Brievenboek 1813-1814


Brievenboek 1813-1814

Boek GAT 329

1813 deels links in het Frans, rechts in het Nederlands

Ingebonden kopieën van de brieven van Burgemeester en Secretaris van Texel, overgeschreven door een schrijver, steeds lang achtereen in dezelfde hand.

De brieven zijn genummerd, vaak zo te lezen samengevat, hebben niet altijd een datum of een geadresseerde. De schrijver raakte wel eens de draad kwijt, kon soms een woord niet lezen, of sloeg een zin over.

De brieven zijn met inkt geschreven op met de hand met potlood geliniëerd dik foliopapier.

De brieven gaan vaak over de Nationale Militie en vooral 's winters over onderstand aan armlastigen.

Verschillende handschriften, soms makkelijk, soms heel moeilijk te lezen, soms woord voor woord. Bij onderstaand stuk schreef men de e en de i vrijwel gelijk, wat het woord titel deed lijken op total.

N 1 Octroi 2-1-1813

Den Heer Onder Prefect van het Arrondissement Alkmaar Departement van de Zuiderzee, Ridder van het Legioen van Eer.

Copie van het Bordereau van den opbrengst van het Octroy over de maand December ll

N 2 Octrois Onder Prefect 2-1-1813

Onderscheiden Reizen en by herhaling heb ik den vorigen ontvanger der vereenigde Rechten den Heer Vignancourt als mede ook den tegenwoordige ontvanger den Heer Seraine aan den Helder verzogt my behulpzaam te willen zyn in het formeren van een Reglement van het Octroy, wyl alles wat hier op betrekking heeft, door hun worde gedirigeerd, en ik dierhalven ligtelyker bepalingen konde daarstellen, die met hunnen gevoelens of den aard der Zake Zelve strydig waren; maar tot dus verre heb ik dit niet kunnen verkrygen, terwyl het gevoelen van den Heer Secretaris is dat daar er een algemeen Reglement bestaat, waarna men zich ook ten aanzien van Texel moest gedragen; daar mede voor als nog geene haast was; het is dan ook om die reden dat ik tot nog toe aan UWelEdgestr: verlangen, om een Reglement daartestellen, niet heb kunnen voldoen.-

Zo dra echter de nieuwe ontvanger welke nu afzonderlyk voor Texel benoemd is, zal gearriveerd zyn, zal ik niet mankeren daarop opnieuw aantedringen, en alsdan de Eer hebben UWelEdgestr: den uitslag daarvan te melden.-

N 3 Contributien 4-1-1813 Onder Prefekt

Ingevolge het besluit van den Heer Prefekt in dato 12-12-1812, my by UWelEdgestr: circulaire aanschryving van den 20 daaraanvolgende toegezonden, heb ik aan den Percepteur ter hand gesteld de Quohieren op de grondbezittingen, het personeel en meubilair en den deuren en vensters over 1813, en daarvan gisteren door middel eener advertentie aan de ingezetenen doen kennisgeven, welke advertentie dadelyk na het eindigen van den Godsdienst van het huis der gemeente is afgekondigd en ter gewone plaatse geaffigeerd geworden.-

N 4 Gardes-Champetres 8-1-1813 Onder Prefect

Door de Stremming der Communicatie met het vasteland, wegens de menigte van dryfys, ontving ik eerst gisteren avond laat UWelEdgestr: Circulaire van den 29e december betrekkelyk de organisatie der veldwagters.-

Ik haast my om ingevolge de vrijheid welke by opgemelde aanschryving aan my wordt gegeven UWelEdgestr: te verzoeken de verdeeling der Kosten over alle de Eigenaars en bruikers der Landen, na den vereischte form te willen laten opmaken; ten welke einde ik de Eerste berekening welke door den Heer Prefekt executaal is verklaard hier nevens Zend.-

[Buisman: Koude winter, van 6 tot 25 december lichte tot matige vorst]

N 5 8-1-1813 onderprefekt Population

Staat der bevolking over 1812 hiernevens

N 6 Agriculture onderprefekt 9-1-1813 Frans- Nederlands

Ik heb de Eer op uw verzoek hiernevens te zenden, de Keur welke alhier op het Eiland bestaat, betrekkelyk het verbod van vervoer van Rund- en wolvee, benevens 2 Copien resolution van de voormalige Staten van Holland, in dato 31 augustus 1745 en 11 maart 1769 welke de regering van Texel indertyd geauthoriseerd hebben, tot het arresteren van deze Keur, die ook tot dus verre ter voorkoming van besmettelyke Ziektens onder het vee, van een heilzamen nut is geweest en tot heden met opzicht tot het wolvee in volle uitwerking is gebleven, doch ten aanzien van het Hoornvee met eenige modificatie; zynde het thans aan de ingezetenen geoorloofd Rundvee intevoeren wanneer het zelve met een Certificaat voorzien is, dat het van eene plaats komt, alwaar in langen tyd gene besmetting heeft plaats gehad.-

Het schynt my toe, dat deze Keur op dien voet voor het Hoornvee, zoude kunnen worden bevestigd, en dat dezelve met opzicht tot den invoer van het Wolvee, in zyn geheel diende te blyven om dat zodanig verbod van invoer geen het minste nadeel aan de andere ingezetenen die buiten het Eiland wonen kan toebrengen, wyl die haar vee aldaar veel duurder kunnen verkoopen als het zelve op Texel zoude gelden omdat dan vee van een veel minder ras en slegter wol is als de Texelsche, en daar om ook der geen dezer Ingezetenen alhier voor de voortteeling zoude worden begeerd.-

Alleen zoude het kunnen plaatshebben dat een Slagter om de goedkoope prys zoekt eenig vee om te slagten inte voeren dan daar hier nimmer gebrek aan vee is en jaarlyks circa 4000 oude Schapen en 14 a 15.000 jonge Lammeren worden uit gevoerd, kan dit in geen aanmerking komen, en althans zodanig gering voordeel van een enkel individu niet overwegen tegen het gevaar dat daarin opgesloten legt, om door Zodanige invoer Ziektens ondar het Wolvee alhier over te brengen, waarin men tot hedeb toe niet heeft van geweten hoezeer ook deze Ziektens op vele plaatsen in de naburige departementen van de Zuiderzee en Vriesland zeer sterk hebben gewoed.- en indien er iemand alhier mogt zyn die Lust had door eene Vermenging met Spaansche rammen eene verfyning in de wolle daarstellen die na reede tot eene aanmerkelyke hoogte is geklommen; daartoe konde altyd eene Speciale permissie worden verleend en alvorens onderzogt worden of die schapen of rammen wel gezond waren.

De Schapenteelt, en de Zeevaard, zyn twee der voornaamste Takken van bestaan voor de inwoonders van dit Eiland en daar het laatste bedryf thans Stil staat dient men het eerste zo veel mogelyk te protecteren, vooral als het zonder prejuditie der ingezetenen buiten het Eiland en in andere departementen kan geschieden, zo als ik vermeen door deze Kortelyk aangetoond te hebben en waarvan ik U myn Heer de Onder Prefekt het noodig gebruik te willen maken en inmiddels de verzekering te ontvangen van de oprechtste hoogachting waarmede ik de Eer heb te zyn

myn Heer de Onder Prefekt Uwen Zeer dienstwilligen en gehoorzame dienaar

N 7 9-1-1813 heer Onder Prefekt

Staat der gevaccineerde personen en die der kinderen die aan den natuurlyke Kinderziekte gelaboreerd hebben, met vermelding hunner namen, ouderdom en het beroep hunner ouders.-

N 8 Mairies Onder prefect 10-1-1813

Niet voor den 7e deze heb ik de Eer gehad UWelEdgestr: Circulaire aanschryving van den 29e December N 82713/2446 betreffende de benoeming van Maire en adjunct Maires voor de Gemeente van Texel te ontvangen waarvan ik Zoodra mogelyk de laatstgenoemde heb Kennis gegeven, en verzocht zich in die qualiteit te willen laten installeren.-

Hoedanig den uitslag hiervan geweest is zal UWelEdgestr: vinden in het hiernevens gaande proces-verbaal, waaraan ik de vryheid neeme my te refereren.-

N 9 Police 15-1-1813 Onder Prefekt

Ik heb de Eer UWelEdgestr: kennis te geven dat van den Eerste op op heden niets byzonders is voorgevallen of dat eenige betrekking heeft op de missive van den Heer Prefect in dato 14 November 1812 no 3081.

Alleen heb ik gedurende deze tijd ontdekt dat het overvaren van gevangenen of anders, op hoog gezag gearresteerde personen bij besloten water en ijsgang gelijk zedert eenigen tijd heeft plaats gehad, eene groote stremming veroorzaakt, wijl er als dan geen overvaart is dan door middel eene chaloupe [sloep] van het strand of zuidpunt van de Horst door de ijsschotsen heen, het geen met veel moeiten en dikwijls ook met veel gevaar verzeld is; en niet dan met Extra kosten gedaan worden, waartoe ik geen fondsen heb en hetgeen oorzaak geeft dat zoodanige gevangenen eenige tijd moeten worden opgehouden, gelijk op dit moment reeds het geval is, daar zich thans een jongeling in arrest bevind die door den Vrederechter wegens gepleegde Dieverij is geapprehendeerd en naar het Tribunaal te Alkmaar moet gezonden worden, en welken ik met uit gebrek van een fonds waaruit de kosten te vinden zijn, niet heb kunnen laten overvoeren.

Ik verzoek UWelEdgestr: dierhalven mij daartoe een fonds aantewijzen of te permitteren, dat ik zoodanige extra ordinaire uitgaven, die dikwijls van 10 tot 20 Gulden per rys bedragen; uit den post van onvoorziene uitgaven mag betalen.-

N 10 Mouvements des Ports 15-1-1813 Onder Prefekt

Staat der binnen gekomene Schepen in de Haven van Texel van den 1 tot den 15 dezer, en te melden dat er gedurende deze tyd geene uitgevaren zyn.-

N 11 Registres de L' Etat civil 15-1-1813

aan den Heer President van den Regtbank ten eersten instantie van het arrondissement Alkmaar

Hier nevens te zenden de registers van den Civilen Staat der Gemeenet van Texel, met de daarby behoorende Stukken, om overeenkomstig art 13 van het Code Napoleon ter Griffie van Uwe regtbank gedeponeerd te worden.-

N 12 Hospices 16-1-1813 Onder Prefekt

Dat zedert myne laatste van den 1 November ll tot op den eersten dezer geene kinderen in het algemeene Weeshuis of by de armen directie alhier zyn opgenomen welke den ouderdom van 11 jaar bereikt hebben, als mede dat ook van die geenen welke zich voor dien tyd aldaar bevonden geene Zyn die deze Jaren bekomen hebben.-

N 13 Correspondence 16-1-1813 Onder Prefekt

Ik ben door den Heer Mr Cornelis van Foreest Lid van de Commissie van Landbouw op heden per missive verzogt hem eenige elucidatie te willen geven ten opzigte van het verbod van invoer van Rund en Schaapvee op Texel, met toezending der deswegens bestaande Keur en Reglementen, en wel zodra mogelyk wyl de Commissie van den Landbouw op den 26e dezer stond te vergaderen, wanneer hy gaarne van die Stukken wilde gebruik maken;

daar my nu Zulks ingevolge deswegens ontvangene aanschryvingen, en wel Laastelyk by Circulaire van den 13 December ll biet geoorloofd is, heb ik dit aan den Heer v. Foreest gemeld.-

N 14 Agriculture 16-1-1813 den Heer Mr Cornelis van Foreest Lid van de Commissie van Landbouw van de Zuiderzee.-

Of UEd niet zoude kunnen goedvinden, de verlangde informatien van den Heer Onder Prefekt zelve intewinnen.-

N 15 Pauvres 16-1-1813 onder Prefekt

Indien myne mairie Zich Slegts tot een of twee dorpen bepaalde zoude ik genoegzaam in staat geweest zyn UWEdgestr: een volledig verslag te kunnen doen van myne aangewende pogingen tot verzorging eende buitengewone onderstand aan behoeftigen, dan uithoofde der uitgestrektheid en dat alles door my alleen moet worden verrigt, is dit niet mogelyk geweest; Egter heb ik het genoegen UWEdgestr: voorloopig en ter voldoening aan het rapel van 12 dezer te kunnen melden dat er reeds op 2 dorpen te weten aan het Oudeschild en Oosterend eene vrywillige inteekening bestaat; die zo veel rendeert dat men op de Eerste plaats twee maal 'S weeks 130 portien kan uitdeelen en op de tweede plaats 110 portien Soupe drie maal 'S weeks.- Ik houde my bezig om dit werk verder, en ook op de ander dorpen uittebreiden waarvan ik de Eer zal hebben zo dra mogelyk verslag te doen.-

