Hoorn - Afbraak van vervallen huizen


Beschrijving van het dorp

Pieter van Cuyck (na 1776): Een kwartier uurs van de Westen legt de Hoorn; by het inkoomen van dat Dorp zien wy eenige ellendige en zeer oude huisjes; rechtsaf gaan wy naar een Kapelletje met een klein torentje, hetwelke, gelyk voorheen, nu noch tot eene Kerk dient; maar nu gaan wy linksom en koomen in eene zeer goede straat, waar van de huizen in veel laater tyd getimmert zyn, en alle aan elkanderen sluiten; deeze straat is een kwartier gaans lang, en met steenen bevloert; mogelyk is dezelve door die van de Westen, na dat het Dorp vernielt was, gebouwt geworden; ten minste is het Rechthuys van den Westen alhier overgebragt.

De kaart van 1810 laat een lintdorp zien met een zijstraatje naar de Kerk, waaraan ook wat huizen stonden. Het ziet er niet veel anders uit dan tegenwoordig, alleen staan de huizen nu niet meer tegen elkaar aangebouwd, althans niet op Klif en Diek. Deze straatnamen werden toen ook al gebruikt, verder nog Kerkstraat. De Hoornderweg was in 1859 Heerenweg.

Van Cuyck merkte op dat de huizen bij de kerk het oudste waren en die in de lange straat minder oud leken. Dat kan zo zijn, maar vaak hadden huizen een oudere basis met een nieuwe voorgevel.



In 1859 werd onderstaande kaart getekend. Er lijkt weinig veranderd te zijn wat betreft de omvang van het dorp.



Luchtfoto

Zo zag het dorp eruit in 1935.

De kerk staat apart van het dorp. Dat was zeker de voorgaande 150 jaar ook zo geweest, maar misschien wel altijd. Op de luchtfoto is niets te zien van onregelmatigheden in het land, wat zeker het geval zou zijn als er voorheen huizen hadden gestaan.



Ooit lag het dorp aan zee, in welk jaar de zee tot waar kon komen is aangegeven door de Vloedpalen. In 1190 stond het water bij springvloed tot vlak aan de huizen. Door het aanlanden van vloedhaken en zandbanken is er ten zuiden van het dorp enorm veel land bijgekomen. Het dorp zelf lag in 1935 nog steeds tussen Hoge en Lage Achterom.

BELASTINGSCHULDEN

Huis in 1 nacht afbreken

Het verhaal gaat, dat als een huis te den Hoorn in 1 nacht afgebroken was en er een tuin van gemaakt werd, dit door de overheid werd goedgevonden en de schulden vervielen. Dit lijkt een verzinsel. Uit onderstaande Notulen en Brieven blijkt dat zoiets verboden was.

Een voorbeeld hiervan: ‘dat Johannis Schoonberg aan den Hoorn gansch willekeurig zyn Huys staande aan den Hoorn voornoemt sloopt en afbreekt, is deselve door middel van een Dienaar der Justitie voor deeze Vergadering opgeroepen- en na dat den precident hem ten ernstigste over zyne willekeurige handelwys had onderhouden en ten sterkste gecorrigeerd’-

Uit deze brief blijkt dat er veel clandestiene afbraak voorkwam in het dorp. Ook blijkt dat het bstuur daar absoluut tegen was:

Het berigt aan Commissarissen tot de Finantien uit het Gedeputeerd bestuur van Holland, in S’ Hage luide aldus

Wy hebben geen denkbeeld, dat Arend van Brederode requestrant by de te rug gaande requeste, op welk wy de Eed hebben te berigten: by het Gedep. Best. zou durven onderneemen, versoek te doen tot het afbreeken van een gebouw, wiens Massive en fixe staat, het in hem verbondene Huis of Wooning voor den val hoed, om reeden: daardit Huys met de annexe Schuur N. 51 in Ordinaire Verponding bekend staat (niet met f 1.12- zo als abusivelyk gesteld is, maar met f 1.8- S’ jaars- wij op grond der publicatie van 23 junij 1797 hoe schoonschynend men het voordroeg, ons ‘er altoos tegen verzet hebben-

Want word het afbreeken van deeze hegte Schuur onder het futile voorgeeven van het woonhuis in zo veel te betere staat te brengen toegestaan, dan is aan het willekeurig sloopen van Huysen en Gebouwen (met alle reverentie) maar een al te wyde deur opengezet en ons dorp den Hoorn , alwaar dit al te jammer, maar te veel in ’t geheim gedreven word, zal dan binnen kort tot een puynhoop gekeerd zyn - waar van de registratie lang (by ons onder vehemente hospicie) als dan de voornaamste acteur zal weezen- zynde het te wenschen geweest, dat die Man in 1792 om zyn gedrag Texel ontzegt, dog na 1795 te rug gekeerd, nooit weer hier gekomen was- dan zou gewis, de behoeftige Classis aan dat dorp die inductie niet verkreegen hebben, nog middelen aan de hand geweezen zyn, hoe in het afgetrokken voor het gesloopte geld te maken- ook zoude ‘er dan zo veele niet gevonden worden, die zig thans hier met de opkoop van afbraak geneeren; waardoor dit werk, van tyd tot tyd, zeer tot ruine van onze dorpen is vermeerderd geworden -

Wy versoeken uit hoofde voorschreeve: dat het request van Arend van Brederode niet alleen mag geweesen worden van de hand; maar dat tegens alle die zig het willekeurig sloopen van bewoonbaare gebouwen zonder consent veroorloven, en daar een schandelyk gewin mee dryver, zeer tot agterdeelen van S’ Lands en plaatselyke finantien, de gestrengste maatregulen werden daargesteld-

In afwagting hier van zyn wy met verschuldigde Eerbied en Hoogachting

‘t gemeente bestuur van Texel voornoemt

ter Ordonn. van deselve (get) WRomans Secretaris

Texel 12 October 1804

VERPONDING

Verponding en verval

Op de huizen en landen werd Verponding geheven, geen groot bedrag per jaar, maar als men het geld jarenlang niet afdroeg, ontstond een flinke schuld. Waarom die Verponding niet gewoon jaarlijks werd geïnd is niet duidelijk. De Ontvanger was een dorpsgenoot, in die jaren Pieter Klaasz Daalder. Misschien had hij geen gezag. Misschien waren zijn dorpsgenoten te arm om wat dan ook te betalen.

In 1797 werd eindelijk goed werk gemaakt van de invordering. De landregering drong aan op inning- men had veel geld nodig voor de opbouw van de Bataafse Republiek en het betalen van de Franse soldaten die men in dienst had genomen.

Wie de Verponding niet kon betalen werd gedwongen zijn huis te verkopen. Met de opbrengst kon dan de belastingschuld worden betaald.

Er waren ook huizen die zo oud waren dat ze vanzelf in elkaar zakten. Ook daarop was achterstallige belasting verschuldigd, ook nog tot 6 jaar na de afbraak ervan.

Dat de eigenaar op die manier dakloos zou worden was niet het probleem van de overheid. De Kerkgenootschappen moesten voor de armen van hun Gemeente zorgen.

Deze eigenaars waren trouwens vaak weduwen, die nauwelijks genoeg bijstand kregen om van te eten.

De weduwe Puijman bijvoorbeeld had in 1800 een ingestort huisje met een belastingschuld van meer dan 30 gulden. Het huisje bracht 50 gulden op, de kosten van de verkoop maakten dat er heel weinig overbleef. Zij leefde nog 22 jaar in bittere armoede, inwonend bij haar zoon of ergens anders. Zij was een van de eersten die hun huis verkochten voor afbraak, waardoor het nog verkoopbaar was. Later lukte dat verkopen vaak niet meer.

Bij de verkoping van onderstaande huizen en erven in juli 1804

Verkooping

Het Gemeentebestuur van Texel als hier toe geauthoriseerd, zullen op dingsdag den 14 Augustus S Avonds ten 6 uuren Aan den hoorn publicq voor afbraak doen verkoopen ter betalinge der agterstallige Verpondingen

No. 115 een huis afkomstig van de Wed. Arie Lap

145 een dito van Jan Tjebbes

219 een dito van de Wed. C.J. Daalder

241 een dito van de Wed. C.L. Vos

251 ------- van de Wed. T.J. Duinker

dog welke twee Laaste perceelen, alvoorens als bewoonbare huisen Eerstelijk te verkoopen zulllen worden aangepresenteerd

Nog zal ten zelve dage worden geveild

Een erff afkomstig van de Wed. P.G. Visser

Een dito van de Wed. Jan D. Rob

Een dito van de Wed. Klaas Abbenes

Alle welke huisen en Erven aan de Hoorn staande en Leggende zijn

Ter ordonnantie van dezelve

(was get) W: Romans Secretaris

Afschrijving

De Gemeenteraad schreef aan de regering over afschrijving van oninbare posten zoals deze. De zaak werd misschien wat overdreven, maar door armoede en belastingschuld veroorzaakte afbraak van oude huizen kwam veel voor.

Er werden meerdere brieven gestuurd, waarop lang niet altijd antwoord kwam.

Aan het Gedeputeerd bestuur van Holland

Burgers!

Den 24 maart 1803 op UL Last met toezending der Lysten opgaave doende, van zodanige Bouvallige en geabandonneerde Huysen op de Dorpen deezes Eilands, waar van geen Verponding meer kon betaald worden; verhoopte wy ook eerlang daar van met alle revetentie afschryving te bekomen- dan zulks tot Heede niet geeffectueerd ziende, zyn wy met behoorlyke eerbied daarom solliciteerende-

En dewyl de amotie aan het dorp den Hoorn, door de bittere armoede, ten allersterkste aldaar plaats heeft- neeme wy de vryheid op bygaande Lyst voor den Hoorn, al meede afschryving van Verponding te versoeken-

In afwagting hier van zyn wij

Uw Heilw. Medeburgers

t Gem. Bestuur van Texel voornoemt

ter Ord. van deselve (get) WRomans Secretaris

Texel 28 Maart 1804

Die lijst stuurden ze mee, zonder daarvan een kopie te bewaren. Het zou interessant zijn te zien om wie het ging.

Vergadering 3 July 1804

Ingekomen resolutie van het Gedeputeerd bestuur van Holland dato 20 Junij 1804 inhoudende afschryving van Verponding, voor opgegeven Huysen over Texel, requireerende een declaratoir dat waarlyk alle die Huysen geabandonneerd, verlaten en niet meer bestaan -

Waar over zynde gedelibereerd, is alvorens geresolveerd deese aanschryving te stellen in handen van de Leeden Jan Bakker dj, P.D. Daalder en P. Jac. Dykse ten fine van onderzoek en nadere opneeming van de Huysen aan den Hoorn- zullende men naar ingekomen berigt, de Eigenaars van de nog min of meer bewoonde Huysen aan den Hoorn oproepen met vermaan: dat zy binnen zeer korte tyd de agterstallige Verpondingen van hun Huysen zullen hebben te betalen, en naar behooren doen herstellen- zo niet dat men dan deselven dadelyk voor de Verponding zou doen verkoopen-

Vergadering 1 Junij 1808

Inmiddels leefde men in het Koningrijk Holland, onder Koning Lodewijk Napoleon. Die had geld nodig voor het land maar ook voor zichzelf, om te leven zoals een Koning betaamt.

De huizen hadden een nieuwe taxatie en aanslag gekregen, waar het Texelse bestuur niet blij mee was. De geschatte waarde was buitenproportioneel hoog. Men richtte zich tot de Minister van Financien, die er ook weinig aan kon veranderen.

De Commissie van wegens deeze Vergadering en uit de Burgerij op den 12 meij ll benoemd, geweest hebbende naar de Minister van Finantien, doen daarvan het navolgende rapport:

Hier op zeide wy, dat het wel te begrypen was, dat het Land geld nodig had en het overal slegt was, maardat het tog maar waard was daar de dyk het laagste is, het water ‘er eerst overliep, andere plaatsen nog eerst in hunne begin van Lyden waaren, terwyl ons Eiland nu aan zyne einde naderde en volstrekt dien Last niet konde draagen zonder deele haarer totale ondergang-

Wat aanging de bereekening der waarde, die nimmer zodanig op Texel bestaan hadde niet alleen van 1795 tot 1805, maar zelve niet in 1780, de allerglorieuste tyd, die wy beleefd hadde, wanneer de Huisen nog de helft van de waarde niet hadden, zo als veele nu aangeslagen waaren-

Zeide hem verder hoe elendig hier de Staat van een groot deel der Ingesetenen was- dat de ZeeLootsen van het dorp den Hoorn en verder op Texel, daar wy thans de 5 e Maand byna door waaren, door elkanderen geene 5 gulden verdiend hadde - dat zy tot hun onderhoud alles, tot de Steenen uit de Vloeren der Huisen verkogte en dat ZE dus zo wel als wij de gevolgen daarvan konde berekenen-

Vergadering 15 July 1808

De Heer Landdrost benevens den Heer Kwartierdrost met twee Secretarissen- door de Commissie dezes Eilands tot op her Raadhuis geconduisseert- door de overige Leeden verwelkomt en Zitting genomen hebbende, versogt den Heer Landdrost of het Gemeentebestuur ook eenige Zaaken van aanbelang voortedragen hadde?

De precident dierhalven schetst een Tafereel af van de meer en meer toeneemende armoede op onze Zeedorpen, door de elendige tyden die wy beleven, met berigt: dat ‘er by de ZeeLootsen een request aan de Koning stond gepresenteerd te worden, die: daar de Vaart nu ten eenemale stilstaat geene de minste Verdiensten geduurende het geheele Jaar hebben gehad- met versoek hieromtrent den Heer Landdrost zyn Medehulp-

En heeft Hoogstdezelve zulks volkomen toegezegt-

Huisnummers

Om grip op dit probleem te krijgen werden de huizen genummerd.

Vergadering 23 July 1800

Eindelyk zyn de geformeerde Lysten van de Lettering en Nommering der Huysen, zo van den Burg, Oudeschil en Hoorn geapprobeerd- en de Verwers S. Dekker en C. Karsman gelast met het Letteren en Nommeren der Huysen en woningen aan den Burg een aanvang te maken-

En is laastelyk gearresteerd de Ingezeetenen hier van by advertentie kennis te geven- met vermelding dat deese Lettering en Nommering nu voor de Eerste maal voor Eilands [kosten] geschieden, met Last daar aan geen Verandering toe te brengen, nog het zelve uittewisschen , op poene dat het anders voor Reekening van zodanig een zal vernieuwd worden

Het hoogste huisnummer in Den Hoorn genoemd was 253. In 1808 waren er in Hoorn en Westen nog 239 huizen. Dat zou betekenen dat er in 10 jaar 14 huizen afgebroken waren, maar als die nummering alleen het dorp betrof waren het er meer.

Het aantal Zielen van Hoorn en Westen was in 1796 963, in 1809 nog 888.

In die jaren woonden de Loodsen nog aan den Hoorn. Halverwege de 19 e eeuw werd de Loodsdienst anders georganiseerd en vertrokken veel Loodsen naar Den Helder. Het aantal huizen daalde toen snel, tot 149 aan het eind van de 19e eeuw.

