Burgwal en Burggracht


Er was eens- een Friese heerser die op Texel een versterkte plaats liet aanleggen, een burcht, met gracht en wal. Dat was voor of in de 7e eeuw, in de Merovingische tijd, zo lang geleden dat er niets meer over bekend is. Vandaar de naam van het latere dorp: Burg of Den Burg.

Op deze plattegrond is de omvang van de versterking te zien. Het donkergrijze deel is door archeologische noodopgraving vastgesteld bij de bouw van het grote Raadhuis op de Groene Plaats, de rest gereconstrueerd (uit P.J. Woltering, Vroeg-middeleeuws Den Burg op Texel).

Burgwal

Vergroting van de Friese Burcht in 1346
Na de onbezonnen aanval van graaf Willem IV op Friesland in september 1345, waarbij hij binnen een uur na de landing bij Stavoren al gesneuveld was (de Slag bij Warns- maar daar is Willem zelf zo snel niet bij geweest), kwamen de Westfriezen in opstand, en met hen de Texelaars. Het volgende jaar, in 1346, was de macht van de Graaf hersteld en werd de oude Burcht versterkt. Men groef een gracht en wierp een wal op, niet vanwege vreemde vijanden, maar om een aanval van de bevolking te kunnen weerstaan. Die is nooit gekomen.

Henk Schoorl: Naar het zuiden omvatte de begrachting een groot open weidevlak, waar in geval van nieuwe oproerige bewegingen of aanvallen van buiten, vee kon worden ingedreven voor proviandering. Binnen gracht en wal moest een onbelemmerde ringweg een snelle verplaatsing van verdedigers mogelijk maken: 'so sal daer een vrie wagenslach wesen binnen den burchwal omme, van de grote brugge tot de kleine brugge'. Er mochten daar geen wagens staan of mesthopen aangelegd worden.
Er waren drie bruggen waarover men het dorp kon binnengaan.

Burgwal

Deze tekening geeft de situatie weer van 1550 (detail van een grote kaart van Jan van Scorel)
Toen er geen strijd om Den Burg geleverd hoefde te worden, bouwde men huizen tegen de wal aan. Ook buiten de gracht werd gebouwd.

Burgwal

Den Burg in 1828 (uit Van der Vlis, Het Land van Texsel, de schrijver heeft de plaatsnamen gemoderniseerd)
Hier is te zien hoe de gracht en wal een grote last werden voor de bewoners van het dorp.
De gracht was een open riool geworden, waar men verschillende problemen mee kreeg. De gracht kon niet zomaar gedempt worden, aangezien ook het regenwater erdoor werd afgevoerd. Dat betekende duur onderhoud aan het op diepte houden vanwege de afwatering. Wie moest dat betalen? Het gemeentebestuur- dus alle bewoners samen.

Het bestuur verbood rommel in de gracht te gooien, maar tevergeefs. De oudst bewaarde keuren stelden hoge geldboetes op overtreding, maar wie wist wie die stenen in de gracht gegooid had? Er is sprake van 'mestkuilen' die niet op de plattegrond staan. Daar mochten de mensen wel hun afval in gooien, maar blijkbaar deden ze dat niet. Ook is niet te zien hoe het water uit de gracht verder afwaterde- dat zal bij hevige regen wel eens nodig zijn geweest.

Keuren 1737, archief gemeente Texel, boek 21
21 Keure om geen Steenen, Beenen, ofte Ruijgte te gooijen in de Burg gragt
Bailiuw, Burgermeesteren ende Schepenen ter Stede burg notificeren bij desen alsoo men Zedert Langen tijt bevint en gewaar word dat tegen de aloude keuren en toe zigt de burg gragt zeer wort vervuijlt door het inwerpen van stenen, beenen en ruijgten en alderhande vulnis in deselve gragt te gojen tot merkelijk ondienst van het gemeen,
Zoo Zij een jder wie hij zij gewaarschout dat hij zig voortaan zal hebben te wagten van enige Stenen en beenen, ruijgte incluijs of wat het soude mogen wesen te goijen of te werpen in gemelde burg gragt
(In de marge: als mede om geene asse nog eenige andere Ruygte oft vullis binne de plaatse van de burg te mogen plaatsen of gojen als alleenlijk in de mestkuijlen.
Deze keure is met het bovenstaande geamplieerd den 3e april 1755- Mij present D. Gravius)
Op poene dat die op zulks te doen bevonden worden, zal verbeuren de eerste rijs 2 gulden, de twede rijs 4 gulden, en voor de derde rijs 6 gulden, zullende de boete geappliceert worden de ene helft voor den heer Bailiuw en de andere helft voor den aanbrenger en op dat dese keure des te beter onderhouden worde, soo zullen de basen en vrouwen voor hare knegts en meijde voor zoo verre het in derselver dienst geschier en ouders voor hunne kinderen aansprakelijk sijn, en werde hier mede tot het doen der bekeuringe gequalificeert ider burger en ingeseten deser Stede burg, en in sonderheijt de in dienst sijnde schoon maker van de voorsz: burg gragt ende de dienaars van de justitie ins gelijk-
en zal niemand enige Schoeijinge vermogen te vernieuwen, of repareren als met kennis en approbatie van voorn: regenten-
op een boete van 6 gl: telkens te verbeuren als vooren ende indien sulks Contrarie werd bevonden zullen als dan deselve het voorn: werk op ordre van voornoemde regenten weder moeten veranderen en op ruijmen-
Aldus gepubliceert van de Raadhuijse van Texel den 22e October 1722
ter presentie van Jan Vermeulen mitsgaders Hendrik van der Werf en Teunis Fuijk
Schepenen ter burg op Texel den 16 meij 1738
Bij mij Secretaris Z. Gravius

Keur van 1805, boek 25
11 Tegens het gooien van Vuilnis in de Burggragt, nog ruigte of diergelijke binnen den Burg op de straaten, maar wel in de mestkuilen te plaatsen
Bailluw en 't Gemeente Bestuur van Texel hebben gekeurd, gelyk gedecreteerd word bij deese- dat niemand zal vermogen Steenen, beenen, ruigte of ander Vuilnis werpen in de burggragt, als meede eenige asch, ruigtte, vuilnis of Puijnen op de Straaten mogen leggen en daar laten blijven, dan alleenig in de Vuilnishokken-
Welke Hokken na behooren en wel ter hoogtte van 5 Voeten zullen moeten zijn, en also worden onderhouden op de boete van 6 Guldens, waar van 1/3 voor de Bailluw, 1/3 voor den aanbrenger, en 1/3 voor de Gemeene Armen zal komen, en nopens de puijn buiten de dorpen voor bij de daar geplaaste handen op de Gemeene Weegen, ook zullen de geenen Welke een feciaal Stilletje of iets diergelyks leegen- de spetie daar van koomende behoorlyk en wel ten diepte van 2 voet aard moeten bestoppen-
op poene voor de Eerste Reise 2 Gulden- tweede Reijse 4 Guldens en derde Reijse 6 Guldens te verbeuren waar van 1/3 voor de Bailluw, 1/3 voor de aanbrenger en 1/3 de Gemeene Armen deeses Eilands zal zijn; en op dat deese Keur te beter mogt worden naargekomen zullen Baasen en Vrouwen voor denselver dienstbooden, zo verre het in haare dienst geschied, en Ouders of Voogden voor hunne Kinderen en pupillen aanspraakelyk zijn-
en zal een ieder het regt hebben de bekeuringe te doen-
Aldus gekeurd en gedecreteerd als in den hoofde deses is gemeld den 2e april 1805 en van het huis der Gemeente van Texel gepubliceerd den 30e Meij daar aan volgende
Ter Ordonn. van Bailluw en 't Gemeente bestuur voornoemt WRomans