N 16 Cheveaux 18-1-1813

Hoewel het eene onmogelykheid is dat aan UWEdgestr: circulaire aanschryving van den 12 dezer N 96/110 heden morgen eerst ontvangen, op dit moment kan voldaan worden, daar de Rhede vol drijf-ys is, en de overvaart niet anders dan by enkle gelegenheden met eene kleine boot of chaloupe van het Strand over het ys heen, kan geschieden, heb ik echter niet willen afzyn den ontvangst van opgemelde aanschryving door dezen te accuseren.-

N 17 18-1-1813 Verifications

Hiernevens te zenden het proces verbaal in duploExpeditie der verificatie van de Kas der municipale ontvangst.-

N 18 Gendarmerie 18-1-1813

Hiernevens eene opgave of Rekening wat de Casernering der Gendarmerie aan deze gemeente heeft gekost van den 1-4-1811 tot den 1-1-1813.-

N 19 Affaires Militaires 20-1-1813

Den staat der vrywillige dienstneming over het 4e trimester van het jaar 1812.-

N 20 Gendarmerie 27-1-1813

De Huurcedul in dubbelde Expeditie voor de nieuwe Caserne volgens UWEdgestr: verlangen op Zegel geschreven, door den verhuurder onderteekend en geregistreerd. De absentie van den verhuurder heeft my verhinderd Zulks eerder te kunnen doen.-

N 21 Octroy 28-1-1813

Copie van het bordereau van het Octroy van den maand December 1812 het welk my eerst voor 2 dagen door den Ontvanger der verschuldigde Rechten alhier ter afschryving is overgegeven.-

N 22 Peche 28-1-1813

Deze Gemeente geene vischschuiten in Eigendom bezittende of deswegens eenige bewyzen van Eigendom of Pachtcedullen kunnende produceeren heb ik de Eer daarvan ingevolge UWEdgestr: Circulaire kennis te geven.-

N 23 Conscriptien 29-1-1813

By het nazien der lysten van de Conscrits over de Classen van 1808, 1809, 1810 en 1811 waaruit de Ligting van de 100.000 Conscrits zal moeten worden gevonden, is my gebleken dat het getal der Capabelen voor den dienst van de 3 Eerste Classen volgens de trekkingslysten Zo gering is, dat er byna geene overschieten, wanneer men die genen uitzonderd welke aanspraak op vrystelling kunnen maken, zo lange er andere zyn, en dit schynt my toe toch de bedoeling te wezen, daar by het Keizerlyk decreet van 11 January, te vinden in het Politique dagblad N 21 art 3 gezegd word, dat deze Ligting zal bewerkstelligd worden overeenkomstig de Reglementen op de Conscrits.-

Daar het nu zeer apparent is, dat er door den raad van recrutering nog wel enkele Consrits voor Capabel zyn verklaard, die zich by de trekking met gebreken hebben opgegeven, is het Zeer noodzakelyk dat de Lysten van de uitspraak der raden van Recrutering, except die van de Classis van 1809 welke ik reeds heb, met den meesten Spoed worde toegezonden waartoe ik UWEdgestr: verzoek de noodige ordres te geven, en dat my daarby worde gemeld, of men ingevalle er geen Capabele voor den dienst worden gevonden, als dan ook eenige uitzondering kan of moet maken dussen die geenen welke volgens de wetten aanspraak op vrijdom hebben dan of dit volgens de nummers hunner betrekking moet gaan.-

Ten einde ik weet hoedanig bij de oproeping te handelen, wyl ik alsdan geen tyd zal hebben om op deze afgelegenheid zulks te vragen, voorts vind ik my by deze gelegenheid ook nogmaals verpligt UWEdgestr: te doen herinneren, dat de bevolking van Texel waarop wy altyd ten onregte by de Consriptie worden aangeslagen niet is 4754, maar 4514, die wy tegenwoordig zeker niet meer tellen, maar wyl daarop het budget en alle andere Stukken zyn gebaseerd, moet men zich ook na deze Laaste begrooting gedragen; en wanneer men daarvan de Kust Kanonniers aftrekt er geene bevolking over, en dus behoord Texel ook geen depot of reserve te hebben.-

N 24 Affaires Militaires 30-1-1813

Behalve dat ik UWEdgestr: Circulaire aanschryving van den 27 dezer zonder n te laat ontving om op den 31 dezer des morgens de vergadering der Heeren Maires te Alkmaar te kunnen bywonen, bevind ik my ook daartoe op dit moment buiten staat, daar ik zedert myne t'huis komst van gepasseerde maandag gansch niet wel ben, en buiten staat dadelyk wederom zo eene fatigante Ryze te ondernemen; ik verzoek UWEdgestr: my dierhalven het oogmerk dezer byeenkomst en den Uitslag der deliberatien Schriftelyk te willen mede deelen, wanneer ik, zo veel in myn vermogen is my daarna zal gedragen.-

N 25 Affaires Militaires 30-1-1813

Ik heb niet gemankeerd op den ontvangst van UWEdgestr: aanschryving van den 26 dezer Zonder N andermaal zo by afkondiging als affiche op alle de dorpen dezes Eilands de Jongelieden van vorige Conscriptien ex apt die van de Klasse van 1811 uittenoodigen tot de vrywillige dienstneming onder het Departementale jagers Corps, met opgave der voordeelen daaraan verknogt; en zal ook wyders niet mankeren UWEdgestr: van den uitslag kennis te geven.-

N 26 Transporte Militaires 31-1-1813

Uit de bygaande Copie missive van den Heer Morona, Commissaris van Oorlog, zal UWEdgestr: zien dat er eene Stagnatie in het Transport of overvaart der militairen van hier na de Helder en visa versa plaats heeft en dat de Heer Morona van my verlangde dat ik hieromtrent middelen van Constrainte zal gebruiken waartoe ik vermeen niet bevoegd te zyn, maar de Eer zal hebben UWEdgestr: op de volgende wyze te elucideren.-

Dat de Zogenaamde 2 postschippers geen veerschippers zyn, maar alleen geëmployeerdens of bedienden van de Generale postery om de brieven-maal alle dagen van hier na de Helder overtevoeren, even als de postelions of Postkarren aan het vaste land doen, waarvoor zy een bepaald daggeld genieten- daar zy een Zeilschip en 2 Knegts van moeten onderhouden;

Zy kunnen Zich ook aan geen vaste uren tot hun vertrek van hier bepalen maar moeten Zich schikken na het afgaan en aankomen der post aan de Helder en na de wind en stroom, welk Laaste dikwyls een verschil van eenige uren tusschen den eenen of anderen dag maakt; wel verre alzoo dat zy als vaste veerlieden kunnen worden aangemerkt, die een Jaarlyksche pagt betalen, zoals de Heer Morona als geheel abusivelyk vermeend, zyn Zy inderdaad niet anders als Geemployeerden van de Postery;

Het heeft echter altoos plaats gehad dat iemand die van hier na den Helder wilde varen en aan geen bepaalden tyd verbonden was, van deze gelegenheid gebruik maakte zo ook de militairen, hoewel hiervoor Zedert de inlyving van Holland met Frankryk nog nimmer iets betaald is;

Dit medenemen der Passagiers heeft dan ook tengevolge gehad dat zy het gepasseerde jaar met die van de vereenigder Rechten een abonnement hebben aangegaan van 120 fr. ieder, het geen zy zeggen nu ook nog gerepresenteerd te hebben, niettegenstaande en buiten hun 14 visch en Lootsschuiten zyn die geabooneerd hebben voor 30 en 35 francs welke in het gepasseerde jaar nier bestonden en waardoor het getal der passagiers natuurlyk voor haar minder moet worden onder die mits dat zy de bons voor de overvaart derzelve militairen in betaling mogten geven, daarvoor betaling konden bekomen;

Maar men vordert van hun 150 frans dat zy zeggen niet te kunnen betalen, waarop door die van de verenigde Regten het merk van hunne Schuiten is afgenomen, en hun gelast geene passagiers hoe ook genaamd, overtevoeren.-

Ik verzoek, my dierhalven te willen [laten weten] hoedanigmy hierin te gedragen, daar men my alle oogenblikken met het teekenen van passagie-billetten lastig valt die ik vermeen niet te kunnen geven, het ware te wenschen dat er eene vaste Sinosure omtrent de overvaart der militairen alhier konde worden daargesteld.-

N 27 Affaires Militaires 1-2-1813

Te melden dat ik nog by aanhoudende werkzaamheden, om de Jongelieden tot de vrywillige dienstneming te encourageren en de voordeelen daaraan verbonden bekend te maken, en dat Zodra zich iemand daartoe aanbied niet mankeren zal UWEd daarvan kennis te geven;

N 28 2-2-1813 De maire van het Eiland Texel aan de Heere Onderprefekt

Aanmerkelijke gevallen die eenige betrekking op de politie en openbare veiligheid hebben zijn zedert de laatste veertien dagen alhier niet voorgevallen;

Onderscheidene kleine dieverijen die er gedurende deze winter, vooral met opzicht van zodanige goederen, die men op gene secure wijze konde bergen, hebben plaats gehad, zijn ook niet vermeerderd maar eerder door de waakzaamheid der politie verminderd;

Op dit moment heeft men een arrestant bij wien men goederen gevonden heeft die ten gevolge van een in het voorste der maand december ll: bij de weduwe Gerrit Kooyman aan Oosterend gedane inbraak zijn vermist geworden;

Ook heeft men voor eenige dagen een Militair in arrest genomen over het het steelen van een Loode vergaarbak en men zoude in staat zijn zulke dieverijen dikwijls te kunnen ontdekken, indien men een fonds had, waaruit men die Lieden die men daartoe benoodigd had, iets te kunnen toevoegen;

Omtrent de hinderpalen dien met opzicht der geregelde dagelijksche overvaart met militairen van van hier naar den Helder plaats hebben, heb ik de Eer gehad UWEdGestr: bij mijne missive van eergisteren ampel te informeren; waaraan ik mij referere met nadere kennisgeving dat zich gisteren avond bij mij aan het bureau heeft vervoegd de plaatselijke Commandant, welke op een zeer brusque en onvriendelijken wijze mij afvroeg de redenen waarom de postschippers de overvaart weigerden en van mij eischte daarin dadelijk te voorzien; hem de redenen hiervan gezegd en daarbij gevoegd hebbende dat ik over deze zaak aan UWEdgestr: had geschreven; zeide hij op een dringende toon dat hij deswegens zijne klagten bij den generaal zoude inbrengen, en zich zelve militairement regt verschaffen, gelijk hij dan ook, zo als ik nu geïnformeerd ben, heeft gedaan, om met 4 gewapende Militairen heden morgen de postschipper gedwongen, een sergeant van de Kustkanonniers en enige militaire overtevoeren.-

Wanneer het nu aan ieder Commandant geoorloofd is zich zelven militairement regt te verschaffen, als eene civile autoriteit om vermeend bezwaar zijn verzoek niet aanstonds kan inwilligen, maar daarover eerst het gevoelen van Zijnen Superieuren wil vernemen,

Dan moet ik bekennen dat het gezag der Civile authoriteiten minder is dan een nul in het Cijfer, en op Texel geheel overbodig.-

Intusschen daar het noodig is dat er eene regulieren Communicatie met passagiers van hier naar den Helder plaats hebbe, waartoe geene geschikter en goedkooper nog is als met de postschuiten, ofschoon hare eigentlijke aanleg of bestemming daartoe niet strekt, komt het mij onder verbetering voor, dat daartoe geen geschikter middel is dan eene billijke schikking met de Postschippers ten aanzien der vragtpenningen voor de militairen aantegaan of dat de abonnement-gelden zoodanig worden gesteld dat de zieke militair en die geene welke met feuilles de contes rijzen daaronder door kunnen, waar toe ik het mijne Gaarne wil contribueren.-

[Gerrit Kooijman (1766-1812) zoon van Jacob Dirksz Kooijman (17xx-1803) en Annatje Antonys Dalmeijer (1737-1804) van Oosterend. Zijn weduwe was Cornelisje Pieters List (1768-1825), 6 kinderen, waarvan 4 nog in leven (schilderijtje). Hij is overleden op 5 april 1812]

[Cornelisje was een dochter van Pieter Jansz List en Hiltje Dirks List. Winkelierster. Zij is overleden op 5 juni 1825 om 1 uur in de morgen, aangifte op 7 juni door Gerrit List (30) klerk ter secretarie, neef van de overledene, en Jan Pietersz List (61) broodbakker, broeder van de overledene, beiden wonend in Den Burg]

