Trijntje Cornelis

Trijntje Cornelis Gojers en de groene gordijnen

Van de meeste mensen van vroeger weten we niets behalve hun geboorte- en sterfdata.
Een enkele keer hebben ze wat bezit en komen ze tevoorschijn in notariscontracten. Daaruit weten we wat details over hun bezittingen dood boedelbeschrijvingen en de verdeling daarvan na hun dood zoals vastgelegd in hun testament. Soms was iemand verwikkeld in rechtzaken, waarvan stukken bewaard zijn. Procederen over erfenissen kwam ook nogal eens voor.
Er valt niet uit op te maken wat voor persoon zo iemand is geweest, wat voor karakter iemand heeft gehad. Hoe men eruit zag, groot, klein, dik of dun, er is geen manier om er achter te komen. Men droeg de gewone mannen- of vrouwenkleren die in hun tijd gedragen werden, maar er is geen beeld te vormen van de mens die deze kleding droeg.

Gerrit Smit
Een persoon die zo tevoorschijn kwam uit de beschrijvingen is Trijntje Cornelis Goojers.
Ze was geboren in 1715, rond 1740 getrouwd met weduwnaar Gerrit Cornelis Smit (1692-1749), die sinds 1745 boer op de Kamp was, in 1728 getrouwd met Risje Reijers Smit (1691-ca.1740). Er waren 2 kinderen die moederlijke zorg nodig hadden nadat hun moeder was gestorven. Met Gerrit had Trijntje zelf ook een zoon, Cornelis Gerritsz Smit (1741-1773).
Wat ze deed, waar ze woonde tussen 1749 toen ze weduwe werd en 1755 is onbekend.

Ysbrant Bos
Toen Trijn in 1755 met Ysbrant Bos hertrouwde werden er huwelijkse voorwaarden opgemaakt om de erfgenamen uit zijn eerste huwelijk te beschermen. Zijn vrouw Lysbeth Goosens was eerder dat jaar gestorven, en behalve hun gezamelijke dochter waren er kinderen uit het eerder huwelijk van Lysbeth. Die waren allemaal volwassen.
Trijntje had niet veel: een eiken kas, een bed, een peluw, 4 kussens, 4 dekens, 2 lakens, 4 sloopen, 2 groene gordijnen met een val, 1 groen schoorsteenkleed, 3 tafels, 9 stoelen, 1 theeblaadje, 1 bedbankje, 1 tinne kan, 1 dito beker, 1 dito trekpot, 1 dito mandjen, 1 ijsere stander, 1 tang, 1 hangijzer, 1 kopere blaker, 1 dito ketel, 1 dito theeketel, 1 kleijn kistje, 1 spiegel, nog eenig aardewerk soo van schootels borden en klapmutsen in soorten, niet waardig te noemen, alsmede een wijnig rommeling, verder haare kleederen en lijftoebehoorens, soo van wollen als linnen, met een weijnig goud en silverwerk tot haar dragt dienende. Dat was alles.
Alle andere spullen in huis waren van Ysbrant. Hij huurde het huis van zijn broer, de Catharinahoeve. Het kan zijn dat dit huwelijk een zakelijke overeenkomst was, geen grote liefde.
Ze zal gehoopt hebben op onderdak en te zijner tijd een verzorgde oude dag toen ze met Ysbrant trouwde, meer niet. Onderdak te zijn in ruil voor het werk van een huisvrouw, dat was al heel wat.
Voor het verzorgen van huis en echtgenoot werd ze beloond: Ende soo wanneer den bruijdegom de eerststervende zij, sal de bruijd, boven haare voorgemelde aangebragte en aanbestervene goederen, nog uijt de goederen van den bruijdegom tot een huwelijkse donatie, genieten een somma van een duijsent off tien hondert guldens contant gelt, benevens de kamer gelegen aan den Burg alhier in de Kogerstraat en een bed met zijn toebehoren. Duizend gulden, een huisje en een bed.
Maar ze kwam heel anders terecht, ze overleefde Ysbrant en omdat het eerste testament herroepen was erfde zij de helft van zijn eigendommen. Haar zoon zou de andere helft van Ysbrants bezittingen erven: alle zijne kleederen van linnen, en wollen, goud, en silver, hetwelk tot zijn lijff, off dragt, off zijn gebruijk is behoorende geweest; als ook den halven inboedel, en andere Huijssieraden met al het boeregereedschap. Waren Ysbrant en Trijn van elkaar gaan houden, was zij zo lief voor hem dat hij het haar gunde- of had ze hem ertoe aangezet, was zij de baas en had ze hem gedwongen om het zo te doen? Het proces dat hierover volgde met de familie Bos kostte haar bijna de hele erfenis.