Hier gaat het over Vuilnishokken van 5 Voet hoog, wat net zo iets zal zijn geweest als het helmhok dat op de Mient als verzamelplaats van afval en uitwerpselen werd gebruikt. Daar zette men tuinwallen in een vierkant, als het hok vol was maakte men een nieuwe. De mest kon rustig verteren en ging later over het land.
Als iedereen zich hieraan hield was het dorp altijd schoon en netjes- maar zo was het niet!

Burgwal

In de keuren wordt steeds gesproken over 'steenen en beenen' die in de gracht gegooid werden. Die benen kwamen van de slachterijen die aan de gracht gelegen waren. Dat is een smerig idee- men kon het slachtafval zo de gracht inschuiven! Dat was makkelijker dan het naar de speciaal aangelegde modderkuilen verderop te brengen.
Kaartje van ± 1880. Hier is goed te zien hoe de gracht in de achtertuin van de huizen van de Weverstraat lag. Wat zal dat gestonken hebben!

Werkzaamheden aan Wal en gracht, in de Notulen van de Texelse Gemeenteraad
Op 4 maart 1796 besprak de Raad voor het eerst de verpachting van het onderhoud van de gracht. Twee weken later werd oude schoonmaker vervangen door de eerste pachter:
Aan de Ordre van den dag zynde de verpagting van de Burggraft, is zulks geschied, voor f 21- S' Jaars aan Gerrit Roeper.
Die kwam klagen 'dat alom by de Modderkuylen langs deselve gragt eene menigte steenen en Beenen gevonden wierden, dewelke noodwendig van daar diende weggeruimd', dat moest eerst gebeuren voor hij de pacht aannam.
In 1802 was Cornelis Sijbrandsz Kok pachter, in 1805 Adam Kalf.

VERPACHTINGEN
Reparaties probeerde men ook te verpachten, maar dat lukte niet erg.
Vergadering 30 Mey 1797
De Commissie gestaan hebbende over de besteeding van het Muurtje op de pijp van de Burggraft in de Binneburg, te kennen gegeven: dat 'er niemand op den dag der aanbesteeding tot de aanneeming zig had aangediend- is geresolveerd 't zy onder de hand het te besteeden, of in Dagloon te doen maken-

Vergadering 28 October 1800
Voorts geeft deselve Commissie nog op dat by de agter Trap van het Huys van Myndert Weeseman tegend de Burgwal aan, eene gevaarlyke versakking gekomen zynde, al zo nodig was, dat deselve Myndert Weeseman gelast wierd het zelve hoe eerder hoe beter ter voorkoming van ongelukken te doen maaken-
Over welk een en ander zynde gedelibereerd is geresolveerd: Ryndert Dirksz, Geert Machielsz en Myndert Weeseman te doen aanzeggen de straat op questie binnen 8 dagen te doen maken- mitsgaders de Laaste nog, het gevaarlyke aan de Burgwal by zyn agter Trap, of dat zulks anders te hunne Kosten zal worden verrigt-

Meindert Weeseman was kastelein in de Zwaan (142), de gracht liep vlak langs het gebouw.

Burgwal

Vergadering 12 Augustus 1800
Over het Sluijsje aan de Burggraft bij de Weduwe de Gordijn- is geresolveert: daar men het zelven door middel van aanbesteeding niet kan gedaan krijgen, het zelve in daghuur te doen maken- zijnde tot dat eijnde ontboden den Metselaars P.K. Vlaming en Klaas Graaf als mede de Timmerman P. Vlaming, die aangenomen zijn, het zelve Sluijsje in daghuur te maken-

Burgwal

Dit is de Weezen Hollebol (Parkstraat), gezien vanuit de Weverstraat voor 1900 (afgedrukt in het boekje Texel, door J.A. van der Vlis). In de verte het Weeshuis en het Park. Ergens onzichtbaar is het sluisje.
De gracht liep tot achter het huis rechts en kwam links buiten beeld weer aan het licht. Verderop gaat het over de pijp bij het Weeshuis, die liep hier onder de grond.
Het huis waar we tegenaan kijken is nr. 66 op de kaart, dat is allang afgebroken, net als de rest van de gebouwen op de foto. In 1900 was de gracht nog niet gedempt, waarom heeft de fotograaf er geen foto's van gemaakt? Of is dit toch later?

Burgwal

In het huis nr. 115 woonde in 1828 de wed. C. Bruijn

MODDERKUILEN
Vergadering 3 April 1798 van de Municipaliteit
Binnen gestaan Gerrit Roeper en Jan Poulusz Kikkert pagters van de Burgwal zig beklagende om de slegte staat van de Modderkuyl in de Warmoesstraat, aan 't Schoeywerk aan welke nodige reparatie was te doen-
Ook dat by deselve Kuylen een groote meenigte Steenen en Beenen leggen, welke nodig diende te werden weggeruymt. Tot het inspecteeren van een en ander mitsgaders versorgen van dien gecommitteerd zyn de Burgers Kooyman en Koning.

Vergadering 4 Mey 1802
De Commissie over het Schoonmaken der Burggragt doet rapport dat deselve Burggraft door hun zeer vervuild was gevonden van de Steenepyp in de Binneburg tot aan het Schoolsteegje- dus de opruyming zeer wel kan geschieden, door de pagter zelve zo wanneer maar de tyd op zekere poenaliteit bepaald word. Waar over het weggewerkt moet zyn, en ten andere wanneer er nog een Nieuwe Modderkuyl aan de Weverstraat wierd gemaakt, die zeer goed agter het Erff van Cornelis Bruyn zoude vallen, dat zeer tot gerief niet alleen van de pagter, maar ook weg zoude neemen, het inconvenient, van te weinig plaatsen te hebben tot Berging van Vuijl en Modder- en eyndelyk daar de Modderpraam zeer oud en in een slegte Situatie is, dient daarvoor wel eene Nieuwe aangeschaft te worden-

Binnen gestaan Cornelis Bruyn en is dezelve afgevraagt, of hy wilde afstand doen van het regt, volgens Koopbrief hem competeerende als Eigenaar van een Huys in de Weverstraat, welk Huys was hebbende eene Vrye Bruggang over de Burggraft en zoogenaamd Kerkerf nade Weese Hollebol, dewyl men voorneemens was aldaar een Nieuwe Modderkuyl te maaken- en heeft deselve naar eenige tyd van bedenking geresolveerd: daartoe niet te kunnen overgaan-

Burgwal

De meeste erven aan de Burgwal waren nog onbebouwd.

