Trijntje Cornelis Gojers en de groene gordijnen
Van de meeste mensen van vroeger weten we niets behalve
hun geboorte- en sterfdata.
Een enkele keer hebben ze wat bezit en komen ze
tevoorschijn in notariscontracten. Daaruit weten we wat
details over hun bezittingen dood boedelbeschrijvingen
en de verdeling daarvan na hun dood zoals vastgelegd in
hun testament. Soms was iemand verwikkeld in rechtzaken,
waarvan stukken bewaard zijn. Procederen over erfenissen
kwam ook nogal eens voor.
Er valt niet uit op te maken wat voor persoon zo iemand
is geweest, wat voor karakter iemand heeft gehad. Hoe
men eruit zag, groot, klein, dik of dun, er is geen
manier om er achter te komen. Men droeg de gewone
mannen- of vrouwenkleren die in hun tijd gedragen
werden, maar er is geen beeld te vormen van de mens die
deze kleding droeg.
Gerrit Smit
Een persoon die zo tevoorschijn kwam uit de
beschrijvingen is Trijntje Cornelis Goojers.
Ze was geboren in 1715, rond 1740 getrouwd met weduwnaar
Gerrit Cornelis Smit (1692-1749), die sinds 1745 boer op
de Kamp was, in 1728 getrouwd met Risje Reijers Smit
(1691-ca.1740). Er waren 2 kinderen die moederlijke zorg
nodig hadden nadat hun moeder was gestorven. Met Gerrit
had Trijntje zelf ook een zoon, Cornelis Gerritsz Smit
(1741-1773).
Wat ze deed, waar ze woonde tussen 1749 toen ze weduwe
werd en 1755 is onbekend.
Ysbrant Bos
Toen Trijn in 1755 met Ysbrant Bos hertrouwde werden
er huwelijkse voorwaarden opgemaakt om de erfgenamen uit
zijn eerste huwelijk te beschermen. Zijn vrouw Lysbeth
Goosens was eerder dat jaar gestorven, en behalve hun
gezamelijke dochter waren er kinderen uit het eerder
huwelijk van Lysbeth. Die waren allemaal volwassen.
Trijntje had niet veel: een eiken kas, een bed, een
peluw, 4 kussens, 4 dekens, 2 lakens, 4 sloopen, 2
groene gordijnen met een val, 1 groen
schoorsteenkleed, 3 tafels, 9 stoelen, 1 theeblaadje,
1 bedbankje, 1 tinne kan, 1 dito beker, 1 dito
trekpot, 1 dito mandjen, 1 ijsere stander, 1 tang, 1
hangijzer, 1 kopere blaker, 1 dito ketel, 1 dito
theeketel, 1 kleijn kistje, 1 spiegel, nog eenig
aardewerk soo van schootels borden en klapmutsen in
soorten, niet waardig te noemen, alsmede een wijnig
rommeling, verder haare kleederen en lijftoebehoorens,
soo van wollen als linnen, met een weijnig goud en
silverwerk tot haar dragt dienende. Dat was alles.
Alle andere spullen in huis waren van Ysbrant. Hij
huurde het huis van zijn broer, de Catharinahoeve. Het
kan zijn dat dit huwelijk een zakelijke overeenkomst
was, geen grote liefde.
Ze zal gehoopt hebben op onderdak en te zijner tijd een
verzorgde oude dag toen ze met Ysbrant trouwde, meer
niet. Onderdak te zijn in ruil voor het werk van een
huisvrouw, dat was al heel wat.
Voor het verzorgen van huis en echtgenoot werd ze
beloond: Ende soo wanneer den bruijdegom de
eerststervende zij, sal de bruijd, boven haare
voorgemelde aangebragte en aanbestervene goederen, nog
uijt de goederen van den bruijdegom tot een huwelijkse
donatie, genieten een somma van een duijsent off tien
hondert guldens contant gelt, benevens de kamer
gelegen aan den Burg alhier in de Kogerstraat en een
bed met zijn toebehoren. Duizend gulden, een
huisje en een bed.
Maar ze kwam heel anders terecht, ze overleefde Ysbrant
en omdat het eerste testament herroepen was erfde zij de
helft van zijn eigendommen. Haar zoon zou de andere
helft van Ysbrants bezittingen erven: alle zijne
kleederen van linnen, en wollen, goud, en silver,
hetwelk tot zijn lijff, off dragt, off zijn gebruijk
is behoorende geweest; als ook den halven inboedel, en
andere Huijssieraden met al het boeregereedschap.
Waren Ysbrant en Trijn van elkaar gaan houden, was zij
zo lief voor hem dat hij het haar gunde- of had ze hem
ertoe aangezet, was zij de baas en had ze hem gedwongen
om het zo te doen? Het proces dat hierover volgde met de
familie Bos kostte haar bijna de hele erfenis.
Dirk Ratelaar
Trijntje hertrouwde nog eens, met Dirk Simonsz
Ratelaar in 1767. In datzelfde jaar werd haar enige
kleinzoon geboren, Hendrik Cornelisz Smit. Cornelis was
getrouwd met Aaltje Hendriks Schilder, dochter van
Hendrik de Bleeker van de Nieuwe Bleekerij in de
Everstekoog. Eigenlijk gewoon een buurmeisje, al stond
haar ouderlijk huis een paar kilometer ver weg. Je kon
het huis in de verte zien over de kale Westermient.
