Vogelmient |
Het Reglement op het begraven van 1829 zegt dat de tot heden bestaan hebbende begraafplaatsen van de Koog en den Westen worden voor vervallen verklaard en zal mitsdien aldaar geen begraving van lijken hoegenaamd meer mogen plaatsvinden. Dit was niet de enige begrafenis op het allang afgekeurde oude kerkhof. Dominee Huizinga is daar ook geweest ter begrafenis van gemeenteleden. Bij de eerste notitie is het niet zeker dat de begrafenis op de Vogelmient was, maar bij de begrafenis van Pieter de Ridder is er geen twijfel over mogelijk. 18 october 1860. Ter begrafenis van Jakob Arisz Eelman (Kievit) op de Mient. Het kan zijn dat Jakob op de Mient woonde. 30 Juny 1875. Des voormiddags half 10 geloopen naar de Mient, begrafenis van Pieter de Ridder, man van Trijntje Eelman. Zeer onverwachts gestorven. Weduwe blijft achter met 3 à 4 hulpbehoevende kinderen in een ellendige woning. Eerst werd gelezen door Jan Trap, toen kwam Jan Saris om te lezen. Doch ik voorkwam hem het woord en sprak en sprak alweder (wijl er gewacht werd op de lijkwagen, bijkans een uur lang). Eerst tegen 1 uur verlieten wij de woning. Begrafenis was op t Kerkhof aan de Koog, alles zeer armelijk. De vrouwen met hun kinderen op de arm mede naar t kerkhof. Daar staat nog een gedenkpaal meldende de begrafenis aldaar van Hendrik Dirks en vrouw, Castelein op t Eijerland, in 1681. Jaap Maas van de Koog herinnerde zich de begrafenis aldaar van Aaltje Schaap in 1880. Dat heeft Jaap dan niet goed onthouden, want Aaltje Schaap was in 1880 nog lang niet dood- ze leefde van 1849 tot 1920. Haar echtgenoot was Cornelis de Ridder, oom van Pieter Huibertsz de Ridder die door Huizinga genoemd werd. Cornelis stierf in 1888. Misschien hebben ze niet Aaltje, maar haar man daar begraven, en dan niet in 1880, maar in 1888. Blad H.V. Texel nr. 44 Dagboeken van Jakob Dirksz Huizinga Stamboom de Ridder in Tien Texelse families van Cees Hoogerheide. |