In het Register der Dispositien op Reekenten, ingediend bij het Plaatselijk Bestuur van Texel, aanvangend in 1829, staan de goedgekeurde afbraken vermeld. Per jaar waren het er een, twee, soms meer, maar bij elkaar verdween het halve dorp.

1830

23 Erven C.D. Dijksen Huis in de Kerkstraat a/d HN

27 idem Arie Lap Huis aan den HN

28 idem Dirkje Wilner Huis aan den HN N 127

1831

30 idem M. Daalder N 71 aan den HN

34 idem Pieter Gonder N 7 aan den HN

1833

37 idem Erven Auker Griek N 151 aan den HN

42 idem Jan Aukers Boon N 80 aan den HN

1834

45 idem Dirk P. Boon N 68 aan den HN

49 Arnoud Langeveld Huis aan den HN

52 idem van een boetje Sectie F N 340

53 idem Fulps Jansz Krijnen, huis aan den HN Sectie F N 369

54 22-10-1835 idem Diaconie HN, Gasthuis aan den HN, fiat mits stortende tot opmaking 6 El 8 pr Schutting Noordzijde f 15-

1836

55 idem Huis aan den HN, Teunis Jansz Duinker

1837

56 Huis aan den HN N 106 f 7- Meindert Kooiman cs

1838

57 Huis aan den HN N 109, weduwe Iwen Boon

59 idem Huis aan den HN, J.P. Smit

60 1-6-1838 J.P. Smit (Dirkje Wilner) Huis en erf aan den HN op het Klif, fiat 6-6 mits stortende f 10-

62 Jan Knaap Huis aan den HN N 310

63 21-11-1839 Martje Teunis Duinker Huis N 373 aan den HN

1840

1841

67 S. Daalder N 171 aan den HN ten oosten P. Nannings ten westen C. Abbenis f 20-

68 C. Vos cs N 360 aan den HN

69 W.F. Bispinck Huis n 57 aan den HN f 30-

70 Simon Knaap N 203 aan den HN

Vergadering 22 Maart 1803

De Lysten der Bouvallige Huysen ingevolge resolutie van het Staatsbewind van 18 October en nadere aanschryving van 3 Nov. daaraanvolgende beide van 1802, op de dorpen deezes Eilands in gereedheid zynde- zyn deselve versonden, met de naarvolgende Missive

ook- met allervriendelykst versoek, voor deselve al meede afschryving te ontfangen, daar het meerendeel bereids zyn ingestort of in zodanige bouvallige staat zig bevinden, dat zij door de verarmde Eigenaars verlaaten, ten prooij van elk en ieder staan -



Bij de reorganisatie van het bestuur ten tijde van het Koninkrijk Holland moesten de huisnummers worden veranderd. Waarom? Het nummeren had de eerste keer veel gekost aan loon voor de schilders, dat moest nu opnieuw worden gedaan.

Vergadering 25 Lentemaand 1809

Binnen gestaan Abram Kikkert, assistent by de Commissaris tot het werk der Verponding alhier, versoekende op last Zijner Exellentie de Minister van Finantie dat de Nommering der Gebouwen op de Dorpen Oudeschil, Oosterend en Hoorn zodanig werden veranderd, als hy bereids met roodaard aan de posten van de zelve had doen stellen, en dat zulks binnen 8 dagen mogt werden geefectueerd-

En is het verzoek geaccordeerd- zullende het dadelyk op gemelde dorpen werden omgeroepen ten einde binnen 8 dagen daar aan te voldoen op poene by de Keure gemeld-

VERVAL

Op de val staande huizen

Al in 1797, toen er voor het eerst in de Notulen van de Texelse Gemeenteraad iets over het onderwerp van de achterstallige belastingen werd genoteerd, was er sprake van vervallen en verlaten huizen. Daarop was nog wel Verponding te kwaad- en wie moest dat betalen?

Als de vroegere eigenaar dood was hield het op, maar vaak was er nog een weduwe.

Die raakte dan steeds verder in de schulden, want haar inkomsten waren meestal net genoeg om van te eten, niets meer. Een loodsweduwe had weinig mogelijkheden om zelf wat te verdienen, zoals een boerin soms wel kon doen.

Hoe dan ook was het een verschrikkelijk zware tijd voor alle mensen- bijna elk jaar een strenge winter, met een wekenlang dichtgevroren Marsdiep, en onvoldoende en eenzijdig voedsel. Honger en kou zijn erg ongezond. Aan het begin van de Franse tijd overleden jaarlijks gemiddeld 30 mensen op het eiland, aan het eind waren het er 130 of meer.

Vergadering den 1 e Juny 1797

Twee huysen aan den Hoorn staande het eene van Jan Daalder en het ander van W. Jonker, welke verlaten en zeer in verval zyn-

Vergadering 16 December 1800

Binnen gestaan de Wed. Jan C. Puijman zig beklagende dat haar huijsje aan den Hoorn voor een groot gedeelte ingevallen is, en dreijgd op het naastgelegene neder te storten; verklaarende onvermogend te zijn het zelve huijsje optebouwen of eenige reparatie aan te doen- Versoekende de raad deser Vergadering hoe zig te moeten gedragen-

Vergadering 12 Mey 1801

Binnen gestaan C. Kl. Swart en Arie Kunst als nog insteerende op de Vrydom omme hhet Huys van de tweede aan den Hoorn op de Val staande te mogen afbreeken, en uit de afbraak de agterstallige Verponding aantezuyveren-

Vergadering 14 Julij 1801

Diaconen voornoemt al verder kennis gevende: dat zy in alimentatie hadde de Wed. Albert Mulder- welke een oud Huis had staan op het end van het Klif aan den Hoorn, ’t welke alle ogenblikken dreigde intestorten, dat zy tot voorkoming hier van versogte, dat de Vergadering daar in wilde voorsien, zynde het zelve Huys voor zo verre zy wisten met geen Hypothecatie bezwaard, maar op het zelve wel veele jaaren Verponding te kwaad-

Vergadering 8 September 1801

De precident kennis gevende: dat naast het Huys van Aagje Dekker wed. Jan Schram aan de Hoorn, het Huys van de wed. wyle Willem Gerritsz Jonker gedeeltelyk ingestort zynde en op het Huys van gezegde Aagje Dekker wed. Jan Schram ingevallen is, zodanig dat hier door opgemeld Huys van Aagje Dekker meede in groot gevaar gebragt is- zo ‘er geene spoedige voorsiening van geschieden-

Waarover gedelibereerd zynde, en in aanmerking genomen, de noodzakelykheid dat het zelve ingestorte Huys, ter voorkoming van verdere ruine, dadelyk afgebrooken word, zal ongeprejucideerd een iegelyk welke daar op vermeend beter of ander regt te hebben, het zelve Huys van wegens deeze Vergadering tot afbraak verkogt worden-

Waartoe de Secretaris en Vendumeester deezes Eilands gelast word dit ten spoedigste te doen effectueeren-

EXTRACT uit het REGISTER

der Resolutien van het Gedeputeerd Bestuur van Holland, genomen op

Den 3 November 1802

Is gehoord het rapport van Commissarissen van Finantie op de, bij marg app dato 28 October ll, ten fine van Consideratien en advis, in derselver handen gesteld Besluit van het Staats Bewind dato 18 bevorens, waarby

1 aan de Municipaliteit van Texel met de Jaare 1803 word verleend afschrijving der verpondingen ten aanzien der navolgende huizen, allen gestaan hebbende in en gehoord hebbende onder het dorp den Hoorn op Texel als



Ten Tweeden dit Bestuur geauthoriseerdt om van de Municipaliteit van Texel te requireeren en vervolgens aan het Staatsbewind intezende duydelyke Lijsten van alle zodanige bouwvallige en geabandonneerde gebouwen, waarvangeene verponding meer kan betaald worden, als in de dorpen het Schild, de Waal, den Burg enz: mogten aanwezig zyn, welverstaande dat van ieder derselve perceelen zal moeten worden opgegeeven, onder wat Nummer, en tot welke Som dezelve in de Verponding contribueeren of gecontribueerd mogten hebben, ten einde daaromtrent vervolgens door het Staatsbewind naar bevind van Zaaken zal kunnen worden gedisponeert; wordende

Ten derden het verder daarbij voormelde versoek der Requestranten gedeclineert en geweezen van de hand.

En zijnde het voorsz. Besluit door den Thesaurier Generaal en Raaden van Finantien by haare marg. app. Dato 25 october ll in handen van dit Bestuur gesteld om aan het 1 poinct de nodige executie te geeven en het 2 poinct om tot narigt te verstrekken

Waarop gedelibereerd zynde, is omme daaraan te voldoen goedgevonden en verstaan

1 den Commis van de Finantie, en de Municipaliteit van Texel by deeze te qualifieceeren, om met den Jaare 1803 van de quohieren der Verponding te royeeren de navolgende perceelen, alle gestaan hebbende in en behoord hebbende onder het dorp den Hoorn op Texel, als



2 dezelve Municipaliteit by deze aanteschrijven om aan dit Bestuur intezenden duydelyke Lysten van alle zoodanige bouvallige en geabandonneerd gebouwen waarvan geene verpondinh meer kan betaald worden, als in de dorpen het Schild, de Waal, den Burg enz: mogten aanwezig zyn, welverstaande dat van ieder deeser dorpen een afzonderlyke lijst zal moeten worden ingegeeven, en van ieder perceel

Extra vergadering 7 December 1802

Het Huys van Joh. Schoonberg aan den Hoorn tot afbraak verkogt voor f 47- en dat van de wed. Jacob Leendertsz Vos voor f 44- is naar deliberatie geresolveerd: die Gelden naar aftrek der Vendukosten aftegeven aan de Ontfanger van den Hoorn in mindering der agterstallige Verponding op beide die Huysen te kwaad-

Vergadering 25 Januarij 1803

Binnen gestaan Pieter Dirksz Boon van den Hoorn, te kennen gevende: dat door het afbreeken van ’t Huys van Johannis Schoonberg het geen aan de Westzyde met de agtergevel van zyn Huys op een Muur stond, het zelve zyn Huys zoodanig verzwakt is geworden, dat het nu van agteren ingestort is- versoekende dierhalven, genoemde zyn ingestorte Huys ter voorkoming van zyne verdere Schaden aftebreeken en als afbraak te verkoopen-

De Vergadering in overweging neemende: dat daar hij eigener authoriteit de Schuur bezyden zyn Huys gestaan hebbende, in gepasseerde Zomer afgebrooken heeft, waardoor hy zelve meede aan oorsaake is geweest van het verzwakken van ’t Huys- men alzo in zyn versoek voor als nog niet kan treeden-

Vergadering 23 Augustus 1803

Binnen gestaan de wed. Klaas Abbenes wonende aan den Hoorn, te kennen gevende: dat de Muur aan de Oostzyde haarer Huys omgevallen zynde, zy in de onmogelykheid zig bevond die weder optebouwen- zo ook het Dak, dat ten eenemale defect is- waarom zij verlangde Vryheid te hebben, het zelve tot afbraak te verkoopen, dan wel de Vergadering haar middelen aanwysen, langs welke weg zy het eenigzints zoude kunnen herstellen-

en is haar geadviseerd, het zelve Huys alvoorens in publicque Veiling ter verkoop te presenteeren- dog zulks niet willende, zig dan nader te addresseeren hoedanig te handelen-

Vergadering 12 Junij 1804

Binnen gestaan Huijbert Lap, wonende aan den Hoorn, te kennen gevende, dat zeker door hem gekogt Bouvallig huys aldaar door de harde wind ingestort zynde, hy also versogt van de Verponding ontslagen te worden- en is hem aangzegt dat men zyn versoek voor als nog in advys moest houden, maar dat het zelve in aanmerking zoude komen, wanneer zig nader over de afschryving van verschillende Huisen addresseerde-

Vergadering 17 July 1804

De Commissie van wegens deeze Vergadering, tot Examinatie der Bouvallige Huysen aan den Hoorn- doen schriftelyk berigt; naar Examinatie van het zelve is provisioneel beslooten, de Huysen van de wed. Pieter G. Visser, wed. Jan D. Rob en de wed. Klaas A. Abbenes ten spoedigste tot afbraak te verkoopen-

Van wegens Pieter Klaasz Daalder aan den Hoorn naastbelendende van de op aanstaande Maandag tot afbraak te verkoopen Huys van de wed. Klaas A. Abbenes [Dieuwertje Cornelis Graauw, met 4 kinderen geboren tussen 1785 en 1794] aan den Hoorn, versoek gedaan werdende: om het Erff van het zelve Huys aan hem aftestaan- is naar gehoudene deliberatie geoordeeld: voor als nog zulks niet te kunnen accordeeren- maar is geresolveert dit Erff te doen opveilen, met last dat de Koper aan de Straat een bekwaame Muur ten genoegen van de verkoopers zal moeten maken en onderhouden voor zyn reekening, ten minste van 6 voet hoog-

Vergadering 2 October 1804

Het Lid van deese Vergadering P.D. Daalder aan den Hoorn geeft kennisse: dat Pieter Klaasz Daalder aldaar, aan hem had versogt van deeze Vergadering om afstand te versoeken, ten zynen behoeven van het Erff in geen Verponding leggende waarop het laast afgebrokene Huys van de weduwe Klaas Abbenes, ten oosten van zyn Huys aan den Hoorn leggende gestaan heeft, bereid zynde den zynen kosten aan de straat zyde tot afsluyting van het zelve Erff te doen maken en onderhouden eene bekwaame Muur-

Idem gelyk versoek gedaan zynde door Gerrit Arisz Abbenes, over de annexe Erven in geen Verpondinge bekend van de afgebrokene Huizen van Jan Tjebbes en de wed. Cornelis Leendertsz Vos- met deese Verandering: dat hij in plaatse van een Muur een bequaam Stek nagenoegen van deese Vergadering tot afsluyting van deselve Erven zou doen maken voor zyn reekening en ook zodanig onderhouden- en zyn beide deese versoeken geaccordeerd-

Op onderstaande foto ziet men zo’n muur van 1.80 meter hoog.



Vergadering 7 Augustus 1804

Binnen gestaan Cornelis Prins wonende aan den Hoorn, versoekende: zeker oud huisje aan den Hoorn van hem, ’t geen zeer bouvallig staat, te mogen afbreeken zynde tot 1804 f 31.6- aan Verponding op schuldig-

Waar over zynde gedelibereerd is hem aangezegt, dat wanneer hij de verponding aanzuiverde, en nog 6 Jaar bij de Ontvanger deponeerde, zal hem de afbraak geaccordeerd worden-

Idem nopens het Huis van Klaas Dirksz Duijnker, of anders met de onderstaande Huisen te verkoopen

Nopens de verlatene Huisen aan den Hoorn is geresolveerd tot afbraak te verkoopen

N 115 van de Wed. Arie C. Lap

143 van Jan Tjebbes

219 van de wed. Cornelis J. Daalder

241 van de wed. Cornelis L. Vos

251 van de wed. Theunis J. Duijnker

De twee laaste als bewoonbare Huisen te doen veilen, en dit niet willende gelukken mede tot afbraak als de Voorige te doen verkoopen- en is de verkooping bepaald op Maandag of dinsdag S’ avonds 5 uure, en als dan de Erve van de laast verkogte Huisen ook te presenteeren-

Wegens de bouwvallige Huisen van P.D. Boon, Jan P. Knaap, wed. Jan Schram en het moedwillig mishandelen en opzettelijk sloopen van dat van Arend van Brederode op Dyk-

is geresolveert alle dese te doen aanzeggen; dat zy deselve Huisen naar behooren en tot genoegsamen Veiligheid zullen hebben te herstellen binnen een Maand- of by faute van dien, dat het Gemeentebestuur ten kosten van die gebrekige, zodanige Strengen maatregulen zal neemen, als zij zullen vermeene te behooren-

[Arie Cornelisz Lap (1750-1xxx) getrouwd met Reijnoutje Pieters Hoogschagen (17xx-1809) 5 zonen tussen 1780 en 1792]

[Jan Tjebbes vader van Klaas Jansz Tjebbes (1764-1846)?]