Ondanks alle Keuren en verboden lag alweer de gracht vol afval. Waarom deden de mensen dat? Het is de makkelijkste weg, smijt het in de gracht- maar de kosten van schoonmaken waren hoog. De modderpraam voer regelmatig door de gracht, daar werd de bagger in vervoerd naar de modderkuilen. Men had bedacht dat een nieuwe modderkuil gemaakt kon worden op het erf achter Cornelis Bruijn, waar een onbebouwd stuk land nr. 73 lag. Maar die had geen zin in dat soort troep vlak achter zijn huis. Bij zijn bakkersbedrijf paste geen stinkende modderpoel.
[Cornelis Jacobsz Bruijn (1773-1826), bakker. Getrouwd met Martje Dirks Kok (1770-1851)]
Modderkuilen lagen blijkbaar midden in het dorp.

Aanbestedingsboek 1780-1811
Nieuwe modderpraam ten dienste van de Burggracht, lang 19 voet 3 duim, breed 4 voet, 3 duim-

Beschoeiing van de gracht
Vergadering 5 Maart 1805
Den precident steld voor, of het niet nodig zoude weezen, alvoorens men over de al of niet te doene Verpagting der Burggragt aan den Burg eene resolutie nam, dat deselve naukeurig wierd opgenomen welke plaatsen absolutelyk moesten worden opgeschoeid, en welke plaatsen zonder schoeying konde blyven- ook of het niet goed was, dat hij tot de vaste Bodem wierd uitgenomen- en is conform beslooten- zynde tot de opneeming aangesteld de Timmerlieden Klaas PLavier en Willem Festersz, welke Heede 14 dageen van hunne bevinding rapport zullen doen-

Vergadering 2 April 1805
Thans aan de ordre zynde eene resolutie te neemen, op het schoeijen der Burggragt aan den Burg, is het rapport der Timmerlieden opgave gedaan hebbende, van de Staat des Burggragts in overweeging genomen en geexamineert- zynde voorts geresolveert: alle de opgegevene door de Eilands Bodens te doen aanzeggen: dat hunne opgekeurde Schoeyingen zullen moeten gereed zyn, voor half Augustus 1805 aanstaande, op de boete van 5 stuyvers S' weeks, daaraan 10 stuyvers, daaraan f 1-

De beschoeiing van de gracht was een zaak van de eigenaars der aanliggende erven. Het was ook hun eigen zaak als de boel verzakte en er schade ontstond.

Uitdiepen
Register van Advertentien boek 28
Besteeding
't Gemeentebestuur van Texel zullen op dingsdag den 30 julij 1805 ten Raadhuise aan den Burg bij inschrijving van Billetten aan de minstaanneemende besteeden-
Het uitdiepen en Schoonmaaken van de burggragt aan den burg en zulks voor den Eerste November 1805 Aanstaande als ingevolge het bestek het welk daar van ter Secretary deeses Eilands ter leesing legt-
Ter ordonnantie het Gemeente bestuur voornoemt
(get) WRomans Secretaris

De aanbesteding werd aan het publiek bekend gemaakt door een advertentie- een aanplakbiljet, soms werden belangrijke aankondigingen bij bekkenslag door de omroeper voorgelezen. Men kon dan geen onwetendheid veinzen.
Behalve Willem Brinkman toonde niemand belangstelling voor het aannemen van dit werk. Daarop maakte men een nieuw plan, om de gracht in stukken te delen en die apart te verpachten.

Besteeding
't Gemeentebestuur van Texel zullen op dingsdag den 13 Augustus 1805 'S Middags 3 uuren voor het raadhuis aan den Burg aan de minstaanneemende besteeden-
Het uitdiepen en Schoonmaaken van de burggragt aan den burg en zulks by perceelen als
1 van de pijp in de binne burg tot agter het huis van Pieter Lindgreen in de Weverstraat
2 van daar tot aan het Schoolsteegje
3 van daar tot aan de pijp voor het Weeshuis
4 van daar tot aan de pijp by de Zwaan
5 van daar tot aan de pijp in de binneburg
Ter ordonnantie als bove
(get) W: Romans

De plaats van de 4 pijpen is te zien op de plattegrond van Den Burg. Pieter Lindgreen woonde ergens halverwege de Binnenburg en het Schoolglop.
Ook nu wilde niemand het werk aannemen. Uiteindelijk vond men Maarten de Waard bereid om het te doen, maar die lukte het niet in de gestelde tijd- was de omvang van het werk onderschat? Daarbij viel dat jaar de winter extreem vroeg in.

Vergadering 17 December 1805
Maarten de Waard en Jan Jansz Burger, aanneemers tot het uitdiepen van de Burggragt, hebbende 3/4 afgedaan van het zelve werk, dog door de invallende winter belet voorttegaan, versoekende de Helft van het door hun bedongene Loon te ontfangen, aanneemende het resteerende zo spoedig mogelyk in het aanstaande Jaar uittediepen- en is het versoek geaccordeerd, zullende hem f 50- in mindering worden in handen gesteld-

Hierna werd gedurende de rest van de Franse tijd niets meer opgeschreven over de Burggracht. Werd er ook niets meer aan het onderhoud gedaan?

In de Brievenboeken staat af en toe iets over de last die de bewoners van Den Burg hadden van de gracht.

