Texelse schoolmeesters in de tijd van Huizinga


Inspectie
In 1839 inspecteerde de heer Wijnbeek het Texelse onderwijs. Hij bezocht in Oude Schild Teekele Zwaal, in Den Burg J.M. Brouwer, in De Waal A. Visser, in De Koog Hendrik Smit, in Den Hoorn Hillenius, in Oosterend J.P. Bouman, op Oost Verberne, te De Cocksdorp Johan Brouwer
Franse School te Den Burg Monsieur P. Verberne

Inspecteur Creijghton bezocht in 1841 voor het eerst de Texelse scholen. In Den Burg waren 160 kinderen, die door meester Wouterus Klaasz Brouwer en ondermeester Willem Faas werden onderwezen. Hoewel ze met al deze kinderen in één ruimte zaten was alles hier prima in orde. De schoolopziener was vol lof, al vond hij dat het grote aantal kinderen ‘nodig een tweeden ondermeester zou vorderen’.
Op de Franse School waren slechts 26 leerlingen, die behalve in de gewone vakken ook les kregen in het Frans en desgewenst Engels en Duits. Creijghton vond dat er een buitengewoon goede toon heerste, dat alles ordelijk en netjes was en dat de leerlingen er zeer welgemanierd waren.

Het kan zijn dat Huizinga kritischer was dan de inspecteur, maar het komt ook vaak voor dat men zich op school bij bezoek van de Inspecteur beter voordoet dan onder dagelijkse omstandigheden.
Huizinga begon met het onderwijs voor zijn oudste zoon Dirk bij meester Brouwer.
28 October 1846. Dirk vanmorgen voor ‘t eerst naar de school van Meester Brouwer.
Daar leerden de kinderen weinig meer dan lezen, schrijven, rekenen, wat voor de meesten genoeg was. Men was er in die tijd algemeen van overtuigd dat de verschillende standen door God waren ingesteld en dat kinderen moesten worden opgevoed voor de stand waartoe ze behoorden.
16 July 1867. Jan Koning over het onderwijs: alleen lezen, schrijven en rekenen is voor de landbewoners noodig. Hoe meer geleerdheid hoe slimmer. Zij wordt alleen gebruikt om onkundigen uit te zuigen.

Huizinga kwam er snel achter dat Dirk bij Meester Brouwer op school niet genoeg zou leren.
Op de Franse School waren slechts 26 leerlingen, die behalve in de gewone vakken ook les kregen in het Frans en desgewenst Engels en Duits. Creijghton vond dat er een buitengewoon goede toon heerste, dat alles ordelijk en netjes was en dat de leerlingen er zeer welgemanierd waren.
4 February 1848. Onze Dirk gaat nu sedert eenige dagen op de school van Verberne met veel genoegen. Monsieur Verberne hier thee gedronken. Hij spreekt uitvoerig over Dirk. Hij had in hem een voortreffelijke aanleg ontdekt. In geschiedenis en aardrijkskunde was hij getroffen geweest door de blijken van zijne kennis. Met zijn lezen was hij ook niet ten achteren. Schrijven was ook wel, Nederduitsche taal was minder. Het Duitsch lezen ging ook zeer goed. Kaarten teekenen had hij nog niets aan gedaan. Wij bepaalden dat hij met Fransch nog maar een half jaar zou wachten omdat er geene andere eerstbeginnenden waren. Hij deelde mij voorts den gang van zijn onderwijs mede, die mij zeer goed voorkwam.
Het onderwijs op de Openbare school was minder van kwaliteit door de grote absentie.
In 1851 ging driekwart van de schoolplichtige kinderen naar school.
Creijghton trof in 1849 639 kinderen aan op de Texelse scholen, terwijl er 932 waren ingeschreven. In Den Burg was een kwart van de leerlingen van de openbare school afwezig, maar op de Franse school was iedereen present.
De Commissie van Onderwijs schreef in 1859 ‘Laat nu het onderwijs zoo doelmatig zijn als immer mogelijk is, dan zal het bij de zoodanigen [die veel absent zijn] wel nimmer goede, althans geene zoodanige vruchten opleveren, als men wel wenschen zou’. De oorzaak van de absentie lag niet zozeer aan het gebrek aan belangstelling, maar vooral aan de ongunstige plaatselijke omstandigheden. Men noemt niet alleen de kinderarbeid op het veld in de zaai- en oogsttijd, het (kievits)eierenzoeken, maar ook de catechisatielessen, buiten school gegeven onder schooltijd.