Dirk Ratelaar
Trijntje hertrouwde nog eens, met Dirk Simonsz Ratelaar in 1767. In datzelfde jaar werd haar enige kleinzoon geboren, Hendrik Cornelisz Smit. Cornelis was getrouwd met Aaltje Hendriks Schilder, dochter van Hendrik de Bleeker van de Nieuwe Bleekerij in de Everstekoog. Eigenlijk gewoon een buurmeisje, al stond haar ouderlijk huis een paar kilometer ver weg. Je kon het huis in de verte zien over de kale Westermient.
Bij het huwelijk met Dirk werd een inventaris van Trijns eigendommen gemaakt, en dat was heel wat meer dan in 1755. Het huis werd nog steeds gehuurd van de erven Jan Bos, de broer van Ysbrant, maar de meubels en alle andere dingen waren van Trijn zelf.
Haar boedelbeschrijving van 1767 besloeg meerdere bladzijden. De groene bedgordijnen met val had ze nog steeds.
De volgende belangrijke gebeurtenis was de dood van Dirk Ratelaar, in 1771, van wie ze niet alleen veel goederen, maar ook de inmiddels door hem gekochte boerderij erfde.

Trijntjes leven was nog lang niet voorbij. Ze was onderhand 56 jaar oud, maar waarschijnlijk nog niet afgeleefd. Ze had slechts één kind gekregen, waardoor de kans op overlijden en lichamelijke aftakeling sterk beperkt was.
Ondertussen stierf in 1773 haar zoon, nog maar 32 jaar oud. Dat moet een enorme klap zijn geweest…. Trijn maakte in 1774 afspraken voor de verzorging van haar laatste jaren met Aaltje, die al in het huis van Trijn woonde. In de akte staat: zijnde reets al het gemelde Vee en Boeregereedschap aan de Comparante ter andere zijde afgelevert en ook bij deselve tot haar genoegen ontfangen geworden. Waarschijnlijk was Cornelis, die al de helft van de inboedel in eigendom had, na de dood van Dirk Ratelaar ook voor een deel eigenaar van de boerderij.

Het jaar erop trouwde Aaltje met Gerrit Simonsz Hartog- een boerderij kan niet zonder boer. Of het een zakelijke overeenkomst was of ze het wel goed met elkaar konden vinden, dat komt men achteraf niet te weten. Bleef Trijn inwonen of ging ze naar Den Burg? Onbekend, het kan allebei. Het leek prima geregeld.
Maar dat kwam heel anders uit. Aaltje stierf in 1784, haar tweede man in 1787. Hoewel Aaltje huwelijkse voorwaarden had gemaakt om haar zoon te beschermen, was daar na haar dood niets mee gedaan. Alles was verkocht! Haar echtgenoot had de boerderij gekocht en nu moest Hendrik die terugkopen. Dat was toch niet de bedoeling van die huwelijkse voorwaarden!
Met haar oude dag was Trijntje dan wel in goeden doen, maar ze was wel erg alleen. Ze leefde tot in 1791, tot in haar 76e jaar en overleefde zo iedereen van haar familie.
Alleen haar kleinzoon was over, die trouwde in 1793. Trijn heeft van zijn gezin niets gezien.

Overzicht van de notarisakten waarop deze veronderstellingen zijn gebaseerd

De gebroeders Bos
Hoe de boerderijen aan de Westermient vroeger genoemd werden weten we niet meer, we gebruiken daarom maar de tegenwoordige namen om huizen van meer dan 300 jaar oud aan te duiden. De boerderijen staan er nog, de mensen van vroeger zijn dood en vergeten.
Over een enkeling is nog iets bekend doordat de actes die ze bij de notaris lieten opmaken weer gevonden en gelezen zijn. Zo worden ze toch nog herinnerd.

De boerderij van Jan Bos in dit verhaal was de ‘Catharinahoeve’ en die van Ysbrant Bos de plaats ‘Ruimzicht’, nu ‘van Veeger’. Ysbrant woonde met zijn eerste vrouw Lysbeth Goosens in zijn andere boerderij, de ‘Worsteltent,’ die vroeger wel ‘Mient’ of ‘Oude Mient’ werd genoemd. Na de dood van Lysbeth had Ysbrant al zijn onroerend goed verkocht, zijn dochter woonde met haar man in de Worsteltent, de schoonzoon van Jan Bos, Jacob Verberne, op Ruimzicht. Jan Bos was naar de Koog gegaan, zodat Ysbrant diens boerderij kon huren.
Dat weten we omdat Trijn Cornelis, de weduwe was Ysbrant, in 1770 nog huur moest betalen aan de kinderen van Jan Bos. Die was zelf al in 1762 overleden, zijn broer een jaar later. Pas toen tante Trijn ging hertrouwen werd de Catharinahoeve aan haar nieuwe man verkocht.

Ysbrant en Trijn

Huwelijkse voorwaarden tussen Ysbrant Bos en Trijn Cornelis
Ysbrant Bos (1701-1763) was op 9-3-1755 hertrouwd met Trijntje Cornelis (Gojers). Dat was binnen 9 maanden na de dood van zijn vrouw Lysbet, iets dat vaker voorkwam. Een man kon niet zonder vrouw en omgekeerd. Het werk op de boerderij en in huis moest doorgaan. Men kon daarvoor een knecht of meid inhuren, maar op deze manier was het goedkoper. Bovendien, als het goed ging was het zo nog gezelliger ook.