Veel te diep uitbaggeren
18-5-1855 Aan Zijne Excellentie de Commissaris des Konings in Noord Holland
Dat hier aan het vlek den Burg bestaat eene oude sloot of gracht Burgwal genoemd, welke in een cirkel midden in het dorp is gelegen en waaruit op één punt, door eene kleine geul, het oppervlaktewater, wanneer het tot eene zekere hoogte komt, wordt ontlast.
Deze Burgwal is herkomstig en bestaat van de vroegste tijde, toen den Burg eene plaats van verdediging was, met een wal omringd, en de bedoelde Burgwal de gracht buiten den wal uitmaakte. Den Burg, die destijds bebouwd was binnen de ring van dien Burgwal, heeft sedert eene belangrijke uitbreiding verkregen, door aanbouw buiten deze gracht of Burgwal, en ligt daarom deze sloot in het midden van het dorp.
Deze Burgwal is steeds een verzamelplaats geweest van alle onreinheden, vuilnis en mestspeciën, welke door de belendende bewoners daarin geworpen werd. Uit dien hoofde liet het plaatselijk bestuur dezen Burgwal jaarlijks van tijd tot tijd uitbaggeren of schoonmaken, doch daar sedert de laatst jaren de mestspeciën in het algemeen meer begeerd werden dan te voren, werd door die baggering misbruik gemaakt, zoodat de grond der belendende erven achter de beschoeijingen wegzakte.
[Na klachten hierover werd de uitbaggering gestaakt] De gracht was door de uitbaggering zeer diep geworden, daardoor gevaarlijk, heeft werkelijk verscheidene offers geëischt [er waren kinderen ingevallen (verdronken?)]. Moeten wij de gracht dempen of behouden? Voorstel over demping of niet dempen aan de Raad.
Door de deskundigen R. Smit en M. den Bleijker is onderzocht in hoeverre die demping uitvoerbaar zou zijn (copie van hun rapport bijgevoegd).
J.L. Kikkert heeft 20 ellen van de Burgwal gedempt ten einde daardoor zijne erven aan elkander te verbinden. Zoo ook Jan Knol, heeft een houten duiker aangelegd.
De waterschade bij de dooi in twee huizen had niet met die dempingen te maken, maar de keldermuren waren slecht, lek.
Het gemeentebestuur is neutraal in deze zaak.

Notaris J.L. Kikkert had rond 1850 het oude Schoutshuis gekocht, waar de gracht dwars door de bijbehorende grond liep. Dempen loste dat op.

Wateroverlast
11-9-1856 Aan Zijne Excellentie de Commissaris des Konings in Noord Holland
Naar aanleiding van een missive van [gemeentesecretaris] A.D. Voigt-
Dat in de avond en opvolgenden nacht van de 22 op 23 dezer maand, over dit eiland eene zwaare plasregen was gevallen, welke in eenen korten tijd zooveel water maakte, dat daardoor veele lage streeken van dit Eiland werden onder water gezet. Deze omstandigheid heeft dan ook veroorzaakt, dat de boorden van de Burggracht overliepen door de belemmerde uitwatering, veroorzaakt omdat het sterk afstroomende water alles in zijne vaart medevoerde.
Dat echter met het aanbreken van de dag, door ons dadelijk die maatregelen zijn in het werk gesteld, om die belemmeringen weg te ruimen, ten einde het overtollige water spoedig te doen afloopen, waardoor des adressants erf in de loop van dien dag van het overtollige water was bevrijd. Wij geven Uwe excellentie de verzekering dat het steeds ons pogen is, en onzerzijds niets wordt verzuimd om de af- en uitwatering van de Burggracht verder op alle mogelijke wijze te bevorderen en in goede staat te houden, zoodat de adressant tegenwoordig geen reden tot klagen heeft.

1-11-1856 Aan Zijne Excellentie de Commissaris des Konings in Noord Holland
Wij hebben de eer Uwe Excellentie aantebieden een Extract van het register der Deliberatien van de Raad dezer gemeente Texel dd 28-10-1856 No 5, daarbij tevens terugzendende het adres van eenige ingezetenen dezer gemeente, alles betrekkelijk den Burgwal alhier.

Het adres was niet bewaard bij deze brief, maar men kan aannemen dat de bewoners aandrongen op demping van de gracht.

16-5-1861 Aan Zijne Excellentie de Commissaris des Konings in Noord Holland
Aan de Heeren Gedeputeerde Staten van Noord Holland
Nadat gedurende een tijdsverloop van meer dan 5 jaren, aan de belendende bewoners van de Burgwal aan den Burg alhier, gelegenheid is gegeven, die sloot nevens hunne erven en huijzen voor eigen rekening te dempen, is van die gunstige bepaling des gemeentebestuurs slechts door eenige weinige bewoners gebruik gemaakt.
De door deze op verschillende plaatsen bewerkstelligde dempingen, heeft geene de minste belemmeringen in de afwatering van het dorp en particuliere gebouwen en erven veroorzaakt. Aangezien er weinig lust en belangstelling schijnt te bestaan bij de belendende bewoners des Burgwals, om dezelven voor eigene rekening te dempen, heeft het Gemeentebestuur gemeend tot die demping overtegaan voor rekening der gemeente, en zal op heden door openbare besteeding van een gedeelte ter lengte van 124 ellen worden begonnen [op het hoogste deel] en zal de demping worden begonnen en vervolgens van tijd tot tijd geregeld worden.

Ook dat leidde niet tot demping van de hele gracht. Als de ene buur wel zou dempen en de andere niet zou de toestand er niet op vooruit gaan. Bovendien- dat kostte geld.

B&W 21-1-1874. 7 Poort in de muur plaatsen naast het huis van J. Kalis in de Binnenburg, ten einde het schoonhouden van de Burgwal des te beter te kunnen onderhouden.

B&W 23-10-1874. 13 Schoonhouden der Burgwal: 'En wordt bepaald dit zoo mogelijk op de minst kostbare wijze te doen'. J. Kok heeft aangeboden dit werk te doen voor f 30,- en Simon de Wijn voor f 25,- De laatste kreeg het werk.

Buren willen matglas
19-5-1875. 10 Verzoek van J. Slijboom [van de Lindeboom] betreffende het bouwen aan de Burgwal. Onderzoek.
25-9-1875 Rekest van P.H. Maas en P.J. Zijm verzoekende om een gedeelte der Burgwal achter hunne perceelen en aan de gemeente toebehorende in gebruik te mogen bezitten. Welk rekest als ongezegeld zijnde wordt ter zijde gelegd.
7-9-1875 Wordt gelezen een rekest van PH Maas en PJ Zijm, verzoekende een gedeelte grond van den Burgwal achter hunne woningen in bezit te mogen erlangen, tevens verzoekende dat de glazen in de achtergevel van het Logement de Lindeboom van matglas mogen worden voorzien, zoals was bepaald.
Op voorstel van het Dagelijksch Bestuur wordt besloten de zaak aantehouden en nader te onderzoeken.
B&W 27-9-1875. 9 Rekest P. Maas en P. Jansz Zijm 'betreffende het erlangen van een gedeelte grond van de Burgwal achter hunne woning en dat de glazen achtergevel van de Lindeboom van matgas mogen worden voorzien'. Aangehouden, naar Raad.
B&W 6-10-1875. 1 Rekest P. Maas en P.J. Zijm 'Na eenige deliberatien wordt besloten aan de Raad voortestellen, aan adressanten te kennen te geven, dat aan hen de grond van de Burgwal achter hunne woningen in bezit wordt gegeven onder dezelfde voorwaarden zooals zulks aan J. Slijboom is afgestaan, en omtrent het plaatsen van matglas in de achtergevel van het logement de Lindenboom zulks door het dagelijksch bestuur zal worden geregeld.
8-10-1875 Voorzitter brengt ter tafel het ter vorige vergadering in behandeling gebleven rekest van Pieter Maas en Pieter Jansz Zijm. Hij stelt het Dagelijksch Bestuur voor aan adressanten, de grond der Burgwal achter hunne woningen in bezit te geven onder dezelfde voorwaarden waarop zulks aan J. Slijboom is geschied, met kennisgeving dat de zaak omtrent het matglas te plaatsen in de achtergevel van het Logement de Lindeboom later zal worden geregeld.
Klaas Bakker zegt dat door de vernieuwing van het riool van de Burgwal bij Albert de Wijn, de waterloop niet behoorlijk is geregeld. Voorzitter onderzoekt.

