Tent



Herinnering van Reinier Bakels (in het Bakels-familieboek Floris Bakels, 1994)

Op de Hooge Berg (5 m) was een bosje waar de nachtegalen van Bok* moeten zijn gedeponeerd. Daar bevond zich een schilderachtige zandkuil.

In deze Zandkuil waren gaatjes van een zeker soort wespen. Ik was erbij toen mijn Vader, die graag doceerde, enige bijzonderheden over deze wespen vertelde aan een enigzins mondain geklede dochter van Dominee Gillot uit Sint Petersburg, die wij vanwege het wapperen harer toen nog lange rokken ‘wiendjewaai’ noemden. Ik zag wel dat het haar niet bijzonder interesseerde, ze zei telkens spottend “ach kom” en ik heb haar dat toen zeer kwalijk genomen.

Huizinga: 19 juny 1876. Krans bij Vrendenberg. Daar ook Dominee Gillot van Petersburg (met vrouw en 2 dochters bij [burgemeester] Loman geloogeerd). Vele verhalen uit Petersburg. Kooplieden in linnen uit Vriezenveen, die depots hadden gevestigd in Petersburg, bouwden daar een protestantsch kerkje.
Reinier was bij deze gelegenheid nog maar 3 jaar oud, het geval zal zich waarschijnlijk bij een later bezoek hebben afgespeeld. Drie jaar later was Gillot weer op Texel.

In de Zandkuil waren twee houten ‘tenten’ gebouwd, één bovenop en één aan de voet van de in de berg gegraven kuil. De ene was van notaris Bok, de andere van notaris Coninck Westenberg. Deze twee notarissen waren concurrenten (wanneer een schip gesignaleerd was dat dreigde te stranden, reden zij ondanks storm en onweder om ’t hardst naar het strand om het schip te occuperen ten einde daaraan te verdienen).

Deze tenten waren dikwijls het doel van uitgangetjes. Men ‘excerceerde’ daar, maakte gymnastiek, kegelde, reed er paard (van een bevriende boer geleend) en was bijeen ‘met gulle blijdschap in eindeloos gesprek’.


* Notaris Bok had bij zijn huis in Den Burg een grote tuin met een bergje (Bocksberg).


Terug naar de vorige bladzij