing nog zeer wel zich kon rangschikken onder de Christenen, vermits het leven in den geest van J.C. wat hij eens beloofd had, toch nog altijd zijn levensdoel was. Hij kon niet toegeven dat het bij den Christen niet aankwam op die geloofspunten, die hij meende te moeten verwerpen. Wel doet het mij innig leed, dat mijn zoons zich in mijn geloof aan God niet gelukkig kunnen gevoelen, dat wij alzoo geene ware geestelijke gemeenschap hebben. 27 augustus 1870. Onze meid ziek te bed. 28 Augustus 1870. Zondag. Gepreekt aan den Burg tot aanbeeveling van deelneming aan het Roode Kruis. Weinig volk (121) door het zeer ongunstige weder. Vanmorgen achter den Hoorn een schip met steenkool uit Engeland gestrand. De volgende morgen verbrijzeld. 29 Augustus 1870. Des morgens 10 uur uitgegaan ter begrafenis van Antje List uit 't Nieuwland, doch door de geweldige regens kon ik het niet verder brengen dan een eindweegs achter de Boogaard. Des namiddags bij Vrendenberg die Krans zou houden voor Wassenaar. Ik was er alleen. Bij Gerrit Kooiman en vrouw. De vrouw is 17 dagen oud kraams, volkomen hersteld (reeds veel vroeger). Hij zal mij een mooi vers van Cornelis Dalmeijer bezorgen: "De Schipbreuk". Den geheelen dag door storm en regenvlagen. De grond in mijn tuin is bezaaid met onrijpe vruchten. 30 Augustus 1870. Des namiddags naar de weduwe J. List in 't Nieuwland, waar ik gister om 't weer niet komen kon, zeer bedroefd om hare dochter, gister begraven, en om haar zoon Gerrit, krank naar hoofd en ligchaam. Op de terugreis bij Antje Wuis. Haar zoon getrouwd van 't voorjaar en nu vader. Zijn vrouw is een dochter van Willem [fout, moet zijn van Cornelis] Maas. 31 Augustus 1870. De 3 meisjes naar de Tent, aldaar Westenberg alleen, schoon het weder niet zeer gunstig was. Sina had daar gelegenheid om Engelsch te spreken met de Kapitein van het onlangs gestrande schip die daar met Herman Westenberg kwam. Ik gister naar het Raadhuis om Knaap te stemmen voor de Tweede Kamer, tegenover Van Foreest. 1 September 1870. Een half anker bessenwijn gemaakt met hulp vooral van Katrina. De meid den geheelen dag naar de Waal. 2 September 1870. Stiggelbout en Gerrit Kooiman hier om geld op te halen voor het Roode Kruis, 3 gulden gegeven. Zij waren aanvankelijk zeer voldaan over de opbrengst. Katrina, Sina en Menke naar Westenberg om daar de avond te passeren. 3 September 1870. Des namiddags vernemen wij van Willem Westenberg van een telegram vermeldende dat Keizer Napoleon krijgsgevangen is, welk berigt ons grootelijks verblijdt. De meisjes des namiddags met Willem Westenberg enz naar de Fonteinsnol bij 't Elzenbosch. 4 September 1870. Zondag. Gepreekt aan den Burg. Des avonds bij Bok, gesprekken over de Staatkundige gebeurtenissen in Europa. Vervolgens over Willem. Vandaag lazen wij in de Courant de heugelijke overwinning der Duitschers bij Sedan. 5 September 1870. Krans bij Bakker. Sina was ook bij Bakker, had daar een mandje peeren gebragt. Marianne noodigde haar tegen donderdag, maar sprak zoodanig van Katrina, dat Sina zich krachtig tegen haar verzetten moest en spoedig heenging. Brief aan Samuel: Gij hebt zeker ook met diepe ontroering gelezen hoe de oorlog daar in Straatsburg huishoudt en die schoone stad met zijn onwaardeerbare inrigtingen bijkans geheel heeft verwoest. Het hart moet breken bij het lezen. Vreeselijk is vooral die vernieling der Bibliotheek. 6 September 1870. Sina schrijft aan Marianne een krasse brief. 7 September 1870. Tentoonstelling van Vee aan den Burg. Bakels en vrouw kwamen hier den dag doorbrengen. Wij met elkander op de Groene Plaats en daar vele menschen gesproken. Wieringa heeft voor Huisduinen bedankt. Menke vertrekt met rijtuig van Westenberg. Katrina brengt haar aan de stoomboot. De meisjes met Bakels en vrouw des avonds naar de Kikkert, muzijk en dans, komen laat te huis. Ik intusschen brief geschreven naar Menno. 8 september 1870. Bakels en vrouw hier vannacht. Zij vertrekken eerst tegen de avond. 9 September 1870. Extra Kamerdag over de benoeming van Trijntje Timmer als kosteres, die door een aantal gemeenteleden aan den Burg zeer gewraakt wordt. 11 September 1870. Gepreekt aan de Waal. Trijntje Timmer wil geen afstand doen. 12 September 1870. Huisbezoek aan de Waal begonnen bij Dirk Leijen. Des avonds Nutsvergadering. Verslag van Muller van de Algemeene Vergadering. Vrendenberg lid van 't Bestuur geworden. 13 September 1870. Huisbezoek aan de Waal. Het weer wordt vreeselijk onstuimig. Naar Herman Roeper, deze is zoo vriendelijk mij met rijtuig te huis te brengen. Bakker doet huisbezoek aan den Burg. 14 September 1870. Katrina en Sina hebben gister bessen uitgedrukt, 35 pond bessen, toen bleef er nog 30 pond over, waarvan zij toen nog een vat wijn gemaakt hebben met 25 pond suiker. Door de storm der vorigen week ligt de zolder nu vol met afgewaaide appels en peeren, eenige vaatjes vol te droogen gegeven. 15 September 1870. Des morgens met Sina met de wagen van Jan Cornelisz Bakker en hij zelf als voerman uitgereden naar Eijerland. Sina bij de weg naar de Oorsprong afgezet, zij naar Dominee Riet gewandeld. Wij naar Kievit, Jan Peper, Cornelis Dijksen op Berthahoeve, Gerrit Kok, Arnoud Langeveld. Bij Dominee Riet mij wat verkwikt. Toen naar Klaas Brouwer. Aldaar veel gesprek. Man en vrouw zijn zeer oneenig. De zaken gaan achteruit, schuld kan niet betaald worden, vandaar onderlinge ontevredenheid. Aafje beschuldigt Klaas van traagheid. Ik vermaan met alle ernst en hartelijkheid tot eensgezindheid, wijs op de treurige gevolgen anders te wachten, herinner hem aan hun verleden, hu vorige liefde enz. Ik breng het zoo ver dat zij eerst mij, daarna elkander de hand geven met beloften van beterschap. Ik koop daar voor Katrina een kooi met een vogel die zij een kwartel noemen. Willem Westenberg zegt te meenen dat 't een patrijs is. [Verdere bezoeken]. Wij te ruim 7 uur terug gereden, half 10 te huis. 17 September 1870. Bakels des namiddags ook hier geweest. 18 September 1870. Zondag. Gepreekt te Oosterend. Bij Buisman koffij gedronken. In zijn tuin een reuzemeloen met 3 vruchten, ieder welligt van 40 of 50 pond zwaar en van groote omvang. 19 September 1870. Huisbezoek aan de Waal. Naar Molenbuurt gaande kwam Wieringa mij achterop rijden. Met hem mede naar de Krans bij Buisman, ook Vrendenberg en Bakels. 20 September 1870. Huisbezoek Oost, Zevenhuizen en Nieuwe Schild. Op Oost den Heer Bok ontmoet, die daar was als Schoolopziener. 21 September 1870. Katrina en Sina waren des morgens naar den Hoorn gegaan om bij Bakels en vrouw een paar dagen te blijven. Te 2 ure kwam Buisman hier eten. Des namiddags, uitgelokt door 't schoone weder, met hem naar de Tent. De ontvanger Wichers gaat weldra vertrekken naar Gulpen in Limburg. Brief geschreven aan Samuel ter zijner verjaring. Brief aan Samuel : Willem Westenberg komt hier soms een enkele keer een visite maken. Hij had in Amsterdam onlangs Cornelie Kikkert met haar minnaar, een lieutenant, Directeur van 't Hospitaal, ontmoet. Zij zouden weldra trouwen. 22 September 1870. Met Jan C. Bakker naar de Vuurtoren, Cocksdorp, alle de nog overige leden in Eijerland bezocht. Des avonds te huis komende vond ik Katrina en Sina terug, zeer vergenoegd over haar uitstapje (vanmiddag zeilpartij). 23 September 1870. Voor Aafje Buijs een half mud stoofpeeren en een half mud zoete appels gereedgemaakt. 24 September 1870. Samuel verjaart. Wederom zeer schoone dag, gelijk de geheele week. 25 September 1870. Zondag. Gepreekt aan den Burg. Ensing bragt een brief ter lezing van Ankum uit Groningen over de Soepkokerij, welke wij hier ook zouden willen invoeren. Sina haalt Albertine Hesterman van de diligence. Zij blijft hier eten. Katrina en Sina brengen haar des namiddags naar de Waal, waar zij met Riet, die voor Van Vledder preekte, naar Cocksdorp gaat. 25 september 1870. Bakels en vrouw intusschen hier. 26 September 1870. Krans bij Wieringa. 27 September 1870. Huisbezoek aan de Koog en omtrek. 28 September 1870. Huisbezoek te Oosterend. 29 September 1870. Kamerdag aan de Waal. 1 October 1870. Onze meid Cornelia Duinker verlaat hedenavond de dienst bij ons om over 14 dagen naar Dominee Bakker te gaan. 2 October 1870. Voorbereiding gepreekt aan den Burg. Des namiddags met Katrina en Sina naar Bakels, aldaar den Heer en Mevrouw Methorst gelogeerd. 3 October 1870. Krans bij Wassenaar. Te huis komende vond ik daar volgens uitnoodiging onzerzijds Dominee Riet en vrouw en kind en zuster Albertine, die hier tot donderdag zouden logeren. 4 October 1870. Des voormiddags Riet en ik gewandeld naar de Hoogte van Zuid Haffel. 5 October 1870. Huisbezoek tusschen Oosterend en de Waal voleindigd. Te 8 ure te huis. Bij ons Loman en Ensing om te spreken over de soepkokerij voor de armen van Texel. Wij konden echter niet tot een besluit komen. Tegen 10 uur kwam de familie Riet terug [van de Ringsvergadering bij Buisman], groote pompoen van Buisman medegebragt, 40 of 50 pond zwaar. Brief van Menno ontvangen. 6 October 1870. De familie Riet om den middag vertrokken. Het is alle dagen zeer schoon weder. 7 October 1870. Om 't ongunstige weder kwamen de vrienden van den Hoorn, Fokel met hare Rotterdansche logeergasten, niet. 8 october 1870. Fokel met hare logeergasten den Heer Methorst en vrouw bij ons tot 's avonds half 10. Bakels zelf druk aan de studie. 9 October 1870. Avondmaal aan den Burg bediend door Bakker. Daarbij Bok [en gezin] en ook Gerrit List, die er in vele jaren niet was. [Bezoeken] Te huis komende vond ik een brief van Dirk met het portret van zijn vrouw en kind, waarmede wij ons zeer verheugden. 10 October 1870. Des voormiddags om de regen met Vrendenberg eerst NIET naar de Krans bij Vledder, doch later met Wieringa en vrouw wel daarheen. Terug gewandeld. Wassenaar en vrouw bij ons. 10 October 1870. Nutsvergadering. Redevoering van Bakels (het leven, eene spoorwegreis) voldeed algemeen. Wassenaar droeg een versje voor van Tollens "Morgen". Ik las een stukje (Pauperisme) uit de Nederlansche Volksbode 1848 en Aphorismen van H.de Veer uit de Goede Raadgever 1860. Ensing las een opstel voor over de schilderkunst, leven van Rembrandt, enz. Ik ontmoette daar onder anderen de Surnumerair der Belastingen Schippers. 11 October 1870. Middagmaal, houtsnippen van S. Keyser ontvangen. 11 October 1870. Begrafenis van het lijk van Dirkje Roeper-Zuidewind, zondagnacht overleden. 12 October 1870. Des morgens half 10 bij Dirk Roeper, zijn dochter Vrouwtje 17 jaar oud overleden, diepe droefheid, aldaar ook Doctor Ensing. Gister hadden wij de moeder begraven [op 15 October des namiddags ter begrafenis van de dochter Vrouwtje Dirks Roeper]. 12 October 1870. Ik des avonds bij Doctor Ensing, aldaar Vrendenberg en Loman, nog eens weer, evenals laatstleden woensdag bij mij, de zaak besproken der verschaffing van spijs of werk aan de armen in de winter. Het resultaat bleef echter dat wij niet wel inzagen er iets aan te kunnen doen. Loman verlangde en wilde er steeds op aandringen dat de boeren meer geld op hun land zouden laten verdienen, waardoor het eens zoo veel kon opbrengen. Hij verhaalde van de oprigting eener Maatschappij tot uitzending van arbeiders naar Noord Amerika, waar den Heer Euwell van Amsterdam 2.000.000 acres land, waarin groote schatten, gekocht had in de staat Colorado, die op buitengewoon gunstige voorwaarden zouden worden uitgegeven. De levensloop van dien Heer, zoon van een Henker (rijk geworden door zijn handelsbedrijf). Hij wilde meer doen dan in weelde leven. Hij had zich velerlei kundigheden eigen gemaakt, had geheel Amerika doorgereisd, was met den Staat der Spoorwegen enz aldaar zoo bekend geworden dat hij soms naar Parijs geroepen werd als Rothschild eenige verbintenis met Amerika zou aangaan. Hij had daar in Amerika een zeer voordelig contract gesloten en kon dus nu de boven genoemde Maatschappij oprigten, waarvan hij de Statuten eerlang aan Loman zou toezenden. Voorts liep het gesprek over den Oorlog, over het Burgemeesterschap, hoe Loman daartoe gekomen was, vooral door aansporing van den Heer Bok (daar anders Westenberg groote kans had), hoe hij in het eerst met de benoeming volstrekt niet blijde was geweest, wijl hij volstrekt geen kennis had van Gemeenteadministratie en gaarna gezien had dat een ander bekwamer persoon benoemd ware. Hij sprak voorts over de noodzakelijkheid om het Lager Onderwijs hier op een betere voet te brengen. Daartoe wilde hij nu weldra aan den Burg een voorstel doen, voordat het aftreden van Meester Brouwer daartoe zou dringen, om een geheel nieuwe school te stichten en daaraan te verbinden eene inrigting voor Uitgebreid Lager Onderwijs (U.L.O.), waarvoor men trachten moest den Heer Glijnis te behouden, die, kwam deze zaak niet tot stand, buiten twijfel eenmaal zijne betrekking hier op Texel zou moeten opgeven. Doch hij voorzag dat hij in den Raad met groote moeijlijkheden zou hebben te worstelen. Wij bleven bij Ensing boterham eten. 13 October 1870. Ook nu weder, gelijk reeds alle de laatste dagen regen en wind. L.l. dingsdag had ik het zoo koud, dat wij besloten de kagchel te te zetten, eerst in de voorkamer. Den avond van dien dag hadden wij hier den Heer Bok tot half 11. Gesprekken over Willem, over den oorlog enz enz. Het komt mij voor dat zijn geheugen verzwakt. 14 October 1870. Katrina des voormiddags naar Marianne Bakker, aldaar haar zuster Trijntje Lulofs. Sina tegen de avond ook daarheen om haar af te halen. 15 October 1870. Begrafenis van Vrouwtje Dirks Roeper. Kagchel gezet op de studeerkamer. 16 October 1870. Dirk verjaart. Zondag. Bakels hier om de Dankpreek te doen voor Bakker, ik naar de Waal. Zeer onstuimig weder. 17 October 1870. Ik des morgens naar het sterfhuis van Jan Knol ter zijner begrafenis, die aan de Waal zou plaatshebben. Ik ben echter van 't sterfhuis terstond teruggekeerd om de Krans ten mijnen huize. Ik deed eene vrij uitvoerige toespraak, waarin ik mijne bijzondere hoogachting voor den overledene uitsprak. Aldaar waren Willem en Thijs Knol en vrouw, Jan Bakker en vrouw en zoon Dirk en Koster van 't Nieuwe Diep, agent van 't Begrafenisfonds waarvan Knol bode was (om welke post reeds 17 sollicitanten waren). Des avonds hadden Katrina en Sina de dames Keyser bij zich met hare logées. Gister had ik hier de aangifte van Doopelingen, daarbij ook Eliza Mart. Langeveld, dien ik evenwel niet meende te moeten aannemen. Vanmorgen Frouwtje Koorn, tegen wie ik ook nogal bezwaren had. 18 October 1870. Zeer schoone dag. Vanmorgen eene lasterprent op de ex-notaris Willem Bok, per pst franco ontvangen, waarvan er wel 100 op Texel waren bezorgd. 19 October 1870. Woensdag. Katrina en Sina des avonds bij Jet Ensing, aldaar Margo en Rina, en Lina Bok. Katrina beklaagde zich dat zij zich op die gezelschappen zoo verveelde en zelve vervelend was. Hierover spreekende verklaarde zij dat zij zeer gaarne op eene Meisjesschool geplaatst wilde worden om zich te bekwamen tot onderwijzeres in eenig vak, bijvoorbeeld Natuurlijke Historie. Zij wilde gaarne zichzelve eene positie in de maatschappij verschaffen. Wij kwamen eindelijk overeen in het besluit dat ik eens per brief zou informeren naar zoodanige inrigting te Haarlem, of elders, en de voorwaarden van toelating. 20 October 1870. Bok schreef mij dat zijn zoon Willem te New York was aangekomen, gewaagde ook nog van de spotprent. 21 October 1870. Des namiddags ik met Katrina gewandeld naar de Mient. Bij Maarten Koorn en vrouw thee gedronken. De vrouw is nog zeer mistroostig. Aldaar Jakob Lindeman. 21 October 1870. Ik intusschen brief geschreven bij dien van Katrina aan Dirk, om zijn gevoelen te vragen over haar plan om zich te laten vormen tot onderwijzeres. Wij vernamen dat onze vorige dienstbode, die a.s. maandag bij Dominee Bakker zou gaan dienen, vandaag de bruid zou worden wijl Pieter Bakker eene Bakkerij te Winkel had gekocht. 24 October 1870. Krans bij Wassenaar, ik met Vrendenberg derwaarts, gevolgd door Katrina en Sina die daar eene nicht logée wilden verwelkomen (Cornelia van Ameyde Duin). 25 October 1870. Des avonds tusschen 7 en 8 ure, terwijl ik in de Catechisatie was, scheen er een allerschoonst NOORDERLICHT, tot mijn leedwezen niet door mij gezien, wel door Katrina en Sina. De geheele hemel was rood gekleurd. De meisjes waren op avondvisite bij den Heer Simon Keyser, aldaar Bok jr. en Ensing, Schippers. Zij kwamen tegen 3 uur in den morgen te huis. 26 October 1870. Catechisatie met Doopelingen. Wassenaar zal nu ook de Vraagboekjes van Maronnier gebruiken, gelijk ik daarmede nu begonnen ben. 27 October 1870. Kamerdag aan de Waal. Met Sientje daarheen, zij bij Marianne. Ik haar daar 's avonds afgehaald, gebleven tot 9 uur. Marianne had, door Kee teleurgesteld, nu haar tegenwoordige meid weer ingehuurd. Gesprekken over Willem Bok. Ik verhaalde welke onaangenaamheden ik vroeger in 1856 met hem gehad had. Gisteravond, toen Wassenaar hier was, kwam er berigt dat Christina Vrendenberg gelukkig door haar examen gekomen was als hulponderwijzeres te Haarlem. Wij besloten om terstond naar Vrendenberg te gaan om te feliciteren, gelijk wij deden. Wassenaar vertelde daar als toevallig dat de oude Leen Blank, 83 jaar oud, onlangs in groot levensgevaar was geweest terwijl hij in de haven een kruik zeewater zou scheppen, in een boot die omkantelde. Dit gaf aanleiding dat ik voorstelde om wekelijks 10 cents te bestemmen voor dien braven oude, opdat hij een meer rustigen ouden dag zou hebben. Dit vond bijval. Wassenaar zou de lijst schrijven en zich met de uitreiking van het geld belasten. Vrendenberg en ik zouden bijdragen inzamelen. 28 October 1870. Stoofpeeren enzovoort geplukt. Peeren hebben wij vrij wat, overigens is onze oogst niet bijzonder groot. 28 October 1870. Van Dirk hadden wij ook dezer dagen een uitvoerigen brief ontvangen over het plan van Katrina om onderwijzeres te worden in Natuurlijke Historie. Dirk raadde haar aan liever aan Nederlandsche Letterkunde. Zij leest nu druk Van Kampen "Nederlandsche Letterkunde" en betoont veel studieijver. Wil zich ook met kracht op het Fransch toeleggen, daartoe Langenscheids "Zelfoefening" besteld. 29 October 1870. Gedenkdag mijner smart in 1851. 30 October 1870. Zondag. Gepreekt aan den Burg (over de Oorlog). Des namiddags Meester Klok van de Koog hier. Met hem gesproken over zijn catechiseren aan de Koog met Doopsgezinde kinderen. Hij zou zich het boekje van Grosjean aanschaffen en in die geest onderwijzen, vervolgens verslag van de vorderingen der kinderen indienen. Hij was vroeger ondermeester te Opperdoes. Met Katrina en Sina naar de Kikkert, eene zeer talrijke vergadering waarin, na een korte Openingsrede van de Praesident Pieter Koning, de Heer Weber, Hulponderwijzer aan den Helder, met krachtige stem en vrij goede voordragt eene Redevoering in twee afdeelingen hield tot aanprijzing van het lidmaatschap van het Roode Kruis, waarin de scherpste schilderingen van de akeligheden van veldslagen enz niet ontbrakken, afgewisseld met een menigte dichtstukjes of versregels van verschillende dichters. Over het geheel voldeed de lezing zeer goed. Daarna, na pauzes waarin de vergadering zich zoo rumoerig toonde dat ik haast van zins was haar te verlaten, trad Dominee Bakker op met eene bijdrage dat de afschuwelijke Oorlog niet anders dan door toegenomen liefde kon verdwijnen en men van deze blijk moest geven door toetreding tot het Roode Kruis. Buisman had bedankt om eene bijdrage te doen. De vergadering duurde van 7 tot 10 uur. 31 October 1870. Des morgens 10 uur naar Pijpersdijk, begrafenis van Grietje Jakobs Eelman, vrouw van Huisman. Het regende bijkans aanhoudend. Begrafenis aan de Waal. Ik gereden met Huisman. Gebleven aan de Waal. Krans bij Bakker. Te huis vond ik Fokel, die bij ons bleef eten. Des avonds kwam Bakels. Bakker vermoedde dat hij beroepen zou zijn te Gorredijk (wat hem zeer verheugde), wijl hij aan 't Postkantoor vernomen had, dat er een telegram naar de Waal was verzonden. Zijn vrouw verwachtte dat zij te Gordijk meer genoegen zou hebben. Zij kon zich hier in de conversatiekring niet regt goed voegen. Zij stond gewoonlijk zeer op haar stuk enz. Ik waarschuwde dat zij het niet te ver mogt drijven, herinnerde aan het voorgevallene tusschen haar en Katrina. Bakker wilde zijn vrouw in dezen wel verdedigen, wat ik hem toeliet. Maar wat hij mededeelde van de denkwijze over of de sympathie van Marianne met mijne dochters was niet van dien aard, dat ik vervolgens de conversatie van mijne dochters met Marianne zeer kon aanmoedigen. Duidelijk kwam het uit, dat zij eene eerbiediging verlangde die men haar niet ligt zou willen bewijzen. 1 November 1870. Gister hadden de meisjes hier visite van Jansje en Marie Veenstra, Trijntje Bakker en haar logée Heintje Jans Bakker van Oosterend en Antje Mantje. Van namiddag Katrina bij jufvrouw Vrendenberg naaimachiene. Brief ontvangen van Menno van vrij goeden inhoud. 2 November 1870. Aangenaam weder maar 't begint koud te worden. Catechisatie met Doopelingen van 6 tot half 10. Jet Ensing wist al van 't beroep van Bakker, ook dat hij het zou aannemen en nog van 't winter vertrekken. Des avonds Dominee Bakker hier, hij kwam eigenlijk om een min gunstige indruk weg te nemen dien hij maandagavond hier gemaakt had. Hij had niet gemeend om Katrina en Sina eenigzins te beleedigen of te declineeren, hij wilde alleen maar dat wij erkennen zouden dat zijne vrouw, in Amsterdam in andere kringen opgevoed en nu ook getrouwd zijnde, wel soms verlangen moest om met getrouwde vrouwen, of met getrouwde vrouwen die gelijke opvoeding genoten hadden te converseren. Wij eindigden het gesprek daarover met mijne verzekering van onze welwillendheid. {Niemand op Texel denkt dat het zijn vrouw daar beter zal bevallen, hoewel zijzelf daar "betere conversatie" verwacht]. 4 November 1870. Bij Dominee van Vledder. Groot gezelschap. Wij bragten de avond genoeglijk door, gesprek veel over den Oorlog en de Nieuwsbladenberigten daarover. Willem Westenberg kwam zijn ouders halen. Verhaalt van zijne ontmoeting op weg, de dochters van Jan Kalis zoekende haar broer Jan. Ik wandelde met Vrendenberg alleen naar huis terug. Hij liet zich ongunstig uit over Buisman en Bakker (en Ensing), die Van Vledder om zijne gevoelens bij de Gemeente verdacht maakten. Het was tusschen 1 en 2 uur in den morgen toen ik het huis van Jan Kalis passeerde en daar ingeroepen werd. Het was daar alles diepe treurigheid. De zoon Jan, 18 jaar oud, was sedert 5 uur des avonds verdwenen met achterlating van een brief waarin hij meldde dat hij niet terug kwam en naar Noord Amerika ging, waar hij zijn onderhoud wel zou vinden. De reden daarvoor scheen te leggen daarin, dat hij soms berispende vermaningen ontving om zich wat meer op de zaken toe te leggen enzovoort. Ik bleef daar, zoo veel mogelijk troostende en vermanende, tot tegen 3 uur. Kalis toen naar 't Nieuwe Diep. 5 November 1870. Ik des middags naar Kalis, aldaar ook Vrendenberg. De zoon nog niet terug, en ook nog niet opgespoord. Ik verhaalde de geschiedenis van H. Kesselaar door ons beleefd in 1843. Des avonds kwam Kalis ons mededeelen dat men een spoor van hem had naar den Hoorn. Vandaag op mijn studeerkamer zeer verkouden geworden tusschen 2 deuren, openstaande om den kagchelrook. 6 November 1870. Zondag. Naar Oosterend. Bij Sijbrand Dijksen en vrouw (deze nog altijd zeer treurig over haar kindje) koffij gedronken. Ik des avonds bij Jan Kalis. Hij was op reis naar Alkmaar, daar was zijn zoon volgens bekomen telegram. Nu was er weer vrolijkheid in de woning. 7 November 1870. Om mijne verkoudheid geen lust om mede naar de Krans te gaan aan den Hoorn. Vrijdag een kistje met 7 flesschen bessenwijn en appels aan Menno gezonden. 7 november 1870. Bakels hier (zijn vrouw vanavond bij Westenberg). Gesprek over catechisatie, volksvoorlezingen, enz. 8 November 1870. Des middags Maarten Koorn hier, brengt anderhalf mud aardappels waarvoor ik hem anderhalf mud terug geef appels en peeren. Verleden week zond hij mij een schotel karbonade. 8 November 1870. Des avonds catechisatie. Ik zond Trijntje Koning weg wegens luidruchtigheid en eindigde te 8 uur in verstoorde gemoedsstemming. 8 November 1870. Katrina had gister eenige boeken van Noordhof (door Dirk) ontvangen betrekkelijk Nederlandsche Letterkunde. Zij is vanmorgen met vlijt daaraan begonnen te werken. Op voorstel van Sina zullen nu ook de meisjes van Keyser mededoen in eenige Letterkundige oefeningen, die hedenavond ten huize van S. Keyser begonnen zijn met Katrina en Sina. Vanavond weer eenig Noorderlicht. 10 November 1870. Catechisatie. Regen en wind. 11 November 1870. Des avonds bij Gerrit Kooiman het ontvangen spek, een kwart varken 104 pond à 35 cents betaald 36,40 gulden en bij Rens Daalder zijn rekening, meest van 't slaapkamertje boven 14 gulden. Bij Dirk Gerritsz Bakker, druk gesprek over de werkzaamheden der Burgersociëteit, Roode Kruis, soepkokerij, doch dit scheen te bezwaarlijk. Thans zoekt men naar Werkverschaffing. Ik verhaal wat daaromtrent vroeger te Aduard en later hier gedaan is. 13 November 1870. Zondag. Gepreekt aan de Waal. Herman Roeper en vrouw verwelkomd in hun nieuwe woning. Te huis komend vond ik daar mevrouw Westenberg en dochter aan de mijnen een visite brengende op Menke de Waards verjaardag. 14 November 1870. Zeer onstuimig weer, niet naar de Krans. Des avonds Volksvoorlezing. 15 November 1870. Catechisatie. Des avonds Bakels en Fokel, Margo en Rina hier. 18 november 1870. Katrina en Sina naar den Hoorn. 17 November 1870. Brief aan Samuel: Over geldlening: Vindt gij het billijk dat ik blijf voortgaan met fournissementen ook ten aanzien van mijn beide oudste zoons, ook nu terwijl zij in betrekkingen zijn geplaatst die winstgevender zijn dan ik ze ooit heb mogen verkrijgen? Over Katrina : Waar 't noodig is, blijft zij echter in de huishouding de behulpzame hand bieden. Ik verheug mij zeer dat zulks met hare studie gepaard kan gaan, want ik zou mij zeer ongelukkig gevoelen als zij voor haar doel terstond het huis moest verlaten. Wij hebben het nu zoo regt genoeglijk met elkander, haar vertrek zou voor Sina en voor mij een zeer groot gemis zijn. Dominee Bakker zal Gorredijk wel aannemen. De zaak spijt mij wel, want ik had Bakker hier wel willen behouden. De zoogenaamde Burgersociëteit waarbij Pieter Koning en de Westenbergen, is zeer werkzaam. Verleden jaar hebben zij voor de onbedeelde armen gecollecteerd, thans hebben zij een vereeniging van 't Roode Kruis opgerigt. Nu schijnt men te poogen een Werkverschaffing op de rigten. Laatstleden maandag hebben wij Volksvoorlezing gehad. Ensing had de Redevoering, zoowat over allerlei: steenkolenformatie, uitvinding der boekdrukkunst, de tegenwoordige oorlog, enz. enz., alles tezamen gebragt door de gedachte aan pantoffels of schoeisel. Hoe dit geschiedde is met weinige woorden niet te zeggen. Wij hadden daar ook de nieuwe Ontvanger van Registratie Vriesendorp met zijn vrouw. 20 November 1870. Zondag. Afgekondigd dat Bakker het beroep van Gorredijk aanneemt. Des namiddags Katrina en Sina en Betje Vrendenberg met een dragt bloemen naar 't Oude Schild. Vrendenberg en vrouw en Leentje en ik ook derwaarts, viering van 't 12,5 jarig huwelijk van Dominee Wassenaar en vrouw, aldaar den Heer Karel Zuurdeeg, Bakker en vrouw en Buisman. Zuurdeeg haalt met de wagen Bakels van den Hoorn. Fokel om ongesteldheid te huis gebleven. Wij waren nu 15 personen. Den avond en nacht zeer feestelijk en genoeglijk doorgebragt. De meisjes hebben zich uitstekend bevlijtigd met het voortbrengen van liederen, toasten vooral Vrendenberg, Bakels, Wassenaar en Zuurdeeg. Wij scheidden na 5 uur in de morgen en wandelden naar huis gelijk wij gekomen waren met lantaarnlicht. 21 November 1870. Ik stond des middags te 12 ure op. 22 November 1870. Catechisatie. 23 November 1870. Idem. Des avonds Bakels en Fokel hier. Sina gaat mede naar den Hoorn. 24 November 1870. Idem. Kerkeraadsvergadering aan de Waal. Ik des avonds bij Cornelis Eelman, aldaar Cornelis en later Jan Keyser. Zij willen allen gaarne voor Leen Blank bijdragen opdat hij een rustige oude dag hebbe. 25 November 1870. Sina is sedert woensdagavond aan den Hoorn tot gezelschap van Fokel, die ongesteld is ten gevolge van schrik, en reeds 7 dagen volstrekt geen eten kan inhouden. Zij was hier eergister om naar Ensing te gaan. Met Katrina de 3 vaten bessenwijn afgetapt. Kistje met goed naar Menno gezonden. Katrina naar den Heer Glijnis om daar de eerste les te ontvangen in Hollandsche taal enz. Zij komt zeer vergenoegd terug, vol moed. Glijnis raadt aan haar Latijn te leeren. Pronk niet te huis. Hij had al in 3 weken bijkans geheel geen slaap gehad. 25 November 1870. Bij Dirk Bakker. Ook hij teekent voor Leen Blank. Hij verhaalt hoe het plan der Burgersociëteit tot eene winterwerkverschaffing nog al moeijlijkheden ontmoet. 26 November 1870. Sina vanmorgen weer van den Hoorn gekomen. 27 November 1870. Zondag. Gepreekt aan den Burg. Met Monsieur Glijnis gesproken over het plan van Katrina. Gesprekken over verschillende van zijne en mijne leerlingen. Hij prijst Jan Timmer om zijne vorderingen, vreest voor hem de pedanterie. Des avonds brief geschreven aan Dirk en die te half 2 ure weggebragt. 28 November 1870. De familie Wassenaar bij ons den dag gepasseerd. [Hun logé] Cornelie van Ameijde van Duijn blijft hier. Krans bij Vrendenberg. 29 November 1870. Cornelie hier, Fokel hier, Margo en Rina hier den avond gepasseerd, Leesavond. Des voormiddags Fokel hier, des avonds Bakels hier, den avond gepasseerd. Ik op de studeerkamer met Bakels gesprekken, n.a.v. een woord van Sina dat hij nog wel ten eenigen tijd zijn leeraarspost met eene andere zou willen verruilen, wat hem zeer getroffen had omdat hij zulks als van mij afkomstig beschouwde. Ik stelde hem daaromtrent gerust. Hij was soms zeer kleinmoedig omdat hij zijne gebrekkigheid gevoelde. Ik trachtte hem alle moed in te spreken. Ik wenschte hem zeer toe dat hij eens een ruimer werkkring zou vinden. De weg daartoe was uitstekende ijver. Ik gaf hem het boekje van Bakker ter lezing mede. Hij verklaarde soms wel als student eenige tegenzin in de betrekking gevoeld te hebben ziende de immoraliteit van sommigen die toch ook bestemd waren om straks als Godsdienstleeraar op te treden, wat hem geweldig tegen de borst stuitte. Ook had het hem sterk gehinderd dat hij als proponent vrij lang op een plaats moest wachten. Maar nu dacht hij aan geen terugtreden. T.a.v. de hoofdzaken van zijn Godsdienst en Christelijk geloof was hij gelukkig in het reine. Hij had wel soms sommige punten met mij zoodanig besproken alsof hij verre afweek, maar zulks meer om alle twijfelingen nog beter te kunnen verdrijven door de verkregen oplossing. De gevoelens en gezindheden die hij uitsprak voldeden mij uitstekend. Vooral beviel mij zijn blijkbare opregtheid. Hij scheen over wat ik hem ter bemoediging en opwekking toesprak ook zeer voldaan. 30 November 1870. Sina met Cornelia visites gemaakt. De 3 meisjes des avonds bij Margo en Rina. 2 December 1870. Vanmorgen Ensing hier, hij bespreekt een plan om de Volksvoorlezingen in een volgend jaar geheel anders in te rigten, door voor een serie van 5 lezingen sprekers te noodigen, waartoe men toegang zou hebben door contributie. Neeltje Bakker teekent voor Leen Blank. 4 December 1870. Zondag. De winter valt in. Aan de Waal zagen wij reeds kleine schaatsenrijders op ijs van één nacht. Te Oosterend gepredikt. Des namiddags Bakels en Fokel hier, vergadering Bijbelgenootschap. Aanwezig waren alle predikanten van Texel. Bakels en ik des avonds nog bij Vrendenberg geweest, boterham gegeten met Wassenaar en Wieringa en familie. Buisman deed verslag van 't Bijbelgenootschap. Aanwezig waren alle predikanten van Texel. 5 December 1870. Bakels en vrouw hier. Krans bij Van Vledder. [Deze] stelde dat de wonderen door de Natuurwetten niet onmogelijk [kunnen worden verklaard] wijl wij alle Natuurwetten niet kennen. Vervolgens kwam hij op de lasteringen (zoo als hij ze noemde) door Buisman en Bakels omtrent hem verspreid. Hij scheen overal alle praatjes onder het volk dienaangaande in te zamelen en te gelooven. Hij scheen zelfs handteekeningen te verzamelen van wie dit of dat omtrent Vledder van Bakels of Buisman gehoord hadden. Vandaar dat hij op beiden zeer verbitterd was. Des avonds groote Sint Nicolaasdrukte aan den Burg en hier aan huis. Bakels, Fokel, Katrina en Sina bij Margo en Rina. Vanavond nog brief geschreven aan Samuel met de vraag waarom hij niet schrijft in antwoord op mijn vorigen brief over de toezending der 250 gulden. Brief aan Samuel: Sina is met Fokel (die hier met Bakels voor 2 nachten gelogeerd is) naar Margo en Rina om daar getuige te zijn van de Sint Nicolaasdrukte in de straten. In 't begin van de avond was de familie hier te huis en zagen wij hier van tijd tot tijd troepjes van gemaskerden binnentreden, maar om half 10 begon de drukte ons te vervelen en sloten wij voor hen de deur. Er waren er dan ook geen bij waarop wij met bijzonder welgevallen konden staren. Sommigen stelden zich voor als vlugtelingen uit Parijs, die hunne waren hier kwamen te koop bieden enz. Het regenachtige weder maakte de bezoeken ook niet aangenamer. 6 december 1870. Bakels en vrouw hier. Hijzelf des morgens naar den Hoorn, komt des avonds terug en gaat tegen de nacht met zijn vrouw (nolens volens) naar huis. 8 December 1870. Catechisatie. Des namiddags met Katrina en Sina naar Wassenaar. Met sneeuw terug. 9 December 1870. Des avonds bij Ensing (Geertrui jarig). 10 December 1870. Cornelis van der Ploeg hier met een brief van Marijtje Buijs uit Amerika. Ik aan haar een uitvoerige brief geschreven dien hij maandag kwam halen. 11 December 1870. Zondag. Gepreekt aan de Waal. Katrina en ik een vergeefsche welkomstvisite gemaakt bij den Heer Vriesendorp, Ontvanger der Registratie. Wij daarna met Sina het middagmaal gebruikt bij den Heer Simon Keyser (haas) en voorts den dag daar doorgebragt. Intusschen visite gemaakt bij den Heer Bok, aldaar Ensing en vrouw, Bruno en vrouw, de Ontvanger van Registratie en vrouw. Gesprekken over oorlog, armoede, werkverschaffing, enz. Te Zutphen moet een voortreffelijke werkinrigting zijn. Toen zij een partijtje zouden gaan maken ging ik heen om niet te storen. 12 December 1870. Krans bij mij. Nutsvergadering. Redevoering van Stikkel over "De afkeer van het ledige", ledige magen, hoofd, harten, hij voldeed mij zeer goed. Of 't werk van hemzelf was, zoo als het scheen, weet ik niet. Bakels had de bijdrage "Levensbeschouwing van Charles Dickens", waarmede hij elk met hooge belangstelling in den grooten schrijver moest vervullen. Met zeer veel genoegen gehoord. Toevallig was aanwezig den Heer Nieuwenhuis uit Amsterdam, koopman. Op verzoek van Ensing en Loman en S. Keyser die hem kenden reciteerde hij "Het kind van de arme" van Van Beers. Zeer goed. 15 December 1870. Ensing hier om Sina die een dikke wang heeft met kiespijn. Zij moet smeeren en met saliewater spoelen. Gesprek over de geprojecteerde werkverschaffing van den Burgersociëteit die daarover brieven heeft rondgezonden. Wij zijn verlegen wat daarmee aan te vangen. Wij keuren het werk goed maar twijfelen aan 't succes. 16 December 1870. Schoone dag. Onlangs een haas van Westenberg present gekregen. Vanavond eenigen tijd bij buurman C. Keyser, aldaar August. Hij meent dat het zoontje van Sijbrand en Marretje teveel in alles zijn zin krijgt, dat de opvoeding nu reeds beginnen moet. Met het kind van Herman zal dat beter gaan. Gesprek daarover. 17 December 1870. Brief van Bolten uit Amsterdam met rekening van Menno voor eene maand mei, ten bedrage van 71,87 gulden. Menno schreef mij van 't jaar 29 brieven, meestal van weinig inhoud. Gisteravond Cornelis van der Ploeg hier die gaarne met het voorjaar naar Amerika wil vertrekken naar Marijtje Buijs. Hij is bezig met Engelsch te leeren. Ik leen hem daartoe de Spraakkunst van Van der Pijl. 18 December 1870. Zondag. Gepreekt aan den Burg. Zeer ongunstig weer. 18 december 1870. Des voormiddags op onze uitnoodiging eerst Fokel en daarna Bakels hier, om te helpen een haas te eten die wij van Herman Westenberg ten geschenke ontvingen. Zij bleven ook des avonds, omdat het weder niet toeliet dat zij naar 't Oude Schild gingen, waar zij anders met goed weer komen zouden. Vanmorgen na Kerktijd was Dirkje Dekker hier, berigt gevende van haar moeder aan 't Oude Schild, die vermoedelijk de vreeselijke kanker in de keel heeft. 19 December 1870. Bakels en Fokel vannacht hier. Ondanks het ongunstig weder naar 't Oude Schild, Krans bij Wassenaar (geen anderen aldaar). Ik vooraf bij Antje Breker. Sedert April en vooral sedert October laatstleden zeer lijdende aan een gezwel dat ik vrees dat kanker is. Zij lijdt veel, hoop op herstel schijnt mij gering. Antje Breker heeft haar ongemak het eerst gevoeld nadat zij in April een stukje brood, waarin eene speld , had in de keel gekregen. De speld was er ten koste van een dodelijke benaauwdheid er nog weer uitgehaald, maar eene kleine verwonding scheen gebleven te zijn, die steeds groter zwelling ten gevolge had. 20 December 1870. Alles met sneeuw bedekt, zeer koud. De vrouw van Jan Smit blijft steeds kermen van de pijn, 't is reeds de 13de dag dat zij niets heeft kunnen gebruiken, noch rusten. Pieter Koning en Teunis Timmer [hier] als leden van de Commissie voor Werkverschaffing met eene lijst ter teekening van giften. Zij meenden reeds 1000 gulden te hebben voor 4 maanden. Zij leggen mij de zaak nader uit, zoodat ook ik 5 gulden per maand inteeken. 20 December 1870. Katrina des avonds bij Glijnis, daarna naar Margo en Rina, waar Sina ook is. Leesavond. Brief van Dirk en Koos met zeer gunstige berigten van Jakob. 31 December 1870. Brief van Samuel: Hij heeft een huis gehuurd voor 3 jaar. Dolfina heeft een opvolgster voor haar bij Dominee Deenik gevonden. 1 January 1871. Zondag. Zeer koud, vanmorgen half 9 nog ruim 7 graden vorst. Men rijdt reeds omstreeks 14 dagen op schaatsen, het ijs is echter door de gevallen sneeuw slecht. De overtogt van 't Nieuwe Diep meestal over de Hors, zeer moeijelijk reizen. Cornelis Vrendenberg vrijdag weer vertrokken te 6 uur 's morgens, en eerst te 2 ure namiddag overgekomen aan 't Nieuwe Diep. Menno zou met Kerstijd overgekomen zijn, doch wij hebben hem tevergeefs gewacht. Hij kon zeker niet komen. Hij heeft echter ook niets van zich laten hooren, 't geen mij zeer leed doet. Vanmorgen gepreekt aan den Burg. Zeer weinig volk, 131. Nieuwjaarsdrukte, echter niet bijzonder veel bezoekers, [waaronder] vanavond nog Herman Westenberg met meer. Gister of vannacht, terwijl ik nog op mijne studeerkamer zat, kwam Sina kort na 12 uur (ik meende dat zij al ter ruste was) bij mij en verzocht mij met haar te lezen het Nieuwjaarsgebed van Parker (uit zijne Gebeden), hetwelk ik natuurlijk zeer gaarne deed, en wat mij van haar zeer verblijdde. Het gaf aanleiding tot gemoedelijke gesprekken, die zoo ik hoop van blijvende heilzame indrukken zullen zijn op ons beiden. 2 January 1871. Zeer koud, 9,5 graden vorst. Zieken bezocht. Des avonds laat komt de brievenpost aan (gister geheel niet overgekomen). 3 January 1871. Het blijft sterk vriezen. Wassenaar en vrouw en logeergast hier koffij gedronken. 4 January 1871. Bakels en vrouw hier tot 's avonds 12 uur. Bakels geeft Katrina les in 't Engelsch. Hij des namiddags naar de Waal, schaatsen rijden, des avonds bij Glijnis met Loman elektrische toestellen beproefd. Zij vertrekken 12 uur. Ik catechisatie tot bij 10 uur. 6 January 1871. Bij C. Rab, wiens vrouw overleden is, gesprekken o.a. over mijne zoons, Menno en zijne goede vooruitzigten. Bij Veenstra, mijne verschotten met hem afgerekend. 7 January 1871. Gister Paulus Vos hier, hem een vaatje boter besteld van 20 pond à 13,5 stuiver. Dirkje Dekker hier. Haar moeder, in treurigen toestand, verzoekt een voorbede. 8 January 1871. Zondag. Des namiddags met Sientje naar 't Oude Schild. Ik bij Antje Breker, haar toestand is zeer treurig (kanker?). Haar zoon Pieter past haar trouw op. Bij Jan Bruin en Trijntje Burger, voor 17 dagen bevallen van een zoon Jakob. Hier ongeveer een uur vertoefd. De man vaart bij schipper Dekker, aldaar Aagje Smit en de moeder van Bruin, eene zuster van Geertje Dekker. Gesprek over Hendrik Roeper, onlangs weer op Texel geweest. Hij schijnt in Amsterdam te zullen trouwen [Hendrik is een zoon van Geertje Dekker]. Gesprek over Jakob Bremer, thans in Amerika in zeer gunstigen toestand. Vanmorgen waren Pauline en Henriette Bok hier geweest. 