Raad 6-10-1876 Voorstel straat genaamd 'Achter de Wal' te veranderen in 'Parkstraat'. Dit ten gevolge van de verfraaiingen door het bouwen van het Post en Telegraafkantoor en andere gebouwen. Aangenomen met algemene stemmen.

B7W 7-3-1879. 4 Rekest A.W. Koning en J.P. Quant om de Burgwal achter hunne gebouwen in gebruik te mogen nemen. Voorstel aan de Raad het verzoek niet toetestaan, maar in handen te stellen van het dagelijksch Bestuur.

B&W 10-4-1879. 11 Verbetering der Burgwal.

B&W 3-5-1879. 6 Rekest van de Heer Troelstra betreffende de ongunstige toestand van de Burgwal.
Voorzitter zegt dat de Burgwal over het algemeen in eene slechte toestand verkeert, en er noodzakelijk eenige verbetering in gebracht moet worden. Hij zal met de eigenaars en bewoners van perceelen aan de Burgwal gelegen onderhandelen en zou voorstellen de houten schoeiing door een steenen te doen vervangen en zij dan in het bezit konde blijven van de gronden thans van de Burgwal bij hen in gebruik. Goedgekeurd.

RIOOL
Tenslotte is in 1902 een riool gelegd en de gracht gedempt. Plannen waren er al zoveel en zo vaak gemaakt, maar Burgemeester Schrik van Stinkslooten (Strick van Linschooten) nam het besluit om dit nu ook uit te voeren.

Voorheen en Thans
Nieuw lied ter verheerlijking der burgwal
Refrein Van Rio tralala van Rio Tralala

Door Jacob Witte (1852-1925), zoon van Jan Pietersz Witte en Antje IJsbrands Metselaar, woonde op Zandvrucht, Hermanshoeve en op Welbedacht in Spang.
Hij hield van gedichten maken.

Komt vrienden luister naar dit lied Hetgeen op Texel is geschied
Wat men U hier verhalen zal Is de Historie der Burgwal
Den Burg had eertijds een vaart Die vaart heeft nu een grooten staart
De oudjes kunnen er van spreken Die tijd is nu reeds lang verstreken
Des winters schaatsen hard en zacht In den zomer wandelen langs de gracht
Had nu die toestand nog bestaan De ysclub had een keurige baan
Voor het reinigen van die breede sloot Voer Albert Jager met zijn boot
Die modderman ging met zijn schuit De gracht steeds door dag in dag uit
Hij plaatste den modder op een hoop Het was voorwaar geen appelstroop
En steeg dan dikwijls uit dien dras Een zeer bedenkelijke gas
Uit oogpunt van de hygiènie Moest daar een eind aan, een, twee, drie
De gezondheid zou er door vermeeren De sloot gedempt en rioleeren
Het werd toen in de Raad gebracht En terdege overdacht
Het kostte wel een handvol geld Maar velen waren er op gesteld
Díeen was tegen, de ander er voor Doch eindelijk kwam de zaak er door
En door een zekeren mynheer Verbraak Kwam er toen een bestek in maak
Doch door een commissie van onderzoek Zoo raakte dit bestek weer zoek
Te Nuil die maakte het naar de zin Doch er moesten Schotsche buizen in
Aldus geen Hollandsch fabrikaat Dat was de meening van de raad
Het werk ving aan met goeden moed Doch dra kwam er ook tegenspoed
Maar Hannes Heiman, die dappere boer Die uit Transvaal naar hier toe voer
Het was toen achter Jan Rab zijn huis Kroop Hannes door den Engelschen buis
De wintervorst deed ook zijn kwaad De baas, hij wist zich haast geen raad
Maar wat gij zeker ook niet weet Nu is het groote werk gereed
Toon Dalmeier zei nu opgelet De proef moet op de som gezet
't Wordt gekeurd bij een donderbuy Met toezicht van de hoogste lui
Zij roepen allen het is fameus 't Water druipt hun van de neus
Het verrukt en in geneugd Geeft hier zoo uiting aan zij vreugd

Burggracht of Burgwal in de Notulen van de Texelse Municipaliteit
Burggragt of Burggraft (met pen geschreven, dus geen typefout)

Vergadering 4 Maart 1796
Op de propositie of men niet goed vond dat de Burggragt in gebruyk voor het schoonmaken by Willem Brinkman voortaan niet publicq ten behoeve van het Algemeen zoude verpagten-
Is zulks geconcludeerd- en zal Willem Brinkman ter naaster Vergadering werden gerequireerd om hem zulks aantezeggen
[Willem Brinkman (1749-1809) herkomst onbekend, op Texel getrouwd met Jannetje Thomas van Dreumelen (1748-1827) van den Burg]

Vergadering 8 Maart 1796
Als meede tot de te doene Verpagting der Burggraft, werdende de Secretaris versogt deswegens eene Concept Conditie te fourneeren omme ter naaster Vergadering daar over te concludeeren-

Vergadering den 17 Maart 1796
Ter ampliatie by deselve wierd geconcludeerd alhier te inscibeeren, de resolutie by voorgaande Vergadering genomen, waarby de Conditien van Verpagting der Burggraft waaren gearresteerd en deselve vastgesteld op den 1 April aanstaande te doen-

Vergadering den Eerste April 1796
aan de Ordre van den dag zynde de verpagting van de Burggraft, is zulks geschied, voor f 21- S' Jaars aan Gerrit Roeper-
[Gerrit Cornelisz Roeper (1750-1803) uit Waalenburg]

Vergadering 26 April 1796
Gerrit Roeper pagter van de Burggraft zig beklagende dat alom by de Modderkuylen langs deselve gragt eene menigte steenen en Beenen gevonden wierden, dewelke noodwendig van daar diende weggeruimd- is dan Burger Poulus Kikkert Alb. gecommitteerd, om met de pagter daarover te handelen, omme zulks ten minste beswaar van het Eiland te laten effectueeren-
[Paulus Albertsz Kikkert 1727-1802) Lid van het Committé van Algemeen Welzijn]

