Cornelis van de Ploeg

Cornelis van de Ploeg, zoon van Geert Kornelis en Geertje Thomas, is geboren in Grijpskerk op 12 oktober 1800 en gestorven op 31 december 1867 in de Everste Koog op Texel.

Hij is overleden om 19.00u; aangifte; overl op 2 jan 1868 door Jan Gieles, 31 jaar, arbeider, behuwdzoon van de overledene en Johannes Gerardus Moojen, 36 jaar, bode; beide wonende op Texel

Zijn echtgenote Aagje Jelles Fielstra kwam uit Kloosterburen. Ze was geboren in 1797 en overleed op 27 maart 1881 in Den Burg.

Zij is overleden om 12.30u; aangifte overl op 28 mrt 1881 door Jan Bruin, 73 jaar, zonder beroep en Simon Koning, 48 jaar, veldwachter; beiden wonende op Texel

Ze trouwden op 9-4-1821. Na hun trouwen woonden ze in Pieterburen, gemeente Eenrum.

Hun kinderen waren Geert (1821/22- voor 1893), Jan (1823 - 1859 Eijerland), Thomas (1825/26- 17-6-1848 Everste Koog), Willem (1828/29- 13-4-1852 Woerden), Geertje (1831- 3-1-1853 Koog), Souwtje (1833/34- 12-7-1899 De Cocksdorp), Aagje (15-12-1838 Eierland- 22-3-1900 Burg), Cornelis 15-12-1838 Eijerland- 29-7-1839 Eijerland) en Aagje (Eierland 1828- Burg 1900).

Cornelis was op Texel boerenknecht, dagloner, arbeider, landbouwer, boer. Dat beroep werd opgeschreven bij de geboorte van de kinderen of bij andere officiële gelegenheden. 'Boer' werd hij genoemd in 1859.

ALFABETLIJST 1850 Wijk Koog

1 Witte (Cornelis) Witte Jan Pietersz

2 Vlaming (Biem) Wuis Antje wed. B. Vlaming Vlaming Cornelis Bz Vlaming Jan Bz

3 List Jacob Wz List Kors Jacobus

4 (Bakker Bouwe) Bakker Cornelis Bouwensz

5 List Griet wed J. Saris Knol Martinus

6 Saris (Cornelis) Bakker Pieter Jacobsz

7 Eelman Kors Dirks

8 (Ploeg Cornelis v/d) Barhorst Hendrik

9 Huisman Gerrit kinderen Gerrit Huisman Witte Jan Jansz

10 Keijzer Pieter Maartensz Brouwer Antje wed. P. Keijzer Huisman Jan

11 Maas Willem

12 Brouwer Klaas Bakker Geertje (wed. Jac. J. Bakker)

Als iemand op de lijst is doorgestreept, is die hier tussen ( ) geplaatst. Het kan zijn dat die persoon is overleden, maar ook dat hij is verhuisd. Huisnummer 8 zou de boerderij Flora zijn.

Volgens het Boerderijenboek werd Flora gebouwd in 1840 door Jacob List, die het plaatsje verhuurde aan Cornelis van der Ploeg (1790-1867). Cornelis kocht het in 1845. In 1852 werd het verkocht aan Gerrit Dirksz Bakker, doch in 1855 werd Cornelis van der Ploeg opnieuw eigenaar. In 1864 werd het gekocht door notaris Johannes Ludovicus Kikkert.

Deze voorstelling van zaken komt niet overeen met de aantekeningen van dominee Huizinga, die schreef dat Cornelis in 1855 vluchtte en dat zijn goed door Bakker werd verkocht.

Het oude boerderijtje is later verbrand en opnieuw opgebouwd.

De Ploegelanden

Stukken Mientgrond die door Cornelis van der Ploeg waren gepacht.