9 Juny 1846. Dankpreek te Oosterend. Dominee Steinfort en de schoolopziener Creighton bij mij te kerk. Des avonds op uitnoodiging bij den Burgemeester, aldaar de Heer Creighton en Dominee Vrendenberg. Met zeer veel genoegen met den schoolopziener kennisgemaakt. Den ganschen avond over schoolzaken en onderwijs gesproken. De school van Smits zal nu in een Bewaarschool veranderd worden. [Dominee] Vrendenberg voorspelt zich er niet veel goeds van. De schoolopziener is geheel geen vriend van de Roomschen. Hij had er veel onaangenaamheden in falsiteiten van ondervonden, vooral van de pastoors. Hij ontraadt het dan ook zeer om een pastoor hier in de schoolcommissie op te nemen.
Hij doet onze Burgemeester de noodzakelijkheid gevoelen om steeds den wettigen weg te bewandelen en geene afwijkingen toe te laten. Hij verlangt alzoo dat P. Vlaming e.a. admissie als huisonderwijzers erlangen. De Burgemeester roept als het ware wraak over een schoolonderwijzer als Visser aan de Waal en zegt dat hij geen 4 duiten waard is. Hij en Vrendenberg zijn ook op verre na niet te vrede met Monsieur Verberne, die geen onderwijs in de Vaderlandsche Geschiedenis geeft en het onderwijs in de Nederlandsche Taal zeer verwaarloosd.
Ik heb met zeer veel genoegen den schoolopziener hooren spreken. Hij heeft veel ijver voor de zaak en is van het ware, het Christelijke doel der schoolopvoeding regt doordrongen.

Organisatie en financiering
12 April 1844. Des voormiddags Dominee Begeman hier koffij gedronken. Hij verhaalt van de staat van ‘t Lager onderwijs alhier. De verkeerde werking van de maatregel dat de onderwijzers door ‘t eiland bezoldigd worden door een belasting op de turf, waardoor de onderwijzers de ambitie verliezen.
19 October 1852. Willem Bok verhaalt hoe de Gemeenteraad zich tegen Burgemeester en Wethouders in oppositie stelt over de begrooting. De Raad wil alle Schoolmeesters, Doctors en vroedvrouwen enz het tractement op de helft verminderen.
12 October 1870. Ik des avonds bij Doctor Ensing, aldaar Vrendenberg en Loman. Hij [Loman] sprak voorts over de noodzakelijkheid om het Lager Onderwijs hier op een betere voet te brengen. Daartoe wilde hij nu weldra aan den Burg een voorstel doen, voordat het aftreden van Meester Brouwer daartoe zou dringen, om een geheel nieuwe school te stichten en daaraan te verbinden eene inrigting voor Uitgebreid Lager Onderwijs (U.L.O.), waarvoor men trachten moest den Heer Glijnis te behouden, die, kwam deze zaak niet tot stand, buiten twijfel eenmaal zijne betrekking hier op Texel zou moeten opgeven. Doch hij voorzag dat hij in den Raad met groote moeijlijkheden zou hebben te worstelen.
15 Maart 1874. Met Katrina naar S. Keyser, Koekebakker en Sina waren daar ook. Gesproken over de noodzakelijkheid van meer onderwijzend personeel in de scholen. Hij heeft finantiele bezwaren. Koekebakker meent dat die wel te overwinnen zijn als elk maar naar zijn vermogen in de kosten bijdraagt. Keyser zegt dat zelfs de leden van de Raad over hun opbrengst kibbelen, terwijl velen zelfs het schoolgeld voor hunne kinderen niet betalen. Hij wil dat elk die schoolgeld betalen KAN het ook doe en dat voor onvermogenden door een hoofdelijken omslag voorzien worde.
8 February 1878. Ensing zei ook dat de toestand hier, bij het opvoeren van de Hoofdelijken Omslag, die vooral voor ‘t schoolonderwijs noodig was, weleens ondraaglijk kon worden. Hij had met August Keyser een Adres aan de Raad ingediend om maatregelen te nemen dat Meer Uitgebreid Lager Onderwijs hier voortdurend zou gegeven worden.
19 Mei 1879. Des avonds half 9 de Heeren Troll en Visser (onderwijzer aan de Normaalschool op ‘t Raadhuis) hier een paar uur doorgebragt. De vader van Visser was schoenmaker op ‘t Oude Schild. Hij sprak veel over Wijhe, waar hij een tijdlang onderwijzer was.
31 July 1879. Ik vannamiddag 10 exx Richardson Volksonderwijs over Alcohol en 10 exx Jenkins Duivelsketen aan de adressen van de 10 Schoolonderwijzers voor de Schoolbibliotheken gerigt, die Moojen op ’t Raadhuis bij hun eerste vergadering zou uitreiken. Dit was het afscheidscadeau van Huizinga aan de Texelse scholen.