Zij lieten op 27-4-1755 een huwelijkscontract opmaken. Het was voor beiden een tweede huwelijk. Zij was sinds 1749 weduwe van Gerrit Cornelis Smit en had een zoontje van 8 jaar oud (1741-1773). Het BB vermeldt Trijntje als geboren in 1715, getrouwd met weduwnaar Gerrit Cornelis Smit (1692-1749), die sinds 1745 boer op de Kamp was, er waren 2 kinderen in zijn huishouden van zijn echtgenote Risje Reijers Smit (1691-ca.1740).
Ysbrant was lang niet zo oud als Gerrit Smit, al was Trijn een stuk jonger dan hij. Het huwelijkscontract gaf haar de zekerheid van zorgeloos onderdak en een verzorgde oude dag.

Notaris Star schreef:
De E. Isbrand Cornelisz Bos, weduwnaar en Bruijdegom ten eenre ende de E. Trijntje Cornelis, weduwe en bruijd ten andere zijde, beijde op desen Eijlande woonagtig, mij notaris bekend, dewelke te kennen gaven, dat sij voornemend waaren om, nu eerlange (onder verwachtinge van des Heeren Zegen) met elkander te treden in den Huwelijkse staat, dog dat ze voor het solemniseren en voltrekken van het selve hadden beraamt en besloten te doen schrijven dit navolgende contract, in maniere als volgt:

Eerstelijk dat tusschen haar contrahenten in dit toekomend huwelijk in alle gevallen hetzij den Bruijdegom hetzij de Bruijd de eerststervende zij, met of sonder gemeene kinderen uijt dit huwelijk verwekt, na te laten niet en sal zijn eenige gemeenschap van goederen nog van Winst of Verlies staande huwelijk te vallen, maar dat de Bruijds erfgenamen ingevalle zij de Eerststervende is, alleen zullen moeten afstaan met de goederen bij haar ten huwelijk gebragt (bestaande tegenwoordig in een eiken kas, een bed, een peluw, 4 kussens, 4 dekens, 2 lakens, 4 sloopen, 2 groene gordijnen met een val, 1 groen schoorsteenkleed, 3 tafels, 9 stoelen, 1 theeblaadje, 1 bedbankje, 1 tinne kan, 1 dito beker, 1 dito trekpot, 1 dito mandjen, 1 ijsere stander, 1 tang, 1 hangijzer, 1 kopere blaker, 1 dito ketel, 1 dito theeketel, 1 kleijn kistje, 1 spiegel, nog eenig aardewerk soo van schootels borden en klapmutsen in soorten, niet waardig te noemen, alsmede een wijnig rommeling, verder haare kleederen en lijftoebehoorens, soo van wollen als linnen, met een weijnig goud en silverwerk tot haar dragt dienende) en wijders al het gunst haar staande huwelijk bij erfenisse, besterfenis, gifte oft makinge is opgekomen, sonder meer.

Ende soo wanneer den bruijdegom de eerststervende zij, sal de bruijd, boven haare voorgemelde aangebragte en aanbestervene goederen, nog uijt de goederen van den bruijdegom tot een huwelijkse donatie, genieten een somma van een duijsent off tien hondert guldens contant gelt, oft andere Effecten tot haar contentement benevens de kamer gelegen aan den Burg alhier in de Kogerstraat (belend ten zuijden Jan Wessels Kroes, ten noorden Anne Kok) en een bed met zijn toebehorens om van al het selve haar leven lang gedurende te mogen genieten alle de Renten Vrugten en provenieren, ja zelfs met magt, om (des noods) van het Capitaal te mogen interen; dog is des bruijdegoms expresse wil en begeerte, dat de voorsz: Somma van 1000 gl: met de kamer aan den Burg, na het overlijden van de bruijd, soo deselve gemeene kinderen uijt dit huwelijk verwekt nalaat, sonder aftrek van de Trebellianicque portie, oft verdere vermindering als hier vooren is geseijt, in ’t geheel sal moeten desolveren en versterven op de voorz: gemeene kint of kinderen of derselver descendanten, als mede op haar voorkint gen: Gornelis G. Smit, in gelijke portien, dog de gemeene kinderen en haare afkomelingen ontbrekende, dan alleen op haare voorsz: voorzoon, of bij derzelfs vooroverlijden op zijne descendanten, en die mede gebrekende als dan op des Bruijds broeder en susters genaamd Cors, Engeltje en Jantje Corn: Gojers- ieder voor een geregt derde part.

Wijders is bedongen dat alle winst en verlies staande huwelijk te vallen, mitsgaders de Renten en Vrugten van alle goederen, soo die door de beijde controralen ten huwelijk zijn aangebragt, als die bij eene van beijde staande huwelijk zullen worden verkregen alleen zullen zijn en blijven ten behoeven en voor rekening van den bruijdegom, dewelke ook alleen sal moeten dragen en betalen alle de kosten en lasten des huwelijks, soo wegens de gemeene huijshoudinge als andersints te vallen; egter zal onder winst en verlies niet begrepen zijn opkomende efenissen, besterfenissen, giften oft makingen met de lasten van dien, maar zullen deselve bij het afsterven van een van de Controralen moeten gaan en genoten worden aan de zijde van de geene die se beurt.

