Omwenteling in 1795


Archief gemeente Texel N. 115
Geschreven kopie door ene F.S. Jz gevoegd bij een versleten pak papier.
Behalve het verslag van de omwenteling en vergaderingen zijn er ook bijlagen, genoemd in de tekst. Die zijn niet overgeschreven.
Gezien de 'moderne' spelling lijkt de kopie niet precies hetzelfde te zijn als het origineel. Tussen haakjes toegevoegde woorden zijn niet overgenomen.

De Keizerskroon werd in dit stuk genoemd als de plaats van samenkomst, maar nergens anders vermeld. Waar was dat?

Een Vrijheidsboom was geen levende boom, maar een versierde paal.

Omwenteling

Verbaal van OMWENTELING voorgevallen op Texel in 1795
Nadat men op dit Eiland sedert 14 dagen door de belemmering van het ijs geen tijding van den vasten wal had bekomen, kwam op den 25en Jan. 1795 de Loodsschipper Pieter J. Duinker, wonende aan den Helder, op Texel, over met de tijding der Capitulatie van de provincien Holland en Utrecht, tevens berichtende dat er reeds 7 a 800 man Fransche troepen aan den Helder waren en nog meer verwacht werden en dat er bij de eerste gelegenheid een sterk garnizoen herwaarts zou oversteken.

Den 27 en Januari daaraanvolgende werd aan den Burg, door de alhier zijnde Fransche krijgsgevangen Officieren nevens de Burgerij met veel vrolijkheid de Vrijheidsboom geplant, bij welke gelegenheid de Burger Jan Ran een aanspraak deed tot aanmaning van Vrede en Eensgezindheid, waarna de Burgers, opgeroepen zijnde om in de Zwaan te komen tot het verkiezen van Commissarissen, aldaar bij meerderheid van stemmen 6 burgers werden gecommitteerd, zoo om de rust te helpen bevorderen als om de belangen der Burgerij waartenemen, namelijk Jan Bakker de jonge, Gerrit Bakker, Jan Reij, Dirk M. Boon en Sijbrand Keizer, met nog Jan Ran vorengenoemd.

Den 28e Januari verkozen die van Oudeschild, nadat de Vrijheidsboom met veel genoegen was opgericht, op voorstel van genoemden Ran, die ook hier een Vrede ademende aanspraak hield, 4 Commissarissen met name Abraham Wentel, Cornelis P. Bakker, Jacob Veldhuis en Hendrik Burger.

De burgers van den Hoorn committeerden op den ...... Pieter A. Kikkert, Jan Knaap, Pieter Daalder en Cornelis W. Smit, nadat aldaar eensgelijks de Vrijheidsboom was geplant.

De Ingezetenen van het dorp Oosterend, met een aanspraak van J. Ran hiertoe aangemoedigd, verkozen Willem Boon, Klaas Brouwer, Leendert Pruijt en Arien Dijkse.

Van de Waal waren Hertje Dogger, Jan Gerritsz Spigt, .... Jacobsz Bakker op onderscheidene dagen bij het oprichten der Vrijheidsboomen tot Commissarissen verkozen.

Dan, terwijl die verkiezing op de beide laatstgenoemde dorpen plaats had, waren de Commissarissen van den Burg en Oudeschild op Donderdag den 29e Januari aan den Burg in de herberg de Keizerskroon vergaderd en gaven aan den Commandant der Fransche Officieren, kolonel Cantagrelle, kennis van hunne aanstelling en proponeerden eene advertentie te doen, welke aan hun kolonel door den Luit. Kolonel van Rossem in het Fransch getranslateerd werd en zijne goedkeuring verwierf, met bijvoeging dat hij Kommandant, en verdere Fransche Officieren in allen opzichte zouden medewerken om de publieke rust te handhaven.
De advertentie was van dezen inhoud:
Vrijheid, Gelijkheid, Broederschap!
"De x (6, 4 of 3) door de Burgers van (naam der plaats) verkozen Commissarissen hebben, met goedvinden en approbatie van den Kommandant der zich alhier bevindende Officieren, de Eer, de brave burgerij hun genoegen te betuigen over het voorbeeldig en loffelijk gedrag en de vredelievende gevoelens door hen, sedert het bericht der heugelijke omwenteling en bij het planten der Vrijheidsboom tot heden opengelegd, een gedrag, waardoor alle oude overblyfsels van ongenoegen uit het midden der burgerij van zelve zullen worden uitgewischt.
Deze Commissarissen zouden rekenen de Burgerij te beleedigen, wanneer zij in eenig opzigt van Uwen goede wil tot behoud van Vrijheid, Gelijkheid en Broederschap twijfelden, doch achten het tevens grootendeels hun plicht te zijn, de goede Burgerij de gehoudenheid van een vredelievend en broederlijk gedrag op den duur aantebevelen, als den sterksten band om het geluk der maatschappij te bevestigen"
Actum in onze Vergadering den 29e Januari 1795, het 1e Jaar der Bataafsche Vrijheid
Uit naam derzelven geteekend (een der Commissarissen van ieder dorp)
Welke advertentie naderhand ook op de andere dorpen is bekend gemaakt.

Voorts besloten Commissarissen, om, zodra de Verkiezingen op alle dorpen afgeloopen zoude zijn een Algemeen Vergadering te beleggen op Zaterdag eerstkomende.

Op den 31e Januari werd dan de Eerste Algemeene Vergadering gehouden, waarin het voornaamste onderwerp was te spreken over de Inkwartiering der verwacht wordende Fransche troepen, en werd, na lange deliberatie goedgevonden de Burgers Jan Ran, Hertje Dogger en Sijbrand Keizer te committeeren om zich naar den Helder te begeven, ten einde als in de Commissie [opdracht] aan hen gegeven vermeld staat,
zijnde die Commissie van inhoud: fiat Sectie Bijlaag A

Na het ontvangen dier qualificatie begaven zig de Gecommitteerden, vergezeld van den Franschen Luit. Kolonel van Rossem, naar 't Schil, om zoo dra mogelijk overtegaan; doch aldaar de aankomst van een Fransch officier van den Helder vernomen hebbende, keerden ze naar den Burg terug en werden vervolgens al de Commissarissen van het Eiland, 's Zondagsmorgens den 1e Februari 1795 vroegtijdig verzocht, nog dien voormiddag ten 10 ure aan den Burg te zijn, welke zich dan ook op het bepaald uur in de Keizerskroon bevonden.

Door de Gecommitteerden werd van het voorgevallene verslag gedaan en tevens te kennen gegeven, dat de Burger Baljuw Elout hen had bericht, bij Missive van den Franschen Generaal de Winter geïnformeerd te zijn, dat hij alhier tot bewaring van de rust, bij de eerste gelegenheid 100 man zou overzenden, met verzoek, daarvoor inkwartiering te bezorgen, terwijl de overgekomen Fransche officier hem bij monde van den Luit. Kolonel van Rossem had onderricht, dat de Generaal de Winter reeds van den Helder vertrokken was en zich aldaar geen officieren van hoogeren rang dan Kapitein bevonden.
Vragende aan de Vergadering of hunne Commissie nu niet verstaan werd vervallen te zijn, het geen na dankzegging aan de Gecommitteerden voor hunne genomen moeite alzoo eenparig geoordeeld werd.