Cornelis J. Daalder

[wed. Cornelis Leendertsz Vos was Pietertje Klaas Bakker, 2 zonen geboren in 1760 en 1762]

Theunis J. Duijnker

Vergadering 19 Maart 1805

Den precident geeft kennisse, dat met voorweeten van den Bailliuw door hem aan Pieter Alb. Kikkert aan den Hoorn is geaccordeert, zeker oud Huis van hem op ’t Klif staande zynde N 133 ’t welk dagelyks verregaand beroofd wierd, voor zyn privé te mogen afbreeken, mits dat de penningen uit die afbraak komende bleven geconsigneerd onder den Ontfanger, omme daar uit 10 jaaren lang de Verponding en binnelandsche Kosten te kunnen vinden-

En is het zelve geapprobeerd

Den precident de Vergadering geinformeerd hebbende, over het Huisje van de wed. Jan P. Wagenaar gealimenteerd by de Ger. Diaconen van den Hoorn- is de verder te neemen resolutie in advys gehouden tot na den 1 Juny 1805 aanstaande

Vergadering 11 July 1805

De Curatoren van Jan Pietersz Knaap versoeken permissie tot het afbreken van een oud vervallen Huys aan den Hoorn in de Kerkstraat, presenteerende voor 10 jaare lang de Verponding en binnelandsche Kosten te consigneeren onder de Ontfanger aan den Hoorn

Geaccordeerd mits aanzuyverende tot 1805 en nog 10 jaaren daar en bove consigneerende onder de Ontfanger

Vergadering 6 Augustus 1805

Op voorstel van den precident is geresolveerd de vervallene Huizen aan den Hoorn te verkoopen woensdag 28 Aug. 1805 aanstaande S’ middags 3 uuren- zo ook het Brandspuits huisje staande by de Kerk

Vergadering 10 September 1805

De Commissie geweest zynde aan den Hoorn tot verkoop van de vervallene Huisen aldaar, geeve kennis van hun verrigting zo ook dat zy het vervallen Huis van de wed. C.B. Ryk, als geen geld tot Voldoening der Verponding kunnende opbrengen- meede tot afbraak hadde doen verkoopen- aangenomen voor Notificatie en de Commissie bedankt

Vergadering 10 September 1805

De Commissie geweest zynde aan den Hoorn tot verkoop van de vervallene Huisen aldaar, geeve kennis van hun verrigting zo ook dat zy het vervallen Huis van de wed. C.B. Ryk, als geen geld tot Voldoening der Verponding kunnende opbrengen- meede tot afbraak hadde doen verkoopen- aangenomen voor Notificatie en de Commissie bedankt

Vergadering 11 February 1806

Binnen gestaan Jacob Schellevis, Eigenaar van een op de val staande huis aan den Hoorn, verklaarende uit hoofde zyner onvermogen buiten staat het zelve te repareeren, nog de laste te dragen

Idem van S’ gelyke Cornelis Schagen- en verzogte zy beide van hunne Huysen te worden ontslagen, en dat het Gemeentebestuur dezelve tot afbraak gelieve te verkoopen, ten einde daar uit de verschuldigde Verponding te kunnen vinden- met verzoek zo ‘er eenig overschot is, het zelve te mogen genieten-

En is besloten dezelve Huisen alvorens op den 26 feb. aanstaande te zullen laten opveilen- dog geen geld kunnende gelden; dan dezelve tot afbraak te verkopen zo als bij vorige gelegenheden heeft plaats gehad

Binnen gestaan Arie Kryne Eigenaar van een Huis aan den Hoorn, en is deselve over zyne verschuldigde Verponding onderhouden- daan geeft deselve daarop te kennen, dat volgens afspraak zyne Schipper deszelfs agterstallige Verponding aangenomen heeft intehouden en die aftedoen, dat ongetwyffeld by deselve al een sommetje te goed zal zyn, waaromme hy versoekt, dat hier na onderzoek geschieden mag-

Binnen gestaan Floris Spin en Abram Kikkert als gequalificeerdens in den Boedel van Jacob Gerritsz Boon aan den Hoorn- te kennen gevende: dat ‘er in dien boedel werden gevonden 2 oude Huisen, waarvoor zy bedugt zyn, dat opveiling niets voor zal geboden worden, versoekende wanneer zulks alzo geviel, dezelve tot afbraak te mogen verkopen-

En is het zelve versoek geaccordeerd, mits geschiedende ten overstaan deezer Vergadering- dat de afbraak zal moeten gedaan zyn voor 1 april aanstaande en de penningen die geconsigneerd worden ter Secretary tot aanzuivering der Verponding tot den Jaare 1805 incluis- kunnende wanneer ‘er overschot is, het zelve van daar geligt worden

Vergadering 11 Maart 1806

Binnen gestaan Aagje Dekker wed. Jan Schram, verklarende onvermogend te zyn, de Muur van haar Huis aan den Hoorn na behooren te repareeren, met verzoek: de het Gemeente bestuur het zelve maar tot afbraak wilde verkopen- en daar uit de agterstallige Verponding voldoen- en is besloten: het zelve alvoorens na Costume Locaal te verkoop te presenteeren- dog zulks niet willende dan te verkoopen voor afbraak, zynde daartoe bepaald 28 Maart aanstaande

Vergadering 5 January 1808

Binnen gestaan Arie Jac. Kryne, en is dezelve afgevraagd, of hy in staat is, zyn restant Verponding ter Somma van f 13.4- wegens zyn ingevallen Huis aan de Hoorn te kunnen betalen- zo ja, dat men dan verlangde, dat hij het dadelyk afdeed-

En verklaarde hy het zelve Huis te cedeeren, versoekende het Gemeentebestuur dat die het maar geliefde te verkoopen-

Binnen gestaan Dirk Cornelisz Vos en is aan dezelve, de afvraging als vooren gedaan zynde nog f 11.8- schuldig aan Verponding- dan verklaarde deese al meede het zelve Huis te cedeeren-

Waar over zynde gedelibereerd, is beslooten deese beide ingevallen Huisen ten spoedigste te doen verkoopen voor de Verponding en het overschot te doen Consigeneeren ter Secretary alhier

En is verders Abram Kikkert als de Zaken van de Commissaris tot het werk der Verponding alhier waarneemende hier van kennis gegeven-

Vergadering 31 January 1809

Binnen gestaan Abraham Kikkert als gequalificeerde in den Boedel van Pieter Kikkert, te kennen gevende: dat zig in dien Boedel bevond een ingevallen oud Huis staande aan den Hoorn op den Dyk, verzoekende daar men van sints is de vaste goederen van dien Boedel eerlang publiek te verkoopen, dat zo het geviel dat voor dat ingevallen Huis geen Geld geboden wierd, qualificatie omme het tot afbraak te verkoopen-

Geaccordeerd: mits eerst alvoorens Ordinario modo doende opveilen-

Vergadering den 27 van Sprokkelmaand 1810

Ingekomen Missive van Abram Kikkert assistent by de Commissaris van de Verponding over het arrondissement Texel en Wieringen versoekende consideratien op de bygaande Requesten aan de Minister van finantien, tot het amoveeren van huizen aan den Hoorn als van de Executeuren in de Nalatenschap van Hertje Zwart N 64, Volkert Boon 115, Daniel Klaasz 208, en Tryntje Pakes 217

Te berigten dat de positiven na waarheid zyn, en men ‘er niets tegen heeft-

Idem over het Huis van Volkert Boon N. 115

Idem over het Huis van Daniel Klaasz N. 208

Idem over het Huis van Cornelis P. Koger N. 217 (Tryntje Pakes 217)

Vergadering den Eerste Bloeimaand 1810

Binnen gestaan A. Kikkert voor de Commissaris van de Verponding J. Spanjerd, te kennen gevende dat uit hoofde van de wet van 12: van Grasmaand 1810 op het stuk van Amoveeren van Gebouwen- de requesten aan de Minister van finantie meest favorabele berigt van deese Vergadering deswegens onlangs opgegeven, tot het mogen amoveeren van eenige Gebouwen aan de Hoorn en den Burg als aan de Executeuren van de Boedel van wyle Hertje Zwart, Tryntje Pakes wed. C.P. Koger, Daniel Klaasz en Jacob A. Gielis, zyn te rug gekomen- versoekende nu de intentie van de Vergadering hieromtrent te mogen weeten-

Waar over zynde gedelibereerd, is vastgesteld dat alle die binnen de Dorpen deezes Eilands een of meerder huizen verkiest te slopen, zig by requeste dog zonder Zegel, daarover bij deese Vergadering moet aanmelden

Dat wanneer het versoek kan worden toegestaan, het zelve zal worden geaccordeerd, met dese Clausule: mits voldoenende aan de wet van 12 van Grasmaand 1810 en wel inzonderheid art. 4 en daar van blyken tonende ter Secretarie alhier

En dat zonder dit Consent niemand zal vermogen te amoveeren-

Vergadering 22 January 1811

Ingekomen request van Aaltje Cornelis Lap aan den Hoorn, verzoekende haar Bouvallig en gedeeltelyk ingestorte Huis tot afbraak te mogen verkoopen- en is het zelve geaccordeerd, mits voldoende aan de Wet-

MUREN EN STEKKEN

Lege erven afsluiten met muur of stek

Vergadering 2 October 1804

Het Lid van deese Vergadering P.D. Daalder aan den Hoorn geeft kennisse: dat Pieter Klaasz Daalder aldaar, aan hem had versogt van deeze Vergadering om afstand te versoeken, ten zynen behoeven van het Erff in geen Verponding leggende waarop het laast afgebrokene Huys van de weduwe Klaas Abbenes, ten oosten van zyn Huys aan den Hoorn leggende gestaan heeft, bereid zynde den zynen kosten aan de straat zyde tot afsluyting van het zelve Erff te doen maken en onderhouden eene bekwaame Muur-

Idem gelyk versoek gedaan zynde door Gerrit Arisz Abbenes, over de annexe Erven in geen Verpondinge bekend van de afgebrokene Huizen van Jan Tjebbes en de wed. Cornelis Leendertsz Vos- met deese Verandering: dat hij in plaatse van een Muur een bequaam Stek nagenoegen van deese Vergadering tot afsluyting van deselve Erven zou doen maken voor zyn reekening en ook zodanig onderhouden- en zyn beide deese versoeken geaccordeerd-

Vergadering 14 Meij 1805

Het Lid deeser Vergadering Arie Jansz Bakker versoekt van wegens Pieter D. Boon afstand

van het Erff afkomstig van Klaas Dirksz Duynker aanneemende tot genoegen van het Gemeentebestuur aan de straatzyde aan den Hoorn een Muur of bekwaam Srek te doen maken en onderhouden- geaccordeerd mits daar aan na behooren voldoende-

Vergadering 25 February 1806

Van wegens Arie Arisz Abbenes versogt wordende, om de Eigendom van het Erff van het afgebroken Huis van Maarten de Boer aan den Hoorn in de Kerkstraat- is zulks afgestaan, mits behoorlyk tegens de Straat aan heynende, en alzo gelyk ook de straat nevens het zelve te onderhouden na behooren

Vergadering 22 April 1806

Op het Erff aan den Hoorn afkomstig laast van Arend van Brederode, leggende ten westen Cornelis Willemsz Smit op Dyk, afgestaan aan deselve C.W. Smit, terwyl Cornelis Jansz Smit insgelyks ‘er aanspraak op maakte, is beslooten: dat zo het Lid Arie Jansz Bakker de volgende Vergadering present mogt zyn, als dan daarover gehoord zullen worden Cornelis W. Smit en Cornelis J. Smit

Wyders zyn de volgende Erven aan den Hoorn den Eigendom gecedeert als het Erff afkomstig van Jacob Kooyman aan Cornelis Willemsz Bakker

Van Harme Corporaal aan Maarten Dyker

En van Jacob Leendertsz Vos aan dezelve

Mits dat de nu gedaane Eigenaaren zorgen: dat die Erven aan de Straat zyde behoorlyk beheind blyven, en dat zulks in den eerste gedaan word binne ¼ Jaars gelyk ook de Straat of weg, voor zo verre de Erven strekkende zyn-

Zullende wanneer aan het een of ander ten genoegen deeser Vergadering niet voldaan word- het Gemeentebestuur ten allen tyde Vryheid hebben, een of meer dier gebrekige Erven wederom tot zig te neemen-

Vergadering 6 Mey 1806

Over ’t Erff afkomstig van Arend van Brederode op Dyk aan den Hoorn naast Cornelis Willemsz Smit- deselve Smit benevens Cornelis Jansz Smit niet zynde opgekomen-

is beslooten by de eens gedaane afstand aan Cornelis Willemsz Smit te persisteeren; mits het zelve Erff behoorlyk behynd houdende aan de Straat, en verders zodanig als het voorheen was-

Op voorstel van het Lid Arie Jansz Bakker aan den Hoorn, is het Erff van ’t Huis afkomstig van Pieter Gerritsz Visser, aldaar afgestaan aan Leendert Pietersz Kunst, mits dat hy zorge dat dit Erff aan de Straat behoorlyk behynd werden en blyven, gelyk ook de Straat of weg onder behoorlyk Schouw tot zynen lasten werde genome-

Vergadering 15 October 1806

Binnen gestaan Dirk P. Dyksen Kooper van een Huijs op ’t Klif aan den Hoorn- versoekende: de Erven aan beide zijden van zyn Huis tot zijn Eigendom te mogen hebben-

Geaccordeerd: mits behoorlyk hijnende en de Straat altoos voor zyne Reekening neemende-

Wyders is beslooten tot eene vaste basis te neemen- dat alle afgestaane en in het vervolg aftestaane Erven over Texel zullen geadmitteerd werden met dag en datum, in een apart Register ter Secretary doen berusten-

Zullende voortaan de Heijningen zo verre als de Lemiten van de dorpen strekken, niet minder als eene hoogte van 6 voeten moeten hebben-

Vergadering 6 January 1807

Binnen gestaan Jan Jac. Boon, versoekende dat aan hem mag werden afgestaan, de geabandonneerde Erve van Grietje Klaas, Aaltje Albers en Cornelis Prins- geaccordeerd onder die mits dat door hem aan Straat voor die Erve eene behoorlijk Stek word geplaatst voorts betuind, en dat de straatjes of voetpaden voor de Erve door hem worden gemaakt en also onderhouden-

