Teunis Timmer



9 July 1860. Op reis naar Groningen. Omstreeks half 12 naar ’t Oude Schild. Wij vonden de schuit van Timmer en de daarin gereed gemaakte kooijen die echter ons allen niet bevatten konden. Dirk sliep op de bank in ’t vooronder en had een slechte nacht. Gé en Vrouwtje sliepen ook niet. Des morgens half 7 gingen wij onder zeil, eerst tegen 4 uur in den namiddag kwamen wij te Harlingen aan (Vrouwtje logeerde bij haar neef om vervolgens naar Workum te gaan).

10 Augustus 1860. Met de kinderen (behalve Katrina) op de diligence naar Harlingen. Sientje zit steeds met haar kanarie op schoot. Des morgens te half 8 met Vrouwtje in Harlingen in ‘t schip van Teunis Timmer. ‘s Avonds 8 uur op Texel. Aldaar Gé, een uur vroeger van Westzaan gearriveerd.

30 July 1861. Gé des morgens op reis gegaan met Timmer naar Groningen.

3 September 1861. Te half 5 ure bragt ik Dirk, Samuel en Katrina met de wagen van J.C. Bakker naar de haven. Zij gingen bij Teunis Timmer aan boord. Reeds te 11 ure waren zij te Harlingen.

9 December 1861. Brief aan Samuel: (over de storm van 14 November: 122 Ned. Pond op de vierkante Ned. El was ‘t in den Helder) De kusten, vooral hier op Texel, zijn met wrakken enz. overdekt. Het zeewater spatte in Oude Schild over de dijk heen tegen de huizen aan.
Teunis Timmer, die op Harlingen voer, met zijn schip van de ankers geslagen en weggestormd totdat hij in de nabijheid van Oude Bildtzijl op de wal is geworpen. Toen ‘t hooge water was weggeloopen, zat hij zoodanig op ‘t drooge, dat de koeijen rondom zijn schip liepen. Niet dan met groote moeite en kosten kon nu een vaart naar zee gegraven worden, waardoor hij weer in vlot water kwam. Deze storm van den 14den November was reeds eenigen tijd te voren door een Engelschman voorspeld uit sterrekundige waarnemingen.

8 October 1864. Des morgens te half 6 verlieten wij met de schuit van Timmer de haven van Harlingen, eerst met tegenwind, die echter later gunstiger werd. Omstreeks den middag hadden wij Harlingen en Texel beide duidelijk in ‘t gezicht. Te half 6 waren wij in de haven van ‘t Oude Schild. Wij [Sina en Huizinga] dreven als ongemerkt voort, dus geen last van zeeziekte. Wij wandelden naar huis, waar wij alles wel vonden.

12 December 1866. Woensdag. Ik zat des avonds te midden van mijn arbeid. Dominee Boetje komt van de Waal om mij te zeggen dat Teunis Timmer morgenochtend naar Harlingen vaart om zaturdag weerom te keeren en daar de gelegenheid gunstig is, ik niet mogt verzuimen daarvan gebruik te maken om vrijdagmorgen bij het trouwen van Dirk in Groningen tegenwoordig te zijn. Katrina en Sina voegen hunne aandrang daarbij en ten laatste besluit ik daartoe.

21 April 1867. Zware ZW storm. Sijbrand Keyser en Teunis Timmer worden uit de kerk gehaald omdat er een groot schip uit de haven van het Nieuwe Diep was weggedreven en achter het Nieuwe Schild gestrand, niettegenstaande 2 sleepbooten het zochten tegen te houden.
22 April 1867. Wij zien te Oosterend het schip liggen.

16 Maart 1868. Gesproken met de familie Timmer over wat Jan worden moest. Hij wilde gaarne Officier worden, maar, zeide de vrouw, wij hebben geene middelen. Ik zeide haar eens inzage te willen verschaffen van het boekje “Wat moet mijn zoon worden?”