9 January 1871. Krans bij Bakker. Des namiddags Wassenaar en vrouw hier thee gedronken. Wij met ons allen naar de Nutsvergadering. Aldaar Bakels van kwart over 7 tot kwart voor 10 bezig met 't verklaren der electriciteit, opgehelderd met proeven met de Electriseermachine en de Leijdsche Flesch, toebehorende aan Glijnis en door dezen en Loman geassisteerd. Alles ging voortreffelijk. Bakels maakte zich zeer verdienstelijk door zijn klare, duidelijke, ordelijke voordragt, zonder de minste hapering. Door een diep aandachtig gehoor gaf ook de vergadering haar genoegen te kennen. Loman droeg tenslotte nog een paar verzen voor "Abels dood" van Nierstrasser en "De Vloek" van Bilderdijk. Vanmorgen weder een brief van Bolten. Hij wil zijne betaling hebben in Maart, spreekt van Menno's verkeerd leven. Ik schrijf een brief aan Menno ter zijner verjaring en verzend dien van middag. Ik dring aan op zijn spoedige overkomst. 10 January 1871. Des namiddags 2 uur berigt ontvangen van mejufvrouw Rees, de hospita van Menno, die ons allen in de diepste verslagenheid dompelt. Menno was l.l. donderdag weggegaan en zondag, toen de brief geschreven werd nog niet terug. Zij moest nog ruim 71 gulden van hem hebben. Wij weten niet wat ons te doen staat, besluiten om Vrendenberg vanavond hier te verzoeken en met hem over de zaak te spreken. Vrendenberg half 8 hier. Wij deelen hem onze treurigheid mede. Hij tracht ons te bemoedigen met de gedachte dat Menno hoogst waarschijnlijk een pleizierreisje is gaan doen. Ik spreek vertrouwelijk met hem over Menno, de schulden door hem gemaakt bij Bolten enz. Hij oordeelt dat ik deze nog volstrekt niet hoef te betalen als 't mij niet convenieert. Hij ontraadt mij ten sterkste om nu in dezen tijd over den Hors op reis te gaan, verhaalt van de gevaarlijken reis van zijn zoon Cornelis op Oudejaarsdag. Ik schrijf in haast een brief aan mejufvrouw Reers (met 60 gulden), met verzoek om mij ten spoedigste alles mede te deelen wat zij van mijn zoon weet en van de vrienden waarmede hij vertrokken is, enz, enz. Katrina en Sina schrijven inmiddels aan Samuel en Dirk. Katrina vanavond nog naar Glijnis. Ik vrees dat Sina een slechte nacht zal hebben, zij was zeer ontsteld. 11 January 1871. Menno's verjaardag, de 21ste. Een mijner treurigste dagen vol kommer en zorg. Margo en Rina hier vanavond, leesavond. Katrina vanmorgen naar den Hoorn, Engelsche les bij Bakels. 12 January 1871. Gister en vandaag geen berigt, alzoo dezelfde onrust. 13 January 1871. Des namiddags, Gode zij dank, een brief van Menno uit Amsterdam, met bitter beklag, dat hij weer van den regten weg was afgeweken en nu ook nog met een donkere toekomst voor oogen wegens de verbolgenheid zijner Officieren op hem. Daarbij een brief van zijn hospita dat hij dingsdagavond weer was te huis gekomen enz. Telegram van Dirk uit Groningen dat hij na Sientjes brief ontvangen te hebben, terstond naar Amsterdam zou gaan, zoodat hij thans (vrijdag) hoogstwaarschijnlijk reeds daar is, wat mij uittermate verheugt [maakte met Kolonel van Hasselt in orde dat Menno eenige maanden bij hem in Groningen zou komen]. 14 January 1871. Brief aan Samuel over Menno: Zoodat 't niet onmogelijk is dat hij zijn dwaasheid met 't vonnis van wegzending zal moeten boeten. De Burgersociëteit heeft hier een Werkverschaffing: touwpluizen, zakjes plakken, in 't leven geroepen. 15 January 1871. Zondag. Gepredikt te Oosterend. 16 January 1871. Niettegenstaande het ongunstige weer, harde wind en later regen, ben ik met Katrina en Sina gewandeld naar den Hoorn op uitnoodiging van Bakels om daar den dag door te brengen, gelijk wij deden. Des voormiddags Krans, Wieringa alleen. Genoeglijk daar geweest. Des avonds met lantaarnlicht naar den Burg in 70 minuten langs de weg. Vandaag geen brieven of couranten overgekomen, waarschijnlijk om den harden wind. 17 January 1871. Brief van Dirk, deze stelt ons wat gerust, ofschoon de overgezonden schuldenlijst van Menno ons zeer bekommert. Sina van middag, welligt ten gevolge der vermoeijende reis van gister, niet wel. Des avonds toch weer zooveel beter, dat Margo en Rina hier leesavond konden houden. 18 January 1871. Van 't Rijk ontvangen 't laatste kindergeld voor Sina, 5,85 gulden. 19 January 1871. Bakels en Fokel hier. Dominee Bakels aan Katrina les gegeven in 't Engelsch. Des avonds hij met Fokel naar Bok en Ensing (kwart voor 11 terug). Zij na 12 uur vertrokken naar den Hoorn. 20 January 1871. Des avonds bij Aaltje List, haar man aan de pokken in Amsterdam. 23 January 1871. Krans bij Vrendenberg, aldaar alleen Bakels. Ik naar Pieter Dirksz Bakker, verjaring van Dirk, 17 jaar, aldaar tot half 11 zeer genoeglijk. Des avonds Ensing bij ons boterham gegeten. Gisteravond was ik bij Bok. Hedenavond zullen de vaste goederen van Willem aan 't Nieuwe Diep verkocht worden. De oude Bok is daarover blijkbaar gedurig in diep nadenken en lijdende. 24 january 1871. Bakels des avonds hier Katrina les gegeven. 26 January 1871. Des namiddags ik met de overige Burger Kerkeraadsleden met de diligence naar de Waal. Rekendag tot 's nachts 12 ure. 27 January 1871. Voor een paar dagen een brief van Menno ontvangen, wil gaarne weer wat geld hebben. Zeer uitvoerig geantwoord en aangedrongen op meerdere inlichtingen omtrent zijn toestand. 28 January 1871. Laatstleden woensdag zijn de postschippers, met de ijsboot achter zich, van den Hors af geloopen tot aan de Heldersche dijk zonder eenig water te ontmoeten. Dit was in zeer vele jaren niet gebeurd. Het blijft altijd vriezend weer. 29 January 1871. Vandaag in 't Nieuws van de Dag gelezen dat de Capitulatie van Parijs op 't punt staat om gesloten te worden. 29 January 1871. Bij Jakob Lindeman, gevoelt zich iets beter, is nog vreeselijk dik van water dat hem uit de beenen loopt. Hij zeide dat hij in de laatsten tijd veel over ernstige onderwerpen had leeren denken waarover hij anders weinig of minder dacht. 30 January 1871. Zeer koud en weder 8 graden vorst. Niet naar de Krans bij Van Vledder. Naar 't Oude Schild, te 12 ure begrafenis van Cornelis Koger, man van Trijntje Boon. Hij stierf na een ziekte van 14 dagen ten gevolge van een twist met zijn buurman. Ik daarna bij Pieter Jansz Dekker, zijne moeder Antje Pieters Breker (1803-1871) heden overleden aan een kankergezwel. Bij Wassenaar koffij gedronken. Des avonds bij de weduwe Reijer Keyser, haar man is heden namiddag overleden. Daarna bij Jacob Kooiman koffij gedronken, gesprekken over de opvoeding van zijn stiefzoontje. Ik beloofde hem boekjes van Rijkens ter leen om hem in huis werk te verschaffen. Vandaag geen post van den Helder aangekomen. 31 January 1871. Catechisatie, slechts enkele leerlingen om 't schaatsen rijden met mooi weer. Ik gister nog even bij Ensing, aldaar Bakker en vrouw, gesproken over de inrigting der Volksvoorlezingen. 1 February 1871. Katrina en Sina des voormiddags naar den Hoorn, Katrina Engelsche les, daarna teruggekeerd, Sina daar gebleven. Ik des voormiddags naar 't Oude Schild, begrafenis van Antje Pieters Breker, weduwe van Jan Dekker en Daniel Buijs. Ik mede naar het Kerkhof geloopen met Dirkje en Tetje Dekker. Ik naar den Burg met Frans de Vries en vrouw (dochter van Daniel Buijs). Des namiddags Bakels nog even bij ons op schaatsen. 2 February 1871. De post aangekomen met kranten en brieven. Brief van den Minister dat aan Menno een verlof van 6 maanden is gegeven zonder tractement. Ik schreef aan den Minister om 't behoud der toelage voor Menno te verzoeken. Sina des avonds weder te huis gekomen van den Hoorn. 3 February 1871. Dooiweer, regen. 4 February 1871. Briefje van Menno, zeer onbeduidend. Brief van Van Hasselt nopens het verlof van Menno. Brief aan Menno geschreven dat hij mij toch de zoo zeer gewenschte uitvoerige inlichtingen omtrent den staat zijner zaken zende, wijl ik anders geen geld kan sturen. 6 February 1871. Krans bij mij. Vrendenberg, Wieringa en Bakels, Wassenaar en vrouw. Nutsvergadering. Bakels en Wassenaar en vrouw en Muller bij ons boterham gegeten. 7 February 1871. Gister de stoomboot voor 't eerst weder gevaren, zoo ook vandaag. Vannacht [heeft het] weer vrij wat gevroren. Den dooi had anders goed voortgang. Naar de Waal belijdenis van de 10 Doopelingen van Bakker. 8 February 1871. Des nachts regen, de wegen glad. Katrina niet naar den Hoorn. Ensing verjaart, Katrina des voormiddags daarheen. Des avonds catechisatie met Doopelingen, de laatste repetitie. Vandaag geen post overgekomen. 9 february 1871. Des avonds Bakels een uurtje hier les gegeven aan Katrina. Hij ging met Ensing en Bok op een partijtje bij Buisman. Bij Sijbrand Jansz Keyser het Reglement van Nederlandsche Mettray gebragt (voor Jan Knol jr). Brief geschreven aan Dolfina Wentink die morgen verjaart, met een van Katrina en Sina. Het vriest al weer sterk met Z.W. wind. 10 February 1871. Des voormiddags Pieter Koning Cz hier om mij een stuk te laten teekenen met vele andere leden van de Raad, enzovoort, om te verklaren dat wij den Werkverschaffing beschouwen als een zaak van algemeen belang, opdat de Marine weder beter touw aflevere dan zij gedaan heeft. Men had 7000 kilo weder ontvangen, maar niet geschikt om spanlijnen enzovoort van te maken, omdat Samuel Vlessing en anderen geklaagd hadden dat hun industrie van spannen maken benadeeld werd. Hij zeide dat zij 250 huisgezinnen werk gaven, en dat een huisgezin tot 4 gulden in de week verdienen kon. 10 February 1871. De thermometer wees 12 graden koude, waarop ik hem nog niet gezien had. 11 February 1871. Des voormiddags ontvingen wij een pakje van Cocksdorp, zijnde een presentje reukwater en zeep van Marijtje Buijs uit Amerika, met brief (ook voor C. van der Ploeg) wat ons eene aangename verrassing was. 12 February 1871. Ik bij Cornelis Pietersz Keyser (Baron) en bij zijn schoonzoon Kuiper, de kinderen zeer voordeelig. Gesproken over mijn kleinzoon. Zijn portret vertoond tot algemeen welgevallen. Ik bragt de avond door bij Ensing. Hij was de 9de jarig geweest. 13 February 1871. Dominee van Vledder bragt berigt van zijn vrouw, vrijdagavond bevallen. Zij is nog uiterst zwak. Hij vreesde voor haar behoud. Krans bij Ensing, aldaar Wassenaar, Buisman, Bakker en Vrendenberg. Des avonds komt de post aan (gister weder niet overgekomen) maar geen brief van Menno. Brief aan den Heer Ploos van Amstel, secretaris van Nederlandsche Mettray, over Jan Knol jr. 14 February 1871. Brief van Dirk, weet ook niets van Menno. 15 February 1871. Briefje van Menno. Ik zend hem in aangeteekende brief 100 gulden, om de noodigste vorderingen te voldoen, terwijl hij dan 17 gulden reisgeld naar Groningen behoudt. Des voormiddags Belijdenis der Doopelingen voor de diakens. 19 February 1871. Zondag. Doopbediening aan den Burg aan 20 personen. 20 February 1871. Dirk Keyser hier. Hij gaat naar Amsterdam om zijn schip op te halen. Hij twijfelt echter of hij van de week nog wel zal kunnen terugkeeren. Men is bezig met het kanaal open te breken. Vanwege de Doopelingen wordt hier bezorgd, ten geschenke voor mij, 3 stuks cristall met zilver ornament voor den schoorsteen. De Krans zou bij Wieringa zijn. Ik niet daarheen om den harden wind. 21 February 1871. Briefkaart van Samuel aan Katrina waarom hij geen brief van Texel kreeg? Ik aan Dirk en broeder Juriaan geschreven om mijne bezorgdheid te kennen te geven dat een brief met geld, dien ik van Juriaan verwachtte, verloren zou zijn gegaan, vermits ik heden las dat de postkar van Groningen op Meppel l.l. zaterdagnacht geplunderd was. Van Wieringa hebben wij vernomen dat Martinus Wentink met de pokken in 't Hospitaal ligt in den Haag, maar nu betert. Ik heb aan Dirk geschreven om pokstof, want Ensing had ze niet. 21 February 1871. Brief aan Samuel [wiens brieven de laatste tijd kort en niet zeer vriendelijk waren, door de houding van Huizinga tegenover Dolfina]: O, ik hoop dat gij geen moeite zult sparen om mij te overtuigen dat ik mij ten uwen aanzien heb vergist, dat ik zelfs alle reden heb om mij in de hartelijke liefde mijns zoons te verheugen, iets waaraan ik zooveel te meer dringende behoefte heb nu de geschiedenis van Menno mij zooveel doet lijden. 22 February 1871. Brief van Juriaan met 200 gulden ontvangen. Ik sprak er [met Vrendenberg] van dat Dirk hier wel eens eene spreekbeurt op 't Nut zou willen vervullen. Vrendenberg zou dit zeer gaarne zien. Hij rekend er op dat wij dan een buitengewoon talrijke vergadering zouden hebben. Wij begrepen echter dat de vergadering om de reiskosten wel zou moeten worden uitgesteld tot July als Dirk toch zou overkomen. 23 february 1871. Kerkeraadsvergadering aan de Waal, aldaar Bakker voor 't laatst. Bepaling gemaakt omtrent het oproepen der Broederschap in de eerste dagen der vacature en over het preeken van Bakels in de vrije beurten aan den Burg. 24 February 1871. Brief ontvangen van Van Hasselt, dat Menno nog altijd in Amsterdam is, met verzoek om afdoende maatregelen daartegen. 25 February 1871. Brief ontvangen van de Restaurateur van Diligentia dat Menno daar nog dagelijks eet, schoon hij onlangs de rekening al had opgemaakt, als 81 gulden bedragende. Dit doet mij werkelijk gelooven dat Menno l.l. maandag niet naar Groningen vertrokken is. Ik schrijf hem onmiddellijk herwaarts te komen. 26 February 1871. Zondag. Gepreekt te Oosterend. Teunis Drijver zijn vrouw bevallen, voor 't eerst, 9 jaar getrouwd. Des avonds mijne 10 Doopelingen hier, wie ik bedankte voor het mij geschonken ornament. Zij bleven hier tot ruim half 10. Ik was zwaar verkouden, ik kan niet rooken, niet eten, en ga spoedig naar bed. 26 February 1871 .Willem Koppen had zijn arm gebroken. 27 February 1871. Om mijne verkoudheid tot 11 ure te bed gebleven. Katrina is ook zeer verkouden. Brief uit Groningen, dat Menno daar den 25sten was aangekomen. 28 February 1871. Dominee Bakker hier. Hij gaf te kennen dat hij ons morgenavond op een afscheidspartijtje verwachtte. 1 Maart 1871. Het is een schoone dag. Katrina naar den Hoorn, zij komt des namiddags met Bakels en vrouw met de wagen terug. Afscheidsfeest bij Bakker met Vrendenberg, en vrouw en dochter Betje, Bakels en vrouw, Wieringa alleen, Wassenaar en vrouw en Buisman, Katrina, Sina en ik. Vanmorgen Ensing hier om mij en Sina te vaccineren met entstof die hij van Doctor Folkertsma uit Groningen (op mijn verzoek aan Dirk) gekregen had. Bij ons werd ook jufvrouw List en hare zuster Jantje Plavier ingeënt. Met deze ons huis bezigtigd waar zij voor 25 jaar veel verkeerd had [zusters van wijlen Geppie Plavier, indertijd meid bij Huizinga]. Verleden maandag toen de familie Bok, Ensing, Buisman en Vriesendorp bij het afscheid van Dominee Bakker geweest waren was er geen toast geweest zoals Ensing mij zeide. 2 Maart 1871. Vannacht zeer veel geleden aan kramp in het linkerbeen, wat mij dwong al vroegtijdig het bed te verlaten [hij lag er pas om half 4 in na het feest bij Bakker]. Vriezend weer. Brief gezonden aan jufvrouw van Rees met 56,36 tot betaling der laatste verschotten en kamerhuur van Menno. 3 Maart 1871. Des voormiddags Dominee Riet hier, hij moest aan den Burg zijn, omdat men ten onregte zijn hond beschuldigde een aantal schapen doodgebeten te hebben (wat vermoedelijk door een arend gedaan was). Brief van den Minister dat mijn verzoek om behoud van de subsidie voor Menno niet voor inwilliging vatbaar was. Katrina en Sina op den middag bij het overschoone weder gewandeld. De ooijevaars vandaag teruggekomen. Brief van Ploos van Amstel dat Jan Knol op Nederlandsche Mettray geplaatst kon worden, als ik eerst een groot getal van vragen beantwoord zou hebben. 5 Maart 1871. Zondag. Avondmaal aan de Waal. Katrina en Sina en ik daarheen gereden met Cornelis Keyser en terug. Aldaar de oude Heer Bok gesproken die mij bedankte voor mijn toespraak. Des avonds was ik uitgenoodigd bij Leentje Vrendenberg met haar ouders en zusters, met Westenberg en vrouw en dochter, Wassenaar en vrouw. Wij bragten daar den avond genoeglijk door. 6 Maart 1871. Krans bij Buisman, ik niet daarheen. Des avonds laatste Nuts-Volksvoorleezing. Alles bezet. Bakels en vrouw en Wassenaar en vrouw bij ons boterham gegeten (na de Volksvoorlezing). 7 Maart 1871. Tegen de avond 7 uur waren wij genoodigd bij den Heer Bok, waar wij een zeer aangenamen avond hadden tot ruim 1 uur. Brief van broeder Juriaan met 200 gulden. 8 Maart 1871. Tegen de avond te 7 ure waren wij met ons drieën genodigd bij den Heer Bok waar wij een zeer aangename avond hadden tot ruim 1 uur, 14 personen waaronder Bakels en vrouw. Muziek van de dames Pauline en Henriëtte op de piano. Van Vriesendorp en vrouw violoncel en piano. Recit. van Buisman 'Hector's Abschidt'. Zang van Ensing. Daarna een exquise maaltijd met ons veertienen. 12 Maart 1871. Zondag. Afscheid van Bakker. Fokel des voormiddags hier en Bakels. Wij gezamenlijk naar de Waal gewandeld. Des avonds bij Jakob Lindeman, aldaar de veldwachter Roerdinkholder. 12 Maart 1871. Jacob Lindeman kan weer een uur of wat opzitten. 13 Maart 1871. Daar Jan Smit mij in den tuin niet helpen kan door de ziekte zijner vrouw, doe ik dagelijksch vergeefsche moeite om een ander arbeider te krijgen. In mijn tuin is alzoo nog niets gedaan. Des avonds bij Bok de Letteroefening gebracht. Bruno gisteren een dochter gekregen. 15 Maart 1871. Het is koud, soms sneeuw. Ik vandaag in de tuin aan het snoeijen. 17 Maart 1871. Sina 23 jaar oud geworden. Des voormiddags de vrouw van Bakels hier, loopende, des avonds de genoodigde visite. Tot teleurstelling van Sina weinig of geen brieven. 18 Maart 1871. Sijbrand Pietersz Keyser verhaalt de ontmoeting met Dominee Bakker ten huize van Dominee Buisman, waarbij hij de Texelaars gruwelijk beleedigd had door te zeggen: "Het is hier op Texel alles een verdomd gemeene boel!", waarvan Sijbrand toen het noodige gezegd had. [Dominee Bakker is naar Gorredijk beroepen, maar men meende dat zijne vrouw ook te Gorredijk wel geheel ongeschikt zou blijken te zijn]. 19 Maart 1871. Sijbrand Pietersz. Keyser was er zeer tegen dat de oude Heer Bok weder in de beroepingscommissie kwam. Sijbrand spreekt steeds met diepe verachting van Bruno Bok, als kunnende niet zwijgen en alles pratende wat hem voor den mond komt. Als zijn vader eens niet meer is zou zijne toekomst als notaris droevig zijn. 20 Maart 1871. Wieringa verhaalt van 2 mannen die uit Australië herwaarts zijn gekomen om hunne Texelsche familie na een afwezigheid van 22 jaren nog eens te bezoeken. Zij heetten Bakker en waren uit Spang afkomstig. De turfschipper Jacob Bakker van 't Oude Schild en Biem Lap (waar Wieringa ze ontmoet scheen te hebben), waren familie van hen. Zij hadden zich met goudzoeken beziggehouden en hadden het daarbij goed gehad. Zij waren als matrozen van een Engelsch schip afgeloopen, op de dingsdag daarop had hij reeds een goede dienst bij een boer, waar hij in 7 weken zoo veel verdiend had dat hij zich een paard kon koopen om naar de goudstreek te vertrekken en daar zaken te doen. Hij had daar een huis gebouwd waarin hij goudzoekers huisvestte, en van 't noodige voorzag, maar tot groote schade, want de mijn waaruit hij zijne betaling moest hebben werd door den sterken regen verdorven. Toch was hij er weer boven op gekomen, nu eens arm, dan weer rijk geweest. Soms waren zijn bezittingen afgebrand. Het leven daar in Australië was zeer woest. Steeds moest met de revolver gemanouvreerd worden. Op klaarlichten dag worden de winkels in de steden geplunderd (Op dat oogenblik bood daar juist een goudzoeker zijne schatten ter verkoop aan aan een winkelier toen de rooversbende alles inpakten. Hij kreeg zijn goud nog weer door voorslag van om er om te vechten, te zingen, te dansen of wat ook, als hij 't maar niet zoo in eens overgeven moest. Men schonk het de grappenmaker). Een plaats als den Hoorn was daar een stad. Als men vleesch noodig had ging men naar de bosschen of weiden en merkte op of de daar grazende koeijen ongemerkt waren, en schoot die dan voor zich. Men haalde de huid er af, spande die uit, deed daar zout in, pakte het vleesch daar in en bond het toe, om alzoo het gemis van vleeschkuipen te vergoeden. 21 Maart 1871. Eindelijk had ik vandaag voor 't eerst een werkman in de tuin, Janes Kalf, die de mist uitbragt en een vak omspitte. Het was een schoone dag. 22 Maart 1871. Janes Kalf in de tuin, anderhalf vak omgespit, paden gemaakt. Ik gezaaid, tuinkers, spinazie, groote boonen, doperwten, chalotten. 23 Maart 1871. Janes Kalf de tuin grootendeels klaar gekregen. 21 Maart 1871. Gister een valiesje van Dirk ontvangen met boekgeschenk Auerbach "Edelweiss" voor Sina, handwerk van Koos, portret van Dirk, brieven van Koos en Dirk en Menno. 22 Maart 1871. Aan de weduwe Honigh de rekening betaald, 33,25 daarbij Volksblad. 22 maart 1871. Katrina en Sina naar den Hoorn, Katrina komt terug, Sina zou blijven tot morgen. 24 Maart 1871. Des avonds Sijbrand Keyser hier tractement gebragt. Hij zegt: Willem Bok bragt doorgaans zijne tante Neeltje G. Bakker de verschuldigde rente van door haar uitgezette gelden; met zijn vertrek was dit achtergebleven. Nu had Keyser veel drukte met dat geld te krijgen. Maar Bruno Bok had hem beloofd alle schade te zullen vergoeden. De oude Heer mag van dit alles niets weten. 25 Maart 1871. Des voormiddags hier jufvrouw Wortelaar, logeergast van Bakels en vrouw, hier op Maria Geboorte in de Roomsche Kerk geweest met de familie Veeger. Fokel had ettelijke jaren bij haar te Leeuwarden op de modewinkel geweest. 26 Maart 1871. Zondag. Bakels hier gepreekt, ik naar Oosterend. Stemming voor den Breeden Kerkeraad. Ik hoorde vanmorgen dat Pieter Koning te Cocksdorp van de drank af is. Ik moet hem weldra zoeken te versterken. Geert Kikkert heeft een zware bloedspuwing gehad. 27 Maart 1871. Gisteren brief van Bolten uit Amsterdam, dat als ik [Huizinga] niet voor Menno betaalde, hij alle fatsoenlijke en onfatsoenlijke middelen zou aanwenden om aan zijn geld tekomen. Met Vrendenberg (hij alleen weet van de geschiedenis af) de zaak besproken. Hij meende dat ik mij niet behoefde te bekommeren. [Ali: Dolfina en Samuel waren een dag of 4 in Groningen om inkopen te doen. Tante Sientje en Tante Neeltje hadden op een verkooping meubels voor hen gekocht. Doortje Heringa beloofde een prachtig geborduurde bruidszakdoek]. 27 Maart 1871. Des avonds bij Jan Koning. Hij had allang gewenscht dat ik eens komen zou. Gesprek met Albert of de rampen des levens ook aan God moeten worden toegeschreven. Hij meent van niet. Des avonds bij Sijbrand Jansz Keyser, aldaar Cornelis P. Keyser. Hier kwam dit onderwerp weer ter sprake. Cornelis Keyser meende dat dit buiten God omging. Ernstig wees ik hem aan waartoe die meening leiden moest. Gisteren had ik bij Geert Kikkert ook een zeer ernstig gesprek. Hij zeide gerust te kunnen sterven. Waarom? Ik kreeg van hem de verklaring dat hij den dood des ligchaams als het einde van 't gansche menschelijk leven beschouwde. Geen onsterfelijkheid aldus. Vrij duidelijk wees ik hem aan hoe hij dwaalde, wat hij ook een weinig scheen te erkennen. 28 Maart 1871. De morgencatechisatie gesloten. De meisjes zijn druk met mijn studeerkamer aan den gang. 30 Maart 1871. Kerkeraadsvergadering. De commissie voor de gebouwen brengt haar rapport uit. De verbeteringen in mijn pastorij gereedelijk toegestaan: het afwerken van 't bovenkamertje, het behangen van de 2 grootste kamers, verwen van de gang en trap. 2 April 1871. Zondag. Preek aan den Burg, weinig volk omdat Vrendenberg aanneming van 29 personen had. 2 April 1871. Zondag. 't Gesprek met Geert Kikkert van laatstleden zondag over de waarde en waarheid van ons geloof aan onsterfelijkheid voortgezet. Hij schijnt nog niet overtuigd van 't bestaan van God "alles is uit de natuur", echter wil hij echter gaarne erkennen dat 't geloof aan God en onsterfelijkheid onmisbaar is voor de voor de orde in de maatschappij. Ik sprak tot hem ernstig en krachtig. Dirk Roeper daarbij tegenwoordig. Ik daarna bij Samuel Vlessing Roosje toegesproken, die zeer ziek en zwak is. Wij wilden haar wel gaarne eenige verkwikkende spijzen zenden, maar zij zoude die om haar geloof niet kunnen aannemen, alleen onder de naam van medicijn zou het nog kunnen. Haremaker was vanmorgen nog bij haar geweest, dat was zulk een beste man, die maakte iemand terstond met zijn komst al iets beter. 2 april 1871. Des namiddags Bakels en vrouw en logeergast mejufvrouw Wortelaar uit Leeuwarden bij ons boterham gegeten. 3 April 1871. Krans bij mij. Tegenwoordig Vrendenberg, Wassenaar, Wieringa, Bakels, Buisman. Afrekening van 't Leesgezelschap. Gunstige getuigenissen voor Dominee van der Linden en de proponent Koekebakker [voor de vacature van de Waal]. Katrina en Sina naar Bok. 4 April 1871. C. Luitse begonnen met het afwerken van het bovenkamertje. Volgens Dirk is Menno nu goed aan het werk. 6 april 1871. Des voormiddags en middags Aafje Buijs van Cocksdorp hier. 8 en 9 April 1871. Paaschen. 9 April 1871. Bij Grietje Eelman, haar man is aan 't petroleum laden uit het gestrande schip op 't Vlie. 10 April 1871. Bij van Vledder was het dochtertje erg gevallen tegen de tafel. Brief aan Samuel: Dirk schreef mij vroeger, hij wilde in de Paaschvacantie wel met u een verre voetreis doen. Dat kwam mij best voor. Een dag of 5 te besteden aan een wandeling door verschillende Drentsche dorpen, zoals ik dat eens in 1837 met Leenderts gedaan heb naar Klooster ter Apel, dat ware eene beste zaak. Ik bewaar daarvan nog de aangenaamste herinneringen, een zeer groot genot voor zeer weinig geld. Zoo was het ons althans in die dagen …. Als ik mij verheug in de ontwikkeling, die ik weder in mijn tuin mag opmerken, dan doe ik dat steeds met de gedachte aan 't genoegen, 't welk ik met mijne kinderen, ook met u, gezamelijk van 't zomer daarin zal vinden. Het schijnt mij toe alsof mijn werk doelloos is, als mijn kinderen daarvan niet zullen profiteeren. Wij zullen Dolfine in 't begin van July gaarne hier verwachten. Ik hoop dat 't alles vreugde zal zijn wat de zomer zal brengen. Het huwelijk kan hier plaats hebben. Doe, terwijl gij in Groningen zijt, maar zooveel mogelijk uw best om wat gij wellicht aan ijver te veel hebt, aan iemand in uwe omgeving mede te deelen, die daarvan juist zooveel of meerder te min mocht hebben. 11 April 1871. Ik des namiddags alleen naar Wassenaar (krans). Vrendenberg kon niet mede, omdat hij vanavond op het jaarfeest van Glijnis moest, waar de kinderen tooneeluitvoering zouden geven. Glijnis had een canapé present gekregen. Bij Wassenaar Janssonius ontmoet, die mij de 3 nommers van 't Theologisch tijdschrift die ik vermist achtte, maar door mij aan hem geleend waren, ter hand stelde. Hij zal nu op de 21ste gerehabiliteerd worden (de Kerkeraad van 't Oude Schild wil niet dat hij daar weer als prediker optrede, en keurt het af dat Buisman, die op reis is gegaan voor 5 weken, hem eene beurt opdroeg). 12 April 1871. Pieter Kalf in de tuin aan 't snoeyen. Aangenomen voor 5 gulden. Des avonds Bakels bij ons tot bij 12 uur (met rijtuig). 14 April 1871. Afscheid genomen van Henriëtte Bok. 15 April 1871. Attestatiën geschreven voor 4 leden der Gemeente die a.s. dingsdag naar Amerika vertrekken, Cornelis Jakobsz List en Jan Kalf en Johannes Reuvers, deze voor zijn vrouw Dieuwertje Langeveld hier afscheid genomen. Bruno Bok vandaag hier. Zijne vrouw wil morgen voor het eerst na haar bevalling haar Kerkgang doen. 15 april 1871. Zaterdag. Brief aan Bakels thans te Rotterdam (op zijn briefkaart) dat wij hem zondag hier verwachten te preeken. Hem medegedeeld dat zijne laatste preeken hier uitstekend voldaan hadden. 16 April 1871. Zondag. Gepreekt aan den Burg met genoegen, doch zeer weinig volk (het weder anders niet zeer ongunstig). Gesprek over de vacature: Cornelis Keyser wil proponent Koekebakker, ik verklaar daar niet zeer voor te zijn. Gesprek daarover, dat wij een zeer waardigen en vroomen voorganger behoeven. Sijbrand Keyser keurt het in Buisman af dat hij zoo dikwijls de Sociëteit bezocht en in Bakker wijl hij ook de Sociëteit voor de Gemeente scheen te stellen. Zegt dat wij aan Bakker in den omgang zeer weinig gehad hebben. 16 April 1871. Jakob Lindeman zijn waterzucht is weer even sterk als tevoren teruggekeerd. Hij lijdt daaraan reeds in den 5e maand. 16 April 1871. Ik brief geschreven aan Marijtje Buijs om naar Amerika te zenden, met een pakje boeken en geschriften. Daarbij een jurk voor haar dochtertje. 17 April 1871. De schoonmakerij is gister geëindigd. Des namiddags Krans bij Vrendenberg. Naar A. Rab, die er veel onder lijdt dat zijne kleindochter morgen naar Amerika gaat. Ik vond hem echter niet te huis. 18 April 1871. Geertje Dekker hier om afscheid te nemen voor de reis naar Amerika. Cornelis van der Ploeg, hem het pakje voor Marij meegegeven (en een paar flesschen wijn en sigaren). 20 April 1871. Bij van Vledder aan de Waal een oxhoofd wijn, 250 flessen, afgetapt en door mij gekurkt. Ik bleef daar eten. Des avonds kwamen daar op uitnoodiging Katrina en Sina. Wij gingen des avonds half 12 met elkander naar huis. 21 April 1871. Mijn anker wijn van Van Vledder ontvangen. Brief van De Hoop Scheffer ontvangen dat de Proponenten zouden komen. Des avonds er op uit geweest om de planeet Mercurius te zien, waarvoor het nu het allergunstigste tijdstip zou zijn. Maar de lucht was te wolkig. 22 April 1871. Bakels hier gekomen van Rotterdam, verhaalde veel van de Moderne Vergadering en de Mennisten daar ontmoet. Van de groote werken die in en om Rotterdam worden aangelegd, bruggen, postkantoor enz. 23 april 1871. Bakels vanmorgen na de preek naar den Hoorn en daarna weder naar Rotterdam vertrokken. Bakels heeft vanmorgen weer uitstekend voldaan. Des middags bij ons Pauline en Johanna Bok met twee kinderen van Welmoet die ziek is. Ik des avonds met de meisjes gewandeld om Mercurius, Venus, Mars en Jupiter tezamen te zien, wat volgens de Courant in tientallen van jaren niet zoo goed als nu geschieden kan, doch de wolkige hemel belette zulks. 24 April 1871. De Krans moest bij Buisman zijn, doch daar die op reis was nam ik haar over, Wassenaar, Vrendenberg, van Vledder [Bakels weer naar Rotterdam]. 26 April 1871. De schilder Jakob Bruin is in de binnenkamer aan het behangen. Hij voleindde het den volgenden middag. 27 April 1871. Kerkeraadsvergadering. Besloten dat een nieuwe kosterswoning aan de Waal gemaakt zal worden. Brief van Luinge en Braner, praktizijns te Amsterdam, over de schuldvordering van Bolten aan Menno. Bok hierover geraadpleegd, deze zei dat men in rechten niets tegen mij kon doen, maar beval voorzichtigheid aan, daar men hier te doen had met menschen, die geen middelen ontzagen. Hij wees mij de artikelen van 't Burgerlijk Wetboek aan waarop ik mij kan beroepen, 1482 en 1861, en gaf mij raad hoe ik antwoorden zou. De mededeeling omtrent Menno maakte blijkbaar geen gunstige indruk op hem, doch hij zeide van alles treurige ervaring te hebben. Altijd weder sprak hij met diepe verontwaardiging over het vroeger gedrag van zijn zoon Willem die voor een jaar of zeven nog zeggen kon dat 150.000 gld zijn eigendom was, en omdat hij aan een vervloekte speelzucht had toegegeven nu in zoo treurige toestand in Amerika was, in een voorstad van New York op een derde verdieping woonagtig. Hij had nu met iemand van zijn slag een firma opgerigt, Bok en Bennett ter exploitatie van octroijen, waarvan het prospectus in 50.000 exemplaren verbreid was. Hij hield kantoor in de stad, twee uur van zijn woonplaats in een gebouw waar 42 kantoren gevestigd waren, en dat jaarlijks 40.000 dollar huur opbragt. Het was hem zeer aangenaam dat Willem jr. thans blijkbaar nog al onder godsdienstige indrukken stond. Hij deelde dikwijls iets mede uit de preeken die hij met veel belangstelling hoorde. Zoo als in zijn laatsten brief uit een preek over "Herinner U" (Lucas 16) "Gedenk dat gij U goed ontvangen hebt in dit leeven". Bok gaf te kennen dat juist zijn zoon Willem (evenals Marie) oorspronkelijk zoo veel teeder gevoel getoond had te bezitten. Voor Eduard had Bok onlangs ook nog 200 gld moeten betalen die hij te kort kwam, zeer tegen zijn zin. Voor Willem hadden zij nu dan ook nog 3000 gld moeten zoeken bijeen te brengen om hem in deze zaak te helpen. 28 April 1871. Des avonds bij Bruno Bok, eerste bezoek aan de kraamvrouw. Zij bedankten mij beiden voor de openlijke Dankzegging voor haar herstel zondag voor 8 dagen. Bruno Bok zegt: Bakels voldeed hem uitstekend, maar zijn talent stond hem in de weg. 29 April 1871. Bij Grietje Teekes van Grouw. Zij is in zwakke staat, heeft het arm, ofschoon zij geene hulp van de Diakonie wil vragen. De proponent Koekebakker was reeds te mijnent, door C. Keyser met zijn wagen aangebragt. Hij was wel spraakzaam, maar sprak meest met Katrina en Sina. In spijs en drank zeer matig, houding nonchalant, niet zeer vurig van geest, niet de man om in belangrijke zaken een krachtig initiatief te nemen. 30 April 1871. Zondag. De proponent Koekebakker preekte zeer goed (volle Kerk, 350-400 menschen). Met Koekebakker het dorp doorgewandeld. Roomsche Kerk bezien. Ik zag daar voor 't eerst het prachtig altaar. 1 Mei 1871. Des voormiddags met Koekebakker naar de Waal, pastorie en Kerk bezien. In de Waal bij Kuiper, deze vertelde dat het oudste zoontje van zijn zoon Jakob nu naar Glijnis ging, om vervolgens te studeeren, wijl er met de boerderij zoo weinig vooruitzigt was. Na de middag wij beiden met Vrendenberg naar den Hoorn gewandeld, Krans bij Wieringa, aldaar Wassenaar. Bakels is nog steeds op reis, dus diens pastorij niet bezien. 2 Mei 1871. Koekebakker vertrekt des morgens te 7 ure om met den 2den boot naar den Helder te gaan. Des avonds Katrina en Sina bij Fokel. 3 Mei 1871. Antje Koorn wil gaarne een portret van mij hebben, ook haar zuster Trijntje. Ik beloof er een. Antje Koorn ziet zich zeer gelukkig in haar huwelijk, schoon haar man, zoo zij zegt, Afgescheiden is. 4 Mei 1871. Gisteravond Katrina en Sina naar het concert van den blinde Oost, piano en zang, sterk aanbevolen door Glijnis. Ik des avonds op uitnoodiging met den ouden Heer Bok bij Ensing, aldaar boterham gegeten. 5 Mei 1871. Bij Jakob List, vroeger gaf ik hem tractaatjes van de Evangelische Maatschappij, deze waren door zijne Roomsche buren met welgevallen ontvangen. 6 Mei 1871. Bij Samuel Vlessing, zijne vrouw Rosetta 56 jaar oud gisteravond overleden, aldaar Brockmann en vrouw, enz. Troostende gesprekken. Sam erkende wat God doet is welgedaan, schoon zij gezamelijk wel droefenis openbaarden. Gesprekken over de inhoud van het daar liggende Weekblad voor Israelieten, over een boek met gebeden en stichtelijke overdenkingen wat zij mij toonden en zeer prezen. Daar bij ook een gebed als iemand op Sabbath gestorven was, dit gaf aanleiding dat ik vroeg of dit verschil maakte? Antwoord dat dan de treurdagen zoo veel later vielen en alzoo ook de begrafenis. Wij spraken toen ook over de onderhouding der wetten door menschen van gelijken beweging als wij (wat zij schenen toe te stemmen) ons opgelegd waaromtrent ik mijne vrijheid roemde tegenover de dienstbaarheid van anderen, doch ik zeide hierover niet te willen uitweiden, daar ik het onderscheid kende tusschen Godsdienst en de vormen der Godsvereering. Ik wilde naar het lijk zien, maar men zeide dat men het mij niet mogt laten zien. Men ontving mij met veel belangstelling. 7 Mei 1871. Zondag. De proponent Ris Taconis hier gepredikt. 8 Mei 1871. Koud weer, des avonds nog de kagchel gestookt. 9 Mei 1871. Naar het Raadhuis om een lid voor Provinciale Staten te stemmen (Bosch Reitz van den Helder). Des avonds Margo en Rina hier. [Ali: 14 Mei 1871. Samuel woont in zijn nieuwe woning aan de Oosterkade. Dolfina kwam bij de familie van Belkum te logeeren, die ook op de Oosterkade woonde]. 15 Mei 1871. Des morgens Van Vledder hier. Hij kan de Krans niet hebben om 't schoonmaken. Ik zal hem dan maar weer nemen. Des voormiddags Doctor Scheurleer van Dieren of Brummen hier koffij gedronken met den Heer Maas [Willem Jakobsz Maas]. Zij waren gister aan 't Nieuwe Diep gekoomen om de groote stoomboot Willem III te zien. Vanmiddag weer vertrokken. Hij was nu 15 jaar van Texel geweest. Zijn oudste dochter Betsy nu 21 jaar. Hij had 5 dochters en 2 zoons. Hij bezag de portretten van mijn kinderen. Zijn reisgenoot was van zwakke geestvermogens. Des namiddags Krans bij mij. 16 Mei 1871. De laatste dagen der vorige week altijd Bruin aan 't behangen en verwen gehad. Zoo ook gisteren en vandaag. De achterkamer, voor driekwart gereed, blijft nu onafgedaan omdat het behang uitverkocht is. 21 Mei 1871. Zondag. Dominee van der Linden hier [gepreekt]. Wij des namiddags het dorp doorgewandeld. Roomsche Kerk bezien. 21 mei 1871. Hemelsvaartdag. Bakels hier thee gedronken. 22 Mei 1871. Gesprek met Dirk Leijen over zijn verhouding tot [zijn zwager] Jakob Lindeman, die gister overleden is. Leijen wilde gaarna een portret van mij hebben, dat ik hem gaf. Hij beklaagt zich dat wij elkander zoo veel minder zien dan vroeger. 22 mei 1871. Domineeskrans bij Wassenaar, gewandeld met Vrendenberg, Katrina en Sina, Ensing en vrouw ook mede, aldaar Wieringa, Bakels, Buisman. Allen te zamen terug naar den Burg. Schoone dag. 22 Mei 1871. Jakob Lindeman gister overleden, wordt 24 Mei begraven. 23 mei 1871. Des morgens 10 uur met Van der Linden naar Bakels aan den Hoorn. Ik was zeer lang daar niet geweest. Fokel verwelkomd na haar reis. Zij gaat thans niet meer uit (schoonmaak). Met haar gesproken over den brief aan Bakels gezonden vanwege de Kerkeraad. Wenk gegeven dat op grond daarvan nog geen beroep verwacht kan worden. Bakels was met dat gunstig testimonium hoog gelukig geweest, hij dacht doorgaans te klein van zichzelven. Fokel zei dat Boeke reeds gezegd had dat hij een beroep herwaarts niet zou aannemen. Ik zag de kerk van Bakels, door verwen enz. veel opgeknapt. 25 Mei 1871. Donderdag, ik bezocht Dirk Mooijen en vrouw die het oudste dochtertje, 8 jaar, aan roode hond verloren hadden. L.l. maandag ging het nog welgemoed naar de school. 25 Mei 1871. Jufvrouw Keyser, Geertje Jacobs Dijksen, de buurvrouw, sedert zondag ongesteld, koorts, hoesten. 28 Mei 1871. De vrouw van de buurman bezocht. Zij ligt zieltoogend, nog een paar maal daarheen, des avonds 9 uur stierf zij, ik heb toen de familie nog eens toegesproken. 1 Juny 1871. Des namiddags 4 uur ter begrafenis van jufvrouw Keyser, talrijke vergadering, mijne toespraak tamelijk goed, niet uitstekend. 26 Mei 1871. Sina naar den Hoorn, Fokel helpen met strijken. 28 Mei 1871. Anna, het dochtertje van Wassenaar, bij ons voor een paar dagen. [Ali: Onze buurvrouw Jufvrouw Keyser-Dijksen, sedert 21 Mei ongesteld, overleden]. 29 Mei 1871. Bij Cornelis Albertsz Keyser koffij gedronken. Hij liet mij zijn door hem zelf verbeterde hooischudder zien, die goed schijnt te zullen voldoen. Zijn vader was een paar dagen bij hem geweest, maar zonder rust of lust. Hij bemoeit zich anders nergens mee. 29 Mei 1871. Aan den Burg preekte dominee Bakels. Voldeed aan de kinderen niet uitstekend. 30 Mei 1871. Kerkeraadsvergadering in plaats van verleden donderdag thans in de Pastorij, nu door Lotje bewoond, wijl haar huis wordt afgebroken. Gesprek over de bemesting der landerijen met zeesterren of vijfhoeken, die voor 60 cents de mud verkocht werden. Sijbrand Koning deelt daaromtrent belangrijke uitkomsten mede. 31 mei 1871. Gister Bakels bij ons koffij gedronken. 31 Mei 1871. Des namiddags niet naar de Tent om 't ongunstige weder. Vrendenberg bij ons. Hij verhaalt ons van den grooten omvang der werkzaamheden van zijn zoons Anton en Jan. Verleden jaar hadden zij den grootsten voorraad van suiker, namelijk alleen West Indië gerekend, aan de Amsterdamsche markt gebragt in commissie. Zij hadden namelijk in de West een agent (Determeijer) die toen zijn vader, een makelaar, failleerde, door hen geholpen was, eerst op hun kantoor en toen naar de West, waar hij voor hen allerlei zaken (zalf en parapluus) verkocht en hun nu ook weder door zijn invloed op de plantagiehouders grooten voorraad van producten ter verkoop in Amsterdam bezorgde, zoo dat zij er nu zelfs toe overgegaan waren om voor eigen rekening een schip in de vaart te brengen tot het aanhalen der goederen. Anton had het zoo druk, dat het huiselijk leven voor hem zoo goed als niets was. Het huis dat hij thans met genoegen bewoont had hem 20.000 gulden gekost. 