Vergadering den 3 van Hooimaand 1810

De precident geevt kennis dat hy aan den Hoorn de navolgende Erven van vervallene Huyzen had afgestaan onder die mits dat de Straten voor de Erven tot Last van de Eigenaars moeten komen- zo meede de afheyningen aan de Straat en die te houden beide ten genoegen van de regeering in der tyd-

Als aan Jan Koopman, het Erff afkomstig van Geert van der Wyk-

Aan Theunis Koopman het Erff afkomstig van Arie en Neeltje Kryne

en aan Pieter Nanningsz het Erff afkomstig van Hertje Zwart

Vergadering den 18 e van Hooimaand 1810

Op versoek is ’t Erff van D. Gollenstee afgestaan aan de Kinderen van Cornelis J. Smit- Verders geresolveerd: op het Erff van Jan Vermeulen tot afsluiting van de Straat 3 Paalen te zetten met een Muurtje

DAKLOZEN

Zorg voor de daklozen

Vergadering 17 July 1804

De Commissie van wegens deeze Vergadering, tot Examinatie der Bouvallige Huysen aan den Hoorn- doen schriftelyk berigt; naar Examinatie van het zelve is provisioneel beslooten, de Huysen van de wed. Pieter G. Visser, wed. Jan D. Rob en de wed. Klaas A. Abbenes ten spoedigste tot afbraak te verkoopen-

Wyders alle die nog bewoond worden door de Eigenaars, deselve Eigenaars opteroepen, als ook de Diaconen der Gereformeerde en Mennonite Gemeente aldaar- de Eerste om henlieden aantezeggen: dat zy binnen deer korte tyd, de Verponding moeten aanzuyveren, en de Huijsen in behoorlijke bewoonbaare staat wederom optebouwen- en de andere voor oogen te houden, dat daar de arme Leeden hunner Gemeente tog door hun van wooningen moeten versorgd worden, of hunne pligt niet meedebragt, thands de gelegenheid daartoe waarteneemen, door de Huysen nog bewoond by hunne verarmde Leeden, dog die buiten staat zyn de Verponding aantezuyveren en eenigsints wederom te herstellen, aantehaalen- wanneer men hun als armehuysen die wooningen vrij van Verponding kan afstaan- en zullen de Eigenaars voorschreeve worden opgeroepen Heede 14 dagen voor de middag en Diaconen naademiddag- zynde verders hoedanig met de Bouvallige Huysen aan den Hoorn gehouden in advys-

Vergadering 29 December 1804

Op voorstel van den precident is besloten ter voldoening van de resolutie van het Gedeputeerd bestuur dato 20 Juny 1804 ll wegens de geamoveerde Huysen aan de Hoorn, aan de Comiesen ter finatie intezenden een declaratoir inhoudende: alle de Huysen, welke bereids geamoveerd of afgebrooken zyn, met byvoeging: dat de Huysen N. 25 en 39 aan den Hoorn, de Eerste door de Gereformeerde diaconie en de andere door de Mennonite diaconie aldaar zyn aanvaard, om door hunne armen Ledematen te doen bewoonen- van dewelke alzo met den jaare 1804 geen Verponding meer hebben kunnen ontfangen worden- zullende de Ontfangers van de Burg, Hoorn, Waal en Oosterend hier ook van worden kennis gegeven, zo ook de Eerste over de Lucas Bollen, leggende in de Zogenaamde Nieuwe Bedyking der polder Hoornenburg omme alle dezelve met den jaare 1804 van hun quohier te roijeeren

Vergadering 23 Augustus 1808

Hoorn

1 armeHuisje op den Dyk N 21 a f 1.16- en 2 Kamers in de Kerkstraat N 32 en 33 a -.12-

UITSTEL VRAGEN

Belastingschuldigen

Binnen gestaan Jacob Gerritsz Boon zeggende een groot getal Jaaren verponding schuldig te weesen

Binnen gestaan Cornelis Klaasz Zwart voor zijne behuwdbroeder W. Tysz Schouten

Idem doende het zelve Versoek, wegens den Boedel van de Wed. Jan Dijkse aan den Hoorn-

Binnen gestaan Jan P. Verberne, Arie Klok, Dirk C. Daalder, als gequalificeerdens van den Boedel van Jan Sym. Duynker

Binnen gestaan Floris Sandboer

Binnen gestaan Maarten Dyker versoekende al meede uitstel als vooren

Binnen gestaan Arie Fransz Gorter, Loots aan den Hoorn

Binnen gestaan Arie Kunst, idem Cornelis Leendertsz Kunst, idem Pieter G. Visser, alle Lootsen en aan den Hoorn woonagtig

Ingekomen zeker Missive van Symon Boon

Wed. Jacob List aan den Hoorn vraagt uitstel tot betaling van verponding tot 24 Juny aanstaande- als wanneer Cornelis List aanneemt deselve te voldoen.

Huysvrouw van Jan Daalder

Binnen gestaan Sacharias Schoenmaker zig interesseerende voor zynen Vader Nan Sachariasz, omme uitstel van betaling wegens zyne agterstallige Verponding

idem Leentje Mynkom wed. Dirk Gerritsz Boon- beide geweezen van de hand

Binnen gestaan de Zoon van de Weduwe Leendert Gerritsz Kok aan de Hoorn, zig interesseerende al meede wegens agterstallige Verponding voor zyne Moeder, omme eenig uitstel, tot het geld hem competeerende van zekere Groenlandsche Reize en het welk dagelyks te verwagten is, ingekomen zal zyn-

En is zulks al meede geaccordeerd

[Leendert Gerritsz Kok (1746-1796) zoon van Gerrit Leendertsz Kok (1720-1782) en Dirkje Klaas Hoek (1726-1789) getrouwd met Aagje Jacobs Daalder (1748-1811), allemaal uit den Hoorn. De kinderen van Leendert en Aagje waren Martje, Cornelis, Martje, Dirkje en Dirk. Cornelis leefde van 1776 tot 1851, bij Dirk staat alleen de geboortedatum 1791.

Vader Kok was walvisvaarder, stuurman.

Cornelis had dan als jongen van 15 op de Groenlandvaarder gewerkt]

Binnen gestaan Ontfanger van den Hoorn kennis gevende dat hy Theunis List tot betaling zyner agterstallige Verponding met de parate Executie bedrygende, die hem had verklaard dat hy bereid was, aanstaande Winter zyn Huys & Landen te verkoopen, waarom hy versogt dat hem geene meerdere Kosten mogt worden aangedaan- en is zulks geaccordeerd

Binnen gestaan de Zoon van Klaas D. Duynker zig intereseerende voor zyn Vader, daar hy een goede Zom van zekere Sjouw te wagten heeft, zo versoekt hy dat tot betaling zyner agterstallige Verponding hem geen verdere Kosten mag worden aangedaan-

Geaccordeerd: mits de Schipper waarby hy op de Loodsschuit vaard, hiervan verzekering geeft, in zo verre dat indien ‘er een of meer arresten van Crediteuren opkomen, hy Schipper dan de Municipaliteit waarschouwd-

Binnen gestaan C. Klaas Swart zig intereseerende voor de wed. Willem Thysz Schouten, over haare agterstallige Verponding, aanneemende ingevolge resolutie van laastleden Vergadering dat hy zal zorgen, en zig personeel ‘er voor verbind dat met Mey 1802 of daaromtrent 3 Jaaren Verponding door opgemelde Weduwe word afgedaan en betaald- waarmede provisioneel de Vergadering genoegen genomen heeft-

Binnen gestaan de Ontfanger van den Hoorn, zig interesseerende voor Hendrik Dolleman tot voldoeninge zyner agterstallinge Verponding, van zeker te goed hebbende Sjouw als Loods- dat hy Ontfanger de reekening der Verponding had gebragt by de Lootsschipper waaronder hy Dolleman de Sjouw te goed was, welke aangenomen had te zorgen, dat de betaling geschieden- en dat zo ‘er arresten van Crediteuren opkwamen, hy dan zoude waarschuwen-

Binnen gestaan de Weduwe van Pieter Gerritsz Visser, idem van Dirk Gollenstee, versoekende dat hun geen verdere Kosten tot bekoming hunner agterstallige Verponding worden aangedaan, daar zy ten eenemale onvermogend zyn-

Binnen gestaan D. v.d. Werf over zynde agterstallige Verponding zynde onderhouden, verklaard deselve ‘er f 150 hijpotheecq op schuldig te weesen aan de Erve Hans Griek op Ameland; zonder in staat te zijn het zelve aftelossen- dog wel genegen was het Huis te verkoopen-

Zynde geresolveert het zelve Huis tegens de Som van f 50 a 55- te doen inkoopen-

Dirk van der Werff zijnde binnen gestaan vraagt deselve hoedanig te handelen met zijn verkogt Huis voor f 10- welke door de Vendumeester is gekogt voor Rekening van het Eiland zynde f 59.18- aan Verponding te Kwaad, verscheidene Jaaren dijkgelden en nog bovendien belast met een Hijpotheecq a f 150- waarop ook verscheidene Jaare Interest op te Kwaad is-

Binnen gestaan Diaconen Ger. Gem. aan den Hoorn, te kennen gevende dat Barber Seegers Lid hunner Gemeente aan de Diaconie Casse zig hebbende opgedragen zy also tot hunne lasten gekregen hadde, het Huys door haar bewoond, staande in de Kerkstraat, in eene gansch vervallen staat, waar op aan Verponding te kwaad was f 35-

Vergadering 12 October 1804

Van wegens Dirk Symonsz Daalder, meede uitstel werdende gevraagd dog zonder tydsbepaling, ter betaling zyner agterstallige Verponding, heeft de Vergadering begreepen, daarin niet te kunne treeden, maar den Ontfanger van den Hoorn te gelasten met de parate Executie tegens Dirk S. Daalder voorttemoeten gaan

Vergadering 16 November 1804

Binnen gestaan Jacob Hoek in naam van de wed. Willem Schouten, waar van hy procuratie heeft, versoekende: dat daar hij van voorneemen is de vaste Goederen tot betaling der Verponding te verkoopen, hem die bereids de Sommatie heeft gehad, geen kosten meer mag worden aangedaan-

En is hem aangezegt wanneer hy zig binnen 3 maal 24 uuren daar voor ter Secretary schriftelyk wil verbinden dat men ‘er dan mee genoegen zal neemen

Binnen gestaan Simon Boon, als vooren de Sommatie gehad hebbende voor zyn Verponding, verklaard daar toe onvermogende te weezen, maar voorneemens te zyn van de Winter deszelfs Land te verkoopen- En is hem aangezegt: dat daar de Gemeene Armen aan den Hoorn zyn principale Crediteuren zyn, zo wanneer hij binne 3 maal 24 uuren aan deselve procuratie tot verkoop passeert, en hier van bewys ter Secretary overlegt, dat men er dan meede genoegen zal neemen-

Vergadering 27 November 1804

De Secretaris berigt dat Jacob Hoek qq Cornelis Jac. Bakker, P. Spigt voor de wed. D. Daalder en H. van Heerwaarden qq als roomsche Armebezorger aan den Burg, agtervolgens de resolutie van voorige Vergadering ter betalinge van agterstallige Verponding ter Secretary naar behooren onder de bepaalde Verpligting zig hadde gesteld; en dat hy de bewysen daar van den Procureur Star als de parate Executie dirigeerende had doen ter handen stellen

Binnen gestaan Jacob G. Boon van den Hoorn verzoekende uitstel van betaling zyner agterstellige Verponding tot 24 Junij 1805, wanneer hy het uit zyn Lammergeld en van het provenu van zyn Jonge Paard dat hy verkopen wil, zal voldoen-

Waar over zynde gedelibereerd zyn van hem zyne Lammeren en het jonge Paard voorschreeve gekogt tegens zodanige prys als men daar voor zal kunnen maken, latende sulks vry en onverlet, zullende wanneer er overschot is, hem het zelve worden gerestitueert, en aanneemende hy geduurende de winter naar behooren ‘er optepassen- belovende hij Jacob G. Boon binnen 3 maal 24 uuren zig daar voor schriftelyk ter Secretary alhier te zullen verbinden-

Binnen gestaan Rynoutje Pieters wed. Arie Cornelis Lap, versoekende al meede uitstel van betaling tot St Jan 1805 zynde zedert 1796 schuldig- aanneemende nu dadelyk de helft te betalen- en is haar versoek geaccordeerd, mits binne 3 maal 24 uuren die penningen die zy heeft en nog f 10- daar en boven ter Secretarij bezorgende en zig wijders schriftelyk verbond het resteerende St Jan 1805 te voldoen-

Vergadering 11 December 1804

Binnen gestaan Cornelis Jacsz Dykse zeggende de Sommatie te hebben gehad over de agterstallige Verponding hunner Landeryen, bedragende met de binnelandsche Kosten f 470- waarop hij onlangs betaald had f 180- aanneemende het resteerende van zyn te zullen verkoopen Koevee den 24 Junij 1805 te zullen betalen- en is hem aangezegt: dat wanneer hy zig 3 maal 24 uuren zig schriftelyk ter Secretary personelyk wil verbinden dat hy voor den 1 Juny 1805 aanstaande de verschuldigde Verponding en binnelandsche Kosten tot 1800 incluys betalen zal, men hem dan geenen meerder Kosten zal aandoen-

en heeft hy zulks aangenomen-

Binnen gestaan Leentje Mynkom wed. D.G. Boon, te kennen gevende: dat zy tot betaling haarer agterstallige Verponding gesommeerd zynde, daartoe thans buiten staat is, versoekende uitstel tot 24 Junij 1805

En is naar gehoudene deliberatie, haar aangezegt: dat wanneer zy de Huurceel van haar Boereplaats binne 3 maal 24 uuren ter Secretary wilde deponeeren, en de Huurman van die plaats aanneemen voor den Eerste Juny 1805 aanstaande uit zyn verschuldigde Huurpenningen de Verponding en binnelandsche Kosten tot den jaare 1800 aftedoen, men dan geene verdere Executie Kosten zoude te werk stellen-

Vergadering 19 february 1805

Binnen gestaan Harme Corporaal te kennen gevende: dat op het Huys het welk hij met zyn Broeder aan den Hoorn gemeen heeft, te kwaad zynde agterstallige Verponding zederd den jaare 1793- hy tot voldoening daar van had aanmaaning gekregen, dog daar toe buiten staat was, en niet wist wanneer in de gelegenheid tot de voldoening te komen-

En is naar gehoudene deliberatie hem aangezegt: dat hy even als alle anderen tot de Betaling gehouden is, en alzo met de Voogden over zyne Broeder, daar over in eene schikking zal moeten komen- zodanig dat zij zig gezamenlyk binne 3 maal 24 uuren ter Secretary moeten verbinden die Schuld, voor 1 Junij 1805 te zullen afdoen- of de Voogden hiertoe niet kunnende besluiten, dat zy zig dan Heede 14 dagen nader kunnen aanmelden-

