HUIZINGA naar de Mient |
9 february1848. Aan Gerrit Leen 15 exemplaren van de Brandewijnspest gegeven om te verkoopen à 25 cent. 11 september 1848. Des morgens naar de Mient. Bezoeken afgelegd bij Cornelis Gerritsz List, bij Aafje Teekes (zeer ziek). Bij C. Zutphen, bij Jacob Cornelisz Dijksen, bij Teunis Koorn. Hier koffij gedronken en een boterham gegeten. Bij Dirk Boon. Hier tref ik Bijl, de duiker van van Geuns aan. Uitvoerig gesprek over de noodzakelijkheid van het afschaffen van sterke drank. Hij schijnt dit zeer goed op te nemen en wil mij volstrekt op een glas wijn, dat hij bij zich had, tracteren. 19 september 1848. Des namiddags naar de Mient bij Cornelis Gerritsz List. Bij Aafje Teekes (ziek) aldaar Jan Smit en vrouw. Wouter lijdt zeer aan het water. Ik bragt hun een pakje (rookvleesch, rijst, enz.). Ik daarna bij Pieter Klaasz Pronk om onderstand voor hen te verzoeken. Ook bij Burgemeester. |
25 january 1849. Gisternamiddag deed ik nog eene wandeling naar de Mient. Ik bezocht de landman Jan Pietersz Reuvers om van hem of liever van zijne dochter Geertje te vernemen of de beschuldiging tegen Cornelis Hendriksz Wuis met betrekking tot haar ingebragt gegrond was? Zij bevestigde dit bij herhaling. Vanmorgen catechisatie met 13 dopelingen, daaronder ook C.Wuis. Bij het einde hield ik hem terug. Hij bleef ten sterkste ontkennen dat hij in eenige verboden gemeenschap met Geertje Reuvers had geleefd. Wat en wien moest ik nu gelooven? 8 february 1849. Cathechisatie. Cornelis Wuis kwam vooraf hier. Hij laat zich gezeggen om wegens de schandelijke geruchten die er van hem loopen, doch welker gegrondheid hij ten plegtigste blijft ontkennen, zich aan den op handen zijnde Doop te onttrekken. 13 april 1852. Des voormiddags naar de Westen gewandeld, de weduwe R.Eelman bezogt en Jan Leens en P.G.Eelman en zijne dochter Martje (in t kraambed). Martje Boon vrouw van G.Leen bezogt. Vooral met hare oppaster Chrisje (gelijk overal) veel gesproken over mijne vrouw. 6 july 1852. Extra warm, ik des namiddags naar de Mient. Gerrit Leen en vrouw bezocht, deze is zeer zwak. Naar Frans Koorn, aldaar koffij gedronken. De vrouw verhaalt veel van de ondervindingen in het huis van seperatist S. Bremer. 21 july 1852. Gerrit Leen berigt mij het overlijden van zijne vrouw. 23 july 1852. Des voormiddags naar de Mient te 12 ure begrafenis van Martje Boon vrouw van Gerrit Leen. Ik lees vooraf eenige gezangen voor uit het Lutersch Zangboek en voer daarop het woord tot de aanwezigen. Frans Koorn vertelde mij onderweg dat Gerrit Gorter, een Roomsch gezinde mede hier aanwezig, mij eens had hooren spreeken bij de begrafenis van de vrouw van G.Wuis en daarover zeer voldaan was zoodat hij had gezegd dat hij wel een gulden had willen geven als zijne vrouw het ook gehoord had. Zij was nu hier. 27 july 1852. Gerrit Leen des namiddags hier, komt spreeken over zijne toekomst. Ik raad hem om vooreerst bij de zee te blijven. Samuel: Zondag 17 October 1852 6 1/2 op. Ik ben vandaag naar Aakenbuurt geweest, wij hebben op de boereplaats van Dirk Bakker geweest het huis behoorde eigentlijk aan Johanna Lindgreen maar hij (Dirk Bakker) woont er op Wij hebben er met ons allen naar toegeweest Menno, Katrina Sientje Dirk Grietje Vader Tante en Ik Wij wandelden daar naar toe omdat Dirk zoo graag naar de Miend (een groot heideveld) wilde toen dacht Vader dat die reis wat te groot voor Menno en Sientje zoù wezen daarom zijn wij daar naar toe geweest want dat boerenplaatsje lag maar een half uùr van de Burg af Dirk heeft nog een paar stokjes uit een boschje daar naast gehaald 12 maart 1853. Gerrit Dirksz Bakker heeft nog van veek menschen geld te goed. Hij verhaalde hoe hij stond met de oude Cornelis van der Ploeg, en zoo waren er verscheidene aan wie hij geld schoot waarvoor hij dan hypotheek of vee-artikelen ten onderpand verkreeg. 