N 29 2-2-1813

Hiernevens te zenden het doop Extract van genoemde Jan Gerrits Hoek alhier geboren.-

N 30 Conscription 3-2-1813

Zo verre ik tot heden heb kunnen ontedekken, zullen my na aftrek van die genen welke ik nog heb, de volgende Certificaten ontbreken, als:

Voor Broeders dienst 3

Voor oudste van weezen 6

Voor een Vader boven de 71 jaar 3

Voor gehuwden 15

Welke ik verzoek de goedheid te hebben my zo spoedig mogelyk te laten toekomen.-

N 31 3-2-1813 Affaires Militaires

Het is tot myn Leedewezen dat ik UWEdgestr: moet melden dat Zich tot heden nog niemand tot de vrijwillige Dienstneming onder het Departementale jagers Corps heeft aangeboden ofschoon daaraan alle mogelyke publiciteit is gegeven.-

Ik moet dit gedeeltelyk toeschryven aan de weinige Conscrits die er van de Classen van 1809 en 1810 nog overig Zyn, zonder dat dezelve aanspraak op uitzondering kunnen maken; en dat de overige meest Zeelieden zyn of Zodanige personen die met geen Paarden kunnen omgaan.- Ik hoop dierhalven dat dit gebrek aan geschikte voorwerpen op die wyze zal kunnen gevonden worden, zo als ik de Eer gehad heb met UWEdgestr: aftespreken.-

N 32 Octroy 3-2-1813

Hiernevens te zenden het bordereaude mois als mede het Bordereau van de viersements.-

N 33 Verifications 4-2-1813

Staat van de Casse van den ontvanger der directe belastingen over de maand January ll

N 34 Affaires Militaires 6-2-1813

Dat het Contingent voor Texel voor de te leverene manschappen van het Vrywillige Jagers Corps op 3 is bepaald, en dat dezelve uiterlyk voor de 12 e moeten gecompleteerd Zyn- zoude ik my niet weinig in verlegenheid vinden hier aan te kunnen voldoen indien ik niet in het volle vertrouwe ware dat UWEdgestr: ingevolge Zyn verzoek reeds voor Texel hadde gezorgd en dat alzoo deze circulaire voor my niet van applicatie was, alle moeite die ik aangewend heb om dezelve te bekomen is tot dus verre vrugteloos geweest, zelfs heb ik nog heden morgen alle de Conscrits van de Classe van 1810 (want van 1809 zyn er niet meer of zy hebben aanspraak op uitzondering) voor my ontboden, hun van opgemelde Circulaire kennis gegeven en het korte Tydstip van beraad ernstig voorgehouden, maar niemand wilde daartoe besluiten, behalve dat er ook maar 2 onder zyn die de vereischten bevatten om onder het Jagers Corps te kunnen dienen,

Ik maak derhalven vast staat op UWEdgestr: vriendelyk medehulp in dezen; en wyders zo als alle de andere Heeren Maires van het arrondissement hebben gedaan dat UWEdgestr: ook den aankoop der Paarden voor Texel gelieft te laten doen.-

N 35 Affaires Militaires 7-2-1813

Het was my byzonder aangenaam dat UWEdgestr: myn gehouden gedrag omtrentde questieuse Zaak tusschen de militaire administratie en die der vereenigde Rechten heeft goedgekeurd; van de aangewende middelen van geweld van de Zyde der militairen, heb ik de Postschipper Zunder[dorp] gelast my een permanente opgave te doen die ik hiernevens Zend, doch in plaats van een proces verbaal Zo als ik hem gezegd had, by forme eener verklaring is ingericht.-

N 36 Informations 7-2-1813

400 militairen van hier naar Amsterdam gegaan en 100 man terug

N 37 Conscription 8-2-1813 aan den Heer Maire der Stad Alkmaar

Daar de Ouders van de Persoon van Fredrik Fredriks Adolf geboren den 16 e augustus 1792 en alzoo Conscrit van de Classe van 1812 thans volgens informatie binnen uwe Gemeente woonagtig zyn, zynde de Stiefvader van deze persoon genaamd Willem Snooy en de moeder Grietje Jans Duinker; heb ik niet willen afzyn UWEd hiervan kennis te geven, ten einde Zo dezelve nog in leven was, by U konde worden ingeschreven.-

[Willem Willemsz Snooij (1774-1818) uit Oudeschild, getrouwd met Grietje Jans Duinker (1770-1806). Beiden gestorven in Alkmaar, 4 kinderen geboren in Den Burg. Haar voorkind Adolf Frederiksz (1792-1872) was geboren in Den Hoorn, overleden in Alkmaar.

N 38 8-2-1813 Poldres den Heer Dykgraaf van Texel

Ik zend UEd hiernevens Copie Extract eener Circulaire missive van den Heer Onder Prefect, met invitatie my de daarin gevraagde informatien met den meesten Spoed en uiterlyk binnen 2 maal 24 uur te willen Laten toekomen.-

N 39 Consription 8-2-1813 Aan de Maire van Uitgeest

Daar de persoon van Albert Rezel conscrit van de Klasse van 1812, geboren den 19e October 1792 volgens informatie zich thans binnen uwe Gemeente bevind, zynde desselfs vader welke onlangs moet overledenzyn, genaamd geweest Hendrik Resel, en desselfs moeder Trijntje Alberts Mulder, heb ik niet willen nalaten, UEd daarvan by deze Kennisse te geven, ten einde zo het nog niet geschied was dezelve by U zoude kunnen worden ingeschreven.-

Databank: [Hendrik Reese (1762-1813) was een zoon van Hendrik Jansz Reese en Elisabeth Barends Lansink (1724-1xxx) uit Zutphen, die in 1755 getrouwd waren in de Gereformeerde kerk in Den Burg. Hij trouwde op 21-4-1886 met Trijntje Alberts Mulder, 7 kinderen, Hendrik, Albert, Hendrikje, Albert (de loteling), Jan, Liesebet en Hendrikje].

N 40 Conscription 8-2-1813 aan den Heer Maire van Huisduinen en den Helder.-

Daar de persoon van Cornelis Maartensz Blom, geboren den 16e November 1792 en alzoo Conscrit van de Klasse van 1812, zich thans binnen Uwe Gemeente bevind; ten minste desselfs ouders aldaar Zedert eenige jaren zyn gedomicilieerd geweest, heb ik niet willen af zyn UEd daarvan by deze kennisse te geven, ten einde zo het nog niet geschied was, dezelve by U zoude kunnen worden ingeschreven.-

Databank: Maarten Lammertsz Blom (1758-18xx) en Antje Cornelis van der Sterre (1758-18xx) beiden uit Oudeschild, hadden 6 kinderen geboren te Oudeschild. Cornelis was de een na jongste]

N 41 Affaires Militaires 8-2-1813

Hier nevens te zenden de Staten van verdeeling en omslag, tot vinding van de Sommen waarop deze Gemeente voor de kleeding en Wapening van de te leverene Jagers, als mede voor de aankoop van Paarden is aangeslagen-

Een Staat voor de Kleeding en wapening van fr 1500.-

Een dito voor den aankoop van Paarden voor 2100.-

En Eindelyk een derde of generale Staat waarin de geheele Som is gebragt van 3600.-

Met een Surplus van 126 voor de bydrage der Ambtenaren.-

Aangiften tot vrywelliger bydragen boven de Gequotiseerde Sommen, zyn er tot nog toe niet geweest hoewel ik daartoe uitnoodigingen by advertentien heb Laten doen.-

N 42 9-2-1813 Affaires Militaire

Dat men op dit oogenblik en zo lange ons garnisoen dat gepasseerde Zondag met 300 man is verminderd geworden, niet wederom versterkt word, ook wederom 300 man infanterie zoude kunnen plaatsen; maar dat dit Eiland voor eene bezetting van Cavellerie geheel ongeschikt is, daar men alhier volstrekt geene stallingen, zelfs niet eens in de publique herbergen vind, Ja dat vele boeren, welke gewoon zyn hunne paarden een geheele winter buiten te laten Loopen, niet eens Stallen hebben, en dat de weinige die men hier en elders nog vindt, met eigen paarden zyn bezet, zo dat het plaatsen van Cavellerie, dat nog wel eens met een klein detachement van 15 a 20 man in den Zomer wanneer de stallen der boeren ledig waren, heeft plaats gehad, altijd de grootste inconvenientien heeft veroorzaakt.-

Geen plaats voor cavallerie.

N 43 8-2-1813 Conscription de Maire der Stad Hamburg

Bij het formeren van het Journal de Maire voor de Conscriptie van de Klasse van 1812 ontdekte ik dat de persoon van Willem Gomes geboren den 5 e July 1792 ook tot deze Conscriptie behoorde en met deszelfs moeder, genaamd Jannetje Rademaker, zijnde de vader genaamd Pieter Gomes alhier overleden, thans binnen Uwe Gemeente woonagtig is; ik heb noodig geoordeeld mijn Heer de Maire U hiervan te moeten kennis-geven ten einde gij hem mede op uw Register voor de Conscrits zoudt kunnen brengen;

N 44 Conscription 8-2-1813 aan den Heer Maire der Stad Medemblik.-

Daar de persoon van Dirk Klaasz Smit zoon van Klaas Roelofsz Smit en Neeltje Dirks de Boer, Conscrit van de Classe 1812, geboren den 14 e Augustus 1792 volgens informatie zich thans binnen uwe Gemeente bevind heb ik vermeend UEd daarvan te moeten kennis geven ten einde zo het nog niet geschied was dezelven by U zoude kunnen worden ingeschreven.-

N 45 Consription 10-2-1813 aan den Heer Maire van den Helder

Ik word geinformeerd dat een Zekere Albert Cornelisz Dekker, op den 30 e october 1792 binnen deze Gemeente geboren uit Cornelis Tysz Dekker en Aafje Alberts, beide overleden, onlangs van den Helder als Kaagknegt heeft gevaren en dat desselfs Zuster by den Heer Boomsma woonagtig is; ik heb geoordeeld, daar deze persoon tot de Conscriptie van 1812 behoort en geen voogd of naastbestaanden alhier meer heeft, UEd daarvan te moeten Kennis geven, ten einde hy by U zoude kunnen worden ingeschreven.-

Databank: [Cornelis Tijsz Dekker (17xx-1807) en Aafje Alberts Hassing (1763-1808) hadden 3 kinderen, geboren te Oosterend, Tijs, Aagje en Albert. Aagje (1789-1874) trouwde in 1825 in Den Helder met Jan de Jong (1786-1835) uit Ammerstol, 2 kinderen]

N 46 11-2-1813 Poldres 8 bladzijden

Ik heb de Eer in andwoord op UWEdgestr. Circulaire aanschryving van den 8 e dezer te berigten, dat behalven het algemeene Dyksbestuur van Texel, dat zich over den geheelen omring Dyk uitstrekt en in 28 binnen poldes is verdeeld, men nog buiten dien 5 afzonderlyke en op zich zelve bestaande polders of dyksbesturen vind, die wel niet alle even groot, egter dog eene byzondere administratie hebben en genaamd zyn Walenburg, Hoornder Nieuweland, de Kuil, de Grie, het Burger Nieuweland-

Ik zal dus om UWEdgestr. Hiervan een gedetailleerde opgave te kunnen doen, ieder afzonderlyk dienen te behandelen, en my in de Eerste plaats te bepalen tot het Eiland Texel-

Vraag 1 welke polders in de Gemeenet gevonden worden of waarin de Gemeente ligt.-

Word generaal geconsidereerd 6, waarvan het grootste gedeelte van den grond van het Eiland binnen den geheelen omring Dyk van Texel gelegen, weder verdeeld is, in 28 Contribuerende binnenpolder, genaamd:

Voor het 1 District Otter Zaat, Oostergeest, 't Zeeuwland, de Waddel, Westergeest, Zuidhaffel, Noordhaffel, Elmerbuurt, 't Kly, Ongeren, de Ha, Westergeest en Gerritsland, zo ook Koog en Everste Koog.-

2e District Binnenspyk, Buitendyk, 't Zoutland, den Aal, 't Wammert, Breen, Bakhum, Trinten en Zuitdorp.-

3e District de Waal, Tienhoven, Dykmans Koog.-

4e District de polder Oosterend.-

Vraag 2 Grootte der Polders in Rynlandsche voetmaten.-

De zoogenaamde polders in 4 Districten verdeeld zyn te Zamen groot 16258 13 ½ Roede Texelsche Dykmaat, waarvan 337 ½ Roede een Rynlandsche morgen uitmaken.-