21 April 1868. Des morgens te 3 ure opgestaan. Katrina en Menno vertrokken met de diligence naar ’t Oude Schild, Katrina om met Timmer naar Harlingen te gaan, Menno naar Utrecht.

16 Mei 1868. Gisteravond dachten wij al veel aan Samuels komst uit den Haag, waar hij examen moest afleggen. Hij had ons eergister met Timmer zijn botaniseerbus enz al gezonden. Hij kwam niet. Deze geheelen dag (eigenlijk sedert den 14den toen hij examen had) waren mijne gedachten steeds bij hem. Vanavond kregen wij een telegram uit den Haag met den zeer verblijdenden inhoud “Examen goed afgeloopen, brief volgt”, zoodat ik ontheven werd van eene groote zorg, die mij in den laatsten tijd zeer beklemde, vooral sedert donderdag, toen ik door Katrina wist dat hij examen moest doen.

21 Mei 1868. Wij wachtten tevergeefs op de komst van Dominee Van der Veen, die met Jan Drijver van Terschelling zou komen. Ik ga te 10 ure eens horen bij Timmer.

4 Augustus 1868. Dirk en ik geleiden des morgens Samuel naar ‘t Oude Schild, vanwaar hij te 7 ure vertrekt met de schuit van Timmer. Tegenwind en tegenstroom. Hij hoopt anders vanavond te Leeuwarden te zijn om daar de Directeur zijner school enz te spreken.

9 December 1868. Te 6 ure opgestaan, te 7 ure de wagen voor de deur (van C. Keyser), toen wij vernamen dat Timmer nog niet klaar was. Te 8 ure vertrok nichtje Catharina (tot ‘t Oude Schild begeleid door Katrina en Sina, die loopende terugkeerden). Te half 10 ging zij met Timmer de haven uit en was des namiddags te 4 ure te Harlingen.

14 December 1868. Met Timmer een vat boter gekregen.

19 January 1869. Des namiddags met Timmer afgerekend.

15 Maart 1869. Niet naar de Krans bij Wieringa. Dolfina Wentink hier met een brief van Deenik over haar reisplan. Zij zal donderdag met Timmer gaan.

25 Mei 1869. Te 3 ure opgestaan. Met de diligence naar de haven, vervolgens aan boord bij Timmer. De wind, gister zoo gunstig, was nu vlak tegen. Kwart over 5 verlieten wij de haven, des middags 4 uur of later kwamen wij te Harlingen. De meisjes steeds in de kooi en rustig geslapen. Per spoor naar Groningen, aankomst aldaar half 9.

22 July 1869. Samuel kwam te huis van Leeuwarden. Zeereis met Timmer van 6 uren.

22 November 1869. Met schipper Timmer een valiesje met mantel en hoed voor Katrina uit Groningen ontvangen met brief van Dirk.

15 December 1869. Mand met bessenwijn ingepakt voor Dirk, 24 flesschen, dito voor Samuel. De harde wind belet Timmer morgen te varen.

13 January 1870. Des avonds even bij T. Timmer, gesprek over Jan, ik raad hem het onderwijs aan.

17 Maart 1870. Maandag hebben wij een valiesje en pak kindergoederen afgezonden (met Timmer) aan Dirk en Koos met brieven daarbij.

20 December 1870. Pieter Koning en Teunis Timmer [hier] als leden van de Commissie voor Werkverschaffing met eene lijst ter teekening van giften. Zij meenden reeds 1000 gulden te hebben voor 4 maanden. Zij leggen mij de zaak nader uit, zoodat ook ik 5 gulden per maand inteeken.

9 Juny 1871. Dolfina kwam ons verrassen, zij was vanmorgen half 5 met schipper Timmer van Harlingen vertrokken en omstreeks 3 uur namiddag aangekomen (den 7den tevergeefs door Katrina en Sina afgehaald).

