School aan de Koog


De meesters
Hendrik Simonsz Smit
(1763-1823) was in 1786 schoolmeester, doodgraver en weesvoogd aan de Koog. Hij kreeg moeilijkheden met het nieuwe bestuur van de Bataafse Republiek, werd in 1795 ontslagen en leefde als werkman bij Hertje Dogger op de boerderij De Kwelder, nu een deel van Eijerland.

Zoon van Simon Jacobsz Smit en Trijntje Pieters Boon van De Waal, geboren in 1763. Hij overleed in 1823, in de boeken staat op 23 juni, maar hij was al sinds 9 april vermist.
Getrouwd in 1788 met Vrouwtje Hendriks Bakker (1770-1827). Kinderen Trijntje (1801-18xx) en Hendrik (1804-1858).

Hij werd opgevolgd door Jan Coendertsz Pronk, die in 1799 naar Amsterdam ging als ‘ondermeester der Stads Armenscholen’.

Jan Coendertsz Pronk (1776-1832) geboren te Oudeschild, gestorven aan Den Helder, getrouwd met Maria Pleij (1775-1824) uit Amsterdam. Kinderen Nicolaas, Koenraad en Antje geboren in Den Helder. Het laatste kindje stierf anderhalve week na de geboorte, de moeder 3 maanden later. Alleen Koenraad werd oud, leefde tot 1896, maar had geen nakomelingen.

Jan Klaasz Grauw werd in zijn plaats benoemd. In het najaar van 1808 bezocht de schoolopzichter A. Numan Texel. Die stelde vast dat Jan Grauw, aan de Koog, een zeer onbekwaam onderwijzer was. Jan overleed een maand later.
Jan Klaasz Graauw (1751-1808) uit Den Hoorn.

5-10-1808 Notulen der Municipaliteit:
Ingekomen missive van de Plaatselijke Schoolcommissie kennis gevende: van het overleiden van de schoolmeester Jacob Grouw aan de Koog, voorstellende tot de provisioneele waarneming te benoemen en te qualificeeren de Persoon van Jacob Romain onder adsistentie van Regenten van ’t Weeshuis, met verder berigt, dat zij dan van advertentie zullen laten doen in de bijdragen en verzoekende al meede daar van advertentie te effectueeren in de Couranten te moeten hebben de 3e Rang. Waarover zijnde gedelibereerd, is vastgesteld het Tractement van de onderwijzer aan de Koog met aflating van de Turf in eens op f 130,- Voor oppassen en luiloon der klok f 30,-, vrij woonen en verdere Emolumenten te stellen.
Zijnde wijders geapprobeerd dat Jacob Romeijn, opgevoed in het Weeshuis alhier, gedurende de Vacature het School aan de Koog zal waarnemen- alsook den ontvangst der binnenlandse kosten zal hebben. Waar van dan advertentie zal geschieden zo dat deswegens alles zal zijn geschikt. Informatie naar de Plaatselijke Schoolcommissie.
Jacob Gijsbertsz Romeijn (1789-18xx) uit Oudeschild

De opzichter trof in 1809 de school ‘in bloeyenden staat’ aan.

Aangesteld werd Jan Cornelisz Bakker (1790-1816) van Barsingerhorn, in 1810 getrouwd met Neeltje Jans Spigt (1779-1812) van de Koog.
Zij is overleden in huis nr. 9 om 15.00u; aangifte overl op 4 mei 1812 door Pieter Cornelisz Boon, 54 jaar, boer en Hendrik Nielen, 55 jaar, boer; beide buren van de overledene; beide wonende in De Koog; de 2e getuige kon niet schrijven
Hertrouwd ruim 3 maanden later met Marretje Hendriks Bruin (1784-1859). De getuigen bij het huwelijk waren allemaal familie van de bruid. Ze kregen twee kinderen in De Koog, Aafje in 1813 en Neeltje in 1815. Driekwart jaar later was Jan dood.

