ZIEKTE EN DOOD OP TEXEL (UIT DE AANTEKENINGEN VAN DOMINEE JAKOB HUIZINGA) Wie de geboorte overleefde stierf vaak als klein kind. Wie volwassen werd kon aan allerlei ongelukken en ongeneeslijke ziekten overlijden. Weinig mensen werden oud. ZWANGERSCHAP EN BEVALLING Zie de hoofdstukken Zwangerschap Alida en Bevallingen Wat kon er gebeuren met kinderen? KINDERZIEKTEN 3 April 1846. Meester Wouter Klaasz. Brouwer heeft voor een paar dagen ook weder een kind verloren aan de Croup, het vierde in 22 maanden, en dezen zelfden dag ook het vijfde, zoodat er nu 2 boven de aarde staan. 18 Juny 1846. Het kind Dirkje Jansz. Bakker zeer ziek, ja stervende. 20 Juny 1846. Het kind van Jan Cornelisz. Bakker overleden. 23 Juny 1846. Des morgens te 7 ure begrafenis van het kind van J.C. Bakker. Ik deed vooraf eene toespraak die mij tamelijk wel gelukte, ook bij het afscheidnemen. 2 January 1850. De kinkhoest blijft hier aan huis heerschen. Het meest ziek zijn Katrina en Sina, wier hoest meer benauwd dan zwaar is. Omtrent Sina hadden wij zondag vóór Kerstijd veel zorg, die ook thans nog niet geheel geweken is. 3 January 1850. Katrina en Sientje nog zeer ziek, ofschoon iets vlugger dan gisteren. Zij hoesten sterk. Samuel: Vrijdag 14 November 1851. Strakjes is docter Scheurleer hier geweest [alle kinderen hebben mazelen]. Menno is de heele nacht onrustig geweest, maar toch zoo erg niet als gisternacht. 1 Juny 1851. Bij Jakob Klaasz. Smit, die hun eenigst kindje verloren hebben, plotseling aan een stuip. 17 Mei 1852. Het kind [Jacob] van Philip Bakker en Geertje Koning, 15 maanden oud overleden aan kinkhoest en stuipen. Op de begrafenis in de preek leerrede van Meijboom over 'het kind is niet gestorven maar slaapt' en andere. Meester Zwaal doet de voorlezing. Hij heeft al 9 kinderen verloren, verleden jaar 3. Vroeger 2 aan de kroep in weinige dagen. 28 December 1861. Dirk Schuit berigt mij dat zijn jongste kind aan de kinkhoest gister gestorven is. Nog 5 anderen zijn er aan, en daaronder Emma zeer erg. 20 January 1862. Jakob Pietersz. Koning had zijn jongste kind verloren aan de stuipen. 3 February 1862. Reijer Daalder in de Koog bezocht, 2 kinderen dood, nog 3 aan de kinkhoest. 6 February 1862. Naar de Waal ter begrafenis van het oudste zoontje van Jan Jakobsz. Roeper (de tweede van hem aan de kinkhoest overleden, en de derde is nog zeer ziek). 16 January 1864. Ik des avonds even bij Jakob Koning die zijn zoontje Pieter, 8 jaar oud, straks aan de roodvonk verloren had. Er zijn veel kinderen aan de roodvonk. 16 Augustus 1864. Dominee Koning bij ons om wijnruit, want zijn jongste kind ligt in stuipen. Hij vreest dat het de avond niet halen zal. 17 Augustus 1864. Berigt ontvangen dat het kindje van Dominee A. W. Koning hedennacht 10 maanden oud overleden was. 15 January 1865. Het 2-jarig zoontje van de Heer Kikkert overleden aan de kinkhoest. 9 April 1868. Des avonds half 7 ter begrafenis, eerst van de 2 kinderen van Joh. R. Keijser en daarop van het kindje van Sijbrand Cornelisz. Keijser aan de Waal (in het graf van Grieteken bijgezet). 25 Mei 1871. Donderdag, ik bezocht Dirk Mooijen en vrouw die het oudste dochtertje, 8 jaar, aan roode hond verloren hadden. L.l. maandag ging het nog welgemoed naar de school. 27 Juny 1871 Veenstra zijn jongste zoontje Sijbrand Aldert te 12 ure plotseling overleden, eerst gisteravond ziek geworden, vanmorgen de Doctor gehaald. t Schijnt een soort van Cholerine geweest te zijn. De ouders waren diep bedroefd doch niet geheel onvatbaar voor troost. 15 February 1873. Pieter Jansz. Roeper had een zoontje van 3 jaar in Kinkhoest verloren. 15 December 1878. Mazelen, deze ziekte is thans in vele huisgezinnen. ZIEKE KINDEREN 20 February 1857. Des namiddags naar Jakob Zuidewind. Zijn kleine dochtertje Trijntje 5 jaar oud, is sedert 5 maanden bedlegerig aan eene uitzetting van de milt of verweeking, zoo als Doctor Stolp het noemt. Het kindje is geheel uitgeteerd, niets dan vel en been, doch heeft een buik van monsterachtige dikte, gespannen als een trommel. Zij heeft echter geen pijn, dan als men haar behandelen moet. De ouders zijn zeer droevig. Zij werd op 13 Maart begraven. 20 January 1862. Het eenigst kind van Brans, 9 maanden oud, gestorven aan een hersenziekte. 4 Mei 1867. Het kind van Dirk Bakker (aan den Binnenburg) overleden aan een hersenziekte. Des avonds op mijne studeervertrek een ernstig gesprek met Doctor Ensing (die door dat sterven en de droefheid der ouders zeer getroffen was) over datgene wat ons in staat stelt om anderen te vertroosten, n.l. een eigen vast geloof in Gods volmaakte liefde. 21 January 1872. Bij Jakob Daalder en zijne vrouw. Zij verhaalden van hun overleden kind dat een akelig monstrueus gevormd hoofd bezat en echter nog 5 maanden geleefd had. 6 Maart 1873. Cornelis Keijser verzocht mij vanavond 6 uur bij hem te komen ter begrafenis van zijn kindje van 10 maanden. Zij hadden het gister nog (in t wiegje liggend) door Bakker van Oosterend laten photographeeren. Ik vond er de broeders en zusters en ik deed eene toespraak vòòr het uitdragen. 18 Mei 1873. Jakob Kuipers jongste kind 1 jaar oud, nauwelijks 8 pond zwaar, heeft sedert 4 weken niets gebruikt. Zij zullen het spoedig moeten verliezen. 5 Maart 1875. Dirk Jansz. Bakker heeft nu ten 12e male (behalve een doodgeboren 8-maands kind) een kind verloren in de eerste levensmaanden. Altijd een goede kraam, schoon een paar maal met forceps. Een uiterlijk voordelig kind, dat zich goed ontwikkeld en opeens dood ligt. Hij sprak er verstandig over. Het verband van oorzaken (schoon ons onbekend) en gevolgen is niet op te heffen. Wij moeten ons schikken in het onvermijdelijke. De vrouw is er zeer gevoelig over, soms (zooals de vader mij zeide), tot krankzinnigheid toe. 9 April 1876. Bij Sijbrand Dijksen. Zij hebben terwijl wij afwezig waren, hun jongste kind verlooren. De moeder scheen dat aan een zorgelooze behandeling van Doctor Ensing te willen wijten, die te weinig acht gegeven had op eene borstkwaal. Zij waren des avonds met het kind aan den Burg gekoomen en s morgens stierf het aldaar. 4 November 1876. Het jongste kind Nico van Sijbrand Pietersz. Keijser is zeer ziek. Bezetting op de keel, hijgt naar adem. Het overleed des avonds. 7 November 1876. Des avonds bij Sijbrand Keijser en Jans uitvoerig gesproken naar aanleiding van de dood van hun zoontje. 8 November 1876. Begrafenis. 8 November 1876. Vervolgens naar Sijbrands Jansz. Keijser. Zijn dochtertje Cornelia, maandagmorgen nog naar school geweest (nu woensdag) lag bedenkelijk ziek, sedert gistermorgen sprakeloos en bewusteloos, en stief de volgende morgen. 13 November 1876. Begrafenis van Cornelia Sijbrands Keijser. 12 November 1876. Bij Sijbrand Pietersz. Keijser. Hij zelf nog ongesteld en zoo ook zijn dochter Anna, waarvoor zij zeer bezorgd zijn omdat haar ook den keel ontstoken was zoo men vreesde evenals bij hun overleden zoontje. VERKOUDHEID 8 September 1852. Menno [Huizinga] had een zeer verontrustende hoest, de keel of de luchtpijpen zaten haast digt, ik weet niet of ik het lieve kind nog zal mogen behouden. WORMEN Kruiden tegen wormen II febrùarij 1852. Laatst heb ik en Sientje Rabarber en Wormkrùid van de apotheker gehaald en nù gebruiken wij daarvan. 13 Maart 1853. Menno Huizinga is aldoor onrustig. Hij heeft op 12 Maart wormkruid ingenomen. 14 Maart 1853. Menno is vanavond rustig gaan slapen nadat hij gister eene verbazende hoeveelheid maden heeft geloosd. Pillen Zondag 4 December 1853. Menno heeft nu wormen in zijn buikje, vanmorgen heeft hij pillen ingenomen. 8 December 1854. Doctor Scheurleer raadde aan dat Menno tegen zijne dikbuikigheid (uit opzetting der klieren voortkomende, waaruit wormen ontstaan) dagelijks levertraan of ook wel zeer bitter hoppig bier gebruikte. 7 February 1855. Jakob Buijs verhaalde dat iemand een zeehond had gevangen en het spek uitgekookt. Een der jongens had steelsgewijze veel van dat uitgebraden spek (kanen of vinken) gegeten. Hij heeft wat op het strand te verrigten, gevoelt eene sterke werking in de buik en loost wel 30 wormen. Nu had hij, Jakob Buijs, onlangs ook een Rob gevangen en aan zijn meisje ook eenige stukjes van die kanen gegeven die ook spoedig daarop een paar wormen had geloosd. Nu gaf hij haar van tijd tot tijd de traan die zoo helder en reukloos is als regenwater en zij bevondt zich altijd zeer goed daarbij. 