22 Juny 1871. Brief van Dirk met een zeer gunstig getuigenis van Menno, die vandaag met Timmer hier verwacht wordt. Katrina, Sina en Dolfina des namiddags naar ‘t Oude Schild om hem af te halen. De meisjes komen des avonds half 11 terug doch zonder Menno. Van ‘t schip van Timmer was nog niets te vernemen.

30 Juny 1871. Bij Teunis Timmer, gesproken over de reis van Dirk van Harlingen naar Texel a.s donderdag, om het niet varen van de Zijlstra nu met Timmer. Gesprek over Jan zijn studieplan. Ik herinner dat de studie der Geneeskunst veel tijd en geld kost, doch dat het Jan aan capaciteiten daarvoor niet ontbreekt. Het geld blijft groot bezwaar. De ouders zeggen niet dat dit bezwaar te overwinnen is.

6 July 1871. Met Menno te half 3 naar ‘t Oude Schild gewandeld. Tuinder zegt ons dat Timmer met mijn zoon enz in de haven is. Wij vinden ze daar wachten op een wagen. Eerste ontmoeting met de kleine Jakob in het achteronder van Timmer. Wij zeer verheugd elkaar te zien. Zij waren gistermorgen uit Groningen en vanmorgen half 3 uit Harlingen gegaan. Te half 3 in de haven gekomen. Vrij wat zeeziek geweest.

27 July 1871. Wij verwachten Koosje Wentink met Timmer van Harlingen. Terwijl Samuel haar om 2 uur van ‘t Oude Schild wil gaan halen, komt zij aanrijden, had een slechte reis gehad, zeeziek geweest, zeer zwak en teeder.

12 September 1871. Menno vertrokken over Harlingen naar Groningen. Ik hem des avonds te 12 ure naar Teunis Timmer gebragt, met wien hij naar ‘t Oude Schild zou wandelen ‘s nachts 2 uur af te varen.

2 November 1871. Des morgens 4 uur Katrina aan de diligence gebracht om met Timmer naar Harlingen en vervolgens naar Sneek te reizen ter bruiloftsfeest van Grietje van Driessen.

7 December 1871. Er is nog veel sneeuw bijgekomen. Zij ligt op het tafeltje in de tuin misschien 2 voet dik, zoodat de gang zelfs langs de weg moeijlijk is. Sina schreef (na overleg met mij) naar Katrina dat zij haar wederkomst maar moest uitstellen tot in February als de schepen weer zouden varen. Timmer voer toch welligt al niet meer, zoals Jan Timmer (latijnsche leerling) mij vanmorgen zeide.

2 Maart 1872. Verleden woensdag 2 manden ingepakt voor Samuel met 22 en voor Dirk met 25 flesschen bessewijn, kleren voor Katrina en boeken, die den volgenden morgen met Teunis Timmer naar Harlingen enz werden gezonden.

1 Mei 1872. [Reis naar Leeuwarden en Groningen]. De papegaay logeert sinds vanmorgen bij P. Roeper.
Na het avondeten alles gesloten hebbende wandelden wij, Sina en ik benevens de meid Martje Visser, die over Harlingen naar ‘t Vlie zou reizen, naar ‘t Oude Schild. Mooi weer, maar stil en tegenwind. Wij gingen in ‘t schip van Timmer te kooi en voeren af te 1 ure, gelijk met Tuinder. Van ‘s morgens 5 tot 8 lagen wij voor anker. Een genoeglijke zeereis, zoo rustig dat ik met gemak kan schrijven.

3 Mei 1872. Gistermiddag 3 uur kwamen wij te Harlingen. Wij hadden eerst bij Timmer aan boord een goed middagmaal gehouden al was het dan alleen met een schotel rijst waaraan wij vleesch konden toevoegen. Toen ik Timmer naar mijne rekening vroeg, wilde hij niets aannemen. Hij zeide voortaan van mij en mijn huisgenoten geen geld meer voor de overtogt wilde aannemen en hoe ik ook tegensprak, hij verzocht mij daarover niet verder te spreken, maar dat ik hem slechts zoude schrijven wanneer ik dacht terug te keeren.