Eijndelijk hebben de Contrahenten nog wel expresselijk geconditioneert en bedongen, dat den eene voor des anderens schulden voor dato van dit huwelijk gemaakt niet sal mogen werden aangesproken oft geëxecuteert, maar dat deselve alleen zullen moeten gedragen en betaalt worden aan de zijde daar die gemaakt zijn.
Op alle welke voorverhaalde condities en antemuniptiale voorwaarden haar huwelijk geslooten zijnde, sal het selve daar op werden gesolemniseert en voltrokken, belovende de Comparanten, ieder in zijn regnard, al het selve te zullen onderhouden en doen onderhouden, en elkanderen het effect daar van te doen genieten; onder verband en submissie van haare persoonen en goederen als na regten.
Aldus gepasseert aan den Burg op Texel ter presentie van Daniel Gravius secretaris alhier en Reijer Kooijman als getuijgen

Ysbrant Bos
Dit merk bij Trijntje Cornelis + eijgenhandig gestelt
Dgravius
Reijer Kooijman
Jan Star nots:publi

Dit huwelijk was gesloten ver voor de afhandeling van de nalatenschap van Lysbeth Goosens had plaatsgevonden. Ysbrant was vermogend, Trijntje niet.
Het zou heel goed kunnen dat zij nooit samen in de Worsteltent gewoond hebben, maar meteen op een ander adres opnieuw zijn begonnen. Dat was dan de Catharinahoeve, het huis van zijn broer, die al sinds juli 1853 in de Koog woonde. Maar het kan ook zijn dat ze eerst een paar maanden in Ysbrants huis gewoond hebben.

19-7-1756 Ysbrant Bos kocht land in Zuid Haffel
30-12-1756 aankoop land in Oostergeest

Testament van Ysbrant Bos en Trijntje Cornelis
In de marge op de eerste bladzij: Testateuren aan mij verklaard geen 4000 gld begoed te zijn, nog ampten & bedieningen te hebben B.H. van Dam notaris

No. 464 In de Name des Heeren amen. Op heden den tweeden febr 1763 voor de middags, de klok 9 1/2 uren, compareerden voor mij Bernardus Henricus van Dam notaris publiq bij den Ed. Hove van Holland geadmitteerd, residerende ter steede en Eijlande Texel, in presentie van de nagenoemde getuijgen, de eerzame Isbrand Cornelisz Bos, en Trijntie Cornelis, egteman en vrouw woonende aan de Meinte, mij notaris bekend; zijnde hij comparant siekelijk, dog gaande en staande en zij comparante gezond van lichaam, beijde haar verstand, memorie, redenen, en uijtspraak ten volle magtig, en gebruijkende, zoo ons notaris en getuijgen klaar en duijdelijk was blijkende, de welke verklaarden, dat zij hadden overdagt de zekerheid des doods, ende onzekeren ure van dien, na christelijk recommandatie van ziel, en lichaam te raden geworden te disponeeren uijt vrijen willen van hare tijdelijke goederen, zonder misleijdinge van jemand, haar door de Zeegen van God almagtig op deze aard verleent; als volgt, eerstelijk revoceerdende, casseerende en annulleerende, zoo zij doen bij dezen, alle Testamenten, codicillen, ofte eenige andere makingen, die Zij comp:ten te samen, ofte ellx van hen in het bijzonder, voor dato dezes mogten hebben gemaakt; en bijzonderlijk het Huw:lijks contract tusschen hun beiden voor banden des Huwelijks opgeregt, en gepasseert, voor den Notaris Jan Star en zekere getuijgen alhier in dato 27 april 1755.
Niet willende, dat de selve, ofte eenige van dien in eenig point gevolgt off nagekomen zal, off zullen worden, maar alle geconsidereert werden, evenals off de selve nimmer gepasseert, ende verleden waren geweest, ende over zulx gehouden werden; als nul, chragteloos, en van onwaarde; ende nu op Nieuws disponerende, verklaaren zij Testateuren te legateeren, maken en bespreeken, aan haar Testatrices Zoon Cornelis Gerritsz: Smit, woonende bij de testateuren in Huijs in voldoening voor zijne getrouwe diensten, verdiende Huir off loon, staande Huwelijk, in de boererije alsook met wagen, en paarden, ten behoeve van den gemeenen boedel gedaen, toegebragt, en verdient, de somma van achthonderd Carolusguldens eens; Nog legateert, maakt en bespreekt hij testateur afzonderlijk, aan den selven Cornelis Gerritsz: Smit, om redenen voormeld, alle zijne kleederen van linnen, en wollen, goud, en silver, hetwelk tot zijn lijff, off dragt, off zijn gebruijk is behoorende geweest; als ook den halven inboedel, en andere Huijssieraden met al het boeregereedschap; mits dat hij Cornelis Gerritsz: Smit zijn moeder den inboedel, en andere Huijssieraden, mitsgaders het boeregereedschap, zal laten behouden, zoo lang deselve leeft.
Voorts disponeerende zij testateuren gesamentlijk; over alle haar verdere, en na te latene goederen, roerende, en onroerende, gelden, actien, crediten, en geregtigheden; mitsgaders goud, en silver gemunt, en ongemunt, niets ter wereld uijtgezondert, al het welke zij testateuren eenigzints met ‘er dood ontruijmen off agterlaten zullen, reciproque, over en werder over, dat is, de eerststervende, den langstlevenden van hunne beijden bij dezen te stellen, nomineeren, en te willen institueeren tot zijne, off hare mede erffgenaam, off erffgename in een filiale portie, off kindsgedeelte met volle regt van institutie zonder meer.
Voorts verklaarden zij testateuren, te stellen, en te institueeren tot voogden over hunne minderjarige erffgenamen; mitsgaders tot Executeurs van dit hunnen Testament Capiteijn Hendrik Sprong, en Reijer Kooijman beijde woonende aan den burgh op Texel, om na het overlijden van hem testateur, den voornoemden boedel; en goederen na inhoude van deze Dispositie, onder de legatarissen, en erfgenamen te verdeelen, en de selve in allen deele van effect te doen zijn; en om de perzoonen, en goederen van de minderjarige erffgenamen te regeeren, en te bedienen, zoo zulks behoort met alle zodanige magt, als na regten bij Voogden, en Executeurs werd gerequireerd; geevende hun mede magt en authoriteit, om bij overlijden van eene der selve, een ander Voogd, en Executeur, nevens hem in des overledens plaatse te mogen kiesen bij acte notarieel, na zijn welgevallen met gelijke magt, als de voorn:z:de persoonen gegeeven is en met uijtsluijting, in alle gevalle, van alle Weeskamers, en alle andere off verdere bevelhebberen; behoudens hunne agtbaarheid.
Wijders verklaaren zij testateuren aan hun te behoden de magt, en het vermogen, om deze dispositie te mogen vermeerderen en verminderen, daarbij, af, ofte toe te doen zoo zij te rade zullen worden, hetzij te samen, off ijder particulier, het zij onder hare off zijne particuliere handteekening voor een, off meer geloofwaardige getuijgen; willende, dat alle het selve van danigen kragt zal zijn, en gehouden worden, als off het hier inne van woord tot woord stonde geinsereerd, en ujtgedruckt.
Al het geene voorsz: staat, de testateuren van woord tot woord voorgelezen zijnde, verklaarden het te weesen haar Testament, laaste, en uijtterste wille, begeerende, dat het selve zal bestaan, en volkomen effect sorteeren, het zij, als testament, codicil, gifte ter zake des doods, ofte zoo als het selve anderzints na regten best zal mogen subsisteeren alwaart, dat eenige solemniteiten na regten gerequireerd, niet mogten weesen geobserveert, verzoekende daaromtrent het uijtterste beneficie te mogen genieten.
Aldus gedaen, verleden, en gepasseert ter steede, en Eijlande Texel, ten huijsen van de Testateuren, in presentie van Jacob Dirksz Hans, en Andries Robbock [doorgestreept Cap: Hendrik Sprong en Reijer Kooijman], als speciale verzogte getuijgen.