Vraag 3 Onder welke directie dezelve bestaat.-

De directie hiervan bestaat in een Dykgraaf, 4 hoofdingelanden, 5 Heemraden en een Secretaris.-

Vraag 4 getal der Watermolens welke dezelve bemalen met de Wyzing der hoogte van Water door dezelve molens uitgemalen wordende.-

Onder dit district vind men geen watermolens.-

Vraag 5 op welke uitwatering deze molens malen.-

Vervalt

Vraag 6 getal der Sluizen en hunne grootte.-

5 sluizen onderscheiden in grootte.-

Vraag 7 door wien de Lasten vastgesteld worden.-

Door de Heeren der Ring Commissie van Texel.-

Vraag 8 welke Lasten in 1811 en 1812 voor onderhoud de molens, sluizen &

Voor onderhoud van molens, Sluizen, Bruggen en wegen worden geene Lasten afzonderlyk geheven.-

Vraag 9 welke Laten in 1811 en 1812 voor het onderhoud der Dyken zyn geheven.-

Voor het onderhoud der Dyken is in 1811 geheven de Zomma van f 21728.17.-

En 1812 19012.19.8

Vraag 10 Aan wien Rekening wordt gedaan, en hoe veel de Kosten van administratie beloopen.-

Aan de Ingelanden van de 28 gecombineerde dyk en duinpolders; de Kosten van administratie en onderhoud bedragen gezamentlyk jaarlyks f 20.000.-

Vraag 11 Door wien de werken worden nagegaan en gesurveilleerd.-

De werken worden beraamd door den Dykgraaf en na gedane approbatie van wegens den directeur der Bruggen en Wegen, Heeren leden van de Ring Commissie en het geheele Dyks Collegie publiek besteed, afgeschouwen door heemraden, wyders werden de werken door den Inspecteur over Bruggen en Wegen, leden der Ring Commissie en het geheele Dyks Collegie nagegaan en gesurveilleerd.-

De tweede polder welk een afzonderlyk bestuur heeft en aan de bedykers door Keizer Maximiliaan en Margrite van Bourgondien met het Regt van Ambagtsheerlykheid uitgegeven is de Polder Walenburg.-

Dezelve is groot 733 morgen en 397 Roeden Rynlandsche maat.-

3 Zy wordt bestuurd door een Dykgraaf, 3 hoofdingelanden en 3 Heemraden

4 Zy heeft een watermolen die het water op een hoogte van 2 ½ voet uitmaalt.-

5 Het water ontlast Zich door een Zee Sluis in de Zuiderzee.-

6 De polder heeft maar 1 Zeesluis derzelver wydte is 7 voet.-

7 De Lasten vastgestled door het bestuur by art. 3 opgegeven.-

8 en 9 De lasten welke geheven Zyn voor onderhoud van molen, Sluis, Bruggen en wegen en onderhoud der dyken hebben gecombineerd in 1811 en 1812 bedragen f 714.12.-

10 De Rekening word gedaan jaarlyks aan Hoofdingelanden en Ingelanden en de Kosten van de administratie belopen f 136.-

11 de werken gesurveilleerd door het bestuur art 3 genoemd.-

Aan de Polder Walenburg grenst de polder

1 Het Burger nieuweland (ook wel Raaphorst genaamd)

2 Dezelver grootte is 340.000 Roeden Texelsche maat, makende 337 ½ Roeden Texels een Rijnlands morgen.-

3 Het bestuur is onder een Dijkgraaf en 3 Heemraden

4 Heeft geen watermolens

5 Deze polder watert uit in de polder Walenburg, waarvoor dezelve 1/5 betaaldt in het onderhoud der Zeesluis van walenburg.-

6 Heeft een Sluis door de Walenburgerdijk ter wijdte van vijf voet.-

7 De Lasten worden vastgesteld door Dijkgraaf en Heemraden.-

8 en 9 Wordt alle jaren geene heffingen gedaan maar nu en dan als het noodig is, en deze bedragen eenige Jaren door een gerekend 10 à 12 Guldens.-

10 De Rekening hiervan wordt aan ingezetenen gedaan, kosten van administratie zijn er niet.-

11 De werken worden alleen nagegaan en gesurveilleerd door het bestuur art 3 opgegeven.

Het Hoornder Nieuweland

2 deze polder die ook een afzonderlyk bestuur heeft is groot 30.979 1/3 Roeden Texelsche maat.-

3 wordt bestuurd door een dykgraaf en 2 Heemraden.-

4 heeft een watermolen die het water 2 voeten hoog opmaalt.-

5 de uitwatering van dien molen is na de buiten Zeesluis.-

6 heeft maar 1 sluis 5 voet wyd.-

7 de lasten worden vastgesteld door dykgraaf en Heemraden.-

8 de Lasten welke in 1811 en 1812 hiervoor geheven zyn hebben bedragen f 572.7.12

9 voor het onderhoud dr dyken is geraamd f 25.-.-

10 de Rekening wordt gedaan aan ingelanden en de kosten van administratie bedragen f 14.-.-

11 de werken worden gesurveilleerd door dykgraaf en Heemraden

de polder de Kuil

2 dezelver groote is 12500 Roeden Texelsche maat.-

3 dezelve Staat onder directie van dykgraaf en Heemraden.-

4 heeft geen watermolen.-

5 vervalt.-

6 heeft een klein Sluisje of duiker die in de polder het Nieuweland uitwatert.-

7 de Lasten worden vastgesteld door dykgraaf en Heemraden.-

8 en 9 het onderhoud voor deze beide articulen bedragen jaarlyks 50 a 60 Gulden.-

10 de Rekening wordt gedaan aan Dykgraaf en Heemraden.-

11 en deze Surveilleren ook de werken.-

de polder de Grie

2 is groot 6500 Texelsche Roeden.-

3 onder Directie van Hoofdingelanden.-

4 heeft geen molens.-

5 vervalt.-

6 een klein Sluisje dat naar binnen uitwatert.-

7 de Lasten der Zeewering zyn, hebbende groene Dyken die geen onderhoud noodig hebben, worden door de ingelanden zelve vastgesteld.-

8 weinig of geen.-

9 het onderhoud der Dyken 25 Guldens.-

10 heeft geen onkosten voor administratie, wordende de Rekening gedaan aan Ingelanden.-

11 alleen door Ingelanden.-

Alle deze 5 onderscheidene polders ofschoon haar eigen Huishoudelyk Dyksbestuur hebbende, behooren tot de Gemeente van Texel, zyn binnen den omring der Dyken en duinen van Texel gelegen en betalen hunne grondlasten ook aan den Percepteur der directe belastingen van Texel.-

N 47 Statistique 13-2-1813

Hier 1 stomdoove, van het vrouwelyk geslagt, beneden de 20 jaar en van eene arme famille.-

Huizinga over Martje Timmerman

23 July 1875. Begrafenis van Martje Timmerman (doofstom), slechts 4 man achter het lijk, Willem Duinker, Sijbrand Jansz. Keijser, Biersteker en ik.

[Martje Timmerman (1799-1875) dochter van Maarten Pietersz Timmerman (1772-1799) en Pieterje Sijbrands Duinker (1769-1814), beiden uit Oosterend. Ze trouwden op 28 juli 1797, op 29 october werd hun dochter Trijntje geboren. Martje kwam anderhalf jaar later op 16 augustus 1799. De vader was toen al sinds 8 mei gestorven. Zie Notulen Municipaliteit 14-2-1809]

N 48 Affaires Militaires 13-2-1813

Oogenblikkelyk na den Ontvangst van UWEdgestr. Aanschryving van den 10 Dezer N 350/335 heb ik alle de boeren, welke Laast met hunne Paarden te Alkmaar zyn geweest laten aanzeggen om Zich dadelyk wederom naar Alkmaar te begeven.

Om dat ik my verzekerd hield dat dit de beste en geschiktste Paarden waren, welke ik toen uit alle de Paarden die in de jaren vielen door behulp van deskundigen hebbe kunnen vinden; want over het algemeen vallen de paarden hier wat klein, ook vindt men een groot gedeelte die door Zwaar werk reeds styf of kreupel zyn, of zich in een staat bevinden dat zy volen moeten.-

Dan tot myn Leedwezen bevind ik na onderzoek dat onder deze 8 paarden twee zyn die door de fatigues van de Rys ziek en zodanig met den droes bezet zyn, dat men van derzelver opkomst twyfelt. Is er nog behalven deze een paard by, dat door het in en uit zetten in het vaartuig kreupel geworden en waarschynelyk voor altyd bedorven, zo dat er nog maar 5 overig zyn, welke ik met nog een andere van de beste paarden hier nevens zend, in hoop dat dezelve voldoen zullen; om UWEdgestr. een aantal Paarden te zenden, die ik te voren weet dat niet voldoen kunnen en daardoor het Eiland op Kosten te jagen en de Eigenaars nog in gevaar te stellen dat zy hunne paarden ziek of Kreupel weder te huis krygen; kwam my voor niet verantwoordelyk te zyn.-

N 49 Police 18-2-1813

Daar er gedurende deze maand tot heden geene gevallen van eenig aanbelang hebben plaats gehd. Dan alleen de verandering van het garnisoen waarvan ik de Eer gehad heb UWEdgestr. op den 7e dezer Kennis te geven en waarentegen wederom de helft van d Compagnie Kustkanonniers in activiteit van dienst is gesteld; hebbe ik de Eer daarvan aan UWEdgestr. by deze kennis te geven, met byvoeging dat er ten aanzien der algemeene rust en veiligheid my niets is te voren gekomen dat de attentie van UWEdgestr. zoude kunnen na zich trekken.-

N 50 Affaires Militaires 19-2-1813

Het Tableu van Omslag over de Gemeente van Texel tot vinding den 1500 francs voor de xpering en Uitrusting der televerene vrywillige Jagers, zo veel mogelyk ten aanzien van het getal der Contribuabelen hebbende ddoen verminderen en in een nieuwe form overbrengen, hebbe ik de Eer UWEdgestr. het zelve by deze ter approbatie aantebieden.-

N 51 16-2-1813 Octroy

Door aanhoudende ongesteldheid ben ik verhinderd geworden UWEdgestr. missive van den 30 passato N 271/259 te beantwoorden en het verschil optelossen dat er plaats heeft tusschen de informatien van den Heer Directeur general der vereenigde Rechten en myn missive van den 2 e January betrekkelyk de overstorting van het octroy in de maande December.-

Toen ik op den 1e January den ontvanger van het Octroy vroeg om het bordereau en my de Som van overstorting te willen opgeven, zeide my denzelve dat er geen bordereau konde worden opgemaakt om reden zo als by bovengemelde missive is gemeld.-

Als mede dat er ook geen overstorting konde geschieden wyl de Kosten der Percepteur eerst moesten worden opgemaakt, bedoelende daarmede, zo als ik naderhand geinformeerd ben alleen de 2e overstorting die er in het Laastste van de maand plaats heeft, omdat de Som, welke op den 16 e December of op de helft van de maand was overgemaakt reeds was verantwoord, en begrepen in de verificatie van den municipale Cas op den 16 December gedaan; daar ik nu zo spoedig om deze overstorting van den 16 December niet heb gedagt wyl ik gewoon ben, op het Laatste der maand de 2 overstortingen te Zamen, in eene Som op het Borderau de versement te brengen, heb ik, op de informatie van den Ontvanger afgaande, die ook hierin ter goeder trouw heeft gedwaald UWEdgestr. eene verkeerde opgave gedaan, en in plaatse van te zeggen, dat er in het geheel geene overstorting hadde plaats gehad, had moeten zeggen dat er nu zedert de overstorting van den 16e December die reeds in de verificatie van den municipalen Cas was begrepen geene verdere overstorting meer konde plaats hebben; dan ware al het misverstand uit de weg geruimd en om dit voortekomen zal ik in het vervolg altyd op den Staat der overstorting Zo als ik ook reeds met den maand January heb begonnen telkens den datum vermelden wanneer de overstorting is geschied.-

Den Heer Directeur der vereenigde Rechten heeft in dit geval gelyk, except dat er een klein verschil in de Zom is welken niet volgens Zyn opgave 1580 maar volgens het Bordereau dat ik de Eer heb UWEdgestr. by myne missive van den 28e January n 21 toetezenden 1645,79 bedraagt, dat voort komt uit eene verkeerde berekening van den ontvanger der vereenigde rechten wegens de Kosten van perceptie;