Den Burg
Openbare school
Meester Brouwer
27 November 1843. De school van Mr. Brouwer (getrouwd met een dochter van Klaas de Boer te Westzaan) bezocht; geen kaart noch zangstukje in de school te zien.
De oudste zoon Dirk Huizinga begon zijn schooltijd bij Meester Brouwer, maar al anderhalf jaar later plaatste zijn vader hem bij Monsieur Verberne.
4 February 1848. Onze Dirk gaat nu sedert eenige dagen op de school van Verberne met veel genoegen. Monsieur Verberne hier thee gedronken. Hij spreekt uitvoerig over Dirk. Hij had in hem een voortreffelijke aanleg ontdekt. In geschiedenis en aardrijkskunde was hij getroffen geweest door de blijken van zijne kennis. Met zijn lezen was hij ook niet ten achteren. Schrijven was ook wel, Nederduitsche taal was minder. Het Duitsch lezen ging ook zeer goed. Kaarten teekenen had hij nog niets aan gedaan. Wij bepaalden dat hij met Fransch nog maar een half jaar zou wachten omdat er geene andere eerstbeginnenden waren. Hij deelde mij voorts den gang van zijn onderwijs mede, die mij zeer goed voorkwam.
12 October 1871. Bok beklaagt zich zeer over de staat van het schoolonderwijs hier onder Brouwer. Het Gemeentebestuur moest die nu noodzaken zijn post neer te leggen.
17 November 1873. Wassenaar verhaalt van zijne bijwoning van het herexamen van de 4 uitverkoren schoolmeesters practisch met een troep leerlingen van Brouwer in de NIEUWE school, bij deze gelegenheid voor het eerst gebruikt. Een zekere Troll van …. zou wel de voorkeur krijgen.
5 January 1874. Ik te 12 ure even naar de inwijding der nieuwe School (een uitmuntend schoone dag). De plegtigheid der aanspraken van Burgemeester Loman, Meester Brouwer, Bakels (schoolopziener), Wieringa, Troll (onderwijzer), D. Bruin (vertegenwoordiger van de jeugd), was pas afgeloopen. De kinderen waren nu vrolijk met chocolade en koek.
5 November 1875. Meester Troll hier, hij beklaagt zich zeer over de onmogelijkheid om hier de school aan haar doel te doen beantwoorden zonder het noodige personeel. Zijn hulponderwijzer Hamakers was om ziekte van vrouw en schoonmoeder, die nu zijne hulp behoefden, in 3 dagen niet ter school geweest, zoo dat hij de kleinen had moeten terugzenden. Vandaag was Meester Brouwer in de school geweest.

Fransche School van Monsieur Verberne
De andere kinderen begonnen meteen bij Verberne. De jongste zoon kwam bij Meester Keijzer in de Waal terecht, nadat hij zich bij Verberne onmogelijk had gemaakt. Dat lag meer aan Menno dan aan Monsieur.
20 November 1860. Menno weggezonden van de school omdat hij zich onbetamelijk tegen Monsieur Verberne had uitgelaten. Cornelis Vrendenberg ook weggezonden. Ik houd Menno nu vooreerst te huis.
27 April 1861. Menno te huis. Monsieur Verberne had hem heengezonden om een kleinigheid. Sedert langen tijd bespeurde ik dat hij eene antipathie tegen hem had en geheel niet in staat was om zijne leerlust op te wekken of te onderhouden. Onlangs had hij hem nog bekeven terwijl Menno zich verheugde dat hij nu ditmaal toch zijn werk voor het eerst voor de anderen afhad. Ik besloot nu een einde daaraan te maken. Ik liep testond naar de Waal naar Meester Keijzer en droeg aan hem het onderwijzen van Menno op. Hij zou daar des voormiddags school gaan en dan privaatles hebben tot half 2 en dan te huis komen. Menno was met dat plan zeer ingenomen.
29 April 1861. Menno voor ‘t eerst naar de Waal ter school, vroolijk en wel.

Het onderwijs bij Verberne mocht dan beter zijn dan bij Brouwer, ook over hem was Huizinga niet erg tevreden.
14 November 1856. Vanavond vertoefde ik een kwart uur in de school van Verberne. ‘t Beviel mij er niet, ‘t ging er zeer ordeloos toe, de onderwijzer scheen zeer slaperig, toen ik kwam zaten de kinderen zich in ‘t duister te vervelen.
Er waren echter geen andere scholen in die tijd, men moest het er maar mee doen.