Pachterskaart 1842-1853

Ploeglanderweg of Ploegelanderweg,

De weg is genoemdnaar de Ploegelanden, die waren ontgonnen door of in gebruik waren bij door Cornelis van der Ploeg in 1848. Niet iedereen krijgt een weg naar zich vernoemd, bijna niemands naam is 150 jaar na zijn dood nog bekend.

Op het straatnaambordje staat Ploegelanderweg, in het Texels telefoonboekje Ploeglanderweg. Feitelijk is het laatste juist. De zandweg is aangelegd door Boschwachter Klaas Min in 1901.

Rekest aan de Gouverneur

Brief van Burgemeester Keijser 30-6-1840 N 196

Aan de Gouverneur onderwerp rekest Cornelis Gerritsz van der Ploeg

Dat is gebleken dat het bij den Rekeste aangevoerd in substantie der waarheid overeenkomstig is. Wat echter betreft zijne werkzaamheden van ontginning van schrale (niet woeste) gronden, zoo moet ik Uwe Excellentie ronduit betuigen, dat de zelve uit een landbouwkundig oogpunt beschouwd op zijn zachtst genomen eene uiterst gewaagde zaak is.- Immers dat men uit kracht van bemesting ook de slechtste gronden eene tijdelijke vruchtbaarheid kan bijzetten is overbekend, en zal de rekestrant ook hier niet als eene pas gedane ontdekking den Ingezetenen leeren: doch juist omdat men proefondervindelijk weet dat die gronden, zonder grootere kosten dan de revenuen zijn geene bearbeiding verdienen, laat men die ongebruikt liggen, of bezigt ze nu en dan voor schaapweiden.

Als zoodanig dus kan ik Uwe Excellentie het ondersteunen van des Rekestrants verzoek niet aanbevelen. Mogt echter Zijne Majesteit kunnen goedvinden bij wijze van gifte den Rekestrant eene kleine ondersteuning toetestaan, dan zou die gifte als aan eenen nijveren met zwaar gezin belaste man gedaan, zoo ik geloof geenzins kwalijk geplaatst zijn.

DE MINISTER VAN FINANCIEN

Geeft krachtens de hiertoe vanwege Zijne Majesteit verstrekte magtiging, bij deze mede uit naam van den Minister van Binnenlandsche Zaken, te kennen aan C.G. van der Ploeg, arbeider te Texel, dat op het door hem aan den Koning ingediend request, het Hoogstdezelve heeft behaagt, om met afwijzing van het gedaan verzoek, aan hem requestrant te verleenen eene Gratificatie voor ééns ter bedrage van 50 Guldens waarvoor aan hem nevens deze kennisgeving en door tusschenkomst van den Heer Burgemeester zijner woonplaats eene assignatie betaalbaar bij den administrateur van de Schatkist te Amsterdam zal worden uitgereikt.-

S Gravenhage den 1 Augustus 1840

De Minister van Financien

Adressant

14-8-1840 Aan de Minister van Financien te 's Gravenhage

Dank voor de gratificatie ten behoeve van C.G. van der Ploeg, welke door mij aan den belang hebbende is uitgereikt geworden, zijnde dezelve gequoteerd N 591 f 50,-

Zoon Willem in dienst

Brieven van Burgemeester Keijser

19-3-1849 Aan de Provinciale Militieraad Zieke miliciens,

Bezoek aan huis bij Willem van der Ploeg wel zal moeten plaats hebben aangezien het niet te verwachten is, deze bij een volgende zitting in staat zal zijn in persoon te kunnen verschijnen.

4-4-1849 Aan de Militie Commissie in het 3 e ressort

Dat de lotelingen Willem van der Ploeg en Cornelis Eelman N 40 en 55 volstrekt buiten staat zijn in persoon voor de Militieraad te kunnen verschijnen. Verzoek medisch Doctor Scheurleer en Heelmeester Stolp te magtigen de beide lotelingen in hunne woning te onderzoeken, rapport volgt.