20 Augustus 1872. Samuel des morgens vroeg met Timmer vertrokken.

1 September 1872. Des avonds bij Teunis Timmer. Vanmorgen was hun zoon vertrokken. Veel gesprek over Jan. Hij had het een en ander wat ik hem gister gezegd had wel overgebragt. De ouders betuigden bij herhaling hun dankbaarheid aan mij.

3 September 1872. Katrina en Fenna met Timmer vertrokken. Mogten wij haar vervolgens in welstand en blijde wederzien!

5 September 1872. Brief van Jan Timmer en Joh. Eelman uit Haarlem, meldende den gunstigen afloop van hun examen op gister. Beiden aangenomen op de Latijnsche school. Ik naar C. Eelman, vervolgens bij de vrouw van Timmer. Bij beiden waren zij zeer verblijd.

1 November 1872. Des avonds naar T. Timmer. Hij was op reis naar Harlingen. Naantje sprak met den grootsten lof van Sina’s geschiktheid als a.s. Domineesvrouw. Algemeen hoorde zij dat me met dat huwelijksplan zeer was ingenomen. Naantje vond in Sina zooveel van haar overleden moeder weder. Zij hoorde ook dat Koekebakker aan de Waal in omgang enz. zoo best voldeed.
Zij deelde mij de laatste berigten van haar zoon Jan mede. Hij zou morgen over een week te huis komen.

17 November 1872. Des morgens komt broeder Juriaan met Catharina en Ko [die bij Huizinga zal wonen en bij Glijnis op school zal gaan]. Vannacht op ‘t Nieuwe Diep geweest. Vrijdagmorgen van huis gegaan uit Groningen op mijn telegram van donderdagmiddag, dat Timmer om den stormwind uit den Oosten dien morgen niet gevaren was.

4 December 1872. Daar Teunis Timmer van de week niet vaart is het vertrek van broeder Juriaan tot aanstaande dingsdag uitgesteld.

6 Maart 1873. Timmer was hier gister en vertoonde het Rapport van den Rector der Latijnsche School te Haarlem over Jan in ‘t afgeloopen vierendeel jaars. Hij had in alle vakken “voldoende”, alleen voor ‘t Hoogduitsch “tamelijk”.

16 April 1873. Ko is woensdag 9 April met schipper Timmer naar Harlingen en verder naar Groningen vertrokken. Hij kan nu op het feest van Monsieur Glijnis op den 12den niet tegenwoordig zijn.

20 April 1873. Jan Timmer vertelde mij dat zijn vader verleden week alleen 2800 kievitseijeren naar Harlingen had gebragt. Verleden jaar in ‘t geheel 10.000. Tuinder welligt wat minder, daarbij komt dan nog de uitvoer naar Amsterdam en elders.

27 April 1873. Des morgens half 7 werd ik wakker gescheld door Ko [een maand naar Groningen geweest] die gister 11 uur met Timmer uit Harlingen gevaren, gisteravond 10 uur in de haven gekomen was en om ‘t ruwe weer de reis met Timmer naar den Burg tot vanmorgen had uitgesteld. De behouden aankomst van Ko per Telegraaf en per brief aan broeder Juriaan berigt.

4 July 1873. Teunis Timmer en vrouw hier. Zij laten mij het 3-maandelijks rapport over Jan lezen, dat in alle vakken “voldoende” luidt. Nummer 1 in zijn klasse, had 2 prijzen behaald. Timmer zegt dat mijn zoon Samuel zaterdags nog wel van Harlingen hier kan komen met een der mosselschuiten. Ik schrijf daarover aan Samuel.

29 July 1873. Tante Grietje en Sientje met broeder Juriaan en Ko naar Harlingen met Timmer, [9 uur van de haven, 11 uur te Harlingen].

