De Nieuwe Aanleg.


Het bos is geplant op het terrein van de voormalige Nieuwe Bleekerij.

Pieter van Cuyck
Sommigen zeggen dat Pieter van Cuyck in 1790 lovend sprak over het bos op De Nieuwe Aanleg. Dat kan niet. In 1787 was hij dood, terwijl het land in dat jaar nog niet bebost was.
De koper van het land in 1787 was boer Jan Verberne. Pas nadat het bleekveld in handen van xx was gekomen werd er bos op geplant.
Brieven over TEXEL en de naby-gelegen EILANDEN: uit de aantekeningen van wylen den Heere PIETER VAN CUYCK in leven Kunst-Schilder in ’s Graavenhaage, Te Saamengesteld door J.G. van OLDENBARNEVELDT genaamt Tullingh, Oud-Fiscaal van de Generaliteit. Met Plaaten. Te Delft by M. ROELOFSWAERT, boekverkooper in de Jacob-Gerrit-Straat. MDCCLXXXIX 1789
Overleden 28-9-1787 in den ouderdom van 67 jaaren min 2 daagen

Oude en Nieuwe bleekerij
Op de Texelse Bleekerij die was aangelegd in 1636 gingen de zaken kennelijk zo goed dat er ruimte was voor nog een bedrijf.
In 1660 kreeg bleeker Theunis Pauwels vergunning van ‘de de Heeren Staten van Hollant ende Westvreislandt’ voor de aanleg van een tweede Bleekerij, waarna de bedrijven werden aangeduid met Oude en Nieuwe Bleekerij:
17-3-1660 Acte van Consent omme een hoeckjen Landts in oft opde Everstekoger Gemeente omtrent Japenduijn int blanck water beoosten het Kogerwagenslach, groot ses oft seven hondert roeden gelegen opden Eijlande van Texel te mogen approprieren tot een bleijckerije omme Theunis Pauwelsen van Neerpelt.
De Raden ende Meesters van de Reeckeningen der Domeijnen van de Heeren Staten van Hollant ende Westvrieslant gexxx opt versoeck aen henluijden gedaen bij Theunis Pauwelssen van Neerpelt wonende op den Eijlande van Texel ende daer over gedient geweest zijnde van den schriftelijcken advyse van den Schouten van den voorz. Eijlande van Texel Hendrik de Goijer, hebben den Suppliant vergunt ende geaccordiert sulcx sij luijden hem vergunnen ende accorderen bij desen:
het gebruik ende besth van een hoeckjen landts in ofte opde Everstekoger Gemeente omtrent Japenduijn int Blanckwater beoosten het Kogerwagenslagh (daeromme blanck water genaemt om dat het altijts, alvoren Gerrit Janssen Duijnmeijer soo dapper mettet greppelen besich is geweest, geduijrig ofte meest onder water heeft gelegen) nu moeij vlack velt sijnde, groot ses ofte seven hondert roeden omme tot een bleijckerije bequamelijck tsijnen costen te mogen approprieren,
Ende voor het voorsz gebruijck ofte besith ten behouve vande voorgemelde Domeijnen jaerlicx betalende ten Comptoire vanden Rentmeester Generael van Kennemerlandt ende Westvrieslandt Tyman Oosdorp oft anderen inder tijt wesende rentmeester tot een recognitie de somma van twee ponden tien schellingen te X L groten ’t pont vrij gelt,
Ende salmen dese recognitie niet langer mogen laten verlopen als drije Jaeren op peijne van daer naer dubbelt recht te betaelen, waervan het eerste Jaer ommegecomen ende verschenen sal zijn opden eersten Meij des Jaers XVIc een ende tsestich, daer aftden voorn. Rentmeester gehouden wert in Reeckeninge te verantwoorden daer des behoren sal gedaen ten Burele aen den Camere van den Reeckeningen in den Hage den XVII en Maert sestien ende tsestich.
Deze Nieuwe Bleekerij was veel groter dan de Oude, er waren 8 gietsloten in plaats van 5.

Jacob Wuijts kocht in 1666 de Oude Bleekerij. Wie na Teunis Pauwels eigenaar was van de Nieuwe Bleekerij is niet bekend tot 1725.
Op 8-2-1725 werd een testament gemaakt door Cornelis Gerritsz Bleeker en Meijs Jans, wonend op de bleekerij op de Mient. Paulus Lammersen Bleeker zal de bleekerij erven.
Paulus werkte op de Oude Bleekerij.