Zo kwam in 1816 de onderwijzerspost vrij en werd Hendrik Smit weer aangenomen.
De Staatsraad Gouverneur van Noord- Holland schreef: Ik heb de Eer UEd te informeren dat Z. Excell. Den Heere Minister voor het publiek onderwijs, Nationale Nijverheid en de Colonien, ingevolge mijne gedane voordragt, wegens de vervulling der vacerende school aan de Koog op Texel door de wederbenoeming bij dezelve aan Hendrik Smit van dezen post in 1795 ten gevolge der politieke omstandigheden van dien tijd ontzet, geene Zwarigheid maakt om uit kracht van art 2 van het besluit van Z.M. in dato 20 Maart 1814 UEd de noodige authorisatie tot het herstellen en weder te benoemen van denzelven Hendrik Smit bezittende den 4e rang op de genen die daartoe geregtigd zijn te verlenen.

Hendrik was zwaarmoedig en is tenslotte de zee ingelopen. Zijn lijk werd gevonden op 24 juni 1823.
Op zijn overlijdensakte staat: Hendrik Smit, wiens lijk door de natemeldene getuijgen is opgevischt bewesten de punt van de Hors in het Noordergat van Texel den 23e dezer maand ten vijf uren des Namiddags oud Zestig jaren wonende [en overleden doorgestreept] aan de Koog op Texel van beroep onderwijzer geboren Texel. Zoon van Simon Smit en Trijntje Boon, beide overleden, gehuwd met Vrouwtje Wuis. Zijnde de gemelde Hendrik Smit sedert den negenden April vermist, en het gemelde lijk door ons erkend, dat van voornoemde Hendrik Smit te zijn.
Op de verklaring van Hendrik de Wit bekende van de overledene, oud 28 jaren, wonende aan het Oudeschild van beroep visscherman en van Pieter de Graaf wonende aan het Oudeschild van beroep visscherman oud 26 jaren, bekende van de overledene.
Na mijn voorlezing geteekend door de declairanten
Bevestigd, ingevolge de Wet door mij ondergeteekende M: Gijsbert Coenraad Willem Reinbach Ambtenaar van den Burgerlijken Stand der Gemeente van Texel
Hendrik De Wit
Pieter De Groot GCMReinbach

Hendrik Smit was getrouwd met Vrouwtje Bakker, Cornelis Visser met Vrouwtje Wuijs.

Schoolmeester


Ontoereikend inkomen
De volgende onderwijzer was de zoon van meester Smit, Hendrik Hendriksz Smit (1804-1858). Deze was getrouwd met Guurtje Jans Visser, een dochter van Jan Pietersz Visser uit Abbekerk en Trijntje Bregman uit Harenkarspel. Jan was schoolmeester in Den Hoorn.
Hendrik en Guurtje hadden 5 kinderen.

In october 1836 bracht de Commissie van Toezicht de beklagenswaardige toestand van Smit onder de aandacht van het Gemeentebestuur: ‘Hoe kan een huisgezin met 3 kinderen bestaan van een jaarinkomen van f 210,-?’ Pas in 1857, na invoering van de Onderwijswet, werd het salaris verhoogd tot f 400,-

21-4-1837 Aan de Gouverneur, Rekest van H. Smit, onderwijzer van de Koog
om een toelage bij het ontoereikende inkomen van f 210,- te krijgen [Burgemeester steunt dit] al ware het slechts f 100 bv jaarlijks.

22-6-1837 Aan de Gouverneur Jaarlijksche subsidie H. Smit,
ten einde hij eenige subsidie (al ware het ook slechts f 100 bijvoorbeeld) mogte genieten.

13-6-1838 Aan de Gouverneur
Herhaling verzoek om toelage voor H. Smit

Aanmerkingen op de lessen van Meester Smit
Hoofdinspecteur H. Wijnbeek bezocht in 1839 de school van de Koog. ‘Het schoollokaal heeft een middeleeuws aanzien. Het daglicht valt er aan de eene zijde in door drie gaten in de wand, aan de tegenovergestelde zijde door glasraampjes in het lood. De leerlingen zitten aan dubbele tafels. De onderwijzer Hendrik Smit is zwaarmoedig van aard, gelijk zijn vader was, die zich van het leven beroofde’. De inspecteur had ernstige aanmerkingen over het lesgeven van meester Smit (‘spellen op den ouden trant, zangerig lezen, niet klassikaal, maar door iedere leerling in een afzonderlijk boek, matig schrijven, een weinig rekenen, flaauw en vals zingen, zie daar wat er door de 28 kinderen geleerd werd’), maar was ‘bezorgd over de uitwerking der ernstige aanmerkingen’.