31 Mei 1871. Eerste verjaardag van mijn kleinzoon. Vandaag met Tuinder een valiesje derwaarts gezonden met een jurkje, een koek, enz. 1 Juny 1871. Het is zoo koud dat wij vanmorgen nog op de studeerkamer de kagchel stookten. Des voormiddags naar de Waal, bij Jakob Albertsz Keyser de kraamvrouw met de zieke kinderen (waarschijnlijk roodvonk) bezocht. Van Vledder voer hevig uit op de schoolmeester Teunis Keijzer. Albert Pietersz Keyser heeft rust noch duur. Zijne geestvermogens zijn in de war, hij acht zich onherstelbaar. Hij wil van zijne ongesteldheid niet spreken, maar doet het onophoudelijk. Hij beklaagt zich dat hij ten gevolge van de werking zijner ongesteldheid, die uit zijne geschokte zenuwen voortvloeide, in de loop des tijds aan zijne vrouw en kinderen een verlies van omstreeks 20.000 gulden had berokkend. In de ongevallen die Willem Bok en Van den Berg, de schurken die hem uitgeplunderd hadden, troffen, meende hij iets op te merken van regtvaardige straffen, ofschoon hij steeds verzekerde niet te willen oordeelen. 2 Juny 1871. De kinderen van Jan Bakker komen mij vragen of ik ook eenig berigt heb over Jan Knol, daar zij al zijn goed tot het laatste stuk te huis hadden gekregen, hetgeen het vermoeden wekt dat hij overleden zal zijn (bleek later ongegrond te zijn). Te ruim 3 ure naar den Hoorn, aldaar Katrina en Sina. De dag genoeglijk doorgbragt tot 10 uur. Sina druk aan 't naaijen op de naaimachien, Katrina les. 3 Juny 1871. Mijn jaardag, de 62ste. Zal het de laatste zijn? Zij het slechts een goede door de dankbaarheid mijner gevoelens en de heerlijkheid mijner gezindheden! Het is zeer koud, zoodat wij den kachgel helder doen branden. 4 Juny 1871. Zondag. Dominee Boetje van Appelscha hier gepreekt, groot getal toehoorders, wel 400 beneden. Hij sprak zeer gunstig van Koekebakker, doch het tegendeel van Taconis. 6 Juny 1871. Met Loman en Boetje [van Koog aan de Zaan] op 't Raadhuis de fraaije teekening der nieuwe scholen voor den Burg en de Koog gezien. 6 Juny 1871. Begrafenis van de vrouw van Jan Smit, na 9 maanden lijdens gestorven. 7 Juny 1871. Ik was vannacht niet wel geworden, braaklustig, was den geheelen dag zonder lust tot eten, rooken, werken. 7 juny 1871. Bakels kwam met Boeke (van Zijldijk) aan met de wagen. Zij vertrokken spoedig naar den Hoorn. 8 Juny 1871. Ik nog onwel. 9 Juny 1871. Ik nog altijd zeer onlustig, drankje van Ensing (op bestel van Sina). 9 Juny 1871. Dolfina kwam ons verrassen, zij was vanmorgen half 5 met schipper Timmer van Harlingen vertrokken en omstreeks 3 uur namiddag aangekomen (den 7den tevergeefs door Katrina en Sina afgehaald). 9 juny 1871. Des voormiddags Bakels en Boeke even hier. Zij kwamen aan den Burg visites maken, bij S. Keyser (niet thuis), Bok, Loman, Westenberg. Herman en Willem haalden hen te 5 ure van hier met rijtuig en bragten hen naar den Hoorn. 9 Juny 1871. Ensing deelde mede dat een geval van pokziekte zich aan den Hoorn voordeed bij een zoon van Biem Lap, waarheen hij thans gaan zou om de noodige maatregelen van afzondering enz te nemen. 10 Juny 1871. Ik nog steeds lusteloos, doch begon weer wat meer te eten. 's Avonds vrij laat Ensing hier, schrijft mij en nieuwe drank voor. Ik ben nu weer zoo goed als hersteld. 10 Juny 1871. Brief van Dolfina aan Samuel: Zij zijn hier allen bijzonder lief voor mij. Boeke, die hier morgen komt preeken, krijgen wij vanavond hier. Sien heeft zich druk geweerd en ook mijn hulp ingeroepen voor 't bereiden van een lekkere taart voor dat heer, waarvan Katrina zegt, dat zij dat om een bijzondere reden doet, plagerig natuurlijk. Vader loopt des morgens expres naar de tuin om mij wat radijs bij 't ontbijt te bezorgen. Wij vliegen 's morgens om 't hardst naar de schel als de post komt. 11 Juny 1871. Boeke van Zijldijk preekte voor 375 à 400 personen. Lizebeth Veenstra en Pietje Mantje, beiden kraamvrouwen, hadden de Eerste Kerkgang gedaan zonder Dankzegging te verzoeken, een meer en meer insluipend gebruik. Boeke vertelde dat Kolonel van Hasselt over Menno zeer gunstig had gesproken, als hij maar werken wilde. Hij had wel opgemerkt dat Menno zijn tijd (na zijn eerste examen) had verluijerd en schroomelijk veel verteeringen had gemaakt, dat hij onder de jongelui zeer werd gevierd, dat hij soms teveel spiritualiën gebruikte, maar wist geenerlei schandaal van hem (wat mij zeer verheugde). Dirk had nu een goede invloed op hem. 12 juny 1871. Krans bij Bakels, de kunstwerken van Bakels in huis en tuin bezigtigd. 13 Juny 1871. Stemdag, alle couranten zijn vol van de verkiezingen. Ik bragt mijn stem uit op De Bruijn Kops voor lid van de Tweede Kamer. Bij Lizebeth Veenstra, voor 3 weken bevallen, de zondag ter Kerk geweest zonder openlijke Dankzegging, omdat zoo zij zeide, zij er geene behoefte aan had. Ik wilde haar doen opmerken dat dit juist reden van bedroeven voor mij was. Ik durf niet te zeggen dat ik haar eenigzins overtuigde. 13 juny 1871. Bakels vroeg naar de reden waarom de nominatie nog niet in de krant was geweest, ik verklaarde hem die. Hij deelde mij vertrouwelijk mede dat onder zijn werkplannen ook behoorde het schrijven van een stuk: Waarom Doopsgezind? Voor den Doopsgezinde Bijdragen, waartoe hij weldra boeken van mij zou vragen. Wij bespraken de vacatures te Noordbroek en Sapmeer. Des avonds bij Vrendenberg de jufvrouw gefeliciteerd met haar 60ste verjaardag. 14 Juny 1871. Schoone dag, voor 't eerst naar de Tent. Bij het overschoone warme weder, bij het gezang der vogelen en het geuren der meidoorns en het schoon gezigt op de Reede, waar een groote stoomboot onophoudelijk heen en weer bleef stoomen, de tijd genoeglijk doorgebragt, tot bezorgdheid voor een broeijerige lucht ons ten half 8 ure deed vertrekken. Gesprek met Pieter Kikkert over de verkiezingen, te Oosterend had de photograaf Bakker stemmen zoeken te winnen voor de Conservatieven (Schimmelpenninck). Hier en daar was hij afgewezen omdat men zijn candidaat niet kende evenmin als hijzelf. De oude Jakob Eelman zijn geheugen is geheel weg. Hij verhaalt als gister gebeurd, wat reeds een jaar geleden is. Men kan hem volstrekt niet meer vertrouwen. Bij Dirk de Ruijter. Zijn vrouw, sedert een half jaar sukkelende, sedert 4 weken van tweelingen bevallen, lijdt zwaar aan een zeer been. Treurige toestand. 15 Juny 1871. Ik, te 9 ure in het Park willende gaan wandelen, aangeroepen bij Glijnis, aldaar de oude Heer de Vries, Loman en Boetje. Gesprek over de verkiezingen, uitslag vandaag bekend, gunstig voor de Liberalen. Boetje laakt zeer de geesteloosheid van de Zaanbewoners. Hij meent dat zulks in verband staat met de grond die zij bewonen en het bedrijf dat zij uitoefenen. 15 juny 1871. Katrina, Sina en Dolfine des voormiddags naar den Hoorn, te 4 ure weer terug. 16 Juny 1871. Ik des namiddags naar Driehuizen naar Cornelis Saris. Het jongste kind lijdt erg aan dauwworm, de vrouw zwak, de man altijd even ijverig werkzaam. Hij zelf niet thuis. 16 Juny 1871. Dominee Boetje (bij Loman geloogeerd geweest) was vanmorgen in de Roomsche Kerk geweest, waar het 25-jarig pausschap van Pius IX gevierd werd. De preek had hem slecht voldaan, die pastoor kent geen Hollandsch namelijk om het goed te spreken. Zooals ik vanavond van de meisjes hoorde, die ook de Kerk bezien hadden, was deze door Willem Westenberg zeer fraay, zelfs prachtig met bloemen versierd, overal in het dorp wapperden de pauselijke en andere vlaggen. 17 Juny 1871. Vanmorgen 5 uur onweder en verkwikkende regens. Ik aan 't verplanten in den tuin. Mevrouw Ensing hier om afscheid te nemen, gaat op reis naar Groningen voor 9 weken. Zij neemt een staal behangselpapier der achterkamer mede in hope dat dit in Groningen verkrijgbaar mag zijn. 18 Juny 1871. Zondag. Gepreekt aan de Waal. Het kostershuis ligt nu geheel plat of is weggeruimd. Bakels had aan den Burg gepreekt, weinig volk. Des namiddags bij P. Boon Johannes Eelman ontmoet, die mij zeide dat hij nu Doctor wenschte te worden en reeds met Latijn begonnen was met Jan Timmer, maar nog altijd zocht naar een leermeester. Ik zei dat hij dan maar eens bij mij zou komen, op morgen bepaald. 19 Juny 1871. Jan Timmer en Johannes Eelman latijnsche lessen bij mij opgezegd uit Kuhne. Jan Smit in den tuin. Vrendenberg gaat op reis naar Amsterdam. 19 juny 1871. Wieringa en Bakels hier geweest. Mina Bakels vanmiddag aan den Hoorn gekomen. Over het beroep aan de Waal: Bakels viel minder in de smaak. Het scheen wel dat men in hem miste een deftige kanselstijl, hij had teveel de taal des gewonen levens, schoon hij ook belangrijke stukken voortbragt [maakt Huizinga op uit gesprekken met gemeenteleden]. 20 Juny 1871. Jan Smit in de tuin stokken aangebonden. Katrina en ik aan 't behangen van 't voorkamertje boven. Pieter Jansz Keyser zou van die, welke gepreekt hebben Van der Linde verkiezen, schoon velen voor Koekebakker waren. Bakels viel minder in den smaak, het scheen wel dat men in hem miste een deftige kanselstijl. Hij had te veel de taal des gewonen levens, schoon hij ook belangrijke stukken voortbragt. Keyser was met een van zijn kinderen, Dirk, onlangs naar Doctor Haremaker geweest. Ik bij jufvrouw Vrendenberg om iets te vernemen van Aafje Bakker, weduwe Huisman in de Weverstraat, morgen begrafenis. Zij was bij haar bekend als een brave vrouw, sedert jaren diep treurende om het verlies van hare 2 dochters. Bij Bok. Bruno verhaalde van stoombootzaken, twisten tusschen kapitein Mets en de machinist, die de grenzen van hun gezag te weinig in 't oog hielden, vandaar soms hevige twist. Mets heeft 1000 gulden tractement, behalve 200 gulden voor de diensten die zijn zoon Willem bewijst op de tusschenreizen. Zijn inkomen zou alzoo tegen 1500 gulden beloopen (200 gulden als broeder van de Nederlandsche Leeuw). Pieter de Waard is een voortreffelijke stuurman, maar kon niet wel als kapitein fungeren, heeft niet genoeg een algemeene blik. 21 Juny 1871. Dominee van Vledder had voor Arnemuiden bedankt, omdat hij zich niet verbeteren kon en Ali: de menschen waren hem daar te stijf, hij zou altijd met steek en korte broek moeten loopen. Huizinga: de menschen daar onverdragelijk stijf waren, hij zou bijvoorbeeld altijd met steek en korte broek moeten loopen. 22 Juny 1871. Brief van Dirk met een zeer gunstig getuigenis van Menno, die vandaag met Timmer hier verwacht wordt. Katrina, Sina en Dolfina des namiddags naar 't Oude Schild om hem af te halen. Betje Vrendenberg hier om afspraak te maken over een gang naar de Tent op morgen. 22 juny 1871. Des voormiddags Mina Bakels van den Hoorn hier koffij gedronken. De meisjes komen des avonds half 11 terug doch zonder Menno. Van 't schip van Timmer was nog niets te vernemen. Zij hadden de namiddag zeer genoeglijk doorgbragt bij jufvrouw Krijnen (dochter van Arie Bremer) en hadden hare groote verzameling kunstwerken uit Indië bewonderd. 23 Juny 1871. Tegen de middag komt Menno, die vanmorgen te 3 ure met schipper Tuinder van Harlingen (waar hij sedert woensdagavond gewacht had) was afgevaren. Hij geeft ons eenige ophelderingen omtrent zijne betrekking tot zijne Officieren, waarbij de karakters van deze min gunstig uitkomen. 24 Juny 1871. Jan Timmer en Joh. Eelman hier voor latijnsche les (elke week). Met Menno de proponent van Gilse van de diligence gehaald. Menno en hij hebben als oude kennissen veel gesprek met elkaar. Omstreeks 8 uur komt Bakels hem toespreken, blijft hier mede boterham eten (salade). Brief van Dolfina aan Samuel: Menno is hier vrijdagmiddag gekomen. Hij is een geheel ander mensch geworden, dunkt mij, zoo flink en bedaard. Mij dunkt, daar behoeft men in 't geheel geen zorg voor te hebben. Hij riep erg over ons woonvertrek [op de Oosterkade ]. 25 Juny 1871. Zondag. Talrijke vergadering, ruim 400. Veel gereformeerden, bij Vrendenberg geen preek. Sijbrand Jansz Keyser verhaalt nog wat moeijelijkheden hij gehad heeft met zijn oom Cornelis Keyser, die niet vergunnen wil dat wij hout en steen over zijn land naar de Waalderkerk zullen voeren. Zijn oom was hem zeer tegengevallen, bleek een onhandelbaar mensch te zijn. Ook had hij moeijelijkheden gehad met Maarten Daalder over het afkeuren van raamkozijns, wat hij echter doorgezet had. Hij had zijn oom ook wel den deurwaarder willen sturen, als het zijn oom niet geweest was. 26 Juny 1871. Vanmorgen op den studeerkamer nog even de kagchel gestookt. Dolfina brief van Samuel. 27 July 1871. Den ganschen dag nog de kagchel gestookt. Sijbrand Albert, het jongste zoontje van den Heer Veenstra te 12 ure plotseling overleden, eerst gisteravond ongesteld geworden. 't Schijnt een soort van Cholerine geweest te zijn. De ouders waren diep bedroefd doch niet geheel onvatbaar voor troost. Ensing terug van de vergadering van Geneeskundigen te Finsterwolde. Brief van Katriena Schaap te Watergang. 28 Juny 1871. Op den middag regenachtig. Niet naar de Tent. De familie Vrendenberg, de dames, bij onze meisjes te theedrinken. Bij meester Kwant over de Gustaaf Adolf Vereeniging, hij had nu 14 leden. 30 Juny 1871. Bij Teunis Timmer, gesproken over de reis van Dirk van Harlingen naar Texel a.s donderdag, om het niet varen van de Zijlstra nu met Timmer. Gesprek over Jan zijn studieplan. Ik herinner dat de studie der Geneeskunst veel tijd en geld kost, doch dat het Jan aan capaciteiten daarvoor niet ontbreekt. Het geld blijft groot bezwaar. De ouders zeggen niet dat dit bezwaar te overwinnen is. Des avonds gesprek met Menno voorwaarde voor het koopen van een nieuw pak kleeding. Hij wil dat gaarne om zoo mogelijk te beter in huiselijke kringen te Amsterdam te kunnen verschijnen. Eindelijk toegestaan op goede beloften van hem. 1 July 1871. Menno naar de diligence gebragt voor Amsterdam, waar hij zich moest vertoonen aan Van Hasselt enz om weer in 't genot van zijn tractement gesteld te worden. 1 july 1871. Bakels des avonds hier tot 12 uur genoeglijk. 4 July 1871. Des voormiddags naar de Tent gewandeld, aldaar koffij gedronken, aldaar Wieringa, Bakels en Mina. Te 12 ure kwamen volgens afspraak Dominees Bron en Cremer, den Heren Rinner en Klink (zangmeester) met enige anderen, met 70 kinderen, de oudsten van de Zondagsschool van Den Helder, met een goede voorraad levensmiddelen. Zij vermaakten zich dapper met loopen, spelen, zingen, kegelen, marcheren in de Zandkuil onder leiding van Bakels, Vrendenberg [en Huizinga]. Na het eten vonden wij de kinderen in de Lindeboom en trokken daarmede door het dorp (de predikanten bezagen de Gereformeerde Kerk en onze Kerk). In het park onder een grooten toevloed van menschen zangoefeningen. Vervolgens weer in den Lindenboom, waar de Burgemeester de kinderen op bier onthaalde, waarop Vrendenberg en ik vertrokken. Het gezelschap zou, na rust en etenstijd op de Tent, met een extra boot weder des avonds terugkeeren. Het weder was vandaag meerendeels gunstig, meest zonneschijn. Katrina, Sina en Dolfina des avonds bij Margo en Rina met alle dames Vrendenberg. Menno naar de Sociëteit. Wij beiden daarna serieuze gesprekken over naauwgezetten tijdsbesteding voor Menno vooral zoo noodig om eervol zijne bestemming te bereiken en schuld te delgen. Ik kreeg weinig hoop dat het hem daarmede ernst was. 6 July 1871. Katrina verjaart. Zij ontvangt Aurora 45, zal ontvangen photographie-album. Met Menno te half 3 naar 't Oude Schild gewandeld. Tuinder zegt ons dat Timmer met mijn zoon enz in de haven is. Wij vinden ze daar wachten op een wagen. Eerste ontmoeting met de kleine Jakob in het achteronder van Timmer. Wij zeer verheugd elkaar te zien. Zij waren gistermorgen uit Groningen en vanmorgen half 3 uit Harlingen gegaan. Te half 3 in de haven gekomen. Vrij wat zeeziek geweest. Zij hadden een kindermeisje Johanna meegebragt. 7 July 1871. Schoone dag, veel buiten gezeten, Menno zwemmen. 9 July 1871. Zondag. Gepreekt aan de Waal. Dirk wandelde met mij mede en was mijn toehoorder. Bakels preekte aan den Burg, voldeed uitstekend. Bij ons aan huis veel bezoek. Ensing bleef bij ons eten. Breeden Kerkeraad, Van der Linde beroepen. 11 july 1871. Des namiddags Bakels hier. Van der Linden is beroepen. Daarna met Bakels gesproken over de uitslag der verkiezing. Hij was naar het scheen eerst zeer terneergeslagen geweest. Hij had zijne niet-verkiezing eerst beschouwd als eene hernieuwde aanwijzing dat hij niet was de regte man op de regte plaats, en dat hij alzoo een andere werkkring moest zoeken. Later was hij weer enigermate daarvan teruggekomen. Het bleek nogtans dat hij zeer veel bemoediging behoefde, die ik hem zooveel mogelijk trachtte te verschaffen. Hij zeide: hij had ingenieur moeten worden, want alles wat tot dat vak betrekking had, was zijn lust en zijn leven. Maar hij had zich laten overhalen door familie en betrekkingen om de andere werkkring te kiezen. Op 't laatst had hij zich dan ook daaraan geheel toegewijd, doch toen hij zoo lang proponent bleef zonder plaats, en na nu het van nieuws scheen te blijken dat hij alleen maar aan den Hoorn iets deugde, nu zou hij wel meenen dat hij een geheel verkeerde keuze gedaan had. Het scheen mij echter te gelukken hem te bemoedigen. Hij vetrok tegen 12 uur bij zeer ongunstig weer. 12 July 1871. Menno met Herman Westenberg een rijtoer te paard gedaan met het paard van Jakob Roeper. 14 July 1871. Dirk, Menno en ik zaten tezamen en bespraken de toekomst van Menno. Hij hoopte in April des volgendes jaars examen te doen als arts. Wij deden hem opmerken hoe hij dan aanhoudend werken moest, meer dan immer- althans 6 uur per dag. Menno dacht dat 3 uur voldoende was. Met Dirk besprak ik voorts het noodzakelijke om hem, als hij weer in Amsterdam ging, onder streng toezicht te stellen (als bijvoorbeeld Holkema en anderen te Groningen onder Lorgion). Ik zou verzoeken dat zijne toelage aan mij uitbetaald werd, opdat hij slechts weinig geld om handen zou hebben. Wij zaten genoegelijk op de overdekte plaats. Laatstleden dingsdagvoormiddag had ik hier mijne latijnsche leerlingen Jan Timmer en Joh. Eelman in praesentie van Dirk en Katrina. Dirk examineerde ze in Wiskunde, Engelsch, Fransch, Duitsch, Geschiedenis oudere en nieuwere. Het bleek dat zij van alles vrij goed op de hoogte waren. Hij wees hier verder aan wat nog geschieden moest eer zij admissie examen konden doen en achtte een spoedige plaatsing op een Gymnasium noodig. Vanmiddag was Lina Bok hier die ons gisteren een mand vol heerlijke aardebeijen zond. 15 July 1871. Wederom zeer warm. Dolfina ontving een brief van Samuel dat hij, om eene lijkschouwing, eerst a.s donderdag (i.p.v. vandaag) kon komen, wat voor Dolfina vooral eene groote teleurstelling is. 16 July 1871. Samuel komt, gister van Leeuwarden gegaan, hedenmorgen van Amsterdam. Wij verheugen ons allen zeer in zijn komst. 17 July 1871. Des avonds naar de Nutsvergadering. Bakels tot afgevaardigde benoemd. Aldaar Wieringa, Bakels, Muller, Glijnis, zijn zwager De Vries uit Alkmaar, Loman, enz, 11 in getal. 18 July 1871. Dirk doet des morgens voor het ontbijt doorgaans eene wandeling naar de Waal. Menno ontvangt berigt dat zijn tractement met 1 July weer is ingegaan. Des avonds eene groote damesvisite. 19 July 1871. Wij allen des namiddags naar de Tent. Koos met het kind met de diligence. De kleine Jakob vond het er zeer aangenaam. Vooraf bij Jacob Hin, zoon van Cornelis Hin, waar ik meende Jan Bruin (zijn vrouw Neeltje Kikkert onlangs bevallen) te bezoeken. 20 July 1871. Stikkel des voormiddags hier om Samuel en Dolfina in ondertrouw op te nemen. Brief aan Huidekoper geschreven. 21 July 1871. Jan Smit den tuin opgeknapt. 22 July 1871. Des middags komen de communicatiebrieven voor Samuel van Leeuwarden. Hij druk aan 't invullen en 100 brieven voor 3 uur verzonden. Jan Smit, Menno en Sina en Margo dennenloof uit 't Boschje gehaald en daarmee de gaanderij versierd. Twee kleindochters van Vrendenberg komen Samuel en Dolfine een geschenk brengen. Van de week een voer zand in de tuin gekregen van Sijbrand Jansz Keyser voor Jakob om daarop te spelen. 23 July 1871. Zondag. Van der Linde bedankt voor 't beroep. Na 't eten vele bezoeken ter felicitatie. 24 July 1871. Buisman was aan den Burg met zijn meisje (jufvrouw Vriesendorp van Dordrecht). Hij heeft 't beroep naar Wieringerwaard aangenomen. 25 July 1871. Waschdag. Ensing berigt de geboorte van een zoon van Bakels. 26 July 1871. Dirk naar de Koog gereden met Bruno Bok, Menno daarheen geloopen. Ik vervolgens ook daarheen geloopen. Bij Willem Dalmeijer en vrouw koffij gedronken. Intusschen komen vele rijtuigen aan van den Burg, met de voornaamste familieën. Te 11 ure ongeveer op 't strand proeven genoomen met de reddingsboot en 3 vuurpijlen met lijnen afgeschoten. De zee stond zeer hol, er was een sterken wind. Aangenaam in de duinen vertoefd. Dirk, Menno en ik ververschingen gebruikt in het gezelschap van den Heren Keyser en Loman. Tegen 3 uur naar huis. Ik met Dirk gewandeld. Een hevig onweer komt op met regen, hetwelk heviger wordt toen wij na een klein uur loopens te huis kwamen. Een genoeglijke middag doorgebragt. 26 July 1871. Koekebakker wordt als tweede beroepen met 12 stemmen, 5 op Boeke, 1 op Bakels, Boetje en Taconis. 27 July 1871. Wij verwachten Koosje Wentink met Timmer van Harlingen. Terwijl Samuel haar om 2 uur van 't Oude Schild wil gaan halen, komt zij aanrijden, had een slechte reis gehad, zeeziek geweest, zeer zwak en teeder. 28 July 1871. De geheele familie naar de Tent, Margo en Rina mede. Wij daar koffij gedroken, gekegeld, stom ambacht gespeeld, ons zeer vermaakt. Ik naar Pieter Dijksen, de kraamvrouw gefeliciteerd. Gesprek over de Kerkgang der kraamvrouwen. Zij beiden achten die onnoodig. Ik heb ernstig daartegen gesproken, doch ik verwacht er niet veel uitwerking van. Zij schijnen geene menschen te zijn van diep gevoel. 29 July 1871. Warm weder. Des morgens weer in de gaanderij ontbeten. Gister berigt ontvangen dat Martinus Wentink zondag zal komen. 30 July 1871. Bij den Heer Bok. Deze had onlangs een flauwte gehad. 30 july1871. Bakels preekt aan den Burg. Hij stelt het twijfelachtig of hij dingsdags bij ons zal komen (bruiloft). Ik schrijf hem des avonds een nog sterker uitnoodigingsbrief voor hem en nu ook voor zijne zuster. 31 July 1871. Dirk Bruin in de Waalderstraat aan de Pokken overleden gister en vanavond begraven. Pieter Koorn ligt ook aan de Pokken. Ensing is op reis naar Haarlem, komt morgen terug. 1 Augustus 1871. Briefje van Bakels dat hij bedankt, schoon hij met de families Westenberg en Heijkoop den dag op Akyab gaat doorbrengen. Jan Smit den tuin opgeknapt. Stoelen uit de Kerk en tafel uit de Kerkekamer gebragt. Gasten ontvangen in de gaanderij, te zamen 21. Na de thee in de tuin gewandeld. Verschillende vertooningen en voordragten, alles voortreffelijk en tot algemeen genoegen uitgevoerd in de tuinkamer met open deuren, de gaanderij versierd met groen en vlaggen en met lampions verlicht. Tegen 12 uur aan tafel in de binnenkamer, Dirk ceremoniemeester, tot half 4. Met eenige flesschen champagne werd 't feest besloten, dat bij ons allen aangename herinneringen zal nalaten. 2 Augustus 1871. Zondag. Des morgens half 9 komt Martinus Wentink uit den Haag. Schoone dag. Allen naar de Tent. 2 augustus 1871. Des avonds laat komt dominee Bakels om eenige opheldering te vragen waarom ik eerst alleen hem en daarna ook zijne zuster genoodigd had. Mina oordeelde dat men haar eigenlijk niet hebben wilde en daardoor had ook hij bedankt. De zaak wordt eindelijk weer in het gelijk gepraat. Hij ging te 12 ure naar huis, nu wel voldaan. Samuel en Dolfina hadden dezer dagen fraaije geschenken ontvangen, zij des avonds druk aan 't inpakken. 3 Augustus 1871. Schoone dag. Om half 11 naar 't Raadhuis. Aldaar Trouwplegtigheid door Burgemeester Loman en Stikkel. Getuigen: A. Dekker, Vader Kunst, Mooijen en C. Rab. Collecte voor de armen. Weer te huis gekomen hield ik in de achterkamer een vaderlijke toespraak, over 't Huwelijk, een verbintenis van groote eerwaardigheid, van innigheid, eeuwigheid en eindelooze duur, geëindigd met gebed en hartelijke welkomst der aangehuwde dochter. Na 't middagmaal vertrokken Samuel en Dolfina met 't rijtuig naar de haven om des avonds te Amsterdam, den volgenden avond te Keulen en zaterdagavond te Rüdesheim te zijn en daar een dag of 10 te vertoeven. 5 Augustus 1871. Des morgens 8 uur Dominee Huidekoper hier, komende van Oosterbeek, altijd dezelfde vroolijke gulle man van altijd. Gesprekken over Menno, bespeurende dat deze ongaarne naar de Oost wil gaan, biedt hij aan geld te verschaffen om hem van den Dienst vrij te koopen, 2100 gulden, als Menno zorgen wil dat hij aanstaand jaar September Arts is, en dan hoeft hij maar 1500 gulden terug te betalen. 6 Augustus 1871. Huidekoper preekt aan den Burg, zeer volle Kerk, over 500. In de loop van den dag Huidekoper vele visites gemaakt, wij vele visites ontvangen. 7 Augustus 1871. De heele familie uitgereden naar 't Eijerland, Koosje en Martinus ook mee, ook Koos en de kleine Jakob en 't kindermeisje, Huidekoper in de Waal opgenomen. Naar Albert Boon, naar de Vuurtoren. In de duinen ons verkwikt met een glas wijn. Naar het strand. Van de vuurtoren zagen wij Vlieland, Terschelling, Harlingen en een groot driemastschip, voor het bloote oog onzichtbaar. Bij Albert Boon ons middagmaal gedaan met onze medegebragte proviand. Thee gedronken. Huidekoper vergoedde de moeite der kinderen met 2,50 gulden. De stalling bezien, veel over de boerderij gesproken. Wij vertrokken te 7 uur, waren te 9 ure weer te huis. Huidekoper en ik toen nog even naar Vrendenberg, aldaar Krans, geweest. 8 Augustus 1871. Vertrek Koosje en Martinus. Koekebakker komt om de pastorie in de Waal op te meten, hij is zeer weinig spraakzaam, zoodat zijn gezelschap mij weinig aangenaam is. Des middags hij met Dirk naar de Waal om de pastorij op te meten. 9 Augustus 1871. Des namiddags (zeer warm) naar de Tent met groot gezelschap, aldaar thee gedronken. De telescoop mede, veel dienst daarvan gehad. Wij 's avonds bij S.Keyser groote visite. Wij met ons allen. Keyser bragt een toast op Koekebakker die hij tamelijk goed beantwoordde, hij was overigens ook vrij stil. 10 Augustus 1871. Koekebakker vertrokken. 11 Augustus 1871. Menno ontmoet deze dagen telkens bij den Heer Westenberg twee Engelsche Heeren, Lord Grey en ……. die hier zijn om eene collectie vogels te verzamelen. Koekebakker heeft hier afsprak gemaakt dat hij met de 1e October zou komen. Ik bij Jakob Bakker met een brief van Ploos van Amstel, dat zijn zoontje Cornelis op Nederlandsche Mettray geplaatst kan worden. Een adres aan den Minister van Oorlog geschreven om ontslag van Menno uit den Dienst. Dirk verzamelt Texelsch idiomatie voor Moltzer. 11 Augustus 1871. 3 Poklijders erbij gekomen, 2 in de Waalderstraat, 1 aan 't Schild. Doctor Ensing haalt Menno bij de weduwe van Piet Koorn om te helpen constateren of deze ook Pokken had. Dirk Klaasz. Bruin en Pieter Lubbertsz. Koorn zijn 31 Julij aan de Pokken overleden. De vrouw van Jan Teunisz. Roeper, Johanna Nieuwenhuizen lijdt nog daaraan. 11 Augustus 1871. Bakels zond mij vandaag een briefkaart uit Amsterdam dat er geen verandering gekomen was in het besluit omtrent de nieuwe Bijbelvertaling. Katrina en Sina zijn gisternamiddag bij die sterke hitte naar den Hoorn geweest. Fokel voor 't eerst toegesproken. Het kind gezien met de kenmerkende neus van Bakels. 12 Augustus 1871. Samuel Meihuizen met zuster Janneke en verloofde N. van Calcar hier gekomen van Zaandam. 13 Augustus 1871. Zondag. Ik gepreekt aan Oosterend, Bakels aan den Burg. Slechts de meisjes naar de Kerk geweest. Samuel en Menno intusschen de krant gelezen. Bij Bakels (ook bij mij) zeer weinig volk. 15 Augustus 1871. Dirk des morgens 4 uur op reis gegaan. 15 augustus 1871. Ik was sedert eenige dagen in eene gedrukte stemming. Vanavond 7 uur eene wandeling gemaakt naar den Hoorn. Bij Bakels vertoefd tot 10 uur. Hij was aan het zeilen geweest. Moeder Bakels en Mina ontmoet. Kraamvrouw en kind nu voor 't eerst toegesproken. Fokel was onthutst wijl zij gehoord had dat men zeide dat haar kind te weinig voedsel kreeg aan een derde melk en twee derde water, wat toch de Doctor voorschreef. 16 Augustus 1871. Ik was gelukkig weer in een opgeruimde stemming. Naar de Waal met Katrina en Neeltje van Calcar en Janneke, die het dorp wilden zien. Bij de weduwe A. Dijksen, die, thans 68 jaren oud, haar arm had gebroken, echter niet moedeloos is. Mina Bakels bij ons. Wij des namiddags allen naar de Tent, aldaar Wassenaar, Vrendenberg. 17 Augustus 1871. Wandeling naar de Koog. Samuel Meihuizen, Menno en ik een bad in zee genomen. Voorts in duin en op 't strand een aangename voormiddag doorgebragt. Koos was te huis gebleven, Neeltje van Calcar enz ook mede. 19 Augustus 1871. Dirk weer van zijn uitstapje naar Knollendam, Haarlem, enz teruggekeerd. Ik naar Cocksdorp, begrafenis van Albert J. List. Dominee Riet van Cocksdorp is met zijn vrouw zeer blijde met zijn aanstaand vertrek naar Wijdenes bij Hoorn. Op de begrafenis en daarna de kennismaking vernieuwd met den Heer Fogteloo, leeraar Handelswetenschappen en Gymnastiek te Alkmaar, thans in zijn vacantie hulponderwijzer (als weleer) te Cocksdorp. Hij beviel mij vooral door zijn voortreffelijk voorlezen. 20 Augustus 1871. Wij allen des avonds bij den Heer Simon Keyser tot 1 uur. Bezoek van Mevr. Cordes met haar dochtertje Welmoet en Paulien Bok. 21 Augustus 1871. Samuel Meihuizen en Neeltje van Calcar aan 't pakken en afscheidsvisites maken, om de volgende morgen te 6 ure te vertrekken. Wij allen des avonds bij Vrendenberg op visite, aldaar ook Wassenaar en vrouw en 2 logees. 22 Augustus 1871. Ensing ontmoet koomende van P. Koorn waar de 2 zoontjes in groot gevaar verkeerden door 't gebruik van Rottekruid. 24 Augustus 1871. Wij zouden des namiddags met de familie Vrendenberg naar Wassenaar, doch het begon des namiddags geweldig te waaijen en te regenen. Toch gingen wij op reis, doch wij moesten allen om het weer (doornat) terugkeeren. Alleen Dirk en Menno gingen door naar 't Schild. 25 Augustus 1871. Menno gister en vanmorgen geweest bij de Engelsche Heeren Lord …… en ….. die in de Lindeboom gelogeerd zijn om hier op jagt te gaan (sedert ruim 14 dagen). Zij hebben hem gaarne om Engelsch mede te spreken. Vandaag zijn zij naar den Hoorn. Zij zijn hier om hun Ornithologisch Cabinet te completeren. Dirk en Menno waren gister met de diligence met hen van 't Schild gekomen. 25 Augustus 1871. 't Verzoek om ontslag van Menno is aangenomen, doch hij moet de subsidie van 2050 gulden betalen [Huidekoper stuurt dit]. Uitvoerige brief van Samuel en Dolfina uit Leeuwarden met reisverhaal. 27 Augustus 1871. Ik even bij de Heer Bok, ziek, aldaar Mevr. Cordes en Dr. Ensing. 28 Augustus 1871. Des morgens half 10 met Katrina, Sina en Janneke gewandeld naar den Hoorn, even bij Bakels berigt dat Dirk en Koos daar zouden komen koffij drinken met Jakob, met rijtuig. Aldaar mevrouw Bakels en Mina. Wij met ons vieren naar de duinen in 't Hoornsche Vlak, daarna tegen 2 uur bij Bakels in het prieel. Met het rijtuig met Koos en de kleine Jakob terug, Dirk ging met Bakels loopen. Dirk en Bakels naar de Krans bij Wassenaar. Ik was niet regt wel, ging te 10 ure naar bed. 30 Augustus 1871. Naar de Tent. 31 Augustus 1871. Kerkeraadsvergadering. Mina Bakels hier gegeten. 1 September 1871. Wij des voormiddags met elkander naar de Tent en ons daar onderling vermaakt met wandelen, enz. Jakob in de Zandkuil. Zeer warme dag. 2 September 1871. Zeer warm, des namiddags zwaar onweer. Het boereplaatsje op de Hoogte in brand geslagen en in korten tijd opgebrand, dit was in 15? jaar de tweede maal en de derde dat het door de bliksem getroffen was. Menno, Sina en Janneke daarheen. Tot in den nacht bleef het lichten. 3 September 1871. Bij Tetje Roeper. Haar dochter Rempje dient nu in Haarlem, wordt gevrijd door een zoon van haar zuster Trijntje. Haar zuster Dirkje, ongetrouwd, met 4 kinderen, woont in Velzen. 4 September 1871. Met de Honing-pers van Dijt de aalbessen uit de tuin uitgeperst voor wijn en bessenat. De voorraad was kleiner dan gewoonlijk, 2 en een half anker wijn en een paar kannen, bessenat een flesch of 12. 4 September 1871. Bakels des voormiddags bij ons. In de verloopen week heb ik 2050 gulden van Huidekoper ontvangen. Zijn brief beantwoord met hartelijke dankzegging. Zaterdags heb ik dat geld in eene aangeteekende brief naar de Betaalmeester te Alkmaar verzonden. 5 September 1871. Koos en Dirk vertrokken. Des namiddags Katrina, Sina, Janneke en Menno naar de Tent, aldaar Bolding, Harting, Glijnis en zijn kostschoolleerlingen. 6 September 1871. Ik bezoek de Heer Bok op zijn ziekbed. Hij had zich gisteren weer wat vermoeid met briefschrijven op het kantoor. 7 September 1871. Jufvrouw Gersen hier met de naaimachine. Janneke vertrokken. 8 September 1871. Een anker beijersch afgetapt. Des avonds 7 tot des nachts 1 uur allerverschrikkelijkst onweer. 11 September 1871. Landbouwtentoonstelling aan den Burg, des middags harddraverij op de Waalderweg, volksspelen, concert in de Kikkert. Bakels des voormiddags hier. 12 September 1871. Huisbezoek op de Veen, Hoogeberg, Oudeschild. Menno vertrokken over Harlingen naar Groningen. Ik hem des avonds te 12 ure naar Teunis Timmer gebragt, met wien hij naar 't Oude Schild zou wandelen 's nachts 2 uur af te varen. 13 September 1871. Huisbezoek over Hoogeberg, Westergeest, Oude Schild. Geen middageten dan uit mijn trommeltje. 14 September 1871. Huisbezoek met Cornelis Jansz Bakker over de Mient (vooraf Nieuwland enz), naar de Westen en Driehuizen. 15 September 1871. Deze dag ontving ik het volledig eervol ontslag van Menno uit de Militaire Dienst. Even bij de Heer Bok. Zeer ziek en zwak. 18 September 1871. Nutsvergadering. Bakels leest een zeer uitgebreid en voortreffelijk verslag van de Algemene Vergadering te Amsterdam. Ik treed aan het einde ter vervanging van Ensing als Praesident op. Bakels hier boterham gegeten. 19 September 1871. Huisbezoek Waalderstraat, Koogerstraat, Steenen Plaats. 20 September 1871. Huisbezoek Weverstraat van Kooiman af tot Soutje Rab. Katrina naar den Hoorn, Sina naar Vrendenberg. 21 September 1871. Huisbezoek Warmoesstraat tot P. Bakker. Des avonds bij den Heer Bok, nog zeer ziek en zwak. Bij de weduwe Reijer Keyser onaangename ontmoeting met haar zoon Sijbrand, die niet wilde dat ik ooit weer aan zijn huis zou komen tot uitnoodiging ten Avondmaal of in 't geheel als Kerkelijk persoon. Zijn broeder Pieter was meer handelbaar. Gister bij Simon Eelman mede onaangename ontmoeting, zoodat ik niet voornemens ben dien man ooit weder als lid der Gemeente toe te spreken. 22 September 1871. Des avonds brief geschreven aan Samuel ter zijner verjaring. Brief aan Samuel en Dolfina te Leeuwarden: Bij mijn huisbezoek ontving ik nog gedurig felicitaties over uw huwelijk, aan 't Oude Schild vooral, niet het minst van Aagje Smit, oude werkster van Dominee Wentink. 24 September 1871. Zondag. Naar Oosterend. Jan Bakker had niet aan de reis gedacht, zoodat wij eerst kwart voor 10 afreden. Na 35 minuten kwamen wij daar aan, maar gelukkig was het te Oosterend nog vóór 10 uur. Cornelis Keyser hier des voormiddags, zeer voldaan over Bakels die hier vandaag afscheid preekte. Des avonds Sijbrand Jansz Keyser hier, besloten een brief tot dankzegging aan Bakels te rigten. Des namiddags bij Vrendenberg en Ensing over het in de Heldersche Courant in te zenden stuk over ons Departement van 't Nut. 25 September 1871. Katrina dagelijks (terstond na het vertrek van Janneke) weer druk aan de studie. Sien druk aan 't klaarmaken voor de receptie van morgen (Koekebakker). 25 September 1871. Brief voor Bakels klaargemaakt. Nutsvergadering. Vooraf met het courantenartikel over 't Nut bij de medebestuurder Petersen. Zijn vrouw dacht dat het Nut weldra op den flesch zou gaan, want het was altijd Bakels en Ensing, en Ensing en Bakels. En de inhoud hunner rede was vleesch braden en kamers luchten enz, alles wat ieder vanzelf wel wist (!). 25 September 1871. Dominee van Vledder klaagt over de meid die zij uit Harderwijk medegebragt hadden en die hen zeer tegenviel, en over zijn jongste kind dat de ouderen alle nachten den slaap ontroofde. 26 September 1871. Katrina en Sina des voormiddags naar de Waal om daar toebereidselen te maken tot de ontvangst van Koekebakker. Cornelis P. Keyser met de wagen naar de haven om de familie af te halen, Koekebakker, Aaltje, Guurtje en de meid. Ik in de Waal geholpen met 't plaatsen van de meubelen. Na half 5 vertrokken wij weder. 27 September 1871. De weduwe Pieter Koorn (Dirkje Groeneveld) hier met het verzoek dat ik een brief voor haar zou schrijven ter aanbeveling voor wekelijksche giften. Ik oordeelde beter dat Vrendenberg dat deed. 28 September 1871. Kamerdag aan de Waal, voor 't eerst in het nieuwe gebouw. 1 October 1871. Zondag. Zeer onstuimig regenachtig weder. Bevestigingspreek in de Waal voor Koekebakker, ook zijn moeder en zuster Lobregt uit Deventer overgekomen. Van de predikanten alleen Bakels (op de kraak). Des namiddags Intreerede van Koekebakker, aanwezig 300 mensen, en Vrendenberg, Wieringa, Bakels, Wassenaar, Buisman, Bruno Bok, meester Keyser, Kwant, enz. Des middags Koekebakker intrede-preek voor 300 toehoorders over Efez. 3. Hij werd algemeen, ook door mij, met veel genoegen gehoord. 1 October 1871. Ik veel gesprek met Sijbrand Koning over het rampzalig uiteinde van Pieter Koning, ter zee gevonden, vermoedelijk door Jaap den Brander (Boon) gedood. Het Geregt van Alkmaar doet onderzoek, voorafgegaan door dat van Ensing. [In het boek "Texel van 1900 tot nu (d.i. 1993)" staat: Jawik "de Brander" Boon uit de Koete (Ameland) zou ooit in de naar hem genoemde Koetebuurt gewoond hebben. Hij "verloor" eens een passagier, die meevoer op zijn boot. Het lijk werd later gevonden, maar had geen portefeuille meer …..] 1 October 1871. Treurig geval aan de Koog, waar het kind Catharina van Willem Jansz. Dalmeijer en Marretje Reijers Daalder door onvoorzichtigheid der moeder in de kasstoel door kolendamp gestikt was. 2 October 1871. Krans bij Van Vledder. 't Plan van Wieringa en Bakels besproken en hun reglement goedgekeurd om op elke Krans een punt van bespreking te stellen. 3 October 1871. Huisbezoek aan den Burg. Briefwisseling met Buisman. Hij verwachtte alleen de Heeren en niet de Dames. Deze hadden elkander en Wieringa en Bakels zoo opgewarmd, dat Wieringa en Bakels hun bezoek in scherpe bewoordingen afgeschreven hadden. Ik hoorde dit gistermorgen en dat Vrendenberg ook niet kon. Nu schreef ik het ook af. Doch op een brief van Buisman van hedenmiddag nam ik het aan wijl het goed weder was. Bij Buisman, die zeer verblijd was dat wij nog kwamen, genoeglijk geweest met Koekebakker en Wassenaar. Gesprekken over de collega's. Over Van Vledder geeft Buisman zijne beschouwingen aan Koekebakker. Over Pieter Koning en Jaap den Brander. Over het studentenleven. Over de toekomstige inrigting van onze Krans. Te 1 uur scheidden wij. 4 October 1871. Huisbezoek. Koekebakker in de Waalderstraat, ik ingelijks, in de Hogerstraat geëindigd. Vandaag overal de gesprekken over Pieter Koning. Ik des namiddags 3 uur ter begrafenis van Pieter Koning uit het huis van Jan Koning. Ik deed de toespraak, niet ter vertroosting, die onnodig scheen, maar wel tot ernstige waarschuwing tegen sterken drank en het toegeven aan allerlei verkeerde neigingen en driften. Katrina des voormiddags naar den Hoorn en des avonds met Sina naar de Waal, bij de dames Koekebakker gegeten. Vandaag brief van Dolfina en Samuel. Deze heeft het verbazend druk. 5 October 1871. Huisbezoek aan den Burg. 7 October 1871. Zaterdag. Koekebakker hier, zijn vader van 't Oude Schild gehaald. Zondagmiddag 3 uur gaat hij alweer. 8 October 1871. Afscheid van Buisman te Oosterend en van Riet te Cocksdorp. 9 October 1871. Krans bij mij. Bakels geeft (schriftelijk) een uitgebreid en belangrijk verslag van de door hem bijgewoonde Vergadering van het Bijbelgenootschap te Amsterdam. Katrina bespreekt nog eens weer de vraag met mij of zij de reis zal ondernemen naar Sneek, naar het bruiloftsfeest van hare vriendin Grietje van Driessen, waartoe zij uitgenoodigd is. Eindelijk, eindelijk, na alle bezwaren te hebben voorgesteld en ernstig aangedrongen, besluit ik om haren hoogsten wensch te vervullen om die belangrijke uitgaven daarvoor er aan te kosten te leggen, wijl zij het zoo vurig wenscht, het geen haar verheugt, terwijl het haar smart dat zij nu alleen, zonder Sina, die vreugde zal genieten. De vrouw van Sijbrand Jansz. Keyser, Cornelisje Dirks Kooiman, heeft gister een eergister bloedspuwingen gehad. 