Het huis


Huis

Maandag 1 December 1851. Nu heb ik een plattegrond van ons huis geteekend.

Dingsdag 28 September. Aris Bremer heeft hier veel geverwd, de pilaren, de zolder, het stek, het beschot van het achterhùis, vijf tobbetjes, een tùrfbak, een aardappelebak, de trap, de ladder enz.

Donderdag 27 October 1853. Vandaag is Bremer bij ons geweest om de voorgevel van ons huis groen te verwen.

Dak en goot

Woensdag 8 Junij 1852. Het heeft heden nacht erg geregend, geblixemd en gedonderd, zoo dat het in ons hùis gedropen heeft.

Vrijdag 11 Junij 1852. Het heeft van nacht ook geregend zoodat wij heel nat werden.

Woensdag 4 Mei 1853.. Gisteren is Jakob Teekens bij ons geweest om de goot schoon te maken, hij haalde er meteen 12 spreeuwe eitjes uit.

Maandag 6 Junij 1853. Het heeft vandaag voor het eerst den heelen dag zeer hard geregend. Klaas Smit heeft het gootgat leeg gemaakt, ook heeft hij de goot langs de pannen leeggemaakt, want hij lekte.

Voorkamer

7 Maart 1851. In de nieuwe week slaap ik in de Groote voorkamer en nu slaapt Grietje in de achterkamer.

Ik [heb] van zondag tot maandag in de voorkamer geslapen.

Zaturdag 23 April 1853. Wij zijn vandaag voor het eerst weder in de voorkamer gaan wonen.

Zaturdag 25 Junij 1853. Ook is de vloer van onze voorkamer door Aris Bremer bruin geverwd.

Donderdag 15 December 1853. Vandaag is het krubje in de voorkamer gekomen.

Dingsdag 25 April 1854. De planken die in de voorkamer en het zijkamertje gezet zijn zijn thans allen al geverwd. De kamer wordt nu ook geverwd.


Achterkamer

Dingsdag 19 April 1853. Ik heb vandaag in de achterkamer en op straat gespeeld. Het geheele huis is nù schoongemaakt.

Donderdag 21 April 1853. Wij moeten nù nog in de achterkamer blijven.

Zijkamertje

Zatùrdag 16 April 1853. Bispink heeft gisteren het zijkamertje in orde gemaakt, want daar heeft hij de schoorsteen digt gemetseld.

Woensdag 4 Mei 1853. Wij hebben in het zijkamertje gegeten.

Woensdag 13 September 1853. Ook heb ik eene rol behangselpapier gekregen. Albert Bakker heeft het geele zijkamertje al behangen en is nu bezig met het groene zijkamertje.

Studeerkamer

Maandag 23 Aùgùstùs 1852. Ik heb voor schooltijd heb ik naar het boùwen gekeken, want nù is men bezig om een niewe stùdeerkamer boven de rechter, want men was al aan het afbreken.

Dingsdag 24 Augùstùstùs 1852. De timmerlieden hebben de pilaren van ons hùis al in de grond gezet en de zolder is daar al boven.

Maandag 6 September 1852. Men zal nu morgen beginnen om de stùdeerkamer te verwen. Gisteren is Bremer (die het doen zou) hier geweest en toen heb ik bier gedronken. –

Dingsdag 7 September 1852. En toen wij weder in hùis kwamen was Bremer al aan het verwen hij zeide dat vanmiddag de knecht van zijn broer kwam om hem te helpen. Ik heb vandaag stopverw gekregen, Grietje ook. De timmerlieden hebben vandaag de stùdeerkamer af gekregen zij zijn van avond weggegaan.

Woensdag 8 September 1852. Nù is de studeerkamer vandaag klaargekomen, de gordijnen en de boeken zijn er nog niet. De stùdeerkamer is nù zeer mooij, rùim en groot.

Woensdag 6 October 1852. Er wordt nù een schoorsteen gemaakt boven de vorst van ons huis dan komt er op de stùderkamer ook een kachel.