Bij het huwelijk met Dirk werd een inventaris van Trijns
eigendommen gemaakt, en dat was heel wat meer dan in
1755. Het huis werd nog steeds gehuurd van de erven Jan
Bos, de broer van Ysbrant, maar de meubels en alle
andere dingen waren van Trijn zelf.
Haar boedelbeschrijving van 1767 besloeg meerdere
bladzijden. De groene bedgordijnen met val had
ze nog steeds.
De volgende belangrijke gebeurtenis was de dood van Dirk
Ratelaar, in 1771, van wie ze niet alleen veel goederen,
maar ook de inmiddels door hem gekochte boerderij erfde.
Trijntjes leven was nog lang niet voorbij. Ze was
onderhand 56 jaar oud, maar waarschijnlijk nog niet
afgeleefd. Ze had slechts één kind gekregen, waardoor de
kans op overlijden en lichamelijke aftakeling sterk
beperkt was.
Ondertussen stierf in 1773 haar zoon, nog maar 32 jaar
oud. Dat moet een enorme klap zijn geweest…. Trijn
maakte in 1774 afspraken voor de verzorging van haar
laatste jaren met Aaltje, die al in het huis van Trijn
woonde. In de akte staat: zijnde reets al het
gemelde Vee en Boeregereedschap aan de Comparante ter
andere zijde afgelevert en ook bij deselve tot haar
genoegen ontfangen geworden. Waarschijnlijk was
Cornelis, die al de helft van de inboedel in eigendom
had, na de dood van Dirk Ratelaar ook voor een deel
eigenaar van de boerderij.
Het jaar erop trouwde Aaltje met Gerrit Simonsz
Hartog- een boerderij kan niet zonder boer. Of het een
zakelijke overeenkomst was of ze het wel goed met elkaar
konden vinden, dat komt men achteraf niet te weten.
Bleef Trijn inwonen of ging ze naar Den Burg? Onbekend,
het kan allebei. Het leek prima geregeld.
Maar dat kwam heel anders uit. Aaltje stierf in 1784,
haar tweede man in 1787. Hoewel Aaltje huwelijkse
voorwaarden had gemaakt om haar zoon te beschermen, was
daar na haar dood niets mee gedaan. Alles was verkocht!
Haar echtgenoot had de boerderij gekocht en nu moest
Hendrik die terugkopen. Dat was toch niet de bedoeling
van die huwelijkse voorwaarden!
Met haar oude dag was Trijntje dan wel in goeden doen,
maar ze was wel erg alleen. Ze leefde tot in 1791, tot
in haar 76e jaar en overleefde zo iedereen van haar
familie.
Alleen haar kleinzoon was over, die trouwde in 1793.
Trijn heeft van zijn gezin niets gezien.
Overzicht van de notarisakten waarop deze
veronderstellingen zijn gebaseerd
De gebroeders Bos
Hoe de boerderijen aan de Westermient vroeger
genoemd werden weten we niet meer, we gebruiken daarom
maar de tegenwoordige namen om huizen van meer dan 300
jaar oud aan te duiden. De boerderijen staan er nog, de
mensen van vroeger zijn dood en vergeten.
Over een enkeling is nog iets bekend doordat de actes
die ze bij de notaris lieten opmaken weer gevonden en
gelezen zijn. Zo worden ze toch nog herinnerd.
De boerderij van Jan Bos in dit verhaal was de
‘Catharinahoeve’ en die van Ysbrant Bos de plaats
‘Ruimzicht’, nu ‘van Veeger’. Ysbrant woonde met zijn
eerste vrouw Lysbeth Goosens in zijn andere boerderij,
de ‘Worsteltent,’ die vroeger wel ‘Mient’ of ‘Oude
Mient’ werd genoemd. Na de dood van Lysbeth had Ysbrant
al zijn onroerend goed verkocht, zijn dochter woonde met
haar man in de Worsteltent, de schoonzoon van Jan Bos,
Jacob Verberne, op Ruimzicht. Jan Bos was naar de Koog
gegaan, zodat Ysbrant diens boerderij kon huren.
Dat weten we omdat Trijn Cornelis, de weduwe was
Ysbrant, in 1770 nog huur moest betalen aan de kinderen
van Jan Bos. Die was zelf al in 1762 overleden, zijn
broer een jaar later. Pas toen tante Trijn ging
hertrouwen werd de Catharinahoeve aan haar nieuwe man
verkocht.
Ysbrant en Trijn
Huwelijkse voorwaarden tussen Ysbrant Bos en Trijn
Cornelis
Ysbrant Bos (1701-1763) was op 9-3-1755 hertrouwd
met Trijntje Cornelis (Gojers). Dat was binnen 9 maanden
na de dood van zijn vrouw Lysbet, iets dat vaker
voorkwam. Een man kon niet zonder vrouw en omgekeerd.
Het werk op de boerderij en in huis moest doorgaan. Men
kon daarvoor een knecht of meid inhuren, maar op deze
manier was het goedkoper. Bovendien, als het goed ging
was het zo nog gezelliger ook.
Zij lieten op 27-4-1755 een huwelijkscontract opmaken.
