Dekker |
6 Maart 1848. Dirkje Dekker komt hier zeer erkentelijk bedanken voor het genoten onderwijs. Zij maakt dus eene uitzondering op de overigen. 31 Augustus 1848. Des morgens zeer schoon weder. De Heer van Geuns hier om te vragen of wij nu eens naar het strand wilden om hem in zijn werk aldaar te zien. Ten gevolge hiervan komt Jan Pietersz Dekker met de wagen ons te 10 ure afhalen. 23 February 1849. Des avonds komen Jakob Boon, Jakob Smit en Simon Dekker hier met Aris Keesman om leden van t Afschaffingsgenootschap te worden, hetgeen geschiedt na veelvuldig en ernstig gesprek. Het was een plechtig oogenblik toen alle daar met ontblooten hoofde stonden, elkander gelukwenschende om sterk te zijn in de beleden goede voornemens. 11 Maart 1849. Des avonds komt Albert Bakker hier, eenige Afschaffinglectuur terugbrengende. De vrouw van Simon Dekker had hem gezegd, dat zij [door de Afschaffing] als in een andere wereld was. 27 Juny 1850. Donderdag. Zondagmiddag toen ik pas uit de kerk was kwam Burgemeester hier. Hij had een briefje van de Postmeester van Vlieland berigtende dat het schip van Cornelis Visser, met als het volk, in de Oostzee was verongelukt, en daarbij 2 zoons en de schoonbroeder (de kapitein zelf) van Simon Jansz Dekker alhier. Daar Dominee Vrendenberg naar den Hoorn was om voor Rietberg te preeken verzocht Burgemeester mij om dit allerdroevigste berigt aan Simon Dekker en vrouw bekend te maken. Ik deed het, het was een zware taak. Ik deed het met alle omzichtigheid, ik sprak zoolang dat zij het ongeval zelve raadden. Weldra was het gansche huis van jammerklagten vervuld. 11 April 1852. Ik liep vanmorgen een eind met A. Rab, die mij veel vertelde van de ellende waarin zijn zwager S. Dekker door zijne drankzucht zich stort. 21 Juny 1852. Willempje Dekker aan de Waal had een kind van 10 maanden verloren. Zij is dikwijls zeer neerslagtig. 23 July 1852. Aaltje Rab verhaalt van den ellendigen staat van het huisgezin van Simon Dekker en van zijne razende dronkenschap, van de vreeselijke mishandelingen die vrouw en kinderen moeten lijden, terwijl hij al zijn welstand te gronde richt. De meid was er al eens weggeloopen, de vrouw zou het ook wel willen als ze geen kinderen had. 16 Juny 1854. Jan Dirksz Bruin onlangs met kapitein Dekker van Australië teruggekeerd na een zeer gevaarlijke reis. Eenmaal ging het schip zooveel onder water dat bijkans alle schepelingen dreven. De stuurman en de doctor hebben zij toen nooit weder gezien. Hijzelf had een eind touw gevoeld en zich daaraan gehouden. 29 Mei 1855. Broeder Juriaan hier. Te 7 ure met de wagen van Jan Dekker uitgereden naar Cocksdorp. 30 Juny 1855. Zij vertrekken met Jan Dekkers wagen. 3 December 1855. Antje Dekker hier om ondersteuning te verzoeken. 22 Augustus 1856. Met Dirk en de Heren Kuiper en van Hoopen met de wagen van Jan Dekker (9 gulden) naar Eijerland in een bestendigen regen. Dirk in mijn mantel op de voorbank op de heenreis. Wij waren te 9 ure te Cocksdorp. 6 January 1857. Willempje Pieters Dekker, de vrouw van Gerbrand Gerbrandsz. Dros jr., is verbazend opgezwollen door het water. Op 23 February 1857 werd ze begraven in de Waal. 26 November 1857. Des avonds Afschaffingsvergadering aan den Burg. Er waren alleen de leden Voigt, Sipkes, Honigh, Simon Dekker en ik. Voigt las de Redevoering voor van Huijdecooper Hoe de sterke drank den mensch verhindert zichzelven te beheerschen. Ik [las] daarna dat gedeelte van mijn verslag, hetwelk over de vruchten van onze werkzaamheid hier op Texel handelt, t welk ik besloot met eene opwekkende toespraak. 