Huizinga onderwees zijn kinderen deels zelf. Sommige vakken, zoals Latijn, werden op school niet gegeven, van andere wist Huizinga evenveel of veel meer dan de onderwijzer.
31 Maart 1853. Des avonds Monsieur Verberne hier. Ik deel hem mede dat Dirk nu voortaan alleen des namiddags school zal komen. Verberne rekent dat hij ook zeer goed daarmede volstaan kan.
2 January 1854. Dirk en Grietje vandaag voor ’t eerst geheel uit de school gehouden. Zij zullen nu hun schoolwerk bij mij in huis verrigten. Dirk verraste mij gisteren zeer met een Latijnsche Nieuwjaarswens.
7 April 1858. Des avonds Monsieur Verberne hier, met hem afgesproken dat Samuel vervolgens alleen des morgens te school zal komen en dan zal leeren vooral Fransch, Duitsch, Engelsch, Italiaansch, Boekhouden, Rekenen en Schrijven, terwijl hij bij mij Aardrijkskunde, Geschiedenis en Latijn zal leeren. Hij praat nog al veel met Dirk over verschillende lesboeken.

Oudeschild
Teekele Zwaal
Zwaal was, zo te lezen, volgens inspecteur Wijnbeek de enige werkelijk goede onderwijzer op Texel, met gezag, kennis en inzet.
13 July 1856. Jan Kalis verhaalt dat Meester Zwaal wanneer men hem op Terschelling 1000 gulden wil guarandeeren, derwaarts gaat vertrekken, daar ons Gemeentebestuur er niet in bewilligd had om hem een sextant (70 gulden) te geven en eenige andere hulpmiddelen voor zijn Zeevaartkundige school.
18 February 1857. Ik ter Kerk bij Vrendenberg. Daarna met Meester Teekele Rijnsz Zwaal bij hem koffij gedronken. Zwaal leest een verslag voor van zijne School voor de Zeevaart. Hij gaat nu eerlang naar Terschelling vertrekken. Van zijne leerlingen waren 11 kapiteins, 31 stuurman, eerste enz, tot 95 toe. Bovendien nog 28 die loods waren geworden. De School op Terschelling telde 300 leerlingen, kon 1300 gulden opbrengen en de Zeevaartschool zou er wel 20 keer beter zijn dan hier, want op geheel Terschelling zouden wel 800 buitenvarende zeelieden zijn.
Hij had hier wel willen blijven als het Gemeentebestuur van Texel slechts 400 gulden had willen besteden voor de aankoop van instrumenten. Hij verklaarde ons de loop der orkanen. Verhaalde hoeveel er nu bij het examen der stuurlieden gevorderd werd enz. Hij liet ieder leeren wie er maar wilde, al hadden zij niets om te betalen als zij klaar waren. Maar hij verwachtte betaling als zij hunne reis gedaan hadden of zoo ver kwamen dat zij het missen konden en nog nooit was hij een stuiver bij te kort gekomen, ook zelfs niet als hij zijne leerlingen nog het geld moest voorschieten om het examen te kunnen doen.
Muller
3 April 1861. Brief aan Samuel: Den onderwijzer Dieperink aan ‘t Oude Schild zal weldra om dronkenschap worden weggezonden.
2 February 1872. Oude Schild. Ik dronk bij Wassenaar thee, Meester Muller aldaar. Met hem gesproken over ‘t schoolverzuim enz, waaromtrent hij mij zijne gedachten schriftelijk zou mededeelen.
9 July 1873. Gerbrand Dros hier met zijne beminde van Hoedekenskerke, laatstelijk Middelburg. Hier thee gedronken. Hij is nu sedert laatstleden maandag weer hulponderwijzer aan ‘t Oude Schild.

De Koog
Hendrik Smit
21 April 1847. Vrendenberg laat zich over den Burgemeester zeer ongunstig uit, veroordeelt zeer zijn dolle driftigheid. Vreeselijk had hij laatst de beide Meesters van de Waal en de Koog doorgehaald, zoodat zij bevende van angst bij Vrendenberg gekomen waren. Zij hadden zulk eene harde behandeling niet verdiend, vooral Smit van de Koog niet, die de vermogens die hij bezat behoorlijk had aangewend.
9 February 1868. Katrina en Sina en ik des middags bij Boetje aan de Waal gegeten met Meester Muller van de Koog (hij had in een half jaar geen vleesch geproefd).
20 October 1873. Wieringa hier om te zeggen dat hij de Krans niet kon opwachten, daar hij op reis was naar de Koog, waar heden de nieuwe school zou worden ingewijd.
26 Maart 1879. Meester Backer van de Koog hier thee gedronken.