11 October 1871. Des voormiddags Gerbrand Dros jr. hier om te spreken over Nederlandsche Mettray als plaats voor zijn broeder Douwe, 12 jaar oud, voor het onderwijzersvak. Ik geef hem het Reglement mede. 11 October 1871. Sientje naar Margo en Rina, pas van hare Zwitsersche reis terug gekomen. Zij bragten voor Katrina en Sina elk een gouden ring mede tot welkom te huis. 12 October 1871. Sina met Aaltje Koekebakker naar den Hoorn bij Bakels (hij zelf is gister op reis gegaan). Bakels en Fokel voor 't eerst na maart weer aan den Burg en loopende met hare zuster waren dingsdag hier des voormiddags. De Heer Bok scheen weer zoo goed als hersteld te zijn, behalve dat hij zich zeer matigen moest in spijsgebruik. Bok beklaagde zich zeer over de staat van het schoolonderwijs hier onder meester Brouwer. Het Gemeentebestuur moest die man nu noodzaaken om zijn post neer te leggen. 13 October 1871. Brief aan broeder Jakob (over den dood van Pieter Koning daarbij uitvoerig verhaald). 14 October 1871. Des avonds Henriëtte Bok hier om te vernemen naar de prijs der lessen van Glijnis. 15 October 1871. Vandaag aanmelding der Doopelingen, 5 voor Koekebakker en 7 voor mij. Des avonds wij met elkander naar Jacob Roeper, aldaar ook Cornelis Keyser en Marretje. De avond genoeglijk gepasseerd. Roeper bragt Koekebakker en zuster met de wagen naar huis. 16 October 1871. Ik niet naar de Krans bij Wassenaar, maar ter begrafenis van Jakob Jansz Bakker. Pieter Bremer verhaalt een en ander van Jufvrouw de Bleijker uit Calmasau, die te Cocksdorp geloogeerd was geweest. Bij Aaltje List, nu verheugd omdat zij eindelijk berigt van haar man uit Batavia had ontvangen na 140 dagen reis daar aangekomen. 17 October 1871. Mijne catechisatie geopend. 18 October 1871. Ik even bij Sijbrand Jans Keyser. Hij vindt het goed dat wij aan Aaftje Dekker eene slaapplaats aan den Burg verschaffen, als ik vervolgens de Doopelingen catechisatie op woensdagavond stel ten gerieve der overige leerlingen. Onze meid vandaag naar eene vriendin op Oost om 1 nacht uit te blijven. 18 October 1871. Des avonds Margo en Rina hier met hare logeergast Jufvrouw de Bleijker uit Calinassee in Michigan in Noord Amerika, met wie ik een paar uurtjes zeer genoeglijk spreek. Dochter van Paulus de Bleijker, vroeger boer in 't Eijerland, nu grootgrondbezitter in Kalamazoo in Michigan. Zij was hier 21 jaar vandaan geweest, was nu 32 jaar. Zij was in July van huis gegaan met een aantal dames die zich hier wilden aansluiten onder geleide van een meer bejaarde dame tusschen 50 en 60 jaar, vrouw van een vroeger Seminariumdirecteur te Calinasee, eene reis door Europa te doen. Het gezelschap bestond uit 23 personen, waarvan een paar in Engeland waren teruggebleven. Eerst hadden zij Schotland bereisd, daarna België, toen Holland, een paar waren naar Hannover getrokken om daar te blijven, anderen reisden nu in Zwitserland en willen door Duitschland, Oostenrijk naar Constantinopel. Zij zelve dacht niet zoo ver te gaan. Twee heeren, een zoon der gouvernante, vergezelden haar om te zorgen voor de bagage, alle bestellingen, enz. Alle morgens werd het reisplan van de dag geregeld, getelegrafeerd naar de hotels, opgave gedaan van de uitgaven. Zij sprak vrij goed Hollandsch, maar moest soms eens naar het regte woord zoeken voor het Engelsche dat haar in de zin kwam. Zij sprak met haar vader steeds Hollandsch, schoon deze met zijn, nu reeds 4e (2e Amerikaansche vrouw) altijd Engelsch sprak. Zij woonden daar te Calinasee (10 of 11.000 zielen) zeer schoon. Kerken, onderwijs, de verschillende deelen des lands. Spoorwegen. In 7 dagen+nachten van New York naar Calefornia. Chicago nu verbrand. Speculatie. Landbouw. Haar oom Maart en woonde 60 mijlen vandaar. Zeer geschikt. Van de andere familie scheen zij niet veel te weten, alleen Maarje de Bleijker die aan Immerzeel getrouwd was geweest woonde in haar nabijheid. Karakter van de Amerikanen. Vlug, vaardig, resoluut, dat der Hollanders meer langzaam. In Calinasee 1000 Hollanders. Zij kon ze aan gelaat en houding alligt herkennen. Indianen, wreedheden, waartoe echter aanleiding bestond daarin dat zij de gelden niet altijd ontvangen die het Gouvernement hun bewilligde voor de afstand van grondgebied. Zij noemden de President den Grooten Vader. Zij scheen een verdelgingsoorlog tegen zulke wreedaards gewettigd te vinden. De Hollandsche landverhuizers werden in New York niet meer bedrogen dan door hun eigen landslieden. Zij meende overigens dat er in Amerika meer geestelijke ontwikkeling was dan elders, doch bragt ook telkens in rekening dat zij andere landen ook niet meer dan door oppervlakkige beschouwing kende. Het deed haar blijkbaar regt aangenaam aan toen zij vernam dat Longfellow hier in huis ook met zoo veel genoegen gelezen wordt. Het was haar meegevallen dat zij zoo velerwege menschen vond met wie zij zeer goed Engelsch spreeken kon. Hollandsche plaatsnamen in Amerika. De naamsoorsprong van Calinasee een Indiaansch woord, zij noemde meer zulke Indiaansche namen. 19 October 1871. Jufvrouw Koekebakker hier vandaag. Sina met haar druk aan 't naaijen (met naaimachine). 20 October 1871. Aal Koekebakker door Sina naar de Waal gebragt. Pauline Bok hier. Brief aan Samuel: Tot mijn blijdschap moet ik zeggen dat de Intreepreek van Koekebakker een zeer gunstige indruk heeft gemaakt en dat de nieuwe dominee zijn taak goed schijnt te begrijpen. Wij hebben aan hem en zijn zuster veel gezelligheid gewonnen, zoodat er niet veel dagen in de week verloopen, dat wij niet de een of ander eens zien. Hij komt wel wat stroef voor, en zeer levendig in gezelschap is hij ook niet, maar 't ontbreekt ons aan stof tot discours toch niet. Er is natuurlijk ook veel waaromtrent ik hem kan inlichten. De pokziekte is hier zoo goed als geheel geweken. 22 October 1871. Gerbrand Dros wil zijn zoon Douwe naar Nedelandsche Mettray zenden. 23 October 1871. Krans bij Koekebakker. Ik des namiddags naar den Hoorn naar Bakels die ziek was. Sina was er des morgens. 25 October 1871. Visite van Margo en Rina en jufvrouw de Bleijker. 27 October 1871. Jet Ensing [heeft] gister Sina vlijtig geholpen met naaien. 30 October 1871. Des avonds Nutsvergadering. Bakels Redevoering "ook een sociale Kwestie", dat elk tevreden moet zijn in zijn stand. Loman bijdrage over volksarmoede. Ik hoorde beide met veel genoegen. Ik voor 't eerst Praesident. Talrijke vergadering. Bakels en zuster Let hier boterham gegeten, ook Koekebakker. 1 November 1871. Margo en Rina en jufvrouw de Bleijker (thans bij Jane Dijksen geloogeerd) hier koffij gedronken. 1 November 1871. Katrina druk met afscheidsbezoeken, met inpakken (in koffer van Ensing). Van de week ook brieven van Dirk en Koos. Gunstige berigten over Menno, die mij zeer verblijden. 2 November 1871. Des morgens 4 uur Katrina aan de diligence gebracht om met Timmer naar Harlingen en vervolgens naar Sneek te reizen ter bruiloftsfeest van Grietje van Driessen. Jan Smit in de tuin. Latijnsche les. Jan Smit de 5 mud Roerkoolen van Nieuwenhuizen nagemeeten en een half mud bijkans te min bevonden. 5 November 1871. Brief van Katrina uit Leeuwarden waar zij zich sedert donderdagavond zeer genoeglijk bij Samuel bevond, om zaterdag naar Sneek te gaan. 6 november 1871. Krans bij Bakels. Hij verdedigd de stelling "het Supra-naturalisme heeft alleen een historisch belang". Men kwam niet tot eenheid wijl Wieringa en Van Vledder onder Supra-naturalisme iets anders wilden verstaan dan Bakels. 8 November 1871. Aafje Buijs hier van Cocksdorp. Zij wil graag, bij het steeds afnemen harer welvaart, een manufactuurzaak beginnen, waarvoor zij 50 gulden zou behoeven. Zij wenscht dat de Gemeente dat geld verstrekt, ik geef haar weinig hoop, doch wil wel, als 4 anderen het met mij deden, haar 10 gulden renteloos voorschieten. 8 November 1871. Sina des avonds naar de weduwe Dijksen, aldaar Margo en Rina en Martha de Bleijker, ook Fokel en Let die vooraf hier even waren. 9 November 1871. Adres aan de Gemeenteraad om 100 gulden tractementsverhooging voor Ensing, zoodat het op 500 kome, opdat hij niet naar elders te verhuize. Bakels hier, gaat naar Loman om weder als gister hem te helpen met het beproeven der luchtpomp. Sina des namiddags naar de Waal, Koekebakker. Bij ongunstig weder des avonds half 10 door hem geleid terug. 12 November 1871. Zondag. Gepreekt te Oosterend. Ik bezoek gebragt bij den Heer S. Keyser om kennis te maken met den Heer Everts aldaar, een man die zich geschikt voordoet, maar niet schijnt te passen bij Rina. Ik nu eerst met den Heer Keyser gesproken over zijn reis naar Zwitserland. Hij vertoonde mij een aantal photographische afbeeldingen. De stereoscoopplaten moest ik op een avond eens komen zien. Des namiddags de knaapjes Pieter P. Keyser en Jakob Jakobsz Roeper hier om te dammen, prenten te kijken enz. 13 November 1871. Krans bij Vrendenberg. De stelling "Kerkhervorming moet een vooruitgang zijn" werd door allen, vooral door Bakels, uitvoerig besproken. Bakels blijft bij ons eten, moest daarna nog naar Loman. De aanwezigen teekenden allen hunne namen op het Adres aan de Gemeenteraad voor Ensing. Van de vallende sterren, die in deze laatste nacht veelvuldig gezien moesten worden, niets opgemerkt. 14 November 1871. Sina naar den Hoorn, des avonds terug. 16 November 1871. Gister Monshouwer hier geweest, hij is voorstander van 't Afschaffingsgenootschap. Ik verhaalde hem van onze zaak alhier, maar had weinig tijd wijl ik naar de catechisatie moest. 16 november 1871. Koekebakker verhaalde gisteravond dat Bakels te Noordeind (Zaan) op 't beroep preekende niet zoo veel voldaan had als Goteling Vinnis. 18 November 1871. Dirk zond mij zijn boekje "Uitstapjes in het rijk der natuur". 19 November 1871. Zondag. Gepreekt aan de Waal. Bij Jakob Pietersz Kuiper, zijn vrouw hersteld uit het kraambed, zijne thans 8 kinderen allen gezond. De oudste, vlug in 't leeren, gaat bij Glijnis aan den Burg. Hij verklaarde dat hij zeer ongelukkig was. Uitwendig waren zij gelukkig, maar innerlijk het teegendeel. Hij had zijne vrouw hartstochtelijk lief en voorzeker zij hem ook, maar toch hadden zij geen vrede. Zij was jalours. De vrouw gaf te kennen dat zij wel reden had, dat zij het gebeurde wel kon vergeven maar niet vergeten. Zij vroeg of zij alleen de schuld had der bestaande onmin? Hij zeide op hem lag de schuld, hij was driftig en liet zich in drift menigmaal een ongepast woord ontvallen. Ik sprak van den liefde die tusschen hen was, van de dwaasheid om die te laten verkoelen, van de noodzakelijkheid van opregte vergevingsgezindheid, van het lot waarmede de toekomst hen bedreigde, van de toekomst hunner kinderen opgroeiend in een verdeeld huisgezin, enz, enz. Van het pijnigende van vruchteloos naberouw als welligt spoedig de dood hen kwam scheiden enz, en had weldra het onuitsprekelijke genoegen hen weder tot één te brengen. Toen ik heenging betuigden beiden evenzeer hunne dankbaarheid over mijne welgeslaagde pogingen. Des avonds naar Pieter Boon, daar met genoegen een paar uur vertoefd. Ook over kinderopvoeding, waarvan zij het belang zeer goed bleken te gevoelen. Zij eischten ook gehoorzaamheid van hunnen kinderen. Zij zagen wel in hoe de slapheid van vader en moeder Eelman hun jongste zoon Willem geheel bedorven had, zoodat zij thans geen huis met hem konden houden. Koekebakker en zuster bij ons blijven boterham eten. 20 November 1871. Sina en ik des morgens met Vrendenberg naar de Waal, Sina naar Aal Koekebakker. Krans bij van Vledder. Van Vledder had de stelling te verdedigen "dat de Moderne Theologie als het Supra-naturalisme verwerpende, daarmede Bijbel, Christendom en Protestantisme ondermijnde". Bakels eindigde zijne lange rede met eene gemoedelijke toespraak waarin hij blijdschap te kennen gaf dat de breedvoerige verklaring van Van Vledder bij hem groote bezwaren tegen hem Van Vledder had weggenomen, en dat hij hoopte dat wij allen ook bij verschil van Rigting vriendschappelijk zouden voortwerken aan de ons opgedragen taak. Ik geef op de vraag hoe de Godsdienstleeraar zich moet houden tegenover sterken drank? Hier ook weer, evenals verleden week bij Bakels, waren de meeste kransgenoten jeneverdrinkers, alleen Vrendenberg en ik niet. Sina en ik bleven dezen dag bij Koekebakker eten. Ik verhaalde de geschiedenis van mijn vraagboekenstrijd. Bij C. Keyser Pzn. Marretje was erg zenuwachtig omdat zij zich driftig had gemaakt om de meid die een der kinderen had bestraft. Ik was even bij Cornelis Pietersz Keyser (krant gebragt). Hij verhaalde hoe Bok sr. voor de verhuring van De Kamp 50 gulden meer gerekend had dan nodig was, omdat die notarieel en niet ondershands verhuurd had. 21 November 1871. Het heeft vandaag steeds door vrij wat gevroren. Ik heb de Dahliabollen uitgenomen en de Roozeboomen bedekt. Pieter Kalf is achter de Vermaning aan het boomen planten. Dezer dagen weer een uitvoerige brief van Katrina ontvangen. 22 November 1871. Sijbrand Jansz. Keyser hier; de notaris Bok had eene veel te hoge rekening ingeleverd voor de verhuring van De Kamp. Ik zou in de notulen nazien of er niet eene belofte van hem te vinden was dat hij niet hooger dan Sijbrand Pietersz. Keyser zou rekenen bij ondershandse verhuring. 26 November 1871. Zondag. Wij te 6 ure naar de Hervormde Kerk waar Bakels verslag deed van het Bijbelgenootschap, zonder tekst. Eerst eenig verslag, toen aanbeveling. Vervolgens eenige opmerkingen. Er was zeer weinig gloed of verheffing in. 't Voldeed mij weinig. Vrendenberg was opgeruimd en wel. Wij aten met Koekebakker en zuster thuis. Dominee Wieringa kwam te 10 uur inloopen en vroeg mij met een ernstig gelaat of ik niets gehoord had van Vrendenberg? Ik wist van niets. Toen deelde hij mij het gerucht mede, van Dirk Keyser uitgegaan, dat de zaken van Jan en Anton Vrendenberg in Amsterdam fout waren. Na overleg spoedde ik me naar Dirk Keyser. Hij bevestigde mij de waarheid en deelde mij de brief mede waarin stond dat zij beide gearresteerd waren. Dominee Wieringa nam, op mijn sterk aanstaan, op zich om Vrendenberg, die blijkbaar van niets wist, er opmerkzaam op te maken. Hij kwam later weer hier. Vrendenberg had uit een briefje van zijn zoon Hendrik uit Amsterdam zoo even juist iets daarvan vernomen. Ik ging te 11 ure er nog even heen (Vrendenberg en vrouw gaan straks 3 uur op reis). Groot was ons aller ontsteltenis en verslagenheid. Ik kon de eerste uren niet slapen, net zoo min als Sina. 27 November 1871. Hier Krans, waarop Van Vledder, Koekebakker, Bakels, Wieringa, Wassenaar. Ik besprak de vraag welke de houding van de Godsdienstleeraar moet zijn tegenover de sterke drank. Ik toonde aan dat deze een vijandige moest wezen. Geen der 5 Heeren wilde mij dit toegeven, wel tegen het misbruik, niet tegen het gebruik. Bakels had om niet laf te weezen op den Krans jenever gepresenteerd. Wassenaar kwam tegen dit beweerde op en had het steeds uit humaniteit tegen mij nagelaten. Ik zeide tegen Bakels dat ik die humaniteit hoog waardeerde, wat Bakels scheen te krenken. Bij het scheiden sprak Bakels in verzoenende geest. Ik verklaarde tegen Bakels, als de anderen reeds vertrokken waren, dat ik waarschijnlijk den Krans zou mijden als het jenevergebruik steeds werd toegestaan. Hij en zijne vrouw, zuster Let en Koekebakker en zuster bleven hier eten. Wassenaar en vrouw bij de dochters van Vrendenberg, die zich over de ware reden van de reis harer ouders niet uitlieten, tot Wassenaar daarvan begon. Des avonds Volksvoorleezing, ik Praesident. Vooraf vergadering van leden, daarna Loman Voorlezing met proeven over de lucht, daarna Bakels voorstelling van eene fontein met gekeurd licht. Alles liep zeer naar genoegen af. Met de overigen, zie boven, ook Wassenaar en vrouw hier boterham gegeten. 28 November 1871. Bij Dirk Keyser in een brief van Makkensteijn gelezen dat Anton en Jan Vrendenberg gearresteerd waren om het maken van valsche wissels. 28 November 1871. Dirk heeft in zijn schrijven zeer veel gemak gevonden bij de Humboldtpen. 29 November 1871. Margo Keyser gaat met Rina en Martha de Bleijker, de Amerikaansche dame die hier sedert ettelijke weken logeerde, op reis naar Amsterdam en vervolgens naar Arnhem. Laatstleden zondag was den Heer Everts en Rina Keyser hier even geweest. 29 November 1871. Ik vanmiddag na 12 uur naar het huis van Vrendenberg, nadat Sina er geweest was en vernomen had dat zij uiteindelijk berigt hadden dat de broers een fout in hunne zaken begaan hadden. Ik bleef bij Leentje, Betje en Christine een tijdlang praten, zooveel mogelijk haar opbeurende, doch daar was weinig stoffe toe. Sina hoorde van Loman dat het tekort van de Vrendenbergs 70.000 gulden bedroeg. 30 November 1871. Des namiddags Kamerdag aan de Waal. Des avonds met Sina naar den Heer Bok. Nog nooit zag ik den Hr. Bok zoo ter neer gedrukt, suf en soms als wezenloos. De berigten van zijn zoon Willem uit New York waren dan ook niet opbeurend. Zij hebben het daar arm, alles mislukte hem. Bij de mislukking van de zaak die hij ondernomen had, de exploitatie van octroijen, was ook het daartoe overgemaakte geld weer verloren gegaan. Nu had hij in een assurantiezaak zullen treden, maar ook dit was mislukt. Echter bleef hij hoopende en zoekende en reisde daartoe dagelijks naar de stad. Ook bij zoon Johannes in Amsterdam was heel het gezin sukkelende. Veel werd over de zaak Vrendenberg gesproken. Bok scheen Jan Vrendenberg te verdenken als die de spotprenten over zijn zoon had in de wereld gezonden, wat ik ten sterkste betwijfelde. Als ik met Bok over zijn toestand sprak zeide hij zuchtende: "Ach het zou met mij wel wat beter zijn, als het met mijn zoon Willem maar wat beter was". "En met mij ook", zeide Mevrouw die onophoudelijk zware zenuwpijn leed aan hare hand zoo dat zij die bijkans niet meer gebruiken kon. 3 December 1871. Vrendenberg weer te huis gekomen. Wij zijn arm zeide hij. Hij en alle leden der familie hadden hun kapitaal in die zaak gestoken. Velen hadden daarbij alles verloren. Zij waren in diep treurigen toestand. Vrendenberg klaagde bovendien over pijn in de borst. Glijnis en vrouw kwamen. Ik bleef slechts kort. Bij het heengaan verzocht Betje mij om medewerking dat zij en Adriana in eene conditie kwamen. Ik schreef diezelfden avond daarover aan broeder de Waard en de volgende dag aan Dirk en Koos. 4 December 1871. Om het zeer onstuimige weer niet naar de Krans bij Wassenaar. 5 December 1871. Brief van Katrina uit Groningen. Zij was in Sneek ettelijke dagen ziek geweest en eerst zaterdag te Groningen gekomen. Brief van Samuel, alles wel. Catechisatie des avonds zonder één leerling, zeer ongunstig weer. Bij Vrendenberg, zij hadden berigt van Hendrik Vrendenberg dat de curators gezegd hadden dat zij de zaken nu veel gunstiger inzagen dan in de beginne, en dat er van opzettelijke opligterij geen sprake kon wezen. Vrenderberg c.s. waren nu ook veel opgewekter, echter bleef hij duchten dat de gelden in de zaak gestoken grootendeels weg waren. Jufvrouw doet de meid weg, alle 3 dochters moeten voor eigen onderhoud zorgen enz zoo als ik uit de mededeelingen van Sina waarnam. 6 December 1871. Gister de dochtertjes van Leentje hier te eten enz. Sientje hield ze zoo vroolijk mogelijk en maakte des avonds een Sint Nicolaasgeschenk voor hen klaar, waar zij vanmorgen voor kwamen bedanken. Alles is bedekt met sneeuw. Het was mijne leerlingen vanavond bijkans onmogelijk om door de sneeuw te komen. Onze meid Martje gisteravond tot vanmorgen 5 uur uitgeweest aan 't Oude Schild. 7 December 1871. Er is nog veel sneeuw bijgekomen. Zij ligt op het tafeltje in de tuin misschien 2 voet dik, zoodat de gang zelfs langs de weg moeijlijk is. Sina schreef (na overleg met mij) naar Katrina dat zij haar wederkomst maar moest uitstellen tot in February als de schepen weer zouden varen. Timmer voer toch welligt al niet meer, zoals Jan Timmer (latijnsche leerling) mij vanmorgen zeide. Des avonds op uitnoodiging nog met Sina uitgegaan over de dik besneeuwde straten naar Ensing om met Geertruis verjaring te feliciteren. Aldaar Johanna en Henriëtte Bok. De avond gepasseerd tamelijk met genoegen. Het gesprek was niet zeer levendig, althans wat mij betreft, en mijn gehoor maakt het moeijelijk de zacht sprekende menschen te verstaan, zoodat ik daardoor dikwijls buiten het discours ben. Toen ik met Sina te huis kwam, des nachts kwart over 12, zag ik met verbazing dat de thermometer 14,5 graad vorst (Celsius) teekende. Bakels had te half 12 ure zijn thermometer staan op -15°. 8 December 1971. Bakels verhaalde welk een moeijelijke en gevaarlijke reis hij verleden woensdag gehad had naar 't Nieuwe Diep. Met de Urkers in 4 uren heen en toen de terugtogt met hen des namiddags onmogelijk was, met de stoomboot, die eerst te half 7 kon afvaren, wegens de vreeselijke sneeuwstorm, en anderhalf uur werk had naar 't Oude Schild. 't Was een angstige reis. Donderdagmiddag is de boot niet gevaren. 8 December 1871. Overal spreekt men van het treurig lot van Vrendenberg. Jan Rab zeide dat hij van 5 personen op Texel wist, dat bij hen onderzoek was gedaan door de Nederlandsche Bank over wissels, wier handteekeningen valsch waren. 10 December 1871. Zondag. Wederom vorst. Ik naar Oosterend met Pieter Kalf, het paard op scherp, zeer glad. Sina des namiddags bij Vrendenberg. Sina had aan Aal Koekebakker tot Sint Nicolaas een kraagje gezonden, en van haar ontvangen een mooie boezelaar. Koekebakker en zuster waren hier, gehaald met rijtuig van C.Keyser en zoo teruggebragt des nachts half 3. 11 December 1871. Krans bij Koekebakker. Even bij Jakob Kuiper, het ging alles goed, zeide hij. Betje Vrendenberg heeft reeds eene conditie bij Dominee Loman te Amsterdam en gaat reeds morgen op reis. De familie was nu vrij kalm. Gister had Vrendenberg weer gepreekt. Vrendenberg had een brief van Jan gekregen die van hevige gemoedsaandoeningen getuigde. 14 December 1871. Brief van Katrina, nu in Grijpskerk. Zij rekent er reeds op na 't schrijven van Sina dat zij de winter overblijft. De latinisten willen aanstaand jaar ongaarne naar Alkmaar. Het lacht hun niet toe bij de Heer de Vries te huis te zijn. Ik beloof dat ik nader onderzoek zal doen of zij elders welligt beter geplaatst kunnen worden. 16 December 1871. Jakob Bakker laat mij een brief lezen van de Directeur Schlimmer van Nederlandsche Mettray gunstig voor zijn zoon Cornelis. 17 December 1871. Zondag. Aan de Waal gepreekt. Bij Jakob Keyser chocolade gedronken. Het huisgezin was zeer goed te spreken. Hij verhaalt van de voordeelen die een paar ganzen hem afwierpen, grooter dan die van wolvee. Bij van Vledder de wetenschappelijke bladen meegenomen, waaruit ik morgen een stukje "Over Nederlandsche Mettray" wilde voorlezen. Des namiddags met Sina naar 't Oude Schild, Wassenaars verjaardag, aldaar meester Muller. 18 December 1871. Niet naar de Krans bij Wieringa, deels omdat Vrendenberg niet medeging, deels omdat ik bij de brief van Sina aan Samuel en Dolfina ook nog een brief wilde bijvoegen, gelijk ik deed. Samuel had ons dezer dagen het verblijdende berigt gezonden dat zij in Mei of July vermeerdering van huisgezin wachtten, een Alida of Jakob. Over deze verwachting en in welk geval, bij welke gezindheden en plannen (omtrent de opvoeding) die verwachting regt verblijdend kan wezen, schreef ik. Brief aan Samuel en Dolfina: [over 't opvoeden van kinderen, Huizinga raadt aan Salzman te lezen om tot eenstemmigheid in de opvoeding te geraken] Ik durf zeggen dat wij ook zeker daardoor, in de 11 jaren die ik in vereeniging met mijn vrouw de opvoeding van kinderen te behartigen had, over de wijze daarbij te volgen nooit eenig verschil hebben gehad en wat God boven alles u geve, mogt uw huwelijksgeluk onder welke omstandigheden dan ook altijd ongestoord zijn, ja onverstoorbaar worden. Vrome Godsdienstzin zal u dat geven. Des avonds Koekebakker en Bakels hier thee gedronken. 18 December 1871. Nutsvergadering. Eerst gesproken over de Spaarbank door Bakels voorgesteld op te rigten. Bakels en Loman en Vriesendorp in de Commissie van Onderzoek benoemd. Ensing deed de voorlezing over het oog en het zien, opgehelderd door een kunstoog en duidelijke platen (uit Groningen). Daarna deed Vriesendorp eene voorlezig over een staathuishoudkundig onderwerp "de weelde". Allen waren zeer voldaan. Ik las toen nog een stukje voor over de Nederlansche Mettray uit de Wetenschappelijke Bladen. Bakels en zuster Let en Koekebakker bleven hier bij mij boterham eten. 19 December 1871. Sina tegen de middag weer te huis gekomen van de Waal [bij de zieke Aal Koekebakker geweest]. Brief van Dirk ontvangen en het eerste nommer van zijn weekblad "Isis". Vrendenberg hier met een brief over het Tractaatgenootschap. Hij wilde zich van ALLE betrekkingen van administratie losmaken. Hij sprak nog altijd veel over het diep treurige van zijn toestand. Van sommige kapitalen aan zijn zoons verstrekt had hij nog wel bewijzen, maar van vele niet, zoo ook zijn kinderen Hendrik en Leentje, die er zeer veel bij verloren. 21 December 1871. Verjaring Vrendenberg, 65, geen feestdag. Leentje en Adriana zullen zich hier belasten met het onderwijzen van vrouwelijke handwerken. Betje zou in conditie gaan bij Dominee Loman, doch men verlangde van haar wat zij niet kan volbrengen, dagelijks anderhalf uur het kind langs de straat dragen. Die voorwaarde was echter eenigzins gewijzigd en nu zou zij het 1 maand proberen. Sina aan Katrina geschreven, daarbij een brief van Adriana. 21 December 1871. Doctor Ensing en vrouw hier de avond gepasseerd, verhaalt hoe en waarom hij bedankt heeft om zich naar de Anna Paulownapolder te verplaatsen [Bruno Bok ging eerder rond om geld te verzamelen om Ensing meer te kunnen bieden dan in Anna Paulowna, om hem op Texel te houden]. Ensing toont diep medelijden met Vrendenberg, verzocht mij hem op kiesche wijze te kennen te geven dat zoo hij met zijn huisgezin van zijn hulp als doctor gebruik wil maken hij niets daarvoor rekenen zal, ik beloof dat. Gesprek over de strandingen der laatste dagen, 200 vaten oly en 8 vaten madeirawijn enz aangespoeld. De strandjutters maken zich vrolijk daarmede. 24 December 1871. Zondag, Gepreekt aan den Burg. Sina heeft des namiddags een aantal kinderen van Leentje Koning, Glijnis enz bij zich op visite. 25 December 1871. Kersdag. Gepreekt aan de Waal. Ik met Sina en Bakels naar den Hoorn gewandeld, aldaar bij Fokel en Let [Dominee] Koekebakker en zuster. Den dag er zeer genoeglijk doorgbragt, doch jufvrouw Koekebakker werd ongesteld, werd om kwart voor 10 met de wagen (van Van Vledder en paard van Jan Duinker) bij ons te bed gebragt, hoofdpijn. Wij vernamen hoe Aal [Koekebakker] zondag bij Van Vledder ter Kerk was geweest en daar van hem vele hatelijke uitvallen tegen de Modernen had gehoord. Fokel had zondagavond van Wieringa hetzelfde gehoord. Deze had zelfs van den predikstoel af zich meenen te moeten verdedigen tegen de beschuldiging dat hij, zoo antimodern zijnde, toch omgang hield met modernen. Men moet daarbij opmerken, zeide hij, dat zij in hunne zamenkomsten rond voor hunne gevoelens uitkwamen en dat er dan ook altijd nog onderscheid was tusschen Modernen (hij wilde zeggen dat niet alle even afschuwelijk waren). Het een en ander gaf aanleiding dat Bakels, Koekebakker en ik ernstig spraken over de vraag wat in zulk een stand van zaken gedaan moest worden, wijl diepe onkunde en vooroordeel de bron was van den ingang dien Vledder en Wieringa konden vinden. Zoo moest boven al gezorgd worden om het volk te verlichten. Ik stelde voor het of gemeenschappelijk of ieder op zijn plaats in 't bijzonder houden van volksvoorlezingen, bijvoorbeeld eenvoudig de Bijbel voor jonge lieden of soortgelijke werken. Wij kwamen overeen daarin, dat bij zoodanige provocatie wij toch wel genoodzaakt waren iets te doen, vooral omdat op de woensdagavond vele Doopsgezinden naar de Kerk van Van Vledder gingen, althans dat de zaak een ernstige overweging verdient. 26 December 1871. Tweede Kersdag. Aal Koekebakker hier, blijft stil te bed liggen. Ik des avonds naar den Heer Bok, zeer zwak, blijft soms een paar dagen achtereen te bed. Aldaar van Hoorn en vrouw Welmoet (Bok). Hij verhaalde dat een lid der Kiescollegie, onderwijzer eener Christelijke school, had medegedeeld zijne opmerking dat soms kinderen van 9 jaar niet meer aan den Duivel geloofden en steun vonden bij hun ouders. 27 December 1871. Katrina is in Sapmeer, is best tevreden, heeft al een zeer genoeglijke samenkomst met Professor Moltzer gehad. 29 December 1871. Begrafenis van Martje Aries Eelman, weduwe C. Zutphen, aldaar Bruno Bok, Jan Zuidewind, C. Eelman. 30 december 1871. Onze meid Martje ongesteld. 1 January 1872. Gepreekt aan den Burg. Voorts de gewone bezoeken tot 's avonds 8 uur. 3 January 1872. Katrina is zeer gelukkig in hare afwezigheid van hier. De lessen van professor Moltzer bevallen haar uitstekend. 4 January 1872. De boot is nu uit de vaart voor reparatie. 6 January 1872. Ik des avonds ten 8 ure mijn preek klaar en toen in duister onaangenaam weer geloopen naar de Waal, waar Sina 's middags al was heen gegaan. Aal Koekebakker jarig. 7 January 1872. Op reis naar een predikantenvergadering in Amsterdam: Trijntje Hemmer bij ons, vraagt ons met man en kind te mogen mederijden naar de Hors, vanwaar (tot mijn groote verbazing) hedenmiddag 4 uur den afvaart zou zijn naar 't Nieuwe Diep. Toegestaan. Des namiddags Koekebakker met de wagen van J.C. Bakker, ik daarin, met Trijntje Hemmer c.s., gereden naar de Schans en zoo over de Dijk naar Prins Hendrik en zoo voorts naar W. Hol op 't Horntje. Koud, onstuimig, harde wind. Daar verzamelden zich de passagiers, ook Aafje Buijs. Wij dronken koffij bij de kookkagchel. Eindelijk, na lang wachten, kwam de schipper ons waarschuwen. Wij naar het strand, moeijelijke weg. In 't jolletje 7 passagiers en 4 schippers, een ver eind weegs geroeid, braaf met zeewater bespat, naar de postschuit. Gelukkig behouden aangekomen. Wij ons in 't koude en donkere roefje opgeborgen, nu juist vol. De wind en de stroom was ons tegen, wij laveerden steeds door. Eindelijk kwamen wij in 't Nieuwe Diep. 't Was sedert lang donker (kwart over 6). Wij meenden nog 20 minuten te hebben naar 't spoor te loopen. Wij daarheen gedraafd, doch te laat. Na een kwartier hoorden wij de trein vertrekken, toen wij nog niet bij 't Postkantoor waren. Wij toen naar Dyserink, gelukkig te huis, hij was zeer vriendelijk. Wij naar de Breuk te 11 ure, daar gelogeerd. 8 January 1872. Vergadering in Amsterdam. 9 January 1872. Amsterdam. Te Amsterdam bij Johannes Bok, hij was over Willem nog zeer ongelukkig, hij had onder die geschiedenis gevoelig geleden. Joh. Bok was heel goed te spreeken, maar toch niet zoodanig dat ik meenen moet hem met mijn bezoek regt verblijd te hebben. 12 January 1872. Boetje bragt mij tegen half 8 naar 't Station, ik vertrek. Te Uitgeest moest ik 5/4 uur wachten, vertrok vervolgens naar Den Helder. 13 January 1872. Aan den Helder bij de Breuk. Des morgens te 7 ure met de postschuit naar Oude Schild in 50 minuten. Met de wagen van J.C. Bakker, door Sina mij tegemoet gezonden, naar huis. 13 January 1872. Des voormiddags zieken bezogt. Met de vader van Arie Jans Rab had ik een uitvoerig gesprek over onze hope op onsterfelijkheid. Deze bestond bij hem in het geheel niet. Hij meende dat de dood en de vernietiging het einde van alles was. Dat wij niet zoo eigenbatig moesten zijn om iets meer te verlangen dan de genoegens die dit leven ons reeds zoo ruimschoots opleverde. Echter wilde hij niet ontkennen aan God te gelooven ….. Hij meende dat de meeste menschen nu in deze meer verlichtten tijd alreeds het geloof aan Onsterfelijkheid hadden vaarwel gezegd. Ik bestreed zijne denkwijze met alle ernst. Hij erkende alleen dit, dat het wel zeer gelukkig was als men vast stond in het geloof. 14 January 1872. Zondag. Gepreekt aan de Waal. 15 January 1872. Ik naar den Heer Bok. Nieuwjaarswens, gesprek over Vrendenberg en zijn treurige omstandigheden. 17 January 1872. Den Heer Pieter Dyserinck uit Haarlem hier. Hij kwam af - gelijk een zeer groot aantal andere kooplieden - op de geannonceerde verkoop van hedenavond van Galipoli oly en madeirawijn uit een gestrand schip hier op Texel geborgen onder directie van Burgemeester Loman. 18 January 1872. De latinisten hier. Ik hoorde dat er gister 30 vreemde kooplieden op Texel geweest waren, 20 in de Lindeboom, 1 Franschman met een makelaar uit Amsterdam als tolk. Er was voor 61.000 gulden verkocht, welke zaak Loman 3000 gulden zou opleveren. De oly was zeer duur geworden, wat op 20 gulden geraamd was, was 44 geworden. De wijn, hoewel volgens sommigen voortreffelijk, zeer goedkoop van 10 tot 13 stuivers de kan. Sina was den geheelen dag bij Jet Ensing voor haar werkzaam met de naaimachine. Ensing deed nog proeven om mijn gehoor te verbeteren, door lucht in te blazen terwijl ik een slok water nam, wat echter geen werking scheen te hebben. Hij had het dagelijks verbazend druk. Hij toonde mij de lange lijst zijner patiënten alleen sedert 1 January . Doctor Ensing verhaalde van de verkoop van gister. Hij keurde het af dat Loman 10 procent van de opbrengst aftrok en dat evenwel de notarissen geenerlei voordeel daarvan hadden, hoe bang Loman was toen hij huiszoeking zou doen bij Biem Lap, met veldwachters, zoodat hij vooraf was teruggekeerd, maar dat de Ontvanger Eschauzier toen onverschrokken dit werk had volbragt. Echter was de wijn veilig opgeborgen en vond men slechts de plaats in de werf waar het vat gelegen had. Ensing verhaalde dat de beurtschippers werkelijk er over gedacht hadden om een stoomboot op Amsterdam aan te leggen, maar toch voor de moeijelijkheden waren teruggedeinsd. Des avonds even bij Maartje Plavier, haar dochtertje zeer ziek. Haar man is weer op reis naar Indië. 20 January 1872. Des avonds brief van Katrina te Sappemeer. 21 January 1872. Naar de Waal, bij Koekebakker het ledematenboek nagegaan en de lijst van broeders en zusters opgemaakt. Te zamen 510. 21 January 1872. Bij Jakob Daalder en zijne vrouw. Zij verhaalden van hun overleden kind dat een akelig monstrueus gevormd hoofd bezat en echter nog 5 maanden geleefd had. 22 January 1872. Begrafenis van Reijer, de zoon van Arie Bruin aan 't Oude Schild. Naar het Kerkhof liep en sprak ik meest met Willem Hillenius. Jakob Eelman de manke keurde het in zijn zwager zeer af, dat hij niet in een zieken- of doodenfonds was. Hijzelf was er in met zijn geheele gezin voor 14 stuivers in de week. Nutsvergadering. Vooraf ledenvergadering, w.o. eene circulaire van het Hoofdbestuur over de Sociale Quaestie. Men wil gaarne Dyserinck als redenaar, over de Spaarbank later. De vergadering in de Kolfbaan niet talrijk. Bakels hield eene uitmuntende improvisatie over het Stoomwerktuig, van half 8 tot half 11 met een pauze van een groot kwartier. Ik eene bijdrage (anders aan Vrendenberg opgedragen) een dozijn levensregels uit "Kleine Stukjes der Maatschappij". 't Was 11 uur toen wij tehuis kwamen. 23 January 1872. Brief Katrina. Moltzer had hare kennis van de grond der Taal nog te gering bevonden. Zij moest daarin nog privaatlessen nemen. Ze stelde nu voor om dit te doen bij den Heer Franken te Sapmeer, terwijl tante Obbina haar met plezier nog 3 maanden houden wilde. Brief goedkeurend beantwoord. 25 January 1872. Rekendag aan de Waal. Met rijtuigen van J.C. Bakker heen en weer gereden. 26 January 1872. Des avonds met Koekebakker en Bakels naar de Kikkert, aldaar vergadering van 't Nut tot bespreking der ciculaire van 't Hoofdbestuur over de arbeidersquaestie. Bakels fungeerde als secretaris. Het Bestuur zal verslag opmaken. Sina was gelukkig weer beter [zwaar verkouden]. Met Koekebakker uitvoerig gesprek tot na 12 uur over de vraag of zij, die zich Atheïsten noemen, werkelijk den blaam verdienen van meer dan andere godsdienstlooze menschen te zijn. Hij oordeelde met mij dat de oorsprong aller dingen het best met de Vadersnaam wordt aangeduid. Brief aan Samuel en Dolfina te Leeuwarden: Een aantal Oudeschilders zullen een onaangename toekomst tegengaan als beschuldigd van 't ontvreemden of koopen en verbergen van een zeer groote partij uitgebaggerde koffijboonen uit een gestrand schip (die meerendeels op de zolders van de Schans gedroogd zouden worden). De schipper Vlas, de koopman Paulus Vos, de Schansoppasser Zegel en meer anderen zijn daaraan annex. 28 January 1872. Zondag. Gepreekt aan den Burg. Des namiddags bij Glijnis. Hij was druk bezig met het vertalen van zijn stuk voor de Voorlezing. Over Katrina, nu te Sapmeer les ontvangende, over leerlingen. Zij, die ik de grootste onrustmakers op mijne catechisatie vond, waren dat bij Monsieur Glijnis op school, en daarom weggezonden. 28 January 1872. Bij Jannetje van Grouw, kraamvrouw, haar kind overleden. 28 January 1872. Bij Maartje Plavier, haar dochtertje veel beter. Zij verhaalt van haar reis naar Indië. Bij Kaap de Goede Hoop van een 3-daagsche zeeziekte genezen door 't drinken van een glas zeewater. Zij had 't daarna nooit weer gehad, ook zelfs niet toen zij terugkeerende, 150 mijlen van de kust door een vreeselijke orkaan werden beloopen. Zij verhaalt van het lui leven in Indië, vooral voor de dames. 29 January 1872. De 100ste verjaardag der geboorte van mijn in 1843 overleden vader. Krans bij Van Vledder. 30 January 1872. Catechisatie. Onze meid Martje des morgens naar 't Vlie met haar Jonas Schagen, naar hare moeder voor een dag of 8, zoodat ik nu voortaan met Sina alleen ben, die gelukkig weer vrij goed in orde is. 1 February 1872. Sina besteedt in den laatsten tijd al hare vrije oogenblikken aan het vertalen van den Engelschen tekst der Volksprenten die ik bestemd had voor catechisanten, terwijl Aaltje Koekebakker haren vertaling overschrijft. 1 February 1872. Vanavond zal ik naar Vriesendorp, des avonds 8 uur daar heen gegaan met Koekebakker. Ik vond er ook Bakels, Loman, Bruno Bok. Ensing verklaarde ons de zamenstelling van het menschelijk ligchaam wat de beenderen betreft, opgehelderd met gedeelten van een skelet en met een anatomisch plaatwerk (ook Simon Keyser was daar). Het voldeed mij zeer goed. Ik des avonds nog een brief geschreven aan Samuel om de Anatomische platen te zenden. 2 February 1872. De Heer Risselda van Sneek hier. Ik bragt hem naar 't Oude Schild. Ik dronk bij Wassenaar thee, Meester Muller aldaar. Met hem gesproken over 't schoolverzuim enz, waaromtrent hij mij zijne gedachten schriftelijk zou mededeelen. 2 february 1872. Martje is nog steeds aan 't Vlie. 3 February 1872. Anna Wassenaar hier om te blijven tot maandag. 4 February 1872. De voorzanger Dros komt mij zeggen dat hij met 1 Maart als hulponderwijzer gaat naar Hoedekenskerke bij Goes. 5 February 1872. Verjaardag eertijds van Grietje. Met Sina naar de Waal, Krans bij Koekebakker, zijn verjaardag. Aldaar Wassenaar en vrouw en Bakels, ook nog voor een tijd Wieringa. Wij bragten den dag genoeglijk door. Martje weer te huis. 6 February 1872. Catechisatie, 2 der Engelsche platen gegeven (bij loting) aan wie 't meest van mijn preek van zondag kon vertellen. 6 February 1872. Twee der Engelschen platen gegeven (bij loting) aan wie 't meest van mijn preek van zondag kon vertellen. Zij vielen ten deel aan Antje Vonk en Jan Jansz Bakker. 7 February 1872. Eene opkomende verkoudheid doet zich een weinig bij mij gevoelen. 8 February 1872. Anatomische les bij Bruno Bok. Vriesendorp, Bakels, Glijnis, Koekebakker, Loman (Simon Keyser was op reis). Ensing handelde over de spieren en wees ons die onderscheidelijk aan in zijn atlas van platen. Des voormiddags was ik bij hem aan huis geweest om hem met zijn verjaardag te feliciteren. Hij had een fraaij instrumentenkastje van zijn vrouw gekregen. 9 February 1872. Belijdenis van mijn 7 Doopelingen voor de Kerkeraad. 10 February 1872. Eene overschoone zomersche dag. Meester Quant van Oost komt zich aangeven als sollicitant voor de betrekking van voorzanger in onze Gemeente. Willem Langeveld had zich ook aangegeven. 11 february 1872. Intree van dominee Kapteijn te Oosterend. Daar aan huis alle predikanten van Texel, ook Jet Ensing. Bakels spreekt over Buisman en laat zich woorden ontvallen die aanleiding geven dat op dat onderwerp wordt doorgegaan door Wassenaar maar ook door Van Vledder. Voor een oogenblik dreigde het hatelijk te worden, 't loopt echter goed af. Ik zat naast Vrendenberg, die voor 't eerst weer aan een feestmaal aanzat. 