10 September 1873. Trijntje Burger verhaalde mij van haar 2-jarig kind dat binnen een etmaal 40 à 50 groote wormen was kwijtgeraakt en nu volkomen gezond was terwijl het vooraf scheen te sterven. Het middel daartoe was het ingeven van een medicament in de vorm van een torentje dat van een fleschje met het opschrift voor wormen uit een gestrand schip afkomstig was. ONGELUKKEN MET KINDEREN 5 Maart 1853. [Dirk is gisteravond van de trap gevallen] Wij zonden om Doctor Scheurleer, deze gaf geruststellend advies. Hij zond een drankje om de zenuwen te doen bedaren. Dirk heeft vannacht rustig geslapen en is ook deze dag vrij wel geweest. Tegen de avond onder het verschoonen was Geke bang dat hij flaauw zou vallen. Later werd hij weer wat vlugger. Ik had vanmorgen waarlijk oogenblikken dat ik bezorgd was, daar hij op een moment zoodanig in de tijd verward was, dat hij meende dat het maandag was. 26 January 1850. Bij Jan Maartensz. Daalder die een knaapje van 5 jaar in de put verlooren heeft. 24 Mei 1851. Dirk Huizinga kreeg bijna de hark in zijn oog, met een punt in de wang. Later is het zeer dik geworden, pijnlijk, hij ging vroeg naar bed. 3 Maart 1854. R. verhaalde gister de treurige dood van het kind van Trijntje Daalder dat zich aan zijn dasje zelf gewurgd had, blijvende bij het overklimmen van een hek aan de paal hangen. 14 July 1867. Een dochtertje van Kuijper gaat een weinig kwalijk, misschien ten gevolge van een val door een onvoorzigtige meid. 22 Augustus 1871. Ensing ontmoet koomende van P. Koorn waar de 2 zoontjes in groot gevaar verkeerden door t gebruik van Rottekruid. 1 October 1871. Treurig geval aan de Koog, waar het kind Catharina van Willem Jansz. Dalmeijer en Marretje Reijers Daalder door onvoorzichtigheid der moeder in de kasstoel door kolendamp gestikt was. 25 Juny 1873. Begrafenis te Oosterend van het 4-jarig kind van S. Wuis en Grietje Eelman, het was spelend van de lage kerkhofmuur gevallen, geen reden tot zorg, zondags stuipen en maandagmorgen overleden. 25 Juny 1873. Een 11-jarig kind van Albert Boon verdronken bij het zwemmen. 5 Juny 1877. Het zoontje van Cornelis Jansz. Bakker, Martinus 6 jaar, is gister van de driewiel gevallen. Het rad over zijn schouder gegaan. Lag nu vrij gerust te slapen. 11 January 1879. Veel volk op het ijs, aan de Waal een 13-jarige knaap verdronken. Tevergeefs beproefde Dominee Bakels de levensgeesten weder op te wekken. 20 Juny 1879. De Holl en Ensing hadden een uur lang tevergeefs zich vermoeid om een kind eene erwt uit den neus te halen. DOOFSTOM 23 July 1875. Begrafenis van Martje Timmerman (doofstom), slechts 4 man achter het lijk, Willem Duinker, Sijbrand Jansz. Keijser, Biersteker en ik. ONJUISTE DIAGNOSE 29 July 1877. Jufvrouw Blom verhaalt van haar reis naar Amsterdam en haar consult met Professor Herz dat voor haar zoontje Willem zoo ongunstig luidde. Hij zou in een vergevorderden staat van Teering zijn, schoon de jongen vlug is en over hekken en slooten springt, enz. Ensing oordeelde dan ook geheel anders. Wat kon er gebeuren met volwassenen? ONGELUKKEN 25 September 1847. Pieter Jansz. Keijser heeft gister zijn arm gebroken. 23 Mei 1849. Jakob Gerbrandsz Dros was van een steiger gevallen en had den voet bezeerd. 26 January 1850. Verleden maandag had er ligt aan de Waal een hevige brand kunnen ontstaan door een oude vrouw die met 2 heette stoven te bed was gegaan. Haar beddegoed is gedeeltelijk verbrand. Zij zelve ook zeer daarbij beschadigd en een paar dagen daarna overleden. Wonder dat er niet meer brand ontstaat. 12 January 1854. De Heer Ahlé (86) heeft dezer dagen zijn vrouw en dochter 2 dagen na elkaar verloren, misschien ten gevolge van kolendamp. 21 October 1859. Ik moest op verzoek van de Burgemeester het berigt brengen aan Dirk Bruin dat zijn zoon Klaas den 4e October in de Spaansche zee overboord gevallen en verdronken was. Vreeselijk zag ik er tegen op, het ging echter nog al wel, ik deed het door Bruin ten huize van Klok te roepen, hij zelf zou het aan zijn vrouw berigten. 18 Maart 1860. Ik word gehaald bij Jakob Teekes van Grouw. Zijn zoon Teeke is niet medegekomen met het schip Dortrina, pas binnengekoomen. Allen zijn in diepen rouw, daar men zich nu verzekerd houdt dat het gerucht waarheid is dat hij te Batavia uit de mast gevallen en gestorven is. Ik schrijf een brief aan de Reeders van Harpen te Amsterdam. Op 21 Maart 1860 ontvang ik een brief van van Harpen te Amsterdam, die mij de zekerheid geeft van de dood van Teeke van Grouw, hetwelk ik aan de ouders berigt. 17 January 1861. Antje Bakker had dezer dagen door middel van den Heer Bok berigt ontvangen uit Calefornië dat haar zoon Cornelis daar uit een boom gevallen en treurig om het leven gekomen was. 11 April 1861. Biem Dekker afgestort van eene wagen met hollend paard. 8 January 1864. Tegen de avond alle huisgenoten naar het ijs. Carolien komt terug en heeft met vallen de arm gebroken en de hand ontwricht, door Stiggelbout weer gezet. 10 January 1864. De meid loopt nu met den arm in een doek en kan niets doen. 4 September 1867. Rens Maartensz. Daalder was l.l. dingsdag bij de Cocksdorp, als timmerman werkzaam, van een hoogte van 22 voet naar beneden gevallen (van het vierkant eener boerderij Zeeland) echter zonder iets belangrijks te beschadigen. 19 December 1870. Cornelis Duinker zit met de voet in t kussen omdat hij zich het been diep heeft opengescheurd aan een scheepshaak. 26 February 1871 .Willem Koppen had zijn arm gebroken. 16 Augustus 1871. De weduwe A. Dijksen [Akkes Kil] thans 68 jaren oud, had haar arm gebroken, echter niet moedeloos. 8 February 1873. Jannetje Daalder is l.l. woensdag of donderdag op t ijs zwaar gewond in t aangezigt door een ijsschuit. A. Rab stuurman. 6 January 1874. Jannetje List, huishoudster bij Dalmeijer, laboureert nog altijd aan de gevolgen van eene misstap, voet verstuikt. 21 February 1874. Begrafenis van Gerrit List (79 jaar). Ook sprak ik wat met de ongelukkige weduwe Aaltje List die voor 4 weken haar man in het Kanaal had verloren. Zij zou zich weer op Texel vestigen. 25 February 1874. Willem Visser, broeder van Paulus Visser (verdronken in t kanaal) bij mij om de belangen zijner weduwe Aaltje List aan te bevelen. Ik zou er met de kerkeraad over spreeken, ik beloofde hem de afloop te schrijven. 2 October 1874. Bij de weduwe Reijer Keijser. Aldaar Cornelis toegesproken die onlangs door het op hol gaan van zijn paard zijn been gebroken heeft. Hij houdt er zich zeer kalm en vroolijk onder. Onlangs is ook zijn huis afgebrand. Het schijnt hem alles niet veel te deeren. Zijn vrouw ondervindt nog de gevolgen van de schrik. 28 December 1874. De weduwe Koorn, Trijntje List is sinds een week bedlegerig ten gevolge van een val. Alles ligt sedert een week met sneeuw bedekt, koud, zeer glad. 29 Augustus 1876. L.l. vrijdag bij t beproeven van de Reddingsboot op t Kooger strand is de bootsman P. de Waard van t Oude Schild jammerlijk verdronken. 6 Mei 1879. De stuurman van de stoomboot Pieter de Waard had zijn hand in de machine ellendig bezeerd. PLOTSELINGE DOOD Subiet sterven kwam op alle leeftijden voor 8 February 1847. In den laatsten tijd vele menschen te Oosterend vrij subiet overleden. 23 April 1852. Ter begrafenis aan de Waal van Aafje Leijen die verleden dingsdag zeer onverwacht (s morgens deed zij nog haar werk) bij P. Langeveld is overleden. 8 Mei 1854. Simon Zijm subiet overleden. 24 September 1856. Vrijdag l.l. ben ik naar den Hoorn geweest ter begrafenis van Jacob Ariesz. Kunst die onder het opmeten van aardappels met zijn zwager Reijer Bakker, plotseling neergevallen en gestorven was. Hij was zeer ongelukkig getrouwd, levende met zijn tweede vrouw Trijntje Theunis List in een aanhoudende twist. 10 November 1856. Het oudste dochtertje van J. R. C. Coninck Westenberg plotseling aan een stuip overleden. Deze namiddag bezocht ik de bedroefde ouders. 17 January 1861. De oude Maarten Dirksz. Daalder 91 jaar oud subiet overleden. 23 February 1869. Vanmiddag had een treurig geval plaats, de Heer Jacob Vis van Zaandijk kwam bij zijn gewone Texelsche reis als graankooper (zoo ik meen compagnon van P. Langeveld), uit de boot komende was de diligence naar den Burg vol, hij besloot dus te wandelen. Onderweg voelt hij zich ongesteld, gaat bij Jan Zegel in met het verzoek dat die hem met rijtuig naar den Burg zal brengen, en zakt in elkaar en is een lijk. Men stuurt onmiddelijk naar Doctor Ensing en P. Langeveld. Doch er was niets meer aan te doen. Weldra bragt de Heer Koorn het lijk aan de Burg bij zijn grootvader Langeveld. Bok was er vanmiddag geweest, de oude heer was diep ontroerd en schreide als een kind. Men heeft aan dominee Boetje getelegraveerd of die het voorzigtig aan de familie bekend wilde maken. 