Tuin


Zaturdag 22 february 1851. Ik heb nu veertig aalbeseboomjes in mijn tuintje.

10 Maart. Ik heb van vader een tuintje gekregen.

14 Maart 1851. Wij hebben tuinkers gezaaid en al de namen.

Nu Donderdag 3 April. Het tuinkers staat al mooi boven de grond. Ik heb nu roode bieten gezaaid. En dunsel en boerekool en brusselse spruitjes en randijs [radijs], het komt nu al op, en doperten.

25 Mei 1851 1851. Wij hebben eergister [v]ossestaart en asters en korenbloemen en augurkjes en latares [lantaantjes] gezaaid, mij bruselse spruitjes komen al op en roode Biet en radijs en doperten komen ook al op. Maar de andere zaaden komen nog niet op en vaders posselijn en radijs komt ook al op en aan mijn boerekool koomen al bloemjes er komen aan mijn boerekool al 6 bloemjes en aan Grietjes 2 maar. Samuel

Donderdag 4 Sept. 51 8 - 6 1/2. De Sint Jakobs peerenboom is haast leeg. Nu zijn er al wat slabonstoken uitgetroken.

Dingsdag 9 Septem. Nu hebben wij een heeleboel appels en peeren en pruimen geschud, maar noch het meest van herftssuikerpeeren en het wijnigst van korneelpeeren.

Zaturdagavond 25 October 1851. Wij hebben vanmiddag kalebasen en wijnpeeren geschud.

XXIV Dingsdag 24 febrùarij 1852. Pieter Kalf komt morgen om de tuin om te spitten.

XX Zatùrdagavond 20 Maart 1852. Nù is het de lentemaand en wij hebben ook al tùinkers in onze tùintjes gezaaid.

Woensdag 24 maart 52. Nù hebben wij vanmiddag heengeweest om groote boonen en peulen (krùipertjes) te gaan halen, en toen wij te hùis kwamen, hebben Dirk en vader ze gezaaid, wij hebben er elk ook vier van in ons tùintje.

Maandag 29 Maart 1852. Nù hebben wij vandaag radijs, spinazie, en klokjes gezaayd; wij hebben het allen gezaaid.

Vrijdag 7 Mei 1852. Aan mijn viooltje beginnen al bloemtjes te komen.

Woensdag 12 Mei 1852. De tùinkers in onzen tuin staat nù al redelijk hoog.

Zaturdag 22 Mei 1852. Nù zij wij vandaag aan het wieden gewees en vader heeft ook wat boonen gepoot.

Maandag 24 mei 1852. Nù heb ik vandaag wat radijs en stamboonen gezaaid, en vader heeft in water geweekt bietenzaad gezaaid, want Pieter Kalf heeft gezegd dat zij dan eerder op komen.

Maandag 7 Junij 1852. Nù staan de boomen al mooi in de bloei en een dalia is bijna klaar.

Vrijdag 11 Junij 1852. Een stamboontje van mij is al opgekomen.

Woensdag 16 Junij 1852. 3 mijner stamboontjes zijn al opgekomen.

Maandags 5 Jùlij 1852. Het is nu zeer warm weer en ik denk wel dat het zoo voortdùùren zal. Er is nù eene ziekte onder de slaboonen. Vader zegt dat zij in het begin heel mooi op komen en als zij mooj staan gaan zij allen sterven.

Zondag 18 Jùlij 1852. Toen wij in den tùin waren mogten wij elk van vader een hand vol kùizebessen hebben.

Dingsdag 24 Augùstùstùs 1852. Wij hebben vanmiddag vele komkommers en aùgurken geplukt, de komkommers hebben wij opgegeten.

Woensdag 8 September 1852. Het heeft vandaag hart gewaajd, zoodat een groote rozenboom op een bloemperkje in de kippeloop is omgevallen.

Dingsdag 5 October 1852. Wij hebben van middag de laatste vijgepeer en vanavond de laatste herfstpeer opgegeten. Aafje maakt nù het laatste maal slaboonen klaar.

Vrijdag 22 October 1852. Het schùùrtje is van deze week opgeknapt door Klaas Smit; de tùin is nù ook opgeknapt.

Vrijdag 26 November 1852. Grietje heeft vandaag aan het appels schillen geweest om te droogen.

Zatùrdag 29 Janùarij 1853. Pieter Kalf is vandaag hier geweest om boomen te snoeyen.

Dingsdag 1 Febrùarij 1853. Pieter Kalf is vandaag bij ons geweest, hij heeft gesnoeijd.

Woensdag 9 Februarij 1853. Pieter Kalf is vandaag in onze tuin geweest om ze om te spitten. Ik heb vandaag geholpen om boerekool af te snijden.

Vrijdag 2 April 1853. Den 30sten Maart is vader beginnen te zaaijen en nu heeft vader geharkt, ik heb aardebyen in mijn tuintje geplant ook heb ik het geharkt.

Woensdag 6 April 1853. Wij hebben nu ook gezaaid.

13 April. Ik heb ook dunsel en radijs gezaaid.

Donderdag 14 April 1853. Ik heb vandaag medegeholpen paadjes te maken.

Dingsdag 19 April 1853. Gisteren heb ik ook erten in mijn tuintje gezaaid.

Maandag 9 Mei 1853. Menno Sientje Katrina en Grietje misschien naar X Dirk Leyen. Gisteren heb ik Katrina en Grietje nog een plekje gronds [in de tuin] meer gekregen, ik heb er stamboontjes op gezaaid.

Zaturdag 4 Juny 1853. De tuin is nu zeer veranderd [van 25 mei tot 3 juni in Westzaan], want alles is groen en vol bloem, ook al het zaad is opgekomen. Ik heb vandaag in de tuin gewerkt.

Zaturdag 24 Julij 1853. Ik heb heb vandaag eenige bedden uitgewied.

Donderdag 29 Julij. Ik heb vandaag schoosonle[schorseneren]zaad ingezameld.

Dingsdag 2 Augustus. Vandaag heeft K. Kalf ons gras gemaaid.

Maandag 26 September 1853. Er zijn twee emmers pruimen afgevallen.

Zaturdag 22 October 1853. De groene pruimenboom is nu bijna leeg.

Maandag 21 November 1853. Wij hebben boonen uitgezocht.

Zaturdag 27 Mei 1854. Ik heb toen een stuk van het boerekoolbed en een stuk van het slabed uitgewied.

Donderdag 1 Junij 1854. Ik verdien nu geld met de tuin te wieden. Gisteren heb ik 25 en vandaag 15 centen verdiend.

Zaturdag 3 Junij 1854. Ik heb vandaag 25 centen met wieden verdiend.

Dingsdag 24 Julij 1854. Wij hebben vanavond frambozen gehad.

Maandag 30 Julij 1853. Vanavond heeft vader wijn geperst en wij alebessen geplukt.

Woensdag 6 Februarij. Ik heb vandaag paden in de tuin gemaakt.

Zondag 4 Maart. De naakende mannetjes komen in het bleekveld al boven de grond.

Vrijdag 13 April. Wij hebben eene mooije lentedag gehad. Ik heb in de tuin geplant en gezaaid.

Woensdag 25 April 1855. Wij hebben nu een hekje tegen de konijnen gemaakt rond het bleekveld. De spinazie begint op te komen en de tuinkers is al op. De konijntjes houden de geheele tuin kaal want zij [vreten] alles af.


Terug naar de vorige bladzij