Wat echter het tweede gedeelte van UWEdgestr. missive aangaat, btrekkelyk de weigering of overschoonbare vertraging in het opmaken van het relement voor het octrooi, hieromtrent durf ik my gerust te refereren aan myne missive van den 2e January N 3 wyl al dat geene wat hierin gezegd is geen haarbreed van de waarheid afwykt, en het is op myne herhaalde herinnering dat ik nu eerst voor weinige dagen een Reglement van het octrooi voor 1813 heb ontvangen, waaraan ik de Eer heb UWEdgestr. hiernevens Copie in bubbelde Expeditie wil zenden.-

N 52 Verification 19-2-1813

In te zenden de processen-verbaal van de verificatie der municipale Cas na het nieuw model ingerigt

N 53 Contribution 1-3-1813

Intezenden eene Specifique opgave van de Lasten welke de gebouwen en Landeryen een de Gemeente van Texel in privativen Eigendom toebehoorende in het gapasseerde jaar 1812, zo aan verponding als Dykgeld hebben betaald.-

N 54 Mouvement 1-3-1813

Dat zedert den 15 february tot den 18 dito in de Haven van Texel geene Schepen zyn binnengekomen of uitgevaren.-

N 55 Conscription 1-3-1813

Hier nevens te zenden de mankeerende Certificaten van de Conscrits dezer Gemeente behoorende tot de Classe van 1812 als:

Van Johannes Reiersz Baas N 50, Cornelis Boerse N 16, Jan Cornelisz Smit N 21, Cornelis Klaasz Kok N 54, Reier Pietersz Ran N 38, Hendrik Zoetelief N 2, Hendrik Zwart N 3

Als mede nog 2 van Remmert Schaap N 25 en Pieter Gerritsz Roeper N 4

Omdat my van deze twee het Certificaat van activiteit van dienst nog mankeert, Zynde het onbekend waar of dezelven zich thans bevinden.-

Eindelyk voege ik ook nog hierby Copie acte van den Conscrit Hendrik Formersz Mulder N 49 welk ten tyde der Loting ziek en absent was, en nu overleden, zo dat dezelve voor den raad van Recrutering niet meer kan verschynen.-

[Hendrik Fermersz Mulder (1792-1813) zoon van Former Hendriksz Mulder (1753-1813) en Dievertje Festers]

N 56 1-3-1813 Patenten Heer Contolleur der directe belastingen te Alkmaar

Ziekte en andere beletselen, gevoegd by de werkzaamheden der Conscriptie, hebben my verhinderd aan U de patentlysten eerder dan heden te kunnen terug Zenden.-

Ik voege daar ook by een Lyst van de Schippers die met de geemployeerdens van de vereenigde regten, geabonneerd hebben om goederen en passagiers overtevaren, waaronder zich verscheidenen bevinden die ook te gelyk winkeliers en reeds op de patentlyst staan, waarom ik U in Consideratie geef of dezelve aldaar niet als winkeliers behooren te worden geroyeerd, en enkel als Schippers zouden worden gepatenteerd, omdat dit patent hooger is; dan zyn er ook enkelde arme vissers onder, die byna nooit of nimmer vragt-goederen varen, maar enkel by geval een passagier; Zoude men deze ook kunnen passeeren? De Eersten, namentlyk de Kaagschippers en winkeliers, heb ik met een Streep aangehaald, en de tweede met een Kruis ten Einde UEd dezelve Zoude kunnen kennen en daaromtrent na goedvinden handelen-

Voorts heb ik op de patentlyst nog deze aanmerking, dat Leendert den Berger, welke zich denzelven dag dat de lijst verzonden is heeft aangegeven geen landmeter meer te zijn en ook niet meer in deze Gemeente te wonen, behoord te worden geroyeerd.-

Maar dat daarentegen nog op de Lyst behoord te worden gebragt

Sijbrand Keizer aan den Burg N 156 Huurwaarde 84 francs, als Commissionair in de 1e Classe

Jan Ran aan den Burg N 14 Huurwaarde 84 francs, als hout of planken verkooper

Gerrit Pieters & Comp aan den Burg N 163 Huurwaarde 63 francs, als Koren Kooper, doch daarby tegelyk als Winkelier staat, behoort hy met dit patent geroyeerd te worden.-

Voorts heeft Zich ook nog aangegeven als schoenen en muilen verkooper Simon Daalder aan den Hoorn N 129, Huurwaarde 37 fr 80 d. maar ik weet niet of dezelve wel patent zal moeten hebben.-

N 57 Porte 2-3-1813

Betrekkelyk het branden van de Lantaren op de haven alhier.-

N 58 2-3-1813 Lits Militaires Commissaris van Oorlog Mauroy aan den Helder

links frans, rechts nederlands

Ik heb de Eer aan UEd hiernevens te zende het proces-verbaal van de Militaire bedden en verzoek U de goedheid te willen hebben de noodige maatregelen te nemen dat wy voor de schadens die aan deze bedden zyn aangebragt en die waarlyk maar al te gering zyn getauxeerd spoedig betaling erlangen.-

By het Laatste vertrek der troupen van hier naar Amsterdam hebben 3 schepen door de Harde wind en bekomene Schade moeten terug keeren. Ik heb daarop direct 3 andere vaartuigen laten Requireren om de troupes overtebrengen met een van dezelven is de volgende morgen de Luitenant Camp ook vertrokken, met een Klein gedeelte van deze troupes zonder (zo men my gezegd heeft) zich met de overigen te bemoeien of apel te houden en wyl de wind daarop weder sterker wierd, hebben nog 105 man eene geheele dag moeten overblyven en wyl hare vivres toen op waren heb ik hun kaas en brood moeten laten geven dat eene onkosten van fr 78.29, die my moeten worden gerestitueerd en waartoe ik U vriendelyk verzoek my behulpzaam te wezen.-

Buisman: van 15 tot 20 februari stormweer, de orkaan van de 18e richt veel schade aan.

N 59 Vivres 3-3-1813 den Heer Carot Capityn Commandant van het Detachement van het 1e Batt: Chasseurs rentrees

Het is U waarschynelyk onbekend hoe dangereux het vertrek der troupes onder uwe ordres staande, laats van hier geweest is en dat 3 Schepen door de Harde wind en bekoomen schaden hebben terug keeren na Texel ik heb direct andere Schepen doen requireren om de Troupes overtevoeren waarmede ook den volgende morgen de Heer Luitenant Camp met eenige manschappen is vertrokken, agter latende 105 man, die des nagts in vaartuigen en huizen by de haven staande haar verblyf hadden genomen; had de Heer Camp zo men my gezegd heeft zich hierop geinformeerd of behoorlyk appel doen houden, hadden dezelve mede kunnen vertrekken, maar dit is niet geschied, en wyl de wind daarop weder toe nam. Hebben dezelven nog een dag moeten overblyven waardoor hare vivres op raakte en ik genoodzaakt ben geweesthun kaas en brood te laten geven dat fr 78,29 heeft veroorzaakt die ik U verzoek my met den meesten spoed te willen restitueren, daar ik geen fondsen heb, waaruit ik zodanige uitgaven kan of vermag te doen.-

N 60 Octrois 2-3-1813

Zenden het Bordereau van den ontvangst van het Octrooi over de maand february ll

N 61 3-3-1813

Gezeur over wissel en quitantie

N 62 Consription 4-3-1813

Op het oogenblik Zynde heden agtermiddag 5 uren, ontvang ik UWEdGestr: aanschryving van den 1e dezer, in aller haast heb ik de Eer daarop te antwoorden.-

1 Dat eene Lyst hiernevens gaat waarop agter ieder Conscrit de vermeende reden van Uitzondering vermeld staan, terwyl ik nog wel Zo veel Certificaten heb, als benoodigd zullen zyn, doch die het my onmogelyk is zo spoedig te kunnen geteekend krygen, maar Zo dra doenlyk zal zenden.-

2 Dat Zich onder deze Conscrits geene vrywillig in dienst getredene bevinden.-

3 Ook geene gestorvenen.-

4 Dat het onmogelyk is daar dezelven over het geheele Eiland wonen en enkelde absent zyn, op dit moment te kunnen opgeven of er onder Zyn die verlangen, om gebreken nader voor de Raad van Recrutering te verschynen, maar ik laat dezelvenog deze nagt oproepen, om morgen ogtend voor my te komen, wannee dezelven Zich dingsdag te Amsterdam voor den Raad van Recrutering zullen bevinden-

5 Dat er een onder is die Zich met Zyn remplacant morgen op Rys zal begeven.-

N 63 5-3-1813 Conscription

Gisteravond had ik de Eer UWEdGestr: voorloopig Kennis te geven hoedanige den Staat der Conscrits van 1809 en 1810 was, welke tot de activiteit worden opgeroepen.-

Thans nadat ik dezelven allen heden morgen heb voor my doen komen, heb ik bevonden dat onder diegenen welke ik vermeende Capable te zyn nog 3 zyn die Lighaamsgebreken hebben te weten

Vos Albert N 35, Vos Teunis Simonsz N 43, Dryver Klaas N 57

Waarschynelyk is er nog een Vierde namelyk Bakker Dirk Hendriksz N 48, doch deze is thans niet op Texel dewelken verlangen dat door den Raad van Recrutering hunne gebreken zullen worden onderzocht, en daar de aanschryving van UWEdGestr: van den 2e dezer N 493/453 niet bepaalt wanneer dit onderzoek door den Raad van Recrutering zal plaats hebben en dezelven ongerust zynde of hetzelve ook Zomtyds met dat der remplacering op den 9e dezer Zoude moeten geschieden zyn zy geresolveerd morgen vroeg op rys te gaan en by UWEdGestr: zelve mondeling hunne onderzoek te doen en alzoo ook de overbrengers van deze brief te zyn.-

Te gelyker tyd komt ook met deze Conscrits Tys Maantensz Zym N 46 met Zyne remplacant, en de conscrit Reier Dyker N 60 met Zyn voogd, die een Remplacant te Amsterdam zal zoeken om vervolgens Dingsdag den 9e dezer voor den Raad van Remplacering te Amsterdam te verschynen.-

Ik voege ook hierby een Lyst met alle de Certificaten, die ik vermeen dat Zouden te pas kunnen komen waaronder die voor de getrouwden het grootste gedeelte uitmaken wyl het decreet van Zyne Majesteit van den 11e January en dat van den Heer Prefekt van den 27 January, te vinden in de politique dagbladen N 17 en N 28 uitdrukkelyk zeggen dat, die voor het nemen van opgemelde decreten gehuwd zyn, vry zullen wezen.-

N 64 Verification 6-3-1813

Over den dienst van 1812 en van de maand february 1813

N 65 Police 8-3-1813 De Maire van het Eiland Texel aan den Heer Onder Prefect

Zedert mijne Missive van den 18e february ll N 49 is alhier niets bijzonders voorgevallen, de algemeene Rust ordre en veiligheid zijn en blijven steeds gehandhaafd, ofschoon de politie in het dagelijks op en toeverzicht een verlies heeft gehad door het overlijden van den jongen Heer Langeveld welke den post Commissaris provisioneel van politie waarnam, en voor eenige dagen zeer Subit aan een Zinkings Koorts te Amsterdam is overleden.-

Ik weet wel dat volgens de bestaande wetten, in een plaats alwaar geen Commissaris van Politie is, deze post door den maire moet worden waargenomen en ben ook reeds daarvan door den Heer Commissaris speciaal aan de Helder verzogt; maar ik geef UWEdGestr: in consideratie of ik in staat ben hieraan na vereischte te kunnen voldoen.-

Daar ik eene Mairie heb die niet alleen de lastigste van het Arrondissement, maar ik durf te zeggen van het geheele departement is; en daarenboven volstrekt zonder adjucten ben.-

Op negen onderscheidene plaatsen militairen gecantonneerd en gecaserneerd zijnde, loopt zo eene lastige als moeyelijke en kostbare besturing ook geheel en alleen voor mijne rekening- met waarneming der finantien van Commissaris van Oorlog zo dikwijls dezelve te pas komt, wijl deze aan de Helder resideert.-

De Heer Vrederegter absent en ziek te Amsterdam leggende, ben ik ook nog verpligt dagelijks van eender zaken die geen uitstel kunnen lijden den post als Suppliant Vrederegter waarnemen;

Hoe is het nu mogelijk dat dit alles door mij, reeds op Jaren zijnde alleen kan worden verricht zonder mij in den eenen of anderen post aan nalatigheid of pligt verzuim schuldig te maken, weshalve ik bij deze gelegenheid ook de vrijheid neem UWEdGestr: zeer instandig te verzoeken te willen zorgen dat er spoedig twee adjunct maires worden benoemd, die mij in het een en ander na behooren kunnen assisteren.-