13 February 1872. Des avonds vergadering in de Kikkert, waar de Heeren- en Burger-Sociëteit vergaderd waren. Ensing fungeerde als Praesident bij absentie van Simon Keyser, die ongesteld was. Wij waren zamengekomen om te spreken over de vraag of 1 April hier op Texel ook gevierd zou worden. Men was er voor, maar Kroese en Peper, de beide Roomschcatholijken, schenen te meenen dat men daarmede hunne godsdienst te na zou komen, ofschoon Bakels het tegendeel bepleitte. Zij ontrokken zich aan verdere beraadslaging. Men eindigde met het benoemen van een Hoofdcommissie aan den Burg die Subcommissiën op de andere dorpen zou kunnen benoemen. 14 February 1872. Koekebakker hier den ganschen avond, wat mij om mijn werk niet best pastte. [Ze zien Koekebakker nét niet elke dag, bijvoorbeeld op 15 February bij Glijnis waar Ensing het zenuwstelsel van het menselijk ligchaam verklaarde, op 16 February belijdenis van Koekebakker aan de Waal, 17 February Koekebakker hier gegeten, 18 February Doopbediening, ook Koekebakker daarbij, 19 February Krans waarbij ook Koekebakker, met middagmaal met zuster Aal en Bakels en vrouw bij Huizinga, en 22 February Sina naar de Waal, daarna Aal Koekebakker hier, 's avonds bloedsomloop, waarbij Koekebakker.] 15 February 1872. Des avonds bij Glijnis, waar Ensing ons het zenuwstelsel van het menschelijk ligchaam verklaarde. Daar waren Loman, Bok, Vriesendorp, Bakels, Koekebakker. Het was zeer koud, alles met sneeuw bedekt. 16 February 1872. Naar de Waal, Belijdenis van de 7 leerlingen van Koekebakker voor de Diakens. Van de 7 onderscheidde zich door kennis Klaas Roeper en Jakob A. Eelman (Kok), door domheid Pieter Eelman (Van de Herberg) en Cornelis D. Mantje. Koekebakker beviel mij vrij wel. 't Bleek dat hij zeer goed onderwijs had gegeven, maar vele zijner leerlingen wisten er weinig van. 18 February 1872. Doopbediening aan 14 personen. Des avonds komen hier 6 van mijne leerlingen om mij te bedanken voor het onderwijs en bieden mij ter nagedachtenis aan eene koffijkan en comfoor (glad) met eene toespraak van Lize Martinus Langeveld. Zij blijven hier een glas wijn drinken tot ruim 9 uur. Brief van Bok, die Dyserinck morgen bij zich wil hebben. Gister brief van Dirk en Menno ontvangen met kranten waarin artikelen van hen. 19 February 1872. Des morgens 8 uur er op uit om Dyserinck van de diligence te halen. Des voormiddags met hem het dorp doorgewandeld, de Roomsche Kerk bezien. Krans bij mij. Aan het middagmaal hadden wij Bakels en vrouw, en Koekebakker en zuster. Des avonds samen naar de Nutsvergadering. Dominee Dyserinck Redevoering over "het ware Levensgenot als niet te vinden in hetgeen wij HEBBEN maar in hetgeen wij ZIJN, ook niet in hetgeen wij ons verbeelden te zijn" (maar dit deel liet hij ter bekorting achterwege, daarin handelde hij over het eergevoel, tweegevecht enz). Vervolgens deed hij eene bijdrage (vroeger reeds in de Heldersche Courant gedrukt) over de Verveling. Daarna nog eene getiteld "Snippers" (geestrijke gedachten). Hij droeg alles zeer goed voor en voldeed met alles zeer goed. Bakels las nog voor een stuk uit de Tijdspiegel September 1871 "uit mijn werkkring" van dominee Heering. Zeer goed voldaan. Het was zeer vol, alle kaartjes in beslag genomen. 21 February 1872. Dyserinck weer vertrokken. Ik had hem 10 gulden honorarium uitbetaald, anders had hij niet willen lezen. Hij vroeg mij mijn portret, ik zou het zijne hebben. Gisteravond was Vrendenberg hier. Hij was zeer droevig gestemd. Als hij zich diep inliet in de gedachte over zijne kinderen, dan leed hij zeer aan pijn in de rug. Hij zag er slecht uit. Hij had liefst dat er over die zaken niet gesproken werd. Hij duchtte zeer het vonnis dat zijne zoons treffen zou. Jan was ongesteld geweest, maar nu weer beter. 22 February 1872. Brief geschreven naar Dirk en Koos, 8 bladzijden, aan Katrina 4 bladzijden. 22 February 1872. Wij des avonds met Koekebakker en Bakels naar ons lesuur bij Simon Keyser, alwaar Ensing ons den Bloedsomloop verklaarde van half 9 tot ruim 11 uur. Aldaar Loman, Bakels, Bok, Glijnis, Vriesendorp, Koekebakker en zuster. Loman gaat morgen met een extra boot met de uitbetalingen naar het Nieuwe Diep. Een deel van ons gezelschap (Ensing en Margo en Rina) gaan mede om het stoomschip de Conrad te bezien. Sina en ik hadden daar ook wel lust toe, maar zullen het laten. 23 February 1872. Sina des namiddags naar Neeltje Boon, thee gedronken, daarna naar Sientje Kalis. 26 February 1872. Om 't ongunstige weer niet naar de Krans bij Wassenaar. Jan Sipkes van Haarlem hier bij mij boterham gegeten. Hij verkocht nu voor zichzelf sigaren. Gesprek over de Vrendenbergs. Hij verhaalt hoe hunne arrestatie heeft plaats gehad, verhaal van andere soortgelijke gevallen. Gisteravond waren Sina en ik bij Sijbrand P. Keyser. Ik nam van hem mede een geslachtsregister van C. Koning waartoe een groot getal Texelsche families behooren. Ik besteedde dezen maandag om 't in goede orde over te schrijven. Sina vanavond met jufvrouw Dijksen en anderen naar een kinderconcert in de Kikkert. 29 February 1872. Des avonds de Anatomische Les bij mij aan huis, aanwezig waren Loman, Glijnis, Vriesendorp, Ensing, Bakels en ik. Wij hadden het over bloedsomloop en ademhalingswerktuigen en nieren, enz. waarbij het een en ander ons aanschouwelijk werd gemaakt door ontleding van hart en nieren van een varken. 1 Maart 1872. Naar Veenstra om het geslachtsregister zijner familie in te vullen. Bakels bij mij, met hem besproken het Rapport hetwelk hij zal opmaken voor het Hoofdbestuur van 't Nut over de Sociale Quaestie. 2 Maart 1872. Bij Meester Brouwer Meester Klok aangetroffen. Gesprek over schoolverzuim enz. Bij hem vrij gering. Hij had 77 leerlingen te boek, doch kon er maar 60 plaatsen, die doorgaans kwamen. Ik des avonds van 6 tot half 10 bij den Heer G. List. Zijn geslachtsregister ingevuld. Hij had veel te vertellen. Verleden woensdag 2 manden ingepakt voor Samuel met 22 en voor Dirk met 25 flesschen bessewijn, kleren voor Katrina en boeken, die den volgenden morgen met Teunis Timmer naar Harlingen enz werden gezonden. 3 Maart 1872. Avondmaal aan de Waal, bediend door Koekebakker (voor 't eerst). Ik sprak Jakob Kalf van Eijerland. Het ging zijn zoon Jan in Amerika best, zoodat hij in 8 maanden reeds 100 gulden had overgewonnen die hij naar Texel had gestuurd, en nog ander 1000 gulden disponibel had als zijn vader enz. wilde overkomen, dat hij dan ook wel dacht te doen. Des avonds koffij gedronken bij Jakob Keyser (zijne vrouw jarig). Gesprek o.a. over zijn geslachtsregister. 4 Maart 1872. Krans bij Wieringa. Cornelis Vrendenberg is geplaatst op een spoortrein van Amsterdan naar Bentheim, zeer tot zijn genoegen, 1100 gulden tractement. Vergadering in de Kikkert over de April feesten. 5 Maart 1872. P. Kalf in de tuin begonnen en Jan Smit. 6 Maart 1872. Des namiddag druk in de tuin. 8 Maart 1872. Ik veel in de tuin. 9 Maart 1872. Jan Vlaming in de tuin een nieuwe broeibak gemaakt. Een groot deel zaden reeds in de grond. De kruisbessenboom staat al groen. 5 Maart 1872. Des avonds extra vergadering van 't Nut. Bakels draagt het verslag voor op de vragen van 't Hoofdbestuur over de Arbeidersquaestie en vervolgens het ontwerpregelement over de Spaarbank. Beide stukken worden uitvoerig besproken en eindelijk goedgekeurd. Wassenaar en vrouw en Meester Muller en Koekebakker hier boterham gegeten. 6 maart 1872. Des avonds extra Vergadering van het Nut. Bakels draagt het Verslag voor op de vragen van het Hoofdbestuur over de Arbeiderskwestie, en vervolgens het ontwerpreglement over de Spaarbank. Beide stukken werden uitvoerig besproken en uiteindelijk goedgekeurd. 7 Maart 1872. Des avonds berigt dat de vergadering bij Loman niet kan doorgaan wijl Ensing naar de Prins Hendrikpolder geroepen was. Intusschen was Koekebakker gekomen en de visite voor Sina, Fokel (Bakels kwam eerst laat van Loman) en de zuster van Vriesendorp en Johanna Bok. Wij bragten de avond genoeglijk door. Bakels en Fokel in de regen naar huis. 9 Maart 1872. De ooijevaar is eergister gekomen, maar zijn nest is afgeworpen van de schuur van P. Boon. Nu wil Jacob Roeper hem lokken maar tot dusver tevergeefs. Gister voor 't eerst geen kagchel gestookt. 10 Maart 1872. Zondag. Anna Wassenaar hier. Boekje ontvangen, door Menno vertaald, over "de Koorts", welk blijk zijner werkzaamheid mij zeer verheugt. 11 Maart 1872. Brief van Katrina met verblijdende inhoud als steeds. Des voormiddags met Sina naar Kaptein te Oosterend naar de Krans. Overschoone dag, vannacht gevroren. 11 maart 1872. Logeetje Anna Wassenaar door Martje naar 't Oude Schild gebragt. 14 Maart 1872. De reis naar Cocksdorp [met Koekebakker] gaat om het donkere weer niet door. Sientje des morgens naar de Waal, ik volg des middags. 14 Maart 1872. Wij bij den Heer Loman, ons gewoon gezelschap met Ensing. Deze behandelde de verteringswerktuigen, ontleding van longen en hart. Genoeglijke zamenkomst. 15 Maart 1872. Brief aan Samuel en Dolfina: Alle mijne zoons werken nu reeds voor de pers. Ik wil zeer gaarne dat een mijner dochters ulieden gezelschap houde in den tijd dat haar hulp u 't meest van dienst zou kunnen zijn, maar Sina kan nu moeilijk weg. Geheel alleen hier ettelijke weken te zijn is iets waartegen ik zeer opzie. Ik hoop dat Katrina zal kunnen uitbreken [die was in Sapmeer]. Over de te geven festiviteiten op 1 April . Donderdags hadden ze bijeenkomsten met Ensing over de functies van het menselijk ligchaam. De pokkenepidemie wil hier nog maar niet wijken, er zijn nu nog 6 of 7 pokkenpatiënten. Bakels wint gedurig in populariteit, hij belast zich gaarne met allerlei werkzaamheden die ten algemeenen nutte strekken. De proef zal worden genomen met 't oprigten van een Spaarbank. 15 Maart 1872. Sina eerst tegen den middag van de Waal teruggekomen. 16 Maart 1872. De jurist Uitterdijk zendt mij zijne stellingen, waarop hij maandag zal promoveren. 17 maart 1872. Verjaardag Sina, bezoek o.a. Bakels en Fokel. 18 Maart 1872. Des avonds Vrendenberg hier. Gesprek o.a. over het verschrikkelijk geval van l.l. zaterdag ten huize van Dominee Nijenhuis, waar de zoon Pieter zich om tegenzin in de Krijgsdienst voor het hoofd geschoten had. De curators hadden aan Anton gezegd dat zij de staat des boedels zeer goed bevonden hadden. Adriana Vrendenberg zal nu a.s. donderdag op reis gaan naar Groningen over Amsterdam om maandag bij Van Houten te komen. Vrendenberg roemde zeer den aangenamen toon der brieven van mevrouw van Houten. Vanmiddag Leen Blank hier die mij eenige inlichtingen zou geven over de leden van 't geslacht der nakomelingen van C. Koning, doch hij wist er niet veel van. 19 Maart 1872. August Keyser is nu zoo kalm als 't behoort. 20 Maart 1872. Sina naar Leentje Vrendenberg om haar te helpen met het onderrigt der kinderen in de brei- en naaischool. 20 maart 1872. Bakels hier, moest naar Glijnis die zijn instrumenten ontvangen had door 100 gulden toelage van de Gemeente. 21 Maart 1872. Des avonds bij Bruno Bok, aldaar het gewoon gezelschap compleet. Ensing behandelde de piswerktuigen, nieren (waarbij eens menschen nier ter ontleding) en over de genitalia. 22 maart 1872. Met Sina naar den Hoorn, Sina bij Bakels [Huizinga bij Willem Bakker (85) over het geslachtsregister]. Sina en ik voorts den avond genoeglijk doorgebragt bij Bakels en Fokel. Hun kind zeer aanvallig. Gesprek over den invloed dien men mag hopen van onze oefeningen in de Anatomie enz. tot verlevendiging en versterking van eerbiedige dankbaarheid jegens God, door Ensing steeds de Natuur genoemd. Over de waarschijnlijkheid van het bestaan van hooger wezens dan de mensch, en 's menschen bestemming tot een steeds hooger opklimming, 't welk Bakels zeide ook eene zijner liefste denkbeelden te wezen. Fokel vertelde in 't afwezen van Bakels hoe diep treurig de toestand was van zijn vriend Stoffel, men moest haast wel het ergste duchten. Bakels sprak er niet over. Bakels was zeer onvoldaan over Wieringa die zonder aan eenigen arbeid deel te nemen, voor de verzameling van gelden voor het schoolfeest op 1 april zich door Meester Remmers tot lid van de Feestcommissie had laten benoemen. Te huis komende vonden wij een Provinciale Groninger Courant, waarin de stukken van Menno over de Pokkenbesmetting. Ik vrees dat hij zich daarin veel te sterk en te onvoorzichtig uitdrukt. 25 Maart 1872. Des avonds naar de Volksvoorlezing. Vooraf Nutsvergadering, Bestuur van de Spaarbank benoemd, Bruno Bok, Ensing, Bolding, Stikkel. Ik de Vergadering met een herinnering aan voor 300 jaar geopend. Glijnis Redevoering voorgelezen van Vos met toevoegsels, zeer goed voldaan. Vers van Van der Bergh "het Wachtschip voor Brielle". Ik bijdrage "Rochus Meeuwisz.". Bakels bijdrage "een onvergetelijken dag" van Heerink. Ik gesloten, met toespraak betrekkelijk het tegenwoordig einde onzer vergaderingen voor dit seizoen en de a.s. feestviering met raadgevingen en wenschen. 1 April 1872. [Viering van 300 jaar 1 april, de inname van Den Briel. De gehele dag feest] 's Avonds naar de Kikkert in de versierde feestzaal. Stoppend vol. De Burgemeester toast op de Koning, Simon Keyser op Texel, Bakels op de Burgemeester, ik op de Feestcommissie, Vriesendorp op het Bestuur der Werkverschaffing, Koekebakker op het Vaderland, ik op de Eensgezindheid, Burgemeester op de Texelaars, met dank voor de toast van Bakels. Optogt, zie selectie de "1 April feesten van 1872". De 8e April voor 't laatst [optogt]. 3 April 1872. Reeds eenige dagen spit in den rug, kramppijnen in de beenen. Brief aan Samuel en Dolfina: Gij spreekt ervan of ik nog terug kan komen op mijn besluit om van 't voorjaar niet te reizen. Dat reizen heeft voor mij de aantrekkelijkheid niet meer van vroeger jaren. Al zou ik 't anders willen hebben, het is toch maar zoo, dat de ouderdom komt met gebreken. Vooral lastig is het mij, dat ik niet meer zoo scherp hoor als vroeger en dat de kracht des geheugens ook niet beter wordt. Als men wat op jaren komt vindt men ook buitendien meerdere bezwaren [maar hij zal toch in Mei maar op reis gaan om Sina de gelegenheid te geven in Leeuwarden te helpen]. 9 April 1872. Trijntje D. List en Jakob Jakobsz Kalf komen attestaties vragen naar Noord Amerika. Den ganschen dag het huis in alle hoeken doorgezocht om mijn aanteekenboekje van het Theologisch Leesgezelschap te vinden. Des avonds bij Vrendenberg en zijn lijst geleend. 10 April 1872. Sina is van de week aan de schoonmaak op de zolder begonnen. 11 April 1872. Vrendenbergs lijst afgeschreven. Het boekje daarna gevonden bij mijn catechisatieboekjes. Vandaag en gister talrijke brieven en papieren zamengevoegd en gerangschikt. Des avonds 7 uur (op uitnoodiging) naar de school van Glijnis, hem gefeliciteerd met zijne verjaring. De school was als schouwburgzaal ingerigt en weldra gevuld met kinderen en de ouders van dezen en verdere genoodigden. Er werd toen door de leerlingen van nu of vroeger vier tooneelstukjes opgevoerd van ruim 7 tot half 11 uur, wat zeer goed voldeed. Zeer onderscheidde zich Cornelis Loman. Bovendien werd zeer goed gespeeld door Lize Langeveld, Van Putten, Jan Timmer, Johannes Eelman, Helena en Marie Blom, Christina Koning, Emilie Dijt en anderen. De school was zeer netjes versierd. De notabiliteiten van den Burg waren er vereenigd. Na ons vertrek zouden de oudste jongelui nog pret maken. Ik beklaagde mij naderhand in stilte zeer, dat ik de toespraak die Glijnis aan het einde tot de vergadering hield, niet openlijk beantwoord had, doch terwijl ik wachtte dat een der ouders het zoude doen, ging de gelegenheid voorbij. 12 April 1872. Jan Koning verhaalde dat de pastoor van Cocksdorp eene erfenis had gekregen van 80.000 gulden, waarvan hij terstond de helft had afgegeven voor het bouwen en versieren van een Kerk op de woonplaats van wijlen zijne vader. De andere helft wilde hij mede dienstbaar maken aan de Gemeente van Cocksdorp. Gedurig kwamen er weer nieuwe gevallen van pokziekte voor. Ik heb van de week een brief gezonden naar broeder Juriaan om mijne komst in Mei te berigten. 14 April 1872. Zondag. Gepreekt te Oosterend. Bij Grietje Mantje/ W. Eelman koffij gedronken. Zij had haar Kerkgang gedaan, zeer voorspoedig. Aldaar de familie K. Mantje. Gesprek van 't nut en de noodzakelijkheid der koepokinenting (door Willem Eelman eenigzins bestreden, hij las de Standaard). Des avonds bij mevrouw Bok en Henriëtte. De berigten van haar man uit Haarlem waren niet gunstig. 15 April 1872. Des namiddags hier Krans tot half 10. Allen present behalve Bakels. 16 April 1872. In Eijerland is het huis van Joh. Reuvers verbrand. Het vee van Arnoud Langeveld heeft de longziekte. Gesprek met Jakob Kooiman over de noodzakelijkheid van een wetenschappelijke beoefening van de landbouw. De lammeren worden hier reeds voor 9,50 verkocht. In Noordholland worden schapen verkocht voor 49 gulden het stuk. 17 April 1872. Sina aan de studeerkamer. 17 April 1872. Wieringa vertelde gister dat de Werkverschaffing hier 150 gulden te kort komt (de Hoornse Gemeente had arbeidsloon enz. voorgeschoten tot een bedrag van 500 gulden). Hij wilde dat dat tekort door de verschillende Diakoniën gedekt zou worden. 18 April 1872. Even bij Bok, die dingsdag van zijne reis naar Haarlem is teruggekomen. Hij is tot dusver bedlegerig. Ik sprak A. Rab, zijn schoonzoon is in treurigen toestand doordien 't huis van Reuvers is afgebrand en hij de longziekte heeft onder zijn vee. Zijn vrouw had 3 uren lang het huis harer dochter (op een afstand) zien branden, zonder berigten van daar te kunnen krijgen, terwijl zij hare kinderen niet alleen kon laten. Van Vledder heeft het beroep naar Zunderdorp aangenomen om verlost te worden van den eeuwigen twist met zijn Kerkeraad, vooral met Meester Keijzer, dien hij zwart afschildert. Hij krijgt nu minder geld en zwaarder dienst. 19 April 1872. Onze woonkamer wordt schoongemaakt. 19 April 1872. Des namiddags naar Driehuizen bij Dirk Koorn. Zijn zoon Dirk is nu bij A. Kievit in Eijerland om in huis en tuin eenige diensten te doen en tevens de kinderen te leeren, wijl zij te ver van den school af wonen. Gesprek over de vraag in hoeverre wij gelooven mogen dat alle onze lotgevallen Gods beschikking zijn. Ik kwam er namelijk tegen op dat hij Cornelis Saris beschuldigde van neiging tot dweeperij wijl hij al zijn tegenspoed zich daarmede troostte, dat geen haar van ons hoofd valt zonder de wil van Hem Vader. Ik bij Cornelis Saris, waar ik sinds het begin der maand Maart, toen de pokken daar uitbraken, de eerste bezoeker in huis was. In dien tijd had hij een kind verloren. Hij en zijne vrouw waren weer hersteld, een kind nog niet geheel. Zij verkeerden in eene goede stemming die ik zocht te versterken. Zij waren blijde met mijne komst. 21 April 1872. Zondag. Gepreekt aan de Waal. Bij Cornelis Albertsz Keyser koffij gedronken, aldaar K. Mantje en familie. Keyser was met mijne preek over de Opvoeding wel voldaan. Van een zijner kinderen, Willem, getuigde hij dat het hem bijkans onmogelijk was hem steeds in eene blijmoedige stemming te brengen, waarin een ander zoontje, Gerrit, steeds verkeerde. Aan den Burg had Bakels gepreekt. Zijn rede had aan Aal Koekebakker naar den inhoud wel, naar de voordragt niet voldaan. Zij meende, hij zou wel nooit een ander beroep krijgen. De oude Heer Bok zeer ziek. 22 April 1872. Ik nog even bij de Heer Bok aan zijn ziekbed. Hij is zeer zwak. Hij sprak nog het een en ander. De reis naar Haarlem had hij ondernomen om zijn pligt te volbrengen. Vroegere ziektegevallen hadden sterk op zijn tegenwoordige toestand geïnfluenteerd, daarbij vermoedde niemand ligt hoeveel hij geleden had onder dat geval van Willem en werd daarbij nog zeer aangedaan. Hij betreurde zijn eigene tekortkomingen, hoopte op Gods genade, wees de troost af der verzeekering dat God minder ziet op te daden dan op de gezindheid des harten, juist omdat wij niet doen al wat wij wel konden doen en moesten willen. Vernemende dat ik naar Groningen zou gaan beval hij zijne groeten aan mijne kinderen en om aan den Professor [Huizinga's zoon Dirk] te zeggen dat hij toch niet met versmading op zijne Willem zou nederzien, en herhaalde dat nog eens dringend. Dit was zijn laatste woord dat ik van hem hoorde. 23 April 1872. Des avonds Monsieur Glijnis hier geweest te spreken over Jan Timmer en Johannes Eelman, over wie hij mij een schriftelijk rapport zou zenden. Hij sprak over zijne vooruitzigten hier als minder gunstig dan te Wieringerwaard. Alleen het gebrekkige huis dat men hem daar aanbood had hem doen besluiten hier te blijven, gevoegd bij de belangstelling die men hier in hem betoond had. 25 April 1872. Ik bezocht Bok wiens toestand zeer bedenkelijk is. Alleen de meisjes en Eduard en Welmoet gesproken. 26 April 1872. Naar Veenstra, aldaar koffij gedronken. Sina laat mij vragen te huis te komen, zij had zooeven een telegram ontvangen berigtende de bevalling van Dolfina [Alida].Wij des avonds brief geschreven naar Leeuwarden. Brief aan Samuel en Dolfina: Mogt ik kunnen hopen, dat zij in eenige, in de meeste, ja in alle opzigten het beeld zal vertoonen der onvergetelijke, der edele vrouw wier naam zij draagt, zij 't dan ook dat gij haar in hare waarde niet hebt kunnen leren schatten om haar te vormen juist naar haar beeld. Brief geschreven aan Professor Scheffer met het Rapport van Glijnis over Jan Timmer en Johannes Eelman. De brieven des nachts 2 uur op de post gebragt. Johannes Bok meende dat den treurigen toestand waarin zijn vader verkeerde nog wel 24 uur kon aanhouden. Mevr. Bok vanmiddag bijkans waanzinnig. 26 April 1872. Sina brief aan Cornelie Kikkert. 26 april 1872. Bakels gevraagd voor een paar beurten. 27 April 1872. De schoonmakerij van het huis vandaag klaargekomen. Sina heeft het alle dagen buitengewoon druk met naaijen enz (met jufvrouw Gerven op de naaimachiene), toebereidsel voor de reis. De Heer Bok in den afgelopen nacht om 5 uur overleden. 28 April 1872. Zondag. Gepreekt aan den Burg. Gunstig telegram uit Leeuwarden. Sina en ik des voormiddags naar het sterfhuis van Bok. Even bij het lijk. Johannes deelde mij de plannen omtrent de begrafenis mede. Sina afscheidsvisites gemaakt. Margo en Rina brengen een kleinigheidje voor Dolfina. Vandaag bijzonder warm, 20 graden, broeijig weer, uitermate groeizaam. De pereboomen allen in den bloei en gedeeltelijk in het blad. Wij [hebben] vandaag spinazie en salade uit onze tuin (uit de broeibak) gegeten. Elders bloeijende aardebeijen. Het is een overheerlijk schoon voorjaar. 29 April 1872. In de tuin met Jan Smit, stokken zetten, slaboonen gelegd. Sina des voormiddags naar de Waal, daar gegeten. Ik des namiddags met Vrendenberg en Bakels naar de Waal, Krans bij Koekebakker, compleet. Met Dominee Bakels langen tijd in den tuin gewandeld om de vraag te bespreken of wij (hij in de kwaliteit als lid der schoolcommissie) morgen bij de begrafenis van den Heer Bok ook nog een woord openlijk aan het graf zouden spreken, hetgeen hij niet afkeurde (toen wij des avonds 12 uren thuis kwamen heb ik dan ook nog ene toespraak ten dien einde gesteld). 30 April 1872. De Heer Bok begraven. Bij de begrafenis talrijke vergadering, de hele familie, het plaatselijk bestuur, het geheel personeel der schoolmeesters en de predikanten Bakels, Koekebakker en Huizinga. Wij gingen in een langen trein naar het Kerkhof. Bij het graf sprak ik een woord vooral om in dankbare herinnering te brengen wat Bok voor Texel geweest was. Aan het sterfhuis teruggekeerd dankten velen mij voor het gesproken woord. [Na afloop komen de praatjes]. Willem deed zich in zijn brieven aan Papa voor als tot diens rigting bekeerd, maar Van Hoorn noemde dit huichelarij: personen die Willem in Amerika gesproken hadden, hadden verzekerd dat van die veranderde rigting in 't godsdienstige bij hem niets was te bespeuren. Men mogt er zich zoover mee troosten dat de oude Heer daardoor in 't laatst eenige meerdere genoeglijke oogenblikken had gehad. Afscheid nemen, o.a. bij Sijbrand Jans Keyser, aldaar Jakob Kooiman. Gesprek over de verbazend hooge veeprijzen. Voor 240 gulden en meer worden hier de koeijen opgekocht, het melkvee kost even zoo veel als anders het vette vee. De boeren in Zuid Holland kunnen bij geen mogelijkheid hun vol beslag van vee krijgen bij het overvloedig grasgewas dat er thans is. Cornelis Keyser sprak van zijn koe die doorgaans 50 maatjes melk gaf bij driemaal melken. 1 Mei 1872. [Reis naar Leeuwarden en Groningen]. De papegaay logeert sinds vanmorgen bij P. Roeper. Na het avondeten alles gesloten hebbende wandelden wij, Sina en ik benevens de meid Martje Visser, die over Harlingen naar 't Vlie zou reizen, naar 't Oude Schild. Mooi weer, maar stil en tegenwind. Wij gingen in 't schip van Timmer te kooi en voeren af te 1 ure, gelijk met Tuinder. Van 's morgens 5 tot 8 lagen wij voor anker. Een genoeglijke zeereis, zoo rustig dat ik met gemak kan schrijven. 3 Mei 1872. Gistermiddag 3 uur kwamen wij te Harlingen. Wij hadden eerst bij Timmer aan boord een goed middagmaal gehouden al was het dan alleen met een schotel rijst waaraan wij vleesch konden toevoegen. Toen ik Timmer naar mijne rekening vroeg, wilde hij niets aannemen. Hij zeide voortaan van mij en mijn huisgenoten geen geld meer voor de overtogt wilde aannemen en hoe ik ook tegensprak, hij verzocht mij daarover niet verder te spreken, maar dat ik hem slechts zoude schrijven wanneer ik dacht terug te keeren [Huizinga spant zich in om Jan Timmer op een Gymnasium geplaatst te krijgen met studiefinanciering]. [Met de trein naar Leeuwarden] Te Leeuwarden zagen wij Samuel reeds ons wachten. Weldra waren wij bij Dolfina en aanschouwden nu voor 't eerst hare lieve kleine, waarmede de ouders zoo gelukkig waren. De bevalling van Dolfina was buitengewoon voorspoedig geweest, zoodat zij zich al in de geboorte konden verheugen eer de moeder 't zelve wist. Zij had wat moeite met het zogen, was koortsig, pijn in den borst enz. [Sina bleef in Leeuwarden bij Dolfina, Huizinga reisde, 2 dagen na de kraamvisite, verder naar Groningen] [Samuel bewoont een zeer goed huis, ofschoon wat kleine kamers, daarbij komt dat het er zeer gehorig is, zoodat men bijkans alles wat er bij de buren voorvalt hoort en omgekeerd]. 4 Mei 1872. [Huizinga bezocht in de gevangenis te Leeuwarden Hendrik Cornelisz Roeper door bemiddeling van Doctor Plet] die Geneesheer in de Gevangenis was te dezer stede. Al de menschlievende bemoeijingen om gevangenen te verlossen en verbeterd aan de Maatschappij terug te geven leden meest schipbreuk. Zij moesten (volgens hem was dit het beste middel) naar eenig overzeesch gewest gezonden worden, waar zij niemand schade konden doen en door arbeid in hun onderhoud konden voorzien. Hij verhaalt veel van zijne ondervindingen. Wij spraken over Hendrik Roeper en maakten afspraak dat ik hem heden 11 uur in de gevangenis zou opzoeken. Ik vond daar Doctor Plet in zijne Apotheek. Hij liet Hendrik Roeper binnen komen. Bleek en mager zag hij er uit. Hij kon door zijn Asthma eerst niet spreken, later ging het. Hij herkende mij, maar zonder bewijs van opgewekte aandoeningen. Ik vroeg hem of hij zich 3 Augustus 1870 nog herinnerde. Ja. Ik herinnerde hem zijn toen beledene goede gezindheid en voornemens, vroeg hem hoe hij toch deze weer zoo spoedig vergeten had, zoodat ik hem thans hier moest wederzien? Hij zeide dat het niet anders kon. Hij had nog een huur gehad op een schip, maar de kaptein had hem weggejaagd wijl hij zieken genoeg had. Toen was hij weer aan de dwaal geraakt. Te Amsterdam was hij door eene heer nog bestolen, zoo schoot er voor hem dan niets meer over dan het verblijf hier. Ik sprak van hoop op betere dagen. Hij achtte ze onmogelijk. Hij had niets meer te hopen, nu niet meer. Ernstig stelde ik hem voor dat hij zich verbeteren kon en moest. Nog 4 jaar moest hij hier blijven. Dat zijne moeder naar Amerika vertrokken was wist hij uit een brief van zijne tante of een harer kinderen. Toen de Doctor mij herinnerde dat het tijd was, eindigde ik met zoo ernstig dwingende woorden mogelijk. Vroeg of hij nog iets aan iemand te zeggen had, wat hij met "neen" beantwoordde en ging weer heen zoo als hij gekomen was. 9 Mei 1872. Bij Dirk in Groningen in de Oosterstraat. [Daarna rondreis langs familie in de provincie]. 29 Mei 1872. Uit Groningen een brief geschreven aan Mevr. de Weduwe Bok ter harer verjaring. 7 Juny 1872. Om 1 uur weer te huis op Texel. Martje had ons al eene week verwacht. 7 Juny 1872. Cornelis Pieters Keyser verhaalde dat Pieter Jacobs Bakker met gezin van Winkel naar Noord Amerika vertrokken was als met de noorderzon. 7 Juny 1872. Even bij Pieter Roeper. Marretje wilde de papegaaij wel gaarne behouden. 8 Juny 1872. Sina des namiddags weder naar Leentje Vrendenberg om haar te helpen met de schoolkinderen. 8 Juny 1872. De Heer Boldingh hier om te spreken over de Tent Concordia. Hij oordeelt best, dat zij door 't bedanken van al de leden aan den Heer Westenberg overgelaten worde, en dat men tracht de Tent van den Heer Bok te koopen. 9 Juny 1872. Zondag. Avondmaal te Oosterend. Met rijtuig van J.C. Bakker. Op de terugreis op de hoogte van Bargen begint het paard door het overslaan van de staart over het leidsel te steigeren en slaat het lamoen in stukken, zoodat de wagen op de rand van de sloot geworpen wordt, waar die gelukkig staan blijft en wij het paard konden meester worden. Wij liepen naar de Waal met achterlating van den gebroken wagen. Wij keerden bij jufvrouw Roeper in en reden met de wagen van Harmen naar huis. 9 Juny 1872. Rina Keyser de bruid met den Heer Everts. Wij hen gefeliciteerd met tal van bezoekers in den fraaij gemeubileerde zaal met prachtige schilderijen. Sina daar op een partij met de familie tusschen 20 à 30 personen tot 's nachts bij 4 uur. 10 Juny 1872. De vaste goederen van Bok zullen verkocht worden. Het is niet onwaarschijnlijk dat de familie naar Haarlem of elders zal vertrekken. Hier Krans tot na 10 uur. 13 Juny 1872. Des avonds naar C. Eelman, ik werd door hem gemagtigd en verzocht om als ik het dan nu wel kon goedkeuren dat zijn zoon zich aan de studie wijdde, het noodige voor te bereiden dat hij op een Gymnasium (te Haarlem) kwam. Cornelis Eelman verhaalt van zijn boerenbedrijf. Zijn plaats in Walenburg met 40 bunders goed land, waarop toch 180 schapen konden worden gehouden werd hem omstreeks 1840 (of vroeger) door benoemde deskundigen getaxeerd voor 4000 gulden, thans zou zij alligt 50.000 waard zijn. Een stukje land, toen gekocht voor 3 maal het bedrag van den jaarlijkschen huur van 37 gulden, zou nu alligt 800 of 900 gulden opbrengen. Zoo verhaalde hij een menigte voorbeelden, maar toen kreeg men ook voor de lammeren 2 gulden. Zijn ouders slagtten een koe van 500 pond, die men voor een 30 gulden hebben kon, en een paar varkens tegen de winter. Het geld was zoo krap, dat als in 't zomer de maaijers het land afgemaaijd hadden en een 30 gulden moesten ontvangen, de boeren in Bargen, waaronder nogal welgestelden waren, de een bij de ander soms moest gaan leenen om die som bijeen te krijgen. Ik maakte de opmerking, dat men in die schrale tijden toch nog in onze Gemeente eene jaarlijksche collecte had van tegen 900 gulden, terwijl zij thans nog geen 600 bedroeg en dat onlangs de collecte voor eene pastorij te Noordhorn geene 10 gulden bedroeg. 13 juny 1872. Des avonds brief geschreven aan Bakels die thans te Haarlem is gelogeerd opdat die de noodige informatie voor mij inwinne [om Johannes Eelman op een Gymnasium te Haarlem te plaatsen]. 14 Juny 1872. Naar Antje Wuis, nu weer zoo wat hersteld van de Pokziekte, doch nog zeer zwak. Zij verhaalt van de droevige omstandigheden van haar huis, toen haar knecht Reijer Jakobsz Eelman de Pokziekte kreeg en daaraan stierf in eene toestand van geheele verstandsverbijstering (later diens broer aan Typhus). Naar de weduwe List te Nieuwland, bijkans allen daar de Pokken gehad. Betje en Jan overleden, Willem nog ziek. Zij vreest ook hem te zullen verliezen. Kors staat nu aan 't hoofd der boerderij. 16 Juny 1872. Zondag. Dankpreek, eerst aan de Waal te 10 ure, daarna aan den Burg te 12 ure. Weinig volk. Wij bij den Heer Keyser op een diner. Tegen half 3 scheidden wij, allen zeer vergenoegd. 18 Juny 1872. Tegen 6 uur des avonds Sina en ik gereden naar S. Keyser, naar de Tent van Bok, gerecipieerd aldaar door den Heer en Mevrouw Everts. Het terrein met vlaggen en wimpels versierd, muziek in 't Bosch, honderden nieuwsgierigen daar omtoe. Thee gedronken, in 't Boschje gewandeld, omringd door de volksmenigte. In de Tent vertooningen, dansen. Te 10 ure naar Brakesteijn gewandeld. Te 11 uur souper. Dansen geen gebrek, muziek in 't voorportaal. Tegen 4 uur vertrokken, wandelende, later opgehaald met de wagen van Keyser. Schoone zonsopgang. Te half 5 te huis. 19 Juny 1872. Naar 't Raadhuis. Rina getrouwd. Loman deed een treffende toespraak. Geertrui Ensing strooide bloemen. 20 Juny 1872. Menno thuisgekomen. Des middags Jan Timmer en Johannes Eelman. Hen den inhoud medegedeeld van den brief van Bakels uit Haarlem, die een kosthuis voor het gevonden had bij Heer Overbeek. Des avonds bij Corn. Eelman en Ts. Timmer van den zaak gesproken. Timmer wilde dat zijn zoon afzonderlijk een kamer had. Daarover een brief geschreven aan Bakels in Haarlem. 23 Juny 1872. Zondag. Koekebakker aan den Burg gepreekt over den dood van Thorbecke. Text Deut. 34. De dood van Mozes. 23 Juny 1872. Ensing gaat op reis naar Leijden en den Haag. Menno zal zijn practijk waarnemen. 24 Juny 1872. Met Vrendenberg naar de Krans bij Koekebakker. Wieringa was bij Van Vledder en hielp hem druk met het inpakken van zijn goed. Koekebakker verhaalde welke hooggaande twist Van Vledder met zijn Kerkeraad had. Verleden zondag had hij openlijk voor den predikstoel zijn diaken Dalmeijer van de grootste laagheid beschuldigd. Het zou aanstaand zondag bij het afscheid wel een groote scheldpartij worden. Vrendenberg verhaalde hoe Wieringa Van Vledder in vele gevallen tot een kwade raadsman was, zoodat nu alreeds de grond gelegd werd tot oneenigheid met zijn aanstaande gemeente. 25 Juny 1872. De kermis gister begonnen. Koekebakker en zuster hier des avonds en den ganschen dag, door Sina genoodigd. Veel onder de luif gezeten. Mooi weer. Des avonds in de Kikkert, waar jufvrouw Beiselman zeer goed speelde. 28 Juny 1872. Dirk c.s. van de Harlingerboot gehaald. J.C. Bakker verhaalde mij de geschiedenis van het vertrek van zijn zoon Pieter en gezin van Winkel naar Rotterdam en verder naar Amerika. De zaken van zijn zoon waren geheel verkeerd, ook scheen hij voor zich niet zeker te wezen of de brand te zijnen huize had plaats gehad hem niet in handen der politie had kunnen leiden. Deze had zich althans ernstig met de zaak bemoeid, zoodat hij blij was dat hij nu veilig in Amerika zit. Hij was bij Martinus en Marijtje Buijs en verwachtte daarvan het beste. Veel zorgen had hij in stilte om zijn zoon doorgestaan. 28 july 1872. Bakels wordt benoemd tot Schoolopziener in plaats van Bok, zeer tot zijn genoegen. 30 Juny 1872. Van Vledder doet zijn afscheid, geeft daarbij in zijn voorafspraak lucht aan zijn verbolgenheid tegen sommigen van zijn gemeente. 3 tot 10 July 1872. Dirk en Koos op reis via Haarlem, Arnhem, Keulen, Ems naar Rüdesheim. Jakob blijft aan onze zorg aanbevolen. Koos was snel vermoeid tegen hoogten op. Dirk had veel last van schrijfkramp, Koos van kortademigheid. 1 Augustus 1872. Sedert 5 July niets aangeteekend. Enkele hoofdpunten van het sedert gebeurde wil ik hier in herinnering brengen. Menno was 18 July vertrokken naar Rotterdam. Tot groote teleurstelling had de Courant ons geleerd dat het examen voor de Geneeskunde reeds in September i.p.v. December zou plaats hebben, zoodat hij nu voor 't geheel geen genoegzame tijd van voorbereiding zou hebben, maar zich slechts voor het eerste gedeelte zou kunnen aanmelden. 21 July 1872. Zondag. Wij hebben het herinneringsfeest gevierd van de Vereeniging onzer Doopsgezinde Gemeente op 19 July 1772 met eene Rede, door mij uitgesproken in de Kerk hier aan den Burg voor eene talrijke vergadering, echter kleiner dan men mogt verwachten (370). [Ali: Uitdeeling aan de armen van varkensvleesch. Rede van Huizinga, orgel bespeeld door de zwager van Koekebakker. Des avonds samenkomst ten mijnen huize van Diakenen en oud-Diakenen, voor eigen rekening, in de achterkamer en op de overdekte plaats. De vrouwen in de voorkamer. Koffij, madeira, koude maaltijd, brood, vleesch, gebak, bessen en wijn. Daarna thee. Des avonds om 9 uur vertrokken de laatsten. Dirk toastte op Arie Rab den Noordpoolreiziger]. Huizinga: De zwager van Koekebakker, de Heer van Entel uit Deventer, bespeelde het orgel zeer goed. Na Kerktijd hadden wij hier aan huis in de achterkamer en op de overdekte plaats (begunstigd door het heerlijkste zomerweder) de vergadering van Diakens en oud-Diakens en leden van den Breeden Kerkeraad met ons personeel mede tezamen 36 personen, daarbij Dirk en Van Entel (de vrouwen in de voorkamer) koffij drinken, madeira, koude maaltijd, brood en vleesch, gebak en bessen en wijn. Daarna thee, des avonds te 9 ure vertrokken de laatsten. 't Was ons allen een zeer genoeglijken dag, aan toasten geen gebrek (Dirk op Arie Rab de Noordpoolreiziger). Veel werd gesproken over den vroegeren staat der Gemeente en over het beschamende van den tegenwoordigen geringen collectes voor buiten-gemeentes. 24 July zijn wij voor het eerst dit jaar naar de Tent geweest. De Tent is van 't jaar nog bijkans niet bewoond. 28 July 1872. Johannes Bok zou hier nu slechts enkele malen wederkomen, wijl zijn moeder nu naar elders zou vertrekken. Hij had volstekt geen hart voor de Texelaars. Zij hadden zijn vader steeds te veel verdriet aangedaan, hem altijd miskend in zijn goede bedoelingen. Dominee Bakels wordt benoemd tot Provinciaal Schoolopziener in plaats van Bok, zeer tot zijn genoegen. In de verloopen week was hier een hevige verkiezingsstrijd voor 2 leden in de Gemeenteraad voor Keyser en Ran in de plaats, waarvoor gekozen werden Westenberg en J.F. Zijm. Dirk plaatste in den Heldersche Courant van l.l. woensdag een opstel "Texelsche Oudheden", om een onzinnig stuk (van Westenberg en Wieringa?) ten toon te stellen. Gister was Monsieur Glijnis hier. Ik had een gesprek met hem over 't Ontzet van Leijden, in hoeverre als Gods bijzondere beschikking aan te merken. Glijnis scheen daarin geenerlei bestuur te willen opmerken, ik oordeelde anders. Het kwam mij waarheid voor wat hij zeide dat hij van eenigzins diepere godsdienstkennis niet veel had. 1 Augustus 1872. Met Dirk een wandeling gemaakt over de Hoogte. 3 Augustus 1872. Samuel de Waard van Amsterdam hier geloogeerd tot 6 Augustus . 3 Augustus 1872. Brief van Arend Heerschap en Jantje Roeper dat haar moeder Geertje Dekker overleden is te Paterson in Amerika. 3 augustus 1872. Des avonds Ensing even hier met de Heldersche Courant behelzende een lang stuk van dominee Wieringa waarin hij het gevoelen verdedigt dat de leden van de Gemeenteraad gekozen moeten worden in evenredigheid van de geloofsbelijdenissen der burgerij. Ensing zal met Bakels daarop antwoorden voor het laatst. 4 Augustus 1872. Zondag. Samuel de Waard met Dirk, Koos en Sina bij mij ter Kerk aan den Burg, daarna gewandeld door 't dorp en over Zuid Haffel. De Roomsche Kerk bezien, pastoor aan 't catechiseeren. Dirk en Koos naar Monsieur Glijnis, zijne verzameling van naturaliën en instrumenten bezien. Des namiddags Dirk en Samuel naar de Koog gewandeld om de Noordzee te zien. Adriana Vrendenberg hier, nu sedert eene week uit Groningen terug. Hier thee gedronken Bakels en vrouw en Koekebakker. Bakels neemt aan om a.s. zondag hier voor Koekebakker, die dan naar Westzaan moet, te preeken. 5 Augustus 1872. Wij des voormiddags met alleman naar de Tent met de wagen van J.C. Bakker. Hier den dag doorgebragt met genoegen. De lucht was niet helder, zoodat wij van den telescoop niet veel dienst gehad hebben. In de Zandkuil heeft Jakob zich uitstekend vermaakt met klouteren, steenen zoeken en aandragen. Jan Duinker verdient soms wel 20 gulden per week, als hij gelijk thans een werk van zijn baas heeft aangenoomen, maar dan komt hij ook den geheelen dag bijna niet te huis. 6 augustus 1872. Een stuk van Ensing en Bakels, en een ander van Koekebakker in de Heldersche Courant (tegen Wieringa). 