Tot de dood ons scheidt,
het leven van Jan Simonsz Duinker en zijn kinderen



Dagboek Huizinga, Databank van Rob Gomes, Weeshuisarchief

Dominee Jakob Huizinga maakte weinig aantekeningen over Duinkers, die waren niet doopsgezind. Jan Duinker was voor hem vooral een treffend voorbeeld van wat drank kapot kan maken. Huizinga beschreef in enkele aantekeningen de rampzalige levensloop van deze man. In slechts 9 jaar beleefde Jan 3 huwelijken die met de dood eindigden, de eerste twee met die van de echtgenote, het laatste met zijn eigen dood.
Daarbij raakte hij zwaar aan de drank.

Jan Duinker (1830-1863) trouwde pas als het nodig was. Zijn dochter Naatje werd 7 maanden na de trouwerij geboren. Bij het tweede huwelijk kwam het kindje na 6 maanden en bij het derde na 5 maanden. Het was op Texel heel gewoon om pas te trouwen als de vrouw ruimschoots zwanger was.

Duinker van de Koog
Simon Jansz Duinker (1799-1853) had een huis bij De Koog op nr. 55. Hij was in 1829 getrouwd met Annaatje Gerrits Kooiman uit Oosterend (1794-1832) met wie hij op nr. 46 in het dorp woonde. Zij stierf na de geboorte van haar derde zoon, het kindje kort na haar. Er bleven twee jongetjes achter van 3 en 2 jaar.
Simon hertrouwde na een half jaar met Martje Jans Daalder (1789-1868) uit Den Hoorn, een ongehuwde vrouw met een zoontje, Reijer Zoetelief Daalder.
Toen Simon in 1853 dood ging, kort voor het overlijden van zijn oudste zoon Gerrit, erfde Jan het huis nr. 55 en Martje hield het huis aan de Dorpsstraat. Jan was de enige erfgenaam van zijn ongetrouwde broer.


Duinker

Ligging van de genoemde huizen in het dorp en van de stukjes land
die bij Jan's dood zijn eigendom waren.


Het eerste huwelijk met Vrouwtje Dijksen
Huizinga 25 November 1854. Vrouwtje Dijksen, onlangs voorspoedig bevallen, is nu krankzinnig en zeer gevaarlijk.
8 December 1854. Begrafenis van Vrouwtje Dijksen in de Waal, voor 14 dagen van haar eerste kind bevallen en daarna in eene hevige krankzinnigheid gestort waarin zij zelfs eenmaal bed en huis naakt ontvlugtte.
Dit was Vrouwtje Pieters Dijksen (geboren 30-3-1831), vrouw van Jan Simonsz Duinker, die woonden in De Koog. Ze waren op 6 april 1854 getrouwd.
Zij is overleden om 18.00u; aangifte overlijden op 6 december 1854 door Reijer Daalder, 38 jaar, boer, behuwd broeder [half broeder van de echtgenoot] van de overledene, wonende in De Koog en Jacob Honigh, 27 jaar, boekhandelaar, wonende in Den Burg
Zij lijkt een kraamvrouwenpsychose te hebben gehad, ook nu in de moderne tijd moeilijk te behandelen. Hun kind was Naatje Jans Duinker (1854-1913).
‘[Martje Daalder] bleef bij het jonge echtpaar inwonen’ staat in het Boerderijenboek. Dat lijkt niet vreemd. Iemand moest voor Jan en het kindje zorgen nu de moeder op zo’n nare manier aan haar eind was gekomen. Gelukkig dat Martje dit wilde doen, al was ze slechts de stiefmoeder van Jan. Ze moest wel, er was niemand anders.
Maar dat inwonen blijkt niet uit de Bewonerslijsten, ze staat vermeld op huisnummer 46, terwijl Jan op 55 woonde. Misschien kwam ze alleen overdag.