Vergadering 3 April 1798 van de Municipaliteit
Binnen gestaan Gerrit Roeper en Jan Poulusz Kikkert pagters van de Burgwal zig beklagende om de slegte staat van de Modderkuyl in de Warmoesstraat, aan 't Schoeywerk aan welke nodige reparatie was te doen-
Ook dat by deselve Kuylen een groote meenigte Steenen en Beenen leggen, welke nodig diende te werden weggeruymt. Tot het inspecteeren van een en ander mitsgaders versorgen van dien gecommitteerd zyn de Burgers Kooyman en Koning-
[Jan Paulusz Kikkert (1756-1817) uit Oudeschild, zoon van Paulus hierboven genoemd]

Vergadering 30 Mey 1797
De Commissie gestaan hebbende over de besteeding van het Muurtje op de pijp van de Burggraft in de Binneburg, te kennen gegeven: dat 'er niemand op den dag der aanbesteeding tot de aanneeming zig had aangediend- is geresolveerd 't zy onder de hand het te besteeden, of in Dagloon te doen maken-
De Burggracht kruiste de Binnenburg, dat is in het plaveisel nog te zien.

Vergadering 13 February 1799
Nopens de Verpagting van de Burgwal werd aan de Ordre gesteld tegens de volgende Vergadering, omme desewegens eene resolutie te neemen-

Vergadering 12 Maart 1799
De tyd van verpagting der Burgwal geexpireerd zynde, is geresolveerd deselve Heede 14 dagen te voorsien S' middags 12 uuren-

Vergadering 13 February 1799
Nopens de Verpagting van de Burgwal werd aan de Ordre gesteld tegens de volgende Vergadering, omme desewegens eene resolutie te neemen-

Vergadering 28 October 1800
Voorts geeft deselve Commissie nog op dat by de agter Trap van het Huys van Myndert Weeseman tegend de Burgwal aan, eene gevaarlyke versakking gekomen zynde, al zo nodig was, dat deselve Myndert Weeseman gelast wierd het zelve hoe eerder hoe beter ter voorkoming van ongelukken te doen maaken-
Over welk een en ander zynde gedelibereerd is geresolveerd: Ryndert Dirksz, Geert Machielsz en Myndert Weeseman te doen aanzeggen de straat op questie binnen 8 dagen te doen maken- mitsgaders de Laaste nog, het gevaarlyke aan de Burgwal by zyn agter Trap, of dat zulks anders te hunne Kosten zal worden verrigt
[Meijndert Harmensz Weeseman (1763-1814)]
[Rijndert Dirksz de Vries (1768-1856)]
[Geert Michielsz Helenius (1754-1845) uit Schauerziel, Groningen]

Vergadering 13 Mey 1800
Nopens het Sluysje over de Burggraft by het Weeshuys- is geresolveerd: alvorens hetzelve by besteeding te doen repareeren, het te doen afdammen en opgraven-

Vergadering 15 July 1800
Ook zal men dien dag de Staat van het Weeshuys gediend hebbende tot een Caserne opneemen- met Timmerlieden en Metselaars gelyk ook de ingestorte pyp of sluys over de Burggraft, by het Huis van de wed. A du Gordyn- mitsgaders verder nog in deliberatie te neemen, waar over heede uit hoofde van de kortheid des tyds geen besluyt heeft kunnen vallen-
[Dirkje Pieters Vlaming (1727-1810)]

Vergadering 12 Augustus 1800
Over het Sluijsje aan de Burggraft bij de Weduwe de Gordijn- is geresolveert: daar men het zelven door middel van aanbesteeding niet kan gedaan krijgen, het zelve in daghuur te doen maken- zijnde tot dat eijnde ontboden den Metselaars P.K. Vlaming en Klaas Graaf als mede de Timmerman P. Vlaming, die aangenomen zijn, het zelve Sluijsje in daghuur te maken-
[Pieter Klaasz Vlaming (1760-1821)]
[Klaas Maartensz Graaf (1741-1813)]
[Pieter Jansz Vlaming (1753-1821)]

Vergadering 1 December 1801
Binnen gestaan Gerrit Jansz Bakker verzoekende zyn ontslag als BuurHeer op de Brandkolk van de Burgwal, idem als BuurHeer over de put in de BinneBurg uit hoofde zyner zwakke Lighaams Vermogen en gebrek aan gezigt- in advys tot de naaste Vergadering-
[Gerrit Jansz Bakker ((17xx-1802)?]

Vergadering 23 Maart 1802
De verpagting van het Schoonmaken der Burggraft is meede in advys gehouden tot naaster- daar het nodig was, alvoorens die verpagting plaats had, dat deselve Burggraft als zeer vervuild zynde wierde geexamoneert- is deswegens benoemd eene Commissie bestaande uit de Leeden van den Burg, met vryheid zodanige deskundige by zig te assumeeren, als daartoe geschikt en met de omstandigheeden van de Burggragt best bekend zyn en zal die commissie van hunne bevinding ter naaster gehouden zyn rapport te doen-

Vergadering 6 April 1802
Binnen gestaan Cornelis Sybrandsz Kok, geweest zynde pagter van de Burggraft, versoekend: ofschoon zyn pagttyd met den laaste Maart deeses Jaars geexpireerd was, niettemin Vrijheid tot den tyd der aanstaande te doene Verpagting, omme de voordeelen van de Burggraft te blyven genieten- en is het zelve geweezen van de hand-
[Cornelis Sybrandsz Kok (1771-1812)]

Vergadering 4 Mey 1802
De Commissie over het Schoonmaken der Burggragt doet rapport dat deselve Burggraft door hun zeer vervuild was gevonden van de Steenepyp in de Binneburg tot aan het Schoolsteegje- dus de opruyming zeer wel kan geschieden, door de pagter zelve zo wanneer maar de tyd op zekere poenaliteit bepaald word. Waar over het weggewerkt moet zyn, en ten andere wanneer er nog een Nieuwe Modderkuyl aan de Weverstraat wierd gemaakt, die zeer goed agter het Erff van Cornelis Bruyn zoude vallen, dat zeer tot gerief niet alleen van de pagter, maar ook weg zoude neemen, het inconvenient, van te weinig plaatsen te hebben tot Berging van Vuijl en Modder- en eyndelyk daar de Modderpraam zeer oud en in een slegte Situatie is, dient daarvoor wel eene Nieuwe aangeschaft te worden-
Waar over zynde gedelibereerd: is Eerstelyk vastgesteld de verpagting van de Burggragt onder bepaling van opruyming volgens rapport der Commissie te doen Heede 14 dagen S' middags 12 uuren-
Als meede is gearresteerd het maken van een Nieuwe Modderkuyl met een nieuwe Modderpraam, zullende van de beide laaste een bestek doen opmaken, waarna de dag van besteeding nader bepaald zal worden- Ook zullen de Leeden van den Burg aan wien het zelve opgedragen word- aanstaande Zaturdag avond Extra ord. vergaderen, omme de conditie van verpagting der Burggragt de resumeeren-