Binnen gestaan Neeltje van der Wiele wed. Hendrik Ryersz Smit, presenteerende ter voldoening haarer agterstallige Verponding, thans de helft en 1 Mey 1805 de wederhelft- en is haar dit geaccordeerd- waarop zy de Helft dadelyk heeft voldaan en zig wyders voor de wederhelft schriftelyk verbonden

Binnengestaan Hendrik Dolleman, aan Verponding schuldig zynde zeder 1790 f 18.3-

Idem Arie Kryne, buiten staat zyne agterstallige Verponding aantezuyveren

Idem dezelve zig interesseerende voor de wed. Jan Kryne, welke ten eenemaale onvermogend is, als werdende door de armen onderhouden-

En zyn de 2 eerste aangezegt: dat zy zig binnen 3 maal 23 uuren schriftelyk ter Secretary moeten verbinden, dat de Verponding voor 1 Juny 1805 door hun zal worden aangezuiverd- en ten opzigte van de Wed. Jan Kryne, dat zulks word gehouden in advys ter naaster

Binnen gestaan de Huisvrouw van Arie P. Graaf, welke in S’ Lands dienst als Stuurman te Curacao legt, uitstel almeede vragende tot betaling der agterstallige Verponding

Idem binnen gestaan de wed. P.K. Smit al meede uitstel van betaling vragende

Idem de wed. Jan Klaasz Schram, al meede uitstel vragende als vooren

Idem de wed. Leendert G. Kok, al meede uitstel vragende als vooren

Idem Jantje Schram, Huisvrouw van de uitlandige Jan Tjebbes, vragende uitstel als vooren

Idem wed. Gerrit Brouwer, vragende uitstel als vooren

Idem Jan Leendertsz Daalder, vragende uitstel als vooren

Idem Neeltje Jans Graaf, huisvrouw van de uitlandige Harme Boom vragende al meede uitstel als vooren

Idem Lodewyk Hin gehuwd met Martje Elis, meede uitstel vragende als vooren

Idem Aldert Jacobsz Koorn, al meede uitstel vragende als vooren

Idem wed. Gerrit Koger, thans gehuwd met Jacob G. Boon

Idem van wegens Klaas Vos, beide om uitstel van Verponding betalen vragende-

En eindelyk Martje Jans Dykse al meede versoekende, [uitstel van] betaling haarer agterstallige Verponding

En is allerderselver versoeken geaccordeerd tot 1 Juny 1805 aanstaande mits daar voor zig schriftelyk verbindende ter Secretary, 3 maal 24 uuren-

Vergadering 5 Maart 1805

Binnen gestaan Pieter Spigt en Harme Corporaal, de Eerste Voogd over de minderjarige Cornelis Corporaal, en alzo met de tweede Eigenaar van zeker Huis staande op Dyk aan den Hoorn- te kennen gevende: dat zy buiten staat waaren, uit hunne voorhanden Middelen, de agterstallige Verponding aantezuiveren, voorneemen hadden, het zelve Huys publicq te doen verkoopen, versoekende alzo dat hun tog geene onnodige Kosten mag worden aangedaan-

en heeft de Vergadering verklaard: dat wanneer zy het Huys verkogte, men hun dan geen kosten meer zoude aandoen

Binnen gestaan de wed. Jan Pietersz Wagenaar wonende aan den Hoorn aan verponding schuldig f 34.5- welke zy verklaard niet alleen niet te kunnen voldoen en betalen, maar ook daartoe geen moed te zien of bepaling van tyd te kunnen maken- zynde een arme behoeftige weduwe met 4 kinderen, die van de gereformeerde Diaconie onderhouden word-

En is hetzelve gehouden in advys omme daar over nader met Diaconen voornoemt te spreeken

Geexamineerd zynde het versoek van Huibert Lap aan den Hoorn versoekende: uitstel van betaling zyner verschuldigde Verponding, of dat de penningen van zyn verhuurde Land den 24 Junij aanstaande ter Secretary te goed, daartoe mogen dienen

Vergadering 11 Junij 1805

Binnen gestaan de wed. Leendert G. Kok verklaarende nog in dezelve staat van onvermogen te zyn, ten opzigte haarer agterstallige Verponding, en alzo buiten staat deselve te kunnen afdoen-

Idem de wed. Jan Tjebbes zig beklagende als vooren

Idem de wed. Gerrit C. Bakker als vooren

Idem Martje Dykse als vooren

Idem de Vrouw van Arien P. Graaf als vooren

En is aan deselve nog een maand uitstel gegeven, als wanneer de agterstallige Verponding zal moeten weezen aangezuiverd, zo niet: zal de parate Executie moeten voortgaan-

Vergadering 2 July 1805

Op voorstel van den precident is beslooten aan Hendrik Reese thans wonende te Uitgeest tot aanzuivering zynder verschuldigde Verponding van zyn Huis aan den Hoorn, belopende tot 1800 incluis f 39.16- eene Scherpe vermaning door middel eener Missive te doen-

Vergadering 11 July 1805

De Commissie geweest hebbende na den Hoorn tot opneeming der vervallene Huisen geven de navolgende op; dat hoe zeer nog wel bewoond, nogthans in eene zeer vervallene staat zyn, waarvan nodig afschrijving der verponding diend gevraagd te worden

N. 4 de wed. Leendert G. Kok doende in Ordinaire Verponding f 1.10

101 de wed. Jan Tjebbes 1.7-

120 Gerrit van Brederode 2 Kamers in een Huis -.16.12

198 de Erve Mies Corporaal 1.3-

253 de wed. Jan P. Wagenaar 1.2-

Vergadering 25 September 1805

Thans aan de ordre zynde, het nazien der restant Lysten van de Ontvangers wegens de Verschuldigde Verponding gelden- dog geene andere ingekomen, dan van de Ontvangers van den Hoorn en Burg- is de eerste onderhanden genoomen en geresolveert:

Arie Jansz Kryne te doen vervolgen- idem de Griedyk

De wed. P.K. Smit beloofd alle Maanden f 1- aftedoen en heeft men daar mee genoegen genome zo lang daaraan voldoet

De wed. A.C. Lap, moet binnen 8 dagen bewijs bezorgen, dat Jan D. Boon ‘er Borg voor zal zyn, of anders te vervolgen

Cornelis Hoogschagen te vervolgen

Pieter Sluys idem

Vergadering 9 October 1805 present alle

Ingekomen een Missive van Cornelis Hoogschagen aan den Hoorn, zeggende dat op zyn Huis nog f 10.16- aan Verponding schuldig was, maar dat hy daar op had betaald f 3.12- zo dat per resto nog f 7.4- te kwaad bleef- versoekende met dat restant eenig uitstel van betaling-

En is geresolveerd: dat hy dit restant moet betalen in 2 reysen: telkens een Termyn als hy met zyne meede Lootsen afreekening houd- zo niet dat men hem dan zal vervolgen-

Vergadering 11 February 1806

Binnen gestaan Jacob Hentsz versoekende daar hy over zyne agterstallige Verponding over 1801 en 1802 aangemaand word, hier meede uitstel tot na 24 Juny 1806 aanstaande, en is hem uitstel geaccordeerd tot 1 Juny 1806, mits zig daar voor ter Secretary van Texel schriftelyk verbindende

Van wegens de wed. Dirk C. Daalder aan den Hoorn gelyk versoek gedaaan zynde- is het zelve meede geaccordeerd tot 1 Juny als vooren- mits de Huurder van haare Landen Pieter Spigt, zig daar voor ter Secretary verbindende dezelve uit de Huurpenningen te zullen betalen

Binnen gestaan Cornelis C. Boersse meede Erffgenaam en gebruiker van de vaste Goederen afkomstig van Pieter Jansz Roos, en is dezelve afgevraagd: waaromme hij S’ jaarlyks de Ontfanger der Verponding niet betaald, benevens zyn Dykgeld, zo als hij beloofd had- dan geevt deselve te kennen: dat hij zyne Wol nog niet verkogt hebbende, daar door buiten de mogelykheid is geweest, versoekende zo lang uitstel, als wanneer zonder versuim de betaling doen zou-

Vergadering 22 April 1806

Binnen gestaan Cornelis Ariesz Lap voor zyn Moeder, versoekende uitstel van betaling voor haare agterstallige Verponding tot dat zy in het aanstaande Najaar haar wol verkogt had

Idem Lammert List als vooren versoekende tot 24 Junij 1806 aanstaande

Idem Frans M. Witte als vooren versoekende meede tot 24 Junij 1806 aanstaande

en zyn alle dezelven uitstel verleend tot 1 Junij 1806 aanstaande, mits zig daarvoor ter Secretary schriftelyk verbindende-

Vergadering 22 July 1806

Thans aan de ordre zynde de restant Lysten van de Verponding natezien, en wel die van den

Hoorn Frans en Cornelis de Wit (ook voor den Burg), Erve Michiel Kriekenboom, Arie Jac. Abbenes, Gerrit A. Abbenes, wed Klaas G. Kok, wed. Jan Roetschild, Jacob Klaasz Griek, Hans H. Schut

En is verder geresolveerd allen deeze door de Boode te doen aanzeggen: omme binnen 8 dagen te moeten betalen, op poene van Sommatie- zullende de ontvangers gelast worden tegens de nalatige met de Executie voorttegaan, en voorts na verloop der 8 dagen wederom een gelyk getal der overige restanten door de Bode doen aanmaanen, en zo met de invordering der Restant Lyst voorttegaan- inmiddels op ieder Vergadering inzendende berigt, in hoeverre men gevorderd is-

Vergadering 5 Augustus 1806

Binnen gestaan Cornelis Ariesz Lap voor zyne Moeder versoekende uitstel van betaling wegens haare agterstallige Verponding, kunnende zy betalen over 1801 en dat het haar vergund mag worden, met de te goed hebbende Huur voor het gebruik van een Wagthuis van de Militairen aan den Hoorn- het ten agteren zynde Jaare van 1802 te betalen- en is zulks geaccordeerd-

SLOOP

Maatregelen tegen sloop

Vergadering 1 December 1801

Binnen gestaan Cornelis Calis dO, zig intereseerende voor de Erve Gerrit de Reus, tot verkoop van deszelfs Huisje aan den Hoorn tot afbraak hetgeene zeer bouwvallig is, en op welk f 40- Verponding ten agteren is-

Waar over zynde gedelibereerd en uitaanmerking dat het zelve Huis op het best van ’t dorp staande, uitterlyk zo slegt niet is- ook om der gevolgen wil, kan de Vergadering in het versoek niet treeden-

Vergadering 15 December 1801

Daar aan den Hoorn een verregaand misbruyk gemaakt word, met het sloopen van Oude Huysen waarop agterstallige Verponding schuldig zyn, zo met verkoopen van Goederen daar van als anderzints- is aan de Vergadering voorgesteld omme hier tegens door middel van waarschouwing te voorsien, met interdictie dat niemand van die goederen koopen mag op de boete van f 25-

Maardaar in overweging gegeven word of het opkoopen dier goederen niet even als een diefstal zoude kunnen aangemerkt worden, aan het Eiland die voor de Verponding staat gepleegd, of men behalve de Boete nog daar by zoude kunnen voegen, dat die geene welke de Boete niet zoude kunnen betalen, aan den Lyve gestraft zal worden-

Is het zelve Voorstel en aanmerking gehouden in advys-

Vergadering 5 January 1802

Binnen gestaan de Weduwe van Pieter Gerritsz Visser, idem van Dirk Gollenstee, versoekende dat hun geen verdere Kosten tot bekoming hunner agterstallige Verponding worden aangedaan, daar zy ten eenemale onvermogend zyn-

Dan is hun aangezegt: dat men geen surcheance kon geeven, maar voort zoude gaan ten waare zy zelve haare Huysen aanzetten om te verkoopen- en is wyders met den Ontfanger afspraak gemaakt, die Huysen niet lager te laten loopen, als de Verponding en Kosten van Executie beloopen- zynde dit opgedragen aan den Ontfanger-

Ook is deselve Resolutie genomen ten opzigte van het Huys van Tryntje Jacobs de Leeuw

Binnen gestaan Hendrik Rob, zig interesseerende voor zyne Moeder Aaltje Aries, te kennen gevende: dat gemelde zyne Moeder haar Huys aan den Hoorn had doen opveilen, dog dat ‘er geen duit voor geboden was- versoekende: daar ‘er verscheidene Jaaren verponding op te kwaad was, het zelve tot afbraak te mogen verkoopen- en is het zelve versoek vooralsnog geweezen van de hand-

Vergadering 2 february 1802

Binnen gestaan Hendrik Jansz Rob, voor zyne Moeder Aaltje Aries versoekende daar haar Huis in een bouwvallige en slegte staat is, en ingevolge publicque Veiling niet te verkoopen kan- het zelve tot afbraak te mogen verkoopen- ofdat haar anders vergunt mag worden, het Boetje op het Erf staande aftebreeken, en daarmeede het Huys te repareeren-

En is naar hier op de Ontfanger gehoord te hebben, het eerste absoluut geweesen van de hand, maar het laaste als strekkende tot herstel van het Huis geaccordeerd-

Vergadering 16 February 1802

De Vergadering geinformeerd zynde: dat Johannis Schoonberg aan den Hoorn gansch willekeurig zyn Huys staande aan den Hoorn voornoemt sloopt en afbreekt, is deselve door middel van een Dienaar der Justitie voor deeze Vergadering opgeroepen- en na dat den precident hem ten ernstigste over zyne willekeurige handelwys had onderhouden en ten sterkste gecorrigeerd- heeft hy belofte gedaan, niet aan het zelve Huys meer te zullen reppen of roeren-

Vergadering 18 Mey 1802

Binnen gestaan Rynoutje wed. Arie Lap aan den Hoorn versoekende zekere Schuur staande agter haar Huys aaan den Hoorn aftebreeken, en weder te verplaatsen naar een ander Huys meede aldaar staande-

Waar over zynde gedelibereerd: is haar aangezegt, dat zy ter naaster Vergadering van het Huys waar van zy de Schuur afbreeken wil, bewys overleggen dat de Verponding tot dit Jaar aangezuyverd is, zynde wyders voorlopig geresolveerd: dat zo zy dit bewys produceerd, dat men dan aan haar de afbraak en verplaatsing kan accordeeren; mits doende zulks binnen cautie, als meede: presenteerende, dat het Huis waar agter de Schuur zal verplaats werden, naar evenredigheid in de Verponding verhoogd, zo veel als het ander waar agter de Schuur afgebroken is, verminderen moet-

[Arie Cornelisz Lap (1750-17xx) zoon van Cornelis Albertsz Lap (1717-1780) en Martje Remmertsz Kunst (1722-1773) was in 1779 getrouwd met Reijnoutje Pieters Hoogschagen (17xx-1809). Zij hadden 5 zonen: Cornelis Pieter, Simon, Dirk en Dirk. Zij waren de grootouders van Biem Cornelisz Lap]

Vergadering 2 November 1802

Ook zal tegens de naaste Vergadering S’ middags 2 uuren werden opgegeven Johannis Schoonberg & wed. Jac. Leendertsz Vos- beide aan den Hoorn omme te onderhouden over derselver opdeval staande Huysen-