5 April 1858. Albert Bakker beklaagt zich dat hij ook door mij genoemd wordt als dengeen die Simon Dekker voor ettelijke jaren weer aan den drank gebragt heeft. Ik vervolgens bij Simon Dekker, hij bevestigt zulks. 8 Juny 1858. Kors Dirksz Eelman en vrouw aan den Hoorn bezogt, aldaar Aafje Teekes. De vrouw [Dirkje Dekker] wil nog niet gaarne hare Attestatie naar den Hoorn overbrengen. 26 Juny 1858. Simon Dekker voltooit het verwen van t logeerkamertje, Honigh het behangen. 24 Mei 1859. Naar den Hoorn, bij Aagje Stark, Jan Knaap, Meester Hillenius, D. Schuit. Bij Wieringa koffij gedronken, bij Klok, Tetje Dekker. 23 Augustus 1859. Aan den Hoorn catechisatie. Eenige kranken bezogt: weduwe Rab (niet thuis, zoo ik meende), Dieuwertje Rab, Neeltje Dekker, Dirk Bruin, bij Wieringa koffij gedronken. 18 September 1860. Naar den Hoorn. Bij jufvrouw Schuit, dien nacht van haar 10de kind (eerste dochter) bevallen. Haar man van huis. Even bij Wilner om een paar krentenbollen te bestellen voor haar en voor Neeltje Dekker. 11 April 1861. Biem Dekker afgestort van een wagen met hollend paard. Deze door Dominee Heringa en .. gegrepen, zoodat alles nog goed afliep. 30 April 1861. De zoons van Simon Dekker hier om de binnenkamer te verwen en te behangen (daartoe was noodig 6 rollen behangpapier à 50 cent en 3 rollen rand à 8 stuivers. 12 September 1865. Huisbezoek rijdende met J.C. Bakker. Begonnen op Driehuizen, over de Kooi naar de Westen. Bij Cornelis Eelman koffij gedronken, bij Jakob Koorn gegeten. Over de Mient, Akebuurt en Cornelis Dekker het laatst. 7 Augustus 1867. Woensdag, ik te half 10 mede op weg naar de Koog om gemeenteleden te bezoeken, Antje Wuis, Kors Eelman en Dirkje Dekker, aldaar koffij gedronken. Bij Kors Eelman en Dirkje Dekker koffij gedronken. Ik raad den man die zeer doof is ernstig aan om hulp te zoeken bij Doctor Guy te Amsterdam, waarvan hij gebruik wil maken. De vrouw verhaalt van de bittere armoede die haar zuster Antje verleden winter heeft geleden zonder eten zonder brand. Eens had zij in tweemaal 24 uur niets genoten dan telkens weder een kop koffij, en als zij zich dan weder zoo flaauw gevoelde van den honger gebruikte zij een weinig zout als het eenige dat zij had. Wat zij nog te eten had was voor de kinderen. De man verdiende weinig. Het scheen dan ook dat de huiselijke vrede soms zeer onvolkomen was. [Deze mensen zijn Pagga, Cornelis IJsbrandsz Gorter en zijn vrouw Antje Jans Dekker] 8 Mei 1868. Zeer schoone dag. Ik des namiddags naar Jan Teunisz Roeper, niet thuis, C.P. Dekker en vrouw, C. Zutphen, niet thuis, Marretje Leijen, C. Keyser, niet thuis, Jan Eelman druk aan t schoonmaken, Willem Roeper, niet thuis, Reijer Eelman en vrouw. 26 Mei 1868. Vandaag de herstelling van het wester zijkamertje met nieuw behangsel enz begonnen door Jakob Dekker. 14 Mei 1869. Jan Dekker en Jakob Bruin gaan de Pastorij verven. 3 Maart 1870. Bij Jan Bruin, veel beter. Schipper Dekker aldaar, zal dingsdag voor t eerst weer varen. 27 Mei 1870. Walenburg. Bij Trijntje Dekker (haar man Jakob Bakker niet thuis). Zij hadden onlangs een 7-jarig kind na 10 maanden zwaar lijden, verloren. Haar man heeft goed werk. Zij scheen nogal tevreden na zooveel treurige lotwisseling. De plaats waar zij wonen behoort aan Sipman in Anna Paulownapolder, maar wordt gehuurd door Cornelis Pietersz Keyser van den Burg. 18 december 1870. Vanmorgen na Kerktijd was Dirkje Dekker hier, berigt gevende van haar moeder aan t Oude Schild, die vermoedelijk de vreeselijke kanker in de keel heeft. 