Ysbrant Bos
Dit kruijsje + door Trijntje Cornelis eigen handig gestelt
Jacob Drucksz Hans
Andries Robbock
Quod attestae B.H. van Dam notaris publique

Cornelis zou de kleren van zijn stiefvader erven, alle zijne kleederen van linnen, en wollen, goud, en silver, hetwelk tot zijn lijff, off dragt, off zijn gebruijk is behoorende geweest, in die tijd geen vreemde zaak, kleren waren duur en de mode veranderde niet snel. Wat niet paste kon men vermaken, dat was heel gewoon. Dat veel bovenkleding nooit werd gewassen vond men vast ook niet zo vies …. Hij heeft ze nog 10 jaar kunnen dragen. Wie zou ze daarna gekregen hebben? De tweede man van zijn vrouw? Weggooien deed men niet!

19-7-1756 Ysbrant Bos kocht land in Zuid Haffel
30-12-1756 aankoop land in Oostergeest

Boedelscheiding van Ysbrant Bos 2-6-1763
ex test Hendrik Sprong en Reijer Kooijman, die er op 16-7-1763 door Dirk Dijt en Hendrik Dekker van werden beschuldigd geen rekening met hem te houden. Ze hadden het huis in de Kogerstraat verkocht. Dirk en Hendrik waren erfgenamen van Lysbeth Goosens, de eerste vrouw van Ysbrant, die vonden dat er teveel naar Trijn toeging, zeker nu de huwelijkse voorwaarden waren opgeheven.
De beschuldiging leidde er toe dat op 5-11-1763 notaris Adriaan Wentel werd ingeschakeld om de belangen te behartigen van Cornelis Jansz Wagemaker en Grietje Rijkels tegenover Trijn Cornelis, Hendrik Sprong en Reijer Kooijman, dit in verband met het testament van Ysbrant Bos.
Uiteindelijk kwam pas op 8-2-1765 de eindafrekening. Trijn ontving van de nalatenschap die 6076:9:4 gulden bedroeg en waarvan ‘de uijtgaaff daar en tegen gedaan te samen beloopt de somma van 5975:6:4’ het bedrag van 101:3:-
Wie deze Cornelis en Grietje waren is niet duidelijk. Het blijkt dat procederen niet verstandig was. Trijn zal er haar redenen voor gehad hebben, maar welke?

Trijn Cornelis kocht uit de boedel van haar overleden man het huis aan de Kneppelbuurt en 3 stukken land.