26 Augustus 1873. Doortje Heringa, Samuel, Dolfina, ‘t kind en ‘t kindermeisje Sietske des morgens half 4 met de diligence vertrokken naar ‘t Oude Schild en vervolgens met Timmer naar Harlingen. Katrina en ik nog even ter ruste.

25 September 1873. L.l. zondag 21 September is Ko weer gearriveerd, des namiddags 2 uur. Zijn vader had hem reeds woensdags tevoren naar Harlingen gebragt, doch storm en tegenwind hielden het schip van Timmer daar in de haven tot zaterdag voormiddag, toen hij zich door een stoomboot kon laten uitslepen.

8 December 1873. Twee mandjes ingepakt, in ieder 15 flesschen bessewijn, met eenig ander tot St. Nicolaas voor de kinderen, voor Samuel en Dirk en dit des avonds met Teunis Timmer (die nu voor ‘t laatst varen zou) weggezonden.

2 April 1874. Katrina de koffer van Ko gepakt. Dien avond was Meester Troll hier en bleef chocolade drinken.
Van voormiddag Troll weder hier, hem 12 gymnastielessen betaald, 60 gulden. Hij besluit zijn reisplan over Haarlem naar Goor te veranderen en vanavond met Ko mede te gaan naar ‘t Oude Schild om morgen met Timmer te reizen.

13 April 1874. Troll hier vanmiddag even geweest, zaterdag teruggekeerd van zijn reisje naar Groningen en Haarlem. Hij was ook bij broeder Juriaan geweest. Hij had de heenreis met Ko, l.l. donderdag een week, van Texel naar Harlingen nog binnen de 3 uur afgelegd met Timmer.

23 Juny 1874. Menno des morgens vroeg met de diligence naar ‘t Oude Schild om te 5 ure met Timmer te vertrekken naar Harlingen en voorts naar Leeuwarden.

5 July 1874. Des namiddags naar Teunis Timmer, hij wist niet op wat tijd hij van Harlingen zou varen, daar hij goederen van Troll van Leeuwarden moest halen. Misschien voer hij eerst vrijdagmorgen van Harlingen. Ik schreef dit een en ander aan Katrina en Dirk

20 July 1874. Katrina heeft het druk met het klaarmaken van de koffer voor Menno, die des avonds met een kist boeken enz door Timmer wordt afgehaald.

3 Augustus 1874. Goederen voor Menno ingepakt, bed, tafel, spiegel, theestoof en ketel, enz en des avonds door Timmer laten halen.

4 Augustus 1874. Samuel en Ko des morgens 5 uur wandelende naar ‘t Oude Schild om te 6 ure met Timmer te vertrekken. Des avonds regen en wind.

20 Augustus 1874. Sina deelt mij een en ander mede van de berigten van Hein over zijn genoeglijke reis (om te preken in Ouddorp). Hij telegrafeert dat hij door ‘t uitblijven van Timmer nu welligt zaterdag zal komen. Hij is thans bij Menno in Harlingen, gister te Leeuwarden.

21 September 1874. Goed inpakken voor Ko, des avonds de kist verzonden met Timmer.

8 October 1874. Ik des voormiddags naar de haven om nicht Catharina Huizinga af te halen. Teunis Timmer ontmoet. De aangekomen reddingsboot gezien. Even bij Martje Visser.

7 January 1875. Des avonds Teunis Timmer en vrouw bij ons den avond gepasseerd. Vanmorgen had ik een brief van hun zoon Jan uit Haarlem ontvangen, waarin hij meldde dat hij nu, door eene ernstige lezing van het boekje van Roorda, van Atheïst Theïst was geworden. Gesprekken met zijne ouders over die zaak (waarom zij ook opzettelijk gekomen waren). Zij beklaagden het zeer dat hij tot zulke dwaze denkbeelden vervallen was.