[Koenen-Endepols 1977: Zinking: ziekelijke aandoening (bijv. door kouvatten), doordat kwade vochten naar een lichaamsdeel trokken, naar men zei: dat veroorzaakte zinkings; zinkingskoorts door zinkings veroorzaakte koorts, zenuwzinking]

N 66 Pauvres 11-3-1813 Aan den Heer Onder Prefect

Ik heb de Eer aan UWEd: hiernevens te zenden een request dat aan mij ter bezorging is overhandigd geworden, het geen men daarin aanvoerdt is der waarheid conform; en het ware te wenschen dat er een middel zoude worden daargesteld, waartoe armbezorgers van dit genootschap beter in het onderhoud van hare armen konden voorzien, dan tot heden geschied.-

Maar ik zie niet op welke wijze ik de onwilligen, zoals men in het request vermeendt, zoude kunnen constringeren, en vriendelijke vermaningen om zich in dezen van hare pligt te kweiten zijn reeds vrugteloos door mij beproefd, ik ben eerder onder referentie van oordeel, dat wanneer eene quotisatie kan en vermag daargesteld worden, de onwilligen in cas van weigering door het vredegeregt zoude moeten worden geconstringeerd.-

Een en ander aan UWEdgestr: meerder verligt oordeel overlatende en uit hoofde van den drang der zaak zoo spoedig mogelijk UWEdgestr: Dispositie hierop verzoekende.-

Noeme ik mij met alle verschuldigde hoogachting,

N 67 15-3-1813 Instruction

Intezenden de deliberations van den muncipalen Raad met myn advis, betrekkelyk de formering of behouding van een Etablissement van Secondair onderwys in deze Gemeente.-

N 68 Mouvements de Porte 15-3-1813

Van den Eerste tot den15e dezer niets in de heven van Texel binnen gekomen noch uitgevaren Zynde, heb ik de Eer daarvan by deze kennis te geven.

N 69 rapport guernizaine 16-3-1813

Dat er geene byzondere voorvallen gedurende de Eerste 15 dagen van deze maand alhier hebben plaats gehad, dat de handhaving der goede Ordre, den Loop der administratie hunne gewone gang behouden en de openbare rust en Veiligheid, ongeschonden blyft.-

N 70 Police 16-3-1813

By myne Missive van den 8e dezer N 65 had ik de Eer UWEdGestr: kennis te geven van het overlyden van den jongen Heer Langeveld, Commissaris van politie provisoire, en dat ik door den Heer Commissaris Speciaal de Heer Babout aan de Helder verzogt was desselfs post te willen vervullen; waarmede ik my ook dagelyks en zo veel my doenlyk is ten aanzien van het generaal toeverzigt bezighoude; meer hier mede is den Heer niet te vreden-

Zyn Ed. verlangt behalven eene byna dagelyksche correspondentie van voorvallende, zo nu ook een weeklyks rapport, van de volgende onderwerpen.-

Publieke geest-

Loop der administratie

Conscriptie en Zeeconscriptie

Onderhoud of voorraad van alle de graane

Onderzoeken bewegingen der vyand en in het varen der Coopvaardy schepen

Heimelyke inschepingen en ontschepingen

Waakzaamheid de politie

Uitvoering der reglementen op de vischvangst

Passepoorten en ryzigers

Arrestatien en om welk redenen, diefstallen, moord, opstand tegen de gewapende magt

En van andere onderscheidene gebeurtenissen.-

Zonder te willen Zeggen of te herhalen, dat het my niet mogelyk is aan alle de requisitien volledig te kunnen voldoen, wensche ik gaarne te weten of het my wel geoorloofd is Zulks te doen, daar onderscheidene aanschryvingen my volstrektelyk verbieden het houden van Correspondentie met eenige authoriteiten hoegenaamd.-

Ik solliciteer spoedig hierop met UWEdGestr: andwoord te mogen worden vereerd.-

N 71 Arrestations 16-3-1813 aan Zyne Excellentie den Ryksgraaf groot adelaar van het Legioen van Eer, groot Kruis van de Keizerlyke Ordre van Reunie, admiraal en chef van Zyne Majesteits escadre in Texel

Voor omtrent 8 dagen komt den Gendarme Braak my mondeling uit naam van U Excellentie zeggen, dat de personen van Cornelis Molenaar, Gerrit Boom en Pieter Zwart, burgers en inwoonders van deze Gemeente, door U Excellentie Eilands arrest was aangezegd, en heden agtermiddag komt genoemde Braak my op diezelfde wyze uit naam van U Excellentie boodschappen dat opgemelde personen in arrest waren gesteld aan boord van een der schepen ter Rhede van Texel; geene andere of legale kennis van dit geval gekregen hebbende, noch wetende om welke reden die personen in arrest Zyn genomen.-

Vinde ik my in myne qualiteit ter bescherming van de individuele vryheid verpligt U Excellentie te Solliciteren my per omgaande te melden, hoe of deze gevangenneming is geschied uit kragte van eene wet of bevel van eene authoriteit door den wet met het regt van te doen gevangennemen bekleed-

N 72 17-3-1813 Arrestations, aan Heer Onder Prefekt

Nadat ik gisteren myn veertiendaags rapport had gesloten komt de Gendarme van de marine Braak, my uit naam van den Heer admiraal Verheul zeggen, dat de personen van Cornelis Molenaar, Gerrit Boom en Pieter Zwart, Zeelieden en inwoonders van deze Gemeente, door den Heer Admiraal aan boord van Een oorlogschip in arrest waren gesteld, nadat my alvorens door genoemde Braak voor omtrent 8 dagen ook namens den heer admiraal was geboodschapt dat die lieden door Zyn Excellentie Eilands arrest was gegeven, welke boodschap ik echter, als niet legaal geschied zynde, voor notificatie aannam zo lange Zich deze lieden Zulks lieten wel gevallen, en my om geen pas vroegen.-

Ik weet gene redenen van deze arrestatie dan alleen dat deze lieden voor eenige tyd, goederen uit een alhier aan de grond geraakt Kofschip hebben geborgen dat niet na het genoegen van den Tynder scheen te zyn, hoewel zy zulks niet gedaan hebben, dan op Last en met permissie van den Lieutenant principaal der douanen en Commissaris Speciaal van politie aan de Helder.-

Zo my de vader van Cornelis Molenaar zegt heeft deze gevangenneming gepasseerde Zondag al plaats gehad, wanneer de Gendarme Braak aan Cornelis Molenaar en Gerrit Boom had voorgesteld met hem na boord te varen en den admiraal te verzoeken het Eilands arrest te willen opheffen doch dat in plaatse van Zulks te doen, men hun (aan boord komende) dadelyk een Schriftelyk bevel had voorgelezen dat zy voor 4 dagen op water en brood zoude gezet worden, het geene ook ter stond was geëxecuteerd.-

Bevreemd van zodanige Handelswyzen en verpligt in myne qualiteit de individuele vryheid te beschermen, heb ik heden aan den Heer admiraal verzogt my per omgaande te willen melden:

Of deze gevangenneming is geschied uit kragt van eene Wet, of op bevel van een Authoriteit door de wet met het regt van te doen gevangenneming bekleed.-

[Cornelis Molenaar (1793-1852), zijn vader was Cornelis Reijersz Molenaar (1760-1829)]

[Gerrit Boom (1768-1840) van Wieringen, getrouwd in 1797 met Jantje Jacobs de Vaan (1770-1828), 5 kinderen]

[Pieter Zwart (1770-1847), in 1793 getrouwd met Antje Jacobs de Boer (1761-1847), 4 kinderen]

N 72-78 18-3-1813 Circulaire Echouements

Aan 73 de onderstrandvonders van de Koog en 74 van den Hoorn

75 Onderstrandvonder H. Maas, 76 Corn. de Graaf, 77 Corn. C. Boon, 78 Pieter Bas

Goede vrienden!

Zijne Excellentie de minister der fabrieken en koophandel is van gevoelen, dat alle voorwerpen op het water dryvende, of op de kusten van een oceaan aangespoeld wordende, als besmet behoren beschouwd te worden, wanneer men niet verzekerd is dat dezelven uit een Land of van een Schip herkomstig zijn dat van alle besmetting bevrijd is; in zodanig geval moeten deze goederen met alle voorzigtigheid worden behandeld en niet aan de Circulatie overgegeven worden, voor en aleer dezelven aan de vereischte behoedmiddelen zijn onderworpen geweest, hetgeen aan uwe bizondere aandagt wordt aanbevolen;

Tevens gelast ik U wanneer er eenige geschriften of libellen op strand mogten worden bevonden, dat gij mij dezelven dadelijk en met de meesten Spoed, na met azijn te zyn besprengd, doet ter hand stellen ten einde die aan Zijne Excellentie de Minister van de Generale politie te kunnen inzenden.

En wanneer gij ten aanzien dezer verpligtingen onverhoopt eenige hindernis mogt ontmoeten, het zij door die van de marine of van de geëmployeerdens der douane, zult gij mij hiervan dadelijk kennis geven, ten einde tegen dezelven proces verbaal kan worden opgemaakt en aan de superieure autoriteiten intezenden.-

N 79 Hospices 18-3-1813 Aan de Heer Onder Prefect

Door Kerkmeesters en armbezorgers der Roomsch Catholique Gemeente aan den Burg op Texel is aan my ter verderen verzending overhandigd een rekwest aan Zyne Majesteit, houdende verzoek om te mogen accepteren een stuk land van 2 hectare 75 are aan genoemde kerk en armen door de Weduwe Sijmon Jansz Kwast gelegateerd.

[Simon Kwast was voor 1812 gestorven. Zijn weduwe was Marijtje Jans Kersemaker (1747-1812). Zij hadden 4 jongetjes gekregen met de naam Jan, in 1773, 1774, 1777 en 1778].

N 80 Mouvres 19-3-1813

Kennis te geven, dat er onder de Municipale Raad vijf vacatures zyn, welkers vervulling te meer noodzakelyk zal worden, wanneer uit de tegenwoordige Leden van den municipalen raad, twee adjuncten worden genomen, waar door het getal zodanig vermindert dat by Ziekte of absentie van den een of ander het getal niet meer over blyft, dat de wet bepaaldt by eene geauthoriseerde oproeping present te moeten Zyn;

Ik heb dientengevolge de Eer by wyze van eene Confidentielen voordragt hiernevens te zenden- eene lyst van 5 Candidaten waarop UWEdgestr: in de Colom der observatien de reden zult vinden, waarom deze plaatsen vacant zyn.-

N 81 Verifications 19-3-1813

Hiernevens te zenden de verificatie der municipalen Cas onzer Gemeente.-

N 82 Conscription 20-3-1813 Aan de Heer Onder Prefect

De Conscrits Tijs Maartensz Zijm en Reier Dijker van de Klasse van 1810 welke eerstdaags voor den activen dienst zullen worden opgeroepen en met hunne remplacanten gepasseerden donderdag voor den Raad van Recrutering te Amsterdam zijn geweest, hebben tot hun leedwezen en verbazing ondervonden, dat hunne remplacanten zijn afgekeurd, waardoor zij zich in eene droevige situatie bevinden, wijl zij gaarne wilden remplaceren en in de mogelijkheid zijn om het te kunnen doen;

Mag ik dierhalven wel zo vrij zijn UWEdgestr: vriendelijk te verzoeken de goedheid te willen hebben zo er nog een nadere dag tot onderzoek der remplacanten mogte bepaald worden daarin met den meest mogelijksten spoed, al was het ook per expresse, te willen kennis geven, of anders van den dag tot onderzoek van die geene welke Ligchaams gebreken hebben, ten einde zij met hunne remplacanten als dan nog zoude kunnen verschijnen.-

[Tijs Zijm (1790-1849) zoon van Maarten Simonsz Zijm (1757-1813) en Guurtje Jans Smit (1758-1836). Hij trouwde op 10-9-1813 met Antje Cornelis Smit (1792-1836), 8 kinderen, en later met Dieuwertje Verberne (1804-1883), 4 kinderen. Hij was boer en landeigenaar]

[Reier Willemsz Dijker (1790-1872) trouwde op 26-9-1813 met Cornelia Jans Verberne (1788-1871) van de Mient, 5 kinderen]

N 83 22-3-1813 Aan den Heeren Parnassyms der hoog Duitschen Joodische natie te Amsterdam