Vergadering 16 November 1802

Binnen gestaan Johannes Schoonberg- idem de wed Jacob Leendertsz Vos- beide Eigenaars van 2 Bouvallige Huysen staande aan de Hoorn- te kennen gevende: de Eerste dat hij buiten staat zynde het zelve zyne Huis te kunnen repareeren, nog ook de agterstallige Verponding van te betalen, als meede de Intrest van het daarop gevestigde Hypotheecq ten behoeve van Dirk Daalder- also versogt het zelve Huis tot afbraak te mogen verkoopen-

welk versoek de tweede omme die zelve redenen meede gedaan heeft-

En is het zelve hun beide geaccordeerd- mits de Verkooping geschieden ten overstaan van de Municipaliteit, ongeprejudicieerd ieder zyn regt, en dat de penningen voor de gedaane Koop, betaald wordende ter Secretary alhier- omme daar uit de agterstallige Verponding te voldoen-

Binnen gestaan Arend van Brederode versoekende: zyn Huys staande op het Klif te mogen bezwaaren met de verponding van zeker hem toebehoorende Bouwvallig Huys staande op de Dijk- wanneer hij geresolveerd was, het zelve Bouwvallig Huysje op de Dyk staande aftebreeken- en is het zelve zyn Versoek geweezen van de hand-

Extra vergadering 7 December 1802

Het Huys van Joh. Schoonberg aan den Hoorn tot afbraak verkogt voor f 47- en dat van de wed. Jacob Leendertsz Vos voor f 44- is naar deliberatie geresolveerd: die Gelden naar aftrek der Vendukosten aftegeven aan de Ontfanger van den Hoorn in mindering der agterstallige Verponding op beide die Huysen te kwaad-

Vergadering 8 Maart 1803

Binnen gestaan Arent van Brederode en is hem aangezegt, dat hy zou hebben te zorgen, dat voor den 1 Mey aanstaande de binneMuur van zyn Huys staande aan den Hoorn op Dyk wederom in die staat was als toen hy onlangs het zelve Huys kogt-

Zegt deselve in substantie: dat hij voorneemens was, het Huys wederom in ordre bewoonbaar te maken- ja het zelve bereids aan Diaconen van Oosterend tot een wooning verhuurd had- versoekende het agtereynde aftebreeken waarmeede het voorhuys goed kon hersteld worden, wanneer hy voorneemens was een nieuwe Zomerwooning ‘er aan te bouwen en aan de eere zyde een Nieuw dak opteleggen

Waar over zynde gedelibereerd: is hem gelast aan dit Huys alles te laten provisioneel in statu Quo- vervolgens ter naaster Vergadering overteleggen een schriftelyk bestek, hoedanig hy het zelve Huys zoude verbeeteren- wanneer eindelyk dat zelve bestek aanneemelyk geoordeeld wordende, zal hem de opbouw worden geaccordeerd- mits tot naarkominge hier van staande suffisante Cauti-

Vergadering 18 September 1804

Ingekomen request van A. v. Brederode aan het Gedeputeerd bestuur, en door de Commissie tot de finantie uit het zelve Bestuur gesteld in handen van deze Vergadering omme daarop te dienen van berigt, wegens zeker Huys en Schuur N 51 staande aan den Hoorn, omme de Schuur te mogen afbreeken- het Huys te repareeren naar behooren- en de Verponding van de Schuur die maar gering is, als dan te brengen op het woonhuys, welke daarmeede niet te veel bezwaard zoude weesen-

Waar over zynde gedelibereerd, is het zelve request met zyn bylagen, gesteld in handen van de Secretaris, omme daarop tegens de naaste Vergadering het berigt gereed te hebben-

Het berigt aan Commissarissen tot de Finantien uit het Gedeputeerd bestuur van Holland, in S’ Hage luide aldus

Wy hebben geen denkbeeld, dat Arend van Brederode requestrant by de te rug gaande requeste, op welk wy de Eed hebben te berigten: by het Gedep. Best. zou durven onderneemen, versoek te doen tot het afbreeken van een gebouw, wiens Massive en fixe staat, het in hem verbondene Huis of Wooning voor den val hoed, om reeden: daardit Huys met de annexe Schuur N. 51 in Ordinaire Verponding bekend staat (niet met f 1.12- zo als abusivelyk gesteld is, maar met f 1.8- S’ jaars- wij op grond der publicatie van 23 junij 1797 hoe schoonschynend men het voordroeg, ons ‘er altoos tegen verzet hebben-

Want word het afbreeken van deeze hegte Schuur onder het futile voorgeeven van het woonhuis in zo veel te betere staat te brengen toegestaan, dan is aan het willekeurig sloopen van Huysen en Gebouwen (met alle reverentie) maar een al te wyde deur opengezet en ons dorp den Hoorn , alwaar dit al te jammer, maar te veel in ’t geheim gedreven word, zal dan binnen kort tot een puynhoop gekeerd zyn - waar van de registratie lang (by ons onder vehemente hospicie) als dan de voornaamste acteur zal weezen- zynde het te wenschen geweest, dat die Man in 1792 om zyn gedrag Texel ontzegt, dog na 1795 te rug gekeerd, nooit weer hier gekomen was- dan zou gewis, de behoeftige Classis aan dat dorp die inductie niet verkreegen hebben, nog middelen aan de hand geweezen zyn, hoe in het afgetrokken voor het gesloopte geld te maken- ook zoude ‘er dan zo veele niet gevonden worden, die zig thans hier met de opkoop van afbraak geneeren; waardoor dit werk, van tyd tot tyd, zeer tot ruine van onze dorpen is vermeerderd geworden -

Wy versoeken uit hoofde voorschreeve: dat het request van Arend van Brederode niet alleen mag geweesen worden van de hand; maar dat tegens alle die zig het willekeurig sloopen van bewoonbaare gebouwen zonder consent veroorloven, en daar een schandelyk gewin mee dryver, zeer tot agterdeelen van S’ Lands en plaatselyke finantien, de gestrengste maatregulen werden daargesteld-

In afwagting hier van zyn wy met verschuldigde Eerbied en Hoogachting

‘t gemeente bestuur van Texel voornoemt

ter Ordonn. van deselve (get) WRomans Secretaris

Texel 12 October 1804

Vergadering 11 Junij 1805

Binnen gestaan Cornelis Willemsz Smit, Rooymeester aan den Hoorn te kennen gevende dat hy op voorstel van Arend van Brederode wegens het Huys van Jan Alb. Rem versogt was geweest, de Vergadering te elucideeren nopens deszelfs slegte staatie-

Verklaarde de Vergadering dat hy zig des zeer abuseere- als zynde het versoek van A. v. Brederode, om dat huys te mogen afbreeken- waar in de Vergadering meende reeden te hebben, voor als nog te moeten difficulteeren, en de afbraak niet te kunnen toestaan-

Deselve Cornelis Willemsz Smit met zyn Huis belend aan het Erff afkomstig van Pieter Alifsz

aan den Hoorn op Dyk- leggende zonder lasten: versoekt: voor het naar behooren onderhoud der Heijningen afstand van het zelve Erff-

en is dit in advys gehouden tot de naaste Vergadering, wanneer men met Lid van den Hoorn, die men vertrouwd als dan present te zyn, daar nader over te zullen confereeren-

Vergadering 19 November 1805

Van wegens Pieter van Grouw, Koper van 2 Huisen tot afbraak aan den Hoorn uit de Boedel van Arend van Brederode word versogt uit hoofde van de spoedig op handen zynde Winter, om prolongatie tot afbraak van deselve Huisen- willende wanneer zulks hem vergund word een half Jaar verponding en binnelandsche Kosten voor deselve Huysen betalen-

En is op deese Voet hem het Versoek geaccordeerd tot 1 februarij 1806

[Arend zat intussen in het Rasphuis in Amsterdam]

Vergadering 22 April 1806

Leendert Jacobsz Kok en Jacob Bakker zig schriftelyk verbindende als Borgen, tot securiteit van de Opbouw en verbetering van het Huis aan den Hoorn thans toebehoorende Jan Jacobsz Boon, heeft de Vergadering daar meede genoegen genomen- mits die verbetering na behooren geschiedende voor 24 Junij 1806 aanstaande-

Fulps Lap en Harme van der Werf zig almeede verbindende als Borg voor Hendrik Jansz Rob, to afbraak van een agterhuis aan den Hoorn, omme daar meede het Huis te verbeteren-

Is zulks geaccordeerd: mits zulks geschiedende voor 1 Aug. aanstaande

Wyders is besloten: by Publicatie alom bekend te maken: dat die geene welke zynde geweest Eigenaar van een of meer Huysen, woning of woningen op deese Eilande, welke door gebrek aan bekwaam onderhoud, of ook door nalatigheid van het betalen der S’ Lands en Eilands Lasten zyn vervallen of by Executie verkogt geworden- dat de zodanige een geen Eigenaar by koop wederom zal kunnen worden van een Huis of gedeelte van dien- ten waare: Borgstellende tot genoegen voor den tyd van 20 Jaaren, dat het zelve Huis of gedeelte van dien, na behooren onderhouden en de Jaarlyksche Laten betaald worden

En dat het zelve ook toepasselyk zal weesen, op gealimenteerdend bij eenig Kerkgenootschap of Armen Cas, mitsgaders op de zodanige die van de Bedelzak en Aalmoessen zo voor hun zelve als Huisgezinnen hyn bestaan maken-

En zal van dese by Extract kennis werden gegeven aan Scheepenen van Texel, met versoek: dat zy hier toe als geschiedende zulks ten algemeene nutte, hun medewerking gelieve te verleenen, en is besloten: dat geene Transporten van Huysen aan de zodanige geschieden-

Afschrijving

Het Gemeentebestuur probeerde bij de Landsregering afschrijving van oninbare posten te krijgen. Na drie brieven aan de Eerste Kamer, zonder bevredigend antwoord, richtte men zich tot de Financieele Commissie. Dat hielp ook weinig. Wat meespeelde was dat men het in Den Haag drukker had met staatsgrepen en ander politiek gekonkel, dan met het oplossen van de noden van het Volk.

Vergadering den 27 November 1798

Daar er tot Heeden nog geene afschryvinge gekomen is, wegens de geremoveerde Huysen aan den Hoorn, en het hoog nodig is, dat hierinne voorsiening geschieden-

Vergadering 4 Februarij 1800

Het request aan de Eerste Kamer van het Vertegenwoordigend Lighaam was van deese inhoud

den request wegens de geamoveerde gebouwen van Texel

Aan de Eerste Kamer van het Vertegenwoordigend Lighaam des Bataafsche Republicq

Geeven met behoorlyke Eerbied te kennen, de Municipaliteit van Texel

Dat de quynende Staat der Commercie al sederd Jaaren, en het ten eenemaale Stilstaan der Zeevaart na de Jaare 1795 zodanig verval op het dorp den Hoorn alhier, het geen meestal uit Lootsen en Visschers bestaat te weeg hebben gebragt-

Dat veele Eigenaars van Huisen aldaar, waar van Verscheidene in S’ Vyands handen, of elders buiten S’ Lands zig bevinden, de Verpondingen niet kunnen betalen-

Dat de meer en meer toeneemende Armoede, als gevolgen van de Jammerlyke Oorlog oorsaake geevt, de Huysen aldaar geen geld waardig zyn, de Eigenaars nog onderhoud, nog Verponding, nog andere Lasten kunnende dragen, die abandonneeren (en alzo ten prooij der quaadwillige staane) dan verre vallen, tot merkelyk beswaar voor dit Eiland, te meer: daar het vorige bestuur van het zelve, op de invordering der Verponding by uitstek non Chalant zyn geweest-

Dat de Supplianten in den Jaare 1797 wanneer het Provinciaal Committé van het Voormalig Holland opgaave requireerde, van Landen, Huysen en gebouwen zonder onderscheid, welke tot nog toe geen Verponding betaalde, terwyl zy de billykheid in deeze opgave erkende, en daar aan onverwyld voldeede, dan ook vermeende over de Amotie van Gebouwen, Landen of Gronden, tot afschrijving op veronderstelde billykheid te mogen aandringen- tot dat eynde daarby eene pertinente Lyst voegende, rakende de Amotie alom over geheel Texel, dog alles zonder gevolg-

Dat het alzo op dien voet voortgaande, men voor al het dorp den Hoorn, van Huysen (eenige weinige uitgezonderd) na verloop van korte Jaaren, geheel gesloopt zal zien, terwyl geene Verponding inkomende, nog afschryving kunnende obtineeren, het Eiland daar meede zitten blyft-

Dat tot voorkoming van dit Laaste de Supplianten voorkwam, hier inne aanigsints konde voorsien worden, zo wanneer zy geauthoriseerd waaren, dadelyk zodanig geabandonneerd en op de Val staande Huys of Huijsen tot afbraak te mogen verkoopen , uit welk provenu immers zo verre strekken kon, dat de agterstallige Verponding zoude worden aangezuyverd- maar dat dan ook naar gedan opgave van amotie vervolgens van de daarop staande Verponding afschryving diende te geschieden-

Reedenen de Suppilanten zig door dien zyn keerende tot Uw MedeBurgers, gansch reverentelyk versoekende: ingevolge bygaande Lyste van de daarby vermelde Huysen, Landen en Gronden op Texel afschryvinge van Verponding te mogen hebben, als meede voortaan te worden geauthoriseerd en geaualificeerd- zodanige Huys, Huysen of gebouwen in Verponding by hun lieden bekend, welke door de Eigenaars uit hoofde van Armoede geabandonneerd en alzo op den Val staande tot afbraak te mogen verkoopen, het provenu te ontfangen, daar uit zo verre strekken kan de agterstallige Verpondingen aantezuyveren, en dat naar gedaane opgave hier van, de daarop staande Verponding werden afgeschreeven-

’t welk doende &z

De Municipaliteit van Texel

Ter ord. van deselve (get) WRomans

Vergadering 15 July 1800

De precident stel voor, of men zig over de op de val staande Huysen aan den Hoorn niet andermaal aan het Wetgevend Lighaam zoude addresseeren-

En is zulks geresolveerd; met vermelding, het getal der geamoveerde Huysen zo vebazend is toegenomen, dat zo voortgaande men bevreesd is een generale Sloping van het dorp ten gevolg zal hebben-

Aan de Eerste Kamer van het Vertegenwoordigend Lighaam des Bataafsche Volks

Geven met behoorlyke Achting te kennen: de Municipaliteit van Texel

Dat de toeneemende Armoede op hunlieder Eiland vooral het dorp den Hoorn hetgeen genoegsaam alleen uit Loodsen, Visschers en Zeelieden bestaat , die voor een groot deel in S’ Vyands handen verslaven of behoeftig geworden zyn, hetzelve dorp zodanig in verval brengt, dat de Eygenaaren van de Huysen aldaar nog Verponding nog onderhoud van dezelven meer kunnende dragen, gemelde hunne Huisen abandonneeren, en ten prooij der Kwaadwilligheid overlaten, waardoor zommige tot een puinhoop instorten, anderen tot merkelyk pericul op den val staan, en alzo nietwaardig worden - terwyl de Eilands Casse met de Last der agterstallige Verponding zitten blyft-

Dat de Supplianten zig hier over reeds in den Jaare 1797 aan het Voormalig Provinciaal Committé van Holland en ook nog van deese Jaare in de maand februarij laastleden aan Uwe Vergadering geaddresseert hadde, en teffens eenige middelen voorgedragen, waardoor ten minste eenig soulaas aan hunlieder Eiland kon worden toegebragt- met alle reverentie zig hadde gesteld, het zelve addres gunstig geappuijeerd te verkrygen- en daar ‘er zederd die tyd het getal der verlatene Huisen meer en meer toegenoomen is, zodanig: dat indien het zo voortgaat, eene verregaande Slooping van dat dorp ten gevolgen zal hebben -

Zo neemen de Suppl. andermaal de Vryheid, zig door deeze aan UwL Vergadering te wenden, met Eerbiedige en ernstige Beede; dat het UwL gelieven zal, op hunlieden in february jongstleden gemaakt addres (waartoe de Suppl. zig met alle reventie refereeren) zodanig spoedig besluit te neemen, als het naar Uwe Wysheid best vermeend zal worden te behooren-

Heil & Btoederschap

De Municipaliteit van Texel voornoemt

Ter ord. van deselve (get) WRomans Texel 19 July 1800

Vergadering 28 October 1800

De Secretaris suppediteerd eene door hem van de financieele Commissie uit het voormalig Gewest Holland ontfangene Nominatieve en genommerde Lyst van de Huysen aan den Hoorn zodanig als die berust in het Register der Gaarder Boeken ter finantie van het voormalig Gewest Holland en wel in het Register van Enchuysen met de daar onder gehoorende dorpen, alwaar hetzelve in het tweede deel Cheville N. 12 van het quohier te vinden is-

waar over zynde gedelibereerd is naar Examinatie geresolveerd: het zelve te stellen in handen van de Ontfanger van den Hoorn- ten einde het quohier zyner Verponding Boeken als nu hier meede te vergelyken; omme alzo te ontdekken welke de genommerde Huisen aldaar zyn- en Heede 14 dagen S’ nademiddags van zyne bevinding rapport te doen; met medebrenging van zyn quohier en dit Extract.