28-4-1849 Intezenden aan de Militieraad

De rapporten en verder betrekkelijke stukken betreffend het geneeskundig onderzoek in hunne woningen der lotelingen Willem van de Ploeg en Cornelis Eelman. Declaratien van de doctoren. De woningen van de beide lotelingen waren op meer dan 2 uren van elkander gelegen.

[Willem woonde aan de Middenweg (Flora) en Cornelis (geboren in 1829 of 1830) te Oosterend]

12-5-1851 Bij deze te doen geworden een certificaat van de alhier practiserende geneesheer A.E. Stiggelbout, betrekkelijk den persoon van Willem van der Ploeg, Milicien van1848, thans tot den werkelijken dienst opgeroepen.

28-5-1851 Dat na een opzettelijk ingesteld onderzoek voldoende is gebleken, dat de Milicien Willem van der Ploeg zich nog zoodanig ongesteld bevindt, dat hij volstrekt buiten staat is naar zijn korps te kunnen vertrekken, waartoe tevens bijgaande geneeskundige verklaring is strekkende.

12-6-1851 Dat den Milicien Willem van der Ploeg van de ligting 1850 uit deze Gemeente ingedeeld bij het 4 Reg. Inf. wegens aanhoudende ziekte zich buiten staat bevindt naar zijn Korps te vertrekken, waar voor nevensgaande geneeskundige verklaring is dienende.

18-6-1851 Eene andere geneeskundige verklaring voor Willem van der Ploeg

257 30-5-1851 Aan de Gouverneur

Declaratie doctor Stiggelbout voor Willem van der Ploeg

5-7-1851 Dat door mij een onderzoek is ingesteld omtrent den tegenwoordigen toestand van de Milicien W. van der Ploeg, hetwelk tot de overtuiging heeft geleid dat deze persoon opheden nog niet zonder gevaar voor het leven naar het Militaire Zieken Etablissement aan den Helder kan worden overgebragt, waarvan ik mitsdien door nevensgaande geneeskundige verklaring aan Uwe Excellentie doen blijken.

Intusschen schijnt zijne toestand eenigermate te verbeteren [en] zal ik hem alzoo gedurig doen gadeslaan en zoodra de mogelijkheid bestaat genoemden Milicien terstond naar het Zieken Etablissement te Helder doen overbrengen.

25-7-1851 Bezorger dezes, den Milicien Willem van der Ploeg van de ligting 1850 uit deze Gemeente, die met den 15 Mei Ll vanuit de reserve in werkelijken dienst had moeten komen, is door aanhoudende ernstige ongesteldheid steeds verhinderd geworden naar deszelfs Korps te kunnen vertrekken. Thans echter is zijn toestand zooveel verbeterd, dat het mij toeschijnt daarvoor geen bezwaar meer bestaat, waarom dan ook met deze daaraan wordt voldaan.

Idem aan de Commissaris des Konings.

Willem is gestorven in Woerden op 13-4-1852

Een ongelukkig man

Huizinga 12 maart 1853. Gerrit Dirksz Bakker heeft nog van veel menschen geld te goed. Hij verhaalde hoe hij stond met de oude Cornelis van der Ploeg, en zoo waren er verscheidene aan wie hij geld schoot waarvoor hij dan hypotheek of vee-artikelen ten onderpand verkreeg .

Huizinga 30 maart 1853. Vroeger kwam hier C. van der Ploeg, een ongelukkige man.

Het bleek mij weldra dat hij geheel krankzinnig was. Hij kondigde zich aan mij aan als dengeen met wie ik dagelijksch te doen had, als Jezus Christus, die het getuigenis heeft in zichzelven, die God die alles in allen vervult.

Ik had diep medelijden met de ongelukkige, die door velerlei rampspoed als vervolgd eindelijk het regte spoor bijster geworden was. Hij wilde naar Groningen naar zijne familie om wat verzachting voor zijn drukkend leed te zoeken. Ik raadde hem die reis aan, maar tevens werkzaamheid, zocht blijmoedig vertrouwen op God bij hem te wekken, enz. Eindelijk ging hij heen .