21 February 1875. Des avonds naar Arie Rab en Teunis Timmer. Jan Timmer was verleden zondag over geweest om zijn vader verlof te vragen om de school te verlaten en privaatlessen te nemen om van ‘t zomer zooveel te beter student te kunnen worden.

14 Juny 1875. Gister brief ontvangen van Menno en Guurt met mededeeling van hun ongunstige finantieele staat, die mij zeer verontrust. In overleg met Katrina besluit ik eindelijk om morgen met Timmer naar Harlingen te gaan.

17 Juny 1875. Bij Menno te Harlingen. Schipper Timmer komt mij wekken te half 5 ure. De regen valt bij stroomen neer. Ik maak mij spoedig gereed.
Naar Timmer, te 5 ure bij hem aan boord. Te half 6 verlieten wij de haven. ‘t Was nu stil weer, de regen hield op, de wind was ongunstig. Wij dreven zachtkens voort. Trijn Vos was mede passagier. Na een uur of 4 of 5 Harlingen nog in ‘t gezigt. Tegen 4 uur des namiddags lieten wij het anker vallen in ‘t gezigt van Wieringen, Texel nog onzichtbaar.
Met Trijn Vos gemiddagmaald, aardappels met uitgebraden spek. Te half 7 kwam er eenige wind. Te 10 ure voeren wij de Texelsche haven in. Naar huis geloopen.

27 Juny 1875. Zondag. Gepreekt aan den Burg. Bakels des namiddags aan de Waal.
Bij Teunis Timmer gefeliciteerd met het goed afloopen van ‘t admissie-examen van Jan.

22 July 1875. Ko en Willemina [van broeder Juriaan uit Groningen] komen met het schip van Timmer van Harlingen.

30 Augustus 1875. Samuel en Dolfina druk aan ‘t pakken. Zij verzonden hun goed met Timmer.

9 October 1875. Te Groningen bij broeder Juriaan. Van de laatste dagen sedert 23 September is niets aangeteekend wegens drukke bezigheden.
6 October kwam Timmer aan en meldde ons dat hij vrijdagmorgen weer naar Harlingen dacht te varen. Nu begrepen wij dat wij dan toch maar de reis mede moesten maken.

8 October 1875. Cornelis Albertsz Keyser, die ook naar Harlingen zou varen met Timmer om daar zijne twee oudste dochtertjes te bestellen ter school, laat ons met hem mederijden naar de haven. Hij kwam te 6 ure. Te 7 ure zouden wij varen, doch wij staken eerst kwart voor 8 van wal. Nu was het stil en mooi weer, geen kans om zeeziek te worden. Deels lezende, deels pratende met C. Keyser en diens kinderen, bragten wij de tijd door. Te 1 ure waren wij te Harlingen.

10 December 1875. T. Timmer hier, gaat morgen naar Harlingen.

2 January 1876. Aldaar Cornelis Albertsz Keyser, die des avonds nog even bij ons kwam om het drankje tegen zeeziekte, daar hij morgenochtend met Timmer naar Harlingen wilde om daar zijne kinderen te bezoeken, die daar zeer goed tevreden zijn.

19 Juny 1876. Ik des avonds nog even bij Timmer om hem te zeggen dat Dirk met familie donderdag met hem medekwam.

22 Juny 1876. Des morgens telegram van Dirk uit Harlingen dat hij te 11 of 12 ure des middags in de Texelsche haven dacht te zijn. Ik toen overal geloopen om een rijtuig, doch tevergeefs. Tegen 11 ure naar ‘t Oude Schild. Aan de haven komende vond ik daar Dirk met zijn 2 zoontjes en Johanna, pas met Timmer gearriveerd. ‘t Was nog ruim tijd om plaats te nemen in de diligence, waarmede wij naar huis reden.