In juni 1841 was er weinig veranderd. Er waren bij het bezoek van de inspecteur 20 leerlingen aanwezig, die volgens meester Smit onregelmatig op school komen en ‘er slegts kort gebruik van maken. Het is dan ook geen wonder dat hun vorderingen zeer matig zijn. Meester Smit moet het met een verwaarloosd en daardoor onbruikbaar lokaal doen’.

Raad 2-12-1846 Dat het schoolonderwijs der dorpen Koog en Waal zooveel bij dat der andere dorpen alhier zou ten achter zijn? Naar aanleiding van verslag van den Heer Schoolopziener.

1847 Burgemeester Keijser ‘dol driftig op Hendrik Smit’, staat in het boek ‘Schoolgaan in de Koog.’ Huizinga schreef daar op wat hij van een ander hoorde.
Huizinga: [Dominee] Vrendenberg laat zich over den Burgemeester zeer ongunstig uit, veroordeelt zeer zijn dolle driftigheid. Vreeselijk had hij laatst de beide Meesters van de Waal en de Koog doorgehaald, zoodat zij bevende van angst bij Vrendenberg gekomen waren. Zij hadden zulk eene harde behandeling niet verdiend, vooral Smit van de Koog niet, die de vermogens die hij bezat behoorlijk had aangewend.

Ouderparticipatie niet gewenst
14-2-1856. Aan Reijer Daalder in de Koog
Door den onderwijzer Hendrik Smit van de Koog, zijn bij ons klagten ingekomen wegens verschillende brutale en onbetamelijke handelingen, die gij ten zijnent U hebt veroorloofd en tevens dat het is voorgekomen, zelfs te voorzien in de schoolbehoeften welke Uwe kinderen benoodigd zijn. Wij zijn daarom genoodzaakt, U te kennen te geven, dat het U niet vrijstaat, zelfs te voorzien in de schoolbehoefte Uwer kinderen, ook dat zoodanige handeling aanleiding zoude geven, tot verwarring in de school, en dat bij de bestaande regtsorde op het Lager Onderwijs, de onderwijzers verpligt zijn, voor de benoodigde schoolbehoefte te zorgen. Bijaldien gij U dus niet wilt onderwerpen aan de bestaande verordening op het Onderwijs in deze Gemeente, zullen wij verpligt zijn, hoe ongaarne ook, Uwe kinderen de toegang aan de school te moeten weigeren, terwijl wij U verder moeten waarschuwen, voor het vervolg U te onthouden, stoornis aan de school van de Koog toe te brengen, aangezien wij anders genoodzaakt zijn, U, ook deswegens, voor de bevoegden Regter te vervolgen.

Reijer Zoetelief Daalder was in 1842 getrouwd met Catharina Klaas Kuiper. Uit zijn huwelijk met Martje Aris Bremer had hij een zoon Jan Zoetelief.
Van hun kinderen Klaas Zoetelief, Marretje, Simon, Naatje, Simon, Arie, Anna Helena, Geertje, Geertje, Jacob, Pietertje, Catharina, Leendert, Leendert, Jan en Catharina waren in 1856 de oudste 4 op school, hun broer Jan was er al af, die was al 19 jaar oud. Kennelijk beviel het onderwijs van Meester Smit niet erg goed. Op ouderparticipatie werd in die tijd nog beslist geen prijs gesteld.

3-1-1858 Aan den Heer Schoolopziener in het 4e District Texel
Dat de hoofdonderwijzer aan de Koog alhier, Hendrik Smit, op den 24e der vorige maand is gestorven. Vacature.