30 juny 1853. Des morgens met 5 kinderen en Engel en Cornelis Douwes Dekker en Herman Kikkert eene dagwandeling gemaakt over de Mient, door de duinen naar t Westerstrand. Bij Frans Koorn koffij gedronken en onze broodjes opgegeten. Te half 4 weer te huis. Grietje: Dingsd: 20 Sept: 1853. Vader heeft van daag op zijn huisbezoek naar de Miend mooi weder getroffen. Samuel: Dingsdag 20 September 1853 Vandaag is vader naar de Miend om huisbezoek te doen. Samuel: Woensdag 21 September 1853 Van 8 uur tot 2 uur is vader naar de Miend geweest om huisbezoek te doen. Grietje: Vrydag 1 September 1854. Van daag is Tante naar de Hoorn geweest; van morgen is Marytje met haar kind en haar zuster Kaatje met haar jongste kind hier gekomen, Marytje blyft van nacht by ons, doch haar zuster gaat naar een ander en morgen zouden zy beiden van hier naar de Miend gaan. 29 maart 1855. Over de vlugt van Cornelis van der Ploeg en de verkoop van zijn goed door Gerrit Bakker gesproken. 3 december 1855. Antje Dekker hier om ondersteuning te verzoeken. 8 juny 1858. Kors Dirksz Eelman en vrouw aan den Hoorn bezogt, aldaar Aafje Teekes [zijn moeder]. De vrouw [Dirkje Dekker] wil nog niet gaarne hare Attestatie naar den Hoorn overbrengen. 1 maart 1859. Ernstig gesprek met Jan Leen over drankmisbruik. 17 maart 1859. Jan Knol hier. Zijn paard is gestorven. 21 maart 1859. Des avonds Jan Knol hier voor wien ik een aanbevelingsbrief geschreven had voor eene collectie voor een paard. Ik had er 2 gulden op geteekend, maar zeide dit te willen verminderen omdat hij den Sterken Drank nog niet scheen te willen verbannen. Toen hij echter reden gaf waarom hij l.l. vrijdag niet, zoals hij beloofd had, op de Afschaffingsvergadering was geweest, gaf ik hem de 2 gulden. Ik herinnerde hem aan zijn vader. Hij zeide dat als zijn vader een vijand van de Sterke Drank was geweest diens huisgezin nooit in een zoo vernederde stand zou zijn gekomen. Dan zou hij nu eene goede boerderij bij Bedum kunnen hebben bezitten. Doch deze was hem om zijne drankzucht onthouden. Hijzelf, Jan Knol, begon nu toch van het belang der Afschaffing te spreken, en toen ik hem van Jan Zuidewind enz. vertelde, die zondag wilde komen teekenen, zeide hij dat hij dan ook zou komen. 27 maart 1859. Zondag. Des avonds Jakob Zuidewind en Albert Eelman hier om te teekenen voor de Afschaffing. 20 augustus 1859. Albert Keijser hier. Hij stelt een plan voor om een put te laten maken in de duinen van een vierkante bunder om daaruit in drooge zomers de landen te besproeijen. 17 september 1860. Maandag, des morgens naar Jakob Koorn op de Mient, begrafenis van zijne vrouw aan den Burg die ellendig in het water is omgekomen l.l. vrijdagmorgen omstreeks 3 uur vermoedelijk. Heen en terug naar het kerkhof gereden met Maarten Koorn. 20 september 1860. Des namiddags Dirk en Samuel en ik bij het zeer schoone weder eene wandeling gemaakt naar de Duinen aan de Westen. Bij Maarten Koorn aardappels besteld, bij Aafje Teekes van Grouw, bij Jakob Koorn. 