Vervolgens door J. Ran en meede- Commissarissen van den Burg in deliberatie gebracht zijnde, hoezeer vele Burgers van den Burg van Commissarissen verwachten een remotie der oude Regeering, viel bij de meesten in 't oog, dat zij alleen bij mondelinge stemming, zonder behoorlijke voordracht tot wat einde zij eigenlijk zouden fungeeren, aangesteld zijnde, zwarigheid maakten, zonder nader schriftelijken last tot dezen stap overtegaan, waarop, na een breedvoerig overleg, besloten werd de Burgers Jan Ran en Sijbrand Keizer naar 's Gravenhage af te vaardigen met Commissie van dezen inhoud:
"De gezamenlijke Commissarissen, door de respectieve burgers van het eiland Texel verkozen, bij elkander vergaderd, in overweging genomen hebbende de onderscheidene en verschillende last door hunne respective Committanten aan hun opgedragen en geen Inconstitutioneele stappen willende doen, hebben goedgevonden, uit hun midden te committeeren de burgers Jan Ran en Sijbrand Keizer om zich te begeven naar 's Hage en Amsterdam en aldaar bij de tegenswoordige Provisioneele Representanten van de Steden, uitmakende een groot gedeelte van het Hollandsche Volk, ten einde aldaar kennis te geven van hetgeen op dit eiland is voorgevallen, te vernemen hoedanig de Representatie van het Platte land zal worden gereguleerd en welk deel daarin aan dit Eiland werd toegekend,- verder te verzoeken of gemelde Volksrepresentanten hen Gecommitteerden van derselver goeden raad zullen gelieven te dienen, of het best zal zijn, dadelijk de burgers opteroepen, om de oude Regenten van hunnen post te ontslaan, nieuwe vertegenwoordigers te verkiezen, dan wel daarmeede nog eenigen tijd te supercedeeren- en wijders om zich op alles te informeeren, wat het heil en nut voor het Eiland en derzelver Burgers kan verstrekken"
Actum aan den Burg op Texel den 1 Febr. 1795

Terwijl al verder werd vastgesteld, dat er een Commissie zou worden benoemd om, gedurende die Gecommitteerden op reis waren, een schriftelijk rapport uit te brengen op wat wijze en hoedanig de voorgeslagene remotie en weder-aanstelling van Regenten zou dienen te geschieden, wanneer dezelve plaats moest hebben, hetgeen alzoo geconcludeerd zijnde, werden hiertoe benoemd A. Wentel, Jan Bakker de Jonge, Gerrit Bakker, Arien Dijkse, Hertje Dogger en Dirk M. Boon.

Dan, de Burgerij van den Burg hunne onverduldigheid tot de remotie van Regenten op Maandag den 2 Februari ten sterkste aan den dag gelegd hebbende, wierden op Dinsdag den 3 Februari door Commissarissen van den Burg alle de anderen van het Eiland geconvoceerd om ís morgens ten 11 ure in de Keizerskroon aan den Burg te vergaderen, tot welke vergadering den Burger Baljuw Elout mede verzocht werd.

Vergadering 3 Februari 1795
Alle leden, benevens de Baljuw Elout, op het bestemde uur present zijnde, werd, alvorens tot de behandeling van zaken overtegaan, de medecommissaris Wentel verzocht en gecommitteerd om provisioneel als secretaris der gezamenlijke Commissarissen te fungeeren, waarna door den Baljuw Elout werd voorgesteld dat door verscheidene losse en onzekere geruchten, aan den Burg verspreid, de Fransche officieren in een denkbeeld waren gevallen, dat alhier veel vrees was, dat de publieke rust verstoord zou worden, dat de onlangs overgekomen Fransche officier dezen dag naar den Helder stond te gaan, en dat, wanneer dezelve zulks aan den Generaal de Winter rapporteerde, dit een uitwerking kon hebben, dat het eiland met veel meer inkwartiering van troepen zou worden bezwaard, als de Generaal aan hem Baljuw, had aangegeven, waarom na omvraag, besloten werd, een brief aan den generaal de Winter te zenden en direct naar den Hoorn aan den voornoemden officier te bezorgen, welke brief van dezen inhoud was:
"De Commissarissen door de gezamentlijke Burgerij van Texel provisioneel aangesteld,
aan den Franschen Generaal de Winter
Daar de Burger Baljuw Elout ons wel heeft gelieven mede te deelen, dat eenige der hier zijnde Fransche officieren hadden te kennen gegeven, dat er eenige vrees voor onlusten op dit Eiland zoude zijn, en dat zulks door den Officier, welke van hier vertrekt, aan U gerapporteerd zijnde, lichtelijk verandering in het voorgenomene te zenden garnizoen zou kunnen maken, hetgeen tot bezwaar der Burgerij zou zijn,
zoo hebben wij noodig geoordeeld aan U Burger Generaal, kennis te geven, dat alhier vooralsnog geen schaduw van vrees voor eenige onrust is, waarom wij vriendelijk verzoeken, de Burgerij van dit Eiland met geen meerder inkwartiering te bezwaren, maar zulks op den voet door U aan den Burger Baljuw Elout voorschreven, te laten berusten"
Heil en Broederschap
uit naam der 24 aangestelde Commissarissen der respective Texelsche dorpen
(get) A. Wentel, provisioneel Secretaris van Commissarissen
Texel 3 Febr. 1795 1e jaar der Vrijheid

Deze brief aanstonds verzonden zynde, werden op hun verzoek binnengelaten de Burgers Gerrit Kooijman en Jan Pietersz Verberne, verzoekende uit naam der Burgerij van den Burg, aan Commissarissen, of zij oude Regenten van hunne posten geliefden te ontzetten en anderen in hun plaats aantestellen, waarop den Burgers ten antwoord is gegeven, dat de Vergadering hun voorstel in overweging neemen en van het genomen besluit aan hen kennis geven zou.

Gemelde gecommitteerde Burgers vertrokken zijnde, werden de deliberatien vervolgd en als vaste grondregel gedecreteerd:
"Het Eiland Texel zal over het geheel en ondeelbaar gerepresenteerd worden als 1 Lichaam waarvan de onderscheidene dorpen deelen zijn, en dat derhalve in alle conclusiën, het besluit der meerderheid, zonder eenige betrekkingen van of tot wat dorp- zal gevolgd worden"

Na het daarstellen van dezen grondregel werd vervolgens in omvraag gebracht of aan het verzoek van de Commissie uit de burgerij zou behooren voldaan te worden.
Commissarissen van den Burg, breedvoerig gedetailleerd hebbende, hoe zeer hunne Burgerij op dit stuk gesteld en dat het behoud van rust en orde daarmee verknocht was en een van beiden waar moest zijn- dat de remotie moest geschieden of hunnen post nederleggen- stemden zij eenparig voor de remotien.
Die van Oudeschild zeiden bij hunne Burgerij (als op hun dorp geen Regenten gewoon) minder aandrang te bespeuren, maar uithoofde der redenen door die van den Burg bijgebracht, zulks te mogen lijden.
Den Hoorn en de Koog stemden voor de remotie.
De Waal achtte het volstrekt noodig.
De Commissarissen van Oosterend verschilden van gevoelen. Arien Dijkse verklaarde volstrekt voor de remotie te zijn, doch Boon, Pruit en Klaas Brouwer, zijn mede Commissarissen, sustineerden daartoe door de Burgerij niet gelast te zijn en dus geen macht te hebben.
En vermits meerdere leden, waaronder die van Oudeschild, over de ongenoegzaamheid hunner aanstelling geklaagd hadden, werd in omvraag gebragt:
Of, daar de meerderheid voor de remotie is, de leden alleen zig daartoe genoegzaam bevoegd achten- of sustineeren zij daartoe en nader bepaalden last noodig te hebben? Op welke laatste vraag unaniem besloten is een nadere schriftelijke lastgeving der burgerij te vragen.