Herhaalde geschiedenis
Merkwaardig is dat de grootvader en naamgenoot van Jan ook getrouwd was met een Frouwtje Dijksen. In dat geval liep het met de moeder iets beter af.
Dit paar kreeg zeven kinderen in 14 jaar, waarbij de moeder in leven bleef. Deze Jan Duinker bleef op zee in 1810, en zijn vrouw stierf ruim een jaar later. Hun meeste kinderen waren tegen die tijd al oud genoeg om voor zichzelf te zorgen, alleen het jongste meisje kwam in het Weeshuis terecht. In het Weeshuisboek staat als dag van inkomen van Trijntje Duinker 25 mei, terwijl haar moeder op 31 mei stierf.
Trijntje trouwde in 1826 met Pieter Dirksz Dijksen, 5 kinderen, waarvan het tweede de Frouwtje uit de aantekening van Huizinga was.

Het tweede huwelijk met Gerbrig Nannings Duinker
Volgens het Boerderijenboek woonden Jan en zijn tweede vrouw op nummer 46, ‘nog steeds samen met zijn stiefmoeder’. Ze trouwden in 1856 en kregen twee kinderen, Nanning in 1857 en Gerbrig in 1860.
Echtgenote Gerbrig was een kind van Nanning Pietersz Duijnker (1795-1835) en Marijtje Aries Schouten (1804-1869). Hij verongelukte op 13 mei op de Haaksgronden, bij een gestrand schip. Marijtje was hoogzwanger, het kindje Gerbrig kwam op 15 mei.
Zij is geboren om 03.00u; aangifte geboorte op 15 mei 1835 door Hermanus Mauritius Ahlé, 65 jaar, vroedmeester, wonende op Texel; getuigen bij de aangifte: Cornelis Moojen, 59 jaar, eilandsbode en Gerrit List, 40 jaar, zaakwaarnemer; beide wonende in Den Burg

Gerbrig stierf binnen een maand na de tweede bevalling.
Zij is overleden om 01.00u; aangifte overl op 28 apr 1860 door Tomas Smits, 28 jaar, arbeider en Anthon Diderich Voigt, 33 jaar, koopman; beide wonende op Texel
Gerbrig was van een heel andere tak van Duinkers dan Jan. Haar broers Pieter Nanningsz en Arie Schouten Duinker woonden ook in (de buurt van) de Koog, net als haar moeder Marijtjes Schouten, stiefvader Albert Mulder en grootmoeder Duinker wed. Arie Schouten.

Drank
Jan Duinker had toen al drankproblemen, zo groot dat Huizinga er praatjes over hoorde.
23 February 1859. Reijer Daalder hier, hij berigt mij dat helaas Jan Duinker van de Koog weder tot verregaand misbruik van Sterke Drank is vervallen.

1 Mei 1860. Op de Koog begrafenis van Gerbrig Duinker, vrouw van Jan Duinker, aan de Waal. Ik reed daarheen met Albert Mulder en Cornelis Kuip.
Gerbrig was nog geen 25 jaar oud. Martje Daalder was inmiddels al 71. Zou ze ook deze moederloze kinderen kunnen verzorgen? Jan zocht snel een andere vrouw, niet voor niets. Een echtgenote is beter dan een huishoudster, die blijft ook als ze niet tevreden is. Martje Daalder leefde nog jaren.
Zij is overleden om 22.00u; aangifte overlijden op 17 april 1868 door Reijer Daalder, 53 jaar, veehouder, zoon van de overledene en Johannes Gerardus Moojen, 37 jaar, bode; beide wonende op Texel

Het derde huwelijk met Franciska van der Wal
Franciska was in 1837 geboren in De Cocksdorp. Ze trouwde in 1861 met Jan Duinker.
7 Mei 1863. Reijer Daalder hier, berigt dat zijn halfbroer Jan Duinker deze morgen in zee drijvende is gevonden. Duinker had van Maart tot December geen drank gebruikt, maar met het verkoopen van een varken dat niet op straat kon gebeuren maar in de herberg was hij er weer afgeraakt, vooral de vrouw van Klaas Boon had altijd haar best gedaan om hem weer te verleiden en ‘t was haar gelukt. Duinker had finantiële problemen, zei “Wij zijn arm, straatarm”, liep het huis uit, door zijn vrouw teruggeroepen. Des nachts bemerkte zij dat hij niet meer naast haar in bed lag, zij haalde de buren die nu overal tevergeefs zochten. Eindelijk vonden zij de stappen zijner blote voeten op ‘t strand regt op zee aangaande en te 5 ure werd zijn lijk gevonden, 33 jaar oud.
Dat was een bijzonder tragisch einde, dat veel opschudding en verdriet in het dorp zal hebben veroorzaakt. Zelfmoord kwam aan de westkant van Texel niet zo vaak voor.
In de inventaris die na de dood van Jan Duinker werd opgemaakt door notaris Kikkert, staat precies vermeld hoe het met de armoede van de familie gesteld was. Dat viel zeker niet mee. Er waren inderdaad schulden aan Klaas Jacobsz Boon, die ‘tapper’ van beroep was. Zijn vrouw Meijs Jans Boon was dus degene die Jan aan de drank hield.