Het was voor beiden een tweede huwelijk. Zij was sinds
1749 weduwe van Gerrit Cornelis Smit en had een zoontje
van 8 jaar oud (1741-1773). Het BB vermeldt Trijntje als
geboren in 1715, getrouwd met weduwnaar Gerrit Cornelis
Smit (1692-1749), die sinds 1745 boer op de Kamp was, er
waren 2 kinderen in zijn huishouden van zijn echtgenote
Risje Reijers Smit (1691-ca.1740).
Ysbrant was lang niet zo oud als Gerrit Smit, al was
Trijn een stuk jonger dan hij. Het huwelijkscontract gaf
haar de zekerheid van zorgeloos onderdak en een
verzorgde oude dag.
Notaris Star schreef:
De E. Isbrand Cornelisz Bos, weduwnaar en Bruijdegom
ten eenre ende de E. Trijntje Cornelis, weduwe en
bruijd ten andere zijde, beijde op desen Eijlande
woonagtig, mij notaris bekend, dewelke te kennen
gaven, dat sij voornemend waaren om, nu eerlange
(onder verwachtinge van des Heeren Zegen) met elkander
te treden in den Huwelijkse staat, dog dat ze voor het
solemniseren en voltrekken van het selve hadden
beraamt en besloten te doen schrijven dit navolgende
contract, in maniere als volgt:
Eerstelijk dat tusschen haar contrahenten in dit
toekomend huwelijk in alle gevallen hetzij den
Bruijdegom hetzij de Bruijd de eerststervende zij, met
of sonder gemeene kinderen uijt dit huwelijk verwekt,
na te laten niet en sal zijn eenige gemeenschap van
goederen nog van Winst of Verlies staande huwelijk te
vallen, maar dat de Bruijds erfgenamen ingevalle zij
de Eerststervende is, alleen zullen moeten afstaan met
de goederen bij haar ten huwelijk gebragt (bestaande
tegenwoordig in een eiken kas, een bed, een peluw, 4
kussens, 4 dekens, 2 lakens, 4 sloopen, 2 groene
gordijnen met een val, 1 groen schoorsteenkleed,
3 tafels, 9 stoelen, 1 theeblaadje, 1 bedbankje, 1
tinne kan, 1 dito beker, 1 dito trekpot, 1 dito
mandjen, 1 ijsere stander, 1 tang, 1 hangijzer, 1
kopere blaker, 1 dito ketel, 1 dito theeketel, 1
kleijn kistje, 1 spiegel, nog eenig aardewerk soo van
schootels borden en klapmutsen in soorten, niet
waardig te noemen, alsmede een wijnig rommeling,
verder haare kleederen en lijftoebehoorens, soo van
wollen als linnen, met een weijnig goud en silverwerk
tot haar dragt dienende) en wijders al het gunst haar
staande huwelijk bij erfenisse, besterfenis, gifte oft
makinge is opgekomen, sonder meer.
Ende soo wanneer den bruijdegom de eerststervende
zij, sal de bruijd, boven haare voorgemelde
aangebragte en aanbestervene goederen, nog uijt de
goederen van den bruijdegom tot een huwelijkse
donatie, genieten een somma van een duijsent off tien
hondert guldens contant gelt, oft andere Effecten tot
haar contentement benevens de kamer gelegen aan den
Burg alhier in de Kogerstraat (belend ten zuijden Jan
Wessels Kroes, ten noorden Anne Kok) en een bed met
zijn toebehorens om van al het selve haar leven lang
gedurende te mogen genieten alle de Renten Vrugten en
provenieren, ja zelfs met magt, om (des noods) van het
Capitaal te mogen interen; dog is des bruijdegoms
expresse wil en begeerte, dat de voorsz: Somma van
1000 gl: met de kamer aan den Burg, na het overlijden
van de bruijd, soo deselve gemeene kinderen uijt dit
huwelijk verwekt nalaat, sonder aftrek van de
Trebellianicque portie, oft verdere vermindering als
hier vooren is geseijt, in ’t geheel sal moeten
desolveren en versterven op de voorz: gemeene kint of
kinderen of derselver descendanten, als mede op haar
voorkint gen: Gornelis G. Smit, in gelijke portien,
dog de gemeene kinderen en haare afkomelingen
ontbrekende, dan alleen op haare voorsz: voorzoon, of
bij derzelfs vooroverlijden op zijne descendanten, en
die mede gebrekende als dan op des Bruijds broeder en
susters genaamd Cors, Engeltje en Jantje Corn: Gojers-
ieder voor een geregt derde part.
Wijders is bedongen dat alle winst en verlies staande
huwelijk te vallen, mitsgaders de Renten en Vrugten
van alle goederen, soo die door de beijde controralen
ten huwelijk zijn aangebragt, als die bij eene van
beijde staande huwelijk zullen worden verkregen alleen
zullen zijn en blijven ten behoeven en voor rekening
van den bruijdegom, dewelke ook alleen sal moeten
dragen en betalen alle de kosten en lasten des
huwelijks, soo wegens de gemeene huijshoudinge als
andersints te vallen; egter zal onder winst en verlies
niet begrepen zijn opkomende efenissen,
besterfenissen, giften oft makingen met de lasten van
dien, maar zullen deselve bij het afsterven van een
van de Controralen moeten gaan en genoten worden aan
de zijde van de geene die se beurt.
Eijndelijk hebben de Contrahenten nog wel
expresselijk geconditioneert en bedongen, dat den eene
voor des anderens schulden voor dato van dit huwelijk
gemaakt niet sal mogen werden aangesproken oft
geëxecuteert, maar dat deselve alleen zullen moeten
gedragen en betaalt worden aan de zijde daar die
gemaakt zijn.