10 Augustus 1876. Om half 4 des morgens door Timmer wakker gescheld, om half 6 vertrokken, half 12 op Texel.

29 Augustus 1876. Samuels koffer met Timmer naar Leeuwarden gezonden.

14 September 1876. Katrina des morgens half 7 met Willemina vertrokken naar Oude Schild met de diligence om met Timmer naar Harlingen te varen, waar Willemina op ‘t spoor zal gaan naar Groningen.

15 September 1876. Katrina telegrafeert des morgens 8 uur dat zij gister 2 uur is aangekomen. Beste zeereis.

13 November 1876. Alles met ijs bedekt. In den loop van den dag begon het echter te dooijen en de boomen enz konden hunne ijslast afladen.
De stoomboot vanmorgen wel gevaren, maar halverwege teruggekeerd.
Teunis Timmer gister aangekomen na een zeer moeijelijke en gevaarvolle togt.

5 December 1876. Des avonds Teunis Timmer hier, a.s. vrijdag begrafenis van zijn vader.

8 December 1876. Des middags naar Oosterend, begrafenis van Jan Timmer, 89 jaar oud.
Heen en teruggelopen naar Oosterend, 70 minuten, 5 meer dan in [mijn] jonge jaren.

4 April 1877. Ik 12 flesschen bessenwijn ingepakt en met Timmer naar Groningen opgezonden.

8 April 1877. Bij mejufvrouw de weduwe Blom. Jan Timmer had mij vandaag zijne verloving met de dochter Helena bekend gemaakt. Aldaar de vrouw van Timmer, later ook Helena en Jan.

28 April tot 12 Mei 1877. Zeer sterke Noord Oosten wind. Menno zendt ons voor 10 uur een telegram dat de familie [Koekebakker] te 8 ure vertrokken is en te 12 ure op Texel denkt te zijn. De wagen van C. Keyser besteld waarmede ik hen zal afhalen. Te 12 ure was ik in de haven, doch geen schipper Timmer te zien. De stoomboot komt aan, daarmede Dominee Bakels. Ik sprak Mets, die oordeelde dat Timmer wel in ‘t Oude Vlie voor anker zou liggen, wijl hij thans met het lage water onmogelijk in de haven kon komen. Ik zou wel moeten wachten tot 3 uur.
Te 4 ure kwam een schip in ‘t gezigt. Bij Meester Muller vertoefd tot 6 uur, op zijn bovenkamer (vervolgens school bezien, kaarten enz. Hij wist blijkbaar niet waar Montenegro lag) vanwaar ik een vrij gezigt had op de zee.
Eindelijk 6 uur stoof Timmer de haven in. Weldra was ik bij Sina en man en kinderen. Zij was in ‘t laatst alleen zeeziek geweest. Zij hadden van 10 tot half 4 in ‘t Oude Vlie geankerd.

23 Mei 1877. Bakels met Fokel en Herman nog even en passant gesproken op reis naar de haven, met Timmer naar Harlingen, vervolgens naar Makkum enz. Bakels moet zondag te Makkum preeken.

5 Juny 1877. Van namiddag Teunis Timmer hier, denkt in de volgende week digsdag te varen, als wanneer ik met hem wensch te reizen. Ik meldde dit per brief aan broeder Juriaan en aan Menno.

12 Juny 1877. Gisteravond mijn koffer en tas met Timmer verzonden. Des morgens bij P. Boon. Hij bij mij in den tuin, belooft op den tuin het noodige toezigt te zullen houden.
Wij naar ‘t Oude Schild, de haven. Bij Post, wij bleven daar koffij drinken.
Ik met Timmer te half 3 afgevaren. Tegenwind en aanvankelijk nog tegenstroom. Ik de eenige passagier, mij vrij wat verveeld. Te half 11 des avonds bereikten wij de avond. ‘t Was inmiddels stil geworden, na uren lang de hevige schommelingen van het schip gevoeld te hebben. Ik spoedig naar ‘t huis van Menno. Reeds zondag l.l. had ik van hem berigt

31 July 1877. Des namiddags even naar Van Kerkwijk, nu woonachtig bij Timmer, terugontvangen loten en postwissels gebragt.