18 october 1860. Ter begrafenis van Jakob Arisz Eelman (Kievit) op de Mient. Des namiddags weer geweldige regens. 28 mei 1862. Des middags te 2 ure ter begrafenis van het kind van Jakob Cornelisz Koorn van de Mient alhier aan de Burg. Met Pieter Gerritsz Eelman herwaarts gereden (vooraf bij Klaas Eelman, Akebuurt). 10 september 1862. Huisbezoek met P. Kuiper in de Koog, Mient, enz. 1 december 1864. Dominee Boetje hier die vandaag op de Mient en aan de Westen bij de gemeenteleden had rondgezworven en nu zeer vermoeid was. |
8 september 1865. Werkverschaffing, wij zullen eens Kikkert, Burgemeester Loman en ik naar de Mient gaan, die grond bekijken in hoeverre geschikt tot ontginning. Het is alle dagen OVERHEERLIJK ZOMER WEER. Zoo warm dat wij gisteravond met de buitendeur in de achterkamer geopend zaten ( de thermometer van Donderdag op Vrijdag des nachts op zijn laagst nog 64 graden en klom hij den vrijdagmiddag tot 81 graden, gelijk hij den vorigen namiddag ook ongeveer was). Zaterdag onweer en koeler. 12 september 1865. Huisbezoek rijdende met J.C. Bakker. Begonnen op Driehuizen, over de Kooi naar de Westen. Bij Cornelis Eelman koffij gedronken, bij Jakob Koorn gegeten. Over de Mient, Akebuurt en Cornelis Dekker het laatst. 31 july 1866. Eene groote wandeling door de duinen langs het strand (Dirk, dominee Frerichs, Samuel, Hendrik, Menno en ik). Bij de Reddingsboot achter Klaas Kikkert dwars door de duinen over de Nieuwe Aanleg naar huis. Vele schelpen en bloemen verzameld, genoeglijke togt. 6 april 1867. Met den Heer Ensing op een togt naar de Koog. Wij gingen eerst bij Cornelis van der Ploeg (ziek) daarna bij Klaas Brouwer, vervolgens Neeltje Mulder (kind ziek). 20 juny 1867. Ik gister voormiddag naar de Mient, begrafenis van Jan Leen (vandaar gereden met Jakob Koorn). 25 juny 1867. Dinsdag, des morgens half 10 ure zijn wij uitgewandeld naar de Koog. Boetje en 2 zusters van de Waal idem. Op de Mient bij elkaar gekomen, hier en daar halt gehouden. Op de duinen achter het Hek in de luwte (er woei een frissche wind) ons middagmaal gedaan met brood, wijn, bier, bessenat, water, koek, allerlei versnaperingen. Op het strand gewandeld, Aurelia had maagpijn, een tijd lang in de duinen gerust. Heerlijk zeegezicht. Terugggewandeld. Op de Mient van Boetje afscheid genomen. Wij waren te half 6 ure te huis, ik vrij wat vermoeid. Sina ging met Ensing en Jet op de chais op de weeromreis. Ensing had onze proviand aangebragt op de duinen. Tusschen 1 en 2 uur gedachten wij met t glas wijn aan Dirk die toen welligt te Groningen promoveerde in de Philosophie als Doctor. Wij hadden een aangename dag, des avonds vrij wat vermoeid, ik had een weinig hoofdpijn. 7 augustus 1867. Woensdag, ik te half 10 mede op weg naar de Koog om gemeenteleden te bezoeken, Antje Wuis, Kors Eelman en Dirkje Dekker, aldaar koffij gedronken. Jan Zutphen (niet thuis) en vrouw Jaapje Eelman. Zij schenen wel gelukkig met elkander. In het huisgezin der ouders C. Zutphen en Eelman heerscht vrij wat verdeeldheid vooral door de oploopendheid des mans. Geheel anders was dit in het huisgezin van HAAR ouders . Zij noemde het een misstap van haar ouders dat ze zich van de kerk hadden afgescheiden. Bij Kors Eelman en Dirkje Dekker koffij gedronken. Ik raad den man die zeer doof is ernstig aan om hulp te zoeken bij Doctor Guy te Amsterdam, waarvan hij gebruik wil maken. De vrouw verhaalt