24 februari 1869. Veel gesprekken overal over den gister zoo plotseling overleden Heer Vis wiens lijk vanmorgen naar de Zaan was gebragt. 9 Mei 1873. Naar de weduwe Pieter Jakobsz. Bakker met hare 9 kinderen. De man was treffend onverwacht gestorven voor 14 dagen. Des avonds iets vermoeid, wat vroeger naar bed. Te 10 ure. ís Nachts half 2 wat onrustig, zegt dat zijn zoon maar niet te werken moest gaan naar Eijerland, maar zijn zuster, dienende op Westergeest bij Gerrit Bakker, moest halen, wat echter eerst tegen de avond geschiedde. Kort daarop stierf hij. 30 Juny 1875. Des voormiddags half 11 geloopen naar de Mient. Begrafenis van Pieter de Ridder, man van Trijntje Nans Eelman. Zeer onverwachts gestorven. Weduwe blijft achter met 3 à 4 hulpbehoevende kinderen in een ellendige wooning. Eerst werd gelezen door Jan Trap, toen kwam Jan Saris om te lezen. Doch ik voorkwam hem het woord en sprak en sprak alweder (wijl er gewacht werd op de lijkwagen) bijkans een uur lang. Eerst tegen 1 uur verlieten wij de wooning. Begrafenis op het kerkhof aan de Koog. Alles zeer armelijk. De vrouwen met hun kinderen op de arm mee naar t kerkhof. Daar staat nog een gedenkpaal meldende de begrafenis van Hendrik Dirksz. en vrouw, Castelein op t Eijerland in 1681. Ik wandelde met Jan Saris, genoeglijk. 25 July 1875. Ik hoorde dat Neeltje Bakker, vrouw van G. Kooiman plotseling dood gevallen was. Weinige oogenblikken daarna stond ik diep verslagen aan haar sterfbed, met de treurende ouders en Doctor Ensing. 30 July 1877. De vader van Ensing was met familie met jufvrouw Dijksen en Kievit en vrouw naar Eijerland gereden met de voerman J. C. Bakker. Bij aankomst op de plaats Weltevreden was Bakker opeens bij zijn paarden dood neergestort, hevige ontsteltenis. Nu had Loman getelegrafeerd naar t Nieuwe Diep waar de vrouw van Bakker zich bevond om ten spoedigste over te koomen. Huizinga moet het de dochters van Bakker gaan aanzeggen. Eerst naar Marretje, toen Dirkje (die uit een vroolijk gezelschap aan het huis van Sijbrand Jansz. Keijser geroepen werd). Beiden hevig geschrokken. Te 7 ure was de vrouw met 2 schoonzoons te huis gekomen. Huis vol jammer en geklaag. Op 2 Augustus 1877 begrafenis. KORT ZIEKBED 13 Maart 1848. Aris Arisz. Eelman is verleden woensdag ziek geworden en sedert zooveel verergerd dat hij nu hoogst gevaarlijk ligt. Dr. Stolp oordeelt dat hij den dag niet zal overkomen. 14 Maart 1848. Het overlijden van A. A. Eelman op de Noorderbuurt op gisteravond. De man scheen zich van den beginne af den dood reeds te hebben voorgesteld, vandaar nog eenige beschikkingen die hij gemaakt had. Zijn laatste woord gister getuigde nog van zijne vriendschappelijke gezindheid omtrent mij, daar hij, terwijl hij anders aan niemand meer een woord gaf, mij nog vroeg of Dominee wel een kopje koffij had gehad?. 26 January 1861. Jakob Eelman van de Hoogeberg was in 8 dagen gezond en dood. 25 Mei 1871. Jufvrouw Keijser, Geertje Jacobs Dijksen, de buurvrouw, sedert zondag ongesteld, koorts, hoesten. 28 Mei 1871. De vrouw van de buurman bezocht. Zij ligt zieltoogend, nog een paar maal daarheen, des avonds 9 uur stierf zij, ik heb toen de familie nog eens toegesproken. 1 Juny 1871. Des namiddags 4 uur ter begrafenis van jufvrouw Keijser, talrijke vergadering, mijne toespraak tamelijk goed, niet uitstekend. 3 January 1874. Janes Kalf had een zenuwtoeval en is nu sedert 11 uur bewusteloos. 6 January 1874. Bij de weduwe Kalf, haar zoon Janes vannacht overleden, even bij C. Keijser gezorgd dat de kist gemaakt wordt. TOEVAL, VALLENDE ZIEKTE 25 September 1852. Sijbrand Koning schijnt van de vallende ziekte genezen door een Goldberger ketting, heeft de toevallen althans niet gehad in het jaar dat hij ze droeg, anders om de dag of elf. 12 Mei 1857. Buurman Cornelis Pietersz. Keijser vraagt mij of hij eenige takken van mijne boomen op de straat zal doen afslaan. Ik heb er niet tegen. Cornelis Bruin zal het doen. Eenigen tijd later hoor ik gillen en schreeuwen. Ik snel naar beneden, daar lag Bruin (iemand die dikwijls toevallen heeft) aan de voet van den hoogen ladder, van welks boveneinde hij was neergestort. Allen erg verschrikt. Ik des avonds naar hem toe. Hij ligt veel te slap bijkans den geheelen dag met veel pijn in hoofd en knie, doch niets schijnt te zijn gebroken. 8 February 1861. Sijbrand Pietersz. Koning, die onderhevig was aan de vallende ziekte had bij den Burgwal een toeval gekregen, was daarin gestort en vervolgens na eenig zoeken door zijne broeder levenloos daaruitgehaald. 20 November 1877. Jakob Zuidewind plotseling overleden, voorover in eenen kolk gevallen (hij leed aan toevallen) en alzoo gestikt. Door zijn zoon en dochter gevonden en opgehaald. Op 24 November 1877 begraven. BESMETTELIJKE ZIEKTEN Wie de mazelen, kinkhoets, difterie enz overleefde kreeg later te maken met de pokken, typhus, cholera, waar ook niets aan te doen was. 19 Mei 1851. Begrafenis van een zoon van de weduwe A. Koorn, de tweede in 18 dagen. 29 September 1865. Naar de Marsch aldaar Cornelis Koorn overleden aan de typhus. 22 November 1865. Siementje Schaap kreeg vandaag berigt van het overlijden van haar broeder Sasker op het schip de Heldin in Brazilië, aan de cholera. 30 April 1867. Dominee van der Kulk op de begrafenis van eene vrouw te Oosterend, evenals Jan Bas aan de mazelen overleden. Jan Bas des vrijdags begraven. 21 February 1868. Het huisgezin van Klaas Roeper op Zuidhaffel bezogt, allen aldaar ziek. De man reeds 2 dagen buiten kennis, de oudste zoon lag in een ellendigen hoek op de zolder. 27 February 1868. Naar Klaas Roeper, treurige toestand aldaar, man, vrouw en 2 kinderen ziek en hun oudste zoon om ziekte naar het Gesticht aan de Burg overgebragt, waar ik hem vanmiddag eerst bezogt. Hier op verzoek van de vader des huizes een woord tot de ouden gesproken om ze tot eendragt te vermanen. 5 Maart 1868. Begrafenis van de vrouw van Klaas Roeper, aan de typhus overleden. De man is iets beter, het dochtertje hersteld, een kind nog ziek. 3 Mei 1868. Zoetelief, een typhuslijder, gestorven. 15 July 1868. Bij de weduwe Jan Dirksz. Eelman, haar zoon Dirk vanmorgen gestorven (ook Klaas Jansz. Luitse, beide na een ziekte van een dag of 10, aan typhus of zooiets). 9 February 1869. Verreweg het kleinste deel van Texel mag thans onder de gezonden geteld worden, in elk huisgezin zijn ongestelden. 11 October 1870. Begrafenis van het lijk van Dirkje Roeper-Zuidewind, zondagnacht overleden. 12 October 1870. Des morgens half 10 bij Dirk Roeper, zijn dochter Vrouwtje 17 jaar oud overleden, diepe droefheid, aldaar ook Doctor Ensing. Gister hadden wij de moeder begraven, op 15 October des namiddags ter begrafenis van de dochter Vrouwtje Dirks Roeper. 1 Maart 1871. Doctor Ensing hier om mij en Sina (Katrina was naar den Hoorn) te vaccineren met stof die hij gisteravond van Doctor Folkertsma uit Groningen (op verzoek van Dirk) gekregen had. Bij ons werd ook Jufvrouw List en hare zuster Jantje Plavier ingeënt. 9 Juny 1871. Een geval van Pokziekte aan den Hoorn, bij een zoon van Biem Lap, noodige maatregelen voor afzondering moeten worden getroffen. 31 July 1871. Dirk Bruin in de Waalderstraat aan de Pokken overleden gister en vandaag begraven. 31 July 1871. Pieter Lubbertsz. Koorn ligt ook aan de Pokken. 11 Augustus 1871. 3 Poklijders erbij gekomen, 2 in de Waalderstraat, 1 aan t Schild. Doctor Ensing haalt Menno bij de weduwe van Piet Koorn om te helpen constateren of deze ook Pokken had. Dirk Klaasz. Bruin en Pieter Lubbertsz. Koorn zijn 31 Julij aan de Pokken overleden De vrouw van Jan Teunisz. Roeper, Johanna Nieuwenhuizen lijdt nog daaraan. 14 Juny 1872. Naar Antje Wuis, nu weer zoo wat hersteld van de Pokziekte, doch nog zeer zwak. Zij verhaalt van de droevige omstandigheden van haar huis, toen haar knecht Reijer Jakobsz Eelman de Pokziekte kreeg en daaraan stierf in eene toestand van geheele verstandsverbijstering (later diens broer aan Typhus). Naar de weduwe List te Nieuwland, bijkans allen daar de Pokken gehad. Betje en Jan overleden, Willem nog ziek. Zij vreest ook hem te zullen verliezen. Kors staat nu aan t hoofd der boerderij. DERDEDAAGSE KOORTS Opvallend is dat die vooral optrad na bezoeken aan de Zaanstreek, waar malaria nog tot ver in de twintigste eeuw veel voorkwam. 