Vergadering 8 Mey 1802
Ingekomen een bestek van een Nieuwe Modderkuyl idem van een Nieuwe Praam beide voor de Burggraft- naar Examinatie van dezelven is geresolveerd- het een en ander in advys te houden tot de naaste Ordinaire Vergadering-

Vergadering 1 Juny 1802
Binnen gestaan Cornelis Bruyn en is dezelve afgevraagt, of hy wilde afstand doen van het regt, volgens Koopbrief hem competeerende als Eigenaar van een Huys in de Weverstraat, welk Huys was hebbende eene Vrye Bruggang over de Burggraft en zoogenaamd Kerkerf nade Weese Hollebol, dewyl men voorneemens was aldaar een Nieuwe Modderkuyl te maaken- en heeft deselve naar eenige tyd van bedenking geresolveerd: daartoe niet te kunnen overgaan-
[Cornelis Jacobsz Bruijn (1773-1826)]

Vergadering 22 Junij 1802
Thans aan de Ordre zynde het oppenen der Billetten der minstschryvende tot het maken van een Nieuwe Modderpraam en dito Kuyl aan den Burg- is daar geen ander Billet was ingekomen dan dat van Ryndert Dirksz en Pieter van Grouw en Comp.- inhoudende de praam met alles en alles te maken en te leveren in de Burggragt voor f 65.10- en de Kuyl voor f 47.15- te zamen voor f 113.5- dog waar van nog worden afgetrokken f 3.15- alzo de prys voor de aanneeming zou gedaan worden kwam te beloopen f 109.10-
Waar over zynde gedelibereerd, is de besteeding aan deselve persoonen geaccordeerd en hun daarvan kennis gegeven-
[Pieter Gerbrandsz van Grouw (1750-1826) uit Grouw, woonde in Den Hoorn]

Vergadering 4 Maart 1803
Binnen gestaan Jan Pietersz Gorter voor zyn Moeder de wed. Pieter Jansz Gorter aan den Burg alhier woonagtig, versoekende te mogen koopen het Erff afkomstig van Simon Blom leggende naast het Huys zyner Moeder aan den Zuydzyde aan de Burg voornoemt in den Weverstraat en is het zelve Erff zyn Moeder verkogt voor f 10- te betalen by het Transport, blyvende de Jaarlyksche Erffpagt ten behoeve der Ger. Kerk over deese Jaare 1803 tot lasten van zyn Moeder als koopster
Wyders zal de Koopster gehouden zyn aan de zyde van de Weverstraat te moeten maken een bekwaam stek, als meede aan de zyde van de Burggraft, het zelve Erff naar behooren te beschoeijen- zullende het Gemeente bestuur zig bevlytigen ook voor dit Erff afschryving van Verponding S' Jaars ten beloope van f 1.2.12 te bekomen, dog zulks niet kunnende obtineeren; zal de Koopster het in haare Keuse hebben, het zelve Erff wederom overtegeven, en zal als dan op Taxatie van Neutrale Liede de kosten zo van het stek aan de straat, als schoeijng aan den Burggraft, haar vergoed worden-
Het transport voor reekening van de Koopster hetgeen gedaan zal worden wanneer de uitslag van de Verponding bekend is, en de Koop stand houd-
[Johannes Pietersz Gorter (1775-18xx) zoon van stuurman Pieter Jansz Gorter (1745-1800) en Meijs Pieters Kopjes (1748-1822)]
[Simon Jansz Blom (1739-1808)]

Vergadering 17 Mey 1803
Daar de pagter der Burggraft A. Kalf naarlatig werd bevonden in het naarkomen der conditie opzigtelyk het opruijmen derselve gragt, van de Steenepyp in de Binneburg zuydop, is hem gerecommandeerd zulks te effectueeren voor den 1 Augustus 1803 aanstaande of dat men anders dit ten zyne Kosten onmiddelyk zal laten doen- en is dit hem, binne geroepen zynde, aangezegt-
[Johann Adam Harmensz Kalf (1738-1829) uit Fliensdorf in Duitsland, werd later agent van politie]

Vergadering 5 Februarij 1805
Binnen gestaan Geert Michielsz Lid van den Raad der Spuit aan den Burg, zig beklagende over de Buur Heeren aldaar, welke op het [ijs] Hakken der BrandKolken geen agt slaan, versoekende: dat tot naarkoming der verpligting van de Buurheeren, wanneer zy naarlatig bevonden worden, boete mogte worden bepaald-
Wyders versoekende dat door het veranderen van woonplaats van Dirk Ryndertsz op de Brandkolk N 12 aan den Burg en voor Dirk Mijersz Boon, op de Brandkolk N 10 op de Burgwal, 2 andere BuurHeeren mogte worden aangesteld-
En is al het zelve in advys gehouden ter naaster-
[Dirk Reijndertsz de Vries (1740-1820) grutter, vader van Reijndert Dirksz eerder genoemd]
[Dirk Meijertsz Boon (1754-1824) werkman]

Vergadering 5 Maart 1805
Den precident steld voor, of het niet nodig zoude weezen, alvoorens men over de al of niet te doene Verpagting der Burggragt aan den Burg eene resolutie nam, dat deselve naukeurig wierd opgenomen welke plaatsen absolutelyk moesten worden opgeschoeid, en welke plaatsen zonder schoeying konde blyven- ook of het niet goed was, dat hij tot de vaste Bodem wierd uitgenomen- en is conform beslooten- zynde tot de opneeming aangesteld de Timmerlieden Klaas Plavier en Willem Festersz, welke Heede 14 dageen van hunne bevinding rapport zullen doen-
[Klaas Plavier (1752-1808)]
[Willem Festersz Smit (1769-1851) timmerman]

Vergadering 19 Maart 1805
Ingekomen opgave van de Timmerlieden Klaas Plavier en Willem Festers over den Staat der Burggraft aan den Burg- en wierd dese opgave in advys gehouden ter naaster-

Vergadering 2 April 1805
Thans aan de ordre zynde eene resolutie te neemen, op het schoeijen der Burggragt aan den Burg, is het rapport der Timmerlieden opgave gedaan hebbende, van de Staat des Burggragts in overweeging genomen en geexamineert- zynde voorts geresolveert: alle de opgegevene door de Eilands Bodens te doen aanzeggen: dat hunne opgekeurde Schoeyingen zullen moeten gereed zyn, voor half Augustus 1805 aanstaande, op de boete van 5 stuyvers S' weeks, daaraan 10 stuyvers, daaraan f 1-