18 Augustus 1877. Des avonds werden wij verrast door de komst van Samuel met Johanna. Hij was 12 uren op zee geweest met Tuinder, echter niet zeeziek door windstilte. Timmer was nog niet eens te Harlingen aangekomen.

20 Augustus 1877. Ik was vooraf naar Timmer geweest om te vernemen wanneer hij van de week van Harlingen zou gaan om dit dan nog vanavond aan Catharina Juriaans te schrijven van wie ik het berigt had bekomen dat zij de reis wilde aanvaarden, maar moest dat uitstellen, wijl het maandagavond was. Tuinder zou zeker varen.

23 Augustus 1877. Telegram van Menno: Timmer was reeds vertrokken, Tuinder zou morgen varen.

28 Augustus 1877. Harde wind en regen. Timmer was niet wel, maar zou toch varen. Hij reed met ons naar ‘t Oude Schild. Des morgens half 7 waren wij daar. Ik bragt Samuel en Johanna en Dirk derwaarts met de wagen van Bakker. Zij vertrokken te 8 ure en waren te 12 ure te Harlingen, zoo als een telegram van daar ons meldde, zonder zeeziekte.

1 October 1877. Huisbezoek begonnen bij Teunis Timmer, Warmoesstraat, tot Dirk Keyser.

3 November 1877. Des avonds met schipper Timmer ontvangen een vaatje boter van neef Juriaan Egges Huizinga en een kistje met hoed voor Katrina en koek van Groningen van Manna en nicht Catharina.

21 November 1877. Gister hebben wij met Timmer een half anker of wel 24 flesschen bessenwijn naar Harlingen gezonden waarvan Samuel ook 12 flesschen hebben zou.

18 December 1877. Katrina van namiddag naar de Waal. Zij schreef vanavond brieven naar Leeuwarden en Harlingen ten geleide met een mand bessenwijn met 14 flesschen naar Leeuwarden en een kist met 14 flesschen naar Harlingen, daarbij Sint Nicolaas geschenken, boekjes en prenten enz voor de kinderen. Deze vanavond met Timmer verzonden.

16 February 1879. L.l. Woensdag kennis gemaakt met mejuffrouw de la Faille van de Bewaarschool, dien dag aangekomen. Zij heeft haar kamer bij schipper Timmer.

15 April 1879. Naar August Keyser en vrouw, aldaar buurman Cornelis Keyser. Zij zijn nu zeer ingenomen met de Bewaarschool en met de jufvrouw die bijzondere geschiktheid aan de dag legt (het werd vermeld dat deze, volgens Timmer, waar zij bij inwoont, dagelijks bezoeken ontvangt van Dirk Bakker, die zich nu zeer goed houdt en er ook beter begint uit te zien, hij zou nu geene spiritualia meer gebruiken). August oordeelde dat het nog goed met hem kan gaan als hij zich nu maar om toch iets te doen, aan het landbouwbedrijf wilde wijden.

25 July 1879. Bij Teunis Timmer en vrouw. Met Jan ging het best. Hij schaamde zich voor de geringheid zijner ouders niet. Hij hoopte a.s. jaar Augustus klaar te komen. Zij bedankten mij voor de zorgen eens aan hunne zoon gewijd.

13 July 1882. Jantje kwam des voormiddags niet, zoodat ik mij alleen moest redden. Dirk had broeder Juriaan bezocht en nog al wel bevonden, hij kwam zien hoe het mij ging in mijne eenzaamheid. Ik ging met hem mede koffijdrinken, verwachtende dat Jantje er te 2 ure wel zou zijn om mij ‘t middagmaal te bereiden. Toen ik ook in deze verwachting mij teleurgesteld zag, moest ik weder mij zelf helpen. Eindelijk te 5 ure kwam zij (Timmer had zijn varen naar Harlingen steeds uitgesteld).


Terug naar de vorige bladzij