3 December 1855. De huishoudster Geertje van Giffen heeft anderendaagsche koorts. BLOEDSPUWING 22 Mei 1855. Teeke Jansz. Duinker aan de Waal, 32 jaar, verleden vrijdag in een half uur tijds aan eene bloedspuwing overleden. 12 Augustus 1860. Bij den Heer Kikkert, Anna is mede in zorgwekkenden toestand door bloedspuwingen. 14 November 1860. Anna Kikkert is deze morgen overleden. Op 4 November was zij bij de kerkinwijding aan de Waal tegenwoordig geweest en had zich toen zeer wel gevoeld. Des avonds en de volgende dagen sterke bloedspuwingen. Koorn die deze maand nog met haar in het huwelijk getreden zou zijn, was zeer bedroefd. 4 mei 1868. [Huizingas meid] Koosje heeft vanmorgen bloed opgegeven. Sina naar Ensing daarover, zij moet zich van werk enzovoort onthouden. 9 October 1871. De vrouw van Sijbrand Jansz. Keijser, Cornelisje Dirks Kooiman, heeft gister en eergister bloedspuwingen gehad. 15 April 1875. Jakob Jakobsz. Bakker van Molenbuurt begraven, oud 17 jaar. Hij is na eene bloedspuwing na eene sukkeling van 10 weken overleden. 27 July 1877. Des avonds Mina Bakels hier, verhaalt van haar logeren bij den Heer Kikkert te Maarsen in de tijd toen hij van t voorjaar daar hevige bloedbrakingen had gehad. 22 February 1878. Doodsberigt van den Heer J.L. Kikkert ontvangen. Ik zond vandaag reeds eene condoleantie aan zijne weduwe te Maarsen. [Daar zat het in de familie] 22 Maart 1879. Jakob Brans ziet er na herhaalde bloedspuwingen zeer vervallen uit, maar schijnt toch goeden moed te hebben voor zijn mogelijk herstel. Als ik sprak over de verwachting onzer toekomst ook na den dood des ligchaams, beantwoorde hij dit dat deze voor hem zoo vaststond dat hij daarover nimmer meer sprak of zelfs dacht (mij kwam het zeer onnatuurlijk voor over eene zoo gewigtige zaak nimmermeer te spreeken en naar t scheen een gesprek daarover zelfs te willen voorkomen). 6 April 1879. Jakob Brans toegesproken. Hij is de laatste dagen hard achteruitgegaan. Hij ziet nu zijn einde zeer nabij, in eene zeer kalme gemoedsstemming. Hij verwacht niet dat ik hem de volgende week zal wederzien. [De volgende week probeert Huizinga weer het gesprek op de hope der toekomst te brengen waarmee ik hem zocht te versterken , wat Brans terstond afwees met ik weet dat alles net zoo goed als jij en ik geloof en hoop dat alles net zoo goed als jij en het is dus geheel overbodig om daarover te praten] 23 April 1879. Begrafenis van Jakob Brans, door hetgeen ik over Brans gehoord had, hoe hij zijne jongste zuster geheel onterfd had en dus met een wrok in het hart de Eeuwigheid was ingegaan, kon ik niet dan met veel terughouding over hem spreeken. Brans had alles aan de kinderen van Dieuwertje Brans nagelaten, want als Dieuwertje stierf en de man (S. Koning) hertrouwde, zou zijn goed alzoo in vreemde handen kunnen raken. Hij leende wel geld uit maar met 6% rente. TERING 21 Maart 1870. Begrafenis van Arnoud Langeveld, de 4e uit dat gezin aan de Teering overleden. 10 September 1873. Onze nieuwe meid, Neeltje Zuidewind, is van het begin af ziek. 22 October 1873. Neeltje gaat naar haar zus en zwager in den Hoorn om aan te sterken. Wij zijn nu zonder meid. 27 October 1873. Neeltje Zuidewind bezocht bij hare zuster Trijntje, de vrouw van Dirk Bruin, in hare zwakke staat, schijnbaar haar einde nabij. 24 November 1873. Naar den Hoorn, begrafenis van Neeltje Zuidewind. 2 July 1874. Naar Albert Kooiman (in de kooi onder den Hoorn), zijne vrouw Hiltje zeer zwak, het kindje van 13 dagen gisteravond overleden. Ensing aldaar ontmoet, die mij met de bedenkelijken toestand der zieke bekend maakte (keeltering). Zij was zeer aangedaan bij mijne komst. Zij hadden zeer naar mij verlangd. Ik sprak ze zeer bemoedigend en versterkend toe, beloofde spoedig weer te komen. De vrouw was sedert October a.p. niet goed in orde geweest. Toen had zij zich als het ware opgeofferd voor hare zuster Neeltje Zuidewind, dikwijls haar bezoekende door nat en koude, na vermoeijende dagen in eigen gezin (zonder Meid), dikwijls bij haar wakende. Zoo toonde zij waarlijk Godsdienst, al beklaagde zij zich nu dat zij te weinig Godsdienstig was. Ook de man zeide dat hij de loutering des lijdens zoo zeer behoefde. Ik wees aan wat Godsdienst was en moest zijn in hunne bijzondere omstandigheden. Op 17 Augustus begrafenis van Hiltje Zuidewind. HOESTEN 4 January 1850. Gerbrig Aries Dijksen, 70 jaar, hoest zwaar alsof het kinkhoest ware. KIESPIJN 3 January 1850. Alida gister bijkans den geheelen dag en vannacht zware kiespijn, de Doctor brengt door het aanraken met creosoot eindelijk beterschap aan. 11/12 January 1850. Mijne vrouw had weder vrij wat last van tandpijn. Zij had ook veel te lange dagen gemaakt, des woensdags een van 26 uur. Te half 10 ure of iets vroeger (de klok ging wat voor) werd onze Jurriaan Menno geboren. God lof, zonder veel moeijelijke arbeid der moeder, die ook naderhand zeer wel was. Alle pijnen van vroeger, tandpijn, inflammatiepijn, of hoe zal ik het anders noemen, waren geweken. 21 Juny 1857. Voor Dominee Wentink gepreekt, die naar Amsterdam is om een nieuw gebit te laten maken. 12 April 1865. Henriëtte Bok leed veel aan kiespijn, haar waren door Doctor Hess 8 kiezen uitgetrokken terwijl zij verwonderenswaardig standvastig bleef. 25 April 1867. Ensing wordt geroepen naar de Waal om een kies te trekken van de vrouw van M. Keijser, t lukt niet. 14 december 1870. Ensing hier om Sina die een dikke wang heeft met kiespijn. Zij moet smeeren en met saliewater spoelen. 31 July 1879. Den Heer P. Stiggelbout leed thans zeer aan kiespijn, waarvan hij te vergeefs beproefd had door trekken zich te bevrijden, terwijl hij blijkbaar de hulp van andere medici niet wilde inroepen. VERSTOPPING 16 April 1860. Trijntje Knaap ligt in een zeer treurige toestand, heeft sedert 35 dagen geen ontlasting gehad, en in 14 dagen niet gegeten, met moeite kan zij nog een weinig bessenat en soms een slap ei doorkrijgen. Op 23 April 1860 te half 2 begrafenis van Trijntje Knaap aan de Hoorn. 14 Juny 1863. De overledene Daniël Buijs had maagkanker, hij had in 8 volle weken geen korrel spijze gebruikt alleen een weinig water, ook had hij in 6 weken geen ontlasting gehad. KANKER 13 Mei 1852. Des avonds twee maal Neeltje Eelman bezocht hier in de Waalderstraat, men vreest en zijzelve wenscht dat zij de nacht niet zal doorkomen. t Is begonnen met een gezwel aan de hand. 29 January 1856. P. Kuiper lijdt zeer aan een gezwel in het hoofd. 7 Mei 1860. Paulus Duinker zijne vrouw was na een zwaar lijden van 14 weken lang overleden aan inwendige gezwellen. 24 January 1862. Brief geschreven aan Pieter Joostz Breker te Amsterdam in het Gasthuis ziek liggende met beenbederf. 6 February 1862. Des avonds bij Dirk de Vries het berigt gebragt van het overlijden van Pieter Breker te Amsterdam in het gasthuis, des avonds Dirkje Breker hier. 23 April 1867. De arm van Cornelisje Boon blijft nog altijd monstrueus dik, is dit reeds sedert 3 of 4 jaren, zonder pijn. 13 November 1868. Begrafenis van een dochter van Geus, 22 jaar oud te Amsterdam, in het Gasthuis overleden na een operatie van de kanker in het aangezigt. 3 July 1869. Des namiddags op de begrafenis van Reijer G. Boon op Ons Genoegen zeer spoedig overleden aan een gezwel aan de onderlip. Ik even bij Sijbrand Keijser en bij Pronk om te spreeken over 't geen ons te doen staat om in de behoefte te voorzien van Aagje Schram, de weduwe. 21 July 1869. Ik bij de weduwe van Reijer Boon op Ons Genoegen, Albert Koning had haar afbetaald met 3,- voor de 3 dagen dat haar man nog had kunnen werken, maar sedert niets meer. 19 December 1870. Bij Antje Breker, sedert April en vooral sedert October l.l. zeer lijdende aan een gezwel dat ik vrees dat kanker is. Zij lijdt veel, hoop op herstel lijkt mij gering. 30 January 1871. Daarna bij Pieter Jansz. Dekker, zijne moeder Antje Pieters Breker heden gestorven aan een kankergezwel. GEZWELLEN DOOR SPLINTERS 27 Juny 1854. Jan Jakobsz. Roeper in 't Spang lijdt zeer aan een verschrikkelijke opzwelling der regterhand hem aangekomen met een splintertje, of liever een stekeltje van een plant in de vinger. Nu was de hand sedert 3 weken monstreus dik en pijnlijk en ontlastte veel bloedige etter. Misschien krijgt hij de hand nooit meer volkomen tot zijn gebruik. 