Op alle welke voorverhaalde condities en
antemuniptiale voorwaarden haar huwelijk geslooten
zijnde, sal het selve daar op werden gesolemniseert en
voltrokken, belovende de Comparanten, ieder in zijn
regnard, al het selve te zullen onderhouden en doen
onderhouden, en elkanderen het effect daar van te doen
genieten; onder verband en submissie van haare
persoonen en goederen als na regten.
Aldus gepasseert aan den Burg op Texel ter presentie
van Daniel Gravius secretaris alhier en Reijer
Kooijman als getuijgen
Ysbrant Bos
Dit merk bij Trijntje Cornelis + eijgenhandig gestelt
Dgravius
Reijer Kooijman
Jan Star nots:publi
Dit huwelijk was gesloten ver voor de afhandeling van de
nalatenschap van Lysbeth Goosens had plaatsgevonden.
Ysbrant was vermogend, Trijntje niet.
Het zou heel goed kunnen dat zij nooit samen in de
Worsteltent gewoond hebben, maar meteen op een ander
adres opnieuw zijn begonnen. Dat was dan de
Catharinahoeve, het huis van zijn broer, die al sinds
juli 1853 in de Koog woonde. Maar het kan ook zijn dat
ze eerst een paar maanden in Ysbrants huis gewoond
hebben.
19-7-1756 Ysbrant Bos kocht land in Zuid Haffel
30-12-1756 aankoop land in Oostergeest
Testament van Ysbrant Bos en Trijntje Cornelis
In de marge op de eerste bladzij: Testateuren
aan mij verklaard geen 4000 gld begoed te zijn, nog
ampten & bedieningen te hebben B.H. van Dam
notaris
No. 464 In de Name des Heeren amen. Op heden den
tweeden febr 1763 voor de middags, de klok 9 1/2 uren,
compareerden voor mij Bernardus Henricus van Dam
notaris publiq bij den Ed. Hove van Holland
geadmitteerd, residerende ter steede en Eijlande
Texel, in presentie van de nagenoemde getuijgen, de
eerzame Isbrand Cornelisz Bos, en Trijntie Cornelis,
egteman en vrouw woonende aan de Meinte, mij notaris
bekend; zijnde hij comparant siekelijk, dog gaande en
staande en zij comparante gezond van lichaam, beijde
haar verstand, memorie, redenen, en uijtspraak ten
volle magtig, en gebruijkende, zoo ons notaris en
getuijgen klaar en duijdelijk was blijkende, de welke
verklaarden, dat zij hadden overdagt de zekerheid des
doods, ende onzekeren ure van dien, na christelijk
recommandatie van ziel, en lichaam te raden geworden
te disponeeren uijt vrijen willen van hare tijdelijke
goederen, zonder misleijdinge van jemand, haar door de
Zeegen van God almagtig op deze aard verleent; als
volgt, eerstelijk revoceerdende, casseerende en
annulleerende, zoo zij doen bij dezen, alle
Testamenten, codicillen, ofte eenige andere makingen,
die Zij comp:ten te samen, ofte ellx van hen in het
bijzonder, voor dato dezes mogten hebben gemaakt; en
bijzonderlijk het Huw:lijks contract tusschen hun
beiden voor banden des Huwelijks opgeregt, en
gepasseert, voor den Notaris Jan Star en zekere
getuijgen alhier in dato 27 april 1755.
Niet willende, dat de selve, ofte eenige van dien in
eenig point gevolgt off nagekomen zal, off zullen
worden, maar alle geconsidereert werden, evenals off
de selve nimmer gepasseert, ende verleden waren
geweest, ende over zulx gehouden werden; als nul,
chragteloos, en van onwaarde; ende nu op Nieuws
disponerende, verklaaren zij Testateuren te
legateeren, maken en bespreeken, aan haar Testatrices
Zoon Cornelis Gerritsz: Smit, woonende bij de
testateuren in Huijs in voldoening voor zijne getrouwe
diensten, verdiende Huir off loon, staande Huwelijk,
in de boererije alsook met wagen, en paarden, ten
behoeve van den gemeenen boedel gedaen, toegebragt, en
verdient, de somma van achthonderd Carolusguldens
eens; Nog legateert, maakt en bespreekt hij testateur
afzonderlijk, aan den selven Cornelis Gerritsz: Smit,
om redenen voormeld, alle zijne kleederen van linnen,
en wollen, goud, en silver, hetwelk tot zijn lijff,
off dragt, off zijn gebruijk is behoorende geweest;
als ook den halven inboedel, en andere Huijssieraden
met al het boeregereedschap; mits dat hij Cornelis
Gerritsz: Smit zijn moeder den inboedel, en andere
Huijssieraden, mitsgaders het boeregereedschap, zal
laten behouden, zoo lang deselve leeft.
Voorts disponeerende zij testateuren gesamentlijk;
over alle haar verdere, en na te latene goederen,
roerende, en onroerende, gelden, actien, crediten, en
geregtigheden; mitsgaders goud, en silver gemunt, en
ongemunt, niets ter wereld uijtgezondert, al het welke
zij testateuren eenigzints met ‘er dood ontruijmen off
agterlaten zullen, reciproque, over en werder over,
dat is, de eerststervende, den langstlevenden van
hunne beijden bij dezen te stellen, nomineeren, en te
willen institueeren tot zijne, off hare mede
erffgenaam, off erffgename in een filiale portie, off
kindsgedeelte met volle regt van institutie zonder
meer.