Waarschijnlijk bedoelde Huizinga met 'velerlei rampspoed' dat er al 5 van hun kinderen waren gestorven. Met het werk ging het ook maar moeizaam.

Cornelis kon het duidelijk niet aan. Met iemand die denkt dat hij Jezus is gaat het niet goed.

Huizinga 29 maart 1855. Over de vlugt van Cornelis van der Ploeg en de verkoop van zijn goed door Gerrit Bakker gesproken .

Waarheen was hij gevlucht? Toch naar Groningen? En voor hoe lang? Niet veel later was Cornelis weer op Texel. Hij kon niet meer werken. De gemeente Texel stond hem bijstand toe, die betaald moest worden door zijn Domicilie van Onderstand Grijpskerk, zijn geboorteplaats.

In maart 1859 overleed zoon Jan. Diens vrouw was eerder al gestorven.

Onderstand voor rekening van Grijpskerk

27-11-1863 Besluit Burgemeester van Texel

aan Cornelis van der Ploeg, arbeider wonende alhier, te verleenen f 1,-

Onvermijdelijk, als kunnende hij door hoogen ouderdom niets verdienen.

Brief 22-12-1863 Aan de Heeren GS van Noord Holland no 253

Berigt aan de gemeente Grijpskerk dat Cornelis van der Ploeg aldaar is geboren en heeft schoolgegaan, dat zijne ouders waren Geert van der Ploeg en Geertje Coeraai of Kraai, dat hij den 22-9-1800 is geboren.

1-8-1864 Besluit Burgemeester van Texel, op verzoek van Cornelis van der Ploeg, arbeider, om geneeskundige hulp voor zijne vrouw Aagje Jelles Fielstra, die wegens eene ernstige ziekte, oppassing en verzorging 50 cents daags behoeft, voor rekening van Grijpskerk

Voor Aagje zal het leven niet makkelijk zijn geweest. Eigenlijk kon ze zelf niet ziek worden, want haar man had verzorging nodig.

Brief 19-8-1864 Aan den Heer Burgemeester te Grijpskerk

Dat de vrouw van Cornelis van der Ploeg, hoewel nog ziek, begint te herstellen. Ik kan niet ontkennen dat de oppassing van de vrouw van Cornelis van der Ploeg zeer kostbaar is.

Men moet echter daarbij in aanmerking nemen, dat de man op 74-jarigen leeftijd [64] zich in een staat van onnozelheid en kindsheid bevindt, en zich zelve niet kan helpen, evenzeer als de zieke vrouw gestadig oppassing behoeft, is het niet te veel. En [daarbij] kan men nog moeijelijk daarvoor iemand krijgen, omdat veel menschen voor dien man bevreesd zijn. De oppassing zal echter niet langer voortduren als hoogstnoodzakelijk is.

Het maximum van de onderstand is in deze Gemeente voor Armlastige boven 60 jaren in de maanden Mei, Juni, Juli, Augustus en September f 2,- en de overige maanden van het Jaar f 3,- per week.

3-2-1865 Verzonden de volgende declaratien

N 49 Burgemeester Vlissingen voor Gerardus Cornelisse f 13,-

N 50 Burgemeester Grijpskerk Cornelis van der Ploeg f 130,65

N 51 Burgemeester Hoorn weduwe A. de Boer f 12,65

N 52 Burgemeester Eenrum Willem Huizinga f 106,87

N 53 Burgemeester Terheijden P. Smit f 4,-

N 54 Burgemeester Vianen Vrouwtje de Jongen f 15,-

N 55 Burgemeester Hoofdplaat Jacob Ocque f 28,-

N 56 Burgemeester Ouddorp Pieter van der Vliet f 42,08

N 57 Burgemeester Zijpe W. Bestevaar f 10,75

Brief 18-2-1865 Aan Burgemeester van Grijpskerk

Ter voldoening van enz hierbij aantebieden, eene gespecificeerde rekening wegens geneeskundige hulp ten behoeve van de persoon van Cornelis van der Ploeg, …. brandstoffen worden verstrekt, ten bedrage van F 5,-

In Grijpskerk vond men meer dan 130 gulden wel wat veel. Maar ze betaalden wel.