28 November 1869. Jan Jakobsz. Roeper zijn schoonmoeder Risje Roeper straks te 10 ure overleden. Zij was nog onlangs volmaakt gezond. Zij had zich een kleine wond aan de vinger gemaakt dien nog niet geheeld was toen zij nu woensdag een week geleden aan de bezorging der slagterij (darm schoonen) ging. Weldra zwol haar hand en arm op tot 3-dubbele dikte, weldra begon ook haar onderlip op te zwellen tot boven de neus, ook het ondergedeelte van het gelaat, keel enz. Zij kon gister geen drup drinken meer doorkrijgen, en stief heden morgen. Bijkans geheel hetzelfde geval schijnt ook plaats te hebben met de vrouw van P. Bremer in t Spang, ook tengevolge van t darmen schoonmaken met een verwonde hand. 21 September 1876. Anna Daalder heeft vreeselijk geleden aan haar hand. Een vinger diende noodzakelijk afgezet te worden. t Is ontstaan door het hechten van een stiekeltje in de vinger wat tot eene schroomelijke opzwelling leidde. HUID 1 Maart 1877. Gerrit Keijser lijdende aan eene afschuwelijke huidziekte. Overleden 10 April. HART- EN VAATZIEKTEN 16 Maart 1847. Des avonds aan het sterfbed van Pieter Sijbrandsz. Koning, van half 2 af lag hij in eene beroerte. 12 February 1848. Trijntje Jans Flens was aan eene beroerte plotseling overleden. 5 Mei 1856. Pieter Gerritsz. Bakker heeft gister een week geleden eensklaps, hij was tot dien tijd regt wel, des avonds te 8.30 ure een beroerte gekregen, ten gevolge waarvan hij tot donderdag middag 3 uur (toen hij stierf) zonder spraak of bewustzijn lag. WATERZUCHT 19-9-1848. Ik des namiddags naar de Mient. Bij Bij Aafje Teekes (ziek), aldaar Jan Smit en vrouw. Wouter lijdt zeer aan het water. 23 Mei 1849. Begrafenis te Oosterend van Jakob Jansz Schoen aan waterzucht overleden. Zijn ligchaam was monstrueus zwaar. 6 January 1857. Willempje Pieters Dekker, de vrouw van Gerbrand Gerbrandsz. Dros jr., is verbazend opgezwollen door het water. Op 23 February 1857 werd ze begraven in de Waal. 8 July 1868. Te 11 ure ter begrafenis van Koenraad Former aan de Waal, hij was zeer lijdende aan het water. 29 January 1871. Bij Jakob Lindeman, gevoelt zich iets beter, is nog vreeselijk dik van water dat hem uit de beenen loopt. Hij zeide dat hij in de laatsten tijd veel over ernstige onderwerpen had leeren denken waarover hij anders weinig of minder dacht. 16 April 1871. Jakob Lindeman zijn waterzucht is weer even sterk als tevoren teruggekeerd. Hij lijdt daaraan reeds in den 5e maand. 22 Mei 1871. Jakob Lindeman gister overleden, wordt 24 Mei begraven. ADERLATEN Dat deed men bij volbloedigheid. Samuel: Woensdag 23 Mars 1853. Doktor is nù bij ons geweest en heeft tante adergelaten. Als men iemand aderlaten wil dan doet iemand spiritus in eenige glaasjes en legt dat op de plaats waar men iemand aderlaten wil. Na een korten poos doet doktor de glaasjes er af en dan schieten uit een lancet scherpe puntjes op een bestemde plaats en dan doet men de glaasjes er weer op. Na een korten poos doet men ze er af en zijn de glaasjes vol bloed en dan doet men de glaasjes in een kom en zoo is tante adergelaten op de beenen. Zondag 6 November 1853. Vanavond heeft Menno de kroek gekregen. Doctor is gekomen en heeft drie bloedzuigers op zijn keeltje gezet dat heeft hem verligt. KOORTS 1 october 1868. [Huizinga heeft koorts] Ik zat toen weer op en gevoelde mij beter. Ensing was geweest en had mij kinine voorgeschreven. 2 october 1868. Ik stil te huis, nog wat koortsig, maar toch in staat te lezen. Ensing komt en schrijft mij een drank voor. 17 july 1869. Ik den geheelen dag zeer lusteloos, bijkans niets gebruikt. Ensing hier des voormiddags koffij gedronken. 18 july 1869. Mijn koorts heeft zich na het gebruik van kinine niet herhaald. PIJN 23 april 1870. Sina heeft sedert 14 dagen pijn in de rug, zoodat wij Ensing te hulp hebben moeten roepen, bloedzuigers, Spaansche vliegen. t Is nu wat beter. 20 December 1870. Alles met sneeuw bedekt, zeer koud. De vrouw van Jan Smit blijft steeds kermen van de pijn, t is reeds de 13de dag dat zij niets heeft kunnen gebruiken, noch rusten. 6 Juny 1871. Begrafenis van de vrouw van Jan Smit, na 9 maanden lijdens gestorven. 18 Mei 1873. Simon Leijen is in eene treurige toestand, dag en nacht zonder rust en steeds met pijn bezet, kan menigmaal niet denken, kan niets uitvoeren. 6 January 1874. Hendrikje List is zeer lijdende aan rheumatische pijnen. 12 April 1874. Jan Roeper is weer herstellende van welligt ingewandsontsteking. Heevige pijn had hem l.l. maandag gedwongen van de Waal naar den Burg naar Doctor Ensing te loopen, die door inspuiting de pijn gestild had. ZWAK 14 July 1875. Neeltje Reijers Eelman heeft verzwakking in de beenderen. 26 Augustus 1875. Pieter Boon zou morgen met zijne vrouw op reis naar Amsterdam om Professor Suringar te raadplegen of zijne vrouw niet volgens raad van Doctor Stiggelbout tot herstel van hare zwakke gezondheid naar Utrecht of elders moest verhuizen. KRAMP 2 Maart 1871. Vannacht zeer veel geleden aan kramp, het linkerbeen, wat mij dwong voortijdig het bed te verlaten. 10 Augustus 1873. Bij Dirk Bruin die vreeselijk had geleden aan kramp in de beenen en handen. BRAK 14 July 1875. Jan Dijkers dochter Dirkje ziek (ten gevolge van 3 nachten kermis houden). HOOFDPIJN 10 September 1848. Alida is deze dagen zeer bezet met zware hoofdpijn, Doctor Scheurleer [voor Van Deinse in de plaats gekomen] raadt haar het hoofd met Eau de Cologne te wasschen. Zij doet het met goed gevolg. Echter blijft de pijn in de zijde en neemt zeer toe, zij is er geheel lusteloos van. 9 Mei 1867. Saartje Bakker sedert 6 weken lijdende aan hoofdpijn. 27 Juny 1870. Sina was zoo even met zware hoofdpijn naar bed gegaan. Zij was koortsig den geheelen nacht en morgen, en moest ook vandaag het bed houden. De logeergasten doen mede zooveel mogelijk tot hare oppassing. Daar Doctor Ensing vanmorgen op reis is gegaan voor een dag of 5, zoo roepen wij tegen de avond P. Stiggelbout, die oordeelde dat het wel spoedig gaan zou. 4 Juny 1877. Cornelis Saris lijdt veel aan zware hoofdpijnen, die hem voor alle werkzaamheden soms wekelijks een dag ongeschikt maken. MELANCHOLIE 1 February 1849. Naar den Hoorn. Neef Huizinga was bedlegerig. Hij was de laatste dagen zeer melancholijk geweest, zijne hospita was zeer met hem verlegen. Zij hield zich overtuigd dat er iets was waarover hij tobde. Hij was zeer blijde met onze komst. Ik bleef er dien avond en ook den volgenden nacht wakende. Alida keerde met Doctor Scheurleer naar den Burg terug. 2 February 1849. Hij sliep vrij gerust en stond te 10 uur op. Later had hij nog een aanval van melancholij. Omstreeks middag wandelde ik met Scheurleer naar den Burg. 3 February 1849. Alida is in den laatsten tijd bijzonder vlug geweest en regt blijmoedig. Zij rekent dat het zien van de treurige melancholij van neef en de werking die deze op anderen heeft, haar goed zal doen. 21 Juny 1852 Willempje Dekker aan de Waal had een kind van 10 maanden verloren. Zij is dikwijls zeer neerslagtig. 20 Juny 1871. Aafje Bakker van de Weverstraat, weduwe Huisman, wordt morgen begraven. Zij was, volgens jufvrouw Vrendenberg, een brave vrouw, sedert jaren diep treurende over het verlies van hare 2 dochters. GEESTESZIEKTEN 14 February 1847. Tusschen 12 en 1 uur nog eventjes bij Reijer Sijbrandsz. Keijser geweest, zijne vrouw Chrisje zeer ongesteld. Zij lijdt aan eene hooggaande zwaarmoedigheid sedert vele maanden die steeds toeneemt. Vanmiddag had zij een toeval gehad. Zij is soms als waanzinnig. 17 February 1847. Zij schijnt thans geheel simpel te weezen. 28 Maart 1848. De vrouw Guurtje Klaas Kuiper, die weder zeer aan vlagen van zwaarmoedigheid laboreert heeft geheel geen lust en zoo zij meent geen kracht. 30 Maart 1853. Vroeger kwam hier Cornelis van der Ploeg, een ongelukkige man, het bleek mij weldra dat hij geheel krankzinnig was. Hij kondigde zich aan mij aan als dengeen met wie ik dagelijksch te doen had, nl. als Jezus Christus, die het getuigenis heeft in zichzelven, die God die alles in allen vervult. Ik had diep medelijden met de ongelukkige die door velerlei rampspoed als vervolgd eindelijk het regte spoor bijster geworden was. Hij wilde naar Groningen naar zijne familie om wat verzachting van zijn drukkend leed te zoeken. Ik raadde hem die reis aan maar tevens werkzaamheid. Zocht blijmoedig vertrouwen op God bij hem te wekken, enz. Eindelijk ging hij heen. 7 July 1858. Jakob Roeper vreest dat Albert Keijser eenmaal weer op Meerenberg of agter de tralies gebragt moet worden, hij was deze dag nog aan het vechten geweest met Jan Boon. Hij kan Bok soms vreeselijk bedreigen, vloeken en tieren. Huizinga probeert Keijser weg te houden van de hooiveiling die aan notaris Bok was gegund (die hem, Keijser, 8000,- had ontstolen). 