Vergadering 10 Maart 1801

Aan de Eerste Kamer van het Vertegenwoordigend Lighaam des Bataafsche Volks

Geeven met verschuldigde Hoogachting te kennen de Municipaliteit van Texel-

Dat de Supplianten by twee onderscheidene addressen in de maanden Februarij en July des afgelopen Jaars 1800 eerbiediglyk de Vryheid naamen, Ulieder Vergadering te naderen, teffens afschetsende de deplorabele armoedige staat van het dorp den Hoorn, op ons Eiland (byna geheel uit Lootsen en Visschers bestaande), hetgeen door verlaten en abandonneeren hunner Huijsen waaraan door ten eenenmale onvermogen, nog onderhoud kan gedaan worden, nog Verponding betaald worden ten gevolgen had-

Waar voor men reeds in den Jaare 1797 by het provinciaal Committé van het voormalig Gewest Holland te vergeefs redres versogt had- met een voorslag hoedanig de Supp. dagten, daar zy met de last der Verponding zitten bleeven, dat eenigsints tot goedmaking kon gehandeld worden- namenylyk zo wanneer hun wierd gepermitteerd, alle de op de val staande Huisen, of de reeds ingestorten aftebreeken en de afbraak tot vermindering der agterstallige Verpondingsgelden te verkoopen, en eindelyk: dat het Ulieden welbehagen geliefde te zyn, van alle zodanige Huysen of Gebouwen, naar summiere opgave afschryving van Verponding te accordeeren-

Alles breeder by opgemelde addressen omschreeve waartoe de Supplianten kortheids halven, de Vryheid naamen zig te refereeren-

Dat de Supp. gehoopt hadde hier op gunstige dispositie te bekomen, gefungeerd wierden, dat het agterblyven daarvan alleen was toeteschryven: door dien de Nommers der Huysen niet waare opgegeven- en hier na in de Registers der quohieren voor het dorp den Hoorn ondersoek diende: ontdekten zy tot hunne grootste Verwondering, dat de Nommering aldaar (omme welke reedenen hun onbekend) waaren agtergebleeven-

dat de Supp. door het ligten van Copie authenticq uit het Generale quohier ten bureele van S’ Lands Secretary in S’ Hage, en zig geen moeite ontziende eindelyk zo verre zyn geslaagt, van ook het quohier der Huisen aan den Hoorn onder hun berustende in ordre genommert te krygen, en alzo in staat als nu de vervallene en ingestorte Huijsen naar behooren te kunnen opgeven- waar van wy de Eer hebben, eene Specificque Lyst ten deeze geannexeert overteleggen, en met alle reverentie Ulieder Vergadering te versoeken, als nu ten spoedigeste afschryving van Verponding der opgegevene vervallen en tot een puynhoop ingestorte Huysen aan de Hoorn op Texel op Texel te mogen hebben-

mitsgaders te worden geauthoriseerd: de van tyd tot tyd door de Eigenaars aldaar geabandonneerde en op de val staande Huysen, en dit ook over geheel hunlieder Eiland, tot afbraak te mogen verkoopen, uit het provenu de agterstallige Verpondingen immers zo verre strekken kan aantezuiveren, en eindelyk even als van allen anderen naar gedaane opgave afschryving van Verponding te bekomen, ’t welk doende &z

de Municipaliteit van Texel

Ter ord. van deselve (get) WRomans

Vergadering 2 November 1802

Ingekomen resolutie van het Staatsbewind dato 18 laastleden, inhoudende: antwoord op 2 requesten van ’t Gemeente Bestuur van Texel aan het Vertegenwoordigen Lighaam, waarby aan dezelve word verleend, afschryving van verponding van ingestorten en geabandonneerde Huysen aan de Hoorn mits aanzuyverende tot 1 Januarij 1803-

ARMLASTIGE HUISEIGENAREN

Jaapje Albers

Vergadering 10 April 1798

Binnen gestaan Kerkmeesteren van het Gereformeerd Kerkgenootschap aan den Burg-

Dezelven leggen over zeker Hypotheecq ten behoeven der Kerk en tot lasten Symon Thomasz en Jaapje Albers aan den Hoorn groot f 250- waarop in geene 5 Jaaren interesse was betaald, zynde gevestigd op een stuk land en Huys aan den Hoorn; dat zy hier na Onderzoek doende; hadde bevonden, dat op het zelve Land en Huys een ouder Hypotheecq gelegen had, en dat

uit Kragte daar van het stuk Land bereids verkogt was- en dat uit de daarvan geprofluctueerde penningen niet eens dat Eerste Hypotheecq had kunnen betaald worden- Zynde wyders het Huys in eene zo slegte staat, dat by na daar niets van te regt zal komen, zynde Symon Thomasz reeds voor lang overleeden en deszels huysvrouw in diepe armoede-

vragende als nu hoedanig zij hier meede moeten handelen?

En is hun aangezegt, daar men deselve pretensie als eene disperate post beschouwde, men daar niets in doen kon- maar dat men moest tragten de weduwe van Symon Thomasz te persuadeeren, dat zy het huys verkogt-

Floris Sandboer

Vergadering 23 Jan: 1798

Binnen gestaan Floris Sandboer vragende al meede uitstel van betaling zijner agterstallige Verponding-

Als voren geweesen van de hand en meede met sterken aanmaaning tot betaling

Vergadering 20 Februarij 1798

Binnen gestaan Floris Sandboer, andermaal versoekende uitstel in de betaling zyner verponding, zeggende tot betaling daar van te zullen verkoopen 3 Melkkoeyen, 1 Os, benevens eenige Schaapen- waarover gedelibereerd zynde: is hem aangezegt dat men zyn aanbod provisioneel toestond- onder die mits: dat hy voor den 20 Maart aanstaande, niet alleen het Rundvee verkogt, maar ook 20 stuks schaapen- zullende men zo lang de Executie opschorten.

Vergadering den 27 November 1798

De precident steld voor, of het niet eens nodig was den Ontfanger van den Hoorn opteroepen, ten einde te verneemen hoe het met de agterstallige geleegen is, voorxx de Erve Jan Dykse en Floris Sandboer-

Weduwe Jan Dijksen

Vergadering 12 Maart 1799

Binnen gestaan Cornelis Dyksz versoekende voor zynen moeder de wed. Jan Dyksz eenig uitstel van betaling der agterstallige Verponding, zynde daar van 8 Jaaren te kwaad- aanneemende nu dadelyk 2 Jaare aftedoen-

En is deselve aangezegt ten minste voor 24 Juny 1799 aanstaande tot den Jaare 1795 incluys moet aanzuyveren

Vergadering 1 December 1801

Dezelve Ontfanger zig intereseerende voor Cornelis Jansz Dykse, door ziekte buiten staat voor deeze Vergadering te sisteeren, verzoekt dat hem voor de vaste Goederen zyner Overledene Ouders tot betalinge der verschuldigde Verponding meede uitstel tot Nieuwe Jaar aanstaande mag worden verleend, als dan aanneemende 2 Jaaren te voldoen-

Na hier over het gevoelen van den Ontfanger te hebben gehoord, is zulks al meede geaccordeerd-

Erven Dirk Gollenstee

Vergadering 5 January 1802

Binnen gestaan de Weduwe van Pieter Gerritsz Visser, idem van Dirk Gollenstee, versoekende dat hun geen verdere Kosten tot bekoming hunner agterstallige Verponding worden aangedaan, daar zy ten eenemale onvermogend zyn-

Dan is hun aangezegt: dat men geen surcheance kon geeven, maar voort zoude gaan ten waare zy zelve haare Huysen aanzetten om te verkoopen- en is wyders met den Ontfanger afspraak gemaakt, die Huysen niet lager te laten loopen, als de Verponding en Kosten van Executie beloopen- zynde dit opgedragen aan den Ontfanger-

Vergadering 2 febr. 1802

De dogters wyle Dirk Gollenstee genaamd Antje en Neeltje, instaande voor hunne Broeder Dirk Gollenstee, zig interesseerende voor haaren Moeder, neeme aan en beloven tegens St Jacob aanstaande aan de Ontfanger van den Hoorn te voldoen en betalen de Kosten van Executie bereids veroorsaakt tot invordering der agterstallige Verponding haare Moeder op haar Huysje verschuldigd, en daar en boven 2 Jaaren agterstallige Verponding, belovende wyders ieder van haar S’ Jaarlyks een jaar Verponding aftedoen, tot dat alles aangezuyverd zal zyn- en heeft de Vergadering hier meede provisioneel genoegen genomen, en den Ontfanger die ‘er tegenswoordig was, kennis van gegeven-

Vergadering 19 february 1805

Binnengestaan de wed. Dirk Gollenstee wegens de agterstallige Verponding zederd 1793 bevreesd van aangemaand te zullen worden, zegt deselve: dat eenig Jaaren geleden met het Gemeentebestuur deswegens met haar een overeenkomst getroffen was, waar by haare 3 Kinderen een Zoon en 2 dogters welke dienstbaar waaren, hadde aangenomen alle jaare 2 Jaaren agterstallige Verponding aftedoen, dat zulks ook alzo conform door deselve Kinderen waaren gedaan 3 Jaaren agter den anderen- en dat zy vertrouwde haare opgemelde Kinderen, hier wel meede zoude continueeren, tot dat de Schuld afgedaan zoude zyn- versoekende daar zy eene zeer behoeftige weduwe is, dat haar tot geene Kosten mag worden aangedaan-

Waar over zynde gedelibereerd is haar aangezegt, dat de Verponding tot 1800 incluys absoluut moet aangezuyverd worden, en dierhalven haar Kinderen zig moeten verbinden binne 3 maal 24 uuren ter Secretary, dat zy zulks zullen afdoen voor den Eerste Junij 1805 aanstaande dezelve weduwe verklaarde hier op, dat zy deese resolutie haare Kinderen, waarvan er 2 nog dienstbaar, dog de derde inmiddels gehuwd was, niet duvde voorstellen- dewyl die aan haar als een arme behoefige weduwe zynde, veel deede- maar wenschte: dat de Vergadering in de gemaakte schikking mogt berusten- en heeft de Vergadering met die gemaakte schikking, dan meede genoegen genomen-

[Dieuwertje Dirks Gollenstein (1793-1873) trouwde in 1824 met Pieter Alberstz Kikkert. Haar ouders waren Dirk Gollensteijn en (17xx-1797) en Antje Siegerts Stuijfzak (1751-1831). Zij waren getrouwd in 1779 en kregen 8 kinderen waarvan er 6 volwassen werden]

Trijntje Jacobs de Leeuw

Vergadering 5 January 1802

Dan is hun aangezegt: dat men geen surcheance kon geeven, maar voort zoude gaan ten waare zy zelve haare Huysen aanzetten om te verkoopen- en is wyders met den Ontfanger afspraak gemaakt, die Huysen niet lager te laten loopen, als de Verponding en Kosten van Executie beloopen- zynde dit opgedragen aan den Ontfanger-

Ook is deselve Resolutie genomen ten opzigte van het Huys van Tryntje Jacobs de Leeuw

Vergadering 22 Februarij 1803

Binnen gestaan Cornelis A. Lap vragende te Koop het Huis van Tryntje Jacobs de Leeuw aan den Hoorn- en is het zelve onder goedkeuring van deselve Tryntje Jacobs de Leeuw aan hem verkogt voor f 50- waarvan den Ontfanger Pieter Klaasz Daalder zal worden kennis gegeven, met Last optegeven, welke kosten ‘er ten lasten van dat Huys gemaakt zyn

Vergadering 27 February 1803

De precident geeft aan de Vergadering kennisse: dat daar den Ontfanger van den Hoorn berigt had ingezonden, dat op het Huys van Tryntje Jacobs de Leeuw de volgende Schulden waaren als de Verponding tot 1802 incluys f 45.8- Veilloon 3.13- Kamer Huur aan W. Ernst [Slyboom] 1.4- Voor de Informatie, Sommatie en renovatie f 11.14- Dienaarsgeld f 1.12-

Te zamen ten beloope van f 63.11-

Hy Ontfanger alvorens de Koop aan Cornelis Arisz Lap voor f 50- aangezet vermeenende de Vergadering daarvan te moeten onderrigten- daar Cornelis Lap niet meerder wilde geven als de door hem uitgeloofde f 50-

Waar over zynde gedelibereerd en in aanmerking genomen, dat daar Cornelis Arisz Lap voorneemens was het zelve Huys te doen repareeren, en alzo bewoonbaar maken, het dierhalven tot in stand houding van het dorp den Hoorn, en ter voortduuring van S’ Lands Verponding beter was, dat men het zelve Huys voor f 50- verkogt, dan dat het zelve geheel kwam te vervallen, alhoewel men afschryving van Verponding bekwam- en dat het defaut van f 13.11- en bovendien mogelyk nog de Verponding over dat Jaar, ofschoon afschryving geschieden- langs den een of ander weg, wel weder kan gevonden worden- egter zo onverhoopt dit niet kan plaats hebbe, dat dan het behoud van een Huys, het geringe nadeel aan de Eilands finantie hierdoor te Lyden, zulks wel konde opweegen-

Is eyndelyk geresolveert by de gedaane verkoop aan Cornelis Arisz Lap van het zelve Huys voor f 50- te blyve persisteeren, en den Ontfanger van de Hoorn daar van kennis te geven-