Dit besluit aangenomen zijnde, werden Kooijman en Verberne binnen verzocht en hun van het verhandelde kennis gegeven en tevens gevraagd, hoe verre en tot wat einde de Burgerij Commissarissen had aangesteld en wat zij van deselve begeerden, met bijvoeging, dat men van de begeerte ook aan de burgers der verdere dorpen, zou kennis geven, om op een gelijken en eenparigen voet te kunnen werken, welke Gecommitteerden daarop verklaarden dat de wil der Burgerij was, Commissarissen zoo danig te machtigen, als de op hunne voordracht geformeerde qualificatie inhoud, aldus luidende:
" De ondergeteekenden, allen Burgers van het Eiland Texel, qualificeeren met desen de door hun gekozen Commissarissen, om met de Commissarissen van de andere dorpen, als gezamentlijke Representanten van alle burgers van Texel, ten einde alle hunne belangen waarteneemen, de oude Regeering van Burgemeesteren en Schepenen, uit hoofde van de tijdsomstandigheden van hunne posten te ontzetten, daarvoor anderen in plaats aantestellen en wijders om alsdan met de Burger Baljuw Elout de nieuw aangestelde Regenten te assisteeren en als representanten des Volks met hunnen goede raad te dienen en daarmede te concludeeren wat tot nut en heil van dit Eiland zal noodig geoordeeld worden, alles bij provisie". Actum enz

Gemelde Gecommitteerden der Burgerij weder vertrokken zijnde, is geresolveerd de Burgerij der verdere dorpen van de Intentie van die van den Burg te verwittigen en tevens voor te dragen of zij een gelijke qualificatie begeerden te teekenen. welke voordracht met oproeping der Burgers, hetzij in de kerken of scholen naar de gelegenheid van ieder dorp, op Woensdag den 4e Februari zou moeten geschieden.
Met besluit om op Donderdag morgen om 10 uur bij elkander in de Keizerskroon te vergaderen, ten einde rapport te doen, zijnde tevens begreepen, dat door dezen keer van zaken, de gedecerneerde Commissien naar 's Hage en die van 6 leden tot het uitbrengen van een advies, omtrent de wijse van handelen, zijn vervallen en vernietigd.

De burgers Kooijman en Verberne weder binnengelaten zijnde, hebben uit naam der Burgerij verzocht, dat de Baljuw Elout provisioneel zou blijven fungeeren.
Gemelde Baljuw werd door de vergadering verzocht om Burgemeesteren en Schepenen tegen aanstaanden Donderdag te convoceeren of hunne tegenwoordigheid dan mocht noodig zijn, terwijl verder met algemeene stemmen is besloten, dat, bijaldien uit de Burgeren wille bleek om de oude Regenten te removeeren, provisioneel door Commissarissen op aanstaande Donderdag zouden worden aangesteld voor den tijd van 3 maanden, 4 Burgemeesteren en 7 Schepenen, welke door den Burger Baljuw Elout, als daar toe door de gezamentlyke Representanten in naam der Burgerij van Texel gequalificeerd, in Eed zouden worden genomen op een aangegeven formulier, hetgeen aan den Burger Elout verzocht word te ontwerpen, waarna eindelijk besloten word, dat de nieuwe te verkiezen regeering door de gezamentlijke Commissarissen, als daartoe door de Burgerij gemachtigd, zal geschieden uit de geschikste, beste en kundigste Burgers van Texel, zonder onderscheid van Religies.

Intusschen kwam de naar den Hoorn gezondene bode, nog staande de Vergadering, terug met bericht, dat de Fransche Officier reeds vertrokken was, waarom werd besloten den Baljuw Elout te versoeken, den brief aan den Generaal de Winter op de eerste en best mogelijke wijze te verzenden.
Hierop is de Vergadering gescheiden tot donderdag 5 Februari 1795.

Formulier:
De ondergeteekenden allen Burgers van het Eiland Texel, qualificeeren bij deesen, den door hun gekoosene Commissarissen omme met de Commissarissen van de verdere dorpen, als gezamentlijke representanten van Texel, ten einde alle hunnen belangens waar te neemen, de Oude Regeering van Burgemeesteren en Scheepenen uit hoofde van de tydsomstandigheeden, van hunne posten te ontzetten, daar voor anderen in plaats aan te stellen, en wyders omme als dan met den Burger Bailliuw Elout, de nieuw aangestelde Regenten te admitteeren en als Representanten des Volks met hunne goeden Raad te dienen- en daar meede te concludeeren wat tot Nut & Heil van dit Eiland zal nodig geoordeeld worden-
Actum aan de Koog op Texel den 4 february 1795

Omwenteling

Omwenteling

Vergadering 5 Februari 1795
Terwijl de gezamentlijke Commissarissen weder in de Keizerskroon vergaderd waren, en hunne Commissie als provisionele Mederepresentanten der Burgerij hadden geëxhibeerd, is gebleken, dat de qualificatien waren onderteekend door 146 Burgers van den Burg, 190 van Oudeschild, 122 van den Hoorn, 116 van Oosterend, 75 van de Waal en 37 van de Koog, alzoo samen 686 Burgers van Texel en conform het concept hiervoren geinsereerd.

Vervolgens in deliberatie gebracht zijnde, welke Burgers als regenten zouden worden benoemd, zijn daartoe bij meerderheid van stemmen verkozen en aangesteld
Hendrik Dekker aan den Burg, Cornelis Klaasz Zwart aan den Hoorn, Jacob Breemer aan de Waal en Cornelis H. Bakker te Oosterend- tot Burgemeesteren
Mitsgaders
Gerrit Kooijman aan den Burg en Simon Bakker aan den Burg, Cornelis Jansz Smit aan den Hoorn, Jacob Vermeulen aan de Waal, Biem Dekker aan Oosterend, Arien Gerritsz Spigt aan de Koog en Aris Sunderdorp aan Oudeschild- tot Schepenen

Gedurende de Leden met deze stemming bezig waren, liet zich de gerechtsbode Simon Kikkert aandienen, en deed, binnengelaten zijnde, uit naam van [de oude] Burgemeesteren en Schepenen een verzoek, of de Vergadering eene Commissie geliefde te benomen van eenige personen met wie de Regeering gaarne wilde spreken.
Hetgeen na omvraag geaccordeerd en waarop benoemd werden Jan Ran, Jan Bakker de jonge en Abraham Wentel, welke zich ook dadelijk naar het Raadhuis begaven en aldaar bij monde van den Burger Baljuw Elout in substantie te kennen gegeven werd, dat Burgemeesteren en Schepenen, de algemeene begeerte des Volks in acht nemende, geresolveerd waren en aan de Commissie verklaarden, hunne posten in den schoot der Burgerij neder te leggen, hetgeen de Commissie overnam aan de vergadering te rapporteeren-
gelyk geschiedde- werdende toen opnieuw gevraagd weder naar het Raadhuis te gaan en te verklaaren dat de Commissarissen als representanten van het Volk in naam der Burgerij, de Regenten volgens hunne gedane declaratien hielden voor ontslagen, doch tevens verzochten zoo lang te blijven fungeeren, tot de nieuw aangestelde regeering in Eed genomen zou zijn, om het Eiland geen oogenblik regeeringsloos te laten-
Hetwelk door hen aangenomen werd met aanbod, om, op welken tijd zulks verlangd werd, rekening en verantwoording hunner administratie te doen,
Van al hetwelk door de Commissie weder aan de Vergadering rapport gedaan zijnde, worden dezelve voor hunne bemoeiingen en bericht bedankt.
Daarop werd de reeds aangevangen stemming van nieuwe Regenten vervolgd en gekozen zooals hiervoren gezegd is-

De Baljuw Elout hierna in de Vergadering verscheenen zijnde, werd hem van de verkiezing kennis gegeven en tevens hem verzocht, de nieuw verkozen Regenten door den Bode van hunne aanstelling te verwittigen, met verzoek, om op Vrijdag 6 Februari a.s. 's morgens ten 10 uur in de Keizerskroon te compareeren, ten einde meteen op het Raadhuis in Eed genomen te worden, waartoe aanstonds de orders werden uitgevaardigd, terwijl vervolgens den geprojecteerden Eed voor Burgemeesters en Schepenen eenparig werd goedgekeurd, luidende als volgt:
Eed voor Burgemeesteren: "Ik beloof en bezweer, dat ik den post van Burgemeester, mij uit naam van de Burgerij van Texel opgedragen, met alle getrouwheid zal waarnemen, zoolang ik daarvan niet wettiglijk zal zijn ontslagen, dat wij alle des Eilands goederen en penningen behoorlijk zullen helpen regeeren en bewaren ten meesten profijt van hetzelve Eiland, als onze eigene goederen, en dat ik voorts met de gezamentlijke Commissarissen, door de Burgerij verkozen, zal werkzaam zijn en naar al mijn vermogen de belangen dezer Burgerij zal voorstaan en trachten te bevorderen"
Alzoo .....
Eed voor Schepenen: "Ik beloof en bezweer, dat ik den post van Schepen, mij uit naam van de Burgerij van Texel opgedragen, met alle getrouwheid zal waarnemen, zoolang ik daarvan niet wettiglijk zal ontslagen zijn, en dat ik recht en vonnis zal wijsen tusschen partijen ten allen tijde als ik daartoe verzocht word en voorts alles doen wat een goed en getrouw Schepen van Texel behoort te doen".
Alzoo .....