8 Augustus 1872. Gister een brief naar Huidekoper te Bolsward gezonden met de rente van 62,37. Vandaag een uitvoerige brief aan Menno, 50 gulden daarbij. 9 Augustus 1872. Ik met J.C. Bakker naar 't Oude Schild. Na eenig wachten bij zeer schoon weder Samuel en Katrina en Fenna van Calcar van de stoomboot van Harlingen gehaald, allen in de beste welstand. Bij Dolfina is intusschen Koosje Wentink en Cornelie Kikkert. 14 Augustus 1872. Wij naar de Tent. Dirk te huis gebleven, heeft last van rheumatiek. Daar ook Fokel, haar man is naar Rotterdam als afgevaardigde. 16 Augustus 1872. De familie naar de Koog heen en weer gewandeld, behalve Koos en ik. Tegen het late middagmaal vermoeid terug. 20 Augustus 1872. Samuel des morgens vroeg met Timmer vertrokken. Gister 100 nieuwe aarbeijplanten gezet door Jan Smit van Galesloot te Amsterdam voor 1,90. Vandaag 25 pond bessen voor sap uitgeperst met Dirk en een kan witte wijn met 5 gram soda toebereid door Dirk en daarbij 2 pond suiker. 21 Augustus 1872. Ernstige herinneringsdag. Wij met elkaar naar de Tent met Koekebakker en zuster Aal en moeder (Koos en Jakob met deze heen en weer gereden). Wij koffij gedronken in de Tent van Bok, gegeten in onze Tent. Des namiddags Wassenaar en vrouw en kinderen en Mina van Duijn. In de Tent van Bok meisjesvisite van de dochters van Albert Koning. Schoone dag. 23 Augustus 1872. Des morgens 7 uur Dirk en familie weggebragt naar de stoomboot op Harlingen. 26 Augustus 1872. Niet naar de Krans bij Kapteijn. Koekebakker des avonds even hier, hij had Bakels naar den Burg vergezeld, die des morgens met vrouw en kind naar de Waal een zeer slechte reis gehad had, doornat van regen bij het zwaar onweer dat wij van voormiddag hadden. 28 pond bonte bessen uitgedrukt met de pers van Dijt voor bessewijn, toegemaakt met 30 gram soda en 14 pond suiker. 27 Augustus 1872. Brief ontvangen van den Heer Overbeek te Haarlem, dat hij a.s. zondag Timmer en Eelman verwachtte. Ik dien brief des avonds bij C. Eelman gebragt. Gesprek over Willem. Ik gaf te kennen hoe noodig ik strenge tucht (bijvoorbeeld van Nederlandsche Mettray) voor hem achtte. De ouders wilden daarvan niet veel weten. Het werd veel beter met hem, hij had ook goedwilligheid, maar zeer driftig en bij harde behandeling onhandelbaar. 30 augustus 1872. Kwart voor 9 is Koekebakker hier (met de paard en wagen van Jan Duinker). Wij met ons zessen naar den Hoorn gereden. Bij Bakels, hun uitgenoodigd tot eene duinwandeling die hij aanneemt (Ensing aldaar). Wij naar het Westerstrand kwart voor 10. Wij kwamen aan zee kwart voor 12 over of bijlangs Loodsmansduin terug. Aal Koekebakker was intusschen ongesteld geworden, zoodat het voortzetten der reis haar onmogelijk was. Wij verkwikten ons met meegebragte spijs en drank op 't strand en in de duinen. Ik was zeer vermoeid toen ik met het gezelschap bij Bakels terug kwam. Wij zijn tuin en springende fontein gezien. 31 Augustus 1872. Van Jan Timmer en Johannes Eelman hier om afscheid te nemen. Ik sprak hen ernstig vermanend en waarschuwend toe. Zij beloofden mij daaraan te zullen terugdenken. Zij vereerden mij uit erkentelijkheid voor gedane diensten met latijn leeren enz een zilveren brilledoos. 1 September 1872. Des avonds bij Teunis Timmer. Vanmorgen was hun zoon vertrokken. Veel gesprek over Jan. Hij had het een en ander wat ik hem gister gezegd had wel overgebragt. De ouders betuigden bij herhaling hun dankbaarheid aan mij. Katrina en Fenna vandaag hier en daar afscheidsvisites gemaakt. 2 september 1872. Krans aan den Hoorn bij Bakels, gesproken over de methode te volgen bij Godsdienstig onderwijs. Wij bezagen bij Bakels in zijn huis zijn kunstige fontein. Wieringa verhaalde van de fabelachtige opbrengst zijner sla- en snijboonenbedden. Ik verlangde naar huis omdat het de laatste avond was met Katrina. Ensing nog even hier. Fenna vroeg hem de rekening wegens zijne behandeling wegens zijne behandeling harer huidziekte, genezen door Aziatische pillen. Hij verlangt er niet voor (de apotheker moest zij nog 5 gulden betalen). 3 September 1872. Katrina en Fenna met Timmer vertrokken. Mogten wij haar vervolgens in welstand en blijde wederzien! Sina en ik den dag meest op de overdekte plaats doorgebragt. Des avonds brief geschreven aan Pieter Cornelisz Roeper te Hillegom, het overlijden zijner moeder, mij door zijn zuster berigt. Met Timmer vanmorgen een paar zakken vrugten uit mijn tuin aan Samuel te Leeuwarden gezonden. 3 September 1872. Brief aan Samuel: Adriana Vrendenberg is aangesteld als Hulponderwijzeres te Warnsveld, gaat bij haar schoonzuster aldaar inwonen. Willem Bok heeft in New York een betrekking gekregen als Translateur bij de Telegraaf, die hem 1000 dollars per jaar opbrengt met uitzigt op verhooging tot 1500. Mevrouw Bok was uitermate verblijd. 4 September 1872. Des namiddags naar Willem Roeper in Ongeren, wiens krachten zoo zeer vervallen, dat zijn einde (waarnaar hij zeer verlangt) nabij schijnt. Aldaar Cornelis Bremer gesproken. Deze weet nog uit eigen herinnering het een en ander te verhalen van zijn leeftijd van twee jaren, de dood zijns vaders, dat hij op zijn moeders schoot lag enz. Des avonds bij mevrouw Bok, zij ziet zeer op tegen haar vertrek van hier. Doctor Ensing bij haar. Ik even met hem mede naar zijn huis om daar de prachtige chromolithographie te zien van de Anatomische Les van Rembrandt, die hij gekocht had voor 36 gulden. Eergister Dirk Koorn hier. Hij wilde dat ik informeren zou naar eene inrigting waar zijn zoon Dirk genezing voor zijn stamelen zou kunnen vinden. Ik schreef daarover dan ook aan Dirk en Menno. Mevr. Bok ziet zeer op tegen alles wat nog aan haar vertrek van hier moet voorafgaan en tegen dat vertrek zelve. 5 September 1872. Brief van Jan Timmer en Joh. Eelman uit Haarlem, meldende den gunstigen afloop van hun examen op gister. Beiden aangenomen op de Latijnsche school. Ik naar C. Eelman, vervolgens bij de vrouw van Timmer. Bij beiden waren zij zeer verblijd. Veenstra kwam met het belastingbillet. Gesprek over de Telegraaf. Veenstra had in de Raad tegenstand omdat hij niet zien kon dat Texel daardoor aanmerkelijk bevoordeeld zou worden, schoon hij het wel aardig vond dat men zoo spoedig kon corresponderen. Eigenlijk belang had niemand daarbij. Ik verhaalde hem hoe ik alleen aan de Telegraaf het geheele geluk mijns levens dankte, toen ik in July 1862 in Zwitserland was. Veenstra meende dat de Texelaars zeer ongaarne de kosten daarvoor wilden dragen. Ik daarentegen meende dat er wel 800 gulden met giften daarvoor bijeengebragt zouden kunnen worden. Ik voor mijzelf zou er gaarne 1 gulden jaarlijks voor willen geven. Ik vertelde aan Koekebakker, die in de Notulen der Kerkeraadsvergaderingen van 1858 bladerde, de geschiedenis van het bedanken van Willem Bok als voorlezer. 22 September 1872. Zoo langen tijd het aanteekenen verzuimd. 10 September ben ik het huisbezoek begonnen te Oost. 13 September 1872. Ten huize van de weduwe Bok de te verkoopen bibliotheek helpen catalogiseren. 16 September 1872. Wederom bij Bok als vrijdag. Des namiddags Krans bij mij, doch niemand geweest. 18 September 1872. Huisbezoek bij Reijer Daalder aan de Koog, aldaar aangetroffen de landmeter van het Kadaster Van der Aa. 18 September 1872. Brief van Dolfine: Cornelie Kikkert heeft een betrekking gekregen bij een familie Velting in Leeuwarden (Raadsheer bij 't Provinciaal Geregtshof) 6 kinderen, mevrouw sukkelende. Martinus Wentink kreeg in November de zaak van zijn neef Van der Meer in Deventer over, op zeer billijke voorwaarden. 20 september 1872. Sina naar den Hoorn, Bakels hier. 22 September 1872. Vrendenberg is van de week naar Amsterdam geweest, l.l. maandag is het vonnis van 5 jaar tuchthuisstraf over zijne zoons uitgesproken. Bakels hier laatstleden vrijdag komende van zijn eerste schoolopzienersreis naar de eilanden. 23 September 1872. Ensing met mij alleen zijnde, deelde mij mede dat hij niet als Doctor naar Alkmaar ging, dat hij zijne papieren gister terug verzocht had. Hij had daar onlangs gesolliciteerd, maar zijne vrouw scheen er niet voor te wezen. 23 September 1872. Nutsvergadering aan den Burg. Redevoering van dominee Wieringa. Voorstelling van een dameskransje waar over allerlei soorten van philantropische vereeniging gesproken wordt. Het slot is dat bijzondere philantropie meer wezenlijke waarde heeft, doch genootschappelijke krachtiger werkt. Sommige willen eene kostbare muzijk doch ten laatste vereenigt men zich algemeen in de wensch om den Heer Maju met zijne toestellen uit te noodigen voor 2 dagen om alzoo ook het volk buiten het Nut tegen 25 cent entrée een wezenlijk genot te bereiden. Daarna reciteerde ik: "het menschelijk leven" van Van Haren en tenslotte droeg Loman een stukje voor waarin hij wees op het onberekenbare belang van de gister in werking gestelde Telegraaf die nu Texel met het groote wereldnet verbond, en zijne teleurstelling dat die dag zonder bijkans eenig vreugdebetoon was voorbijgegaan. Hier en daar wapperde slechts een vlag. Op de vergadering was ook den Heer Dusart, telegrafist. Bij Mevr. Bok op huisbezoek. De boeken zullen in de Kikkert verkocht worden. Simon Reinbach was (volgens ontvangen brief aan den Heer Bok gerigt om weldadigheid te verzoeken) te Londen overleden, waarheen hij gevlucht was, nalatende eene weduwe met 8 kinderen, zeer armoedig. Zij konden daar niet aan doen. Buitendien die Reinbach was eigenlijk de bewerker geweest van het verderf van haar zoon Willem. Van Willem had zij nog geen berigt of hij werkelijk een betrekking als vertaler aan het telegraafkantoor te New York had gekregen, die hem 3 dollars daags opbragt, zooals de Heer van Herwerden, onlangs vandaar gekomen, uit een ontvangen brief haar meegedeeld had. 24 September 1872. De kagchel gestookt l.l. zaterdag 21 September voor 't eerst op de studeerkamer. 25 September 1872. Huisbezoek aan de Waal, met de zoons van Samuel Vlessing gereden. Ik des middags bij Koekebakker gegeten (Koekebakker bij Sina). Bakels en Fokel even hier. Ik stel hem 10 gulden ter hand om daarvoor een fraaij portretalbum te koopen (volgens vroeger aanbod van mij) tot een blijk van erkentelijkheid voor de lessen die hij aan Katrina vroeger gegeven heeft in 't Engelsch. Hij was echter ternauwernood te bewegen om het aan te nemen. 26 September 1872. Met Cornelis Keyser gereden naar de Waal, Kamerdag. De wagen werd intusschen weggehaald om Loman naar de vuurtoren te rijden, schepen op 't strand, 't was ook weder stormweder. 26 September 1872. Met Sina naar de Waal. Kamerdag. Verjaardag van Koekebakkers komst op Texel. Des avonds met de Burgerdiakens bij hem een glas wijn gedronken. Sina blijft daar vannacht. Wij in de wind opgeworsteld naar den Burg. 27 September 1872. Met Sina en Kapteijn en vrouw de inboedel van Bok bezien. 29 September 1872. Van de week was hier Pieter Koning met een adres aan de Koning om voor de zoons van Vrendenberg de 5-jarige Tuchthuisstraf in 2 jaar cellulair veranderd te krijgen. Het zou getekend worden door zoo veel mogelijk ingezetenen van Texel. Een gelijk verzoek was door de advocaat Nieuwenhuis en door de familie ingediend. 30 September 1872. De twee Franschen, met hunne vrouwen en bedienden, die hier eenige weken op Texel bij Slijboom geloogeerd en met de jagt zich onleedig gehouden hebben, vertrekken heeden weer. Zij geven zich uit voor eigenaars van kasteelen in Frankrijk. Schijnen echter geen lieden van hooge beschaving te zijn. 30 September 1872. Met Koekebakker en zuster naar de verkooping van Bok. Aal naar ons huis, wij vonden haar des middags ziek. Menno verlangt 75 gulden. Des avonds aan hem geschreven dat ik hem dit niet toestond. Ik zend hem 60 gulden met aanmaning tot spaarzaamheid. Een mud peeren en zoete appels, handpeeren en appels en slaboonen in een mand naar Samuel te Leeuwarden gezonden met brief. Mand met leege flesschen van hem ontvangen. Twee delen herbarium van Van der Trappen voor Samuel gekogt op de verkoop van Bok. 30 September 1872. De appels en peeren in mijn tuin zijn bijkans alle afgewaaid en de slabonenstokken liggen op de grond geslagen. 1 October 1872. Verkooping van meubelen bij mevrouw Bok, 2 ledikanten, 1 rustbank en 1 tafel gekogt. 2 October 1872. De boeken van Bok in de Kikkert verkogt, ik daarbij geadsisteerd. Des avonds kwamen Pauline en Johanna mij bedanken en bragten mij tot aandenken een groot portret van den Heer Bok achter glas. Wij ontvingen ze op de studeerkamer, daar Aal op de rustbank lag. 3 October 1872. Met Aal Koekebakker naar de Waal gereden. Huisbezoek gedaan. 5 October 1872. Zondag. Gepreekt aan de Waal, Koekeballer aan den Burg. Mijn huisbezoek aan de Waal afgedaan. 7 October 1872. Met Koekebakker naar de krans bij Wieringa. Deze verdedigt de stelling dat de Staat niet wel doet het Openbaar Onderwijs zoo goedkoop te stellen dat het Bijzonder Onderwijs daartegen niet concurreeren kan. Hij wilde dat de Bijzondere School regel, de Staatsschool aanvulling hebben. Even bij Fokel. Bakels vanmorgen weder op reis gegaan, naar Haarlem. Zij zou van de week bij ons komen. 10 October 1872. Naar de Koog, Albert Mulder bezocht. Bij Klaas Brouwer vooraf thee en daarna koffij gedronken. Geertje wil het liefst door mij aangenomen worden. Meester Klok is naar Haarlem om zijn examen als Hoofdonderwijzer te doen. Brouwer brengt mij in de duisternis op den weg. 12 October 1872. Sien heeft het druk met haar kleed gereed te maken. Zij denkt overmorgen met Aal naar Wormerveer te gaan. De reis werd uitgesteld door ziekte van Aal. 13 October 1872. Zondag. Avondmaal hier aan den Burg door Koekebakker. Hij des namiddags even naar de Waal geweest om eene vergadering te houden tot de oprigting van een Leesgezelschap, waar echter niemnad verscheen. Mevrouw Bok was met haar kinderen ter Kerk en zeer aangedaan. Ik bedankte haar voor het gezonden portret. 14 october 1872. Sina vroeg te bed. Martje ongesteld dito. 17 October 1872. Daar onze meid Martje weer ongesteld is schuift Sien haar voorgenomen reis met Aal Koekebakker naar Wormerveer op. Aal vertrekt dus des middags alleen, zeer teleurgesteld. Martje ligt met de koorts. Koekebakker komt te 7 uur terug met 't rijtuig. Zijn paard was op de Oudeschilderdijk aan 't hollen geweest totdat de wagen tegen een paal gestuit was en hijzelf eruittuimelde, ongedeerd, hoewel erg verschrikt. 19 October 1872. [Menno heeft een tijdje niets van zich laten horen, vader ongerust tot er een brief van Menno komt] Eindelijk de lang verwachte brief van Menno, dat hij gistermorgen 't besluit gehoord heeft dat hij afgewezen zou worden en dus nog bijtijds heeft hij zich teruggetrokken. Goddank, ik ben tenminste van mijn angst bevrijd. Ik beantwoord zijn schrijven uitvoerig met toezending van 60 gulden. Gister had ik mij voornamelijk bezig gehouden met het opmaken van de uitgaven reeds voor hem gedaan en gezien tot welk een belangrijk cijfer deze reeds in 6,5 jaar geklommen zijn. 2 mud aardappels ontvangen van Dirk List à 3,25 gulden. Martje is vandaag weer aan het werk, maar moet aanhoudend innemen tegen de koorts. Vandaag hier 2 kinderen van Cornelis Keyser, die zelf en vooral zijne vrouw, aan de koorts lijdt. 19 October 1872. Gister namiddag lag er een driemastschip in het gezigt van Texel nabij Nieuwe Diep in brand. 20 October 1872. Zondag. Dankpreek aan den Burg. Des namiddags kwamen de adspirant-Doopelingen zich aanmelden, 21 in getal, waarvan ik verscheidene meende te moeten afwijzen, wat echter aanleiding gaf tot uitvoerige gesprekken onder de afgewezenen, Dirk Pietersz Bakker, Cornelis Corn. Eelman, Gerrit Gerritsz Bakker, Jan Jansz Eelman, Trijntje Kok, Jantje Salm, Neeltje B. Bakker, Trijntje Dijksen. Dit duurde tot 8 uur. 20 October 1872. Vandaag de Telegraaf in werking gesteld. 21 October 1872. Des morgens bezoek gehad van Cornelis Bouwes Bakker en Gerrit Dirks Bakker, inlichting vragende waarom hun zuster Neeltje niet met de Doopelingen mocht komen (8 waren door mij afgewezen). Ik wees als reden gebrek aan vordering in Godsdienstige kennis aan. Gerrit was eerst zeer opgewonden, terwijl Cornelis zich bedaard hield, maar tegen 't eind werd Cornelis, toen hij zijn zin niet kon krijgen, aan een razende gelijk en stortte zich in de lompste schimptaal. Hij wilde: ik zou hem terstond uit 't lidmaatboek schrappen. Nooit zou men van zijn familie meer ter Kerk of ter catechisatie komen, enz. Bij Veenstra, ziek sedert ruim 14 dagen. Met zijne vrouw sprak ik over de ontmoeting van vanmorgen. Zij dacht wel dat er veel ontevreden menschen zouden wezen. 21 October 1872. Ik sprak ditmaal zeer uitvoerig met Vrendenberg over zijne zoons in Amsterdam. Hoe hij hen bezocht en gevonden had. Anton tamelijk bedaard, maar Jan vreeselijk terneergeslagen. Anton was ziek geweest maar nu weer zonder koorts. Uitmuntende behandeling. Hij roemde zeer de directeur van de cellulaire Gevangenis en de humaniteit van De Vries, enz. Toen ik heenging beklaagde hij zich dat hij door het spreken over die zaken altijd zoo ontroerd werd, hij kon dan nu ook niet meer, en moest mij zoo uitlaten. Des avonds Koekebakker hier, naar 't Nut. 21 October 1872. Op de Nutsvergadering werd er over gesproken door den Burgemeester, dat dit feit [telegraaf] met zoo weinig vreugdebetoon voorbij was gegaan, slecht hier en daar wapperde een vlag. Dit gaf mij aanleiding om het woord te vragen en de Burgemeester dank te zeggen voor zijn woord zoo goed te pas gesproken en voor zijn gewichtige bemoeijingen, met die van de overige Raadsleden, te dezer zake. 22 October 1872. Om 6 uur bragt Koekebakker mij vraagboekjes, ik ging naar de catechisatie en toen ik om 8 uur tegrugkwam zat hij nog op dezelfde plaats, alsof hij er niet vandaan was geweest. Hij richtte het woord tot mij, het zou een ernstig en gewichtig woord zijn, een verzoek niets meer of minder dan om de hand van Sina. Ik stond versteld, geheel verbaasd en voelde mij als verplet. Sien viel me om de hals, ik moest spreken, ik herinnerde 't gewigt der zaak. Mogt ik weigeren, 't zou dan zijn als ik moest twijfelen aan de opregtheid van beider liefde. Ten langen leste verklaarde ik er geen bezwaar in te zien en mijnen toestemming te geven en vurig te wenschen en te bidden dat Gods zegen op dat woord mogt rusten, zoodat wij ons ten allen tijde er in zouden kunnen verheugen, waarop teedere tooneelen volgden. Welk eene wending van gedachten, welk een geheel nieuwe wereld van voorstellingen op eenmaal! 23 October 1872. Brief van broeder Juriaan, hij wil Ko gaarne bij mij plaatsen. Ik sprak daarover met Sien. Naar Glijnis en vraag hem of Ko daar zou kunnen zijn en op welke voorwaarden. Glijnis had 5 in de kost, behalve 2 kweekelingen en kon er nog 2 plaatsen. Hij ontving voor een leerling bij hem in de kost 350 gulden, waarbij alle kosten, ook voor de wasch, voor 't gebruik van boeken, enz. Indien Ko bij ons sliep en at wilde Glijnis het 200 gulden lager stellen, dus voor 150 gulden. Ik schreef dit alles aan broeder Juriaan en dat ik Ko wel gaarne alzoo in de kost wilde hebben als hij overigens geheel onder de hoede van Glijnis was. 23 October 1872. Het Postkantoor is nu in een kamer in de Koogerstraat, tegelijk met het Telegraafbureau. Dingsdag heeft buurman Lap, die nu de telegrafist bij zich geloogeerd heeft, een ledikant met behangsel van mij geleend. 26 October 1872. Koekebakker des avonds hier. Hij met Sina druk bezig om gedrukte brieven (berigt van 't engagement) van adressen te voorzien. 28 October 1872. Hier aan huis Krans. Wij des avonds niet naar de voorlezing van Weber in de Kikkert ten behoeve van de gewonde stuurman van een gestrand schip. 30 October 1872. Gister met de diligence naar het Oude Schild verzonden naar Leeuwarden (met Corn. Bakker) een vat peeren, naar Groningen een vat peeren en een pakje kindergoed door Sina bewerkt. Naar Sapmeer een pak boeken onlangs op de verkooping van Bok gekocht en een pak kleeren. 31 October 1872. Sina's gelukkige dag van eerste reize met Koekebakker naar Wormerveer. Kamerdag in de Waal. C. Keyser en Veenstra afwezig door aanhoudende ziekte. Kuiper feliciteert mij hartelijk en roemt de keuze van Koekebakker zeer, maakt een vergelijk tusschen Sina en mevrouw Bakker, die hier weinig beviel. 1 November 1872. Des voormiddags afscheid genomen van Mevr. Bok, Pauline, Johanna en Henriëtte. Zij gaan morgen vertrekken naar den Haag. Mevrouw was zeer gevoelig, zij scheen niet te denken dat zij hier ooit zou weerkomen, niettegenstaande zij haast niet scheiden kon en hare heerlijke omgeving hier niet kon verlaten. Zij was nu 44 jaren op Texel geweest. Bok was hier een jaar of anderhalf eerder geweest met zijne moeder. Oorspronkelijk had men niet gedacht dat zij hier blijven zouden. Bok dacht na eenige jaren naar eene regtelijke betrekking te solliciteren, maar toen het huisgezin zoo talrijk werd was het daartoe niet gekomen. Zij bedankt mij voor de genoten vriendschap en genoegens, ik wederkerig. 1 November 1872. Van voormiddag Gerbrand Dros, hulponderwijzer te Hoedekenskerke nu met de rang van Hoofdonderwijzer, hier koffij gedronken. Hij verhaalt van zijn examen. 't Was zeer genoeglijk geweest. Hij was zeer vrijmoedig omdat hij zich bewust was alles gedaan te hebben wat hij kon, met nacht en dag te studeeren (hij oefende zich bij mij in 't boeken innaaijen wat hij zeer aangenaam vond). Gesprek over de grond voor 't geloof in Onsterfelijkheid. Wij stonden daarin zeer goed te zamen. Ik gaf hem ter leen het boek van Aebli over dat onderwerp. Des namiddags de laatste boomvruchten uit de tuin verzameld. 1 November 1872. Des avonds naar T. Timmer. Hij was op reis naar Harlingen. Naantje sprak met den grootsten lof van Sina's geschiktheid als a.s. Domineesvrouw. Algemeen hoorde zij dat me met dat huwelijksplan zeer was ingenomen. Naantje vond in Sina zooveel van haar overleden moeder weder. Zij hoorde ook dat Koekebakker aan de Waal in omgang enz. zoo best voldeed. Zij deelde mij de laatste berigten van haar zoon Jan mede. Hij zou morgen over een week te huis komen. 3 November 1872. 60 gulden naar Menno. Des avonds Glijnis en Loman hier om mij te feliciteren. Christina Vrendenberg weer afgewezen voor akte in 't Fransch. Glijnis zeer verontwaardigd. Zij had den Heer die het dictee opgaf volstrekt niet kunnen verstaan. Gesprek over de feestviering op 't Nut. Loman oordeelt dat de eisch van Maju van 86 gulden voor 2 avonden, de reis- en verblijfkosten buitendien veel te hoog is. Des avonds bij Ensing om van hem een getuigenis te vragen ten behoeve van Samuel om ingeschreven te worden in de Levensverzekering te Amerongen. Aldaar de Surnumerair bij de Registratie van Wijk en later Bruno Bok en vrouw. [Ali: Samuel verzogt, voor de levensverzekering, een getuigschrift van Ensing dat in de families Huizinga en Meihuizen geen erfelijke kwalen, zooals de tering, voorkwamen]. Ensing verhaalde mij van Veenstra, die nog steeds zeer ziek is, hoe zij daar buiten hem om met Hellema te rade gingen, wat hem zeer stuitte, daar 't onlangs bij een vroeger bezoek van Hellema gebleken was dat zij beiden volmaakt eenstemmig dachten. 4 November 1872. Krans bij Wassenaar. Brief aan Dirk: over Ko: Ik heb er wel genoegen in want ons gezin is nu waarlijk niet te groot om zulk een knaapje daarbij te hebben en daar hij toch geheele dagen bij Monsieur Glijnis zal zijn, ook om zijn schoolwerk af te maken, en hij hier alleen komt eten en slapen, zoo is de verbindtelijkheid, die soms nog al lastig kan zijn, ook minder groot. Betje Vrendenberg is schoolhouderes te Buiksloot. Bruno Bok komt nu in 't ouderlijk huis. Ensing had den apotheker Petersen er op betrapt dat hij chininepoeders die 6 grein moesten bevatten, afleverde met 2,5 grein. Sina is in Wormerveer met Koekebakker. Brief aan Samuel en Dolfina: Ik heb het nu stil, doch dit hindert mij niet. Maar als 't verder komt, zal 't een groote verandering voor mij zijn als ik weer, gelijk voor 40 jaren, mijn huishouden moet doen met een meid alleen, doch ik zal mij daarover nu nog volstrekt niet bekommeren. Mag ik hier nog eenigen levenstijd hebben, dan zal 't mij een groote verkwikking zijn dat ik Sina gedurig zien kan en dat ik haar als 't ware als mijn opvolgster kan achterlaten. 5 November 1872. Des avonds 8 uur vind ik Sina weer te huis van Wormerveer met Koekebakker en zuster, die te 9 ure naar de Waal vertrekken. 10 November 1872. Zondag. Naar Oosterend, aan de Waal Jan Jansz Roeper opgenomen die meende dat de preek aan de Waal was. Regen. Te Oosterend had men inmiddels een zware donderslag gehad met zware hagel en plasregen, zoodat de Peperstraat op één plaats nog zoo goed als blank stond. Ik kwam door 't verschil der klokken 10 minuten voor half 11 aan. Ik 1 uur gepreekt voor 25 menschen, 16 mans, 4 vrouw, 5 kinderen. Naar de Waal, Aal Koekebakker bij ons in 't karretje genomen en gereden naar den Burg. Des avonds Jan Timmer en later Joh. Eelman hier uit Haarlem. Zij bragten in ieder opzigt aangename berigten mede. 11 November 1872. Krans bij Koekebakker. Des namiddags naar Zuid Haffel, Immetje Kooiman ziek, haar man niet thuis, maar een zoontje Sijbrand. Zelden zag ik een meer ongeschikt kind. Terwijl ik met zijn zieke moeder zat te praten deed het niet anders dan mij verstoren, goed uit mijn zakken halen, mij met stok stooten en slaan, hoe de moeder hem ook verbood, hem stout noemde en zeide naar achter te gaan. 16 November 1872. Menno komt uit Rotterdam, gezond maar schraal. Koekebakker des avonds hier gelijk meest alle dagen voor langen of korter tijd. 17 November 1872. Des morgens komt broeder Juriaan met Catharina en Ko [die bij Huizinga zal wonen en bij Glijnis op school zal gaan]. Vannacht op 't Nieuwe Diep geweest. Vrijdagmorgen van huis gegaan uit Groningen op mijn telegram van donderdagmiddag, dat Timmer om den stormwind uit den Oosten dien morgen niet gevaren was. 17 November 1872. Heden gedenkdag van mijne 40-jarig predikdienst. Klaas Brouwer van de Mient om mij te feliciteren [en vele anderen]. Van de genoodigde Kerkeraadsleden alleen Sijbrand Pietersz Keyser en Sijbrand Cornelisz Keyser. Een groot getal brieven en kaartjes. In zijn toast zeide Keyser dat ik niet noodig had gehad in mijn preek verschooning te vragen voor 't vele gebrekkig wat mij in mijn werk had aangekleefd, want er was slechts lof te geven aan mijn werkzaamheid. Er mocht dan een enkel maal eenig verschil van meening zijn geweest over ondergeschikte zaken. 18 November 1872. Des avonds kwamen Kapteijn, Wassenaar en Bakels mij een geschenk brengen, een barometer door de collega's gezamelijk bekostigd. 18 November 1872. Feestviering van het 50-jarig bestaan des Departements [Nut]. Bakels doet de Feestrede. Simon Keyser praesident. Bijdragen van Koekebakker, Bakels, Wassenaar. Menno droeg een vers op "Wilhelm en Napoleon" (door hem gemaakt) zeer goed voor. Glijnis en Loman hadden berijmde gelegenheidsstukken, meester Brouwer op verzoek van Wieringa een vers van Brest de Wetering. Na de sluiting der Vergadering werd de avond zeer genoeglijk doorgebragt onder muzijk en dans (talrijke damesvergadering) en vele toasten, tot half 3. 19 November 1872. Met Juriaan en Ko gewandeld naar de Hooge Berg. Juriaan des avonds bij Glijnis, deze met hem hier een boterham gegeten met de telegrafist Dusart. 20 November 1872. Ko vanmorgen voor 't eerst naar de school, des namiddags met de jongens gewandeld. 21 November 1872. Menno vertrok weder naar Rotterdam. 24 November 1872. Dirk List hier, hem 6,50 gulden voor 2 mud aardappels betaald. Zijne dochter in Amerika te Lodi had haar kind verloren. Vermoedende dat het verlangen bij haar wortelde om naar het vaderland terug te keeren, had hij haar geschreven dat hij haar dan daartoe in staat zou stellen, wat zij echter als onnoodig had afgewezen. Ik haal dit aan als bewijs hoe Dirk als gewoon arbeider door vlijt en spaarzaamheid zich vooruitgewerkt heeft. 25 November 1872. Vannacht vreeselijke kramppijnen in de beenen gehad bij bezwijmens af. Broeder Juriaan is zeer blijde met Ko, die zich hier best te huis gevoelt en alle hoop geeft dat het hier ook met zijne vorderingen best gaan zal. Sientje leest mij de preek voor, gister door Koekebakker gehouden: de klacht van Mozes "'t Is mij te zwaar", naar aanleiding van hare geopperde bekommernis, dat hetgeen zij wilde aanvaarden haar wellicht alras zou blijken te zwaar te zijn. 26 November 1872. Naar het sterfhuis van Veenstra. 28 november 1872. Juriaan [Huizinga] was van namiddag met [zijn dochter] Catharina naar de duinen gewandeld en terug bij Bakels thee gedronken. 30 november 1872. Catharina is gister ten eten geweest bij Bakels en vrouw, zeer naar genoegen. Ko was gisteren zeer verblijd wijl hij begonnen was Fransch te leeren. Hij is alle dagen altijd even opgewekt en vrolijk. 2 december 1872. Niet naar de Krans bij Bakels. 4 December 1872. Daar Teunis Timmer van de week niet vaart is het vertrek van broeder Juriaan tot aanstaande dingsdag uitgesteld. 5 December 1872. Des avonds Sint Nicolaaspret. Groot getal van geschenken komen in, voor ieder wat. Voor mij sigaren en pijpekop, brieftasje, broeder Juriaan bloemhanger, Catharina kraagje, Ko schrijfcassette, Sina fraaij werkdoosje, enz enz. Koekebakker had hier een trommel met banketletters laten bezorgen en groot suikergebak. Wij bragten de avond genoeglijk door. Juriaan met het overige gezelschap nog eens langs den Burg gewandeld. Niet veel beweging. Enkelen drongen hier nog in huis. Brief van Dolfina: Zij kregen van Sint Nicolaas een konijntje op wielen voor Alida en 2 witte vazen met gouden randje voor op de schoorsteenmantel (van Arend Kikkert en Cornelie). 5 December 1872. Ensing verhaalt dat weldra een nieuwe apotheker, de Holl van Hoogeveen, hier zal komen. 6 December 1872. Vanavond ook nog bij jufvrouw Veenstra geweest. Zij was droevig maar toch praatachtig. Zij beweerde dat haar overleden man geheel geen gebreken had gehad (bij mijn toespraak bij 't lijk had ik zooveel lof van Veenstra gezegd, dat ik zelf meende in de gesprekken naderhand ook nog dit te moeten laten invloeijen: "gewis had hij ook zijne gebreken, maar zij werden door zijne deugden overschaduwd"). Nu kwam de jufvrouw op dat woord terug en zeide "dat was zoo niet, Veenstra had geene gebreken". Wetende dat een bedroefd hart geen regt oordeel hebben kan, besteedde ik geen moeite om haar te weerleggen. 7 December 1872. Terwijl wij aan tafel zaten kwam het hoogst verblijdende telegram dat Koos te half 2 ure voorspoedig bevallen was van een zoon [Johan]. Broeder Juriaan heeft dingsdagavond op de verkooping in de Kikkert 30 flesschen roode wijn gekocht voor 18 gulden, die hij mij ten geschenke gaf. Bovendien schonk hij mij heden nog 2 klep- bierglazen. Sina had ook van Wormerveer een paar geschenkjes gekregen, met een zeer lief versje daarbij van mevrouw Koekebakker, waarmede zij zeer verheugd was. Brief aan Samuel en Dolfina : Broeder Juriaan is hier tot nu toe op ons aanstaan gebleven (hij was de eenige die bij 't feest van mijn 40-jarig predikantschap ook mijn intree in Knollendam had medegemaakt). Catharina vooral ziet er zeer tegenop om naar Groningen terug te keeren en zou 't verblijf nog gaarne verlengen, wat ons ook regt aangenaam zou zijn want wij hebben beiden hier met regt veel genoegen. Broeder Juriaan is zoo opgewekt als hij zijn kan. Daartoe draagt ook veel bij dat Ko, die hier blijven zal, zich hier zoo regt naar genoegen bevindt en geen oogenblik lust heeft om Texel weer met Groningen te verwisselen. Wij stellen ons van hem ook regt veel genoegen voor en hebben het reeds, want wij leeren hem kennen als een regt aardig en gezeggelijk kind, die onder goede leiding zich zeer goed ontwikkelen zal, al heeft zijn leermeester in Groningen hem steeds voorgesteld als stomp en onbevattelijk, die van alle inspanning moet worden afgehouden. Broeder schijnt ook overtuigd te zijn, dat hij hier regt goed geplaatst zal wezen. Hij eet en slaapt hier en is overdag bij Monsieur Glijnis op school tot 's avonds 9 uur. 8 December 1872. Gepreekt aan de Waal. Bij Sijbrand Jansz Keyser, zijne vrouw zeer zwak, had reeds alle beschikkingen gemaakt tegen haar dood. 9 December 1872. Vreeselijke storm. Krans bij Vrendenberg. Sneeuw. 11 December 1872. Menno helaas weder 63 gulden schuld voor diners. Juriaan en Catharina vertrokken. Telegrafisch berigt dat de reizigers reeds te 5 ure vanavond te Harlingen waren aangekomen, wat ons zeer verblijdde bij het ruwe weder van vandaag. 16 December 1872. Christina Vrendenberg zal mogelijk in Amsterdam een plaats vinden op eene jonge jufvrouwen-kostschool. Betje komt wellicht weer te huis omdat de school des winters niet zooveel geeft dat zij buiten hare kosten nog wat overhoudt. Adriana is te Warnsveld best te vreden. 16 December 1872. Volksvoorlezing in de Kikkert. Glijnis doet de Voorlezing over China, eene novelle van Emile Silvestre, anderhalf uur lang, maar 't voldeed zeer goed. 't Was een boeijend verhaal goed voorgedragen. Daarna ik een stukje uit de Volksbode "hoe komen zij er aan". Bakels eenige stukjes uit de Bloemlezing van De Keyser, gedichten van de Schoolmeester "het paard", "de hond" enz. Daarna Ensing eene vervelende lange voorlezing van een stuk uit hetzelfde boek, van Oosterzee "de Westminster Abdeij". Bakels had vandaag de school aan Koog en Waal bezocht. 17 December 1872. Gister een kistje van Katrina en Dirk uit Groningen ontvangen met Sint Nicolaasgeschenken. 18 December 1872. Vanmorgen hebben wij een mand van broeder Juriaan ontvangen: een pot met een groote osserollade, 1 stuk ham, 1 stuk rookvleesch, koek, oude wijven, speelgoed (kaarten, blokjes) en boekjes voor Ko. Ko altijd vlug en vroolijk, vanmiddag aan 't fijnkloppen van cokes. 19 December 1872. Sina aan de Waal. Ik dus met Martje en Ko alleen te huis. Klaas Ponger bij mij koffij gedronken. Gesprek voornamelijk over wetenschappelijke onderwerpen. Hij wil gaarne veel daarvan leeren. Ik geef hem de Technologie van Samuel mede en 6 jaargangen van het Tijdschrift van Nijverheid, die hij voor langen tijd zal mogen behouden om ze daarna met andere te verwisselen. Ik zal aan Samuel schrijven om een leerboekje der Scheikunde. 20 December 1872. Den dag meest besteed tot het verzenden van contributiën en verschuldigde gelden voor de Evangelische Maatschappij, Stichtelijke Blaadjes, Algemene Doopsgezinde Sociëteit, Zendelingengenootschap. Kapitein Aris List hier. Gesproken over zijn reizen en ondervindingen. Over zijn broeder Cornelis, dezen had hij steeds veel geholpen, hij gaf hem jaarlijks 100 gulden en had hem alzoo het vaartuig verschaft dat hij thans bezat. Twee van zijne zoons had hij aan de vaart geholpen, een had hij laten leeren, zoodat hij nu bij hem voer als derde stuurman. De ander had verkozen naar 't Vlie terug te keeren. List voer reeds 21 jaar voor 't kantoor van Smit aan de Kinderdijk, maar de jaren waren zeer ongelijk. Soms kon een kapitein wel eens 8000 gulden maken, vooral in vroeger tijd, maar nu hield het wel met 3000 of zooals dit jaar, nu hij een slechte reis had gehad, met 2000 gulden op. Alzoo kon hij zooveel voor zijne familie niet doen als wel verlangd werd. Wat hij al aan zijn broeder en zuster deed behoefde zijne vrouw in alles niet te weten, want dan kwam ook haar familie alligt op. Vervolgens kwam hij aan 't spreken over den Bijbel. Hij hechtte al heel weinig waarde aan dat boek, keurde de lezing voor velen zelfs schadelijk. Dit gaf mij aanleiding tot een uiteenzetting van 't beginsel der Moderne Rigting. Hij meende, men moest zich vereenigen om een nieuwe Bijbel te maken voor den tegenwoordigen tijd. Ik deed hem opmerken dat dat een onnoodige en verkeerde arbeid zou zijn. Slechts dit was noodig, dat men zich de Bijbel ten nutte leerde maken. Aan 't einde gaf ik hem mede een bundel bevattende 63 thans uitgekomen Stichtelijke Blaadjes en 't werkje "De Bijbel, een boek voor 't Godsdienstig leven". 26 December 1872. Brief van Menno ontvangen in antwoord op mijn schrijven [om duidelijk inzigt in zijn toestand]. Ik zend hem nu 160 gulden om daarmede zijne schulden te betalen. 28 December 1872. Het is de laatste dagen overheerlijk schoon en zacht weder. Gistermorgen en overdag heb ik geheel geen vuur gehad op de studeerkamer. De wegen zijn zeer slecht, maar zullen nu wel wat opdrogen. Sina heeft het druk met brieven schrijven en portretten te zenden. Rina Keyser te Amsterdam is zeer zwak. 29 December 1872. Ik Trijntje Gerrits Bakker gefeliciteerd met haar huwelijk met Reijer J. Boon beide ten huize van Dirk Bakker. 29 December 1872. Jan Jakobsz Roeper hier. Hij sprak in alles op zoo veeleischende toon dat ik nu reeds vrees dat zijne diakenschap geen geringe moeijelijkheden zal opleveren. 31 December 1872. Zij [Sina] een brief geschreven aan de ouders van Koekebakker te Wormerveer, waarin zij zeer aandoenlijk spreekt over de smart der aanstaande scheiding van haren vader. 31 December 1872. Ko vanavond met Martje naar de Gereformeerde Kerk van Vrendenberg. 28 January 1873. Deze gansche maand heb ik verzuimd dagelijksche aanteekeningen te maken, meestal door drukke werkzaamheden weerhouden. Nogtans moet hier bepaald vermeld worden de geheel buitengewone weersgesteldheid van deze maand ofwel van deze geheele winter. Het weder was zoo zacht alsof het lente ware. L.l. zaterdag liep ik in den tuin door een paar vrij digte zwermen muggen, terwijl rondom mij bloemranden waren van Primula veris en meibloempjes en heesters met groene knoppen of bladeren. Sneeuwklokjes bloeijen, hyacinthen hebben hunne bloemknoppen al boven de grond, tijlozen hoog boven de grond. Zondag een week hadden wij een barometerstand zoo laag, als die in den Helder nooit lager was waargenomen bij betrekkelijk goed weder, doch te Parijs woedde in dien tijd een vreeselijk onweder, zoo als daar in geen 65 winters had plaats gehad. Ik had de barometer het laagste op 73 duim (aan den Helder 72). Nu sedert een paar dagen is de vorst ingevallen, zoodat men vandaag op 't verdronken land kan schaatsenrijden. 9 January 1873. Brief aan Samuel en Dolfina: Ko is een voorbeeld van een beste jongen. 't Is maar jammer dat hij zoo moeilijk van buiten leert, maar ik meen al eenige beterschap te zien ten gevolge van gestadige oefening. 28 January 1873. Verleden vrijdag heb ik een opstel over de Geschiedenis van de Doopsgezinde Gemeente alhier aan Professor Scheffer gezonden ter plaatsing in de Doopsgezinde Bijdragen. De vorst ingevallen. 29 January 1873. Vriezend weer, Ko op schaatsen. 30 January 1873. Rekendag aan de Waal, met 2 wagens van Cornelis Pietersz Keyser daarheen en terug gereden. Genoeglijke vergadering gehad. 31 January 1873. Dirk heeft eindelijk een huis gehuurd [op de] hoek van 't Ossenmarkt. Ik had vanmorgen een brief ontvangen van de kleermaker van Dijk uit Utrecht, die mijn gevoel vroeg over een door Menno besteld pak kleeren. Ik antwoordde dat Menno hem eerst een eigenhandig schrijven van mij moest doen toekomen. In de Volksvriend wordt met veel lof gewaagd van een stuk van Dirk in Isis "De millioenenkwestie". 2 February 1873. Zondag. Zeer koud, felle Oostenwind. Naar de Waal, gepredikt voor 37 menschen. Sijbrand Jansz Keyser schijnt de Armenpractijk onzer Gemeente van Ensing op P. Stiggelbout te willen overbrengen en dat op eigen gezag. Wij [Cornelis Keyser en Koekebakker en ik] zijn daar tegen. 3 February 1873. Krans bij mij. Wieringa en Bakels op schaatsen hier. 4 February 1873. Catechisatie, weinig leerlingen, velen op 't ijs. 4 february 1873. Verjaardag Koekebakker (26). Wij vinden er Bakels en Wieringa, die echter weer op schaatsen gingen. Bakels en vrouw hadden de uitnoodiging moeten afwijzen. 5 February 1873. [Met Sina aan de Waal [verjaardag Koekebakker 26 jaar], daar ook Wassenaar en Tonia en Kapteijn. Wij bragten den avond genoegelijk door, ofschoon de vreugde van zulke avonden doorgaans meer voor anderen dan voor mij is. Wij scheidden te 12 uur. 6 February 1873. Vannacht weinig gevroren, toch wordt er nog een hardrijderij op schaatsen uitgeroepen. Ko vanavond op de jarigheid van Bernard Loman. 