HENDRIK HENDRIKSZ SCHILDER
20-11-1722 Huwelijk (rk) van Hendrik Schilder met Antje Jans Reij. Hun oudste dochter Neeltje (1724-1784) trouwde met Jan Cornelisz Kuijt van de Westen.
Dochter Aaltje (gedoopt 19-12-1738 rk tot 1784) trouwde eerst met Cornelis Gerrits Smit en daarna in 1774 met de weduwnaar Gerrit Sijmons Hartog.
20-6-1735 Inventaris van wijlen Trijn Jans, opgegeven door Hendrik Schilder, de tegenwoordige eigenaar van de bleekerij.
16-1-1736 De erfgenamen van Meijs Jans transporteerden voor 1365 gulden een huis, tuin, bleekerij en 1400 roeden grond in de banne van de Koog, belend ten N de Kogermient en ten Z de Westermient, inclusief loogketel, kuip en tobbes, aan Hendrik Schilder.
Hendrik zette het bedrijf nog jaren voort.

Volgen de goederen van Aaltje Hendriks
Eerstelijk alle de Vaste goederen, so van haare ouders als van Jan Corn. Bos, Dirk Ratelaar en Trijntje Cornelis afkomstig.
Het onroerend goed ‘van haare ouders’ betrof de Nieuwe Bleekerij in de Everstekoog: Het zou kunnen dat na de dood van Hendrik Schilder in 1766 het werk op de Nieuwe Bleekerij nog een paar jaar is voortgezet door zijn dochter Aaltje. Het kan ook dat met de dood van Hendrik ook voor het bleekwerk het eind is gekomen. Het was inmiddels een verouderde techniek. Na de winter van 1775/76 werd het huis afgebroken.

Verkoop Nieuwe Bleekerij na de dood van Aaltje in 1784
27-6-1785 Gerrit Simonsz Hartog transporteerde voor 1150 gulden de Nieuwe Bleekerij, polder Everstekoog, belend ten O en ten W de Graaflijkheid (“no. 364 ’t huijs de Bleekerij dog hetwelke gedemoleert is, dat echter in ordinaire verponding op 7 stuivers”) aan Jacob Jansz Verberne (naasting, eerst gekocht door Dirk Kikkert). [Merkwaardig in dit geval is dat Hendrik Maas een deel van het bos kocht van de erven Dirk Kikkert].
Hij wilde de blekerij verkopen aan Dirk Kikkert (zie transport 27-6-1785), maar door naasting werd Jacob Jans Verberne de nieuwe eigenaar. Jacob was getrouwd met Cornelisje Jans Bos, en dus een schoonzoon van de onder 2. genoemde Jan Cornelis Bos (Miriam Klaassen).

SIJBRAND KONING en HENDRIK VEENSTRA
Boerderijenboek: De Nieuwe Aanleg bestond al in 1793 en was eigendom van de koopman/schipper Sijbrand Cornelisz Koning (1748-BG 1802). Hij was zeer vermogend en zijn erfgenamen moesten 30 gulden aan grafrecht betalen. Dat was destijds het hoogste bedrag dat geheven werd. Zijn dochter Jannetje was gehuwd met Hendrik Cornelisz Veenstra (Oudesluis 1777- Buiksloot 1847). Deze Doopsgezinde leraar werd de nieuwe eigenaar. Hij bezat het bos van 6,8 hectare en 3,5 hectare weiland bij de Blekerij.
Hendrik Veenstra verkocht in 1841 het huis met het bos aan vader Willem Festersz en zoon Fester Willemsz Smit.

Het verhaal van de Nieuwe Bleekerij werd pas in 2004 gevonden door Gerard van der Kooij en dus aan de schrijvers onbekend. Ook hebben zij de Pachterskaart pas gezien toen hun boek af was. Hendrik Veenstra was niet alleen eigenaar, het was Hendrik Veenstra en Compagnons. Veenstra woonde van x tot x niet op Texel.