Dit verricht zijnde, werd de Burger Elout verzocht om als Schout, ten overstaan van J. Ran en Sijbrand Keizer, als daartoe door de Vergadering gecommitteerd, de nieuw verkozen Regenten uit naam der Burgerij van Texel, den bovengemelden Eed af te nemen.
De wijze waarop de Regenten te recipiceren werd aan de gemelde Commissie overgelaten.

Wijders werd door G. Bakker voorgesteld en goedgekeurd, dat de ìIk beloof en bezweer, dat ik den post van Burgemeester, mij uit naam van de Burgerij van Texel opgedragen, met alle getrouwheid zal waarnemen, zoolang ik daarvan niet wettiglijk zal zijn ontslagen van ieder dorp alwaar rekening gedaan moest worden, daarbij zouden assisteeren en de Ontvangers adverteeren om den gansche Staat van debet en credit optegeven van alles wat tot de publieke administratie van het Eiland of dorp betrekking heeft.
Welke leden gehouden zouden zijn, dan 19e Februari 1795 van hunne bevinding aan de Algemeene Vergadering rapport uit te brengen.

De Baljuw Elout hierna aan de Vergadering voorgesteld hebbende hoe noodig het was, dat er eene Commissie benoemd werd, om bij de aanstaande komst der Fransche troepen voor het noodige [te zorgen] en daartoe nevens den Baljuw Elout eenige Burgers van den Burg, werden gecommitteerd Jan Bakker de jonge, Gerrit Bakker, Cornelis Pietersz Bakker en Hendrik Burger.

En vermits door eenige Commissarissen, tevens Leden van het tegenwoordige Dijks-College aan de Vergadering werd te kennen gegeven, dat de leden van dat College van begrip waren dat hunne posten in de Schoot der Burgerij te moeten nederleggen, is geresolveerd:
De Commissarissen van den Burg te versoeken om ingeval zulks mocht voorkomen, het geregelde Dijkscollege te exhorteeren om (althans provisioneel) in hunne posten te blijven fungeeren, tot er nader over het stuk der dijkage zal gedelibereerd zijn, en eindelijk werd besloten bij publicatie aan de Burgerij van de nieuwe verkiesing en beëediging kennis te geven, hetgeen den 6 Februari op alle dorpen in dezer voegen is verricht.
(Fiat in sectie bijlaag C)
Waarna de Nieuwe Regeering in functie is getreeden.

Notulen der Vergadering, gehouden den 12 Februari 1795, het eerste jaar der Bataafsche Vrijheid. Present: Schout en Burgemeesteren van Texel, op den Raadhuize van Texel.
Is gelezen eene Missive van de Gecommiteerden vanwege de provisioneele Representanten van het Volk van Holland tot het aanschaffen der vivres en verdere noodwendigheden geschreeven in 's Hage, den 31 Jan. 1795, 't eerste jaar der Bataafsche Vrijheid, en door den Burger Baljuw Elout op gisteren ontvangen en aan Burgemeesteren gesuppediteerd, zijnde dezelve van den volgende inhoud:
(Fiat in sortie D)
Na lectuure dezelve Missive is besloten, de Provisioneele Commissarissen door de Texelsche Burgerij verkozen voor het district van den Burg te verzoeken Burgemeesteren te dienen van advies, en is wijders door deze gezamentlijke Vergadering goedgevonden en besloten, dat Burgemeesteren geadsisteerd met dezelve Commissarissen, ieder in hun District, de noodige onderzoekingen te dien einde zullen doen en van deze bevinding rapport doen aan de gezamentlijke Burgemeesteren en Commissarissen op Donderdag den 19e Februari 1795.

Op voorstel van den Burger Elout is voorts goedgevonden en besloten, dat er provisioneel van wege Burgemeesteren eene missive zou gezonden worden aan gemelde Gecommitteerden tot het aanschaffen der vivres en verdere noodwendigheden waarin aan hun Gecommitteerden te kennen zou worden gegeven- dat hunne aanschrijving door het menigvuldige ijs op de Reede drijvende, en de weinige nauwkeurigheid der postmeesters eerst op gisteren, den 11 Februari aan Burgemeesteren geworden is, en zij dus niet in staat waren op den bepaalden tijd aan gemelde inschrijving te voldoen, zullende zij Burgemeesteren, echter op 't spoedigste om aan de intentie der Gecommitteerden te beantwoorden, na genomen behoorlijke recherches aan dezelve verslag doen.

De brief was van volgenden inhoud:
Vrijheid, Gelijkheid, Broederschap
Medeburgers!
Wij kunnen niet afzijn om aan U ten spoedigste ons leedwezen te betuigen, dat wij in de onmogelijkheid geweest zijn, om aan uwe aanschrijving, geschreven in 's Hage den 31 Januari 1795, 't eerste jaar der Bataafsche Vrijheid, binnen den daarin bepaalden tijd te voldoen. Deze aanschrijving is ons eerst op gisteren, den 11 Februari geworden. Het menigvuldige drijfijs ter Reede liggende, is een der oorzaken die de postschuit sedert een geruimen tijd niet heeft kunnen oversteken, terwijl wij tegelijk niet kunnen nalaten, gewag te maken van de groote onachtzaamheid, waarmede de postmeesters ten opzichte van het verzenden der brieven naar herwaarts te werk gaan, en die wij weder ten dezen hebben moeten ondervinden, daar toch van tijd tot tijd wel eenige kleine bootjes naar hier van den Helder zijn overgestoken, en dus de postmeester aldaar de brieven, indien hij gewild had, had kunnen verzenden.
Intusschen zijn wij reeds werkzaam om de noodige recherches ten opzigte van de door U vereischt wordende noodwendigheden te doen, en zullen zoo spoedig mogelijk aan U daarvan verslag doen. Waarmede, na toewensching van Heil en Broederschap blijven,
Uwe medeburgers,
Schout en Burgemeester van Texel, alsmede de Provisioneele Commissarissen door de Texelsche Burgers verkozen uit dezelve
(get) Corn. Theod. Elout, Schout
Hendrik Dekker en Corn. Kl. Zwart, Burgemeesteren
Sijbrand Keijzer en Jan Ran, Commissarissen
Texel, den 12 Febr. 1795, van het 1e jaar der B. Vrijheid

Wijders is door den Burger Elout nog gecommuniceerd een extract uit de decreeten der vergadering der Provisioneele Representanten van het Volk van Holland van Donderdag 5 Ferbr. 1795, 't eerste jaar der Bataafsche Vrijheid, behelzende een decraat nopens de Militie van den volgende inhoud:
(Fiat in Sortie E)
waarop gedelibereerd zijnde is goedgevonden en verstaan, dat Burgers Elout, H. Dekker en Jan Ran committeeren, om de in hetzelve decreet gemelde onderzoekingen te doen en ten dien einde zulks op morgen des middags ten 2 uur in de Schans te vervoegen en van hunne verrichtingen dadelijk aan de genoemde representanten kennis te geven en verder van dese hunnen Commissie aan de Generale Vergadering op Donderdag den 19 Februari rapport te doen, en is wijders den Burger Elout verzocht den Commandeerenden Officier hiervan te verwittigen.