Voorts verklaarden zij testateuren, te stellen, en te
institueeren tot voogden over hunne minderjarige
erffgenamen; mitsgaders tot Executeurs van dit hunnen
Testament Capiteijn Hendrik Sprong, en Reijer Kooijman
beijde woonende aan den burgh op Texel, om na het
overlijden van hem testateur, den voornoemden boedel;
en goederen na inhoude van deze Dispositie, onder de
legatarissen, en erfgenamen te verdeelen, en de selve
in allen deele van effect te doen zijn; en om de
perzoonen, en goederen van de minderjarige erffgenamen
te regeeren, en te bedienen, zoo zulks behoort met
alle zodanige magt, als na regten bij Voogden, en
Executeurs werd gerequireerd; geevende hun mede magt
en authoriteit, om bij overlijden van eene der selve,
een ander Voogd, en Executeur, nevens hem in des
overledens plaatse te mogen kiesen bij acte notarieel,
na zijn welgevallen met gelijke magt, als de
voorn:z:de persoonen gegeeven is en met uijtsluijting,
in alle gevalle, van alle Weeskamers, en alle andere
off verdere bevelhebberen; behoudens hunne
agtbaarheid.
Wijders verklaaren zij testateuren aan hun te behoden
de magt, en het vermogen, om deze dispositie te mogen
vermeerderen en verminderen, daarbij, af, ofte toe te
doen zoo zij te rade zullen worden, hetzij te samen,
off ijder particulier, het zij onder hare off zijne
particuliere handteekening voor een, off meer
geloofwaardige getuijgen; willende, dat alle het selve
van danigen kragt zal zijn, en gehouden worden, als
off het hier inne van woord tot woord stonde
geinsereerd, en ujtgedruckt.
Al het geene voorsz: staat, de testateuren van woord
tot woord voorgelezen zijnde, verklaarden het te
weesen haar Testament, laaste, en uijtterste wille,
begeerende, dat het selve zal bestaan, en volkomen
effect sorteeren, het zij, als testament, codicil,
gifte ter zake des doods, ofte zoo als het selve
anderzints na regten best zal mogen subsisteeren
alwaart, dat eenige solemniteiten na regten
gerequireerd, niet mogten weesen geobserveert,
verzoekende daaromtrent het uijtterste beneficie te
mogen genieten.
Aldus gedaen, verleden, en gepasseert ter steede, en
Eijlande Texel, ten huijsen van de Testateuren, in
presentie van Jacob Dirksz Hans, en Andries Robbock
[doorgestreept Cap: Hendrik Sprong en Reijer
Kooijman], als speciale verzogte getuijgen.
Ysbrant Bos
Dit kruijsje + door Trijntje Cornelis eigen handig
gestelt
Jacob Drucksz Hans
Andries Robbock
Quod attestae B.H. van Dam notaris publique
Cornelis zou de kleren van zijn stiefvader erven,
alle zijne kleederen van linnen, en wollen, goud, en
silver, hetwelk tot zijn lijff, off dragt, off zijn
gebruijk is behoorende geweest, in die tijd geen
vreemde zaak, kleren waren duur en de mode veranderde
niet snel. Wat niet paste kon men vermaken, dat was heel
gewoon. Dat veel bovenkleding nooit werd gewassen vond
men vast ook niet zo vies …. Hij heeft ze nog 10 jaar
kunnen dragen. Wie zou ze daarna gekregen hebben? De
tweede man van zijn vrouw? Weggooien deed men niet!
19-7-1756 Ysbrant Bos kocht land in Zuid Haffel
30-12-1756 aankoop land in Oostergeest
Boedelscheiding van Ysbrant Bos 2-6-1763
ex test Hendrik Sprong en Reijer Kooijman, die er op
16-7-1763 door Dirk Dijt en Hendrik Dekker van werden
beschuldigd geen rekening met hem te houden. Ze hadden
het huis in de Kogerstraat verkocht. Dirk en Hendrik
waren erfgenamen van Lysbeth Goosens, de eerste vrouw
van Ysbrant, die vonden dat er teveel naar Trijn
toeging, zeker nu de huwelijkse voorwaarden waren
opgeheven.
De beschuldiging leidde er toe dat op 5-11-1763 notaris
Adriaan Wentel werd ingeschakeld om de belangen te
behartigen van Cornelis Jansz Wagemaker en Grietje
Rijkels tegenover Trijn Cornelis, Hendrik Sprong en
Reijer Kooijman, dit in verband met het testament van
Ysbrant Bos.
Uiteindelijk kwam pas op 8-2-1765 de eindafrekening.
Trijn ontving van de nalatenschap die 6076:9:4 gulden
bedroeg en waarvan ‘de uijtgaaff daar en tegen gedaan
te samen beloopt de somma van 5975:6:4’ het bedrag
van 101:3:-
Wie deze Cornelis en Grietje waren is niet duidelijk.
Het blijkt dat procederen niet verstandig was. Trijn zal
er haar redenen voor gehad hebben, maar welke?
Trijn Cornelis kocht uit de boedel van haar overleden
man het huis aan de Kneppelbuurt en 3 stukken land.