18-5-1865 Burgemeester van Grijpskerk

Hiernevens heb ik de Eer UEdA voldaan geteekend terugtezenden de declaratie aangaande Cornelis van der Ploeg.

De Burgemeester van Grijpskerk zal gevraagd hebben om deze dure klant naar zijn geboorteplaats terug te laten keren. Men dacht dat dan de kosten zouden verminderen.

Brief 28-6-1865 Aan de Burgemeester van Grijpskerk

Dat ik naauwkeurig onderzoek heb doen instellen naar de persoon van Cornelis van der Ploeg, en is mij gebleken dat het ten eenenmale onraadzaam is om die persoon, onder de tegenwoordige omstandigheden naar zijn Onderstands Domicilie te doen verhuizen, daar zulks volgens getuigenis van den Geneesheer, ligtelijk aanleiding zou kunnen geven tot volslagen krankzinnigheid, daar de man aan verstandverbijstering nu reeds lijdende is.

Ik moet UEdA tevens doen opmerken dat Cornelis van der Ploeg niets verdienen kan, en dat wanneer hij werkelijk mogt kunnen vertrekken, en zich in Uwe gemeente vestigen, eene subsidie van f 1,- (het minimum dat wij geven kunnen) bepaaldelijk ontoereikend zou zijn, terwijl hij alhier voor die som kan worden onderhouden.

Mogt U een certificaat verlangen van den Geneesheer omtrent zijnen toestand, zal ik UEd dat doen toekomen.

Brief 8-9-1865 Aan de Burgemeester van Grijpskerk

Inzending declaratie ten behoeve van Cornelis van der Ploeg ter grootte van f 26,30

31-1-1866 Declaratie Armbestuur

N 71 Burgemeester Vlissingen G. Cornelisse f 11,-

N 72 Burgemeester Ouddorp P. Heerschap f 1,-

N 73 Burgemeester Hontenisse Pieter Vonk f 7,50

N 74 Burgemeester Bedum Thijs Knol f 5,-

N 75 Burgemeester Hoorn Wed. A. de Boer f 17,50

N 76 Burgemeester Grijpskerk C. van der Ploeg f 28,-

N 77 Burgemeester Hoofdplaat Jac. Ocqué f 30,-

N 78 Burgemeester Nieuwe Tonge C. Wiegel f 5,-

N 79 Burgemeester Goedereede A. Bakelaar f 3,-

N 80 Burgemeester Vianen W. Verwey f 4,-

N 81 Burgemeester Terschelling Jb. Schaap f 4,-

N 82 Burgemeester Ouddorp Krijn Koolen f 7,-

N 83 Burgemeester Hardinxveld Jan C. Dekker f 20,16

N 84 Burgemeester Zijpe Zeeland W xxxx f 28,65

N 85 Burgemeester Vianen Wed. A. de Jong f 13,30

Totaal f 213,01

Brief 24-3-1866 Aan Burgemeester en Wethouders te Grijpskerk

Goede ontvangst te berigten van missive met eene kwitantie van storting groot f 56,50 wegens verstrekte onderstand gedurende het jaar 1865 aan Cornelis van der Ploeg, de behoorlijk voldaan geteekende declaratien gaan hierbij terug.

Huizinga 4 april 1866. Doctor J. Ensing hier sedert 19 maart gelogeerd tot mei, en zal dan zijn gehuurde kamer betrekken. Cornelis van der Ploeg is zijn eerste patiënt. Fokke Keijser tweede .

Jan Ensing uit Groningen was de nieuwe Eilandsgeneesheer. Hij kon waarschijnlijk ook niet veel veranderen aan de toestand van de godsdienstwaanzinnige. Huizinga, Van der Ploeg en Ensing konden wel met z'n drieën in het Gronings met elkaar praten.