19 December 1870. Bakels en Fokel vannacht hier. Ondanks het ongunstig weder naar t Oude Schild, Krans bij Wassenaar (geen anderen aldaar). Ik vooraf bij Antje Breker. Sedert April en vooral sedert October laatstleden zeer lijdende aan een gezwel dat ik vrees dat kanker is. Zij lijdt veel, hoop op herstel schijnt mij gering. Antje Breker heeft haar ongemak het eerst gevoeld nadat zij in April een stukje brood, waarin eene speld, had in de keel gekregen. De speld was er ten koste van een dodelijke benaauwdheid er nog weer uitgehaald, maar eene kleine verwonding scheen gebleven te zijn, die steeds groter zwelling ten gevolge had. 7 January 1871. Dirkje Dekker hier. Haar moeder, in treurigen toestand, verzoekt een voorbede. 8 January 1871. Zondag. Des namiddags met Sientje naar t Oude Schild. Ik bij Antje Breker, haar toestand is zeer treurig (kanker?). Haar zoon Pieter past haar trouw op. Bij Jan Bruin en Trijntje Burger, voor 17 dagen bevallen van een zoon Jakob. Hier ongeveer een uur vertoefd. De man vaart bij schipper Dekker, aldaar Aagje Smit en de moeder van Bruin, eene zuster van Geertje Dekker. Gesprek over Hendrik Roeper, onlangs weer op Texel geweest. Hij schijnt in Amsterdam te zullen trouwen [Hendrik is een zoon van Geertje Dekker]. 30 january 1871. Ik daarna bij Pieter Jansz Dekker, zijne moeder Antje Pieters Breker (1803-1871) heden overleden aan een kankergezwel. 1 February 1871. Ik des voormiddags naar t Oude Schild, begrafenis van Antje Pieters Breker, weduwe van Jan Dekker en Daniel Buijs. Ik mede naar het Kerkhof geloopen met Dirkje en Tetje Dekker. Ik naar den Burg met Frans de Vries en vrouw (dochter van Daniel Buijs). 18 April 1871. Geertje Dekker hier om afscheid te nemen voor de reis naar Amerika. Cornelis van der Ploeg, hem het pakje voor Marij meegegeven (en een paar flesschen wijn en sigaren). 3 Augustus 1871. Schoone dag. Om half 11 naar t Raadhuis. Aldaar Trouwplegtigheid door Burgemeester Loman en Stikkel. Getuigen: A. Dekker, Vader Kunst, Mooijen en C. Rab. Collecte voor de armen. Weer te huis gekomen hield ik in de achterkamer een vaderlijke toespraak, over t Huwelijk, een verbintenis van groote eerwaardigheid, van innigheid, eeuwigheid en eindelooze duur, geëindigd met gebed en hartelijke welkomst der aangehuwde dochter. Na t middagmaal vertrokken Samuel en Dolfina met t rijtuig naar de haven om des avonds te Amsterdam, den volgenden avond te Keulen en zaterdagavond te Rüdesheim te zijn en daar een dag of 10 te vertoeven. 18 October 1871. Ik even bij Sijbrand Jans Keyser. Hij vindt het goed dat wij aan Aaftje Dekker eene slaapplaats aan den Burg verschaffen, als ik vervolgens de Doopelingen catechisatie op woensdagavond stel ten gerieve der overige leerlingen. 3 Augustus 1872. Brief van Arend Heerschap en Jantje Roeper dat haar moeder Geertje Dekker overleden is te Paterson in Amerika. 9 Mei 1873. Ik des namiddags naar de Koog, eerst Dirkje Dekker bezocht. 27 April 1874. Ik een mand met Primulae veris gevuld, doch die van de stoep weggestolen. Toen een andere mand gevuld en die met brief (door schipper Dekker) gezonden naar Wormerveer aan A. Koekebakker. 