7 February 1873. Brief aan Samuel en Dolfina: Ik verheug mij steeds dat geen mijner kinderen schaatsen rijdt, anders zou ik menigmaal voor hen onrustig zijn, ofschoon ik anders op dat vermaak niets tegen heb. Ik laat dan ook Ko zooveel op schaatsen gaan als de gelegenheid toelaat. Hij kan er dan ook al goed op voortkomen. Hij is voortdurend gezond en best tevreden. Wat zou ik gelukkig zijn als Menno en Katrina dit jaar goed door 't examen kwamen. Wat kan dit jaar groote veranderingen in mijn kring van gedagten, ondervindingen, uitzigten brengen, ook daardoor als Sina mij gaat verlaten. Als Katrina maar hier kon wezen, was voor mij een groote zorg uit den weg. Onlangs is er een schip op de Noorderhaaks gestrand. Al spoedig waren de Oude Schilders met hun vaartuigen daarbij en pakten alles mede, wat zij krijgen konden, aten en dronken inmiddels van alles wat hun voorkwam, o.a. ook van doozen of kisten met zekere koekjes, dat zij voor lekkernij hielden, maar 't bleek apothekersgoed te wezen. Ze zijn er alle ziek van geworden. Aan de steenen kwamen allerlei karebassen met dranken aandrijven, ook dat was hunne gading. Des morgens om half 6 zongen zij aan de haven al 't hoogste lied uit. De spiritus was hun naar 't hoofd gevlogen. Bij zulke gelegenheden schijnen allen niet dan roovers te zijn. 8 February 1873. Sina met Koekebakker naar Ensing ter zijner verjaring. De brievenpost komt zeer ongeregeld aan. De stoomboot gevaren met de lotelingen. Jannetje Daalder is l.l. woensdag of donderdag op 't ijs zwaar in 't aangezigt gewond door een ijsschuit. A. Rab stuurman. 9 February 1873. Zondag. Belijdenispreek aan den Burg. Voorstelling van 21 Doopelingen. Sijbrand Keyser maakt zich voor de predikstoel vrij driftig tegen C. Keyser ter zake van de opdragt der armen ter geneeskundige behandeling, die naar zijn zin niet naar Ensing maar naar Stiggelbout moest worden gegeven à 10 gulden per stuk. Ik naar Jannetje Daalder, hare wonden genezen goed. 10 February 1873. Met Vrendenberg en vrouw met het mooije weer gewandeld naar 't Oude Schild. Krans bij Wassenaar. Jufvrouw Vrendenberg was in meer dan een jaar de deur niet uitgeweest, behalve eens met haar man naar den Hoorn. Terug in sneeuw en regen. Het ijs wordt nog bereden, maar is gevaarlijk. Wij naar de Volksvoorleezing. Geen groote vergadering. Koekebakker wordt door ons overgehaald om wegens het min gunstige weer (tusschenbeide sneeuwjagt) hier te blijven. [Ali: Huidekoper heeft 't beroep van de Koog [aan de Zaan] aangenomen. Glijnis vond Ko zeer onbevattelijk en slecht van geheugen. Hij had er geen op school die zoo slecht las. Eenmaal was hij koppig geweest, overigens gezeggelijk]. 11 February 1873. Gisteravond nog even bij Arie Dijksen geweest en bij Sam. Vlessing. Gister briefkaart van Huidekoper dat hij 't beroep van de Koog [Zaan] heeft aangenomen. Monshouwer hier geweest, van hem een vest voor mij besteld. Van Willem Langeveld een stel damast tafelgoed gekocht voor 10 gulden. 12 February 1873. Naar de Waal. Bij Koekebakker in de Kerkekamer afneming der belijdenis van 8 Doopelingen. Ik hoorde hem met veel genoegen spreken en vragen. Hij bleek zijn leerlingen vrij wat ontwikkeld te hebben. De beste proeven daarvan gaven Neeltje Jans Roeper, Marretje Klaas Mantje, Aafje Jans Eelman. De minste Grietje Dros, Barbara Leijen en Anna Daalder. Sina bij Margo Keyser met de naaimachiene gewerkt. 13 February 1873. Brief van Menno van zeer treurige inhoud, mededeelende dat hij schulden had gemaakt tot een aanzienlijk bedrag, en dat hij dacht iets anders te moeten beginnen omdat hij niet vergen mogt dat ik meer voor hem betaalde. Ik schreef een uitvoerige, opwekkende en bemoedigende brief. 14 February 1873. Finantiële aanteekeningen gemaakt. Van Jan Kors Roeper 20 pond boter à 14 stuivers = 14 gulden gekocht. 15 February 1873. Pieter Jansz. Roeper had een zoontje van 3 jaar in Kinkhoest verloren. 16 February 1873. Doopbediening door Koekebakker aan den Burg. Wellicht 500 personen, slecht weinige stoelen open. Hier werd een geschenk voor mij bezorgd van 6 doopelingen, A. Dros, G. en C. Bakker, N. Bakker, M. Roeper en A. Luitse. Theepot, melkkan en suikerpot van Britanniametaal en een nieuw zilveren theekomfoor. Alida Koekebakker ongesteld. Zij bleef op de canapé liggen tot 's avonds 10 uur, toe zij met de diligence vertrokken. Sina ging mede. 17 February 1873. Jufvrouw Veenstra had het portret van haar man in olieverf laten schilderen door Altman. 17 February 1873. Brief van Menno meldende hoe treurig het met zijn finantiën staat. Met Vrendenberg naar de Waal gewandeld. Ik sprak met hem over mijne bekommering ten aanzien van Menno. Hij raade sterk aan om de hand niet van hem af te trekken, wat ik trouwens ook niet doen wilde. Krans bij Koekebakker. Kapitein List bij mij geweest om afscheid te nemen, hij ging naar Newcastle en dan naar Soerabaya. Met Sina besproken de staat mijner finantiën, zoo dat zij nu weet wat ik aan haar en Katrina zal hebben uit te keeren. Daarna een brief naar Menno geschreven van 8 bladzijden tot 's nachts kwart over 2, waarop ik spoedig antwoord verwacht. Ko van namiddag naar Monsieur Glijnis, goochelen en buikspreken enz gezien en gehoord. Gisteravond heeft Margo Keyser bij ons boterham gegeten. Zij bleef na het vertrek van Sina nog een tijdlang bij mij. Sina was, zoo zeide zij later, in de vigilante zeer treurig gestemd. Het was de eerste maal dat zij 's avonds van mij heen ging en mij alleen liet. 20 February 1873. Bij Dominee Nijenhuis van de Cocksdorp. Hij verontschuldigde zich dat zij niet op mijn 40-jarig feest waren geweest om den verren afstand. Hij was bang om vooral 's avonds over den dijk te rijden. Over zijne kinderen, 5 zijn in 't Bosch. Zij zijn daar bekend als de Batavieren wegens hun zwemmen, paardrijden, jagen en visschen. Een van hen leert bij hem latijn, zal naar Deventer op 't Gymnasium, waar dochters wonen. Tusschen Roomschen en Gereformeerden was het thans zeer gespannen. De pastoor verbood aan de Rederijkerskamer deel te nemen. Zoo ook dat jongens en meisjes naast elkaar op de schoolbanken zouden zitten. Dat was onzedelijk. 20 February 1873. 50 gulden naar Menno. 21 february 1873. Bakels en vrouw en zoontje en Wassenaar en vrouw des voormiddags hier, en Margo Keyser. Zij allen blijven hier eten en de dag doorbrengen. Bakels c.s. vertrekt te half 7. 23 February 1873. Bij C. Keyser (Ruitersplaats). Zijne vrouw voor 4 dagen van haar 4de kind bevallen. Ik was er zeer welkom en vertoefde er een paar uur met genoegen. Hij wilde gaarne lectuur hebben van natuurkundigen aard. Ik beloofde hem daarvan. 27 February 1873. Kamerdag aan de Waal. Sina en ik met C. Keyser gereden. Ik des avonds met Keyser terug terwijl Sina eerst tegen middernacht wederkwam met Koekebakker. Cornelis Keyser deelde mij mede, dat de Kerkeraad nog was bijeengebleven om te beraadslagen over zijn voorstel dat ik bij de predikreizen naar de Waal mij ook van een rijtuig zou kunnen bedienen. De meerderheid had dit voorstel niet goedgekeurd, men zou daar nog wat mede wachten. 1 Maart 1873. Des morgens den Heer Koekebakker van Wormerveer hier afgehaald door zijne kinderen Hein en Aal. Sina met hen mede naar de Waal. Ik tegen de middag ook daarheen en daar gegeten. Met de familie Koekebakker gesproken over het aanstaande huwelijk, dat op 24 July wordt bepaald. 3 Maart 1873. Naar Loman. Aldaar Dominee Gillot van Zierikzee, overal afscheid nemende om met Paaschen naar Petersburg te vertreken. Aldaar een gemeente van 400 zielen, alle rijke kooplieden [uitgebreide beschrijving van Petersburg]. Telken zondag moet hij na de preek een uur in de consistoriekamer vertoeven om van Hollandsche schippers eeden op te nemen. Hij fungeert als Hollandsch Consul. Hij wilde vervolgens voor Nederlandsche correspondentschappen waarnemen. Met 3 jaar kwam hij hier weer, dan kreeg hij 3 maanden vacantie, zou dan te Cocksdorp preeken. 5 Maart 1873. Gistermiddag Sina en ik bij den Heer S. Keyser en dochter te middagmaal (gestoofde kabeljauw). Keyser was in 't Noorden bezig geweest met peilingen. Het scheen dat hij niet zeer gunstig dacht over de indijking van 't Noorden. De dijk moest 3000 el lang worden, maar over een grooter diepte dan eerst gedacht werd. De indijking zou door verhoogd arbeidsloon enz wel de helft meer moeten kosten thans bij een jaar geleden. De gesteldheid van de bodem ook veelal zwaar zand. 6 Maart 1873. Cornelis Keyser hier. Hij verzocht mij vanavond 6 uur bij hem te komen ter begrafenis van zijn kindje van 10 maanden. Zij hadden het gister nog (in 't wiegje liggend) door Bakker van Oosterend laten photograferen. Ik vond er de broeders en zusters en deed eene toespraak vóór het uitdragen. Deze voormiddag ontving ik van Professor Scheffer brief met postwissel van 7-37,5 gulden, na aftrek van 4 gulden voor 25 exemplaren van mijn epistel over de Geschiedenis van de Doopsgezinden op Texel, welke afdrukken ik met een presentexemplaar der Bijdragen vanavond ontving. Het huis van A. Lap is door Jacob Kooiman gekocht voor 4300 gulden. Het doet mij leed dat wij het Postkantoor uit de nabijheid zullen moeten missen. Timmer was hier gister en vertoonde het Rapport van den Rector der Latijnsche School te Haarlem over Jan in 't afgeloopen vierendeel jaars. Hij had in alle vakken "voldoende", alleen voor 't Hoogduitsch "tamelijk". Van Menno heb ik gister een brief gehad, hij zal een goedkooper kamer zoeken. Zijn moed op 't examen schijnt dikwijls klein te zijn. 7 Maart 1873. Ko komt laat te huis wegens de verjaardag van jufvrouw Glijnis. Koekebakker had een brief van Menno ontvangen, waarvan hij mij het een en ander vertelt, doch die hij niet lezen laat. 7 maart 1873. Koekebakker en Sina des voormiddags met elkaar naar den Hoorn gewandeld om de oude mevrouw Bakels en Mina te verwelkomen. 8 Maart 1873. Zeer schoone dag. De ooijevaar gister teruggekomen. 9 Maart 1873. Zondag. Gepreekt te Oosterend. Jan C. Bakker spreekt zeer ongunstig over het karakter van Albert Koning. Die had zijn schoonzoon Jacob Koorn een werk opgedragen dat hij, zoo hij [Koning] zeide, gemakkelijk in 2 dagen afkon voor 2,50 gulden. Doch bij den eersten dag bleek dat hij er althans 4 dagen voor noodig had. Daarom had hij het werk gestaakt. Maar nu weigerde de man volstrekt om dien arbeider zijn dagloon te betalen. Aan Glijnis 3 maanden honorarium betaald voor Ko, 20,75 gulden. Hij vond Ko onbevattelijk en slecht van geheugen, zijn lezen was treurig. Misschien dat zijn ontwikkeling met der tijd wat beter werd, maar vlug zou hij wel nooit worden. 10 Maart 1873. Ik zou met Vrendenberg naar de Krans bij Bakels gaan, maar buiten den Burg gekomen deed het ongunstige weder ons terugkeeren. Des namiddags bij Albert Keyser. Hij is alle dagen druk aan 't werk van 's morgens 7 uur af. Hij wil zijn land verbeteren (anderen zeggen, het is niet anders als geld verkladden). Bij zijn moeder weduwe Keyser. Zij klaagt zeer over haar zoon Albert. Door hem is de geheele fleur van zijn huisgezin weg. Hij doet steeds dwaze dingen, bestedt veel geld aan arbeidsloon, waar hij niets voor terug ontvangt. Hij zelf komt bij zijne moeder ook niet. Niemand bijkans komt bij hem. Naar Bruno Bok, waar ik nog niet geweest was sedert het vertrek van de oude mevrouw. Zij hadden zich al verwonderd dat ik niet kwam. Bruno had het zo druk dat ik hem maar even zag. 12 Maart 1873. Jan Smit des middags in met de tuin begonnen, de mest uitgebragt. Jacob Roeper kan mij geen mest voor de tuin afstaan, maar wil wel ruilen, dat ik echter niet doe. 13 Maart 1873. Jan Smit in de tuin en Pieter Kalf en deze beiden hebben het snoeijwerk enz afgekregen, waarvoor ik hen 2,75 moest betalen. Ko gisteren en vandaag allerbest in zijn humeur, druk aan 't houtzagen en kappen in zijn vrije uren. Hij heeft een groot deel van de besseboomen gesnoeijd. 16 Maart 1873. Zeer koude dag. Gepreekt aan den Burg. Na Kerktijd kreeg ik de koorts. Des avonds Ensing hier, schreef mij een tinctuur van kinine voor. 17 Maart 1873. Sina jarig, hier Tonia en Mina Bakels, na het eten ook Fokel. Nutsvergadering. Koekebakker deed de Redevoering over het Epos van Kamerling getiteld "de Koning van Sion". Ik hoorde hem met veel genoegen hoewel het 1 en een kwart uur duurde, tussenbeide pauze. Voorts gesprek over het voorstel van Wieringa tegen het werkje van Hugenholz, 't werd verdaagd tot julij. Voorts over de Spaarbank. Ensing als bestuurder herkozen. Een boekwerk van meester Kwant aangekocht Rietstap 'de Wereldbol" 10 gulden. Dominee Bakels alleen bij ons. Vanmorgen mand van broeder Juriaan ontvangen met een groote pot met vleesch, tong, ossehaas, voorts 2 pond tabak, 3 kistjes sigaren, 1 pond thee. 19 Maart 1873. Ko en Martje naar de Komedie in de Kikkert, ruim 12 uur te huis. Het is vandaag ruw koud weder geweest, zoodat ik er tegen op zag om in de tuin te gaan en de zaden in de grond te brengen, die ik onlangs van Turkenburg ontvangen heb. 19 Maart 1873. Laatstleden dingsdag was de zwager van Monshouwer hier om Sina de behandeling van de naaijmachiene te leeren, die ze voor haar verjaardag gekregen had. Des namiddags Coldeweij, de bediende van Monshouwer hier, aan wie ik 200 gulden betaalde. 19 maart 1873. Bakels en Mina hier komende van Cocksdorp. 21 Maart 1873. Van namiddag in den tuin en een aantal zaden in de grond gebragt als spinazie, kropsalade, tuinkers, pieterselij, schorseneren, groote bonen, kruipdoppers, kruippeulen. 4 April 1873. Koekebakker was door zware gevatte kou en daaruit ontstane rheumatische aandoening buiten staat om zondag 23 Maart te Oosterend te preeken. Ik ging zaterdags te voren naar de Waal te helpen zorgen dat de dienst werd afgezegd. Donderdag 27 Maart was hij nog niet in staat om op de vergadering te zijn, maar toch beterende. Ikzelf daarentegen was nu heftig door verkoudheid aangetast. Ik ging na tehuiskomst onmiddelijk naar bed [tot afgelopen woensdag om den middag]. Zeer velen lieten belangstellend naar mijn welstand informeren. Ik heb vandaag gewaagd even den tuin te doorlopen, waar alles in die ruim 8 dagen veel veranderd was. 't Was bijkans alle dagen zeer schoon weer geweest. De hyacinthen staan nu allen mooi in bloei, spinazie, tuinkers enz komen op. Het voorstaande schreef ik 4 April. Het is nu den 16den April. Ik ben gelukkig weer geheel hersteld. Ook Sina is gezond, ofschoon soms last hebbende van pijn in den rug. Laatstleden zondag heb ik velen bezocht. P. Bakker was ook ziek, wat hij in de laatste halve eeuw niet geweest was. Ko is woensdag 9 April met schipper Timmer naar Harlingen en verder naar Groningen vertrokken. Hij kan nu op het feest van Monsieur Glijnis op den 12den niet tegenwoordig zijn. Vrijdag den 11den is Jan Timmer hier geweest, die met lust en ijver voortstudeert. 17 April 1873. Aafje Teekes van Grouw in de Molenstraat bezocht, herstellende. Sina vermoeit zich dagelijks ook te veel met hare naaijen op de machiene en laat naar bed. 20 April 1873. Jan Timmer vertelde mij dat zijn vader verleden week alleen 2800 kievitseijeren naar Harlingen had gebragt. Verleden jaar in 't geheel 10.000. Tuinder welligt wat minder, daarbij komt dan nog de uitvoer naar Amsterdam en elders. Dirk zond mij eergister het Engelsch Weekschrift Nature, van 20 Maart, waarin opgenomen was zijn mededeeling over Abiogenesis [ontstaan van leven uit dode stof, zoals mijten uit meel, waar je tegenwoordig niets meer over hoort]. 20 april 1873. Briefkaart van dominee Bakels uit Haarlem. 21 Maart 1873. In de tuin doperwten en peulen gezaaid. Van het vroeger zaaisel is niets opgekomen. Het blijft steeds koud, men verlangt zeer naar een malsche regen. 22 April 1873. Jakob Schoen was ziek geweest, men dacht dat hij geheel krankzinnig zou worden, hij was het soms, viel overal neer of liep als een razende. Nu weer hersteld. 23 April 1873. Brief van Menno en van Dirk met portret van Johan, mij zeer aangenaam. Kamerdag aan de Waal. Mij zeer gelukkig gevoelend dat ik mij zooveel gezonder en lustiger bevond dan een maand geleden. Bij de weduwe Roeper, aldaar Jan. Ik hoopte dat hij morgen de stemmen als lid van de Gemeenteraad op zich vereenigen zou, al ware 't alleen omdat dan iemand daar zitting zou hebben die een ernstig bestrijder was van den sterken drank. Hij zeide dat hij aan zijnen overtuiging in dezen steeds getrouw zoude blijven. Aan Jonas Schagen een mud aardappelen betaald. 24 April 1873. Donderdag. Marktdag aan den Burg. Stemdag voor een lid van de Gemeenteraad in plaats van Veenstra. Ik des middags mijn stem uitgebragt op Jan Jakobsz Roeper. Brief aan Menno, om te voldoen aan zijn verzoek om hem geld te sturen. Ik wilde 100 gulden van C. Keyser voor eenige dagen leenen, maar hem niet te huis vindende, besloot ik de 80 gulden die ik nog disponibel had maar weg te zenden, gelijk ik deed. Keyser des namiddags bij mij, toen ik hem mijn boodschap van vanmorgen meldde verklaarde hij zich ten volle bereid, al was het meer honderden. Als hij ze zelf niet mogt hebben zou hij ze wel van zijn broeder Sijbrand halen. Ik zeide mij voor 't oogenblik wel te kunnen redden. In de tuin van nieuws spinazie gezaaid. Vrendenberg dronk bij mij thee. Na [zijn] vertrek brief geschreven naar Leeuwarden ter verjaring van Alida op de 26ste. 25 April 1873. Gisternacht [heeft het] zooveel gevroren dat een kraai wel op 't ijs kan loopen. Vanmorgen alles digt met sneeuw bedekt. Gisteravond 11 uur kwam Neeltje Kalf mij nog uitnoodigen om daar hedenmiddag te komen eten, wat ik aannam. Met veel genoegen bij S. Keyser gegeten en thee gedronken. Hij sprak veel over de Raadsvergaderingen waarin de Hoofdelijke Omslag behandeld was en hoe willekeurig de handelwijze van Westenberg daaromtrent was, die de een verlaagd, den ander verhoogd wilde hebben. Hij schatte Pieter Roeper op een inkomen van 2300 gulden, derwijl dit maar, volgens zijn opgaaf, 1300 bedroeg. Keyser oordeelde en had dit hem gezegd, dat Westenberg zelf een inkomen had van 6000 gulden, 't Notariaat altijd goed voor 3000, het overige uit andere salarissen en eigen middelen. Hij zou dan ook vervolgens wel daarnaar moeten betalen, wat hij nu niet deed. Opmerkelijk: alle door [Westenberg] verhoogden waren allen Doopsgezind. Van het vermogen van de overleden Jan Veeger aan den Hoorn had Keyser vernomen dat deze eens iemand op April 1100 gulden had uitbetaald in Russische Coupons, alles verschijnend op dien April dag, en nog meer daarvan bezat. Westenberg nogtans had diens zoon eenige guldens verlaagd. Aanvankelijk had men mij ook willen verhoogen, maar 't was niet doorgegaan. Er liepen geruchten van mijn groote rijkdom door onlangs verkregen erfenis. Mijn tegenwoordige aanslag van 22 gulden was een half procent van mijn tractement. Als iemand 2500 gulden inkomen had moest hij 3 procent betalen. De geheele aanslag is 13000 gulden. 26 April 1873. Alida te Leeuwarden jarig. Ik op mijn studeerkamer (gelijk de geheele week) steeds de kagchel gestookt. 27 April 1873. Des morgens half 7 werd ik wakker gescheld door Ko [een maand naar Groningen geweest] die gister 11 uur met Timmer uit Harlingen gevaren, gisteravond 10 uur in de haven gekomen was en om 't ruwe weer de reis met Timmer naar den Burg tot vanmorgen had uitgesteld. Hij had een brief van Katrina, met lorgnet en halsketting voor Sina. De behouden aankomst van Ko per Telegraaf en per brief aan broeder Juriaan berigt. Ko was van voormiddag naar 't scheen droevig gestemd, 't scheen of hij steeds aan 't schreijen toe was, ofschoon hij geen leed te kennen gaf. Des avonds werd het beter toen hij Jakob Roeper bij zich te spelen had. Hij vanmiddag naar Glijnis geweest. De storm heeft het ooijevaarsnest, met 3 jongen daarin, afgeworpen. De arme ouders vliegen droevig rond om de kale plek. 't Is vandaag verbazend ruw en koud, zonder kagchel niet uit te houden. 28 April 1873. Ko naar de school. Toen hij te huis kwam was hij veel vlugger, hij was weer goed vroolijk, zeide ook dat hij eerst wat tegen de school opgezien had. Gister van Samuel ontvangen het eerste deel zijner Plantkunde. 30 April 1873. Dominee Hendrik Vrendenberg van Varsseveld, mijne thermometer-aanteekeningen ziende, oordeelt dat ik die moest opzenden aan Professor Buijs Ballot, die ze gaarne zou ontvangen. Hij verhaalt van het Metereologisch Instituut te Utrecht 't welk één der beste, of het beste is van Europa. Ballot heeft omstreeks 20 waarnemingsposten door 't gansche land, zou er zeker ook gaarne een op Texel hebben. Te Varsseveld was een boerenzoon Nifterink, die om een ligchaamsgebrek niet veel anders doen kon dan waarnemingen, waaraan hij dan ook al zijn werk wijdde. Deze had van Professor Ballot al de noodige instrumenten en invullingsstaten gekregen en ontving nu ook de uitgegeven gedrukte tabellen van vergelijking. Ballot zou dat zeker ook aan mij zenden als ik mij daarover aan hem adresseerde. Hendrik Vrendenberg sprak hem dikwijls, [maar] nu op zijn terugreis had hij geen gelegenheid. 30 April 1873. Ko naar de Komedie in de Kikkert (voorstelling ten behoeve van de weduwe C. Tamis uit Eijerland). Hij kwam welvoldaan te huis. 1 Mei 1873. Sina weer tehuis gekomen. 5 Mei 1873. Krans bij Vrendenberg. 8 Mei 1873. Bij Kapteijn afscheidsfeest. 9 Mei 1873. Ik des namiddags naar de Koog, eerst Dirkje Dekker bezocht. Toen Trijntje Nans Eelman, alleen de 3 kinderen te huis. 9 Mei 1873. Naar de weduwe Pieter Jakobsz. Bakker met hare 9 kinderen. De man was treffend onverwacht gestorven voor 14 dagen. Des avonds iets vermoeid, wat vroeger naar bed te 10 ure. 's Nachts half 2 wat onrustig, zegt dat zijn zoon maar niet te werken moest gaan naar Eijerland, maar zijn zuster dienende op Westergeest bij Gerrit Bakker moest halen, wat echter eerst tegen de avond geschiedde. Kort daarop stierf hij. 10 Mei 1873. In het begin van de week de studeerkamer schoongemaakt door Sina. Ko viert van namiddag zijn verjaarsfeest van morgen met 10 knapen. Daarbij Adriaan van Deursen, die hem een schrijfboekje van 40 cent present doet, Pieter Cornelis Keyser, Pieter Pietersz Keyser, Jacob Roeper, enz. 11 Mei 1873. Zondag. Gepreekt te Oosterend, 38 toehoorders, 2 diakens. Sijbrand Koning afwezig, had in een spijker getrapt. Vooraf bij Grietje Eelman (S. Wuis), aldaar Pieter Eelman, die voor eenige dagen een namiddag bij mij doorbragt om over een bliksemafleider te spreken, die hij op zijn huis wilde hebben. Ik schreef daarover l.l. dingsdag op raad van Vrendenberg [een brief] aan Van Koten te Amsterdam en ontving daarop antwoord. De afleider kon in uiterste perfectie door hem geplaatst worden voor 130 à 140 gulden, met de noodige hulp. Ik deelde hem thans den brief mede. Hij aarzelde nog omdat hij misschien in zijn tuin een put moest graven. 11 Mei 1873. Intrede van Damsté aan de Waal. Wij bragten de middag tot 's avonds 6 uur genoeglijk bij hem door. Ko van middag op 't verjaarsfeest van M. Los bij Monsieur Glijnis. 13 Mei 1873. Cornelis Pietersz Keyser hier om mij mede te deelen hoe hij bij Westenberg was geweest voor diens oproeping van schuldeischers van den boedel der weduwe P.J. Bakker, Antje Hoogheid en hoe brutaal deze hem bejegend had. Hij was nu naar de weduwe nog eens geweest (met Meester Klok) om alles nader te onderzoeken en nu bleek dat Westenberg wel degelijk zijn zoon op haar afgezonden had om haar te bewegen hem (Westenberg) in die boedel werkens te laten zijn en dus haar weinig goed nog in te palmen. Hij las mij eene advertentie voor die nu in de Heldersche Courant zou komen. 14 Mei 1873. Ko van namiddag naar de Waal, de beide oudste zoontjes van Damsté, Pieter en Richard, afgehaald, die hier den middag bij hem doorbragten. Den Heer Westenberg hier om over de reparatiën van de Tent te spreken, moest nieuw behangen worden, stoelen gemaakt enz. Ik zeide er gaarne genoegen in te nemen als Vrendenberg het ook goed vond en de kas het lijden kon. Hij dacht het en anders moest de betaling wachten tot een volgend jaar. Ik wilde geen verhooging van contributie. Hij wist niet dat lidmaatschappen waren opgezegd als ja misschien door Bakels. Hij had straks een telegram ontvangen van zijn zoon Willem, dat hij zijn notarisexamen had gedaan, tot zijn groote vreugde. Verleden jaar was zijn examen misgeloopen (schoon Vroom en anderen hem bekwaam geoordeeld hadden) door dwaze vragen over lang vervallen wetten. 15 Mei 1873. Door de aanhoudende Noordelijke wind blijft het nog altijd zoo koud, dat wij nog gebruik moeten maken van de kagchels. Brief van Katrina ontvangen dat zij 28 Mei in den Haag examen moet doen, maar zij toont volstrekt geen ingenomenheid met 't plan dat ik haar zal opwachten en geleiden. 15 mei 1873. Den Heer Westenberg hier te spreeken over de reparatiën aan de Tent. Hij wist niet dat lidmaatschappen waren opgezegd als ja misschien door Bakels. 16 Mei 1873. Des avonds brief naar Katrina, dat ik bij 't plan blijf om haar in den Haag ter zijde te zijn. 18 Mei 1873. Gepreekt aan de Waal. Koekebakker aan den Burg en daarna aan den Hoorn, vanwaar hij met Sina naar de Waal terugkeerde. Wij bleven met elkaar te zijnen huize de dag en avond doorbrengen. Te 12 ure waren wij te huis. Vóór huis Cornelis Keyser ontmoet, die mij in 't kort verhaalt hoe Westenberg alles wil aanwenden om zich te zuiveren van den blaam door de advertentie van Antje Hoogheid dat Herman [Westenberg] haar had aangezocht om 't beredden harer zaken. 18 Mei 1873. Bij Pieter Fransz. Koorn zeer lijdende sedert 10 weken aan een etterhok, nu doorgebroken. Hij wordt nu verpleegd door haar met wie hij nu anders getrouwd zou zijn. 18 Mei 1873. Jakob Kuipers jongste kind 1 jaar oud, nauwelijks 8 pond zwaar, heeft sedert 4 weken niets gebruikt. Zij zullen het spoedig moeten verliezen. 18 Mei 1873. Simon Leijen is in eene treurige toestand, dag en nacht zonder rust en steeds met pijn bezet, kan menigmaal niet denken, kan niets uitvoeren. 19 Mei 1873. Des namiddags even bij Vrendenberg, daarna bij Ensing om Jet te feliciteren met haar verjaardag. Des namiddag Vrendenberg hier, maar 't waait ons te hard om naar de Krans bij Wassenaar te gaan. Hij blijft hier theedrinken op de studeerkamer. Vrendenberg [heeft] reisplannen na Pinksteren de geheele maand July uit bij alle kinderen langs [te gaan]. Hij dacht zijn beide zoons te Amsterdam èn op de heenreis èn op de terugreis van Varsseveld te bezoeken. Zijne vrouw wilde ditmaal ook medegaan. Zij had hen nog niet eenmaal gezien in hun tegenwoordige staat. Hij had van het lidmaatschap van de Tent bedankt, hij moest alles uitwinnen wat hij kon, niet zoo zeer voor zichzelf (hij zou met zijne vrouw alleen nu ook nog wel leven kunnen, zoo als ik begreep) maar hij moest voor het onderhoud der kinderen zoo veel mogelijk bijdragen of sparen, en met voor die lidmaatschappen te bedanken spaarde hij 30 gulden. Daar kan hij zijne schoondochter Grietje weer eene geheele maand mee gerieven. Met Betje te Utrecht ging het best, Christina heden gelukkig door het Fransche examen gekomen. 19 Mei 1873. Bij Wieringa eene meid van den Hoorn, de weduwe van Kapitein Duinker, het wrak van wiens schip aan de Koog was aangedreven. Zij zelve was nog maar zeer kort geleden van haar man uit Engeland, waar hij steenkolen laadde, teruggekeerd. Hij deed zijne eerste kapiteinsreize. Schoone vooruitzigten nu opeens vernietigd, zoodat zij nu eene dienst wilde zoeken volgens Wieringa. 20 Mei 1873. Margo en Rina Keyser hier. Rina gaat nu in Brussel wonen, denkt hier van 't jaar niet meer te komen. Des namiddags Dr. Ensing bij mij op de studeerkamer. Thee gedronken. Hij sprak van het engagement van Johanna Bok met Dominee Dyserink. Laatstgenoemde viel weinig in zijn smaak en scheen ook vroeger weinig in den smaak der familie Bok gevallen te zijn als zijnde een zonderling pedant heer. 21 Mei 1873. De binnenkamer schoon gemaakt. Rens Daalder des namiddags hier, kleine reparatiën. 22 Mei 1873. Hemelsvaartdag. Gepreekt aan den Burg. Pieter Eelman hier koffij gedronken. Hij ziet van zijn voornemen af om een afleider op zijn huis te plaatsen. 22 Mei 1873. Wij hadden allen een onrustige nacht. Ik was te 3 ure naar bed gegaan, maar kon niet slapen. Ik hoorde een woest geroep en noodgeschrei op straat. De meid was reeds de deur uit om te zien wat er gaande was. Ik zag op de Steenen Plaats eenige mannen worstelen in tegenwoordigheid van veel toeschouwers. Ik dacht dat het weder een jammerlijk tooneel van dronkenschap was, waaraan ik niets verbeteren kon. Ik zag een man op den rug liggen, met handen en voeten zich verwerende. Het vreeselijk bulken en jammeren hield een vol uur aan, tot bij 5 uur. Ik vernam dat Albert Keyser naar 't krankzinnigengesticht te Meerenberg vervoerd zou worden en zich daartegen te weer stelde. Toch is het eindelijk gelukt hem te binden en op een wagen met stroo naar de haven en zoo verder te vervoeren. 22 Mei 1873. Gesprekken met C. Keyser. Hij toont zich afkeerig van Kerkgang. Het behoeft niet. Hij kan zich in de natuur en in huis wel stichten. Brief van Samuel over het bezoek van de Koning aan de R.H.B.S. te Leeuwarden: De directeur hield in de versierde hal een toespraak, eindigende met de gewone tirade dat hij hoopte en vertrouwde dat, als 't vaderland in nood kwam, ook de jongens zich zouden scharen onder de Oranjevaan. Nadat daarna "Leve de Koning!" was geroepen zei Zijne Majesteit niet anders dan "Ik hoop het ook, maar ik vertrouw er niet op, volstrekt niet!". Daarna liep hij met Directeur, gevolg en leeraren een paar lokalen van de benedenverdieping door. Toen hij werd geïnviteerd de bovenverdieping te bezigtigen zie hij "Trappen klimmen verdom ik", en daarmee was de pret afgeloopen. Zonder gejuich vertrok hij weer. Bij de bezigtiging van de Gevangenis en van de Havenwerken is 't even zoo gegaan. 23 Mei 1873. In de tuin met zoon van G. Kikkert. Sien druk bezig met het schoonen van de achterkamer. Op de begrafenis van het kind van Jacob Koorn en Martje Bakker meest gesprek met Klaas Bakker, zijn benoeming als lid van de Gemeenteraad, het vervoer van Albert Keyser, wat hij, zooals het had plaats gehad, een schandaal noemde. De volksmenigte aan 't Oude Schild was er bijkans aan toe om hem te ontzetten. Vandaag schoone dag. Eenige noodzakelijke tuinabeid. 24 Mei 1873. Ko van namiddag met Glijnis enz. naar de Kooi van Willem Koning. Ik naar Bruno Bok om te vragen of hij wat te zeggen had in Den Haag [waar dominee Huizinga voor een staatsexamen van Katrina heen moest]. Zijn vrouw was reeds enigen tijd naar Leeuwarden. Zijne kinderen Willem en Berta ziek geweest. Nu zou zij morgen weer komen. Gesprek door hem begonnen over het engagement van Dominee Dyserink met Johanna. Hij begreep niet wat hem [Dyserink] had doen besluiten. Dyserink had sedert lange tjd om Johanna gewerkt, maar verleden jaar had hij een particulier onderhoud met Bruno gehad en had gezegd, het is alleen een geldkwestie daar wij zonder ruime middelen niet leven kunnen. Nu had Bruno hem openuit verklaard hoe de zaken stonden. Johanna bezat geen sou. Hij, Bruno, moest de kost verdienen voor zijne zuster, waarop Dyserink gezegd had: "Nu dan kan er niet van komen." En nu onverwacht krijgt hij brieven van het engagement. 26 Mei 1873. Met de stoomboot naar 't Nieuwe Diep. Kapitein Mets verhaalt van de beweging op de haven verleden donderdag met de overvoer van Albert Keyser. Het scheelde weinig of men had hem met geweld ontzet. Hartroerend was zijn bidden en smeeken om redding, hartroerend zelfs het gezigt van de grijsaard gebonden op de wage, Aan 't Nieuwe Diep had hij Albert Keyser de Stationschef laten komen om te oordeelen of hij iets buitengewoons aan hem bespeurde. Naar Wormerveer, Koog aan de Zaan, Utrecht. Daar Katrina ontmoet. Menno ook aldaar. 28 Mei 1873. Katrina doet haar examen in Den Haag. Ik geleidde haar naar 't Binnenhof naar 't Ministerie van Binnenlandsche Zaken, waar zij haar examen zou afleggen, eerst schriftelijk, terwijl ik de Tweede Kamer enz bekijk. Om 12 uur met Katrina koffij gedronken. Om 1 uur mondeling. Ik in 't Bosch gewandeld en mevrouw Bok opgezocht. Aldaar koffie gedronken, aldaar Dyserink bij Johanna. Het huis bezien. Terugkeerende vernam ik dat Katrina er dóór was. Zij was naar 't Telegraafkantoor, daar vond ik haar weder met Van der Kulk, die juist was aangekomen om de uitslag te vernemen. Wij vervolgens in 't Bosch gewandeld. Te half 5 naar Baesjou aan de Table de Hôte, aan tafel ontvangen wij reeds een telegram van Dirk met felicitaties. [Ze bekijken het Mauritshuis, gaan dan naar Rotterdam, naar de kamer van Menno aldaar, dierentuin, enz. Tenslotte de 31ste terug naar 't Nieuwe Diep en Texel]. 31 Mei 1873. Op 't Nieuwe Diep. Des morgens bij Roosendaal het een en ander gekocht, porceleinen waschtoestel voor Sina. Brief aan Samuel: Wij hebben in den Haag geloogeerd bij Baesjou. Hij vroeg met zeer veel belangstelling naar u, gelijk ik naar zijn zoon Frans. Deze is nu in Z.Rusland bezig met 't leggen van een Spoorweg voor een Luiksche Maatschappij. 3 Juny 1873. [64ste verjaardag van Huizinga] In de loop van de voormiddag werd ik verrast doordien mijn dochters mij in de zijkamer riepen en mij uit naam van alle kinderen een zeer fraaijen gemaksstoel [leunstoel of kakstoel?] aanboden tot dagelijksch gebruik. Hun blijk van hartelijke liefde verheugde mij zeer. Van Ko een porceleinen pijpekop. 5 Juny 1873. Des avonds ontving ik een bezoek van den Heer Jb. Boeke uit Groningen getrouwd met een zuster van Huidekoper, die zijne afnemers van landbouwwerktuigen op Texel had bezocht met Jan Jakobs Roeper. Hij bleef hier boterham eten. Veel en aangenaam gesprek over 's Konings verblijf in Groningen en elders. Eerst was hij zeer inhumaan, later had hij dit op eene aanmaning van de Commissaris Van der Heiden geheel verbeterd. Boeke sprak met veel lof van Dirk en zijne vrouw. De verkeering met hen werd door hem en zijne vrouw zeer op prijs gesteld. Gesprek over zijne vader Jan Boeke (diens broer Albert woont in Beverwijk). Hij roemde zeer zijn zwager Willem als een edel mensch. 6 juny 1873. Katrina des voormiddags naar den Hoorn bij Bakels te gisteravond teruggekomen. 7 juny 1873. Katriena Schaap even hier met hare 3 kinderen, vertrekt weer naar Watergang. 8 Juny 1873. Zondag. Briefkaart van Menno uit Rotterdam, hij is sedert woensdag onder 't examen. Het zou nog wel tot 16 July aanhouden. 9 Juny 1873. Albert Bakker hier vandaag om in de binnenkamer begin te maken met behangen. 10 Juny 1873. Des morgens mij stembillet op Van der Kaaij als lid voor de Tweede Kamer ingeleverd op 't Raadhuis. Daar een tijdlang gebleven. 11 Juny 1873. Albert Bakker en 2 zoons hier in de binnenkamer aan 't behangen. Wij des namiddags naar de Tent voor 't eerst, aldaar Westenberg en vrouw, Bolding, Wieringa. Westenberg deed de rekening over 1871/72. Mijn voorstel om leden aan te nemen zonder entreegeld werd aangenomen, doch dan zouden zij, op voorstel van Wieringa, ook niet anders dan toegang hebben, geen stemregt. Bolding maakte daarvan gebruik om zich terstond als zoodanig te laten aannemen. Later werd gesproken over de vereffening der schuld van 360 gulden, waaraan ik geen deel verlangde. Wieringa wilde de Notaris terstond volmagt geven om de Tent te verkoopen, wat ik niet kon toestaan. Het voorstel om nieuwe leden aan te nemen kwam dus weer geheel op losse schroeven. Ik drong aan op de benoeming van een nieuwe bestuurder, maar men wilde alles tot later uitstellen. Katrina en Sina gingen eerder naar huis. 16 Juny 1873. Krans bij Damsté, nog altijd zonder meid. De weduwe Duinker van den Hoorn had de dienst weer opgezegd. Uitnoodigingen geschreven tegen de bruiloft. 17 Juny 1873. Briefkaart van Menno dat hij de bevoegdheid als arts niet verkregen heeft, wat ons allen bedroefd [Menno blijft ondanks alle vermaningen weg tot 28 July, vader boos en verdrietig]. Hoe gaarne had ik de uitdrukking van een diep gevoel willen vernemen! Het bleek dat hij geheel onveranderd dezelfde was gebleven. Naar Albert Keyser, hij zelf in Meerenberg. De vrouw en dochters verhalen mij de toedragt der zaak. Zij zijn zeer weemoedig, maar het moest gebeuren. Ik voerde zoovel mogelijk opbeurende gesprekken. 19 Juny 1873. Bij de weduwe P.R. Keyser, haar zoeken te vertroosten over de zaak van haar zoon Albert. 20 Juny 1873. Des namiddags Jan Jansz Bakker met Jan Knol jr hier thee gedronken. De laatste is nu ruim 2 jaren in Nederlandsche Mettray, het bevalt hem daar zeer goed, is nu aan 't tuinieren. Hij wordt nu 17 jaar [Over zijn belijdenis] Ik geef hem een boek de 83 thans verschenen Stichtelijke Blaadjes bevattende, ter lezing mede. 23 Juny 1873. Tuinarbeid. Des namiddags hier Krans, Koekebakker, Damsté en Bakels. Doctor Ensing hier, gister van zijn reis naar 's Bosch teruggekomen. De zaak van Albert Keyser en ook die van Petersen druk besproken. Het bleek dat Petersen vertrokken was op een wenk van 't Geneeskundig Bestuur. 24 Juny 1873. Koekebakker vandaag naar Albert Boon ter begrafenis van 't 11-jarig zoontje, bij het zwemmen verdronken. Boon was gister bij mij geweest om mij uit te noodigen, maar ik moest bedanken om de verwachte begrafenis van Immetje Koning. 25 Juny 1873. Begrafenis te Oosterend van het 4-jarig kind van S. Wuis en Grietje Eelman, het was spelend van de lage Kerkhofmuur gevallen, geen reden tot zorg, zondags stuipen en maandagmorgen overleden. 25 Juny 1873. Immetje Alberts Koning overleden aan de tering. 26 Juny 1873. Brief van Menno dat hij nu zondag te huis wil komen. Des namiddags kwam ook het verzochte telegram van zijn hospes Hamaker. Ik voel mij nogtans zeer geërgerd door het ongemotiveerd wegblijven van mijn zoon. 28 Juny 1873. Menno te huis gekomen. Ik moet bekennen dat ik bij zijn komst tamelijk koel was, na zooveel droeve ervaringen. Aan zijn gemoedstoestand was niets bijzonders te bespeuren. Hij kwam tot geenerlei verklaring dan deze dat hij, mijne onrust vernomen hebbende van zijn hospes, nu een dag vroeger gekomen was dan anders zijn plan was. Gister namiddag 3 uur begrafenis van Immetje, dochter van Albert Koning. Daarna o.a. bij Klaas Ponger zijn werkplaats en kunstwerktuigen gezien. 30 Juny 1873. Ensing hier met herinnering van Van der Kulk [krantenredacteur] in den Haag dat Menno hem iets over 't Spiritisme (Lucifer) zou zenden. Gesprek daarover met Ensing. Ik verhaal van de wonderen van 't somnambulisme zoo als ik die bij mijne vrouw had waargenomen. Hij stond daarover verbaasd, 't scheen alsof ik hem daar nooit iets van verteld had. Leentje Koning en kinderen bragt bij ons den ganschen dag door en hielp Katrina en Sina ijverig met naaijen. Des namiddags met Menno naar de Krans bij Wassenaar. Met Bakels naar de haven, waar 2 kannonneerboten liggen met 89 manschappen om proefneming te doen met Torpedos. Wieringa en Wassenaar verhalen van hun reis naar Friesland, groeten van Heringa, Frerichs enz. Kapteijn was te Hinloopen best tevreden. 1 July 1873. Koekebakker even hier. Sientje gaat met hem mede, Menno volgt later. Zij zouden visite hebben van de familie Damsté. Menno en Sina komen eerst na 1 uur des nachts te huis. Ik intusschen Klaas Ponger hier gehad, de boeken terug gebragt en weer opnieuw Tijdschrift voor Nijverheid meegenomen van 1858-71. Ik had onlangs bij hem gekocht een petroleum waterkooktoestel voor 5 gulden, dat hij mij in de beste orde liet bezorgen, voor mij extra gelakt. 3 July 1873. Des middags de kledermaker Meijer van Nieuwe Diep hier, hem een jasje en broek besteld. De families Damsté en Wassenaar hier. Wassenaar doet uitvoerig verhaal van zijn nachtelijk dwalen verleden maandag toen hij Damsté een eindweegs van 't Oude Schild naar de Waal zou brengen door 't land. Te 10 ure van 't Oude Schild gegaan kwam Damsté tegen 12 uur te huis en Wassenaar tegen 1 uur, ieder dóórnat, door slooten gegaan enz. Ko naar de kermistent, kwam na 12 uur te huis. 4 July 1873. Vrendenberg gister van zijn reis van 4 weken teruggekomen. Zijne kinderen allen wel (over de zoons in Amsterdam werd niet gesproken). Teunis Timmer en vrouw hier. Zij laten mij het 3-maandelijks rapport over Jan lezen, dat in alle vakken "voldoende" luidt. Nummer 1 in zijn klasse, had 2 prijzen behaald. Timmer zegt dat mijn zoon Samuel zaterdags nog wel van Harlingen hier kan komen met een der mosselschuiten. Ik schrijf daarover aan Samuel. 6 Juny 1873. Katrina jarig. Ik nog even in Bargen Martje Wuis bezocht, die 81 jaren oud haar einde zeer nabij schijnt te wezen. 7 July 1873. Krans bij Koekebakker, de vergadering compleet, Vrendenberg, Wieringa, Bakels, Damsté, Wassenaar. De beide laatsten hadden het nog weder druk over hun dwalen op l.l. maandagavond. 9 July 1873. Gerbrand Dros hier met zijne beminde van Hoedekenskerke, laatstelijk Middelburg. Hier thee gedronken. Hij is nu sedert laatstleden maandag weer hulponderwijzer aan 't Oude Schild. In Zeeland is het treurig met het onderwijs, veel schoolverzuim. Sommigen blijven wel 400 maal in een jaar weg. Zijn meisje heeft een gunstig innemend voorkomen. Koekebakker en zuster hier. Hij met Menno des avonds druk aan het trouwbrieven adresseren, 150 stuks. 