van de bittere armoede die haar zuster Antje verleden winter heeft geleden zonder eten zonder brand. Eeens had zij in tweemaal 24 uur niets genoten dan telkens weder een kop koffij, en als zij zich dan weder zoo flaauw gevoelde van den honger gebruikte zij een weinig zout als het eenige dat zij had. Wat zij nog te eten had was voor de kinderen. De man verdiende weinig. Het scheen dan ook dat de huiselijke vrede soms zeer onvolkomen was. 7 augustus 1867. Samuel des morgens te half 7 ure met Jan Vrendenberg naar de Koog gewandeld om te botaniseren. Te 9 ure Dirk en de Heeren Van Eeden en De Vries afgehaald tot hetzelfde doel aan de Koog. Daarna [na thuiskomst Huizinga] komen Dirk en Samuel (die waren te botaniseren naar de Koog) met de Heeren Van Eeden en De Vries. Samuel zal hen morgen op den togt naar de Westen vergezellen. 8 augustus 1867. Vannacht regen verder zeer mooi weer. Samuel vanmorgen 9 uur met de Heeren Van Eeden en De Vries naar het Hoornder Vlak te botaniseren. Des avonds de Heeren Van Eeden en De Vries hier een uurtje vertoefd. Den Heer Van Eeden, vroeger bloemist, is nu Secretaris van de Maatschappij van Nijverheid. Hij wenschte hier gaarne bevorderlijk te wezen aan de oprigting eener Maatschappij voor kunstmatige oesterteelt. Hij verhaalt van de gunstige resultaten daarvan in Frankrijk. Den Heer de Vries is een kleinzoon van Dominee Abraham de Vries, 19 jaar oud, student te Leijden [dit is Hugo de Vries, van het Hugo de Vries-labaratorium in Amsterdam]. Zijn vader is de Staatsraad A.de Vries. Van Eeden is afkomstig van de Refugiés. Hij had Noord Holland tot Bergen toe reeds doorzocht naar planten. Nu wilde hij zaterdag nog naar Wieringen. 9 augustus 1867. Vrijdag, Samuel des morgens 7 uur met de Heren Van Eeden en De Vries met rijtuig naar Cocksdorp, des namiddags met De Vries naar de Westen en Dirk met Van Eeden naar Hoge Berg. Dirk leent hem zijn uittreksels uit oude Texelsche documenten waarvan hij wilde zien of die ook in het Oudheidkundig Tijdschrift van Nijhoff konden geplaatst worden. 17 september 1867. Dingsdag, ik huisbezoek met Jb. Roeper, Driehuizen, de Westen, de Mient. 8 juny 1868. Samuel schreef dat Holkema op Texel, Vlieland en Terschelling wilde botaniseren. Hij zou logeren bij Buisman, Samuel zou met hem mee. 28 juny 1868. Ik des morgens naar de Koog. Wijl het rijtuig van Kikkert uit het Spang zich wachten liet tot over half 9 begaf ik mij loopende op weg. Even voor dat ik aan de Mient kwam haalde de wagen mij van achter op. 16 september 1869. Donderdag. Storm en regenvlagen beletten mij naar de Mient te gaan om Huisbezoek te doen. Ik deed het dus aan den Burg. 21 september 1869. Huisbezoek met Jakob Koorn met het karretje. Begonnen bij Jan Knol en verder over de Mient. Bij Maarten Koorn zeer gul en gastvrij ontvangen op de koffij. Geëindigd in Ongeren bij Willem Roeper en R. Eelman. 12 october 1869. Dingsdag. Collega Bakker [van de Waal] hier, op togt naar de Gemeenteleden aan de Westen, de Mient, enz. 16 april 1870. Des avonds Maarten Koorn hier met eijeren ten geschenke. 