Reijer was aan den Burg voor de aangifte:
Hij (Jan) is overleden om 02.00u; aangifte overlijden op 7 mei 1863 door Reijer Daalder, 48 jaar, boer en Thomas Smits, 31 jaar, arbeider; beide wonende op Texel

De boedel werd beschreven en de erfgenamen vastgesteld door de notaris, de acte ondertekend door meester H. Gerssen, notarisklerk W. Faas, weduwe F. van der Wal, Arie S. Duinker, C. Dijksen, taxateur J.S. Wuis en de notaris Johannes Ludovicus Kikkert, die ook de verkoping deed.
(Zie Bijlage met de complete tekst)

7-6-1863 en 14-6-1863 Heldersche en Nieuwedieper Courant: Publieke verkooping De Notaris J.L. KIKKERT, te TEXEL, zal op donderdag den 18 Junij, des avonds 8 ure, in het Logement DE ORANJEBOOM, aan den Burg, op Texel, publiek presenteren te verkoopen:
Een schuur voor den Landbouw met 11 Bunders 87 Roeden 50 Ellen BOUW-, WEI- en HOOILAND alsmede eenige Perceelen HOOI- en ZAADGEWAS, staande en gelegen in den polder de Koog, te Texel.
Toebehoorende aan de Erven van wijlen J.S. DUINKER

Franciska was ook nog zwanger. Ze ging terug naar De Cocksdorp, waar haar ouders woonden en een deel van haar 8 broers en zusters. De familie kwam uit Stellendam, en was na de inpoldering van Eijerland naar Texel gekomen. Zij was het 7e kind, het eerste van het gezin dat op Texel was geboren. Vader Van der Wal was zadel- en schoenmaker van beroep.
Het kindje, dat de naam Jan kreeg, werd op 29 juli geboren in De Cocksdorp. Hij leefde nog geen 5 maanden.
Hij is overleden om 10.00u; aangifte overl op 14 dec 1863 door Andries van der Wal, 33 jaar, zeeman, oom van de overledene en Anthon Diderich Voigt, 37 jaar, koopman; beide wonende op Texel

Francisca vertrok met de kleine Simon naar de Overkant, naar Alkmaar.
11-2-1866 HNC BS Texel:
ONDERTROUWD: Hendrik Hilkhuizen, timmerman, 24 jaren, wonende te Alkmaar en Francisca van der Wal, weduwe van Jan Duinker, 28 jaren, wonende te Alkmaar, laatst te Texel.

Simon Jansz Duinker (1862-1928) trouwde in Amsterdam met Christina Dijkman, 5 kinderen, waarvan het oudste genaamd was Franciska Marretje.

WEESHUIS
Naatje ging naar het Weeshuis, waar ze bleef tot ze 20 jaar oud was.
Waar de kleine Nanning en Gerbrig bleven? Ook naar het Weeshuis, of naar hun grootmoeder Marijtje? Dat duurde, als zij het al wilde en kon, niet lang- Marijtje stierf al op 16 augustus.

Naatje in het Weeshuis en daarna
Notulen van de vergaderingen van de Regenten van het Algemene Weeshuis van Texel
Vergadering 8 July 1869
De verschillende perceelen Hooigewas en Nagras f 1263, en de 3 perceelen in eigendom toebehorende aan N. Duinker voor f 50.