Brief Burgemeester Keijser 25-1-1858 School Koog. Het tractement was tevoren f 200,-later verhoogd tot f 300,- terwijl 3 jaren geleden, tengevolge van de duurte der levensmiddelen hetzelve is vermeerdert geworden tot f 350. Bedoelde school is, wat het getal schoolgaande kinderen betreft zeer klein, slechts een 40-tal kinderen worden geacht, volgens de lijst van de onderwijzer, tot dezelve te behooren, waarvan de helft dagelijks de school niet bezocht.
Hoe onbeduidend die school dan ook zij, en ofschoon de Koog wel niet meer onder de dorpen geteld moge worden, dient evenwel de gelegenheid voor onderwijs daar behouden te blijven, omdat langs de duinen en op de mientgronden bij die school kinderen zijn, waarvoor de afstand der scholen aan den Burg of den Waal te groot zijn.
Dit gemeentebestuur heeft daarom de school aan de Koog steeds beschouwd als eene hulp en bijschool, en op geene school dan deze zal art. 20 der wet op het Onderwijs beter van toepassing kunnen worden gesteld. Met het oog op de inhoud van genoemd artikel 20 kan naar het bescheiden oordeel van dit gemeentebestuur aan de school van de Koog een hulponderwijzer geplaatst worden onder goedkeuring van UEdGrA.
Tot zoodanige vervulling heeft dit gemeentebestuur gelegenheid, aangezien een hulponderwijzer van de tweede rang, aan een onzer scholen alhier, zich bereid heeft verklaard, die betrekking te willen aanvaarden. Alvorens echter tot die plaatsing over te gaan, en daartoe de noodige voordragt ter goedkeuring aan UEdGrA te doen, nemen wij de vrijheid aan UEdGrA te verzoeken, ons wel te willen mededeelen, of tegen zoodanige vervulling bij UEdGrA bedenkingen zoude kunnen bestaan
. Ondertekend door Voigt

1859 Hoofdonderwijzer Hendrik Gerssen met salaris f 365,- per jaar
1864 Gerssen naar Oudeschild, Hoofd werd J.K.G. Möller
Huizinga: 9 February 1868. Katrina en Sina en ik des middags bij [Dominee] Boetje aan de Waal gegeten met Meester Muller van de Koog (hij had in een half jaar geen vleesch geproefd).
1868 Möller naar Oudeschild, in zijn plaats kwam J.R. Kühn
1870 Benoemd C. Klok
1876 Klok vervangen door J. Bakker
Huizinga: 26 Maart 1879. Meester Backer van de Koog hier thee gedronken.
1881 Bakker naar den Hoorn, vervangen door F. Heeroma, ook onderwijzer P. Dijkstra
1897 Joost Mak

Huizinga over de onderwijzers
Huizinga: 21 April 1847. Vrendenberg schat het oordeel van Jakob Sijbrandsz Keijser hooger dan dat van zijn broeder Simon, maar dat van de Burgemeester lager dan die van beiden. Hij laat zich over den Burgemeester zeer ongunstig uit, veroordeelt zeer zijn dolle driftigheid. Vreeselijk had hij laatst de beide Meesters van de Waal en de Koog doorgehaald, zoodat zij bevende van angst bij Vrendenberg gekomen waren. Zij hadden zulk eene harde behandeling niet verdiend, vooral Smit van de Koog niet, die de vermogens die hij bezat behoorlijk had aangewend.

Huizinga 18 September 1848. Vrendenberg verhaalt van de mooije aanstaande plaats van Dominee Steinfort aan de Vuursche. Over de school aan de Waal, misschien dat Teunis Pietersz Keijzer er geplaatst wordt [Meester Visser was krankzinnig geworden, dat was een zoon van de oude Meester Visser van Den Hoorn]. Morgen zal een zoon van Gerssen de school weer provisioneel openen. Vrendenberg meent dat Keijzer het aan de Waal ook niet lang naar zijn zin zal hebben. Hij schijnt geene tevredenheid in zich zelve te hebben.
Meester Visser zal nu maar 400 gulden pensioen hebben, veel te weinig.
De Schoolopziener beschuldigt Gerssen en Willem Faas dat zij niet met hun tijd meegaan. De jonge Gerssen had eens zijn niet-solliciteeren naar eene kansrijke plaats in Noord Holland verontschuldigd daarmede, dat hij geen hembd had dan het eene versteltene dat hij droeg. Dan moet er gewerkt worden om iets bij te verdienen van den vroegen morgen tot den laten avond, hoe zal men dan studeren, boeken koopen, met zijn tijd meegaan? De tractementen voor zulke jonge onderwijzers zijn veel te klein.