Een zekere vrouw van uwe gemeente, genaamd Marianne Abrahams, weduwe van Jacob Abrahams, welke dan eens hier, dan eens te Amsterdam dan aan de Helder eenigen tijd gewoond heeft en zich nu te Amsterdam in het Joden gasthuis bevindt, is onlangs van hier vertrokken met agterlating van twee kinderen genaamd Abraham Jacob en Antje Jacob, zonder de minste ordre of zorgen voor het bestaan en onderhoud dezer Kinderen daar te stellen; Een nog ouder broeder van dezelven genaamd Jonas Jacob welke om zijne negotie uitteoefenen zich tusschenbeiden alhier bevindt, heeft eenige tijd voor deze Kinderen gezorgd, dan daar dezelve ziek wierd en vervolgens van Texel ging, waren deze schepsels aan de bitterste armoede en Ellende blootgesteld; Zoodanig dat wanneer de menschelijkheid niet ware te hulp gekomen, zij zeker van honger en gebrek zouden gestorven zijn;

Ik liet dezelven alzoo provisioneel van het noodige Levens onderhoud voorzien, en zond ze met een schipper vragtvrij naar haren moeder, van waar zij egter spoedig zijn teruggekomen.-

Daar hier nu zo min eenige joodsche Gemeente bestaat, die voor haar onderhoud kan en ook moest zorgen als er een fonds is waaruit zodanige armen kunnen worden onderhouden, zend ik deze 2 kinderen aan UEd hiernevens, met verzoek, te willen zorgen dat dezelven niet weder terug komen, daar ik mij des ondanks zoude genoodzaakt vinden, dezelven aan de volstrekte armoede en ellende overtelaten, waarvan de ongelukkige gevolgen geheel voor Uwe Rekening zouden komen.-

N 84 Conscription 22-3-1813

Ik zend hiernevens een ander Certificaat voor het vermiste van den Conscrit Kors Jansz Roeper, welke een broeder onder de bezoldigde garde heeft gehad en in activiteit overleden.- geen certificaat of ander Legual bewys van dit overlyden ingekomen Zynde, dan een brief van den Luitenant, kan ik ook niet anders dan dezen brief hiernevens voegen.-

[Kors Roeper (1792-1850) van Spang, zoon van Jan Pietersz Roeper (1760-1826) en Naantje Pieters Blaauw (1769-1834), trouwde in 1824 met Neeltje Jans Duijnker.

De broeder was Pieter Jansz Roeper (1789-1812) gestorven in Amsterdam]

N 85 Service Santé 22-3-1813 Aan de Heer Onder Prefect

1 Dat het getal der chirurgijns welke zich onder mijne Mairie bevinden die tegelijk de kruiden artsenij-mengkunde uitoefenen, in zes bestaan, te weten:

Aan den Burg H.M. Ahlé, oud chirurgijn majoor bij de marine

Idem A. Dubert id.

Idem P. Ruardi chirurgijn

Aan den Hoorn H. Hage id.

Aan het Oudeschild P.J. Gordijn id

Aan Oosterend G.T. Otto id.

Als mede dat buiten dezen alhier niemand is, die zich als apothecar bij de laatste zitting der geneeskundigen Jury heeft laten examineren.-

2 Dat alhier geene weduwen van apothecars gevonden worden, welke dit beroep zijn blijven uitoefenen.

N 86 Poldres 22-3-1813

Hoewel ik bij mijne missive van den 11 february no 46 de Eer gehad heb UWEdgestr breedvoerig te informeren omtrent de polders op dit Eiland gelegen, heb ik egter op de ontvangst van den Circulaire van den 17 dezer N 549 niet willen nalaten nogmaals te melden dat het getal der Polders of bijzondere bekaaijingens op deze Eilande gelegen vijf in getal zijn namelijk:

De polder of ambagtsheerlijkheid Walenburg

Het Burger Nieuweland

Het Hoornder nieuweland

De Kuil

De Grie

Welke allen hun binnen lasten, molen en sluisgelden jaarlijks bij afzonderlijke omslagen heffen, mij wijders aan opgemelde mijne missive referende heb ik de Eer enz

N 87 Arrestatien 24-3-1813 Onder Prefekt

Op den 17e dezer had ik de Eer U kennis te geven van het arresteren van 3 Zeelieden, burgers en inwoonders van deze gemeente door den Heer admiraal Verhuel aan boord van een der oologschepen; en dat ik van Zyne Excellentie had verzogt my de reden daarvan te willen mededeelen.- Dit antwoord nu ingekomen zynde heb ik de Eer het zelve insgelyks hiernevens te zenden en te melden, dat de gearresteerde personen weder ontslagen zyn.-

Aan boord Z.M. de Prins den 18 maart 1813

Myn Heer de Maire!

De personen van Cornelis Molenaars, Gerrit Boom en Pieter Zwart zyn gearresteerd en ter Straffe verwezen van 4 dagen emprisonnement op eene invitatie van den Heer admiraal prefekt maritime van het arrondissement Holland. Deze straf is aan hunlieden opgelegd uit hoofde zy zich schuldig gemaakt hebben door goederen van een vaartuig, gestrand op de Kusten van 't Eiland, te hebben weggenomen, zonder daarvan de Syndices noch van de Helder, noch van Texel te hebben verwittigd.-

Zeelieden en Lootsen zijnde behooren zy daardoor, voor zooveel betreft delicten gepleegd tegen de bestaande reglementen der marine, onder eene Jurisdictie van de administrative of militaire autoriteiten der marine alwaar Zy wonen, UWEdgestr: zal daar omtrent Suffisante inlichtingen vinden in het reglement op de conscriptie.-

Ik neem de Eer UWEdgestr: van myne meeste achting te verzekeren.-

De vice admiraal Ryksgrave Verhuel

N 88 Garde Champetre 27-3-1813

By UHoogEdgestr: Circulaire aanschryving van den 17e dezer N 580/527 herinnerd geworden Zynde dat de Kosten voor de Wapenen van de veldwagter ten bedrage van 46 francs Zo spoedig mogelyk ter onderprefecture moesten worden overgestort; heb ik aan den Percepteur gelast Zulks onmiddelyk te verrigten; of my deze penningen ter bezorging te willen toezenden, dan denzelven heeft my gezegd dat hy Zulks niet Konde doen, wyl hy van dit geld; Zo min als van den veldwagter nog iets had ingevorderd of in Cas had, waarvan ik vermeend heb verpligt te Zyn UHoogEdgestr: ter myne verantwoording kennis te geven.-

N 89 Affaires Militaires 27-3-1813

By myn antwoord op het rappel UHEdgestr van den 17e dezer, betrekkelyk dit onderwerp en waarby UHEdgestr gelaste dat de resterende fr 687.3 voor den aankoop der Paarden van de departementale Jagers binnen 8 dagen moesten worden overgestort, had ik de Eer te zeggen, dat deze Gelden nog niet in Cas waren, omdat Zommige ingezetenen nalatig en anderen onwillig waren dezelven te betalen;

Deze onwil niet tegenstaande een door my nadere gedane aanmaning, nu nog by Continuatie blyvende aanhouden; Zodanig dat Zommigen opentlyk durven te zeggen, niet te zullen betalen voordat zy door regtsmiddelen daartoe gedwongen worden; verzoek ik UHoogEdgestr my zodra mogelyk te willen melden, welke Regtspleging of middelen van Constrainte er gebezigd moeten worden; om deze onwilligen tot hun pligt te brengen.-

29-3-1813 Comestibles Aan de Heer Onder Prefect

Onderscheidene Broodbakkers, en wel voornamentlijk van het Dorp het Oudeschild, hebben aan mij geklaagd, dat de beurtschippers van hier op Vriesland varende, sedert eenige tijd, eene groote menigte Roggebrood mede brengen, het geen zij uit hunne huizen, als ook door Slijtsters, die zij daarop expres aanhouden, voor Zeven stuivers de 5 ½ a Hollands gewigt, doen verkoopen en uitventen.-

Terwijl de Bakkers alhier de 6 lb brood onmogelijk minder dan de zetting is, te weten 10 ½ Stuivers kunnen verkoopen: omdat zij verpligt zijn zo veel geld voor hare granen te Amsterdam te geven, en het haar niet geoorloofd is dezelven van Vriesland alwaar de Rog veel goedkooper is, te laten komen: hetgeen mij (onder referentie) toeschijnt, eene hardigheid te zijn;-

Kan en mag aan de ingezetenen van deze plaats niet gepermitteerd worden hare granen te halen waar zij willen: dat men dan ook niet permittere, de vrijen invoer van brood uit Vriesland, welke gewis binnenkort den ondergang van vele bakkers die thans geen debit meer hebben tengevolge moet hebben; en hetgeen inde winter wanneer de vaart alhier ordinair vier maanden stil staat, ook een zeer groot inconvenient voor de ingezetenen van het Eiland zoude kunnen veroorzaken, wanneer de Bakkers door onvermogen buiten staat geraken om behoorlijken voorraad van granen voor de winter op te doen; of misschien hun affaire daar zij geen bestaan langer in vinden geheel gequiteerd zullen hebben, men gebrek aan brood Bakkers zoude kunnen krijgen.-

Ik vind mij verpligt deze zo voor de bakkers als voor de ingezetenen bezwarende omstandigheden ter kennisse van UHoogEdgestr: te brengen, en vriendelijk te verzoeken daarop alle derzelfs attentie te willen vestigen en te doen Effectueren, dat zolang het de Bakker niet geoorloofd is hunne granen uit Vriesland te halen, het ook niet geoorloofd moge zijn het brood van daar intevoeren of dat zoodanige andere maatregelen mogen worden genomen waardoor de bakker in hun bestaan, dat bovendien alhier uit hoofde der groote kosten welke op het Transport komen maar zeer gering is, worden verzekerd, om de inwoonders voor de dugtene inconvenienten worden bevrijd;

Omtrent de koekebakkerij is het even eens, wijl men ook zeer veel koek in prejuditie der koekebakkerij alhier om den goedkoopen prijs, uit Vriesland invoert.- en het ware te wenschen dat hieromtrent ook eenige bepalingen konden worden gemaakt.

N 91 Affaires Militaires 29-3-1813

Te antwoorden dat de Gemeente alhier geen Canon, affuiten, Kruid of eenige andere ammunitie goederen van de artillerie in Eigendom bezit of dat my bekend is dat zich zodanige onder particulieren op dit Eiland bevinden, anders dan in de forten welke onmiddelyk onder opzigt der respective Commandanten zyn en waarvan maandelyks eene exacte Staat aan Zyne Excellentie den minister van oorlog word opgezonden.-

N 92 30-3-1813 Aan de Heer Onder Prefect

De Recepteur der directe belastingen welke na aanleiding van UHoogEdgestr aanschrijving van den 31 Januarry 1813 zonder nummero de invordering der gelden tot den aankoop der Paarden voor de departementele jagers heeft gedaan, en dezen ontvang op 290 francs na volbragt heeft, vindt eensklaps goed te zeggen, dat hij er zich niet verder mede wil bemoeijen, en zend de Lieden die bij hem komen om te betalen met het geld terug, of renvoyeert dezelven aan mij, onder voorgeven dat ik den restante lijst had, die ik ook van hem gevraagd had maar geensints om daarop den ontvangst zelve te doen, dat mij thans met een Klerk niet doenlijk is, maar alleen om te weten wie of nog schuldig was, en om deze Lieden in het vriendelijke nog eens te kunnen laten aanmanen; hem dit nu met toezending der restantlijst hebbende laten weten, zend hij mij dezelve andermaal terug met eene boodschap daarbij dat hij zich direct of indirect niet meer met den ontvang wilde bemoeijen;

Zonder eenige aanmerking te maken op het ongeremde gedrag van den Recepteur heb ik alleen UHoogEdgestr willen doen opmerken dat hierdoor op nieuw eene vertraging in de betaling moet ontstaan; en om welke voortekomen ik UHoogEdgestr instandig verzoek hem te willen gelasten dat hij ter voorkoming van allen oponthoud zich onverwijld met den ontvang dazer gelden even als te voren wil bezighouden.-

N 93 30-3-1813 Aan den Heer Percepteur der Directe belastingen op Texel

Zedert bijna drie maanden heb ik U bij herhaling verzogt en herinnerd dat gij U ingevolge de aanschrijving van den Heer Onder Prefect, zou voorzien van de benoodigde passen voor Reizigers, maar tot heden zonder vrugt; het geen mij dagelijks moeite, en de ingezetenen vele inconvenienten veroorzaakt, wijl zij door het gemis van paspoort, hier en elders worden aangehouden, ja dikwijls hare Reizen niet eens kunnen voortzetten werwaarts zij wel begeerden, waarvoor ik verpligt ben te zorgen.