Huizinga 6 april 1866. Met Ensing op een togt naar de Koog. Wij gingen eerst bij Cornelis van der Ploeg.

Brief 30-10-1866 aan B&W te Grijpskerk

Voor Cornelis van der Ploeg onderstand van f 1,- 's weeks en gedurende de winter te mogen ontvangen voor brandstoffen ten bedrage van f 2,50 en eene deken f 2,- ten koste van Grijpskerk .

Brief 29-3-1867 aan B&W te Grijpskerk

Omtrent het ingenomen besluit betreffende Cornelis van der Ploeg te moeten opmerken, dat die man thans ernstig ongesteld is, dat hij doordien al jaren lijdende aan zwakte in het hoofd, zoodat hij oogenblikken heeft waarin men hem voor innocent zoude kunnen verklaren, en hij daardoor geenen geregelde werkzaamheden meer kan verrigten, dat de bedeeling ad f 1,- per week volgens UEdA besluit moet eindigen en eene bedeeling van f 0,50 per week voor oude lieden ontoereikend in de winter is, dat eenen overeenkomst ingevolge xx44 niet mogelijk is, en het alsnog was te vreezen, hij geheel innocent werd, weer verondersteld dat hij met zijne vrouw hen xxxxx voor geene gulden zoude kunnen onderhouden, waarom wij de vrijheid nemen UEdA beleefdelijk te verzoeken het genomen besluit in gunstige overweging te nemen.

Huizinga 6 april 1867. Met den Heer Ensing op een togt naar de Koog. Wij gingen eerst bij Cornelis van der Ploeg (ziek) daarna bij Klaas Brouwer, vervolgens Neeltje Mulder (kind ziek).

Klaas Brouwer woonde waar nu het Gouden Dak staat, Neeltje Mulder onder de duinkant in een keet in de Everstekoog.

Texel den 6-7-1867

Burgemeester Grijpskerk voor Cornelis van der Ploeg ad f 40,50

Cornelis is overleden in de Everstekoog op 31 december 1867 om 19 uur, aangifte op 2-1-1868 door Jan Gielis (31), arbeider, behuwdzoon van de overledene en Johannes Gerardus Moojen (36), bode, beiden wonende op Texel.

Nakomelingen

Geert trouwde met Vrouwtje Duinker (1819-1893)

Hun kinderen waren Cornelis (1843-1922), Grietje (1845-1911 Hogeberg), getrouwd met Jan Helm, Jacob (1847-1865 Eijerland), Aagje (1848/49-1867 Eijerland), Thomas (1851-1xxx) getrouwd met Naatje List, Nanning (1853-1934) getrouwd met Kaatje Bakker, Willem (1855), Willem (1856) en Antje (1859).

Jan trouwde op 4 mei 1848 met Cornelia Buis (1826 Oudeschild- 1856 CD)

Leentje (1849), Cornelis (1852), en Geertje (1854) werden geboren in de Everstekoog. Geertje overleed op 8-6-1855 in Eijerland.

Overlijden van zoon Jan op 5 maart 1859

WelEdele Heer!

Door het afsterven van Jan van der Ploeg opden 5 e Maart ll geboren te Pieterburen in Groningerland, wiens echtgenoot Cornelia Buis geboren op Texel en wel te O. Schild reeds voor twee jaren overleden is, zijn er twee Kinderen met name Leentje 8 jaren, en Cornelis 6 jaren oud, onverzorgd achtergebleven.

De diakonie onzer Hervormde Gemeente heeft de eer deze met nederigheid aan de Weledele Heeren Regenten van het Weeshuis in kennisse te brengen, vertrouwende dat er voor die ouderloze kinderen termen voor hunne opname in het Weeshuis bestaan, gelijk die bestaan hebben voor anderen.