Vergadering 6 Jan 1870
Verder wordt besloten de verhuring der Weezeboe voor den tyd van 6 en het Smidsland, in de polder de Koog, toebehorende aan Naatje Duinker, voor den tyd van 4 Jaren; beide ingaande de 20 Maart 1870, te doen plaatshebben op den 20 Jan aanstaande voor den Hr Not WJG Bruno Bok.

Huizinga 2 October 1874. Vanavond bezocht de weduwe Veenstra, zij verhaalt van de onbillijke bepaling dat de verpleegden in het Weeshuis die nog iets bezitten kostgeld moeten betalen, zooals Dirk Zuidewind, Naatje Duinker, enz, allen Doopsgezind.

Vergadering 3 Dec 1874
Uit het Weeshuis ontslagen Naatje J Duinker met toezegging dat het door haar ingebragte erfdeel, door Regenten eerlang aan haar wettige voogden zal worden verantwoord en uitgekeerd.

Buitengewone Vergadering 26 Dec 1874
Ter vergadering verschenen de HH C Dyksen en A Eelman, wettige voogd en toeziende voogd van de uit het Weeshuis ontslagen Naatje J Duinker, aan welke HH door regenten werd ter hand gesteld de bewyzen van eigendom en verdere papieren, door gen Naatje Duinker, by hare opname in het Alg Weeshuis ingebragt moederlyk erfdeel, en wel
1 De bewyzen van eigendom van 8 perceelen grasland, liggende in de polder de Koog, en genaamd: het Lange hooiland, de Honderdjes, de Paardekoog, het Janneland, Meyert Boons land, de Zwarte M en Pieter Boons land en Smits land.
2 Eene obligatie groot f 76.25 ten laste CP Dyksen
3 Eenig goud en zilverwerk als:
3 kerkboeken met zilver
1 paar gouden oorringetjes
1 d Voornaald en 2 Zynaalden
1 d Halsboot met haken
1 d handring
1 zilveren tabaksdoos en pypenstoker
1 d reukdoosje
1 Bloedkoralen Ketting en eenige losse Kralen
4 Eene som van f zynde het saldo van de voor N Duinker door regenten ontvangen landhuur vanaf 1 July 1863 tot en met 1 Dec 1874.
Voor ontvangst van welke bewyzen goederen en gelden, door bovengenoemde Voogden, ter versoeke van regenten; behoorlyk en wettig bewys is afgegeven.

De boedel van Jan Duinker was zo met lasten bezwaard, dat het moederlijk erfdeel van Naatje in een zwart gat zou kunnen verdwijnen. Maar hieruit blijkt dat zoiets niet is gebeurd. Ze kreeg 8 van de 10 stukjes land en de sieraden van haar moeder. De lijst van het Weeshuis daarvan is niet gelijk aan die in de boedelbeschrijving, misschien had haar oom dit voor haar bewaard.

In 1878 trouwde Naatje met Arie Geus (1850-1926). Ze kregen twee dochters, Frouwtje in 1889 en Jantje in 1883. Arie was timmerman, net als zijn broer Gerrit, die Meester Timmerman in de Waal was. Nanning Duinker was leerling van Gerrit geweest. Ze waren zonen van Hendrik Geus en Jantje Bikker.
Zij is overleden om 21.00u; aangifte overlijden op 20 maart 1913 door haar echtgenoot en Jan Kikkert, 34 jaar, veehouder; beide wonende op Texel

Jantje (1883-1951) trouwde met Jan Kikkert (1878-1961). Kinderen Paulus, Arie Hendrik en Paulus. Ze woonden in Oudeschild.

Nanning in het Weeshuis
N Duinker Jz in de Weeshuisnotulen zou Nanning kunnen zijn:
Notulen van Regenten van het Algemene Weeshuis van Texel (1843-1874):
Vergadering 6 Maart 1873
Besloten N Duinker als leerling en S de Porto in hunne betrekkingen nog een jaar te laten continueren op de bestaande voorwaarden.
Vergadering 5 Feb 1874
Op nieuws geaccordeert met GH Geus Mr Timmerman a/d Waal om N Duinker Jz nog een jaar als leerling in dienst te houden tegen vergoeding van f 52 S Jaars.
Het was voor zulke jongens goed om een vak te leren. Een timmerman heeft meestal werk, een verstandige keuze voor zo’n jongen.