4 July 1874. Schoonen zomerdag, gelijk alle vorige dagen der week, thans winderig. Jan Dekker hier aan t kleingoed verwen. Voor een paar dagen was hij hier ook en kwam ik met hem in een ernstig gesprek over Godsdienst, waarbij hij veel belangstelling toonde in het kennen van de gronden der Moderne Rigting, die hij ook toegedaan was. 16 April 1875. Des namiddags Troll hier om t adres van Multapatior vragen. Gesprek over de Afschaffing van Sterke Drank. Troll vindt het met regt vrij onbeteekenend dat t Gemeentebestuur adhaesie betuigt aan Multapatior en zelf niets doet tot beteugeling van t drankmisbruik, dat de diender Dekker, ja de Secretaris Stikkel vrienden van de Jenever zijn. 17 April 1875. De kandidaat Dekker van Rotterdam afgehaald. Hij is verleden najaar geëngageerd met Johanna Stikkel van Alkmaar, wier vader daar grutter is geweest, eene kleindochter van Marretje Kikkert, die zuster was van Antje Kikkert, moeder van de weduwe P. Boon, naar welke hij mij vroeg en die hij wilde bezoeken. Bij het overschoone weder wandelden wij beiden des namiddags naar de Waal, bezagen kerk en pastorij en toefden eenige oogenblikken bij Jan Roeper. Des avonds half 8 gingen wij naar weduwe Boon, die ons vriendelijk ontving en ter kennismaking met den nieuwen aanstaande neef ook hare kinderen Pieter en Neeltje en Jakob Kooiman en Johannes Keyser noodigde, met wie wij aangenaam sprekende tot ruim 10 uur daar toefden. Veel gesprek over de familieleden. 2 Juny 1875. Begrafenis van Klaas, 10-jarig zoontje van Jakob Bakker en Trijntje Dekker. 14 September 1875. Ik huisbezoek, loopende naar Driehuizen en de Westen. Vandaar met rijtuig van J.C. Bakker des namiddags 2 uur verder naar de Mient. Het laatst bij Antje Wuis. Hier en bij anderen, Albert Kooiman en Antje Dekker, hoorde ik dat Bakels laatstleden zondag velen geërgerd had met zijn preek: Bij God zijn alle dingen mogelijk, waarbij hij zich ten doel gesteld zou hebben om aan te toonen dat bij God niet alle dingen mogelijk zijn, daar alles naar vaste Natuurwetten wordt geregeld en niet naar willekeur [en zodoende had hij de gemeenteleden de hoop op wonderen ontnomen]. 7 Mei 1876. Zondag. Gepreekt aan de Waal. Ik drink koffij bij Sijbrand Cornelis Keyser. Wederom een uitvoerig gesprek over kinderopvoeding, waarvan het leeren van gehoorzaamheid een eerste eisch (wordt in dat gezin noode gemist, de kinderen doen wat zij willen. Keyser zelf zeide dat hij verleden jaar de glazenmaker Dekker 10 gulden had betaald voor ruiten die zijn zoontje Cornelis nu hier dan daar in het dorp had ingegooid [de Waal]). 16 Mei 1876. Ik bezocht intusschen Heintje List, de vrouw van Gerrit Kuiper, onlangs van Oosterend hier heen verhuisd. Zij was ziek, aldaar haar dochter Neeltje. Zij bewonen het groote huis, vroeger door kapitein Dekker bewoond. In hetzelfde huis bezocht ik ook Hiltje Aris Eelman, vrouw van Pieter Kuitert. Aldaar Jantje Kooger, vrouw van Leendert Duinker. 22 Mei 1876. De verwer J. Dekker hier in de gang en de binnenkamer, achterkamer, trap. 3 Juny 1876. Van de week was hier de voormalige beurtschipper Dekker, mij uitnoodigende om een aandeel van 250 gulden te nemen in een benoodigd kapitaal van 13.000 gulden voor een stoombootdienst tusschen Nieuwe Diep, Texel en Harlingen. Ik beloofde geen geld, maar wel dat ik er gaarne gebruik van zou maken. 19 September 1876. Huisbezoek. Naar t Spang. Bij Aafje Dekker ten huize van P.Verberne. 26 October 1876. Bij de boekverkooper Dekker. Deze begon te spreken over de verwarring in de Burgsche Hervormde gemeente. Hij betreurde het zeer dat de liberale kiezers onlangs de nederlaag hadden geleden. 28 October 1876. Gisteravond had ik Antje Dekker van de Mient bij mij, zich diep beklagende dat den Kerkeraad haar verzoek om 100 gulden voor eene koe te koopen, had afgeslagen. 