Zondag 31 October 1852 9 – 7. Ik ben vandaag met vader boven geweest. Vader heeft gestookt, het heeft beneden zeer gerookt.

Donderdag 27 October 1853. Vandaag is Bremer bij ons geweest om de tafel op de studeerkamer te verwen.

Slapen

Maandag 5 1851. Gisteravond is Domine Stijnvordt hier geweest en toen, (om dat Domine Stijnvord hier was) moest ik in de Groote voorkamer slapen en toen het nacht was toen ik al sliep droeg vader mij (zonder dat ik het bemerkte) in het groene zijkamertje, want moeder en vader moesten nu slapen.

Donderdag 30 October 51. Vannagt het Grietje een klijn tijdje bij mij in het groene zijkamertje geslapen, maar toen moest zij weer op haar ijgen bed bij Katrina en ik sliep toen bij vader.

X februarij 1852. Laatst heeft Vlaamen [Vlaming] twee krypjes gemaakt, een in het zijkamertje en een in de voorkamer.

Ik [heb] van zondag tot maandag in de voorkamer geslapen.

Inrichting en meubels

Zatùrdag 17 April 1852. Nù is er vandaag goed van Oome Jùriaan gekregen. Ik zal ù eens een kort verslag geven van wat oom Jùriaan gestùurt heeft: een tafeltje voor de kinderen, een koperen ketel, een schrijftafeltje voor vader, een gewoon tafeltje ook voor vader, tapytten voor de kamers, een tafelblaadje, 6 stoven.

Donderdag 16 December 1852. De pendule vandaag in de voorkamer gekomen.

Maandag 20 December 1852. Onze klok heeft stilgestaan op negen uren.

Maandag 21 November 1853. Van morgen heb ik Tante naar het Oude Schild gebragt, want Tante zoude naar Westzaan. Korneles Bouse heeft ons gereden. De klokken verschillen zeer, want wij zijn om kwartier voor zes weggegaan en toen wij aan het Oude Schild kwamen was het aldaar pas zes uur, dus kwamen wij niet te laat.

Lamp

Dingsdag 20 September 1851. Nu is het avond de kaars is al op. Strakjes was de lamp verstopt en toen blaasde moeder er in en toen kreeg moeder een heele mond vol olie en toen wilde moeder het schoonmaken en toen sprong er uit alle twee kanten olie uit.

Woensdag 15 September 1852. Vader heeft de klok nù weder gelijk gezet. Wij hebben laatst een porceleinen lampje van Ponger gekocht en dat brand nù des avonds, er is een porceleinen ballon op.

Woensdag 4 October. Nu ben ik jarig, het is nu avond, de lamp is al op. Nu ben ik zeven jaar.

Vrijdag 22 October 1852. Het is nù des avonds donker als wij uit school komen, de lamp is bijna al op. Maandag komt de lamp bij Monsieùr in het school op.

10 – 6 Dingsdag 2 November 1852. Voor schooltijd heb ik mijn schoolwerk gedaan. De lamp is als wij uit het bed komen al op.

Kachel

Maandag 20 December 1852. De kachgel is vandaag warm.

Maandag 14 Mars 1853. Wij stoken nù nog in onze kagchel.

Woensdag 30 Maart 1853. Wij stoken de kagchel nù noch.

Vrydag 1 April 1853. De kachel brand nù nog fiks.

Maandag 13 November 1854. De kagchel is gisteren voor het eerst gestookt en toen zijn wij ook voor het eerst in de voorkamer gaan wonen.

Zaturdag 26 Mei. Ik en Dirk hebben de kagchelpijp uitgekrapt.

Keuken

Donderdag 9 September 1852. Nù is er vandaag een brillante mooye kookachel voor ons gekomen, dien oome Juriaan het gestuurd. [Wij] hebben twee gaten in de muur gemaakt om te proberen waar de pyp door konde, maar het was tevergeefs, het rookte in de keuken verschrikkelijk daarvan.