De Waal
Visser
18 September 1848. Vrendenberg verhaalt over de school aan de Waal, misschien dat Teunis Pietersz Keijzer er geplaatst wordt [Meester Visser was krankzinnig geworden]. Morgen zal een zoon van Gerson de school weer provisioneel openen. Meester Visser zal nu maar 400 gulden pensioen hebben, veel te weinig.
Keijzer

Den Hoorn
Hillenius
13 July 1859. Naar den Hoorn. Catechisatie. Meester Hillenius heeft zijn post als onderwijzer neergelegd en betrekt nu een andere woning.
18 November 1876. Berigt ontvangen van ‘t overlijden van Meester Hillenius aan den Hoorn.
2 Maart 1872. Bij Meester Brouwer Meester Klok aangetroffen. Gesprek over schoolverzuim enz. Bij hem vrij gering. Hij had 77 leerlingen te boek, doch kon er maar 60 plaatsen, die doorgaans kwamen.

Oosterend
J.P. Bouman
23 Maart 1879. Zondag. Gepreekt te Oosterend. Bij Van Elk spaken wij meest over zijne familie in Indie, wij moesten de geschenken zien die zij vandaar ontvangen hadden. [Hij wilde wel naar Indie], alleen zijn hoogbejaarde moeder in Utrecht wilde zulks niet toestaan. Zijne Avondschool voor Moderne Talen nam hier in Oosterend goed op. Ruim 20 leerlingen. Ook gaf hij Zangonderwijs met begeleiding van zijn Serafijnorgel.
25 Juny 1879. Bakels even hier, terugkomende van ’t Nieuwe Diep, waar hij voor het Kantongeregt moest verschijnen om getuigenis af te leggen wegens den Oosterender hulponderwijzer Van Elk beschuldigd van valschheid in geschrifte daar hij in zekere stukken geschreven had dat hij Acte voor het Duitsch bezat, terwijl hij voor dat examen gedropen was wat de aandacht getrokken had van de Praesident der Examencommissie die hem voor Hoofdonderwijzer zou examineren.

Oost
Verberne (de oude)
Teunis Keijzer
19 July 1852. Oosterend. Meester Keijzer verhaalt veel van het drijven der Separatisten en zijne gesprekken met hen. Ik blijf omstreeks een heel uur bij hem en kan nog haast niet wegkomen. Intusschen zijn de kinderen in de school alleen. De weduwe Dijksen en ook later Risje Roeper zeggen dat dit wel al te veel gebeurt en dat hij nu niet zooveel werk van het onderwijs maakt als vroeger.
18 Mei 1868. Krans bij Vrendenberg. Buijsman was eerst ter begrafenis geweest van Meester Keijzer van Oost.

Eijerland
11 November 1878. Nutsvergadering, nu voor ’t eerst in de groote (nieuwe) zaal van Moojen, 91 voet lang, die goed bezet was, zeer talrijke vergadering, Lezing gehoord van de Heer Pieterse, onderwijzer in de Nieuwe School van Eijerland “Over kleinigheden”. Zoo ik meen was zijn verdeeling: kleinigheden in de Natuur, in het huiselijk leven, in de Geschiedenis (belangrijke beschrijving van Stephensen), in het zedelijk leven. Maar hoe de opvolging der vele en belangrijke zaken, die door hem ter sprake gebragt werden ook was, de geheele Rede was zoowel door vorm als inhoud en vooral door de voortreffelijke voordragt, zeer belangrijk en boeijend. Hij verwierf dan ook aller hulde en dank.

Cocksdorp
Johan Brouwer
21 Augustus 1871. Den Heer Fogteloo, leeraar Handelswetenschappen en Gymnastiek te Alkmaar, thans in zijn vacantie hulponderwijzer (als weleer) te Cocksdorp. Hij beviel mij vooral door zijn voortreffelijk voorlezen.


Fransche School in Den Burg
Monsieur Bosch
23 December 1861. Des avonds bij Westenberg, aldaar Vrendenberg en de Heer Bosch, onderwijzer aan de Waalsche Diakonieschool te Amsterdam en zijn zoon, die hier wel eene Bijzondere School zou willen oprigten voor de moderne talen.
Wij bespreken de zaak. Hij zal welligt 10 kinderen kunnen krijgen die 40 gulden en nog 4 of 5 die 50 gulden zullen betalen. De eersten zullen Hollansch en Fransch en de laatsten ook Duitsch en Engelsch leeren. Die niet op ‘t dagschool gaan zullen meer betalen. School van 9-12 en van 3-5 uur en avondschool van 6 tot half 8. Men zal zien of hij bij Sipkes kan inwonen.

5 December 1862. Brief aan Samuel: Sientje en Menno gaan nog dagelijk bij den Heer Bosch op school, waar Menno nog al eens een uurtje langer dan een ander moet vertoeven. Het was hun regt aangenaam, dat Monsieur van namiddag en morgenochtend vacantie gaf, zoodat zij zich nu eens geheel en al aan de vreugde van ‘t Sint Nicolaasfeest konden wijden.
Maar Bosch had het op Texel al snel bekeken.
4 January 1864. Daar den Heer Bosch vertrokken is naar Enschedé, als onderwijzer aan de Industrieschool (1000 gulden tractement), is Menno vrij van school.