Wij verzoeken het geacht Bestuur ten vriendelijkste zich het lot dezer Weesjes aan te trekken, terwijl wij ons in dezen tevens met vriendelijk aandrang aan uwe bekende bereidwilligheid te medewerking aanbevelen.

Met gevoelens van hoogachting hebben wij de eer te zijn namens de Diakonie

Uw DW Dienaar

Get P. Ris Lambers praes: Besturend diaken H. Monté

Eijerland op Texel 8 maart 1859

Brief BM 9-4-1859 Aan Zijne Excellentie de Commissaris des Konings in Noord Holland

Dat de reglementair bepalingen van het Algemeen Weeshuis niet toelaten, de opneming van de kinderen van Van der Ploeg in dat gesticht.

Dat wel is waar, het dochtertje van wijlen de Heer de Koningh, in dat gesticht is opgenomen, doch in het zelve is besteed geworden vanwege het Algemeen Armbestuur dezer gemeente.

Dat evenwel dat kind, door de aanmerkingen daarop gemaakt, niet lang meer in dat gesticht zal blijven, om alle schijn van onregt te voorkomen.

De kinderen van Van der Ploeg behooren aan het Burgerlijk Armbestuur, welk best bereid is maatregelen te nemen, ten einde dezelven naar Frederiksoord overtebrengen.

Er zouden meer kinderen De Konnigh zijn geweest dan dit ene, hoewel het ook meermalen voorkwam dat de Burgemeester niet goed had geteld.

Dreigen met opname in de landbouwkolonie Frederiksoord gebeurde vaker.

Souwtjetrouwde op 26 januari 1860 met Jacob van der Kooij.

Die kwam uit Sliedrecht (1830-1892 De Cocksdorp).

Hun kinderen waren Jacob (april 1860), Cornelis (1863-1885 CD), Grietje (1864), Aagje (1867-1890 CD), Klasina (1871-1944 Baarn), Gerard 1872/73-1915 CD) en Geertje (1879-1935 Zaandam).

Aagje trouwde op 17-1-1862 met Jan Gielis (1836-1878).

Hun kinderen waren Jannetje (28-2-1862 Burg- 11-10-1862 Burg), Cornelia (1-11-1863 Burg- 11-1-1905 Burg), Geertruida (16-11-1864 Burg- 11-9-1911 den Helder), Cornelis (4-4-1867 Everste Koog- 7-4-1948 Burg), Aagje (2-3-1869 Koogerveld- 23-10-1902 Medemblik), Frouwtje (12-9-1872 Koog- 26-7-1938 Gerritsland), en Jannetje (8-3-1875 Koog- 25-12-1890 Burg).

Een kind geboren zonder hulp

Wat moest de Burgemeester beginnen wat betreft de juiste aangifte van dit kind?

20-3-1879 Aan den Heer Officier van Justitie te Alkmaar

Gaarne zou ik van UEdA inlichtingen terug ontvangen omtrent de volgende zaak. Gepasseerde nacht is hier bevallen een arme weduwe, zonder dat iemand daar bij tegenwoordig was. Nu is de vraag wie moet het kind aangeven? Ik geloof niet dat de wet daarin heeft voorzien en zou daarom gaarne van UEdA vernemen hoe te handelen.

De moeder [van de vrouw] heeft het kind willen aangeven, maar daar zij niet bij de bevalling tegenwoordig was, meen ik dat zij niet gerechtigd was de aangifte te doen.

Hij kwam er drie weken later op terug, waarbij hij de naam van de ongelukkige weduwe noemde.

8-4-1879 Aan den Heer Officier van Justitie te Alkmaar

Te berichten dat de aangifte der geboorte van het kind van Aagje van der Ploeg is geschied door hare moeder [Aagje Jelles Fielstra], die het kind het eerst heeft gezien. Bij de bevalling was niemand tegenwoordig. Het kind is gisteren overleden.

Aagje Cornelis van der Ploeg had met Jan Gielis 7 kinderen, waarvan 6 nog in leven.