30 September 1875. Kamerdag aan de Waal. Die avond beproefde men met 2 mannen van Meerenberg gezonden om Albert Keijser daarheen weg te voeren, waardoor aan die lang geplaagde familie eindelijk rust werd verschaft. 4 September 1859. Martje Rab is sedert verscheidene dagen geheel buiten verstand en ligt soms 25 uren achtereen te praten en te zingen. Ik kan ook niets met haar worden. 8 februari 1869. Jantje Koorn, huishoudster van Jan Dirksz. Bakker, die opeens in erge mate krankzinnig was geworden, zoodanig dat men haar naar het Gesticht had moeten vervoeren. 6 Mei 1869. De meid Jantje Koorn gezien die dezer dagen na 3 maanden verblijf in Meerenberg is teruggekeerd en daarvan vele verhalen doet. 25 November 1870. Pronk niet te huis. Hij had al in 3 weken bijkans geen slaap gehad. 30 January 1871. Naar t Oude Schild te 12 ure begrafenis van Cornelis Koger, man van Trijntje Baan. Hij stierf na een ziekte van 14 dagen t.g.v. een twist met zijn buurman. 22 April 1873. Jakob Schoen was ziek geweest, men dacht dat hij geheel krankzinnig zou worden, hij was het soms, viel overal neer of liep als een razende. Nu weer hersteld. 3 July 1874. Jakob Kooiman hier sprekend over de treurige toestand zijner zuster Naatje, die wel naar een krankzinnigengesticht vervoerd zal moeten worden. Hij kwam vragen welk Gesticht de voorkeur verdiende, ik dacht aan Meerenberg. 14 July 1875. Lammert Bas zijn vrouw heeft thans de 2 kinderen van haar zoon te verzorgen wiens vrouw op Meerenberg wordt verpleegd. 8 December 1875. Dirk Jansz. Keijser zijn vader is onlangs naar den Burg overgebragt, ziek zijnde. Jan Keijser heeft 29 jaar in eenzaamheid doorgebragt. Hij is thans nog blijkbaar niet goed bij zinnen. Gesprek over zijn vroeger treurig leven. Hij bewaarde nog steeds oude bankbriefjes en munten, thans buiten koers. 31 December 1876. Vanmorgen was Naatje Kooiman bij ons ter Kerk aan de Burg. Voor eenigen tijd uit Meerenberg gekomen waar ze eigenlijk ook nu nog te huis behoort. 25 Juny 1879. Gerrit Bakker kon soms niet slapen van de gedachte dat sommigen ligtzinnig spraken over God en Onsterfelijkheid, zooals Albert Koning die zijn twijfel aan het Godsbestuur krachtig had uitgesproken, want hoe zou het dan mogelijk zijn dat zijne vrouw al 7 jaar in Meerenberg moest verwijlen terwijl haar plaats in het huisgezin was. Koning had dit gezegd tegen Dominee Gelderman. 24 Mei 1881. Bij Klaas Mantje c.s. Ik vond de vrouw in een allerbeklagelijkste toestand van krankzinnigheid in eene ziekenstoel zittende bij hare dochter Trijntje en haar schoonzuster. Zij herkende mij terstond maar terwijl zij mijne hand greep en voorts stevig vasthield raaskalde zij onophoudelijk zoodat ik geen woord kon spreeken. Diepbedroefd zaten die 2 ander vrouwen daarbij, nevens mij. Met moeite gelukte het mij uit hare handen te komen. Overleden op 30 Mei 1881. ZENUWEN 27 September 1846. Hartelijk verheugd was ook mijn lieve gade over onze wederkomst. Ik vond haar echter te bed liggende. Zij was zeer vermoeid geweest en voelde zich koortsig, vooral vrijdag, toen was het dat zij zeer leed door mijne afwezendheid, te meer daar zij mij reeds vrijdagmorgen had verwacht. Mijne tehuiskomst scheen haar wel wat op te beuren. Doctor van Deinse bezocht haar trouw, 2 keer per dag. Het bleek hem alras dat de ziekte zenuwkoorts was. Zij dacht steeds dat haar einde naderde. Reeds lang voor haar laatste kraam was de gedachte ook standvastig bij haar dat deze kraam haar den dood zoude doen. Ook in de weeën verliet haar dit denkbeeld niet, en ook toen zelfs, toen ik na hare gelukkige verlossing, haar aan de hals viel en gelukwenschte, zeide zij op haar gerustigen toon Ja mijn lieve, maar wij zijn er nog niet, nog wil mij het denkbeeld niet verlaten van mijn naderend einde. 12 September 1848. Doctor Scheurleer is er nu ten derdemale geweest om Alida. Zij moet nu een drankje gebruiken. s Middags schijnt zij koortsig, dan verheft zich althans de pijn in de zij en is zij zeer lusteloos. Vanavond ook weer zonder eten naar bed. Scheurleer zegt: het is zenuwachtigheid. 14 January 1856. Maandag. Bij het genot van eene goede gezondheid mogt ik met de mijnen het Nieuwejaar intreden. Ook de ontvangen berigten van t Hoogezand en Westzaan zijn gunstig. Doch mijne huishoudster jufvrouw van Giffen is sedert ettelijke dagen ongesteld. In de laatste maanden klaagde zij dikwijls over pijn in alle leden en borst, rug, schouders, armen en beenen. Toch bleef zij geregeld hare werkzaamheden voortzetten. Vandaag een week geleden kreeg zij een aanval van vrij hevige werking op de zenuwen [dat herhaalde zich bijna elke dag]. Zij viel in flaauwte. Met koude omslagen en vervolgens met een blaas gevuld met sneeuw gevuld moesten wij de hitte van haar hoofd verkoelen en dat was haar hoogst aangenaam en bragt haar weer tot bezinning. Vrijdagmorgen lieten wij Doctor Stolp roepen. Hij gaf haar een poeder waarop zij zich zeer onaangenaam gevoelde. Zaterdag hadden wij in haar bedstede gelegenheid gemaakt dat zij Aafje en mij tegelijk kon opschellen, waardoor ik mij des avonds wat rustiger naar bed konde gaan. Anders had ik altijd tot 1 à 2 uur opgezeten en was niet naar bed gegaan, voor zij zich geheel rustig gevoelde. Nu en dan sliep zij een weinig, maar bragt den meesten tijd slapeloos door. Etenstrek ontbrak haar geheel. 4 September 1859. Martje Rab is sedert verscheidene dagen geheel buiten verstand en ligt soms 25 uren achtereen te praten en te zingen. Ik kan ook niets met haar worden. 1 Juny 1871. Albert Pietersz. Keijser is diep ongelukkig, heeft rust noch duur, zijne geestvermogens zijn in de war, hij acht zich onherstelbaar, hij wil over zijn ongesteldheid niet spreeken maar doet het onophoudelijk. ZELFMOORD 7 Augustus 1859. Ik te huis komende vond een briefje mij berichtende dat de vrouw van Klok, Teytje Cornelis Boon, zoo even terwijl haar man naar de Vermaning was, in de put verdronken was. Zij had reeds geruimen tijd tevoren gezegd: die put zal mijn graf zijn of die put is het einde van mijn verdriet [zelfmoord]. 14 September 1860. Berigt dat Martje Pieters Eelman zich verdronken heeft. Jakob List hier om het boekje te halen waaruit hij morgen bij haar begrafenis zou lezen. 17 September 1860. De vrouw van Jakob Koorn op de Mient is ellendig in het water omgekomen, l.l. vrijdagmorgen omstreeks 3 uur vermoedelijk, vandaag begrafenis. 16 December 1860. Zelfmoord van Rensje Kok door rattekruid. 14 Mei 1861. Arie Michielsz Koger, een man van onbesproken gedrag, heeft zich in de hals of nek eene zoodanige wonde toegebragt dat hij onmiddelijk dood neerzeeg. Derwijl hij aan de ontbijttafel zat zonder dat er iets bijzonders was voorgevallen. Zijne vrouw was even op de zolder gegaan en zijn zoon in den winkel. Hij had kort tevoren zijn boterham gedeeltelijk opgegeten, het overige wilde hij straks te 11 ure gebruiken. Voor dien zelfmoord zijn volstrekt geene aanleidingen te bedenken. 7 Mei 1863. Reijer Daalder hier, berigt dat zijn halfbroer Jan Duinker deze morgen in zee drijvende is gevonden. Duinker had drankproblemen - van Maart tot December geen drank gebruikt, maar met het verkoopen van een varken dat niet op straat kon gebeuren maar in de herberg was hij er weer afgeraakt, vooral de vrouw van Klaas Boon had altijd haar best gedaan om hem weer te verleiden en t was haar gelukt. Duinker had finantiële problemen, zei wij zijn arm, straatarm, liep het huis uit, door zijn vrouw teruggeroepen. Des nachts bemerkte zij dat hij niet meer naast haar in bed lag, zij haalde de buren die nu overal tevergeefs zochten. Eindelijk vonden zij de stappen zijner blote voeten op t strand regt op zee aangaande en te 5 ure werd zijn lijk gevonden, 33 jaar oud. 1 December 1874. Wij hoorden vanavond dat Guurtje Kikkert (bij Klaas Ponger ), in den regenbak haar dood gevonden had. 2 December 1874. Des middags naar Klaas Ponger en Antje Bakker, helaas haar nicht was uit den regenbak levenloos opgehaald, de omstandigheden werden mij uitvoerig verhaald. 