Monsieur Glijnis
18 Mei 1864. Brief aan Samuel: Gij spreekt den Heer Bosch nog al eens, gij behoeft hem echter niet te zeggen wat ik u hier mededeel, dat wij bij de verwisseling geen schade hebben geleden, althans de leerlingen gaan alle met groot genoegen naar de school. De Heer Glijnis schijnt er bijzonder slag van te hebben om zijne leerlingen aan zich te verbinden. Ik heb Menno ook nog geen enkel onaangenaam woord over de school gehoord.
29 Mei 1864. Des avonds den Heer Glijnis uit Franeker hier, hij hoopt kostleerlingen te krijgen, heeft nu 19 kinderen. Ik spreek er met hem over dat Sientje nog wel gaarne privaatles in het Engelsch wil nemen. De les zal 40 cents zijn, 2 maal per week afgesproken, dingsdag en vrijdags ’s morgens 7 uur.
27 Maart 1865. Brief aan Samuel: Hier aan den Burg zullen 2 nieuwe huizen gebouwd worden, één van den Burgemeeste Loman en een school voor den Heer Glijnis, waarschijnlijk in het Park.
22 Augustus 1865. Brief aan Samuel: Meester Glijnis maakt met zijn leerlingen reeds gebruik van de nieuwe school.
7 December 1873. Zondag. Des voormiddags bij Glijnis. Zijn hulponderwijzer Van Putten plotseling overleden. Hij is over dit sterfgeval diep ternedergeslagen.
8 February 1878. Algemeen spreekt men veel over de te vreezen achteruitgang van Texel, waartoe aanleiding geeft het a.s. vertrek van Glijnis, de pianiste juffrouw Vlessing, wier man en broeder onderwijzer is in den dans, voorts dominee Post, Boonacker, Dirk Tuinder en anderen.
16 Maart 1878. Des avonds Monsieur Glijnis hier. Hij gaar met Augustus vertrekken. Hij was in onderhandeling over het overdoen van zijne school alhier.
De school werd overgenomen door de heer Veenman.

Extra lessen
1 Augustus 1856. Dirk heeft vandaag zijn eerste les gehad van Monsieur Verberne in ‘t fluitspelen, wat zeer goed schijnt te zullen gaan.
16 July 1859. Ondermeester de Wind zal Menno en Sina op zijn zangschool nemen. Zij gaan daarheen en keeren weer met groot genoegen.
1 November 1861. Vrendenberg stelt voor dat de Hervormden en Doopsgezinden aan den Burg Meester Brouwer of iemand anders aanstellen om met de protestantsche schooljeugd den Bijbel te lezen en de daarin voorkomende geschiedenissen te behandelen. Ik heb daar nogal bedenkingen tegen. Ik meen dat het nogal moeijelijk is de Bijbelsche Geschiedenis goed voor te stellen. Ligt dringen daarbij schadelijke meeningen in.
20 Maart 1872. Sina naar Leentje Vrendenberg om haar te helpen met het onderrigt der kinderen in de brei- en naaischool.
16 Mei 1875. De muziekmeester Polak had op Texel pogingen aangewend om een Muziekkorps op te rigten. Verscheidenen toegetreden.

Privé-onderwijs
19 April 1872. Des namiddags naar Driehuizen bij Dirk Koorn. Zijn zoon Dirk is nu bij A. Kievit in Eijerland om in huis en tuin eenige diensten te doen en tevens de kinderen te leeren, wijl zij te ver van den school af wonen.