Inventarisatie van de bezittingen van Trijntje
Cornelis in verband met haar huwelijk met Dirk Simonsz
Ratelaar
Staat en inventaris van alle sodanige goederen en
schulden als Trijntje Cornelis (eerder wed. van Gerrit
Corn. Smit, laatst van Isbrand Corn. Bos, en thans
Bruijd, in haar aanstaand huwelijk met Dirk Simonsz
Ratelaar, haar Bruijdegom) zal komen en en aan te
brengen, op alle sodanige conditien als bij Acte
antempiaal, nissxx en een beijde te passeren nader
staat bij tijd toezicht te worden gedaan maken bij en
ten versoeke van de gemelde Trijntje Cornelis, in
maniere als volgt.-
Eerstelijk de vaste goederen.-
Een Huys en Erf staande en gelegen aan den Burg in de
Warmoestraat, belend ten Zuyden Maarten Rey ten
noorden Cornelis Vos.-
100 roeden lands gelegen in de polder Zuythaffel,
belend ten oosten Pieter Bruyn ten westen Arien
Schaap.-
Volgen de Haafelijke goederen
2 melkkojen, 1 driejaarige os, 3 tweejaarige vaersen,
1 tweejaarige os, 2 eenjaarige schetten, 2 kalven, 1
varken, 11 hennen en 1 haan, 38 melkschaapen, 9
enterlingen, 12 lammeren, zijnde het gemelde schaapvee
gerekent met de wol en dus ongeschoren
Volgen nu de meubilaire goederen en Huyssieraden
2 bedden, 2 puilings, 6 kussens, 2 puilingsslopen, 26
kussenslopen, 7 kleine tafellakens
2 oude dekenkasten, 2 kleijne greene dito, 1
lessenaar, 2 mutsekistjes, 6 tafels so groot als
kleijn, 3 bedbankjes, 2 haardschutjes, een plaatbord,
6 stoelen, troortje, nog een dito met glazen, 2 mande
doosen, een spiegel, 2 oude schilderijtes, een vriesse
hangklok, een bedpan, een metaale kandelaar, een
ijzere stander met een kopere blaker, 2 kopere
blakers.-
2 dito schuimspaans, 1 echgehaat, een dito snuyten en
snyningen,
4 koperen Theeketels, 1 roodkoperen Eetensketel, 6
geelkopere Ketels, so groot als kleijn,
2 tinne bekers, 1 dito bierkan, 2 dito matjes, dito
mostertkan, 1 dito mostertpottje, 1 dito zoutvat, 1
dito tregter, 2 dito trekpotten, 1 dito kommetje, 30
tinne lepels, eenige bier en wijn glaze, 2 glase
busjes,
een half dousijn bruijn porselein theegoed, een half
dousijn blaauw dito, nog 4 kopjes en 3 schoteltjes
dito, een delfse trekpot,-
17 Delfse koppen op de kast so kleijn als groot, 20
dito klapmutsen, 5 dito egaale schotels, 25 dito van
differente soort, 20 dito bords so kleijn als groot,
nog eenig Rood aardewerk tot dagelijks gebruik
dienende,
5 blikke trommeltjes so kleijn als groot,
een koffijmolen, 2 blikke theebosjes,
een paar groene bedgordijnen en val, een groen
schoorsteenkleid, een bont dito, 3 bonte
tafelkleedjes,
voorts nog eenige kleijnigheden niet waardig te
specificeren,- zij egter dat de voorenstaande
gespecificeerde meubilaire goederen en Huyssieraden
maar alleen voor de eene helfte zullen worden
aangebragt dewijl des Inventarientes zoon Cornelis
Smit, volgens de testamentare dispositie van wijlen
voorn: overleden Isbarnd C: Bos, den 2e febr. 1763 ten
overstaan van den Notaris B.H. van Dam en getuygen
alhier gepasseert, daar in de wederhelft is
competeerende, als het selve daarbij aan denselver
Corn. Smit gelegateert zijnde.-
Volgt nu het goud en silverwerk en verdere sieraden
1 gouden merkring, 1 dito hoepring, 1 paar goude
spelden, 1 silvere beugeltas, 2 silvere oorijzers, 2
dito haarnaaltjes, 2 paar dito schoengespen, 1 silvere
lepel, 1 bloedkoraale ketting met een goude boot, 1
dito ketting met een silver bootje,
2 kerkboekjes, het eene met 2 en het andere met een
silver krammetje,
De kleederen en lijftoebehoorens van de inventariente
worden alhier niet gespecificeert, maar gesteld voor
memorie.-
Aan contante penningen een somma van 650 guldens.-
Volgen nu de acten & inschulden:
Een onderhandse obligatie in dato 5 aug. 1764 ten
laste van Hendrik Klaasz Dekker nog in Capitaal groot
340 gulden en 10 stuijvers lopende tegen 4 gl:
percente jaars.
Pieter Corn. Bakker de Admiraal is aan de
inventariente debet een somma van 60 guldens wegens
leverantie van een koe, in het jaar 1766 aan deselve
admiraal gedaan.
Nog competeert de inventariente van Sijbrand Koning
voor leverantie van circa 300 pond groene kaas de
somma van 27 guldens.