5 December 1874. Ter begrafenis van Guurtje Adriaans Kikkert inwonende bij haar tante Antje Bakker (Klaas Ponger). Men houdt het er wel voor dat zij zichzelve door den nauwen mond van den regenbak zal hebben gedrongen waarin zij verdronken is. Men spreekt er van alsof er eene liefdesgeschiedenis in het spel was, dat echter ook weer wordt tegengesproken. 1 Juny 1875. Des middags heeft de vrouw van Adam Kalf door rattekruid zich van het leven beroofd. MOORD 1 October 1871. Het rampzalig uiteinde van Pieter Koning ter zee gevonden, vermoedelijk door Jaap den Brander (Boon) vermoord. 4 October 1871. Vandaag overal gesprekken over den dood van Pieter Pietersz. Koning, 29 jaar oud, ik van namiddag te 3 ure ter begrafenis. Ik deed de toespraak niet ter vertroosting die onnodig scheen, wel tot ernstige waarschuwing tegen de sterken drank en het toegeven aan allerlei verkeerde neigingen en driften. 3 July 1878. Jaap den Brander (Boon) had zijne 70 jarigen broeder, van wien hij meent te kunnen erven, op koffij met koek getracteerd die scheen vergiftigd te zijn want de oude man was terstond kwalijk geworden en gestorven. Daar Loman en Ensing op reis zijn moest nu de wethouder S. Keijser die zaak onderzoeken met Stiggelbout, die echter uitwendig geene vergiftiging kon constateren. Tot opening van het ligchaam moest eerst een geregtelijk bevel gegeven worden. Daarom wordt morgen de Officier van Justitie verwacht. 7 July 1878 men schijnt geen reden gevonden te hebben om Jaap den Brander te arresteren toen het Geregt uit Alkmaar hier was met 2 doctoren, schoon deze vergiftiging constateerden. SUKKELEN 20 Augustus 1854. Jufvrouw Keijser (Trijntje Jacobs Dijksen) overleden, langdurig ziek en steeds zwakker. 25 Augustus begraven met Dominee Vrendenberg. Ik sprak er vrij wel (niet uitmuntend). 30 Mei 1855. Pieter Klaasz. Kikkert zijn vrouw Marretje Jacobs Zuidewind was onlangs nog in vele opzigten lijdende (borst, maag,enz. slapeloosheid) nu in 1 morgenstond beter. 20 December 1855. Gerbrig van Grouw, de arme lijderes, is zeer geduldig, nu al weer 10 weken ongesteld. Verleden jaar 5 maanden. 2 Augustus 1857. Antje Hendriks Plavier is sukkelende vanaf 8 Maart. Heeft dagelijks koorts. 17 September 1858. Des namiddags ter begrafenis van buurvrouw Leentje Kikkert, die na 18 maanden sukkelen eindelijk bezweek, maar nog in hare laatste uren hoop op herstel bleef voeden. 1 November 1858. Trijntje Langeveld verzwakt steeds, maar gaat haar einde rustig tegen. Zij roemt zeer het huiselijk geluk dat zij genoot. 29 April 1871. Grietje Teekes van Grouw is in zwakke staat. Zij heeft het arm ofschoon zij geene hulp van de diaconie wil vragen. 30 January 1874. Lieuwe Koorn zijn dochter Cornelisje is steeds sukkelende, sedert 4 maanden. In al dien tijd zoo goed als niets gegeten. 24 Maart 1878. Dirk Bruin zijne vrouw gebruikt sedert langen tijd nagenoeg geen spijs en altijd met moeite en tegenzin. 21 Mei 1878. De vrouw van Dirk Bruin wordt minder, zij krijgt gedurig flauwtes. 2 Juny 1878. De vrouw van Dirk Bruin hedenmorgen overleden. 26 Mei 1879. De vrouw van Teunis Visser van den Hoorn verhaalt van het langdurig lijden haars mans, nu na alle vergeefsche pogingen van Haremaker, Hellema, Ensing, door de medicamenten van Doctor Hoekstra van Schagen beterende van zijne benauwdheden en diarrhea. OUDERDOM Hoe verging het oude mensen? Ook vroeger waren er mensen die heel oud werden: 9 Juny 1879. Bij de oude mevrouw Westenberg ten huize van Zijm, 90 jaar. Haar vader was 97 geworden, nooit ziek geweest. Op zijn 88e sprong hij nog met polsstok en geweer over de sloot en schoot een haas. De meesten waren niet zo gelukkig. 21 Augustus 1848. Johannes Vos is stokdoof, ik kan hem niet beroepen, maar moet door zijn dochter tot hem spreeken. Hij is reeds 18 weken bedlegerig. Hij beklaagt zich zeer over de onbarmhartigheid der menschen, alle oud-Hollandsche deugden, zeide hij, waren door de Franschen weggevoerd. Het is goed, zegt hij, dat ik met hem over zijne zaligheid kom spreken, maar die zaligheid kon ik hem toch ook niet geven, zij moest komen van Gods genade. Dit troostte hem als hij van de 6 woorden die ik sprak er geen 4 verstond. Hij knorde zeer op zijn dochter. Eén ding wist hij, zeide hij, dat het eene groote opruiming geven zou als Onze Lieve Heer hem en alle zijns gelijken eens uit de wereld wegnam. 20 November 1861. Dirk Boon in Tienhoven bezocht, sedert 16 jaar blind, bijkans 80 jaren oud. Hij heeft eene breuk gekregen waaraan hij denkelijk sterven zal. Op 3 December 1861 werd de weduwe Boon uit Tienhoven, Martje Dirks, begraven. 16 Mei 1868. Klaas Smid, 84 jaar oud, zoo doof dat men haast niet met hem spreeken kan, is nu ook zoo lijdende aan de oogen dat hij bijkans niet meer zien kan, daarbij krachteloos. Zijn vrouw is sedert vele jaren bedlegerig. Zijn dochter Grietje is de laatste tijd ziek. 21 February 1874. Begrafenis van Gerrit List (79 jaar). Mijn toespraak was niet uitstekend want er was niet veel te troosten. 27 Augustus 1874. Jakob Arisz. Eelman zijn geestvermogens zijn geheel vernietigd door den ouderdom. 6 October 1874. Naar de Waal ter begrafenis van den ouden Jakob Arisz. Eelman. 84 jaar, op het laatst geheel innocent. 28 December 1874. Arie Rab laboreert aan een maagkwaal zoodat hij geenerlei spijs kan inhouden. Hij stelde zijn einde nabij, en moest hij zóó voortleven dan hoopte hij het. Hij was 75 jaar oud, had veel schuldbewustzijn, was niet verzekerd van een blijde toekomst. Hij sprak van het gebrek aan Godsdienstzin dat zich bij velen openbaart, nu oneindig veel meer dan vroeger. Jan Timmer had het bestaan van God willen wegredeneren. 13 January 1875. Arie Rab beterende. 10 Maart 1875. Met Arie Rab zeer belangrijke gesprekken gehouden. Hij is zeer zwak maar toch belangstellend in mijne woorden van leering en troost. 25 Maart 1875. Begrafenis van Arie Rab. 8 January 1875. Naar Jan Smit, zijn oude moeder Rempje ligt sedert gisternacht stervende. Zijn trouwe zorg voor haar is bewonderenswaardig. Hij verhaalt van de bittere armoede die zij met elkaar van jongs af wel hadden geleden. Van armoede was hij zelfs soldaat geworden schoon hij reeds 2 broeders in dienst had. 9 January 1875. Rempjebuur gisteravond overleden. 4 Maart 1875. Vanmiddag berigt gehad dat de 85-jarige Neeltje Gerrits Bakker overleden is, ik verneem dat haar oppasster Marretje Rab ernstig ziek is. 5 Maart 1875. Des voormiddags naar het sterfhuis van Neeltje Bakker, aldaar Dieuwertje Rab. Haar zuster Marretje daar vannacht te 3 ure overleden (gistermiddag 11 uur Neeltje Bakker). Jan Koning, sukkelende, had vannacht weinig gerust, veel gedacht over het sterven van zijn schoonzuster (zij leefden in algehele verwijdering, schoon naast elkanders deur woonagtig). Hij beschuldigd de erfgenamen ervan dat zij het waken bij de zieke aan huurlingen hadden toevertrouwd. Hij roemt zeer zijn huishoudster die hem liefderijk verzorgt en zelf niet te bed gaat voor hij zelf goed slaapt. 8 December 1876. Begrafenis van Jan Timmer, 89 jaar, te Oosterend. 25 December 1877. Grietje Eelman, de vrouw van Jan Rab overleden. De oude Jan Rab was nu toch ook wel terneergeslagen (bij de dood van zijn dochter Grietje was hij zoo bijzonder verheugd) maar van onsterfelijkheidsgeloof was bij hem geen sprake. 26 December 1877. Jakob Meijerts Boon plotseling overleden, ook Pieter Langeveld (92) deze na geruimen tijd aan achteruitgang van kragten te hebben gelaboreerd. Bij de begrafenis getuigde Loman van Jan Rab als een despoot in huis, terwijl zijn vrouw de goedheid zelve was. Ook de oude Langeveld begraven. Loman dacht dat Grietje Eelman in allen gevalle al vrij wat minder kwaad gedaan zou hebben als de oude Piet. 18 Mei 1881. Bezoek aan Meester Brouwer die lijdt onder de verzwakking des ouderdoms (82). 23 Mei 1881. Frouwke en Meester Brouwer te zamen op het bankje zittend nog eens toegesproken. Brouwer sprak voor hem was de weifel afgeloopen. Zij hadden hun tijd gehad. Het uurwerk moest stil staan. Voorts geen zorg. Vader staat aan het roer. Hij stuurt het schip naar eene goede haven, enz. enz. Denkbeelden waarin ik hem tragtte te versterken. 30 July 1881. Brief van Sijbrand Pietersz Keijser meldende overlijden van vader Brouwer. OOGZIEKTEN 3 February 1846. Ik even bij de weduwe van Jan Boon die dezer dagen blind is geworden. MODERNE INSTRUMENTEN 22 mei 1869. Boetje is nog zeer heesch. Hij roept Ensing, deze onderzoekt zijne keel met de keelspiegel. Hij vindt baat bij de inhalator. 21 maart 1870. Ensing vertelde hoe hij de vrouw van Thijs Ran in 14 dagen geheel hersteld had van een geheel scheef en verdraaid gezigt door haar gedurig te electriseren. 