HENDRIK MAAS
Genoemd in de Inventaris opgemaakt in 1813:
Een stuk, zijnde het bewijs van Eigendom (voor zover hetzelve voorhanden is) van 75 Ares (300 Roeden) Land, gelegen in de Polder Everste Koog, binnen deze gemeente en bestaande in een Transport-brief op den 27sten Juny 1799 voor Scheepenen van Texel gepasseerd, door de Erfgenamen van wijlen Dirk Kikkert ten behoeve van denzelven Hendrik Maas,
van een vierde in een stuk Land, groot 2 Hectares en 50 Ares (1000 Roeden) en alzoo van 62 Ares 50 Centiares (250 Roeden) leggende in de Polder Everste Koog, en aangelegd als een Hout-bos, belend ten Noorden de Grafelijkheid en ten Zuiden den Kooper.
De koper had land ten oosten, niet ten zuiden. Daar was in 1842 wel een stuk land met een huisje (van Teunis Kooijman) erop, waar nu het Mientje is.

Stal op veld
Hier moet toch aandacht worden geschonken aan de passage in het Boerderijenboek over Vredelust. Er staat (bld. 827) ‘Vredelust was vervallen tot een ‘stal op het land’ en Hendrik woonde tijdelijk op de boerderij de Nieuwe Aanleg’. Bij de Nieuwe Aanleg staat ‘tussen 1810 en 1823 werd het huis bewoond door Hendrik Maas met zijn gezin’.
Men verwees bij deze tekst naar de boedelbeschrijving van 1813. Niets hierin wijst echter op verval en verarming, sterker, alles is keurig in orde, beter dan in de meeste huishoudingen van die tijd. Hendrik had veel en goede spullen.
Hoe kwamen de schrijvers dan bij dit verhaal? Dat is terug te voeren op een schrijffout. Men heeft de Inventaris ingezien in het Archief in Haarlem en er aantekeningen van gemaakt, waarvan ik een kopie heb gekregen. Daarin stond niet ‘in de stal en op het veld’ maar ‘stal in op veld’. Op het verbeterde klad stond ‘stal op veld’, wat leidde tot een verzonnen verhuis- en nieuwbouw-verhaal in het boek.
Dat stuk in het Boerderijenboek kan worden doorgestreept, ook omdat er geen woonhuis meer was op de Nieuwe Aanleg. Dat was in de winter van 1775/76 afgebroken (‘gedemoleert’) na de dood van de weduwe van Hendrik Schilder, na stormschade. Dat afgebroken huis stond in 1785 nog in de akten vermeld.
Het ‘huis’ bij de Nieuwe Aanleg was volgens het Kadaster in 1832 ‘schuijr’ (bewerking minuutplan van Wilma Eelman). Schraag gaf het gebouwtje de bestemming HS.
De Pachterkaart 1842-53 toont een klein langwerpig gebouw, terwijl Vredelust (met daarbij geschreven ‘woning van H. Maas’) een grote vierkante vorm had, zoiets als de boerderij die er tot 1966 stond (en die toen na brand werd afgebroken).

Kaart

Fragment van Pachterskaart 1842-1853.


Kaart

Domeinkaart 1873, hierop is geen huis meer getekend op de Nieuwe Aanleg.

In 1832 was eigenaar van de Nieuwe Aanleg Hendrik Veenstra en compagnons. Wie waren die compagnons?
Schuld van Hendrik Maas in 1847: Eene ondershandsche obligatie door als voren geteekend in dato 24 junij 1843 ten behoeven Hendrik Veenstra groot in kapitaal 100 guldens [in verband met het gedwongen vertrek in 1843 van Veenstra van Texel en het in verband daarmee opheffen van het compagnonschap van de Nieuwe Aanleg?]

In het Aardrijkskundig Woordenboek van J. van der Aa staan (1846) staan alleen vermeld enkele plantages met de naam ‘de Nieuwe Aanleg’ in Suriname.

Volgens het Boerderijenboek kocht Willem Festersz Smit de boerderij de Nieuwe Aanleg. Zijn zoon Reindert ‘liet in 1853 het oude gebouw slopen. Deze boerderij is in 1882 mogelijk na brand gesloopt en niet herbouwd’. Op de kaarten van 1859 en 1873 is geen gebouw getekend, alleen het bos. Het is niet duidelijk met welk gebouw men hier in de war is (zie verhaal van Nieuwe Bleekerij op www.irenemaas.nl).
Op de kaart van wijk Koog staan nummer 34 35 36 en 38 in een rechte lijn zuid van de Caleforniëweg, 37 staat er boven. Vredelust is nummer 36, de Nieuwe Aanleg 38. Op geen enkele kaart staat een huis getekend west van Vredelust.
Al het land ten westen van Vredelust tot aan het bos hoorde bij deze boerderij.