Nog is door den Burger Elout voorgesteld, om conform de publicatie der Representanten van het Volk van Holland, de dato 2 Febr. 1795, handelende over den omloop der assignaten, eene Commissie te benoemen, aan welke de winkeliers zouden kunnen opgeven dagelijks de lijst der door hen ontvangen assignaten en 's wekelijks de assignaten zelve-
Is besloten, dat daartoe zouden worden benoemd Burgemeesters en Commissarissen ieder in hun district en daarvan, zoo aan dezelve als aan de burgers bij publieke advertentie kennis te geven, zijnde deze Commissie gelast om provisioneel de gemelde assignaten aan de winkeliers tegen gereed geld uit te wisselen,
en is ten opzichte van het 2e Art. der gemelde publicatie, rakende der schriftelijke ordres door den Officier te geven, aan den Burger Baljuw verzocht met denzelven Commandeerende Officier te spreken en de noodige schikking te maken.

Nog is genoemden Burger verzicht, een verslag op te maken van hetgeen na den heugelijke omwenteling van zaken op dezen Eilande is voorgevallen en hetzelve ter plaatsing aan de Haarlemmer Courant te zenden, hebbende de Burger Elout op deze Vergadering de notulen gehouden.

De Commissie tot de opneming der Militie (vermits de Burger Ran met den Franschen adjudant Generaal bij 't Eiland rond was) verzocht in diens plaats den Burger A. Wentel, ging naar de Schans, hield de revue en verzonde de volgende Missive:
Aan de provisioneele Representanten van het Volk van Holland
Medeburgers!
Ingevolge Uw decreet van 5 Februari 1795, het 1e jaar der Bat. Vrijheid, zijn wij ondergeteekenden, door Burgemeesteren en provisioneele Commissarissen der Texelsche Burgerij gecommitteerd, om de alhier in Garnizoen zijnde Inlandsche Militie op te nemen en daarvan aan U rapport te doen.
Ter voldoening van welke Commissie wij heden de Revue over alle de op dit Eiland zijnde Militie, Garnizoen houdende in de Schans, hebben gehouden en bevonden volmaakt overeen te komen met de lijst ons daar van door den Cap. Pipers gesuppediteerd, welke wij de Eer hebben hier bij te voegen, met bericht, gemeld garnizoen zich alhier altoos ten volkomen genoegen van de Burgerij gedragen heeft,
terwijl wij tevens niet kunnen afzijn, ter Uwer kennisse te brengen, dat gemelde garnizoen in een geruimen tijd geen afbetaling bekomen hebbende, zich zonder geld in verlegene omstandigheden bevindt, waarom Commissarissen der Burgerij besloten hebben, bij provisie in hunne nooddruft eenigzins te voorzien, in hope zulks Uwe goedkeuring verdienen zal,
de Vrijheid nemende te versoeken, daar omtrent ten spoedigste eenige voorziening mag geschieden.
Hiermede vermeenende aan Uwe intentie voldaan te hebben, blijven wij na toewenschen van Heil en Broederschap,
Uwe medeburgers (get) Corn. Theod. Elout, H. Dekker, A. Wentel
Tezel den 13 Febr. 1795, 't eerste jaar der Bat. Vrijheid

Bevonden in het Garnizoen van het 2e Battaillon, reg. Infanterie van den Luit. Generaal v. Brakel, 1 Capt, 1 Vaandrig, 6 Sergeanten, 6 Corporaals, 2 Tamboers, 56 Musketiers, samen 72
Hebbende Commissarissen van den Burg 300 guldens onder kwitantie voorgeschoten
Zijnde op voorstel van Wentel tot voorkoming van schade voor de Ingezetenen door Commissarissen geaffigeerd eene advertentie, welke door alle de verdere Commissarissen overgenomen en door ieder in hun district aangeplakt geworden is, van dezen inhoud:
(Fiat in Sertia bijlaag F)

Zondag den 15e Februari arriveerde op het onverwachts de Fransche Generaal de Winter en circa 160 man Fransche troepen.
De Commissarissen van 't Schil en den Burg den Generaal verwelkomd hebbende, verzoeken derzelver goedvinden over de inkwartiering te weten, en ontvingen bericht, dat het grootste deel in het Fort, en eenige detachementen aan den Burg, den Hoorn, de Koog en Oosterend geplaatst zouden worden, waarvan reeds een deel naar den Burg en de Koog op marsch gingen.
Op deze tijding de Commissarissen van verscheidene dorpen bijeen vergaderd zijnde, benoemden dezen wel eene Commissie om den Generaal te complimenteeren en de noodzakelijkheid om langs het strand aan de Noordzee batterijen aanteleggen, gelijk de geruchten liepen dat geschiden zou, aantetoonen, welke Commissie bestaande uit den Precident Scepen Kooijman en Leendert Pruit, verzocht werd die anderen daags ís morgens om half 8 uur bij den Generaal te komen,
En vermits de Fransche troepen, tot dien dag in de Schans in kwartier, order om te vertrekken bekomen hadden, marcheerden dezelve uit het fort naar het dorp Oudeschild en werden aldaar voor een nacht bij de burgers gelogeerd, terwijl men aan den Burg en de Koog zich zoo goed mogelijk redde.
Werden de bij de presente leden besloten, vergadering te beleggen tegen den 16e Februari 1795, ís morgens om 9 uren.

Notulen gehouden in de Algemeene Vergadering op Maandag 16 Februari 1795.
Present de Burgemeester Dekker en President-Schepen Kooijman
Zijnde van de Commissarissen absent Willem Boon en Klaas Brouwer van Oosterend, Cornelis P. Bakker en Hendrik Burger van Oudeschild en Gerrit Bakker van den Burg

Zoodra de Vergadering bijeen was, werd door Kooijman en Pruit rapport gedaan dat zij dien morgen om half 8 uur hunne opwachting bij den Generaal gemaakt en breedvoerig over de hun opgedragen lastgesproken hadden en met genoegen aan de Vergadering mededeelden dat de Generaal alleen eene batterij aan het Horntje wilde doen opwerpen en van de overige langs het strand afzien,
Rapporteerende wijders gecombineerd met de burger Jan Ran, dat dezelve Generaal van dit Eiland requireerde een vaartuig met provisie voorzien, ten einde eenige troepen naar Vlieland te zenden, waartoe Ran kennis gaf, reeds de loodsschuit, gevoerd door Willem Jac. Ran, aangenomen en tot het vertrek uit de haven orders gesteld te hebben- gelijk hij ook reeds brood besteld en eenige andere arrangementen gemaakt had, waarop geresolveerd is, daar de schikkingen toch reeds zo ver gemaakt waren, daarbij te moeten berusten, en orders te geven tot het bezorgen van 200 tarwebrooden, 100 roggebrooden, 15 kazen, 2 zak gort, 200 pond vleesch, 1 zak erwten en 1 zak witte boonen- hetgeen met alle spoed afgeleverd werd met een brief van dezen inhoud:
Commissarissen van de Burgerij aan de Fransche Burger Generaal de Winter
Ingevolge Uwe requisitie zenden wij hier nevens een loodsschuit gevoerd door Willem Jac. Ran, zijnde geproviandeerd met het volgende (zie boven). Wij hopen dat zulks aan Uw oogmerk voldoen zal, zijnde al het gort gezonden, dat hier te bekomen was,
En blijven naar toewensching van Heil en Broederschap,
Uw Medeburgers
(get) Jan Ran, Gerrit Kooijman, Leendert Pruit

Inmiddels werden, op voorstel van Dogger, eene Commissie benoemd om naar de Schans te gaan ten einde de Fransche Commandant over de verdere te regelen Inkwartiering te spreeken, bestaande uit de Burgers Jan Bakker de jonge en Hertje Dogger, welke echter bij hunne terugkomst rapporteerden, geen genoegzaam licht te hebben kunnen krijgen omdat de troepen naar de dorpen, althans naar den Burg, reeds op weg waren.