21 april 1870. Ik des namiddags naar Gerrit Leen op de Mient, ziek. Daarna bij Aafje Teekes (aldaar [haar dochter] Grietje) koffij gedronken. Haar 9 nummers Stichtelijke Blaadjes gegeven. Ik bij Jan Kikkert, hij zelf niet thuis. Bij Jan Knol Stichtelijke Blaadjes gegeven. Hij had het boekje de Bijbel enzovoort. Hij verklaarde in een jaar of 3 vrij wat veranderd te zijn, geloofde nu niet meer dat Mozes de Steenen Tafel van God zelve ontvangen had. Hij sprak in echt godsdienstige geest, hij gevoelde zich genoopt om altijd God te danken, niet zoo zeer om te bidden. De man zag er lijdende uit, zeer zwak. 3 september 1870. De meisjes des namiddags met Willem Westenberg enzovoort naar de Fonteinsnol bij t Elzenbosch. 15 september 1870. Bij Klaas Brouwer. Ik koop daar voor Katrina een kooi met een vogel die zij een kwartel noemen. Willem Westenberg zegt te meenen dat t een patrijs is. 21 october 1870. Des namiddags ik met Katrina gewandeld naar de Mient. Bij Maarten Koorn en vrouw thee gedronken. De vrouw is nog zeer mistroostig. Aldaar Jakob Lindeman. 7 november 1870. Maarten Koorn hier, brengt anderhalf mud aardappels waarvoor ik hem anderhalf mud terug geef appels en peeren. Verleden week zond hij mij een schotel karbonade. 10 december 1870. Cornelis van der Ploeg hier met een brief van Marijtje Buijs uit Amerika. Ik aan haar een uitvoerige brief geschreven dien hij maandag kwam halen. 17 december 1870. Gisteravond Cornelis van der Ploeg hier die gaarne met het voorjaar naar Amerika wil vertrekken naar Marijtje Buijs. Hij is bezig met Engelsch te leeren. Ik leen hem daartoe de Spraakkunst van Van der Pijl. 1 february 1871. Ik des voormiddags naar t Oude Schild, begrafenis van Antje Pieters Breker, weduwe van Jan Dekker en Daniel Buijs. Ik mede naar het kerkhof geloopen met Dirkje en Tetje Dekker. Ik naar den Burg met Frans de Vries en vrouw (dochter van Daniel Buijs). 15 april 1871. Attestatiën geschreven voor 4 leden der Gemeente die a.s. dingsdag naar Amerika vertrekken, Cornelis Jakobsz List en Jan Kalf en Johannes Reuvers, deze voor zijn vrouw Dieuwertje Langeveld hier afscheid genomen. 18 april 1871. Geertje Dekker hier om afscheid te nemen voor de reis naar Amerika. Cornelis van der Ploeg, hem het pakje voor Marij meegegeven (en een paar flesschen wijn en sigaren). 14 september 1871. Huisbezoek met Cornelis Jansz Bakker over de Mient (vooraf Nieuwland), naar de Westen en Driehuizen. 18 october 1871. Ik even bij Sijbrand Jans Keijser. Hij vindt het goed dat wij aan Aaftje Dekker eene slaapplaats aan den Burg verschaffen, als ik vervolgens de Doopelingen catechisatie op woensdagavond stel ten gerieve der overige leerlingen. 17 november 1872. Mijn 40-jarig predikdienst. Klaas Brouwer van de Mient om mij te feliciteren [en vele anderen]. Van de collegas een barometer. 9 mei 1873. Ik des namiddags naar de Koog, eerst Dirkje Dekker bezocht. 10 maart 1875. Door de vreeselijke storm van gisteren (die de pannen van de daken wierp), soms 100 kg winddruk, gisteravond een zweeds schip met 700 vaten wijn op t strand tegen de duinen achter Klaas Brouwer, of meer zuidwaarts, geworpen. 1 man van de 8 verdronken door een stortzee. Des namiddags 2 uur Katrina en ik uitgewandeld. Bij Klaas Brouwer thee gedronken, aldaar Meester Klok en Bremer. Klaas Brouwer bragt ons vervolgens op weg naar de duinen tot aan de Nieuwe Aanleg. Vermoeid kwamen wij eindelijk op t strand ter plaatse waar het schip lag. Men was druk bezig om de vaten wijn (van Bordeaux naar Bremen bestemd) uit te hijschen en op wagens tot aan de duinvoet te brengen. Soms tuimelde een vat van de wagen, zoodat het zand rood gekleurd werd. Wij bestegen het schip, aldaar Bruno Bok en Herman Westenberg, Stikkel, Pieter Roeper, enz. Wij bezagen alles. Alles was nat van het zeewater, zakken scheepsbeschuit, zwart brood, dat wel beestenvoer geleek. Alles een treurige boel. Wij wandelden met Pieter Roeper en Joh. Maas terug naar den Burg. Ik zeer vermoeid toen ik te huis kwam. 11 mei 1875. 