Volgen eijdelijk de uijtschulden & debites:
De inventariente is debet aan de erfgenamen van Jan
Corn: Bos voor een jaar huur van de Boereplaats daar
deselve thans op woont, verschenen 20 maart 1767, een
somma van 240 guldens.
En laatstelijk aan nog andere haarer crediteurs te
samen een somma van 42 guldens.
Op heden den 21e Julij Anno 1767 compareerden voor
mij Jan Star, notaris publieq bij den Hove van Holland
geadmittert ten stede en Eijlande Texel residerende,
in presentie van de nagenoemde getuijgen
Trijntje Cornelis, Bruijd, en Dirk Simonsz Ratelaar,
Bruijdegom, woonende beijde op desen Eijlande, en in
den hoofde deser breder gemeld;
Ende verklaarde zij comparante invantariente deese
opgeving en begrooting haarer gehelen Boedels ende
besitting deugdelijck en opregt te sijn; en hij
comparant verklaarde deselve opgaave en begrooting
conform de waarheijd also bevonden te hebben.
Thans deese inventaris geslooten en gepasseert ten
huijse van de comparante, ten overtsaan van Reijer
Jansz Spreeuw & Fester Willemsz als getuijgen.
Dit merk + bij Trijntje Cornelis eijgenhandig gesteld
Dirk Symons Ratlar
Reijer Jansz Spreeuw
Fester Willemsz
Jan Star nots: publ
De groene gordijnen had ze nog steeds. In het
eerste testament waren er 8 regels nodig om haar
eigendommen te beschrijven, nu waren het er heel wat
meer.
Ze was werkelijk in goeden doen gekomen- alleen al die
650 gulden contant geld, en zoveel spullen!
Dirk Ratelaar
Pas in 1769 kocht Dirk Ratelaar het huis. In 1771
overleed hij, 71 jaar oud.
Verkoop huis en land door de erven Jan Cornelisz Bos
aan Dirk Ratelaar:
Wij, Cornelis Kok en xx, Schepenen van Tezel, oxx voor
ons zijn gecomareert de Erfgenamen van Jan Corn: Bos;
wonende alhier, die bekenden op den 29e Decemb: 1769,
ten overstaan en met cons. van Burgerm: & Weesm:,
in publ: veijlinge hebben verkogt en bij desen in
vollen vrijen eijgendom over te dragen en te
transporteren aan en ten behoeve van Dirk Ratelaar,
wonende mede alhier, Een Huijs met 300 roeden Lands,
gen: de Huijskoog, gelegen aan de Mient; 600 roeden
lands gen: Dommekragt en 800 roeden gen: Bleekersland,
beijde gelegen in de Polder Gerritsland; 700 roeden
lands gen: Reijnouwsland, gelegen in de Polder Operen;
500 roeden gen. het Schapenland, 500 roeden gen.
Vrouwmoeijskoog; en 350 roeden Werkland, alle drie
gelegen in de Polder de Westen.-
Ende dat met alle sodanige vrijdommen, Servituts en
geregtigheden als het selve laatst beheert en beseten
is geweest, zijnde vrij en onbelast, met daarop
staande als den Heer sijn regt, dat den Koper tot sijn
lasten heeft genomen so ordinaire als Extraordinaire
verpondingen die na dato deses zullen worden
geconsenteerd item Dijks, Duijn en Sluijsgelden en
alle andere Polderlasten waarmede dit huijs en landen
mogte worden besweert geen uijtgesondert; belovende
zij Transporteurs hetselve ook te sullen vrijen en
waaren als regt is, en bekenden van desen Transporte
te zijn voldaan met de Somma van 2100 guldens contant
geld, mits kortende a 3 1/2 gl. percents voor de
gereede betaling
Ten oirconde getekent den 13e Junij 1770
C=Kok C: Kooijman
Ondertekening van een obligatie tgv Neeltje Pieters
[Hendriks?] tlv Dirk Ratelaar en Trijntje Cornelis
Respectivelijk te verbinden hunnen persoonen en
goederen; als na regten,
Aldus gepasseert aan den Burg op Texel ten overstaan van
Cornelis van Sittert en Thomas Cornelisz als gertuijgen
Dirck Symon Ratlar
Dit merk + bij Trijntje Cornelis eijgenhandig gestelt
Dese letters C G S bij Corn:G:Smit eijgenhandig gesteld
Yan Cornelis kuijt
CorNelis van Sittert
Thomas Cornelis
Jan Star nots:publ
Cornelis Gerritsz Smit is medeondertekenaar van deze
akte.
Hij was in 1765 getrouwd met Aaltje Hendriks Schilder,
dochter van Hendrik Schilder en Antje Jans Rey. Hendrik
Schilder was sinds 1735 eigenaar van de Nieuwe
Bleekerij, waar Aaltje en haar oudere zuster Neeltje
zijn opgegroeid. Jan Cornelisz Kuijt was de echtgenoot
van Neeltje Hendriks Schilder.
Waarschijnlijk had Hendrik Schilder in 1753 de Oude
Bleekerij van Jan Bos gekocht, althans, die was in 1774
eigendom van Aaltje. Het is heel waarschijnlijk dat
Aaltje daar heeft gewoond met haar man en kind, Hendrik
Cornelisz Smit (1767-1812). Deze werd nog in 1808
‘Hendrik de Bleeker’ genoemd, wat doet vermoeden dat hij
als kind wel bij zijn grootmoeder op de Bleekerij kwam.