Inventarisatie van de bezittingen van Trijntje Cornelis in verband met haar huwelijk met Dirk Simonsz Ratelaar
Staat en inventaris van alle sodanige goederen en schulden als Trijntje Cornelis (eerder wed. van Gerrit Corn. Smit, laatst van Isbrand Corn. Bos, en thans Bruijd, in haar aanstaand huwelijk met Dirk Simonsz Ratelaar, haar Bruijdegom) zal komen en en aan te brengen, op alle sodanige conditien als bij Acte antempiaal, nissxx en een beijde te passeren nader staat bij tijd toezicht te worden gedaan maken bij en ten versoeke van de gemelde Trijntje Cornelis, in maniere als volgt.-

Eerstelijk de vaste goederen.-
Een Huys en Erf staande en gelegen aan den Burg in de Warmoestraat, belend ten Zuyden Maarten Rey ten noorden Cornelis Vos.-
100 roeden lands gelegen in de polder Zuythaffel, belend ten oosten Pieter Bruyn ten westen Arien Schaap.-
Volgen de Haafelijke goederen
2 melkkojen, 1 driejaarige os, 3 tweejaarige vaersen, 1 tweejaarige os, 2 eenjaarige schetten, 2 kalven, 1 varken, 11 hennen en 1 haan, 38 melkschaapen, 9 enterlingen, 12 lammeren, zijnde het gemelde schaapvee gerekent met de wol en dus ongeschoren
Volgen nu de meubilaire goederen en Huyssieraden
2 bedden, 2 puilings, 6 kussens, 2 puilingsslopen, 26 kussenslopen, 7 kleine tafellakens
2 oude dekenkasten, 2 kleijne greene dito, 1 lessenaar, 2 mutsekistjes, 6 tafels so groot als kleijn, 3 bedbankjes, 2 haardschutjes, een plaatbord, 6 stoelen, troortje, nog een dito met glazen, 2 mande doosen, een spiegel, 2 oude schilderijtes, een vriesse hangklok, een bedpan, een metaale kandelaar, een ijzere stander met een kopere blaker, 2 kopere blakers.-
2 dito schuimspaans, 1 echgehaat, een dito snuyten en snyningen,
4 koperen Theeketels, 1 roodkoperen Eetensketel, 6 geelkopere Ketels, so groot als kleijn,
2 tinne bekers, 1 dito bierkan, 2 dito matjes, dito mostertkan, 1 dito mostertpottje, 1 dito zoutvat, 1 dito tregter, 2 dito trekpotten, 1 dito kommetje, 30 tinne lepels, eenige bier en wijn glaze, 2 glase busjes,
een half dousijn bruijn porselein theegoed, een half dousijn blaauw dito, nog 4 kopjes en 3 schoteltjes dito, een delfse trekpot,-
17 Delfse koppen op de kast so kleijn als groot, 20 dito klapmutsen, 5 dito egaale schotels, 25 dito van differente soort, 20 dito bords so kleijn als groot,
nog eenig Rood aardewerk tot dagelijks gebruik dienende,
5 blikke trommeltjes so kleijn als groot,
een koffijmolen, 2 blikke theebosjes,
een paar groene bedgordijnen en val, een groen schoorsteenkleid, een bont dito, 3 bonte tafelkleedjes,
voorts nog eenige kleijnigheden niet waardig te specificeren,- zij egter dat de voorenstaande gespecificeerde meubilaire goederen en Huyssieraden maar alleen voor de eene helfte zullen worden aangebragt dewijl des Inventarientes zoon Cornelis Smit, volgens de testamentare dispositie van wijlen voorn: overleden Isbarnd C: Bos, den 2e febr. 1763 ten overstaan van den Notaris B.H. van Dam en getuygen alhier gepasseert, daar in de wederhelft is competeerende, als het selve daarbij aan denselver Corn. Smit gelegateert zijnde.-

Volgt nu het goud en silverwerk en verdere sieraden
1 gouden merkring, 1 dito hoepring, 1 paar goude spelden, 1 silvere beugeltas, 2 silvere oorijzers, 2 dito haarnaaltjes, 2 paar dito schoengespen, 1 silvere lepel, 1 bloedkoraale ketting met een goude boot, 1 dito ketting met een silver bootje,
2 kerkboekjes, het eene met 2 en het andere met een silver krammetje,

De kleederen en lijftoebehoorens van de inventariente worden alhier niet gespecificeert, maar gesteld voor memorie.-
Aan contante penningen een somma van 650 guldens.-

Volgen nu de acten & inschulden:
Een onderhandse obligatie in dato 5 aug. 1764 ten laste van Hendrik Klaasz Dekker nog in Capitaal groot 340 gulden en 10 stuijvers lopende tegen 4 gl: percente jaars.
Pieter Corn. Bakker de Admiraal is aan de inventariente debet een somma van 60 guldens wegens leverantie van een koe, in het jaar 1766 aan deselve admiraal gedaan.
Nog competeert de inventariente van Sijbrand Koning voor leverantie van circa 300 pond groene kaas de somma van 27 guldens.