Houtverkoping
Publieke Verkoop roerend Goed Kantoor Texel deel 6 Nommer 121 Extract uit het register der voorlopige aangiften wegens het houden van openbare verkoopingen van roerende Goederen
Den tweeden Maart 1842 compareerde de heer Simon Reinbach notarisklerk wonende aan den Burg op Texel, ten deze in qualiteit als bij zonder gemagtigde van den Heer Johannes Ludovicus Kikkert, openbaar Notaris resederende op het Eiland Texel blijkens onderhandsche procuratie op den Tienden February jongstleden alhier geteekend ten zelfden dage ten mijnen Kantore geregistreerd en aldaar gedeponeerd.
Welke comparant verklaarde dat gedachten Notaris ten verzoeke van den WelEerwaarden Heer Hendrik Veenstra Leeraar der doopsgezinde Gemeente, te Texel, als eigenaar, in het houtbosch genaamd de Nieuwe Aanleg op de Kooger Mient alhier morgen ten tien uren zal aangaan tot de Openbare Verkoop van eene partij Hakhout leggende in voornoemd bosch ter plaatste waar hetzelve gewassen is.
Van al hetwelk hij acte gevraagd heeft en dus geteekend (geteekend S. Reinbach) voor eensluidend Afschrift De Ontvanger der Registratie (geteekend AC Merens)