Nanning Jansz Duinker woonde in 1888 in De Rijp, daar werden zijn kinderen geboren. Bij zijn huwelijk in 1887 was hij ‘rijksambtenaar’ (wat ook een gemeente-timmerman kan zijn). Hij stief op Texel in 1915. Zijn echtgenote Trijntje Vonk ook, in 1940, 79 jaar oud.

Gerbrig
Zij was in 1863 nog geen 4 jaar oud. Volgens de Fundator (regels) van het Weeshuis werden daarin uitsluitend kinderen opgenomen die tussen de 4 en 12 jaar oud waren. De kleine Gerbrig kon daar niet direct heen. Zo’n kind moest zolang bij familie blijven. In de Weeshuisnotulen werd zij niet genoemd.

Gerbrig Jans Duinker (1860-1890) trouwde in 1883 met Jan Schagen (1861-1899). Zij beiden zijn overleden in Amsterdam. De ouders van Jan waren Jan Albertsz Schagen uit Oudeschild en Jannetje van Grouw (1818-1881) van Den Hoorn. Jan was het vijfde kind met die naam in hun gezin. Verder werd van de 9 kinderen alleen broer Klaas volwassen.

Beschrijving van de nalatenschap van Jan Simonsz Duinker
Nommer van het Repertoire 3295 Boedelbeschrijving
In het Jaar 1863 den 16en Mei des morgens 11 ure, ten verzoeke n in bijwezen van-
1 Franciska van der Wal, zonder beroep, wonende aan de Koog binnen deze gemeente, weduwe van wylen Jan Simonszoon Duinker, met wien zij in derde huwelijk onder de tegenswoordige wetgeving in gemeenschap van goederen is gehuwd geweest, voorts in hare hoedanigheid van moeder en mitsdien wettige voogdesse over haar minderjarig kind Simon Duinker met opgemelde haren man ten echt verwekt-
2 Arie Schouten Duinker, doende boerenbedrijf wonende aan de Koog gemeld, ten deze in qualiteitvan voogd over Naatje Duinker, kind van genoemde Jan Simonszoon Duinker in eerste huwelijk verwekt bij Frouwtje Dijksen, zoomede over Nanning en Gerbrig Duinker in tweede huwelijk verwekt bij Gerbrig Nannings Duinker, daartoe benoemd en aangesteld blijkens acte op den 22en October 1860 ten overstaan van ons Notaris in presentie van getuigen verleden, na doods geregistreerd
3 Cornelis Pietersz Dijksen, doende boerenbedrijf, wonende in den polder Oosterend binnen deze gemeente meergemeld, ten deze in qualiteit van toeziende voogd over de minderjarigen, Naatje Duinker, Nanning, Gerbrig en Simon Duinker, benevens tot curator over het kind waarvan de requirante zwanger is, in welke betrekkingen hij is benoemd en aangesteld blijkens procesverbaal op den 10den January 1855 en de 12den Mei laatstleden ten overstaan van den Heer Regterplaatsvervanger in het kanton Helder te Texel residerende, verleden, behoorlijk geregistreerd-
Nog in bijwezen van-
Jan Simons Wuis, koopman wonende aan den Burg alhier, ten deze in relatie van benoemde deskundige tot taxatie der natemelden roerende goederen blijkens procesverbaal van benoeming en beëdiging op den 12en Mei laatstleden ten overstaan van den Heer Regterplaatsvervanger voornoemd verleden, behoorlijk geregistreerd-
Tot bewaring van de regten van partijen en van ieder ander die daarbij belang zoude mogen hebben, wordt door Johannes Ludovicus Kikkert, Notaris in het Arrondissement Alkmaar, te Texel residerende ter presentie van de natenoemen getuigen overgegaan tot de beschrijving des boedels van wijle Jan Simonszoon Duinker voornoemd, gewoond hebbende aan de Koog gemeld, zoo als die boedel het laatst door de requirante in gemeenschap met genoemden haren man is bezeten geweest en zulks ten sterfhuize van den overledene aan de Koog alhier geteekend nommer 54 (Alfabetlijst 53) waarin of waaromtrent de roerende goederen zich bevinden, alles naar de opgave en de aanwijzing die daarvan zal worden gedaan door de Comparante ter Eenre, dewelke met de bewaring het opzigt en het beheer daarvan is belast geweest.
En hebben partijen met den Schatter benevens Willem Faas Notarisklerk wonende aan den Burg alhier en Hendrik Gerssen Junior, onderwijzer wonende aan de Koog gemeld, als aan ons bekende getuigen hiertoe verzocht, onmiddelijk na voorlezing alhier met ons Notaris geteekend om te strekken tot hoofd van dezen Inventaris-