Volgen eijdelijk de uijtschulden & debites:
De inventariente is debet aan de erfgenamen van Jan Corn: Bos voor een jaar huur van de Boereplaats daar deselve thans op woont, verschenen 20 maart 1767, een somma van 240 guldens.
En laatstelijk aan nog andere haarer crediteurs te samen een somma van 42 guldens.

Op heden den 21e Julij Anno 1767 compareerden voor mij Jan Star, notaris publieq bij den Hove van Holland geadmittert ten stede en Eijlande Texel residerende, in presentie van de nagenoemde getuijgen
Trijntje Cornelis, Bruijd, en Dirk Simonsz Ratelaar, Bruijdegom, woonende beijde op desen Eijlande, en in den hoofde deser breder gemeld;
Ende verklaarde zij comparante invantariente deese opgeving en begrooting haarer gehelen Boedels ende besitting deugdelijck en opregt te sijn; en hij comparant verklaarde deselve opgaave en begrooting conform de waarheijd also bevonden te hebben.
Thans deese inventaris geslooten en gepasseert ten huijse van de comparante, ten overtsaan van Reijer Jansz Spreeuw & Fester Willemsz als getuijgen.

Dit merk + bij Trijntje Cornelis eijgenhandig gesteld
Dirk Symons Ratlar
Reijer Jansz Spreeuw
Fester Willemsz
Jan Star nots: publ

De groene gordijnen had ze nog steeds. In het eerste testament waren er 8 regels nodig om haar eigendommen te beschrijven, nu waren het er heel wat meer.
Ze was werkelijk in goeden doen gekomen- alleen al die 650 gulden contant geld, en zoveel spullen!

Dirk Ratelaar
Pas in 1769 kocht Dirk Ratelaar het huis. In 1771 overleed hij, 71 jaar oud.
Verkoop huis en land door de erven Jan Cornelisz Bos aan Dirk Ratelaar:
Wij, Cornelis Kok en xx, Schepenen van Tezel, oxx voor ons zijn gecomareert de Erfgenamen van Jan Corn: Bos; wonende alhier, die bekenden op den 29e Decemb: 1769, ten overstaan en met cons. van Burgerm: & Weesm:, in publ: veijlinge hebben verkogt en bij desen in vollen vrijen eijgendom over te dragen en te transporteren aan en ten behoeve van Dirk Ratelaar, wonende mede alhier, Een Huijs met 300 roeden Lands, gen: de Huijskoog, gelegen aan de Mient; 600 roeden lands gen: Dommekragt en 800 roeden gen: Bleekersland, beijde gelegen in de Polder Gerritsland; 700 roeden lands gen: Reijnouwsland, gelegen in de Polder Operen; 500 roeden gen. het Schapenland, 500 roeden gen. Vrouwmoeijskoog; en 350 roeden Werkland, alle drie gelegen in de Polder de Westen.-
Ende dat met alle sodanige vrijdommen, Servituts en geregtigheden als het selve laatst beheert en beseten is geweest, zijnde vrij en onbelast, met daarop staande als den Heer sijn regt, dat den Koper tot sijn lasten heeft genomen so ordinaire als Extraordinaire verpondingen die na dato deses zullen worden geconsenteerd item Dijks, Duijn en Sluijsgelden en alle andere Polderlasten waarmede dit huijs en landen mogte worden besweert geen uijtgesondert; belovende zij Transporteurs hetselve ook te sullen vrijen en waaren als regt is, en bekenden van desen Transporte te zijn voldaan met de Somma van 2100 guldens contant geld, mits kortende a 3 1/2 gl. percents voor de gereede betaling
Ten oirconde getekent den 13e Junij 1770
C=Kok C: Kooijman

Ondertekening van een obligatie tgv Neeltje Pieters [Hendriks?] tlv Dirk Ratelaar en Trijntje Cornelis
Respectivelijk te verbinden hunnen persoonen en goederen; als na regten,
Aldus gepasseert aan den Burg op Texel ten overstaan van Cornelis van Sittert en Thomas Cornelisz als gertuijgen
Dirck Symon Ratlar
Dit merk + bij Trijntje Cornelis eijgenhandig gestelt
Dese letters C G S bij Corn:G:Smit eijgenhandig gesteld
Yan Cornelis kuijt
CorNelis van Sittert
Thomas Cornelis
Jan Star nots:publ

Cornelis Gerritsz Smit is medeondertekenaar van deze akte.
Hij was in 1765 getrouwd met Aaltje Hendriks Schilder, dochter van Hendrik Schilder en Antje Jans Rey. Hendrik Schilder was sinds 1735 eigenaar van de Nieuwe Bleekerij, waar Aaltje en haar oudere zuster Neeltje zijn opgegroeid. Jan Cornelisz Kuijt was de echtgenoot van Neeltje Hendriks Schilder.
Waarschijnlijk had Hendrik Schilder in 1753 de Oude Bleekerij van Jan Bos gekocht, althans, die was in 1774 eigendom van Aaltje. Het is heel waarschijnlijk dat Aaltje daar heeft gewoond met haar man en kind, Hendrik Cornelisz Smit (1767-1812). Deze werd nog in 1808 ‘Hendrik de Bleeker’ genoemd, wat doet vermoeden dat hij als kind wel bij zijn grootmoeder op de Bleekerij kwam. Zelf heeft hij niet aan het bleekwerk meegedaan, de Oude Bleekerij is na de dood van de laatste bleeker rond 1730 niet meer in gebruik genomen en op de Nieuwe Bleekerij was het na de dood van grootvader Hendrik Schilder in 1766 met het bleekwerk waarschijnlijk ook wel gedaan. Het zou goed kunnen dat Hendrik de Bleeker Smit nooit zelf gezien heeft hoe dat bleken ging en dat hij het heeft moeten doen met de verhalen en herinneringen van zijn moeder. Het huis op de Nieuwe Bleekerij is in de winter van 1775/76 afgebroken.