10 July 1873. Koekebakker met Sina naar 't Oude Schild gewandeld en zuster Guurt van de boot gehaald. Menno aan 't versieren van de overdekte plaats. Wel 25 vlaggen bij leening verkregen. Toen wij zouden gaan eten kwamen Dirk met Dolfina en Alida en dienstmeisje Siets, 12 uur op zee doorgebragt. 10 july 1873. Des avonds Aafje Buijs hier. 11 July 1873. Wij de tafels ingebragt in de achterkamer en na veel overleg zoo geplaatst, dat wij 25 plaatsen aan tafel kregen en in 't midden een looppad om te bedienen. 12 July 1873. Ondertrouw Koekebakker en Sina, met feestmaal. Toen men na 12 uur heenging kwam Samuel die 13 uur op zee had doorgebragt. Dit deed verscheidenen nog weer in de feestzaal terugkeeren. Tegen 3 uur begaf ik mij ter ruste. 13 July 1873. Zondag. Dominee van der Linde preekte hier aan den Burg (voor ons beiden). Daarna receptie hier aan huis. Talrijk bezoek. Veel brieven en kaartjes ontvangen. De vermoeijenis van de dag scheen ongunstig te werken op de vlugheid en blijheid van mijn geest zoodat ik mij verheugde toen ik mij ter ruste kon leggen. 14 July 1873. Jan Koekebakker en Hein Koekebakker hier, deze met Sina naar de Waal. Katrina en Menno waren reeds voormiddags daarheen gegaan. Dirk en Samuel gingen later met Jan Koekebakker derwaarts. Zij kwamen met elkaar terug na middernacht, toen ik reeds ter ruste was gegaan. Ik den avond stilletjes met Dolfina doorgebragt. Aan de Waal was men druk bezig met het gereed maken van het feest voor morgen. 15 July 1873. Koekebakker hier vannacht gebleven, des voormiddags met Menno naar de Waal vertrokken. Ter stemming van de Gemeenteraad naar 't Raadhuis. Klaas Brouwer van Cocksdorp hier met 2 beeldjes ten geschenke. Dirk, Samuel, Menno, Katrina allen naar de Waal. Wij overigen tegen de avond ook derwaarts. Bij Koekebakker feestviering met de Kerkeraad der Gemeente en vrouwen, allen aanwezig, ook zij die bij de komst van Koekebakker hier Diakens waren, behalve K. Mantje om ziekte, P. Eelman om 't sterfgeval zijner schoonmoeder. 17 July 1873. Aankomst van veel gasten, bij Huizinga in huis 18 gasten. 18 July 1873. Nog een feest aan de Waal. 19 July 1873. Ik heb mijn slaapplaats sedert eenige dagen op de studeerkamer. Tante Sientje logeerde in de huiskamer, Samuel en broeder Juriaan in de beide logeerkamers boven, Dirk en Menno op't kamertje boven voor. Koekebakker had van middag te Oosterend begrafenis van de vrouw van G. Visser. 20 July 1873. Zondag. Wij naar de Waal met rijtuig van Cornelis Pietersz Keyser, die dit vriendschappelijk aanbood. Dominee de Vries predikte [daar]. Daarna receptie aan de pastorij. 21 July 1873. Dagje uit: Hedenmorgen om 10 uur wij allen met 5 wagens (19 personen) naar Akyab of 't Konijnenpark. Schoone dag. Aldaar de dag genoeglijk doorgebragt. Oude mevrouw Koekebakker en ik bij huis gebleven, terwijl de overigen naar de duinen en 't strand waren. Ook tante Sientje en broeder Juriaan mede, ook Katrina, ofschoon deze in de laatste dagen zeer ongesteld was en de hulp van Ensing moest inroepen, waardoor zij gister ook niet aan de Waal was. Terwijl Katrina na dien togt zeer afgemat op stoelen lag, zonderde een groot deel van 't gezelschap zich af (met de noodige wijn) in de duinen. Tante Sientje raakte verdwaald. Wij met alle man aan 't zoeken. Eindelijk vonden wij haar weder. Des avonds tusschen 9 en 10 weer te huis. 23 July 1873. Weer een feest. 24 July 1873. Te half 1 naar het Raadhuis, trouwplegtigheid met toespraak van Loman. In huis terug hield ik in de achterkamer een toespraak. Te 3 uur vertrek van bruidspaar met de ouders Koekebakker naar 't Oude Schild. 's Avonds naar Haarlem en verder. De achterblijvers naar de Tent, die we gesloten vonden. Eindelijk kwam de oppasser en wij konden er theedrinken en bier. 25 en 26 July 1873. Langzaamaan vertrekken de gasten weer. 27 July 1873. Zondag. Gepreekt aan den Burg. Des avonds even bij Ensing, aldaar zijn Vader en Moeder, gister uit Groningen aangekomen. Ensing van morgen bij ons, de kleine Alida is ongesteld. 28 July 1873. Krans bij Vrendenberg. 29 July 1873. Stemming voor den Gemeenteraad. Tante Grietje en Sientje met broeder Juriaan en Ko naar Harlingen met Timmer, [9 uur van de haven, 11 uur te Harlingen]. 30 July 1873. Des middags Aal en Guurt bij ons. Wij met elkander naar de Tent gewandeld en terug. Genoeglijk in de Tent vertoefd. Menno bragt Aal en Guurt des avonds tehuis. De uitslag der stemming was dat Loman toch gekozen werd, trots alle tegenstand in de Heldersche Courant (waartegen een artikel van Ensing). 31 July 1873. Des namiddags Kamerdag in de Waal. Aal en Guurt komen mij tegen om nu voorgoed te vertrekken. Menno vertrekt mede met haar, hij naar Rotterdam. Hij was zeer ongesteld, scheele hoofdpijn, die voor eene onderhuidse inspuiting met morphine niet geheel week. Gesprek over de afloop der stemming. Men is zeer gebeten op Westenberg, P. Koning enz., die alle Doopsgezinden zooveel mogelijk willen vernederen. Op de terugreis vernam ik van Sijbrand Jansz Keyser zijn engagement met Trijntje Dalmeijer. 1 Augustus 1873. De kleine van Samuel is nog niet geheel frisch. 3 Augustus 1873. Zondag. Gepreekt te Oosterend. Wieringa preekt in de Hervormde Kerk en krijgt daar hoorders van 't eiland Marken. Bij mij enkelen ter Kerk die Wieringa willen mijden, G. Kuijper en Jacob Bakker (smid). 3 augustus 1873. Bakels hier aan den Burg gepreekt ('t kon nog even om de verwachte bevalling zijner vrouw). 4 Augustus 1873. Met Vrendenberg naar de Krans bij Damsté, aldaar Wassenaar. Des avonds laat doet Bakels ons nog door Ensing de geboorte van zijn tweede zoon berigten [Reinier]. 5 Augustus 1873. Des middags 12 uur de blijde wederkomst van Sina met Koekebakker van hunnen huwelijksreis. Zij gaan vóór het middagmaal naar de Waal. Des avonds Klaas Ponger bij Samuel om van hem iets te leeren van het vergulden enz. 6 Augustus 1873. Des namiddags Katrina, Dolfina, Samuel en ik naar de Waal. Bij Koekebakker en Sina samen voor 't eerst een avond gepasseerd. 7 Augustus 1873. Des namiddags Koekebakker en Sina hier. Ik geef des avonds aan Koekebakker opening van zijn finantiele staat door Sina. [Ali: Samuel gaat dagelijksch eenigen tijd naar de winkel van Klaas Ponger voor 't bereiden van stoffen tot verzilveren en vergulden]. 8 Augustus 1873. Samuel gister en heden voormiddag druk aan 't werk geweest met Klaas Ponger in zijn werkplaats tot het bereiden van stoffen voor verzilvering en vergulding. Des namiddags Katrina en Dolfina naar 't Oude Schild gewandeld. Zeer warme dag. Samuel de tuin begoten. Daarna onweer en een zeer verkwikkende regenbui. Wij beiden daarna op de loop naar 't Oude Schild om Katrina en Dolfina te ontmoeten. Wij vinden ze nog bij Wassenaar, te half 10 met de wagen van Zegel terug. 9 Augustus 1873. Vannacht zwaar onweer met geweldige regenstroomen van 2 tot 4 uur, brengen echter niet veel koelte aan. Samuel des voormiddags weder naar Klaas Ponger. Des avonds Samuel en Katrina even naar de Waal. 10 Augustus 1873. Gepreekt aan de Waal. Sina bij mij ter Kerk. Ik bij haar gebleven. Na Kerktijd ook Koekebakker met Samuel, Dolfina en Katrina gekomen. Wij daar den dag genoeglijk doorgbragt. Wij te 11 ure naar huis gewandeld. 11 Augustus 1873. Krans bij mij. Vooraf Katrina en ik naar den Hoorn gewandeld. Ik bij Dirk Bruin, die vreeselijk geleden had aan kramp in de beenen en handen. Met Katrina bij Bakels de kraamvrouw bezocht. Zij was met haar kind zeer welvarende. 13 Augustus 1873. Kapitein Blom gaat Texel verlaten. Hij is aangesteld tot opzigter over de Sluizen van Schellingwoude, tractement 1000 gulden en vrij wonen. Meester Brouwer heeft eindelijk besloten zijn ontslag aan te vragen. In de laatste dagen, vooral zaterdagnacht, hebben de sterke regens de regenbakken en sloten weder gevuld, zoodat aan de sterke behoefte om regenwater nu werkelijk voldaan is. 26 Augustus 1873. Sedert 13 dagen geen aanteekeningen gehouden, schoon er genoeg aan te teekenen viel. Een en ander wil ik herinneren: 14 Augustus 1873. Dominee Boetje van Harlingen kwam hier. Hij had de Algemeene Vergadering van de Maatschappij tot Nut van 't Algemeen bijgewoond. Hij verhaalde veel daarvan. Des avonds Loman, Bakels en C. Keyser hier. 19 augustus 1873. Bakels was gister niet op de Krans omdat zijn Herman ongesteld werd. 21 Augustus 1873. Boetje van Harlingen hier. Mijn gedenkdag. Ik stelde des morgens aan Katrina ter hand het naaykistje dat ik deze morgen voor 35 jaar op mijn huwelijksdag aan mijnen Alida gegeven had. Zij beloofde het, overeenkomstig mijn verlangen in eere te zullen houden. Aan Dolfina gaf ik uit dat kistje een gouden ring met geelen steen. Ik had voor een paar dagen een min aangename woordenwisseling met Dolfina gehad over haar ligtvaardig spreken: "Mijn hoofd eraf als het niet waar is", enz. Als zij er gevoelig onder werd zag ik met diepe aandoening hoe teder lief Samuel haar had, dat zag ik nu en meermalen en verheug mij innig daarin. 23 Augustus 1873. Doortje Heringa hier, had een week bij Wieringa geloogeerd. De vrouw van Wieringa heeft veel last van Rheumatiek. 23 augustus 1873. Bakels gister met vrouw en kind bij Vrendenberg. 24 Augustus 1873. 't Kind van Bakels, Herman, ligt zeer ziek bij Vrendenberg. Bakels en vrouw en meid daar sedert vrijdag in de slaapkamer geloogeerd om digt bij den Doctor te weezen. 25 Augustus 1873. Hedenmorgen heb ik volledig met mijn kinderen afgerekend. Samuel had de noodige berekeningen gemaakt. Aan Koekebakker 4 obligatiën met de aanvulling in contanten ter hand gesteld. Zoo ook aan Katrina [de jongens hebben nog studieschulden aan hun vader]. 26 Augustus 1873. Kort na middernacht werden wij door zware donderslagen uit het bed gedreven, brand in een boe van Dirk Jans Bakker. Ik nog even op weg daarheen. Tegen 3 uur klaarde het weder op. De geheele familie op de been. Doortje Heringa, Samuel, Dolfina, 't kind en 't kindermeisje Sietske des morgens half 4 met de diligence vertrokken naar 't Oude Schild en vervolgens met Timmer naar Harlingen. Katrina en ik nog even ter ruste. 26 Augustus 1873. Bij de begrafenis van Dirk Gerritsz Bakker verhaalt Sijbrand Jansz Keyser van de vreeselijke lasten die op hem rusten nu hij de voogdijschap van 't kind (Reijer) heeft aangenomen. Des avonds de oude Heer de Holl hier van 8 tot 10. Gesprek over allerlei, op 't laatst over 't Afschaffingsgenootschap hier. 27 Augustus 1873. Tentoonstelling van het Vee aan den Burg. De huizen met vlaggen versierd. Verscheidene vreemdelingen, alles best naar genoegen afgelopen. Ik heb er zelf echter weinig van gezien. Des namiddags met Katrina naar de Harddraverij bij Alex de Ruijter, waar Fokke Keyser de prijs behaalde. Wij spaken daar vele menschen. 28 Augustus 1873. Kerkeraadsvergadering aan de Waal. 30 Augustus 1873. Bakels vertrekt weer van Vrendenberg naar den Hoorn. [(Samenvatting Ali) Ko bragt na de vacantie behalve een nieuwe schoolbank ook een aantal doelmatige gymnastiektoestellen mee. Voor Sina bragt hij mee: 6 stoven en 12 fijne wijnglazen.] 31 Augustus 1873. Zondag. Naar Oosterend. Vrendenberg en de pastoor van den Burg waren ook te Oosterend. 1 September 1873. Des avonds bij Dijt en Grietje Keyser in de tuinkamer zeer vriendelijk ontvangen. 3 September 1873. Koekebakker rekende met mij af, zoo dat de oude Heer Koekebakker en ik nu de kosten der huwelijksfeesten gezamenlijk ieder voor de helft gedragen hebben. Eergister was Loman bij hem geweest, die hem verhaald had dat Westenberg i.p.v. de oude Langeveld wethouder was geworden, dat ook de hulponderwijzer Ensil zijn ontslag had gevraagd, dat het tractement voor de te beroepen hoofdonderwijzer was bepaald op 850 gulden, dat er een vergelijkend examen zal plaats hebben. Des namiddags Bakels hier, over diezelfde onderwerpen gesproken. Hij zag nogal tegen dat vergelijkend examen op. Jufvrouw Wieringa is naar 't Nieuwe Diep om Hellema te raadplegen over haar arm, waaraan zij razende pijn moet lijden en die verlamd schijnt. Katrina en ik vandaag aan 't bessen uitdrukken. Des namiddags Bakels even hier, hij zag nogal tegen dat vergelijkend examen (voor een nieuw te beroepen hoofdonderwijzer) op. Met zijn zoontje blijft het beterende. Aan Bakels gaf ik 5 gulden mede om die in de Spaarbank te zetten voor Martje, onze meid, die morgen trouwen zal met Jonas Schagen aan 't Oude Schild. Martje is laatstleden maandagavond van hier vertrokken met Jonas nadat zij des namiddags naar de Waal was geweest om van Sina afscheid te nemen. Katrina en ik hadden haar met eenige geschenken begiftigd (ik een Chinees verlakt theeblad, tobbetjes en 5 gulden in de Spaarbank, Katrina en Sina een serviesje enz, Sina had haar trouwjapon gemaakt). Wij zullen nu 20 September Neeltje Zuidewind als meid krijgen. Vooraf moeten wij het redden met een dochter van jufvrouw Gersen, enz. 3 September 1873. Laatstleden zondagavond maakte ik eene visite bij Johannes Keyser, die onlangs van een zesdaags reisje naar Groningen (Uithuizen) was weergekeerd. Zijn oom Hendrik van moederszijde was daar zetboer op eene plaats van Reinders. Keyser verhaalde mij veel van het landelijk bedrijf aldaar, doch de zeden en gewoonten bevielen hem niet. Het was hem daar te boersch. Zijne vrouw was dien namiddag naar de plaats van A. Koning in Eijerland, Vianen, geweest. Zij verhaalde van den grooten voorraad van landbouwwerktuigen, machineriën, aldaar aanwezig om zich te kunnen helpen als handenarbeid zou ontbreken. 4 September 1873. Bessewijn maken. Des avonds Vrendenberg hier. Hij ziet de Staatkundige toestand van Europa en Nederland zeer donker in. De benoeming van Van Lijnden tot hoofd van het te vormen Ministerie doet verwachten dat weldra de Antirevolutionaire Partij geheel zal triomferen, gelijk in Frankrijk het Ultramontanisme. 5 September 1873. Een tweede vat bessenwijn gemaakt. Des avonds Johannes Eelman hier om afscheid te nemen. Hij gaat naar Amsterdam om zich daar voor de Registratie te bekwamen. Bij het heengaan waarschuwde ik hem ernstig voor het leven in eene groote stad als onervaren jongeling. Daarna Wassenaar, komende van eene vergadering der Schoolcommissie. Hij verhaalde van de reis van Wieringa met zijne vrouw naar 't Nieuwe Diep naar Doctor Hellema, die hoop op hare genezing gegeven had door eene zeer rustige levenswijze. Hij beklaagde het dat Wieringa, een overigens zoo flink en redzaam mensch, zoo zeer onder invloeden stond die hem beletten de algemeene achting en liefde weg te dragen. 6 September 1873. Nog altijd blijven wij tevergeefs uitzien naar berigten van Menno op mijne brief van 28 Augustus. 7 September 1873. Zondag. Jan Jansz Roeper komt mij afhalen met de wagen naar de Waal. Koekebakker aan den Burg. Beiden weinig volk. Gesprek met Lotje, ongesteld, om het haar aanemelijk te maken dat zij zich in het Gesticht aan den Burg laat verzorgen. Zij meent na 47-jarige dienst als kosteres op eene betere belooning aanspraak te hebben. Zij wil liever sterven dan dat. Jan Jacobsz Roeper wenschte ook dat er een flink jong mensch als koster worde aangesteld. 8 September 1873. Huisbezoek over de Veen naar 't Oude Schild tot aan de Kerkesteeg. Geene buitengewone ontmoetingen. Des avonds laat P.M. Langeveld op zijn ziekbed bezocht. Hij verhaalt van zijn reizen in de provincie Groningen in vroegere jaren, toen hij soms paarden vandaar haalde voor zijn vader. Cornelie Kikkert zal 't modevak gaan leeren. 9 September 1873. Huisbezoek over de Hooge Berg naar 't Oude Schild, daar voleind. Bij Jan D. Bakker bij 't Doolhof koffij gedronken. Des avonds 6 uur bij Pieter D. Bakker geëindigd, stortregens noopten mij daartoe. Te huis komende stond Sina daar, uitziende naar eene gelegenheid om naar de Waal te rijden. Ik deed haar en Katrina instappen en wij reden naar de Waal. Koekebakker was dezen dag in Eijerland werkzaam geweest. 10 September 1873. Om den sterken regen het Huisbezoek vandaag niet voortgezet. Gister heb ik onze vorige meid Martje Visser in hare nieuwe woning aan het Oude Schild bezocht, waar zij zeer tevreden is. 10 September 1873. Trijntje Burger verhaalde mij van haar 2-jarig kind dat binnen een etmaal 40 à 50 groote wormen was kwijtgeraakt en nu volkomen gezond was terwijl het vooraf scheen te sterven. Het middel daartoe was het ingeven van een medicament in de vorm van een torentje dat van een fleschje met het opschrift 'voor wormen' uit een gestrand schip afkomstig was. 10 September 1873. Onze nieuwe meid, Neeltje Zuidewind, is van het begin af ziek. 22 September 1873. Brief aan Samuel en Dolfina: Katrina en ik, Sina en Koekebakker zijn regt gezond en wij allen tezamen voelen ons gelukkig. Als er iets is wat aan onzen geluksstaat knaagt is 't wel de onzekerheid waarin wij omtrent Menno verkeeren [was bezig met examen in Amsterdam]. Wij waren ongerust geweest over Ko, die woensdag reeds door Juriaan naar Harlingen gebragt was en pas zondagmiddag om 2 uur te den Burg was gearriveerd, daar ze eenige dagen met 't schip van Timmer in Harlingen waren blijven liggen door storm en tegenwind. Ko was eerst wel wat wenstig, maar toen wij des namiddags met elkaar naar de Waal waren geweest en vooral sedert hij vanmorgen weer zijn plaats onder zijn schoolkameraden had ingenomen, was hij weer regt tevreden en vrolijk. Bakels gaat morgen op reis om te Hinloopen op 't beroep te preeken. Hij schijnt wel eens te willen veranderen, schoon wij hem gaarne hier wilden houden. Met jufvrouw Wieringa blijft 't treurig gesteld. Zij is den ganschen dag tot ledig zitten gedoemd, waarbij haar humeur, zoals ik van Wieringa begreep, ook niet altijd 't zelfde blijft. Zij heeft zoodanig rheumatiek in de arm en de hand (de rechter), dat zij met deze zelfs niets kan aanvatten. Ook volgens Doctor Hellema van 't Nieuwe Diep is daar nog wel genezing van te hopen, maar niet spoedig. Dat Wieringa zelf daarbij geen benijdenswaardig leven heeft, laat zich denken. 26 September 1873. Den laatsten tijd een groot getal dagen besteed aan Huisbezoek: 11 September Westergeest en Driehuizen. 15 September bij zeer ongunstig weer over de Mient, Klaas Brouwer, Burger Nieuwland. 16 September 1873. Burg, Waalderstraat, Kogerstraat. 17 September 1873. Weverstraat. 18 September 1873. Weverstraat. 22 September 1873. Weverstraat. 23 September 1873. Weverstraat, Warmoesstraat. 24 September 1873. Warmoesstraat, Molenstraat. 25 September 1873. Gasthuisstraat enz. Des namiddags Kamerdag aan de Waal. Vanmorgen briefkaart van Menno uit Amsterdam. Zijn examen duurt nog voort, uitslag welligt zaterdag. L.l. zondag 21 September is Ko weer gearriveerd, des namiddags 2 uur. Zijn vader had hem reeds woensdags tevoren naar Harlingen gebragt, doch storm en tegenwind hielden het schip van Timmer daar in de haven tot zaterdag voormiddag, toen hij zich door een stoomboot kon laten uitslepen. 27 September 1873. Tegen 7 uur kwam eindelijk het lang met hoop en vrees tegemoet gezien telegram van Menno, van dezen inhoud: "Mis op 1 vak, zal herexamen vragen". Ik schreef het aan Dirk en Samuel. Onze bittere teleurstelling werd nog eenigzins verzacht door de zeer flaauwe hoop op het herexamen. 28 September 1873. Zondag. Gepreekt te Oosterend. Sina met Katrina om ongesteldheid [zwanger] vroeger de Kerk uitgegaan, later weder vrij wel, doch steeds pijn in den rug. 1 October 1873. Bij Glijnis de nieuwe schoolbank van Ko in zijne school bezien. Glijnis vroeg ook naar Menno. 2 October 1873. Menno berigt dat herexamen hem ontzegd was. Hij verlangt geld om zijn logement te betalen en wil dan vrijdagavond te huis komen. Laatstleden maandagmorgen ontving ik van schipper Bruin het bij hem besteld vat petroleum (170 kilogram) doch het bleek lek te zijn. Bruin daarbij geroepen. Rens Daalder maakte mij eene geschikte stelling daarvoor in de kast bij de schuur. Ik wenschte intusschen dat ik het nooit gehad had, wijl het lekken niet ophoudt. Vandaag maakte Rens Daalder de gymnastiektoestel voor Ko onder de luif gereed. Bakels hier komende van Hinloopen over Terschelling en Vlie (zijn verjaardag). Onze meid Neeltje Zuidewind, 20 September gekomen, van den aanvang af niet regt gezond, heeft gister het bed moeten houden, zoodat Katrina alleen voor het werk stond. Ensing zeide gister dat hij haar kwaal als een kort gebrek beschouwde, dat moeijelijk te herstellen was. Margo Keyser na 11 weken verblijf in Brussel en Aken dezer dagen te huis gekomen. Zij was gister en heden hier (gister ook aan de Waal). Ik zond l.l. donderdag aan Menno 125 gulden en heden aan zijn hospes te Rotterdam 96,47,5. Jet Ensing vertelde aan Katrina dat de blijkbare gramstorigheid van Bruno Bok en vrouw tegen ons voortkwam uit hun gevoel van miskenning wijl zij niet bij ons op de huwelijksfeesten gevraagd waren. 6 October 1873. Menno is tot dusver nog niet gearriveerd, noch heeft hij iets van zich laten horen. Gister hebben Koekebakker en Sina nog een briefkaart aan hem gezonden, opdat hij zijn eindeloos stilzwijgen afbreke. Krans bij Wassenaar (Oude Schild). Bij ons vertrek ontmoetten wij nog Bakels. Deze had het beroep van Hinloopen. Wij gaven onze dringende wensch te kennen dat hij het niet zou aannemen. 8 October 1873. Des middags werden wij eindelijk verblijd door de komst van Menno. 9 October 1873. Cornelis Keyser hier om brood te bestellen voor 't Avondmaal. Hij zei dat hij er zelf wel niet zou komen om onaangenaamheden, die hij had met Jakob Kooiman, van wien hij een schaap gekocht had voor 47,50 gulden, terwijl die beweerde dat hij 50 gulden moest hebben, waardoor groote verwijdering was ontstaan. Ik vermaande hem ernstig om die [verwijdering] weer uit den weg te ruimen en hoe hij daarin te handelen had, wat niet geheel zonder invloed was. Den volgenden dag had hij voor dien avond Kooiman bij zich gevraagd om weer te verzoenen. 12 October 1873. Avondmaal aan den Burg, 286 communicanten. Ko vandaag naar 't Oude Schild bij Martje (Visser). 13 October 1873. 't Zou Krans zijn bij Koekebakker, maar 't regenachtige weer hield Katrina en mij terug. 't Was zeer onstuimig weer. Mina Bakels en Fokel (voor 't eerst weer aan den Burg na de ziekte van haar Herman) hier. Wij naar de Nutsvergadering. Bakels deed de Redevoering over de "Verkeerde Wereld", waarin zoo veel te huis behoorde wat in onze hedendaagsche wereld gevonden werd. Hij boeide mij niet sterk. Menno gaf zoo wat toezegging dat hij de volgende keer de Voorlezing zou doen. Uitvoerige discussie over de vraag hoe de Volksvoorlezingen best zouden worden ingerigt. Ik stelde voor toegang voor allen tegen 5 cents in vertering. Werd besloten eene extra Volksvoorlezing ter proeve te houden, de wijze hoe nader door het Bestuur te regelen. Loman las toen nog een fraaij verhaal van Dickens "de machinist". 15 October 1873. Adriana en Betje Vrendenberg hier. Zij betaalden de eerste 10 kan petroleum, 180 cents [Huizinga heeft een vat vol voorraad om van te verkopen, op een speciaal door Rens Daalder getimmerde stelling]. 16 October 1873. Menno vandaag zijn goederen uit Rotterdam ontvangen, druk aan het regelen zijner zaken. Gister wat peeren geplukt, een zeer kleine voorraad, geen turfmand vol, en er is weinig meer overig. 16 october 1873. Vanmorgen Bakels bij ons. Bolding is benoemd als lid van de Schoolcommissie. Maandag 8 dagen zal het vergelijkend examen plaats hebben, Er zijn ongeveer 40 sollicitanten voor de onderwijzerspost alhier. Loman wilde gaarne Adriana Vrendenberg als hulponderwijzeres maar zij scheen er geen zin aan te hebben. 16 October 1873. Katrina vanavond naar Margo Keyser met tante Jane Dijksen. De Officier der Torpedocompagnie die hier van 't zomer aan 't Oude Schild en op Brakesteijn gebivauqueerd hebben gaan morgen vertrekken. Veel afscheidspartijen. Het begint kouder te worden. Mijne kagchel staat reeds op de studeerkamer, doch is nog niet gebruikt. 16 October 1873. Vanavond ernstige gesprekken met Menno over de waarde der Godsdienst. Ik wenschte dat ook hij zich zou aansluiten aan de Gemeente der Christenen. Hij heeft bezwaren. 19 October 1873. Zondag. Dankpreek aan den Burg. Daarna Doopelingen bij mij aan huis ontvangen, ook des namiddags van 3 tot 4. 19 october 1873. Vanmorgen Albert Kooiman hier om naar de toestand van zijn schoonzuster Neeltje Zuidewind te vernemen. Des namiddags Dirk Bruin en Trijntje Zuidewind hier. Afspraak gemaakt dat Neeltje een tijd lang bij hen te huis zou komen tot zij weer beter in staat zou zijn om haar dagelijksch werk te verrigten. 20 October 1873. Wieringa hier om te zeggen dat hij de Krans niet kon opwachten, daar hij op reis was naar de Koog, waar heden de nieuwe school zou worden ingewijd. De koopman Levy hier. Kleedingstukken voor Menno gekocht. Vandaag 2 kistjes sigaren van broeder Juriaan ontvangen. Brief naar Dirk, Menno voegde erbij een vertaling voor "Isis". De kagchel in de binnenkamer gezet, echter nog niet gestookt. 20 October 1873. Aan Koekebakker 39 kan petroleum afgeleverd. Vroeger aan Vrendenberg 10, aan mij 11= 60. 21 October 1873. Aanvang mijner catechisatie, zeer ongunstig weer. 22 October 1873. Gister is [de meid] Neeltje Zuidewind met haar zwager D. Bruin naar den Hoorn vertrokken. Wij nu zonder meid. 25 October 1873. Ensing vraagt of ik mededoe aan een present voor Bakels voor zijn bedanken voor Hinloopen. Ik stem gaarne toe. 25 october 1873. Albert Kooiman hier. Zijn schoonzuster Neeltje, thans aan den Hoorn, gaat zeer achteruit. 27 October 1873. Des voormiddags naar den Hoorn naar Neeltje Zuidewind, in zeer zwakken staat, schijnbaar haar einde nabij. Bakels en Wieringa zijn naar den Burg, vergelijkend examen van de 42 adspiranten naar de post van onderwijzer aan den Burg, 24 slechts nemen deel aan het examen. Bij jufvrouw Wieringa, zij was zeer vriendelijk en naar het scheen wel ingenomen met mijne komst. Zij zit ook reeds 8 weken in huis, haar regter arm onbruikbaar door Rheumatiek of wat het zijn mag. Gesprekken over haar toestand en over Huisduinen. Gister was de Kerkeraad van den Hoorn bij haar geweest. Deze had Wieringa een geschenk aangeboden wegens zijn bedanken voor Huisduinen. Des namiddags Vrendenberg hier thee gedronken. Vervolgens Wassenaar hier (komende van het onderwijzersexamen) brood gegeten. Katrina vanmiddag naar het Oude Schild naar Martje Visser en naar Tonia om te spreken over Anna Schagen, die zich hier als meid had gepresenteerd. Menno ook derwaarts, haar afgehaald. 28 October 1873. Des namiddags Katrina en Menno naar de Waal, aldaar Margo Keyser den geheelen dag. Wassenaar hier, het examen afgeloopen. Kwant was een van de besten. 29 October 1873. Ensing en Jet bleven tot na 12 uur. Weemoedige gedenkdag. 30 October 1873. Kamerdag aan de Waal. Nieuwe kosteres benoemd, Jantje Dijker. Afscheid van Lotje. Katrina naar Margo, verjaring van S. Keyser. 31 October 1873. Des avonds laat, half 11 Wassenaar hier, om op de wagen te wachten die hem (komende van schoolbezoek te Cocksdorp) naar huis zou brengen. Na vergeefs wachten besloot hij te wandelen om kwart voor 12. 2 November 1873. Zondag. Gepreekt te Oosterend, Hervormingsfeest, slechts 1 diaken, Jakob Brans. De beide anderen waren naar de Alkmaarsche Koemarkt, die vandaag begint. Menno bij Herman Westenberg. Deze had een brief van den Engelschman, met wie hij hier plagt te jagen en die het nu deed in Australië, om het vervolgens in Voor-Indië, Ceylon, enz te doen, ook op olifanten enz en dan weer op Texel te komen, de beste jagtplaats voor waterwild. De brief kwam uit Australië. Menno had dezen Heer 2 jaar geleden nog eenigen tijd als tolk gediend. 3 November 1873. Menno en ik de vlag uitgestoken ter viering van de Gedenkdag van 25 jaar Grondwet. Sijbrand Keyser hier met een geschrift Nieuw Grieksch van een kapitein Grieksch schip, dat vannacht of gister achter de vuurtoren Eijerland gestrand was, geladen met zwavel. Ik kon echter het slechte handschrift niet ontraadselen. 7 November 1873. Des avonds komt onze nieuwe meid Anna Schagen van 't Oude Schild. 9 November 1873. Intree van Dominee Themis de Lang op Oosterend. Damsté heeft l.l. woensdag afgekondigd dat hij het beroep naar Huisduinen aanneemt. 10 November 1873. Des morgens met Wieringa naar de krans bij Damsté, aldaar Koekebakker, Wassenaar en de Lang. Des avonds naar het Nut. Volksvoorlezing. Zeer kleine schare. Menno doet de Voorlezing. Noodzakelijkheid en wijze van bestrijding van de Volksvijand de Cholera. Zoo ik meen heeft hij goed voldaan. Zijn voordragt had wat krachtiger mogen wezen. Bakels las een lang stuk voor uit de Camera Obscura "het buitenleven". Loman uit "de praatjes" van Jan Ploeger, dat mij zeer voldeed. Vooraf hadden wij een Ledenvergadering gehad waarin besloten werd een Volksvoorlezing te houden op groote schaal tegen 1 stuiver entree en vertering. Wassenaar en vrouw bleven bij ons boterham eten, Koekebakker terstond naar huis. Bakels ook nog bij ons gebleven. 11 November 1873. Wij hebben deze dagen de vorst gekregen, dus mooi droog, maar koud weer. 12 November 1873. Des middags op verzoek bij Ensing een groot getal personen, C. Keyser Szn, Sijbrand en Cornelis Keyser, Sijbrand Jzn Keyser, Fokke Keyser, H. Dijt, Glijnis, Loman, Arie Dijksen, S. Keyser Szn, enz. Bakels verscheen quasi toevallig in de vergadering. Ensing vatte het woord en gaf hem te kennen dat deze zamenkomst was van personen die hem Bakels een blijk van belangstelling wilden geven wegens zijn bedanken voor het beroep van Hinloopen in een fraaije armstoel, nooteboomhout met groen trijpt. Bakels was zeer getroffen door deze verrassing en antwoordde gepast, allen hartelijk dank zeggende. Bakels des namiddags nog even bij ons. Sijbrand Keyser bragt hem met zijn stoel naar den Hoorn [2003: in Bussum staat zo'n stoel bij zijn aangetrouwde kleindochter die wordt aangewezen als de stoel van de Dominee]. 12 november 1873. Katrina wandelde naar den Hoorn om Neeltje Zuidewind te bezoeken, die zij echter slapende vond. 12 November 1873. Ko vanmorgen naar 't Oude Schild. 13 November 1873. Gerbrand Dros van de Waal hier, zeer ter nedergeslagen dat hij no. 6 was van de adspiranten voor de hoofdonderwijzerspost aan den Burg, en dat hij niet opgeroepen zou worden om nog practisch examen te doen, maar slechts de 4 eersten. Hij wenschte dat ik voor hem bij de schoolopziener Bakels zou intercederen. Ik wees hem naar Bakels zelven die morgen aan de Waal zou komen. 13 November 1873. 40-Jarige trouwdag van Vrendenberg. Katrina des morgens daarheen. 14 November 1873. Ik des avonds bij Vrendenberg, hem gefeliciteerd met zijn 40-jarig huwelijk. 15 November 1873. Jufvrouw Jansje Bokma van 't Nieuwe Diep hier gekomen. 16 November 1873. Des namiddags even naar de weduwe Honigh om afscheid te nemen van Jakob, die morgen op reis gaat om naar Noord Amerika te trekken, doch hij was niet thuis [hij kwam des avonds bij Huizinga]. Hij vertrekt zaterdag eerstkomend met het stoomschip de Maas naar New York en dan nog 40 uur (2 dagen sporens) naar Chicago, waar hij bediende in een logement zou worden, om na alzoo de Engelsche taal geleerd te hebben in een kruidenierswinkel te komen. Hij was daartoe aangespoord door een zekere Ten Bokkel, zoon van wijlen de predikant van Noord Scharwoude, die daar 2 jaren was. 17 November 1873. Op de Krans heeft Damsté het weer verbazend druk over zijn onaangename positie in zijn gemeente, die hem noopte zoo spoedig mogelijk (aanstaande week) naar Huisduinen te vertrekken, waar hij menschen hoopte te vinden. Wassenaar verhaalt van zijne bijwoning van het herexamen van de 4 uitverkoren schoolmeesters practisch met een troep leerlingen van Brouwer in de NIEUWE school, bij deze gelegenheid voor het eerst gebruikt. Een zekere Troll van …. zou wel de voorkeur krijgen. Dirk zond mij vandaag een boekje "Onderzoekingen in het Physiologisch Laboratorium te Groningen". 18 November 1873. Het witte wijnvat met Menno afgetapt, 50 flesschen. De flesch kost aan suiker ieder 16 cents. Brief aan Samuel en Dolfina: Menno zit nu doorgaans, als hij thuis is, bij mij op de studeerkamer aan zijne medegebragte mooije schrijftafel en bestudeert een of ander geneeskundig werk of vertaalt stukjes voor "Isis". 19 November 1873. Margo Keyser hier, wil naar de Waal. Katrina wil bij haar boek blijven. Menno gaat met haar mede, blijft schaken. 20 November 1873. Janes Kalf ziek, wil wel gaarne eenige ondersteuning van de Gemeente hebben zonder met de bedeelden gelijk gesteld te worden. Ik naar Cornelis Keyser, hij zal hem 5 gulden verzorgen. Des avonds Koekebakker en Sien hier. Zij hadden vanmiddag bij S. Keyser en Margo gegeten. Vanavond zouden zij bij jufvrouw Dijksen doorbrengen. Des nachts te 1 ure met de vigilante naar de Waal terug. 21 November 1873. Menno terug van de zitting der Raadsvergadering die hij had bijgewoond met Bakels. Er was eene benoeming gedaan van een onderwijzer Troll van Wassenaar benoemd. Verslag van de vergadering over 't tractement van Ensing. Men zal nu ook voor Oosterend en Oude Schild een Doctor aanvragen op een tractement van 500 gulden en vroedvrouw benoemen voor de Koog en den Hoorn op 250. 24 November 1873. Naar den Hoorn, begrafenis van Neeltje Zuidewind, vooraf bij Bakels koffij gedronken. Bakels mede naar den Burg met de wagen van J.J. Bakker (ook Jakob en Ada Zuidewind). Bakels hier des middags gegeten. Des namiddags Ensing hier. Bakels was bij hem geweest om hem mede te deelen welke voorwaarden hem bij zijne benoeming tot Eilandsdoctor in de notulen der vergadering der Raad gesteld waren, doch die niet in zijn beroepsbrief stonden en waaraan Loman geheel niet scheen te hebben gedacht. 27 November 1873. Kerkeraadsvergadering aan de Waal. Des avonds de Heer Haga, Ontvanger der Registratie hier. Met genoegen met hem kennis gemaakt. 28 November 1873. Brief geschreven aan jufvrouw de Groot te Rotterdam, die nog 73 gulden moest hebben van Menno wegens diners. Aan Huidekoper felicitatie wegens de bevalling zijner vrouw. Ook over Menno enz. 29 November 1873. Vele gestolen goederen bij Engelina Keesman ontdekt, deze daarom gevat en naar Alkmaar opgezonden. 29 November 1873. Katrina met Aal Koekebakker naar Wormerveer tot donderdag. Menno zal haar terughalen. Menno krijgt te half 10 berigt dat hij aangenomen is als lid van den Heerensociëteit en gaat nog derwaarts. 30 November 1873. Te huis komende vond ik Koekebakker en Sina (met de vigilante gekomen des morgens). Zij willen blijven tot morgenavond. Naar de Gereformeerde Kerk. Vergadering Bijbelgenootschap. 1 December 1873. Koekebakker en Sina hier vannacht (de eerste maal). Wij niet naar de Krans bij Wassenaar. 1 December 1873. Nutsvergadering. Bakels doet de Voordragt ex tempora naar eene schets anderhalf uur lang over het GELD. Ik hoorde hem met veel genoegen. Bijdragen van Koekebakker en Menno. Stukken uit Bret Harta, voordragt van De Holl, een vers. Chanson van …. welks strekking ik weinig begreep. Haga gaat met ons boterham eten. 3 December 1873. Des avonds Wassenaar en vrouw hier en Bakels en Koekebakker. Wij met elkander te half 6 naar Vrendenberg, hem gefeliciteerd met zijn 40 jaar Evangeliebediening op 1 December. Wij bragten hem ten geschenke een turfbak en kolenbak (f 21,75). Met elkander naar de Kerk. Vrendenberg preekt Deut.7-1 "deze 40 jaren is de Heer met mij geweest". Talrijke vergadering. Wij hoorden hem met veel genoegen, deelneming en stichting. De collega's daarna naar Vrendenberg en familie, koffij gedronken en wijn. Hij had van zijn Gemeente fraaije geschenken: stoel, spiegel, pendule. 4 December 1873. Brief geschreven aan Dirk met 2,10 gulden tot Sint Nicolaas voor de kinderen. Tegen den avond kwam Koekebakker met Sina wandelende, zeer goed in orde, om Katrina en Menno weder te zien. Zij hadden in Wormerveer veel genoegen gehad. 5 December 1873. Ik de tulpebollen in de grond gezet met Ko. 5 December 1873. Des avonds Sint Nicolaasdrukte. Menno door W. Westenberg, Haga en Dirk Bakker afgehaald. Eenige gemaskerden hier aan huis. De meid naar 't Oude Schild. Dirk Keyser brent berigt van Glijnis dat zijn hulponderwijzer Van Putten plotseling overleden was. Pas naar het ouderlijk huis te Cocksdorp vervoerd. Katrina en Sina vereeren mij een fraaije cache-nez. Aan Menno rookgereedschap. Wij [hadden] voor Ko een mand gereedgemaakt St. Nicolaas, waarin vooral een paket prentenboeken enz (van Koster uit Amsterdam voor 2,50 gulden). Menno te 11 ure nog weer de deur uit. Het is in de laatste dagen bijzonder zacht weer geweest, zoodat wij soms de kagchel bijkans vergeten konden. 7 December 1873. Zondag. Gepreekt aan den Burg. Des voormiddags bij Glijnis. Zijn schoonvader De Vries te Alkmaar voor korten tijd overleden en nu zijn hulponderwijzer Van Putten. Hij is over dit laatste sterfgeval diep ternedergeslagen. Ik spreek van troost ontleend aan de gedachte aan God en onsterfelijkheid. Dit geeft aanleiding tot uitvoerige ernstige gesprekken. Het blijkt dat die gedachten geen vaste plaats innemen in zijn hart en dat hij tengevolge van dien geheel onvatbaar is voor troost. Hij meent dat elk ontwikkeld mensch die troost moet afwijzen. Ik stem toe, dat hier van geene mathematische bewijzen sprake kan zijn, maar dat dat geloof de eisch is van ons gevoel en dat wij niet minder gevoelige dan verstandelijke wezens zijn enz. Ik acht gemis aan Godsdienstig geloof naauw verbonden met daartoe leidende opvoeding en levenservaring. Hij voert daartegen aan, dat hij zelf een streng godsdienstige opvoeding heeft genoten en dat hij steeds veel heeft gelezen en nagedacht over alle godsdienstige waarheden. Hij spreekt van mijn zoons, waarvan ook wel niet één mijn geloof zal deelen. Ik spreek mijn diep leedgevoel uit, dat hij welligt in dezen waarheid spreekt. Ik vind ten laatste geen vereenigingspunt met hem dan dit hoog belangrijke, dat alleen een deugdzaam leven naar den eisch des gewetens de beste rust verzekert en een kalm sterven voorbereidt. Met Katrina bij Ensing, Geertrui jarig. 8 December 1873. Twee mandjes ingepakt, in ieder 15 flesschen bessewijn, met eenig ander tot St. Nicolaas voor de kinderen, voor Samuel en Dirk en dit des avonds met Teunis Timmer (die nu voor 't laatst varen zou) weggezonden. 12 December 1873. Volgens afspraak Bakels en Fokel en Herman hier den dag doorgebragt. Bakels bezocht inmiddels de scholen aan den Burg. Zijne gesprekken meest met Menno. Zij vertrokken des avonds 10 uur met rijtuig naar den Hoorn. 14 December 1873. Bij C. P. Keyser. Zijn schoonvader Kuiper overleden. Ik verneem daar dat Grietje Kuiper vrouw van Jakob Koning dien middag bevallen en overleden is. Ik derwaarts. Misschien bedrieg ik mij, maar ik kon niet bespeuren dat de man behoefte had aan een troostrijke toespraak. 15 December 1873. Menno des voormiddags naar de Waal en verder naar Oosterend, Krans bij de Lang, aldaar alleen Bakels, die daar schoolbezoek hield. Menno en Koekebakker des avonds naar de uitgeschreven vergadering van belangstellenden in de Werkverschaffing, ten behoeve waarvan Menno eene opwekking in de Heldersche Courant had geplaatst. 17 December 1873. Begrafenis van kapitein Kuiper, Vrendenberg deed eene treffende toespraak. Ik volgde met hem het lijk tot het einde der Molenstraat. 18 December 1873. Even bij Cornelisje Eelman. 20 December 1873. Menno als gewoonlijk zaterdags naar de Sociëteit tot half 12. Ik doe hem opmerken (niet erkennen) dat die gewoonte verkeerd is. 21 December 1873. Jan Timmer komt een Latijnsch en Grieksch Lexicon vragen om daarmede in de vacantie te werken. Over Johannes Eelman sprekende zeide hij, op mijn vraag, dat hij wel wist dat hij zeer weinig werkte en wel uitging met Jan Kikkert of anderen. Daags 1 uur les scheen hem genoeg werks te zijn. 22 December 1873. Katrina druk bezig met het maken van hoofdkaas. Menno met Thijs Zijm aan de loop langs den Burg om geld te verzamelen voor de Werkverschaffing. Ik teekende 5 gulden. 23 December 1873. Menno als boven. 23 December 1873. Van de week bij de weduwe Bouwe Bakker bruidspartij, aanstaand huwelijk van Arend Keyser met Neeltje. Twist ontstaan. De bruidegom door zijn a.s. schoonbroeders ter deur uitgeworpen. De twist scheen reeds vroeger bij G. Bakker begonnen te zijn over de dwingende noodzakelijkheid van dit huwelijk. 29 December 1873. Schoone dag. Krans bij Vrendenberg. 30 December 1873. Menno gister vergadering van de Commissie van Werkverschaffing, laat nog naar de Kikkert, na middernacht te huis, niet naar bed, deze morgen 3 uur met A. Rab naar 't Nieuwe Diep om touw te koopen. Zeer koude reis, vooral de terugreis met een open schuit met touw. |