En tot de boedelbeschrijving overgegaan zijnde is bevonden hetgeen volgt-
In de Voorkamer uitzigt hebbende aan de Straat
Een grenenhouten kabinet gewaardeerd op f 14-
Een tafel en 5 stoelen 9-
Een Staartklok 16-
Een spiegel en 4 Schilderijen 5-
Een turfkist en kerkstoof 2-
Een koperen doofpot en comfoor 8-
Tabakskistje, twee idem kistjes, doofpotje 2.50
Sigarenpotjes en 5 kommen op het kabinet 2-
Vloermatten en raamgordijnen 1-
In het kabinet
Kleederen aan de tweede vrouw behoord hebbende
Drie vrouwenjakken 3-
Een kleedje 2-
Een rok 1-
Kleederen van de overledene
Een duffelsche jas 13-
Een zwarte jas 4-
Een dito 8-
Twee blaauwe buizen 3.50
Een zwart idem 2-
Een zwarte broek 2.50
Een duffelsche idem 3-
Drie oude dito 2-
Twee zwarte vesten 2-
Een hoed en pet 1.50
Twee wollen hemden en twee dito broeken 4.50
Een katoenen broek en drie overhemden 2-
Drie paar kousen en een borstrok 2.50
Een paar laarzen 4-
Een zwartzijden doek 1-
Drie overhemden 3-
Eenige oude kleedingstukken 4.50
De kleederen van de Inventariente worden geacht eene gelijke waarde te hebben als van den overledene en dus gesteld op 63-
Eenig bed en tafellinnen 2.50
In eene bedstede
Een bed, peluw en 2 kussings 30-
Twee wollen en katoenen dekens, lakens en sloopen 10-
In eene andere bedstede
Een bed, peluw en 2 kussens 30-
Twee katoenen, een wollen deken, lakens en sloopen 10-
In eene kast
Eenig aardewerk 5-
Een olie en azijnstel en eenig glaswerk 1.50
In eene kamer uitzigt hebbende op het land
Een ladetafel 8-
Een hoekkastje 2-
Een tafeltje, 2stoelen en kinderstoel 3-
Eene spiegel en 3 schilderijen 2-
Een blik trommeltje 3 blaen en broodbak 2-
Op de ladetafel
Een grijs servies 1.50
Twaalf kopjes en schotels 2-
Een koperen koffijketel, twee stoven en theestoof 2-
Op de hoekkast
Een koffijmolen en tabaksdoos 1.50
In dezelve
Eenig Engelsch aardewerk 2-
Eenige vloermatten en raamgordijnen 1-
Een kanarie met kooi 1-
In het voorhuis
Een glazenkastje 1.50
Een tafeltje, 2 oude stoelen en 2 schilderijen 2.50
Op de glazenkast
Drie pullen en 2 kommen -80
In dezelve
Eenig aardewerk en borden 1-
Drie porceleinen borden 2 kopjes en schotels 2-
Eenig glaswerk, trommeltjes en ornementen 2.50
Een jagtgeweer en naaikistje 3-
Een tobbetje en bloempotten
Eenige vloermatten en raamgordijnen 1-
In het achterhuis uitzigt hebbende op de duinen
Een oude aanregtbank en kist 1-
Een kuip en 2 tobbes 2.50
Een koperen theepot en schenkketel 3-
Dito lamp, schuimspaan en strijkijzer 3.50
Een blikken trommel, bos en blaadjes 1-
Twee ijzeren potten, ketting, tang en pan 3.50
Eenig aardewerk, messen en vorken 1.50
Op den zolder
Een spanmolen, bedbank en houtwerk 2-
Eenig touw, ijzerwerk en gereedschap 3-
Een oude kolomkagchel met pijpen 2.50
Een wieg, vuurmand, kruiken en flesschen 3-
Eenig spek 3.50
Eenige rommeling 2-
Om het huis op het erf
Een varken 24-
Een hok, emmer en bak 2-
Een kippenhok 1.50
Eene kar en waterton 4-
Zestien kippen 8-
Eenig los hout 7-
Goud- en zilverwerk
Een gouden voornaald 9.50
Een paar dito zijnaalden 12.12.5
Een paar dito kapspelden met zwarte stenen 10.50
Een dito slot met bloedsteen 6.35
Drie dito vingerringen 6.50
Twee snoer bloedkoralen 28.50
Een zilveren oorijzer 8.85
Een dito tabaksdoos 12.80
Een knipje met koralenbeurs 3.50
Een zilveren reukdoosje 1.85
Een kerkboek met 2 gouden krammen dito hoeken 4.50
Twee kerkboeken met zilveren kram 2.50
Een nieuw testament en liederenboek 2-
Op de Landerijen
Twee stuks eenjarige koeschetten 45-
Twintig lamschapen 240-
Vijftien Enterlingen 225-
Twee en twintig lammeren 110-
Drie schapenkribben 4-
In de boed
Eene graaf 1.50
Eenige rommeling 4-
Pretentien en inschulden
De boedel heeft te vorderen van den Notaris Kikkert landhuur over het jaar 1862 vervaldag 24 juny aanstaande 362-
Martje Daalder weduwe Simon Duinker per resto van afrekening 500-
Totaal 2009.62.5