6 April 1879. Doctor Ensing spreekt van een nieuw instrument dat hij zich had aangeschaft, waarmede hij hoopte ook den blaas van binnen te kunnen reinigen, wat hij nu met zijn beklagelijke patiënt Koopman te Oude Schild, die dag en nacht onlijdelijke pijnen leed vanwege moeijelijkheden in het urineren, beproeven zou. 19 Mei 1881. Texel. Wij, Fokel, Katrina en ik naar Ensing ter verjaring van Jet. Beiden ontvingen ons zeer vriendelijk. Ensing heeft nu de practijk over geheel oud Texel (met Stiggelbout). Te Cocksdorp heeft men een Doctor Van Boven, die dacht weer te vertrekken. Ensing liet mij zijne nu in de voorkamer ingerigte studeerkamer zien (doorsnede van het menschelijk ligchaam in bevroren toestand, zoo ook van deszelfs deelen), voorts nieuwe instrumenten, zoo als een waarmede hij terstond kon bepalen welk soort bril iemand behoefde, in de vorm van een sigarenkoker, kostende 27 gulden, voorts een soort van fontein met slang om geneesmiddelen in het ligchaam te brengen. Zijn inhalatietoestel beviel hem uitnemend. ONTSMETTING 16 july 1868. Doctor Ensing hier, brengt dekglaasjes voor t mikroskopiseren van Dirk en Menno. [Hij] spreekt over de noodzakelijkheid om de ziekenhuizen te ontsmetten door carbolzuur. INENTEN 21 february 1871. Van Wieringa hebben wij vernomen dat Martinus Wentink met de pokken in t Hospitaal ligt in den Haag, maar nu betert. Ik heb aan Dirk geschreven om pokstof, want Ensing had ze niet. 1 maart 1871. Bij ons werd ook jufvrouw List en hare zuster Jantje Plavier ingeënt. Afscheidsfeest van Dominee Bakker van de Waal. De toasters zeiden niet veel, maar verleden maandagavond toen de families Bok, Ensing, Buisman en Vriesendorp er geweest waren, was er geen toast geweest, zooals Ensing mij vanmorgen zeide, toen hij hier was om mij en Sina (Katrina was naar den Hoorn) te vaccineren met stof die hij gisteravond van Doctor Folkertsma uit Groningen (op mijn verzoek aan Dirk) gekregen had. 2 maart 1871. Nu allen gevaccineerd door Ensing. CHIRURGIE 29 September 1852. Naar Arie Rab, heeft een zeer leelijke duim, vreeselijke pijn. Doctor Scheurleer had er vanmorgen 3 stukjes vleesch uitgeknipt. Hij was blijde met mijn komst. Ook den Heer Bok kwam. Intusschen begint de duim weer vreeselijk te bloeden. Bok loopt bij herhaling om de Doctor, die komt, de bloeding houdt op. 4 February 1869. Marretje Keijser, vrouw van Sijbrand Cornelisz. Keijser, eergister bevallen van een zoon maar die aan de bovenlip, enz. zeer misvormd is. 29 Maart 1869. Sijbrand Cornelisz. Keijser, zij zijn verleden week van Amsterdam teruggekomen waar Tilanus het gebrek aan de mond van hun kindje heeft zoeken te verhelpen schijnbaar met goed gevolg. De zeer pijnlijke operatie had 40 minuten geduurd. 23 April 1874. Des avonds naar t Oude Schild, waar men naar mij verlangde bij Neeltje Kuijper, die de volgende dag van eene beklemde breuk geopereerd zal worden. Aldaar Ensing en de Holl, die vruchteloos beproefden of dit nog voorkomen kon worden. 't Zou goed afloopen. 1 Mei 1876. Een zoon van J. Daalder kwam Dominé Vrendenberg vragen om morgen mede naar de begrafenis te gaan van Lemstra, die 29 jaar op de plaats van Daalder boereknecht was geweest en voor geruime tijd kanker had gekregen in het gehemelte. Dat was uitgesneden door Professor Tilanus onder hevige pijn en bloedverlies. Hij had echter bij die operatie geen oogenblik het bewustzijn verlooren, en was nu mooi herstellende teruggekeerd uit Amsterdam, doch had zich te sterk vermoeid en was weinige dagen na aankomst gestorven. 30 Mei 1877. Onderging de oude Dirk Mantje te Nieuwe Diep den verschrikkelijken operatie van de wegsnijding van de Kanker in het gehemelte, die 4 vreeselijke uren duurde, door Haremaker, Ensing, de Chirurgijn-Majoor en een aantal helpers, te zamen 8 personen. 4 Juny 1877. Hij heeft al 2 uur opgezeten. Antje Eelman heeft ook iets dergelijks, maar is niet gezind zich ook aan de operatie te onderwerpen. Zij is 20 jaar weduwe, blijmoedig ondanks donker gezigt op de toekomst. 23 September 1877. Dirk Mantje zit weder in angstige bezorgdheid voor het weer opkomen van de kanker waarvan hij hoopte bevrijd te zijn door ene vreeselijk pijnlijke operatie. 26 October 1877. Dirk Mantje lijdt vreeselijke pijnen aan zijn kankergezwel. 11 November 1877 bedlegerig, ziet zijn einde genaderd. Hij neemt met een hartelijken handdruk van mij afscheid voor eeuwig. 22 November 1877. Dirk Mantje van namiddag begraven. 4 Juny 1877. Antje Eelman heeft ook iets dergelijks, maar is niet gezind zich ook aan de operatie te onderwerpen. Zij is 20 jaar weduwe, blijmoedig ondanks donker gezigt op de toekomst. 29 Maart 1878. Antje Eelman is thans zeer welvarend. De vreeselijke operatie aan de mond heeft geenerlei kwalijke gevolgen gehad. ZIEKENBEZOEK Voor Huizinga was dat dagelijks werk, hij was Leraar en Herder. Zijn opvolger Bakels dacht daar heel anders over, die beschouwde zichzelf alleen als Leraar. 17 September 1847. Zieken bezocht. Over gansch Texel zijn bijkans huis aan huis zieken te vinden. Zeker meer dan 250 zijn onder geneeskundige behandeling. In 3 dagen bezocht 50 huisgezinnen, in 31 daarvan wel 70 zieken. 23 april 1854. Voorbede voor Aafje Lindeman die op haar uiterste ligt. Op de terugweg van Oosterend haar bezocht en toegesproken, t geen zij blijkbaar nog zeer goed verstaat. Een uur later was zij een lijk. Ik heb trachten te troosten en te vermanen zoo ik kon en heb met allen gebeden. 13 January 1872. Zieken bezogt, zoon van Jan List en Arie Jansz. Rab. Met de vader had ik een zeer uitvoerig gesprek over onze hoop op onsterfelijkheid. Deze bestond bij hem in het geheel niet, hij meende dat de dood en de vernietiging het einde van alles was, dat wij niet zoo eigenbatig moesten zijn om iets meer te verlangen dan de genoegens die dit leven ons reeds zoo ruimschoots opleverde. Echter wilde hij niet ontkennen aan God te gelooven. Ik trachtte hem te doen opmerken hoe naauw verbonden geloof aan God en Onsterfelijkheid zijn. Hij erkende alleen dat het wel zeer gelukkig was als men vast stond in dat Geloof. 17 January bij Jan Rab, Arie overleden, wordt 20 January begraven. 7 December 1873. Bij Glijnis, zijn schoonvader de Vries te Alkmaar voor korten tijd overleden, en nu zijn zwager, hulponderwijzer van Putten. Hij is over het laatste sterfgeval zeer teneergeslagen. Ik spreek van troost ontleend aan de gedachte aan God en de onsterfelijkheid. Dit geeft aanleiding tot uitvoerige ernstige gesprekken. Het blijkt dat de gedachten aan God en onsterfelijkheid geen vaste plaats innemen in zijn hart en dat hij ten gevolge van dien geheel onvatbaar is voor troost. Als ontwikkeld mensch ziet hij geen mathematische bewijzen dat wij niet minder gevoelige dan verstandelijke wezens zijn. Ik acht gemis aan Godsdienstig geloof naauw verbonden met eene daartoe leidende opvoeding en levenservaring. Glijnis heeft een streng godsdienstige opvoeding genoten en veel gelezen en nagedacht, hij spreekt van mijne zoons. Ik spreek mijn leedwezen uit. Ik vind ten laatste geen verenigingspunt met hem dan dit hoogstbelangrijke dat alleen een deugdzaam leven de beste rust verzekert, en een kalm sterven voorbereidt. 3 January 1874. Trijntje Dalmeijer zeer zwak, spreekt zeer lichtvaardig over haar dood: 'Verleden week dacht ik dat Klaas Geus mij wel weggehaald zou hebben maar hij had zeker nog geen zin in me'. 29-12-1878. Bij de weduwe A. Dijksen (Kil), verheugt zich dat ik haar eens kom opzoeken. Dominee Bakels was, zoolang hij aan de Waal woonde, nog maar eenmaal even bij haar geweest. Zij had ten dien aanzien zeer veel aan Dominee Koekebakker verloren. 4 Juny 1879. Bij Albert Koning c.s. gesprek over de geneeskunde en haar steeds gebrekkige resultaten, bij de groote resultaten der chirurgie. Koning hield het er voor dat de wetenschap eens alle bezwaar zou overwinnen, dat de Schipper van het Heelal voor alle kwalen der menschheid ook de middelen tot herstel gegeven zal hebben, al is het dat die eerst na verloop van eeuwen zullen worden gevonden. Hij spreekt met veel gevoel over de toestand van zijne vrouw na 7 jaar in Meerenberg nog altijd dezelfde. 24-5-1881. Bij Cornelisje List (Akkes Kil), zeer blijde. De andere leeraar zag zij omtrent niet, over haar toestand en dien harer kinderen, over haar geloof, hoop, enz. Zij gaf de groeten mee aan de familie Koekebakker. |