Vergadering 27 december 1803

Tegens de naaste Vergadering opteroepen Cornelis Az Lap, tot het Transporteeren van zijn gekogt Huis van Treintje Jacobs de Leeuw- idem of de Zaak nopens het Huis in het Nieuland met de Bailliuw getermineerd is-

Vergadering 12 Junij 1804

Daar Cornelis Arisz Lap aan den Hoorn tot Heede de koopschat van f 50- voor het door hem van het Gemeentebestuur gekogte Huys afkomstig van Tryntje Jacobs de Leeuw tegens de conditie van Koop als dewelke bepaalde, dat het zelve op 1 November 1803 passato overgedragen en betaald moest weesen, nog niet voldaan heeft-

Is geresolveerd: deselve Cornelis A. Lap opteroepen tegens Heede 8 dagen S’ middags 4 uuren, om die daarover te onderhouden-

Vergadering 14 October 1807

Binnen gestaand Risje Maartens wonende aan den Hoorn, pretendeerende de nalatenschap haarer Moeder Tryntje Jacobs de Leeuw in eene der Armekamers aan den Hoorn voornoemd overleden, ter voldoeninge van het Vaderlyk bewys door denzelve haare Moeder, by hertrouwen gedaan, aanneemende alsdan de doodschulden te voldoen-

Waar over zynde gedelibereerd, is begreepen: daar de overledene Tryntje Jacobs de Leeuw zo lange de voordeelen en het genot der Armekamer genoten heeft, deselve Armekamer word verklaard alleen geregtigd te zyn tot haare nalatenschap-

Zullende de Voogden hier van worden kennis gegeven, omme zig daar na te gedragen-

Vergadering 24 Mei 1808

Thans aan de ordre zynde dat de Armevoogden reekening moeten doen- zyn binnen gestaan de Kamervoogden van

Hoorn de afg Fulps Lap met de continuerende Gerbrand van Grauw en Frans J. Witte doen reekening aan de aank G.C. Abbenes ’t Saldo bleef f 117.15.3

Behalven ’t nog intevorderen van de door de Voogden verkogte Meubilen volgens hunne Lyst als voor de Boedel van Tryntje Jacobs f 2.3- en van Pietertje Klaas f 19.3- welke posten de Voogden gelast zyn ter naaster te moeten verantwoorden-

Erven Pieter Roos

Johannis Schoonberg

Vergadering 16 February 1802

De Vergadering geinformeerd zynde: dat Johannis Schoonberg aan den Hoorn gansch willekeurig zyn Huys staande aan den Hoorn voornoemt sloopt en afbreekt, is deselve door middel van een Dienaar der Justitie voor deeze Vergadering opgeroepen- en na dat den precident hem ten ernstigste over zyne willekeurige handelwys had onderhouden en ten sterkste gecorrigeerd- heeft hy belofte gedaan, niet aan het zelve Huys meer te zullen reppen of roeren-

Vergadering 16 November 1802

Binnen gestaan Johannes Schoonberg- idem de wed Jacob Leendertsz Vos- beide Eigenaars van 2 Bouvallige Huysen staande aan de Hoorn- te kennen gevende: de Eerste dat hij buiten staat zynde het zelve zyne Huis te kunnen repareeren, nog ook de agterstallige Verponding van te betalen, als meede de Intrest van het daarop gevestigde Hypotheecq ten behoeve van Dirk Daalder- also versogt het zelve Huis tot afbraak te mogen verkoopen-

welk versoek de tweede omme die zelve redenen meede gedaan heeft-

En is het zelve hun beide geaccordeerd- mits de Verkooping geschieden ten overstaan van de Municipaliteit, ongeprejudicieerd ieder zyn regt, en dat de penningen voor de gedaane Koop, betaald wordende ter Secretary alhier- omme daar uit de agterstallige Verponding te voldoen-

Extra vergadering 7 December 1802

Het Huys van Joh. Schoonberg aan den Hoorn tot afbraak verkogt voor f 47- en dat van de wed. Jacob Leendertsz Vos voor f 44- is naar deliberatie geresolveerd: die Gelden naar aftrek der Vendukosten aftegeven aan de Ontfanger van den Hoorn in mindering der agterstallige Verponding op beide die Huysen te kwaad-

Extra vergadering 7 December 1802

Het Huys van Joh. Schoonberg aan den Hoorn tot afbraak verkogt voor f 47- en dat van de wed. Jacob Leendertsz Vos voor f 44- is naar deliberatie geresolveerd: die Gelden naar aftrek der Vendukosten aftegeven aan de Ontfanger van den Hoorn in mindering der agterstallige Verponding op beide die Huysen te kwaad-

Vergadering 25 Januarij 1803

Binnen gestaan Pieter Dirksz Boon van den Hoorn, te kennen gevende: dat door het afbreeken van ’t Huys van Johannis Schoonberg het geen aan de Westzyde met de agtergevel van zyn Huys op een Muur stond, het zelve zyn Huys zoodanig verzwakt is geworden, dat het nu van agteren ingestort is- versoekende dierhalven, genoemde zyn ingestorte Huys ter voorkoming van zyne verdere Schaden aftebreeken en als afbraak te verkoopen-

De Vergadering in overweging neemende: dat daar hij eigener authoriteit de Schuur bezyden zyn Huys gestaan hebbende, in gepasseerde Zomer afgebrooken heeft, waardoor hy zelve meede aan oorsaake is geweest van het verzwakken van ’t Huys- men alzo in zyn versoek voor als nog niet kan treeden-

Cornelis Ariesz Lap

Koper en Verkoper

Vergadering den 14 April 1801

Binnen gestaan Jan P. Knaap te kennen gevende: dat hy door de Bode aanmaning had gekreegen, tot betaling zyner verschuldigde Verponding van zyn Huys. Dat hy Eigenaar zynde van verscheidene Huysen aan den Hoorn, eerst niet had geweeten, welk Huis hier meede wierd bedoeld, dan daarna begreepen zulks te zyn een Huis in vroeger dagen door hem aan Arie Hoogheid in 1798 verkogt voor f 175, ter Secretary aangegeven, dog nooit getransporteerd geworden- dat het hier meede zo gelegen was:

Dat daar het voorheen altoos zo gelegen was: dat daar het voorheen altoos de gewoonte was, ieder Scheepen op zyn dorp de Verkoopers en Kopers tot het doen van het Transport waarschouwde, hy nimmer waarschouwing gekregen had-

Ten andere hadde Regenten van den Hoorn indertyd geen Zwarigheid gevonden, dit Huis ofschoon niet getransporteerd, op Naam van Arie Hoogheid overtezetten-

Eindelyk was de Armoedige staat der Koper, die nog 40 penningen nog Koopschat konde betalen, oorsaak gebleeven dat het niet was getransporteerd- maar daar het evenwel op Naam van Arie Hoogheid op het Register der Verponding van de Hoorn was overgebragt, oordeelde hy aan dat Huys ongebonden te zyn-

Waarover zynde gedelibereerd en in aanmerking genomen, dat niemand door Koop Eigenaar kon worden van eenig vast goed, maar alleen door middel van een wettig Transport- dat daar hy als verkooper belang had gehad, de Koopschat aan hem wierd betaald, hy dan ook daar voor had moeten zorgen dat het getransporteerd wierd- en zo het onvermogen der Kooper hier de oorsaake was, zulks niet had kunnen geschieden, de Ordonnantie op de 40 penningen hem de weg wees, hoedanig te handelen-

Dat geen overzetting van Regenten van den Hoorn in der tyd op Naam van Arie Hoogheid in het quohier der Verponding hier afdeed- maar alleen een wettig Transport- en dat hy alzo wel degelyk als nog voor Eigenaar van dat Huis gehouden wierd-

Deselve Jan P. Knaap erkennende van zyne andere Vaste Goederen Verponding te quaad te weesen, versogt alzo uitstel van betaling tot 24 Junij 1801, en is dit zyn versoek geweesen van de hand-

Arend van Brederode

Vergadering 13 October 1801

De Schout geeft kennisse dat den Ontfanger van en Hoorn, hem had kennis gegeven, dat Arend van Brederode aldaar zeker Huys van Pieter Maurits anders Pieter Dros, eigendunkelyk afgebroken had, voorgeevende zulks met communicatie van den Burger wilkes Lid deeser vergadering te zyn geschied- dat hy Schout van zodanige resolutie, dewelke hy wist, zeer tegens de intentie deezer Vergadering aanteloopend, gansch onkundig, de verdere afbraak en vervoering daar van had belet- en Arend van Brederode benevens de Vrouw van Pieter Dros, zynde de Man uitlandig, tegens heede voor deeze Vergadering had doen roepen-

De precident hier op den Burger Wilkes naar de reeden van deese zyne eigendunkelyke demarche onderhoudende, zegt deselve volstrekt onwaar te weezen dat deze afbraak met zyne communicatie zou zyn geschied- dat wel is waar A. v. Brederode hem by wyze van discours had gevraagd, of hij een gedeele van een ingevalle Huys van een Arme Vrouw aan den Hoorn, niet zoude mogen gebruyken, om een ander gedeelte dat nog stond mede te repareeren en opbouwen hy eenvoudig had geantwoord te vermeenen, dat zulks geen kwaad kon zonder meer-

Hier op zynde binnen gestaan A. van Brederode, heeft den precident hem over zyne handelwyse onderhouden- dan gaf dezelve in substantie te kennen: dat het Voorste gedeelte van het Huys van Pieter Maurits of Dros, zynde ingevallen, deszelfs Arme Vrouw (zynde de man uitlandig) hem had gezegd, dat zy de Ontfanger van den Hoorn gevraagd hebbende, of zy van dat ingestorte wel weder mogt gebruyken, om het nog min of meer bewoonbaare gedeelte van het zelve Huys te laten repareeren, gemelde Ontfanger hier op geantwoord had, zulks verbouwden wel te mogen geschieden- hy alzo alleen uit Barmhartigheid en medelyde die Vrouw zyn hulp had toegezegd en ook dadelyk door een Metselaar en Timmerman, die in zo verre verleend, dat het voorste ingevallen verder is afgebrooken en daar meede genoegsaam een Boetje het geen een vry goede wooning had opgeleverd in zo verre gerepareerd en hersteld, dat byna voltooid was- dar het Riet van het afgebrooken circa 120 bos op de Solder van de naaste buurvrouw was geborgen, en het overige steen en hout nog op het Erff lag- bereid zyn dan daar hy beradens aan deselve Vrouw zo veel beweiden van menschlievendheid had aan den dag gelegd, de op dat Huys verschuldigde Verponding te voldoen en betalen, waarover zynde gedelibereerd en daar de Vrouw niet present was, is geresolveerd deselve Vrouw Heede middag te gelasten van zig voor deeze Vergadering te moeten sisteeren-

deselve S’ nademiddags gehoord en over haar onvoorsigtig gehouden gedrag gecorrigeerd zynde- is geresolveerd: provisoneel met de presentatie van A. van Brederode genoegen te neemen mits dat alle de te quaad zijnde Verponding tot zelfs van deeze Jaare incluys, ten eloope van f 17.9- nog deeze dag aan den Ontfanger worde betaald en het zogenaamde Boetje makende een gedeelte van het ingevallen Huys worden opgetrokken en volbouwd-

En heeft dezelve A. v. Brederode zulks aangenomen- zynde den Ontfanger van den Hoorn hier van kennis gegeven met last van de nalatigheid of zo ‘er aan voldaan word, van een en ander dadelyk te berigten

Dirk Daalder

Vergadering 6 Maart 1804

Binnen gestaan Symon D. Daalder voor zyn Vader Dirk Daalder te kennen gevende: dat agter het Huys zyns Vaders aan den Hoorn in de Kerkstraat een Schuur staat, welke Schuur zy voorneemens waaren aftebreken en te verplaatsen by hunlieder Boereplaats even buiten den Hoorn, afkomstig van Myndert Mynkom- dat wel is waar in de Schuur een bedsteede en de regenbak van het Huys zig bevonden, maar dat zylieden voorneemens zyn, die door middel van een afdak weder aan ’t Huys te verbonden en dewyl zyn Vader alvoorens zulks te onderneemen, daar toe de goedkeuring van deese Vergadering wenschte te hebben, zo nam hy de Vryheid het zelve by deese te versoeken-

Waar over zynde gedelibereerd is het versoek in zo verre geaccordeerd: dat Dirk Symonsz Daalder ter Secretary alhier zal stellen suffisante Cautie, dat hy waarlyk den afbraak van deselve Schuur binnen S’ jaars zal impendeeren tot de wederopbouw van deselve by de Boereplaats even buiten den Hoorn, afkomstig van Leendert Mynkom- nadat alvorens door 2 Timmerlieden zal zyn opgenomen of door den afbraak der Schuur ook nadeel aan het Woonhuys in de Kerkstraat word toegebragt-

Marge: Den 8 Maart 1804 compareerden ter Secretary van Texel Sluijs en Symon Dirksz Daalder, dewelke zig onder afstand van de Beneficien ordinis ordinairis et soupenis den inhoude hun wel bekend tot cautinarissen van het nevenstaande zig hebben gesteld-

Barber Seegers (Barber Siegerts Stuijfzak)

Vergadering 20 Maart 1804

Binnen gestaan Diaconen Ger. Gem. aan den Hoorn, te kennen gevende dat Barber Seegers Lid hunner Gemeente aan de Diaconie Casse zig hebbende opgedragen zy also tot hunne lasten gekregen hadde, het Huys door haar bewoond, staande in de Kerkstraat, in eene gansch vervallen staat, waar op aan Verponding te kwaad was f 35- en dewyl zy van Oordeel waaren, aan het voornoemde vervallene Huis ongehouden te weesen, versogte zy Vryheid het zelve aan het Eiland te mogen opdragen- dan zulks niet kennende, dat zy als dan hoe eerder hoe beter van de Verponding mogte worden ontslagen-

Waar over zynde gedelibereerd: is henlieden aangezegt: dat het Eiland het zelve Huis niet vermogt nog ook voor de Verponding aannemen, maar dat men hun beloofde zig over de afschryving der Verponding te zullen addresseeren-

By deeze gelegenheid steld de precident voor: daar het by naar verjaard; men zig aan het Gedeputeerd bestuur om afschryving van Verponding voor Texel van diverse Gebouwen en Gronden had geaddresseert, waarop men tot Heede nog geen antwoord bekomen had, en ‘er op nieuw aan den Hoorn, Huijsen zyn, die op de val staan of door de Eigenaars reeds zyn verlaten- of het geen tyd wierd, dat men zig op Nieuw addresseerde, en op de afschryving aandrong, te gelyk opgevende welke Huysen zederd de laaste opgave noodwendig wederon aan den Hoorn afschryving moet verleend worden- en is conform beslooten- zynde de Secretaris gelast, in den Geest van den Voordragt door den precident zig te addresseeren- naardat alvoorens den Ontvanger van den Hoorn, zal hebben opgegeven, welke Huysen aldaar zedert de laastgedaane opgave wederom bouvallig en door de Eigenaars verlaten zyn geworden-




Terug naar de vorige bladzij