Schulden ten lasten des Boedels
De boedel is verschuldigd aan
De minderjarige Naatje Duinker volgens afrekening 1936.19
De Directie der Credietvereeniging te Amsterdam obligatieschuld 1620-
De Notaris Kikkert wegens geleende en voorgeschoten gelden 796-
Klaas Boon alhier volgens handschrift 50-
Denzelven volgens rekening 81.85
Hendrik Luitse voor geleverde winkelwaren volgens rekening 144.46.5
T. Tijsen voor een geleverd varken 21-
Pieter Bakker volgens rekening 52.95
De erven Gerrit Bakker idem 29-
J.J. Knap genees en heelmeester voor geleverde medicamenten en gedane visites 26.20
Simon Leijen voor geleverd brood 37.22
Nanning Kikkert volgens rekening 11-
Doodschulden en begrafeniskosten 60-
Grondlasten en dijklasten voor het lopende jaar Memorie
Verdere schulden en lasten des boedels tot nog toe onkend worden alhier meede gebragt voor Memorie
Totaal 4865.87.5

Vaste Goederen
Tot de gemeenschap behoorende
1 Een perceel Weiland genaamd Lange Hooiland gelegen in de polder Koog alhier Kadastraal bekend Sectie H nommer 119, groot een Bunder 10 Roeden 40 Ellen-
2 Een perceel Weiland de Paardekoog H 125, groot 1 Bunder 25 Roeden 50 Ellen
3 Een perceel Weiland de Kolkkoog H 126 groot 1 Bunder 3 Roeden 60 Ellen
4 Drie perceelen land Pieter Kikkertsland
H 140 [een Bunder?] 3 Roeden
H 141 een Bunder 12 roeden
H 142 een Bunder 26 Roeden 90 Ellen
5 Een perceel Bouwland Pietertjesland H 150 twee bunders 50 Roeden 90 Ellen
6 Twee perceelen Weiland de Honderdjes
H 122 20 Roeden 60 Ellen
H 123 28 Roeden 90 Ellen
7 Een perceel Weiland het Langland H 124 groot 77 Roeden 40 Ellen
8 Een perceel Weiland eerste Mienteglop H 244 groot 38 Roeden 10 Ellen
9 Een perceel Weiland het Omloopje H 245 groot 31 Roeden 80 Ellen
10 Een perceel Weiland de Noord H 130 groot 1 Bunder 38 Roeden 40 Ellen
Titels en Papieren
Afschrift acte van scheiding des boedels van wijlen Jan Simonszoon Duinker en Frouwtje Pieters Dijksen den 19den februarij 1855 ten overstaan van ons Notaris in presentie van getuigen verleden, behoorlijk geregistreerd en overgeschreven ten kantore van de bewaring der Hypotheken te Alkmaar den 24 Februarij daaraan in deel 136 onder nommer 43. Dit stuk is gequoteerd en geparapheerd en op den Inventaris gebragt onder nommer Een.-