En vermits, volgens mondelinge berichten, de mederepresentant Gerrit Bakker, uit hoofde van eenige onaangenaamheden, aan de Burgers van den Burg verklaard had zijn post neder te leggen, committeerde de Vergadering Wentel en Dijksen om Gerrit Bakker over te halen weder in de Vergadering te verschijnen, dan de afgevaardigden deden bij hunne terugkomst rapport, dat Bakker verklaard had niet te kunnen komen, tenzij door eenige Burgers hem contentemant geschiedde- hetwelk aan eene Commissie uit eenige Burgers, ter Vergadering afgezonden, te kennen gegeven zijnde en daaraan voldaan (Zie bijlaag G)
Zijnde Bakker hierop weder in de Vergadering gekomen.

Zoo is door Burgemeesteren en Commissarissen de Inkwartiering gereguleerd.

Op de voordracht van den Burger A. Wentel, dat het besluit van de Commissarissen van den Burg met Burgemeesteren, genomen op den 12 Febr. 1795, betrekkelijk de assignaten niet algemeen in werking was en hoe noodzakelijk een eenparigen voet ware, teerwijl het ook onmogelijk zou zijn om de assignaten voor contanten te wisselen, werd gemelde Wentel nevens Jan Bakker de jonge en Gerrit Bakker verzocht hunne gedachten hierover de laten gaan en de Vergadering tegen aanstaande Donderdag den 19e dezer te dienen van advies.

Voorts is door Burger Dekker en Burger Wentel rapport van het verrichtte nopens de revue gedaan, hetgeen volkomen geapprobeerd werd.

Vergadering gehouden op den 19 Februari 1795
Present alle Burgemeesteren, president-Schepen Kooijman en al de Commissarissen

Is gelezen het schrijven van de Burgers A. Wentel, Gerrit Bakker en Jan Bakker de jonge, nopens de assignaten (Fiat in Sortie letter H)
Zijnde met eenparigheid geconcludeerd, conform het advies, waarna de gepresenteerde advertentien voor alle dorpen gereed gemaakt en aan de respectieve Commissarissen ter affichi uitgegeven zijn.
En is de Burger Wentel gequalificeerd geworden eene Missive aan de Representanten, Municipaliteit of Committé van Algemeen Welzijn te Alkmaar aftezenden, overeenkomstig het concept in advys gemeld, en dezelve namens de Vergadering te teekenen als Provisioneel Commissaris.

Voorts is door Burgemeesteren en Commissarissen van ieder district ingebracht de door hun geformeerde lijsten van den voorraad van hooi, stroo, enz. waaruit een generale lijst is opgemaakt, van dezen inhoud:
Lijst van den voorraad hooi, stroo, tarwe, rogge, haver, slachtbaar rundvee, en wagens met paarden op het Eiland Texel opgenomen, door Burgemeesteren en Commissarissen ieder voor hun district, als hier na volgt
den Burg graan enz 184000 Lb, 85 loopen haver, 28 stuks rundvee, 30 wagens met paarden
Oosterend 43000 0 10 18
Waal 60000 36 37 20
Hoorn 32000 25 28 23
Koog 65000 0 14 10
Oudeschild 2000 0 4 3
Totaal 386000 146 121 104
Actum Texel den 19e Februari 1795, 1e jaar B.Vr.
(get) Dirk M. Boon, Pieter Daalder, H. Dogger, C.P. Bakker, Jan G. Spigt, Arien Dijkse

Welke lijst aanstonds ingesloten is om per post te verzenden, met eene Missive van den volgende inhoud:
Vrijheid, Gelijkheid, Broederschap!
Medeburgers,
Ingevolge uwe aanschrijving van den 31 Jan. 1795, van welker late aankomst wij u den 12 dezer berichtten, hebben Burgemeesteren en Commissarissen, door de Burgerij provisioneel benoemd, de alhier zijnde voorraad van hooi, stroo, gedorschte granen als tarwe, rogge,haver en slachtbaar rundvee, alsmeede de wagen met 2 paarden bespannen, ieder in deszelfs district opgenomen, waarvan de lijst hiernevens gaat,

Zijnde het weinigje graan onder de bakkers tot eigen consumptie met de inkwartiering der Fransche troepen zeer benoodigd, terwijl ook van het slachtbaar rundvee dagelijks gebruikt wordt, gelijk bij een streng voorjaar het hooi hier ook wel te pas zal komen.
Waarmeede, na toewensching van Heil en Broederschap blijven
Uw medeburgers
De gezamentlijke provisioneele Representanten en Commissarissen van Texels Burgerij, en namens dezelven
(get) A. Wentel provisioneel Secretaris

Dit verricht zijnde, rapporteerde de Burgemeester Dekker van de afgegane Burgemeester Kikkert 2 zakjes geld te hebben ontvangen, waarvan het eene groot f 78.2.6 gezegd werd de Dorpskas te zijn, en nog een zakje met f 15.11- zonder dat gemelde had kunnen aantoonen, vanwaar dit geld afkomstig was, hetgeen hij verklaarde niet te weten; voor welke ontvangst hij Burgemeester, alleen kwitantie had gepasseerd
Hebbende gemelde Burgemeester, gelijk ook die van de andere dorpen, nevens de Commissarissen aldaar .... De reekeningen van de Ontvangers der Verpondingen, alsmede .... dorpskosten door hun Provisioneel ..... alle welke rekeningen gelezen ..... A. Wentel, Arien Dijkse, Gerrit Bakker en Jan Bakker de jonge, ten winde daartoe dezelve ..... te examineeren, met qualificatie om de ..... Ontvangers en andere persoonen bij zig te ontbieden, die zij noodig zullen oordeelen om de vereischte elucidatie te bekomen.
(Het ontbrekende was in het oorspronkelijk stuk verloren- F.S. Jz)
Vervolgens van hunne bevinding rapport te doen en een generaal verslag van den Staat der finantien en hoedanig daarmede gehandeld is, in te leveren, zoodra hetzelve gereed zal zijn, worden te dien einde de Commissie gemachtigd om de Algemeene Vergadering te beleggen wanneer hun rapport in gereedheid is.

Commissarissen van den Burg rapporteeren bij monde van den Burger G. Bakker, dat zij Commissarissen, op den 7e Februari bij het Dijkscollege van Texel verzocht zijnde, hun aldaar gedeclareerd is, gemelde College, ieder in zijne betrekkingen, deszelfs post in den Schoot der Burgerij nederlegt;
Dan waarop door de medecommissaris S. Keizer gecommuniceerd werd, dat gemelde verklaring door monde van den Dijkgraaf Elout gedaan zijnde, hij had opgemerkt, dat gemelde Dijkgraaf had gezegd, dat Hoofd-Ingelanden, Heemraden en Secretaris verklaarden, hunne posten neder te leggen.
Hebbende de Commissarissen, ingevolge den aan hun gegeven last, verzocht dat gemelde Dijkscollege, ieder in zijne betrekkingen, provisioneel zou blijven fungeeren, hetgeen door hen werd geaccepteerd.
Na dit rapport stelde Sijbrand Keizer voor, eene Commissie te benoemen, ten einde een plan te formeeren, hoe het Dijkscollegie verkozen moet worden en hoedanig hun reglement ingericht moet zijn, alsmede hoedanig wateringen en wegen bestuurd moeten worden en door wie, hetgeen goedgekeurd en te dien einde gesteld in handen van Sijbrand Keizer, Hertje Dogger, Cornelis W. Smit en Pieter Daalder.

Voorts is op propositie van Jan Ran eene Commissie benoemd om de Staat van het Weeshuis optenemen, rekening en verantwoording te vragen en rapport uit te brengen, hoe het zelve in de beste en minst kostbare wijze bestierd kan worden, en zijn daartoe gecommitteerd Jan Ran, Gerrit Kooijman, Pieter A. Kikkert en Dirk Maartensz Boon.

De Burgemeester Dekker stelt voor, eenige leden .... om den Franschen Commandant te spreken .....