19 Maart 1877. Te 2 uur tehuis komend vernam ik dat de toestand van Anna, dochtertje van de weduwe Duinker zeer ongunstig was en dat deze zeer verlangde en mijne tusschenkomst riep opdat er straks bij de begrafenis van de vrouw van Gerrit Kikkert de klok NIET werd geluid. Ik spoedde mij naar Gerrit Kikkert om te beproeven hem te bewegen dat hij niet zou doen luiden, maar vruchteloos. Hij vond geen reden om dat oud gebruik ook thans niet te volgen. Te 3 ure begrafenis, aldaar talrijke vergadering, een broer van de overledene van den Helder. De andere broer, de schrijver Dirk Dekker, was verhinderd te komen. Natuurlijk de geheele familie Kikkert, Moojen enz, Westenberg, Bruin enz. 21 Maart 1877. Zeer koude gure dag. Ter begrafenis van den ouden Heer Stiggelbout, 76 jaar. Sedert 1843 aan den Burg woonachtig, sedert 1838 op Texel gekomen van Middelburg. Drie reizen gedaan als scheepsdoctor. Talrijke vergadering, aldaar de buren, Burgemeester Loman. Westenberg enz. Hij werd naar het graf gebragt door mannen, die allen als hijzelf, het Metalen Kruis [herinnering aan de deelname aan de Tiendaagse Veldtocht in 1830, gemaakt uit op de Belgen veroverde kanonnen] droegen. Twee bovendien met de Militaire Willemsorde gedecoreerd (Arie Dekker en . uit het Gesticht) gingen voorop. Aan het graf werden zij door Geus bedankt. Zij geleidden ons terug naar het sterfhuis en schaarden zich daar aan weerszijden der deur om ons te laten binnentreden. Ik bleef koffij drinken, sprak meest met P. Stiggelbout en Westenberg en Johan Reijers Keyser. 31 Mei 1877. De verwer Dekker voleindigd hier zijn werk buitenom. 5 Maart 1878. Pieter Dekker hier de broeijramen in orde gemaakt (gister). 18 July 1878. Jan Dekker hier gister een goot geweest te verwen, het huis van achteren enz. 16 Maart 1879. Zondag. Gepreekt aan de Waal. Bij jufvrouw Roeper koffij gedronken en geld opgehaald voor het Bijbelgenootschap, zoo ook bij Kuiper en Bakels. Trijntje Rab bezocht bij Jakob Dekker. Aldaar Gelderman gesproken, die aan de Waal kwam preeken. Dekker is geheel niet met zijn preeken ingenomen. Hij ging er dus niet heen, was vanmorgen bij mij ter Kerk geweest. 17 Maart 1879. Des avonds bij C.P. Keyser, verhaalt van de toestand van Dekker. Men had hem naar t Krankzinnigengesticht in Utrecht trachten te transporteeren. Ongelooflijke hoeveelheden sterke drank gebruikt hij, ook als hij pas te voren berouw en beterschap beloofd heeft met tranen in de oogen. Hij is geheel willeloos, onmagtig. 21 Maart 1879. Vanmorgen bragt ik de barometer bij C. Keyser, die hem morgen zou medenemen naar t Nieuwe Diep, als hij naar Alkmaar zou reizen om daar voor de Regtbank magtiging te krijgen om zijn zwager Dekker naar t Krankzinnigenhuis te Utrecht te brengen. 24 mei 1881. [Huizinga heeft] intusschen bezoek gehad van Aafje Dekker die morgen zou trouwen. Zij was zeer belangstellende, betoonde alle hartelijkheid. Met haar broeder Jan Keijser was het treurig. Hij stelde alle goede varwachtingen te leur. Zij zelve wordt staks moeder over 7 kinderen, doch dat hoorde ik van anderen. Bij de Koog woonagtig. 24 Mei 1881. Huizinga bij Cornelisje List (Akkes Kil), zeer blijde, de andere leeraar zag zij omtrent niet, over haar toestand en dien harer kinderen, over haar geloof en hoop, enz. Nog veel meer menschen bezogt aan de Waal die allen de groeten aan de familie Koekebakker meegaven, zeer bijzonder Akkes Kil, Trijntje Vos en Trijntje Dekker. |