Men is bezig geweest van des morgens 11 ure tot des namiddags 3 ure met eene dubbele vacatie tot de beschrijving en waardeering der roerende goederen, pretentien en inschulden, de schulden en lasten des boedels, voorts het omschrijven der vaste goederen, en titels en papieren, al het welke gelaten is in het bezit en onder de bewaring van de eerste comparante, die zulks erkent en aanneemt al hetzelver weder te voorschijn te zullen brengen of te verantwoorden wanneer en aan wien zulks zal behooren.-
De voornoemde Fransciska van der Wal heeft vervolgens in handen van ons Notaris de bij de wet vereischte Eed afgelegd, dat zij van den boedel niets heeft verduisterd, noch weet noch gezien heeft, dat daarvan door anderen iets verduisterd is.-
Nog verklaren partijen in hunne verschillende betrekkingen de boedel en nalatenschap van voornoemde Jan Simonszoon Duinker niet anders te aanvaarden dan onder het voorregt van boedelbeschrijving aan hen bij de wet toegekend.-
De partijen hebben voorts in hunne verschillende betrekkingen verklaard niets van de opgemelde minderjarigen te vorderen te hebben.-
Zijnde de verschijnende personen ons Notaris bekend. Goedgekeurd de doorhaling van een woord [groot] in den vijfden regel op de achtste bladzijde.-
Waarvan wij dit procesverbaal hebben opgemaakt en gesloten, ten tijde en plaatse gemeld in tegenwoordigheid van Willem Faas en Hendrik Gerssen Junior beiden voornoemd, als aan ons bekende getuigen hiertoe verzocht, welke deze Minute met partijen de schatter en ons Notaris alhier onmiddellijk na voorlezing hebben onderteekend.-
W Faas H. Gerssen Jr F van der Wal Arie S Duinker G P Dijksen Swuis JohLudKikkert not

Ze kenden elkaar allemaal, waren buren, als ze al geen naaste familie waren:
Buren in de Koog, lijst bijgehouden na 1859
36. Duinker wed. Arie Schouten (Kuiper Pieter Cornelis) Kuiper Jacobus
37. Mulder Gerrit Zuidewind Jacob Mz
38. Daalder Simon Rz
39. Daalder Reijer Zoetelief Johannes Rz
40. Bakker Jacob Gerssen Hendrik Klok Cornelis Kuhn Jan Rutger
41. Kuiper (Klaas) Jacobus
42. Daalder Klaas Rz Kuip Cornelis Senior
43. Huisman Jacob Huisman Jacob Junior
44. Möller Johan Carel Gustav
45. Burgman Luit Daalder Arie Eelman Arie
46. Gorter Cornelis Eelman Jacob Arisz
47. Ridder Cornelis de
48. Daalder (Martje wed. Duinker) Boogaard (Jacob) Roeper Pieter Korsz
49. Duinker Pieter
50. Luitze Hendrik
51. Boon Klaas Boon Cornelis Klaasz
52. Dalmeijer Willem Kikkert Dirk Dijksen Cornelis (Kooiman Trijntje wed. P. Koorn)
53. (Duinker Jan Simonsz ) Wal Francisca v/d wed. Jan S. Duinker Kuiper Maria wed. Petersen

Tussen haakjes de namen die op de lijst waren doorgestreept wegens overlijden of verhuizen.




Home