Jaar van overlijden:
Jan Bos 1762
Ysbrant Bos 1763
Hendrik Schilder 1766
Dirk Ratelaar 1771
Cornelis Smit 1773
Antje Rey 1775
Neeltje Hendriks 1784
Aaltje Hendriks 1784
Gerrit Hartog 1787
Trijn Cornelis 1791
Hendrik Smit 1812

Trijn en Aaltje 6-3-1774
Heden den sesden maart An: 1774 compareerden voor mij Jan Star, notaris publieq, bij den Hove van Holland geadmitteert, ter stede en Eijlande Texel residerede, in presentie van de nagenoemde getuijgen,-
Trijntje Cornelis, laatst weduwe van Dirk Ratelaar, ten eenre, ende Aaltje Hendriks, weduwe van Cornelis Gerrits Smit, ten andere zijde; zijnde de comparanten beijde op desen Eijlande woonagtig, mij notaris bekend.-
Ende verklaarden, zij eerste comparante verkogt en in vollen vrijen eijgendom te transporteeren en over te dragen, en de tweede comparante daar en tegen gekogt, en also in eijgendom aangenomen te hebben, het na te melden vee en boeregereedschap, namentlijk, Twee melkkoejen, Twee driejaarige ossen, twee tweejaarige koebeesten (zijnde het eene daarvan een os, en het andere een Koeschet) item een Eenjarige os, Twee kalveren, 50 stuks melkschaapen, 10 enterlingen, een oud Paard en voorts een weijnig boeregereedschap van geen waardij om te specificeren: zijnde reets al het gemelde Vee en Boeregereedschap aan de Comparante ter andere zijde afgelevert en ook bij deselve tot haar genoegen ontfangen geworden:
Ende dat om en voor eene jaarlijkse Lijfrente van 70 guldens, so lange de Eerste Comparante in desen zal leeven; welke Lijfrente door de tweede Comparante zal, moet worden voldaan voor of opde verscheijndag, namentlijk ieder jaar op den derden September, en dus voor het eerste jaar op den derden september deses lopende jaars 1774, en so vervolgens jaarlijks gedurende het Leven van haar Eerste Comparante; dog zal deese Lijfrente met het overlijden van haar Verkoopster en Transportante komen te cesseeren en op te houden.
Belovende zij Comparanten elkanderen het Effect deses te zullen doen genieten,-
Tot nakominge van’t geene voorschreven staat verklaaren zij Comparanten wederzijds en specialijkig de tweede Comparante ter voldoeninge van de voorsz: Jaarlijkse Lijfrente te verbinden hunne persoons en goederen als naar regten.-
Aldus gepasseert aan den Burg op Texel ter presentie van Thomas Cornelisz en Fester Willemsz, als getuijgen
Dit merk bij Trijntje Cornelis eijgenhandig + gesteld
Deese letters bij AH Aaltje Hendriks eijgenhandig gesteld
Thomas Cornelis
Fester Willemsz
Jan Star not: publ

Trijn was oud, Aaltje jong. Heel verstandig dat ze het zo regelden! Het was voor Aaltje ook veel prettiger wonen op de Catharinahoeve, niet zo ver van het dorp vandaan als de Oude Bleekerij.
Ze zullen niet gedacht hebben dat Aaltje eerder dan Trijn zou komen te sterven …..

Waar ging Trijn Cornelis wonen?
Trijn had nog steeds een huis in den Burg in haar bezit. Zou ze daar zijn gaan wonen, onder de mensen en in de buurt van de voorzieningen, zoals veel oudere Texelaars doen, of heeft ze ervoor gekozen om bij haar schoondochter in te wonen en zich te laten verzorgen? Het zijn allebei redelijke oplossingen, maar wat ze hebben besloten staat nergens vermeld.
Ze had misschien gedacht voor haar laatste levensjaren geen zorgen te hoeven hebben, maar dat kwam heel anders uit. Trijn zou wel jarenlang geld krijgen, maar na 10 jaar was ze weer op zichzelf aangewezen. Ze zou ze allemaal overleven.
Een aanwijzing voor het blijven inwonen was het achterlaten van zoveel spullen in de Oude Bleekerij. Het was voor Aaltje Hendriks hoe dan ook onmogelijk om al haar serviesgoed mee te nemen naar het huis van haar schoonmoeder toen ze in 1773/74 daar introk. Het huis was al overvol, de kleine kamer volgepropt, voor een groot deel met dezelfde soort voorwerpen als Aaltje achter moest laten. Ze zal haar mooiste spullen wel hebben meegenomen.




Home