In het jaar 1842 den tweeden dag van de maand Maart des voormiddags tien ure heb ik Johannes Ludovicus Kikkert openbaar Notaris residerende aanden Burg op het Eiland Texel arrondissement Alkmaar provincie Noord Holland ter presentie van de natenoemen getuigen.
Ten verzoeke vanden Heer Pieter Simons Wuis, zaakwaarnemer wonende aanden Burg op het Eiland Texel als zoodanig behoorlijk gepatenteerd blijkens acte van patent door de regering van Texel over het lopende dienstjaar aan hem afgegeven onder nommer 270, ten deze handelend als mondelinge gemagtigde van den WelEerwaarde Heer Hendrik Veenstra Leeraar der doopsgezinde gemeente te Texel en aldaar woonachtig
Mij vervoegd in het houtbosch genaamd de Nieuwe Aanleg op de Kooger Mient alhier, ten einde aldaar in het openbaar te verkoopen, een partij gekapt hout leggende in voornoemd bosch ter plaatse alwaar hetzelve gewassen is.
-En zulks op de navolgende Conditien-
Artikel Een De verkooping geschiedt voetstoots zonder eenige guarantie hoe dan ook genaamd liggende al het te verkopene terstond na gedane toewijzing voor rekening hag en risico van den Kooper.
Artikel Twee De Koopers zullen behalve de door hun uittegeven kooppenningen moeten betalen tien percent van het beloop derzelven tot goedmaking der kosten dezer verkooping, en nog daarenboven van iedere zoodanige verhoogde gulden twee en een half percent tot goedmaking der kosten van registratie als anderzints.
Artikel Drie De verkooping geschied om Nederlandsche Guldens te betalen in Nederlandsche klinkende Muntspecien vooraf op den 24sten Junij aanstaande, aan handen van den verkooper ten kantore van ons Notaris, op verbeurte van tien percent van het beloop der koopprijs als formaliteit ten behoeve van den verkooper.
Artikel Vier Des gevorderd wordende zal iedere kooper moeten stellen twee goede en Sufficante borgen, welke ieder voor het geheel als Zelfschuldigen onder afstand van de voorregten bij de Wet aan borgen toegestaan zullen verbonden en aansprakelijk wezen.
Artikel Vijf Alle abuizen bij deze verkoop voorvallende worden ter lessing aan ons Notaris gedemandeerd, indien de veilder zich vergist zal hij zich mogen herhalen, terwijl bij den afslag voor denzelven de eerste tweede en derde roep wordt voorbehouden.
Dientengevolgen hebben wij Notaris in tegenwoordigheid van den Heer Requirant en van de Natenoemen en Mede ondertekende getuigen na gedane voorlezing aan de vergaderde menigte van al het vorenstaande het volgende in koop toegewezen.
Nommer proces verbaal Benaming der Goederen Namen der Koopers Prijs
Een partij gehakt hout verkocht aan Jan Wuis, Denzelven, Jan Zutphen, Willem Robok, Jan Zutphen, Willem Robok, Jan Zutphen, Hendrik van der Ploeg, Jan Zutphen, Arie Barhorst, Hendrik van der Ploeg, Willem Bakker, Leendert Bakker, Arie Barhorst, Arie Boon, Denzelven, Jan Liedmeijer, Gerrit Mulder, Simon Smit, Jan Liedmeijer, Arie Barhorst, Gerrit Mulder, Pieter Schrama, Jacob Dijt, Pieter Schrama, Gerrit Mulder, Hendrik van der Ploeg, Gerrit Mulder, Jan Liedmeijer, Willem Maas, Denzelven, Arie Barhorst, Leendert Bakker, Hendrik van der Ploeg, Jan Liedmeijer, Simon Smit, Pieter Brouwer, Denzelven, Willem Bakker, Arie Barhorst, Willem Maas, Hendrik van der Ploeg, Jan Liedmeijer, Gerrit Mulder, Jacob Rijk, Hendrik van der Ploeg, Jacob Rijk, Jan Spigt, Denzelven, Pieter Brouwer, Pieter Brouwer, Arie Barhorst, Willem Bakker, Hendrik van der Ploeg, Jan Spigt, Pieter Bakker, Jan Spigt, Hendrik Koorn, Jacob Rijk, Gerrit Mulder, Hendrik Koorn, Hendrik van der Ploeg, Hendrik Koorn, De weduwe Cornelis Mandje, Pieter Brouwer, Weduwe Cornelis Mandje, Jan Spigt, De weduwe Cornelis Mandje, Barend Niele, Jan Spigt, Denzelven, Barend Niele, Hendrik Koorn, Hendrik Maas, Pieter Schrama, Hendrik Koorn, Denzelven, Jan Spigt, Leendert Bakker, Pieter Brouwer, Denzelven, Hendrik Koorn, Pieter Bakker, Hendrik Koorn, Denzelven, Jacob van Heerwaarden, Simon Smit, Leendert Bakker, Jan Spigt, Pieter Bakker, Jacob Dijt, Barend Niele, Simon Smit, Pieter Brouwer, Cornelis Maas, Hendrik van der Ploeg,
Makende een gezamelijk bedrag van 106,80 Waarbij komt 10 percent 10,68 Totaal 117,48 Komt nog bij 2 1/2 percent 2,94 Totaal 120,42
Waarvan wij dit Proces Verbaal hebben opgemaakt en gesloten, ten dage maande jare en plaatse bovengemeld in tegenwoordigheid van Reijer Spreeuw schoenmaker en Simon Luitse kastelein beide wonende aan den Burg alhier als getuigen hiertoe verzocht welke deze minute met den Requirant en ons Notaris na gedane voorlezing hebben onderteekend
PWuis H:Veenstra Reijer Spreeuw Simon Luitse JOH:LUD:KIKKERT.NOT

Jan Wuis
Jan Zutphen (1787-1867) getrouwd met Jantje Klaas Brouwer, huurder van Buitenlust vanaf 1820 naar Plassendaal (Boerderijenboek)
Willem Robbok
Hendrik van der Ploeg
Arie Barhorst
Willem Bakker
Leendert Bakker
Jan Liedmeijer
Gerrit Mulder (1795-1879) woonde in een keet op het veld waar nu de Zilvermeeuw is
Simon Smit (1795-1851) was de tweede echtgenoot van Kaatje Spigt, weduwe van Jacob Verberne van Ruimzicht
Pieter Schrama
Willem Maas was getrouwd met Naantje Harmens de Boer, Strooppot
Jacob Dijt was een Dijt van Groenedaal, woonde op Ongeren
Pieter Brouwer woonde in de boerderij die stond op de plaats waar nu het Gouden Dak is
Jacob Rijk
Jan Spigt
Hendrik Koorn had een plaggenhut ten zuiden van De Koog
Weduwe Cornelis Mantje
Barend Niele
Hendrik Maas (1759-1847) boer op Vredelust van 1785 tot 1847
Pieter Bakker
Jacob van Heerwaarden
Cornelis Maas was een zwager van Hendrik Koorn, hij woonde in een keet vlak bij die van Hendrik, ten zuiden van het veld Steenhofe.


Terug naar de vorige bladzij