Vergadering 30 April 1805
De pagt der Burggragt met Meij zullende eindigen, werd in omvraag gebragt, hoedanig met deselve te handelen- en is hetselve in advys gehouden, omme op de volgende Vergadering alvorens daar over met Rooymeesteren een Conferentie te houden-

Vergadering 28 Mey 1805
Binnen gestaan Klaas Jensen, zo voor zig als zyne Broeder Frederik Jensen, de laaste zig bevindende in Suriname, beide als de eenige Erffgenaamen hunner overledene Ouders Jan Fred. Jensen en Bregje Klaas Schar, en is met deselve geaccordeerd, over het Erff agter henlieder huys aan den Burg in de Weverstraat, agter uit tegens de Weesehollebol- dat hij het geheele Erff over de Burggragt zo verre henlieder Eigendom loopt, cedeerd en in vollen vrijen Eigendom afstaat, aan 't Gemeente bestuur deeses Eilands en alzo ook afziet omme een vrye Loop over het zelve te behouden- mits dan ook het Gemeentebestuur van dat Erff de Schoeywerken aan den Burggragt, en de bestekking voor hunne reekening neemt onderhoud- en dat hier van en behoorlyk Transport geschieden, waar van al meede de Kosten zullen komen voor reekening van het Gemeentebestuur-
[Bregje Klaas Schar (1754-1xxx) getrouwd in 1767 met Jan Frederiksz Jansen, kinderen Frederik, Elisabeth en Elisabeth]

Vergadering 11 July 1805
Ingekomen rapport van rooymeesteren aan den Burg over de Burggraft- waarbye ene nadere voordragt doen over de Schoeywerken en afsteeken der Wallen als anderzints van deselve Burggraft- en is na examinatie deese Voordragt in zyn geheel geapprobeerd, en ten fine van Executie gesteld in handen van dezelve Rooymeesteren-
De precident aan de Overweeging dezer Vergadering suppediteerende: het uitdiepen en bequaam maken der Burggragt alhier als het welke wel eens serieus mag nagegaan worden, uit hoofde van de algemeene Waterloozing van nagenoeg alle de Huizen welke daar aan belend zyn, aan den Burg alhier staande-
En is na alvoorens tot de uitdieping overtegaan, beslooten, de persoon van Gerrit van der Wiele te hooren, die zig wel eens over deselve Burggraft uitgelaten had-
Na deselve gehoord te hebben, het geene daarop neerkwam, dat hy voor de Modder de Burggragt by tyd en wyle wilde schoon maken en onderhouden en van Steenen, Beene, Krengen als andersints te reinigen- dog daartoe geene vaste tyd te bepalen-
Is geoordeeld dat men in deese presentatie niet konde komen- maardat men zoude onderneemen by besteeding door middel van inschryving by Billetten het schoon en diep maken der Burggragt te effectueeren- daarvan Advertentie te doen tegens den 30 deser- zullende het bestek daar van ter Secretary ter visie leggen-

Vergadering 6 Augustus 1805
Thans aan de ordre zynde resolutie te neemen: op de Burggragt- als zynde Heede de dag van inschryving tot de Besteeding 'er maar een Billet van Willem Brinkman ingekomen, welke voor de schoon en diepmaking, bove en behalve de spetie vraagt f 140- en is geoordeeld hier in voor als nog niet in te kunnen treeden- maar volgens het voorhanden bestek en conditie, dezelve Burggraft by perceelen publicq te besteeden, Heede 8 dagen Sí middags 3 uuren voor het Raadhuis aan den Burg-

Vergadering 13 Augustus 1805
De Burggragt het schoonmaken en uitdiepen by perceelen opgeveild zynde is 'er maar 1 perceel besteed, dog de andere opgehouden-
En is aan het [Raads] Lid Jan Bakker dj opgedragen, de verdere besteeding uit de hand te doen, waartoe men meende dat zig wel gelegenheid zoude voordoen, dewyl het getal aanneemeren maar zeer gering was-

Vergadering 27 Augustus 1805
De precident Jan Bakker dj geevt de Vergadering kennisse: dat hij ter voldoeninge der resolutie van laastleden, alle de onbesteden parken van de Burggragt, als nu hadde aanbesteed aan Maarten de Waard voor f 100- mits gereed weezende voor 1 November aanstaande, dog ingevalle den aanneemer voorschreeve een of meerdere parken gereed mogte hebben, zullende dezelve worden afgeschouwd- aangenomen voor Notificatie, en is de precident voor zyne genomene moeite in deeze bedankt geworden-

Vergadering 17 December 1805
Maarten de Waard en Jan Jansz Burger, aanneemers tot het uitdiepen van de Burggragt, hebbende 3/4 afgedaan van het zelve werk, dog door de invallende winter belet voorttegaan, versoekende de Helft van het door hun bedongene Loon te ontfangen, aanneemende het resteerende zo spoedig mogelyk in het aanstaande Jaar uittediepen- en is het versoek geaccordeerd, zullende hem f 50- in mindering worden in handen gesteld-
[Maarten Cornelisz de Waard (1763-1832) werkman]
[Jan Jansz Burger ?]
(Buisman: Record-vroege winter (strenge winter), extreem koude novembermaand met harde no of zo wind, perioden met lichte tot matige vorst, tussendoor dooi).

Vergadering 6 Mey 1806
Eindelyk geevt de precident aan de Vergadering in overweeging: dat daar de Burggraft aan den Burg, in 't voorig jaar 1805 ter uitdieping besteed thans geheel gereed is- of men nu niet ter betere in stand houding het opzigt met de Schouwen daarover zoude demandeeren aan Rooymeesteren, dien volle magt omme de gebrekige volgens de Eilands Keure te calangeeren- en is conform besloten-

Vergadering 3 Junij 1806
Van wegens rooymeesteren aan den Burg te Tafel zynde gebragt een reglement voor de aanneemer tot het schoon en diep houden der Burggragt aan den Burg- met versoek: de goedkeuring hier opte hebben van 't Gemeentebestuur, als meede bepaling welke Boetens den aanneemer by nalatigheid gehouden zal weezen te moeten betalen-
is het zelve reglement goedgekeurd en de boetens bepaald-

Vergadering 8 July 1806
Op voordragt van de Bailliuw is besloten Rooymeesteren aan den Burg te verzoeken om ter naaster een concept Keur te formeeren opzigtelyk het beschouwen der Burggragt en de Straaten-

RIOOL
Tenslotte is in 1902 een riool gelegd en de gracht gedempt. Plannen waren er al zoveel en zo vaak gemaakt, maar Burgemeester Schrik van Stinkslooten (Strick van Linschooten) nam het besluit om dit nu ook uit te voeren. Toch was bij zijn vertrek in 1898 de stinksloot nog steeds open. Pas onder zijn opvolger Burgemeester de Joncheere was het zover.



Terug naar de vorige bladzij