GEBOUW VAN DE SCHOOL
Het schoolgebouw van de Koog werd (blijkens resolutie nr. 5, dd 11-3-1824 van GS van Noord Holland) door de gemeente Texel aangekocht. Voor die tijd werd school gehouden in de toren van de kerk (1742).
De schoolopziener schreef op 17-5-1858: ‘Er is te weinig ruimte, maar vooral is af te keuren de vloer, bestaande in straatklinkers en voorts het gebrek aan licht en luchtverversing. Als er behoorlijke houten vloer en een paar kozijnen licht en ramen, tevens tot ventilatie ingericht, [aangebracht worden], dan kan althans het lokaal aangehouden worden’.

Niet alleen het gebouw was ongeschikt, ook buiten waren er soms problemen:
Brief Burgemeester Loman
22-12-1870 Dat door het hoogen water, de toegang naar den school te Koog zoo zeer belemmerd is en het lokaal inwendig zoo vochtig, dat ik het in het belang der gezondheid raadzaam heb geacht om de onderwijzer vergunning te geven, gedurende een paar dagen vacantie te geven en de toestand inmiddels te verbeteren.

27-1-1871 Aan den Heeren Gedeputeerde Staten van Noord Holland
Bij de School te Koog alhier is door verstuiving eenen laagte ontstaan, waardoor bij veel regen de toegang tot het schoollokaal wordt belemmerd. Ten einde daarin te voorzien wenschten wij die laagte te doen bestrijden en met zoden te beleggen. De pachter van den mientgrond, J. Hopman, wil gaarne eenige wagens plaggen afstaan, maar heeft daartoe de goedkeuring van UEdGA noodig.
Wij zijn mitsdien zoo vrij UEdGA namens hem beleefdelijk te verzoeken, ons te veroorloven met goedvinden van den pachter voornoemd, eenige plaggen te doen steken van de Provinciale Mientgronden ten einde daarmede eene kleine uitgestrektheid grond voor het schoollokaal te Koog te doen beleggen ter voorkoming van verstuivingen.

NIEUWE SCHOOL
Pas in maart 1871 werd het gebouw werkelijk door de schoolopziener afgekeurd. In die tijd was dat notaris Bok, die na zijn dood in 1872 werd opgevolgd door dominee Bakels. Er moest een nieuwe school komen, voor 80 kinderen. Kinderen uit de wijde omgeving waren op deze school aangewezen.
Voor de bouw van de nieuwe school werd een aan de oude school grenzend terrein gekocht van Hendrik Luytze, voor 50 gulden. Het slopen van de oude school en de bouw van de nieuwe school met onderwijzerswoning werd aangenomen door Klaas Plavier voor F 7237,-, onder borgtocht van A. List en A.P. Koorn.

Notulen B&W-vergadering 4-10-1873.
3 Inwijding nieuwe school in de Koog zal op maandag 13 0ctober zijn. Uitnodiging voor Plaatselijke Schoolcommissie en de Heeren Leden van de Raad.
Op die dag was het weer erg slecht. Misschien hebben ze de feestelijkheden uitgesteld.
Huizinga bleef vanwege het weer in huis.

Gemeenteraadsnotulen 15-8-1873:
Inwijding der nieuwe school in de Koog zal plaats hebben op maandag den 20 dezer met uitnodiging.

Huizinga: 20 October 1873. Wieringa hier om te zeggen dat hij de Krans niet kon opwachten, daar hij op reis was naar de Koog, waar heden de nieuwe school zou worden ingewijd.
Op de 20e was het weer echter niet beter, eerder slechter dan de 13e. Als de plechtigheid op de 13e uitgesteld is vanwege het weer, kwam dat slecht uit. Maar misschien was de feestdag al meteen op de 20e gesteld.

Weeraantekeningen van Dominee Huizinga:
13-10-1873. Regenachtig, onstuimig.
13 October 1873. ‘t Zou Krans zijn bij Koekebakker, maar ‘t regenachtige weer hield Katrina en mij terug. ‘t Was zeer onstuimig weer.
16-10-1873. Het begint kouder te worden.
16 october 1873. Gister wat peeren geplukt, een zeer kleine voorraad, geen turfmand vol, en er is weinig meer overig.
20-10-1873. Zeer ongunstig door regen en wind. Onweer, donder, bliksem.
21-10-1873. Zeer ongunstig.
22-10-1873. Sedert gisteren stooken wij de kagchel.
23-10-1873. Onstuimig, regen en wind.
28-10-1873. Schoone dag.
31-10-1873. Onstuimig.
1-11-1873. Regen en wind.