Tot welke Commissie benoemd is Gerrit Kooijman, Pieter A. Kikkert en Pieter Daalder, die ook dadelijk vertrokken en, staande de Vergadering, hebben gerapporteerd
Den Commandant ten huize van Jan Ran gesproken en op hun voorstel ten antwoord bekomen te hebben, dat de wachten aan den Burg en te Oosterend provisioneel moeten blijven en dat hij ten opzichte van die aan den Hoorn een brief aan den Commandeerenden Officier had medegegeven,
En ten opzichte der Scheepsgereedschappen gerecommandeerd had, dezelve dadelijk in beslag te nemen, hetgeen door die van den Hoorn zou worden verricht.

Waarna de Vergadering tot nader aanzegging gescheiden is.

Voor afschrift conform
De secretaris der gemeente Texel JONKER Waal, februari 1929

Stukken betrekkelijk het qualificeeren door de burgers van Texel,
van de door hun gekoosene Commissarissen van de verdere dorpen als gesamentlijke representanten van alle de burgers van Texel, teneinde alle hunne belangens waar te nemen, de oude Regeering van burgemeesters en scheepenen uyt hoofde van de tijdsomstandigheeden van hunne posten te ontzetten en wyders omme alsdan met den burger bailluw Elout de nieuwe aangestelde regenten te adsisteeren en als representanten des volks met hunne goeden raad te dienen en daarmede te concludeeren wat tot niet in heyl van dit Eiland zal nodig geoordeelt worden, alles by provisie

31 Januari 1795 Vrijheid, gelijkheid en Broederschap
de Commissarissen door de Burgerij van het Eiland Texel, provisioneel en tot de aankomst van de Fransche troupes op dit Eiland aangesteld, en corpo vergaderd zijnde, hebben dienstig geoordeeld uit het midden hunner der Burgers Jan Ran, Hertje Dogger en Sijbrand Keiser te committeeren, gelijk zy hen Committeeren bij deezen, om zich bij de eerste gelegenheid, ten spoedigste naar de Helder te begeeven, en aldaar den Heer Chef der Fransche troupes uit naam der Burgery van Texel te Complimenteeren, met de heugelijke gebeurtenis, en 't genoegen der Inwoonders over dezelve open te leggen, als meede kennis te geeven, van de rust, en tranquiliteit, welke onder de Burgers heerscht, en van de Vreugde welke bij 't planten der Vrijheids boomen, op alle de dorpen van 't Eiland heeft plaatsgehad.
Wijders den Staat van 't Eiland, naar waarheid op te geven, de armoede van veelen der Inwoonders, 't gebrek dat er aan de benoodigde leevens behoeftens & brandstoffen, by beslootene Water, spoedig zou kunnen ontstaan, als ook de ongeschiktheid van de meeste Wooningen tot inquartieringen in de Burgerhuizen aan te toonen, en de minst bezwaarende wyse van Inquartiering voor de burgery optegeeven, en wyders den Heer Chef, op het Sustantelykst te verzoeken, de Inquartiering zoo in getal van Volk als wyze van plaatsing, zoo min tot bezwaar der Burgery te doen verstrekken, als in zyn vermogen zyn zal-
Zullende van hun verrigting raport doen na behooren.

Dan alvoorens deeze Commissie werkzaam werd, zal daar op de approbatie van den Heer Commandant der zich alhier bevindende fransche Troupes versogt werden; gelyk ook verlof om derwaarts te mogen vertrekken
Actum aan den Burg op Texel den 31 Jan. 1795 het eerste Jaar der Hollandsche Vryheid

Omwenteling

Les Commisaires de cette Ile assembles m' ont envoijé cette adresse que mon étee translaté pa run officier francais ny ayant reconnu que le plus grand deir de temoigne aux francors leur satisfactior j'ai d'apres leur desir apose mon survie
Le Chef de Brigade (get) Cantagrelle

De onderget Burgers verklaarende den door hun gekoosene Commissarissen hun vertrouwen waardig te zyn- en dieshalven aan hun te zullen overlaaten wat zy tot heil van t Eyland nodig zullen oordeelen, behoudens het recht der Burgeren, om aan de algemeene Vergadering van Commissarissen zodanige Voorstellen te doen als in der tyd nodig zullen voor komen
Texel den 16 Febr. 1795
Albert Koning Hendrik G. Spigt J. Star Corneelis Hendriksen Bakker

Vrijheid Gelijkheid Broederschap
Medeburgers
Ter beantwoording der gedaande aanschrijving van den 6 Maart 1795 laastleden
Hebben wij gemeend ingevolge van dien U thans te berigten, dat den burger Mr. C.T. Elout by het afgeschafte Collegie van Gecommitteerde Raden van het Noorder Ouartier in den Jaare 1793 tot Substituut Schout en Dijkgraav van Texel (bij indispositie van Mr. C. Binkhorst, indertijd bij HaarEdgrootmog: effectiev Schout en Dijkgraav) aangesteld zijnde, dan ook alzo die beijde geinstituteerde Posten is blijven waarnemen
Dat vervolgens naar de gelukkige wending van zaken op den 4e februarij dezes Jaars, het volk van Texel denzelve Burger Elout bij provisie tot Schout verzogte, en aan het hoofd der Nieuwverkozene Municipaliteit geplaats hebben.
Even alzo op den 7e daaraan; wanneer denzelve als Dijkgraav met het gansche Dijks Collegie van voornoemde Eiland hunne functien in de Schoot der burgerij nederlegde
het zelve Collegie dadelijk in Naam des volks wierd verzogt hunne posten provisioneel te hervatten; dat dan ook eenparig wierd aangenomen, en daar door ook begreepen, de provisioneele Continuatie der Dijkgraavs plaats te hebben.
Wij verzoeken dierhalven, daar dit also naar het genoegen van het Volk vermeld provisioneel geschied, dat zulks ook de goedkeuring van Uw Meedeburgers mag wegdragen, en onsen Burger Elout deswegens van Uw de nodige Commissien ontfangen-
Waar meede naar Heijl en Broederschap te hebben toegewenscht, verblijven,
Uwe meedeburgers,
De Provisioneele representanten van het Volk ter Steede en Eylande van Texel
Uit naamderzelve

Medeburger
Uwe missive aan den Burger Schout Elout geadresseert is ons door denzelve gecommuniceert; is op heden bij ons besloten U aanteschrijven, dat begreepen is onnodig te zijn (daar de Expiratie van uwe Commissie met aanstaande zaturdag geeijndigt) eene nieuwe Commissie naar S' Hage te nomineeren, en dus dat het best zoude zijn nog een dag of 4 uwe Commissie zig verlengde, dan indien het nodig door U werd geoordeeltxx gedeputeerd uit Uw zoude dienen te vervangen, zo verwagten uw antwoord ten eijnde 2 andere te werden aangesteld om naar S' Hage te vertrekken.
Wij hebben heden meede geresolveert, u verwittigen, daar zedert eenige tyd aan U Commissie tot de aanteschaffen Vivres waare aangeschreven, dat men op dezen Eylande een quantiteit Hooy en Koevee in voorraad had om by requisitie te werden geleverd, en hier op geen antwoord of navraag komende of moet werden gefourageert, zo zoude het tot voordeel van de Leveraars kunnen zijn hier op eene opening van antwoord te hebben, daar anders tot schadens zoude blijven leggen, zo als ligt door Uw kan werden begreepen,
hierin werd ook aan de representanten bericht wegens de aanstelling van den nieuwen Bailliuw Elout in plaats van den gedemitteerden Bailliuw Binkhorst, door de meerderheid van 't volk verkozen.
Waarmeede naar toewensching van Heyl en broederschap
Den 25 Maart 1795