Verder leren en studeren
30 december 1869. Burgemeester Loman zou eens onderzoeken naar een geschikte inrigting van onderwijs voor Johannes Eelman. Hij had daarover zijn broeder de Professor gesproken, deze had aanbevolen een Gymnasium, waarvoor Haarlem, Deventer of Assen in aanmerking komen, en kende ook geschikte personen bij wie de jongeling in huis genomen kon worden.
Ik ging er met C. Eelman over spreeken. Wij bepaalden dat ik naar de conditie zou informeren, maar den volgenden dag zond hij mij een brief dat zij besloten hadden van het studieplan af te zien.
18 Juny 1871. Des namiddags bij P. Boon Johannes Eelman ontmoet, die mij zeide dat hij nu Doctor wenschte te worden en reeds met Latijn begonnen was met Jan Timmer, maar nog altijd zocht naar een leermeester. Ik zei dat hij dan maar eens bij mij zou komen, op morgen bepaald.
11 October 1871. Des voormiddags Gerbrand Dros jr. hier om te spreken over Nederlandsche Mettray als plaats voor zijn broeder Douwe, 12 jaar oud, voor het onderwijzersvak. Ik geef hem het Reglement mede.
5 September 1872. Brief van Jan Timmer en Joh. Eelman uit Haarlem, meldende den gunstigen afloop van hun examen op gister. Beiden aangenomen op de Latijnsche school. Ik naar C. Eelman, vervolgens bij de vrouw van Timmer. Bij beiden waren zij zeer verblijd.
9 July 1874. Jan Koning keurt het zeer af dat men zijn kinderen van Texel zendt om opleiding te bekomen. Hij zegt: wij eten hier immers ook altemaal.
29 November 1874. Jan Kalis en vrouw. Deze waren naar den Haag geweest, hadden daar den Idiotenschool bezocht en een 13-jarige jongen bezocht aldaar, uit het Texelsche Weeshuis, Klaas Smit, die echter nog weinig blijk gaf van vorderingen in 3 jaren tijds.
8 October 1875. [Huizinga en Katrina gaan op reis naar Groningen, terwijl Lize Huygens 2 weken naar Amsterdam is] Cornelis Albertsz Keijser, die ook naar Harlingen zou varen met Timmer om daar zijne twee oudste dochtertjes te bestellen ter school, laat ons met hem mederijden naar de haven. Hij kwam te 6 ure. Te 7 ure zouden wij varen, doch wij staken eerst kwart voor 8 van wal. Nu was het stil en mooi weer, geen kans om zeeziek te worden. Deels lezende, deels pratende met C. Keijser en diens kinderen, bragten wij de tijd door.
12 April 1879. Burgemeester Loman. Hij had zijn huis vol gasten, zijne kinderen en de familie Glijnis. Het ging dezen zeer goed. Hij woont gratis in een huis dat 3000 gulden gekost heeft. Hij ontvangt van iederen leerling 70 gulden schoolgeld en van elk zijner kostschoolleerlingen 600. Jakob Dijt is er nu ook en wordt door Pieter Koorn gevolgd.
10 July 1879. Naar H. Dijt. Hij was met Jakob naar Wageningen waar deze examen zou doen tot toelating op de Hogere Burgerschool of de Landbouwschool. Hij was een jaar ten achter. Glijnis had gezegd dat hij van ‘t winter bij Veenman was achteruitgegaan. Veenman was op reis. Nu dacht men dat hij plannen maakte van vertrek.

25 July 1879. Bij Bruno Bok thee gedronken. Zijn zoontje Willem Brunosz 11 jaar oud zal nu naar de kostschool van Glijnis in Bussum zal gaan omdat hij bij Veenman niet leert. Hij is bestemd om Docter te worden. Veel gesprek over het noodzakelijke van het inprenten van goede beginselen aan kinderen die men rustig onder anderen zal zenden. Het geloof aan Gods alziend oog daartoe noodig.
16 November 1881. Groningen. Des middags verrassend bezoek van Pieter Jakobsz Kuiper van de Waal, sedert 30 october student te Groningen.