B&W 5-11-1873. 10 De Voorzitter berigt dat in de school te Koog eenige glazen zijn ingehageld. Besloten wordt te onderzoeken in hoeverre deze schade komt voor den aannemer of de gemeente.
Helaas geen datum erbij, het zou goed kunnen dat dit op de 20e gebeurd is, toen was er ook nog onweer. Op de 20e schreef Huizinga echter niet over die ramen.
[Bar en Boos: 1873-74 was een vrij zachte winter, wel waren er veel stormen]

13-12-1873.
8 Bijwerk van Klaas Plavier, aannemer aan de school te Koog, f 222,30. Besloten te schrijven aan GS.

6-2-1874.
4 Afschutting erf van Hoofdonderwijzer aan de Koog C. Klok. Onderzoek.

19-2-1874.
1 Kosten schutting bij de onderwijzerswoning te Koog ruim f 100,-. De zaak aanhouden, doch wat het in order maken der grond betreft en waarvan de kosten pm f 9,- bedragen, dit in order te laten maken.

18-8-1876. 8 Rekest Hoofdonderwijzer Klok te Koog verzoekende eervol ontslag uit zijn betrekking per 1-10-1876.

11-9-1876. 9 Sollicitant betrekking Hoofdonderwijzer Koog, zijnde J. Bakker, Hulponderwijzer met de rang van Hoofdonderwijzer te Kolhorn.

27-9-1876
8 Vacature Koog, er is 1 candidaat, nadere oproeping? Er is een sollicitant, nu inlichtingen inwinnen omtrent J. Bakker.
9 Missive ingezetenen Koog, verzoekende JP Quant niet als Hoofdonderwijzer te benoemen. Voor kennisgeving aangenomen (zie het hoofdstuk over Meester Quant).

14-11-1876. 2 Verhoging tractementen Hoofdonderwijzer Koog en toelage kweekelingen Burg en Waal zijn goedgekeurd.
5 Kennisgeving dat Jb. Bakker is benoemd tot Hoofdonderwijzer te Koog.

6-12-1876. 3 Bakker heeft de betrekking aan de Koog aangenomen.
Jacob Alewijnsz Bakker (1844-18xx) Nieuwe Niedorp x Maartje Bieman uit Hoogwoud?

22-1-1877. 13 Missive onderwijzer van de Koog ‘betreffende het kind van Schaatsenberg. De Voorzitter deelt mede [dat] hij aan de onderwijzer magtiging heeft verleend, genoemd kind voorloopig niet in de school toetelaten’.

20-8-1877. 3 Missive van den Heeren Gedeputeerde Staten over werken aan de scholen en onderwijzerswoningen. Voorzitter deelt mede omtrent de kelder te Koog, de metselaar J. Bruin dit heeft onderzocht en het werk in orde zou willen brengen voor F 158,30
Besloten metselaar Schipper daarheen te zenden en optelaten nemen.

18-6-1879. 9 Missive Jb Bakker Hoofdonderwijzer te Koog verzoekend 14 dagen verlof met kermis. Wordt besloten niet toetestaan.

3-3-1881. 3 Missive Heer Schoolopziener over verplaatsing van Meester Bakker te Koog naar den Hoorn. Naar Raad.

28-3-1881. 5 Schoolopziener over benoeming Schoolhoofden te Midden-Eijerland en Koog
8 Missive J. Bakker onderwijzer te Koog, dankbetuiging voor zijne verplaatsing naar den Hoorn. In de Raad.

24-6-1881. 8 Benoeming schoolhoofd Koog, kandidaat Heer Jarigsma. Naar Raad, benoemen.

Notulen van de vergaderingen van B&W Texel
Notulen van de Gemeenteraad van Texel
Genealogische Databank van Rob Gomes
Dagboeken dominee Jakob Huizinga
Blad HV-Texel, nr. 15 met thema De Koog, geschreven door Nan Huijsman Rzn
C. Hoogerheide, Schoolgaan in De Koog, uitg. Oban Press Publishers, 2002




Home