Omslag Aan de representanten van Holland 25 Maart 1795
Ingevolge derzelver aanschryving van den 6: Maart dezes Jaars, ten eijnde opgave te doen wie op dezen Eijlande tot waarneeming van het recht der Hoge overheid aangesteld zijnde
Daar hier nu opheden, ingevolge het recht den volke toekomende van af en aanstelling der zodanige amptenaaren uit het volk werdende betaald, den Schout van dezen Eylande Mr: Cornelis Binkhorst is gedimmitteereerd en ontslagen uit derselvs posten alhier, en wel te neer, daar dezelve door Innocentie zedert den Jaare 1779 niet dan in Naam alhier geageert, ingevolge zekere resolutie van de Staten van Holland van den 12 Meij derzelven Jaars, en dus de post zedert dien tijd altoos bij Substitutie waargenomen; tot zolange den Effectiven Schout wederom mogte zijn hersteld.
Zo is dan op heden in derzelver plaatse door meerheid van Stemmen uit het midden van den Volke tot Schout van Texel verkosen Mr: Cornelis Theodorus Elout.
Wij verzoeken dus de Confirmatie door Uwe Vergadering van dezelve aanstelling, en dat hij denzelve Commissie mag ontfangen
Waarmeede naar toewensching van Heyl en broederschap
Blyve Uwe Meedeburgeren
Aan de representanten van Holland 25 Maart 1795

Omslag Aan den Burger C.T. Elout Schout en baliu aan den burg op Texel
Vryheyd Glykheid Broederschap
Waarde Meedeburgers
Ons laaste aan UL was den 4 dezer, en nu dient dezen aan UL als dat de Municipaletijt van Amsterdam, zegt geene deel te hebben aan het zenden van de Engelse Vrouwen en kinderen na texel, maar zegt, dat in zo ver als zij weeten, dat de fransche Commandant dat zoude gedaan hebben, en dus waaren zij van gevoelen- Als dat de Municipalitijt van texel, zig moeste addresseren aan de franse Commandant op texel om met hem zoo danige maatregels te beraamen, als het best moogelijk waare om daar van ontlast te kunnen worden
N.T. De Municipalitijt van Amsterdam versoekt U voortaan omsigtiger te zijn om zoo danig Compliment niet meer aan haar te zenden
De missive van Mr: C:T: Elout is gistermiddag ter vergaadering van de Representanten van het volk van Holland voorgeleesen en de Welke zijn Ed versogt het gestelde Request van Binkhorst, is Zijn Ed ter hand gesteld mogte worden, en is na meenigvuldig voor & tegen spraak, als nog op den ouden voet gebleeven-
Waarde Meedeburgers, wij sien van Leeren bij ondervinding dat beloften geen betaalen is, zoo gaat het ook hier in den hage. Wij moeten van het Eene Comite na het andere, en nog hebben wij het al niet, en wij sienen dat het mogelijk nog wel wat zal kunnen treijneeren namentlijk de 10000 gulden van het Dijks Colegie, Sij hebben wel belooft om 6000 gulden zoo alsen Wij in onse voorige gemeld hebben ordonnatie te verleenen maar als nog hebben wij het niet en Arien Dijksen gaat aanstaande Vrijdag morgen zeker uijt den Haag en wij zeggen Ulieden datteme wij ter platte Landen op ons hoede moeten zijn zoo wij voor altoos niet onder de Steeden willen gekluijsterd zijn, die oordeelen wij het zeer noodzaakelijk te zijn dat in plaats van hem eene ander kundig persoon die durft en kan spreeken ende Zaake het Eijlant betrekkelijk weet, willen wij niet geheel verlooren zijn en zoo begrijpen het ook andere van onsen meede broeders dien uit zelve omstandigheyt zijn also zie maar tot Een proef het stuk van Binkhorst, wat is het anders als overheersing; hier meede sluyten en tekenen ons na toewensching van heyl & broederschap
Uw meedeburgeren Symon G: Quast & Arin J Dijksen
Het Eerste Jaar der bataafse Vrijheid
'S hage den 8 April 1795

ADVERTENTIE
De Municipaliteit van Texel, adverteeren hier meede aan de burgerij van deezen Eijlande, dat zij ingevolge het Placaat van den 26: Maart dezen Jaars, tot de opbrenging van gemaakt Goud en Zilver in sLands Schatkist, der geene hier toe in de verpligting: hebben aangesteld, en in den Eed genomen, Hendrik Dekker en Jan Schagen, Zilver Smeden alhier, dewelke hunne zittingen zullen beginnen van de 27e April alle dagen des morgens van 10 tot 12 uuren en des namiddags van 2 tot 5 uuren; en eijndige op den 11e Meij daar aanvolgende; om het aan te brengen Zilver en Goud te waardeeren; ingevolge gemelde Placaat, en daar van Certificaat uittegeeven, ten eijnde vervolgens bij den Hoofdgaarder der gemeene middelen Jacob Karsman het zelve te hebben gebragt, eene behoorlyke quittantie te kunnen ontfangen.
Actun Texel den 20 April 1795
Ter ordonnantie van dezelve Corn: Maronier

Meede Burgers!
Heeden de vergadering niet kunnen de bywonen heb ik in haast de inleggende aanmerkingen op 't papier gebragt- en ik gelooven dat een bedaarde & Naukeurige overweeging over het Reglement, ten hoogsten noodig is.
Ik beklaag mij, dat het Conceptreglement niet volgens mijn voorstel aan de Commissarissen der respective dorpen gezonden is, om het ter plaatsen daar zy het best oordeelden:- aan 't Schil by Jonker aangeplakt. Weinig burgers komen daar, en dus is het geheele Concept reglement by na door niemand geleezen!
Doch UEd beslist anders!
Hierby ook een concept voorstel aan de Collonel Boogman te doen, in dien hetzelve, alzoo door de Vergadering werd goed gekeurd.
Naar toewensching van Heil & Broederschap
ben ik Uwe Meede Burger A. Wentel
Schil 25 April 1795 het 1 Jaar der Bat. Vryheid

Verslag der zending door Jan Bakker en Arien Dijksen naar s' Hage als afgevaardigden van Texel
Waarde Medeburgers
Kragtens de art. van qualificatie met de welke gy ons vereerd heb zyn wij den 6 deeser des avonds in s hage aangekomen en hebben des anderen daags Sí morgens met den burger B. Blok geweesen Sikkertars van de voormaals gecommitteerde Raaden een mondgesprek over den inhoude onser Commissie en den Staad van dit Eijland gehouden en zijne gedagten ingenoomen de welke volmaakt met die van den representanten van ít volk van Holland M: Pieter Paulus bij wien wij ons daar na vervoegt hebben overeenkwamen, hierin bestaande dat onse Credentiaalen alvoorens ze geinterdateert in de Vergadering van holland door eene Sikkertars moest wesen geteekent dewelke door het volk van texel verkoosen was en dat die verkiesing aan hem president en de Vergadering zelve behoorlijk moest blijken dat die Verkiesingen bij Elk dorp seperaat moest geschiden op Een zegel van 10 St plaats moete hebben- Zonder welke wij onmoogelelyk konde of zoude geintrodeceert worden
Raadende den president ons dit alsoo directe daar te doen stellen om daar na Zittinge in de Vergaderingen te nemen
Dat men daar bij vorderen moete de Zabels patroontassen, bandeliers, Trommels, Spontons en pieke waar van de penningen tot derselver aankoop zijn geformeerd door de Offesieren en onder Offesieren van Eene Compagnie burgers gesubsiteerd hebbende aan den burg
Dat men ook tevens moeste trug vorderen alle de geweeren de welke aan het Eyland voor het Jaar 1780, toekwaamen benevens de patroontassen dien zig toen op texel bevonden en die almede in 1787 geweldig zyn vervoerd geworden
Zie daar Medeburgers vemeene hiermede aan den inhoud van onse Commissie voldaan te hebbe hoope dat dit ons verrigte uwe goedkeuring zal wegdraagen zo tekene wy onse uwe medeburgers
Jan bakkerdJonge & Arien Dijksen
[geschreven door Jan Bakker]



Terug naar de vorige bladzij