Er kwamen er na zijn dood nog drie, dit kindje Klaas (20-3-1879- 6-4-1879), en een tweeling geboren op 4 maart 1882 met de namen Thomas en Jan Willem, die kindertjes zijn gestorven 14 maart en 20 mei 1882.

Aagje is overleden om 16.30 uur, aangifte op 23 maart 1900 door Cornelis Gielis (32), arbeider, zoon van de overledene en Arnoud Langeveld (33), secretariebeambte, beiden wonende op Texel.

Er waren 5 mannen met de naam Cornelis van der Ploeg, de stamvader, zijn zoon en 2 kleinzonen

Huizinga 10 december 1870. Cornelis van der Ploeg hier met een brief van Marijtje Buijs uit Amerika. Ik aan haar een uitvoerige brief geschreven dien hij maandag kwam halen .

Marijtje Buijs had van 1850 tot 1852 bij Huizinga als meid gewerkt, tot ze ging trouwen. Na 3 jaar was ze weduwe. Met haar tweede man Marinus Verduin was ze in 1866 naar Amerika vertrokken. Ondanks die afstand hield Huizinga briefcontact met haar. Met de groep mensen waarmee Marijtje had gereisd was ook Leentje van der Ploeg.

Huizinga 17 december 1870. Gisteravond Cornelis van der Ploeg hier die gaarne met het voorjaar naar Amerika wil vertrekken naar Marijtje Buijs. Hij is bezig met Engelsch te leeren. Ik leen hem daartoe de Spraakkunst van Van der Pijl.

Huizinga 11 february 1871. Des voormiddags ontvingen wij een pakje van Cocksdorp, zijnde een presentje reukwater en zeep van Marijtje Buijs uit Amerika, met brief (ook voor C. van der Ploeg) wat ons eene aangename verrassing was .

Huizinga 18 april 1871. Geertje Dekker hier om afscheid te nemen voor de reis naar Amerika. Cornelis van der Ploeg, hem het pakje voor Marij meegegeven (en een paar flesschen wijn en sigaren) .

Brief van Burgemeester Loman

20-11-1871 Aan de Commissaris des Konings

Dat de jongeling Cornelis van der Ploeg, ingeschreven voor de Nationale Militie van deze jare, zich naar Noord Amerika heeft begeven met het voornemen zich aldaar te vestigen ter verbetering van zijn bestaan. Genoemde jongeling is ouderloos en bovendien eenige zoon. Ik neem de vrijheid UEdGrAchtb te verzoeken mij te magtigen hem van het Inschrijvingsregister te royeren.

Dit moet zijn Cornelis de zoon van Jan van der Ploeg en Cornelia Buis. De oproep voor de Militaire dienst kwam in het jaar dat men 20 werd.

De andere kleinzoon was in 1868 getrouwd met Berendina Koenraad (1841-1930) uit Eierland. Hun zoontje Jacob (1870) leefde minder dan een jaar. Zij zijn naar Haarlem vertrokken.

Brief 15-12-1873 2 proces verbaals Rijksveldwachter P. Deijs contra Willem Bosland en Cornelis van der Ploeg en contra C. Kalis (abusievelijk voorkomend in het proces verbaal als Cales!)

17-2-1874 Aan den Heer Officier van Justitie te Alkmaar

Om U bij deze beleefdelijk te verzoeken als het mogelijk is te willen bewerken dat Willem Bosland en C. van der Ploeg, beide ingezetenen dezer gemeente, door Uwe EA terzake diefstal veroordeeld tot resp. 4 en 8 dagen gevangenisstraf, de hun opgelegde straf zoo spoedig mogelijk mogen ondergaan, daar de verdiensten nu nog niet groot zijn en beide groote gezinnen tot hunne lasten hebben.

31-10-1875 Milicien verlofgangers Kalf Jan, Witvliet Gomert en Van der Ploeg, Nanning.


Home