Schoolcommissie en Inspectie
24 July 1846. Bij Bok in den tuin een pijp gerookt. Bok en Vrendenberg spreken veel over de benoeming van Lindgreen tot lid der Schoolcommissie, waarop Vrendenberg vele harde aanmerkingen maakt.
21 July 1852. Dominee Vrendenberg verhaalt hoe de scholen op Texel gister en vandaag een zeer kort bezoek hebben gehad van de Schoolopziener Jonkheer van Foreest van Alkmaar, dat hem Vrendenberg echter zeer weinig had voldaan, omdat hij weinig had onderzocht.
31 Mei 1858. Westzaan. Juriaan zeide dat er onlangs een uitvoerig stuk van of over den Heer Bok als voortreffelijk schoolopziener in de Amsterdamsche Courant had gestaan.
20 April 1868. Boetje des morgens hier. Hij heeft Schoolbezoek aan den Burg en des namiddags bij Verberne en Glijnis. Tusschenbeide te paard naar de Koog, begrafenis van Martje Jans Daalder.
29 Mei 1870. Den Heer Bok is gister terug gekomen van Haarlem, waar hij 6 weken lang als Schoolopziener examens had afgenomen.
22 September 1872. Bakels hier laatstleden vrijdag komende van zijn eerste schoolopzienersreis naar de eilanden.
16 October 1873. Vanmorgen Bakels bij ons. Bolding is benoemd als lid van de Schoolcommissie. Maandag 8 dagen zal het vergelijkend examen plaats hebben, Er zijn ongeveer 40 sollicitanten voor de onderwijzerspost alhier.
31 October 1873. Des avonds laat, half 11 Wassenaar hier, om op de wagen te wachten die hem (komende van schoolbezoek te Cocksdorp) naar huis zou brengen. Na vergeefs wachten besloot hij te wandelen om kwart voor 12.
10 February 1876. 7 Uur vergadering van Volksonderwijs in de Kikkert, waar Bakels van half 8 tot bijkans half 12 spreker was en eene niet gemakkelijke taak had. Hij stelde eerst de bedoeling van de Vereeniging voor Volksonderwijs zeer uitvoerig in het licht. Las toen het Algemeen Reglement. Velen traden als leden toe, zoo dat het getal van deze nu 56 werd. Daarna werd het Plaatselijk Reglement gelezen en bediscussieerd en aangenomen en eindelijk een Bestuur gekozen, zijnde deze 5: Bakels, Loman, Sijbrand J. Keijser, Boonacker en Post.
4 October 1876. De Commissaris des Konings Roëll was op Texel geweest. Keijser verhaalt over zijn gesprekken met hem, vooral over den schoolzaken en de behoefte van Texel aan subsidie. Dit onderwerp wordt door hem en Bakels vooral, druk besproken. Bakels doet hem de noodzakelijkheid opmerken dat Texel zich daarvoor belangrijke offers getrooste of dat desnoods het Rijk ondersteuning geve, dat is niet zoo als Keijser het wilde doen voorkomen het vragen van een aalmoes.
26 February 1877. Ik niet naar de Krans bij Bakels, des avonds aan den Burg vergadering van Volksonderwijs. Bakels praesident, beklaagt het dat er tot dusver geen vergadering gehouden is, doet echter veel voor de toekomst hopen. Hij en Loman worden dan ook gaarne herkozen. De Oudeschilders willen eene afdeling op zichzelf uitmaken. Bespreking van het ontwerp-Onderwijswet, zeer uitvoerig en voortreffelijk door Bakels ingeleid. Hij is er over het algemeen wel mede ingenomen.

Neutraal en Bijzonder onderwijs
7 October 1872. Met Koekebakker naar de krans bij Wieringa. Deze verdedigt de stelling dat de Bijzondere School regel, de Staatsschool aanvulling moest zijn.
3 April 1876. Post las ons een brief voor dien hij van Wieringa had ontvangen, waarin deze hem zeer berispt omdat hij niet ijvert omdat hij niet ijvert voor de Christelijke Nationale school, maar wel (als lid van de Schoolcommissie) voor de Neutrale. De brief was op hatelijken toon gesteld.
8 Mei 1877. Koekebakker studeert dagelijks, meest in philosophische werken. Veel spraken wij over den Kerkelijken strijd dezer dagen. Hij bestrijdt het denkbeeld dat de Neutrale school verdraagzaamheid zou kweeken. Hij wil dat de Godsdienst niet van de school geweerd worde.
16 September 1878. De Bewaarschool zooals hij thans wordt ingerigt bezien, zal nu spoedig gereed zijn. Ik vernam daar van de timmerman Geus dat Dominee Gelderman druk werkzaam is om eene andere bewaarschool aan de Burg te doen verrijzen.
2 December 1878. Bakels bragt van Habbema het Wageningsche Weekblad waarin Gelderman giften vraagt voor zijn Christelijke Bewaarschool om onze Neutrale te neutraliseren. Vrij schamper, De Holl leest het. Ik neem het mede te 6 ure naar de Vergadering van ’t Bestuur der Bewaarschool op ’t Raadhuis, waar Loman het voorleest.
28 April 1879. Vannamiddag te 2 ure was ik ter begrafenis bij Jan Kalf den slager van zijn 90-jarige blinde schoonmoeder Dieuwertje de Leeuw, weduwe van P. Buis, waarvan nog 2 zoons en 3 dochters in leven. Ik was gevraagd wijl Gelderman vandaag naar Amsterdam ging. Gesprekken o.a. over de Bewaarschool, waarvan het groote nut algemeen wordt erkend. Ik deed sterk uitkomen het overbodige van eene Christelijke Bewaarschool, wat ook door velen werd beaamd. Niemand kwam er tegen op, ofschoon ‘t mij bleek dat de kinderen van G. Buis aan ‘t Nieuwe Diep op een Christelijke Bewaarschool gingen. Hij scheen ten gunste daarvan alleen te kunnen zeggen dat de kinderen daar ook het Onze Vader leerden.
4 Mei 1879. Daarna bij Jan Kalis en vrouw en kinderen, waar ik mij veel genoeglijker geplaats voelde. Hij verhaalde hoe Gelderman bij hem was geweest en wat zij verhandeld hadden. Hoe Gelderman van ‘t strengste exclusivisme uitgaat, zoodat hij hier ook gaarne eene Christelijk Nationale school zou oprigten. Hoe Kalis hem van deze en andere pogingen een verwijt had gemaakt.




Home