Zelf heeft hij niet aan het bleekwerk meegedaan, de Oude
Bleekerij is na de dood van de laatste bleeker rond 1730
niet meer in gebruik genomen en op de Nieuwe Bleekerij
was het na de dood van grootvader Hendrik Schilder in
1766 met het bleekwerk waarschijnlijk ook wel gedaan.
Het zou goed kunnen dat Hendrik de Bleeker Smit nooit
zelf gezien heeft hoe dat bleken ging en dat hij het
heeft moeten doen met de verhalen en herinneringen van
zijn moeder. Het huis op de Nieuwe Bleekerij is in de
winter van 1775/76 afgebroken.
Jaar van overlijden:
Jan Bos 1762
Ysbrant Bos 1763
Hendrik Schilder 1766
Dirk Ratelaar 1771
Cornelis Smit 1773
Antje Rey 1775
Neeltje Hendriks 1784
Aaltje Hendriks 1784
Gerrit Hartog 1787
Trijn Cornelis 1791
Hendrik Smit 1812
Trijn en Aaltje 6-3-1774
Heden den sesden maart An: 1774 compareerden voor
mij Jan Star, notaris publieq, bij den Hove van
Holland geadmitteert, ter stede en Eijlande Texel
residerede, in presentie van de nagenoemde getuijgen,-
Trijntje Cornelis, laatst weduwe van Dirk Ratelaar,
ten eenre, ende Aaltje Hendriks, weduwe van Cornelis
Gerrits Smit, ten andere zijde; zijnde de comparanten
beijde op desen Eijlande woonagtig, mij notaris
bekend.-
Ende verklaarden, zij eerste comparante verkogt en in
vollen vrijen eijgendom te transporteeren en over te
dragen, en de tweede comparante daar en tegen gekogt,
en also in eijgendom aangenomen te hebben, het na te
melden vee en boeregereedschap, namentlijk, Twee
melkkoejen, Twee driejaarige ossen, twee tweejaarige
koebeesten (zijnde het eene daarvan een os, en het
andere een Koeschet) item een Eenjarige os, Twee
kalveren, 50 stuks melkschaapen, 10 enterlingen, een
oud Paard en voorts een weijnig boeregereedschap van
geen waardij om te specificeren: zijnde reets al het
gemelde Vee en Boeregereedschap aan de Comparante ter
andere zijde afgelevert en ook bij deselve tot haar
genoegen ontfangen geworden:
Ende dat om en voor eene jaarlijkse Lijfrente van 70
guldens, so lange de Eerste Comparante in desen zal
leeven; welke Lijfrente door de tweede Comparante zal,
moet worden voldaan voor of opde verscheijndag,
namentlijk ieder jaar op den derden September, en dus
voor het eerste jaar op den derden september deses
lopende jaars 1774, en so vervolgens jaarlijks
gedurende het Leven van haar Eerste Comparante; dog
zal deese Lijfrente met het overlijden van haar
Verkoopster en Transportante komen te cesseeren en op
te houden.
Belovende zij Comparanten elkanderen het Effect deses
te zullen doen genieten,-
Tot nakominge van’t geene voorschreven staat
verklaaren zij Comparanten wederzijds en specialijkig
de tweede Comparante ter voldoeninge van de voorsz:
Jaarlijkse Lijfrente te verbinden hunne persoons en
goederen als naar regten.-
Aldus gepasseert aan den Burg op Texel ter presentie
van Thomas Cornelisz en Fester Willemsz, als getuijgen
Dit merk bij Trijntje Cornelis eijgenhandig +
gesteld
Deese letters bij AH Aaltje Hendriks eijgenhandig
gesteld
Thomas Cornelis
Fester Willemsz
Jan Star not: publ
Trijn was oud, Aaltje jong. Heel verstandig dat ze het
zo regelden! Het was voor Aaltje ook veel prettiger
wonen op de Catharinahoeve, niet zo ver van het dorp
vandaan als de Oude Bleekerij.
Ze zullen niet gedacht hebben dat Aaltje eerder dan
Trijn zou komen te sterven …..
Waar ging Trijn Cornelis wonen?
Trijn had nog steeds een huis in den Burg in haar
bezit. Zou ze daar zijn gaan wonen, onder de mensen en
in de buurt van de voorzieningen, zoals veel oudere
Texelaars doen, of heeft ze ervoor gekozen om bij haar
schoondochter in te wonen en zich te laten verzorgen?
Het zijn allebei redelijke oplossingen, maar wat ze
hebben besloten staat nergens vermeld.
Ze had misschien gedacht voor haar laatste levensjaren
geen zorgen te hoeven hebben, maar dat kwam heel anders
uit. Trijn zou wel jarenlang geld krijgen, maar na 10
jaar was ze weer op zichzelf aangewezen. Ze zou ze
allemaal overleven.
Een aanwijzing voor het blijven inwonen was het
achterlaten van zoveel spullen in de Oude Bleekerij. Het
was voor Aaltje Hendriks hoe dan ook onmogelijk om al
haar serviesgoed mee te nemen naar het huis van haar
schoonmoeder toen ze in 1773/74 daar introk. Het huis
was al overvol, de kleine kamer volgepropt, voor een
groot deel met dezelfde soort voorwerpen als Aaltje
achter moest laten. Ze zal haar mooiste spullen wel
hebben meegenomen.
|