12 uur te huis. Kort daarna verbrandde het plaatsje van Maarten Koorn aan de Mient, waarvan ik echter niets gemerkt heb. 30 juny 1875. Naar de Mient, begrafenis van Pieter de Ridder. Ik wandelde naar den Burg terug met Klaas Kalis, met wien over godsdienstige onderwerpen niet veel te spreeken viel. Hij is een fameus looper, zoodat hij soms in 3,5 uur van den Burg naar Cocksdorp heen en terug was gegaan. Hij kon, meende hij, loopen zoo hard hij wilde en zulks zonder dat hem zulks veel vermoeide. Zoo ook in 2 uur naar Oosterend en Nieuwe Schil, en over Oost weer terug. 14 september 1875. Ik huisbezoek, lopende naar Driehuizen en de Westen. Vandaar met rijtuig van J.C. Bakker des namiddags 2 uur verder naar de Mient. Het laatst bij Antje Wuis. Hier en bij anderen, Albert Kooiman en Antje Dekker, hoorde ik dat Bakels laatstleden zondag velen geërgerd had met zijn preek: Bij God zijn alle dingen mogelijk [hij had namelijk betoogd dat ook God onderworpen is aan de Natuurwetten en zodoende de gemeenteleden de hoop op wonderen ontnomen]. 25 february 1876. Begrafenis van Grietje Teekens van Grouw aan de Waal, 83 jaar, uit de woning harer dochter Vrouwtje getrouwd aan Geest van der Ploeg. Aldaar de zoons Cornelis en vrouw, Thomas en bruid Naatje D. List, Nanning en Willem. 7 april 1876. Zeer schoone dag. Des namiddags met Katrina een wandeling gemaakt naar de Mient, het Elzenbosch en over de Westen terug. De keet van Gerrit Leen wordt afgebroken en verplaatst. Jakob Eelman de Manke ontmoet. 19 september 1876. Huisbezoek. Naar t Spang. Bij Aafje Dekker ten huize van P. Verberne. 26 october 1876. Gisteravond had ik Antje Dekker van de Mient bij mij, zich diep beklagende dat den Kerkeraad haar verzoek om 100 gulden voor eene koe te koopen, had afgeslagen. 24 augustus 1877. Katrina en Manna deden eene groote wandeling naar de Fonteinsnol, en raakten op de terugreis verdwaald zoo dat zij door Pieter Zijm weer op het regte spoor gebragt moesten worden zoodat zij eerst te 9 uur te huis kwamen. 18 september 1877. Huisbezoek verder naar de Mient en het Nieuwland en Ongeren. 29 september 1877. De beide Catharinas [hebben] eene wandeling gemaakt naar de Fonteinsnol. 9 july 1878. Met logé Jannes de Waard eene wandeling gemaakt naar het Elzenbosch en de Fonteinsnol. 31 july 1878. Heden Samuel met Alida en Johanna en Ko naar het Elzenbosch en de Fonteinsnol gewandeld. 30 october 1878. Onnoemelijk veel konijnen zijn dit jaar op Texel gestrikt, geschoten of op andere wijze gevangen. Men kan dan ook in het duin haast niet loopen of men raakt in de veelvuldige strikken verward. 26 mei 1879. Cornelisje Bakker-Koorn herinnert zich uit hare eerste kinderjaren mijne eerste bezoeken aan hare ouders die toen in het duin woonagtig waren. Hoe ik daar eens met alle mijne kinderen en verder gezelschap geweest was. 24 mei 1881. [Huizinga heeft intusschen bezoek gehad van Aafje Dekker die morgen zou trouwen] Zij was zeer belangstellende, betoonde alle hartelijkheid. Met haar broeder Jan Keijser was het treurig. Hij stelde alle goede verwachtingen te leur. Zij zelve wordt straks moeder over 7 kinderen, doch dat hoorde ik van anderen. Bij de Koog woonagtig. |