Maandag 13 September 1852. Het rookt vandaag zoo erg niet meer, maar vanmorgen kwamen de vlammen onder de kachel uit. Eerst konden wij met een noorden en westenwind niet stoken. Maar nù is er een draayer op de pijp van de kachel, nù kunnen wij met die winden wel stooken.

Woensdag 22 September 1852. Wij kunnen nù vier brooden tegelijk in de kookachel bakken, wij hebben vandaag een stuk trommelkoek gekregen wij hebben er al twee gebakken.

Donderdag 7 April 1853. De kagchelpijp van de keuken komt nu door de zolder, de heele schoorsteen is al weg.

Vrijdag 8 April 1853. Willem Bispink is nù nog bezig om de stenen voor de keuken te leggen: bij het doorzoeken van oùde kelder, maar hij was met zand bestopt.

Zaturdag 9 April 1853. Bispink heeft vandaag de geheele keuken opgeruimd. De kachel staat er ook al, vanmiddag hebben wij dien voor het eerst gebruikt.

13 April. Nù is de keuken geheel in orde.

Dingsdag 21 Junij 1853. Vandaag hebben Bispink en Luytzen een nieuw raam in de keuken gemaakt.

Zaturdag 25 Junij 1853. De metselaar is ook geweest om een gat in de muur van het schuurtje te slaan. Er is onlangs een niew raam in onze keuken gemaakt. Ook is de vloer van onze voorkamer door Aris Bremer Bruin geverwd.

Zaturdag 9 July 1853. Wij hebben vandaag een niewe Kookkachel uit Amsterdam gekregen.

Wassen

Maandag 18 April 1853. Wij hebben vandaag een waschtoestel gekregen van no 3; no 1 kost 27 gulden. De waschtoestellen zijn uitgevonden door J. Doedens, vroeger hadden wij ook al aue de javelle [bleekwater], soda en zeep voor dit waschtoestel gekregen.

Maandag 26 April 1853. Wij hebben vandaag het waschtoestel geprobeerd, hij beviel overheerlijk. De klederen moeten een half uur in het bleekwater staan alvorens zij gebleekt zijn.

De luif of overdekte plaats

Zondag 25 Julij 1853. Wij hebben ons ontbijt onder onder de luif bij de plaats gedaan.

Donderdag 27 October 1853. Vandaag is Bremer bij ons geweest om de pilaaren te marmeren, de tafel op de studeerkamer te verwen en de voorgevel van ons huis groen te verwen.

Vrijdag 20 Julij 1854. Het is een mooi weertjen. Wij hebben vandaag onder de pilaren gegeten.

Dingsdag 28 November 1854. Er komen nu nieuwe steenen onder de luif.

Kelder

Zondags 6 Januarij 1853. Het heeft dien geheelen tijd gedooid, zoodat vandaag zelfs van de straaten en land zeer veel sneeuw weggedooid is.. Er is nu zeer veel water in de kelder.

Schuurtje

10 Maart 1851. Pieter Kalf heeft het schuurtje gewit. Aris Breemer heeft de 2 banken gevervd.

Vrijdag 22 October 1852. Het schùùrtje is van deze week opgeknapt door Klaas Smit; de tùin is nù ook opgeknapt,


Diversen

Zaturdag 25 Junij 1853. Vandaag is de timmerman er geweest om een nachthok voor de kippen en konijntjes te maken.

10 Maart 1851. Aris Breemer heeft de 2 banken gevervd.

Zondag 26 Junij 1853. Er zijn onlangs door Luitzen twee nieuwe bankjes voor ons huis gemaakt.

Woensdag 21 Julij 1853. Vandaag is er een nieuw stek bij het schuurtje gekomen.

Donderdag 22 Julij 1853. Vandaag is het stek bij het schuurtje klaargekomen.

Dingsdag 2 Augustus. A. Bremer heeft onze pilaar geverwd.

Dingsdag 28 November 1854. Gisteren is Klaas Smit te sekreet legen en nu te turven geweest.

Zaturdag 10 Maart. De pomp is nu weer open.


Terug naar de vorige bladzij