Ik gelast U mitsdien, te willen maken, dat binnen den tijd van uiterlijk 4 dagen van morgen af gerekend, alhier de benoodigde passen te bekomen zijn- en stelle U intusschen aansprakelijk voor de kosten, schulden en nadelen welke de ingezetenen door een oponthoud in hunne Reizen mogten komen te Lijden.

N 94 Pompes a feu 31-3-1813

In te zenden de deliberatien van den municipalen Raad, met myn advis en daarby gevoegde Nieuwvoorgestelde verkorte en verbeterde Reglement voor de Brandspuiten en een opgave der Kosten voor de indemniteit der brandspuitgasten alle in dubbelde expeditie en in de fransche taal overgezet, except de oude Reglementen welke in de oorspronkelyke Hollandsche Taal zo als dezelven gedrukt Zyn hier byvoeg, daar het my Zo min mogelyk geweest is, dezelve in die tusschentyd vertaald te krygen, als het my gevergd kan worden langer Zoortgelyke uitgaven uit myn privé te doen, wyl ik reeds meer dan 2000 francs op de Kosten van administratie over het Jaar 1812 in verschot ben.-

N 95 Octrois 31-3-1813

De Controlleur ambulant van het octrooi die zich thans alhier bevindt, verlangt van my dat ik alle de veehouders op Texel, wier getal ruim in 250 bestaat, zal oproepen, om eene exacte opgave te doen van alle hunne runderen, schapen en varkens; ten einde daaruit te kunnen nagaan of er ook fraudeurs met opzigt van het Slagtvee mogten plaats hebben;

Behalven het onvoldoende dat in deze maatregel gelegen is, en dat een ieder die met het locale alhier bekend is, zal toestemmen; vrees ik dat de boeren zo niet volstrekt onwillig, ten minste zeer nalatig zullen blyven om dagelyks 1, 2 a 3 uuren ver te komen opgeven, de veranderingen die er by hare Kudden voorvallen en die op dit moment met het geboren worden of sterven der Lammeren zeer menigvuldig zyn;

By gebrek van Zodanige opgave moet volgens het gevoelen van den Heer Controlleur al het vee van zodanige nalatigen eigenaar dadelyk worden geconfisqueerd, het geen de pernicieuste gevolgen konde hebben en daar het my uit het 8e artikel van het generale en door den Heer prefekt gearresteerde reglement van het Octrooi toeschynt, dat maar alleen van het Slagtbare vee eene opneeming moet geschieden, maar niet dat de veehouders verpligt Zyn van al hun vee dat zy voor hun bedryf en bestaan nahouden Zelve eene opgave te komen doen, maak ik Zwarigheid tot meergemelde oproeping overtegaan Zo lange ik niet deswegens met het gevoelen van UHoogEdgestr zal zyn vereerd en het welk ik uit hoofde van den spoed, welke de Controlleur daar mede maakt, my per omgaande verzoek te willen Laten toekomen.-

N 96 Instruction 2-4-1813 aan de Leden der Plaatselyke School Commissie op Texel

Myne Heeren!

Uit de bygaande Copie missive van den Heer Onder Prefekt, zult gy lieden zien dat den Heer Prefekt met ons gevoelen overeenstemt om het primaire van het Secundaire onderwys alhier niet aftescheiden, doch dat Hoogstdezelve alvorens eenen vasten maatregel op dat Stuk te kunnen nemen verlangd te weten, op welke wyze de Etablissementen van onderwys, tusschen de onderscheidene dorpen zyn verdeeld; om dit vraagstuk, my Zodra mogelykde noodige renseignementen ten deeze te willen Laten toekomen, en dezelve met alle de aanmerkingen te vergezellen, welke gy oordeelen Zult daarby dienstig te kunnen zyn.-

N 97 Affaires Militaires 1-4-1813 Wapenvoorraad op Texel

N 98 Mouvemont des portes 1-4-1813

Dat van den 15e tot den 31e der maand maart in den haven van Texel niets is voorgevallen.-

N 99 Octroi 2-4-1813

N 100 Vaccine 2-4-1813

In te zenden de negative Staat der vaccine over de 3 Laast verloopene maanden.-

N 101 Police rapport quinzaine 3-4-1813

Dat er gedurende de Laaste 14 dagen van de maand maart niets van eenig aanbelang is voorgevallen, dat de Justitie en politie behoorlyk is gehandhaafd geworden en ieder in het geruste genot Zyner Eigendommen en bezittingen gebleven.-

N 102 Contributions 5-4-1813

In te zenden de Staten der situatie van de Kas van den Percepteur der directe belastingen van de maand maart voor den dienst van 1812 en 1813.-

N 103 Police 6-4-1813

De Heer Langeveld Commissaris van politie provisoire niet hier, maar in het Laast der maand february te Amsterdam overleden Zynde, waarvan my nog geen acte of Extract uit het Register van overlyden uit Amsterdam is toegekomen, ben ik ook nog niet in Staat UHoogEdgestr: verlangen vervat in de aanschryving van den 3e dezer N 722/658 te kunnen voldoen.-

Vrederechter was Martinus Martinusz Langeveld uit Beverwijk (1764-1819)

N 104 Statistique 6-4-1813

Betrekkelyk den Oogst der oly over het voorige jaar te melden en wel op de

1e vraag dat alhier hoegenaamd geene oly gevend planten of boomen van welken aart en natuur ook gevonden worden, waardoor de

2e, 3e en 4e vraag vervalt.-

Op de 5e vraag diendt dat alhier geen fabrieken gevonden worden, waarin oly gebruikt wordt-

Op de 6e vraag dat men Calculeert voor huislyk gebruik en andere benoodigdheden alhier Jaarlyks geconsumeerd wordt

Aan Raap-oly 16 aam, Sla-oly 3, Lyn-oly 4 dito.

7, 8 en 9 vervalt.-

10 dat deze olien meest van Amsterdam komen.-

11 dat de middelprys is geweest van de Raap-oly van de 55 tot 60 Guldens per aam

van de Sla-oly van 85 tot 90 Gulden per aam en van de Lyn-oly van 65 tot 70 Guldens per aam

12 dat de Fabrieksprys als geen fabrieken daarvan alhier hebbende onbekend is

en 13 dat daarvan alhier geen markt wordt gehouden.-

N 105 Cheveaux 7-4-1813

De Zware kosten welke op het transport van deze afgelegene plaats Loopen; verpligten my ten meesten nutte en profyte der Gemeente UHoogEdgestr: zeer vriendelyk te verzoeken, de goedheid te willen hebben dit Paard voor Rekening van de Gemeente ter minsten pryze te willen Laten aankoopen; terwyl ik my door dezen verbinde, zodra de opgave der Kosten van deze aankoop door UHoogEdgestr: aan my za; zyn gedaan; deze penningen dadelyk met veel verpligting te zullen restitueren.-

N 106 Passeports 7-4-1813

Receptie uwer aanschryving betrekkelyk de afgifte der paspoorten aan vrouwen en Kinderen van Ambtenaren.-

N 107 Contributions 7-4-1813

Receptie van 22 gezegelde vellen papier voor de nog makerende Patenten van 1812.-

N 108 Instruction 7-4-1813

Gezien dat de Heer Prefekt provisioneel genoegen neemt, met het voorgestelde van den municipalen Raad en van my, betrekkelyk de oprigting van een instituut van Secundair onderwijs op Texel; doch dat hoogstdezelve alvorens hieromtrent een finaal besluit te kunnen nemen, verlangt geinformeerd te worden op welke wyze de oprigtingen van het onderwys tusschen de onderscheidene dorpen alhier Zyn verdeeld; waaromtrent ik de Eer heb te melden.-

Dat zich aan de Hoofdplaats den Burg een aanzienlyke primaire School van 206 Kinderen bevindt, waarvan de onderwyzer den Eersten Rang verkregen heeft en die van het Secondaire onderwys instrueert de geographie, algebra, Geometrie en navigatie;

Aan het Oudeschild is insgelyks een primaire School van 153 Kinderen, waarvan den onderwyzer den 2e Rang bezit, en insgelyks onderwys geeft in de Algebra, geometrie, navigatie en Geographie;

Aan den Hoorn is mede een primaire School met 114 Kinderen gevestigd, waarvan den onderwyzer, als reeds gestabilieerd voor de publicatie van 1806, geen rang bezit, egter een Zeer braaf en bekwaam man is, en werklyk ook de Secondaire wetenschappen Algebra, geometrie, navigatie en Geographie instrueert;

Zo ook aan Oosterend bevindt Zich een primaire School van 85 Kinderen waarvan den Onderwyzer den 2e Rang heeft en onderwys geeft in de Algebra, geometrie, navigatie en Geographie.-

Deze 4 dorpen leggen in het Canton en Gemeente van Texel 1 a 1 ½ uur van elkanderen, terwyl tusschen Oosterend en den Burg als de Grootste afstand nog een primaire School aan de Waal gevestigd is, Zo ook bestaan in de meer buiten waardschen Ring van het Eiland Texel, 2 primaire Scholen als 1 aan de Koog en 1 aan Oost.-

Eene verdeeling primair en Secondair onderwys die na myn inzien ten behoeve van de Inwoonders van Texel niet regelmatiger geschikt kan worden, waarom ik onder referentie van oordeel ben, dat alles instatuquo te laten, volkomen aan het oogmerk van het Gouvernement Zal beantwoorden, en Zelfs veel beter dan wanneer het Secondair onderwys van het primaire wierd afgescheiden en aan den Burg alleen bepaald, dan thans elk inwoonder door eene byna evenwydige ligging der 4 hoofdscholen in het geheele Canton gelegen, gelegenheid heeft Zyne kinderen onderwys te doen genieten- Zo in de Eerste als hogere wetenschappen; en daar veelal het gemeen beroep op Texel de zeevaart is, en dus de navigatie te leeren eene Hoofdzaak, zo is het ook behoefte dat elk op, of naby Zyne woning Zyne kinderen hierin kan Laten ontvangen.-

N 109 Pauvres 11-4-1813

Regenten van het Algemeene Armenfonds op Texel hebben aan my te kennen gegeven dat Zy zich ten aanzien hunner administratie in zodanigr verlegene omstandigheden bevonden dat zy Zonder Subsidie volstrekt geen langer raad wisten, maar genoodzaakt waren hunne administratie te doen ophouden en de armen ten prooi van Ellende en armoede overtelaten; doch alvorens tot dezeen veruitzienden Stap overtegaan geoordeeld had, eene Commissie uit hun midden te moeten benoemen om met UHoogEdgestr: een mond gesprek te houden, het geen ik haar ook niet heb kunnen afraden.-

Ik hoop dat UHoogEdgestr: hun Lieden middelen aan de hand Zult kunnen geven waardoor Zy hunne administratie nog voor een korten tyd zullen kunnen gaande houden tot dat het Budget van 1812 ingekomen is.-

Ik zie anders uit dezen Stap de droevigsten gevolgen en voor my onoverkomelyke moeielykheden te gemoet.-

N 110 Affaires Militaires 13-4-1813

In te zenden den Staat der vrywillige Dienstneming voor het Eerste trimester van 1813.-

N 111 Garde d'honneur 14-4-1813

Hiernevens te Zenden den negativen Staat voor de Inschryving der jonge Lieden welke een gedeelte van het Regimeent Garde d'honneur ingevolge het Keizerlyk decreet van 5 dezer moeten uitmaken; wyl ik niet weet dat hetzelve op iemand alhier van applicatie kan zyn, dan op de Zoons van den Arrondissementsraad GCW Reinbach, welke egter geen van beiden in de Termen vallen, omdat zy boven de jaren en gehuwd zyn, zynde de oudste geboren den 29e July 1782 en de jongste den 25e Mei 1785.- neven Zyn er van dezelve ook niet.-

N 112 Police rapport quinzaine 16-4-1813

Gedurende deze Laaste 14 dagen is alhier niets voorgevallen dat eenige der minste opmerking verdient; dan alleen dat het garnisoen op gisteren met 305 man is vermeerderd geworden en dat den Heer Commandant my gezegd heeft dat hy nog een Compagnie verwagtte, doch waarvoor ik geen Caserne noch fournitures heb, en welke als dan tot bezwaar der Burgery zal moeten komen, het geen voor my vele moeiten en onaangenaamheden zal veroorzaken.-

N 113 Garde Nationale 16-4-1813

Circulaire ontvangen zonder stukken

N 114 Garde-Nationale 17-4-1813

By het formeren der Controlle en inschryving van de Eerste Sectie der nationale Garde, waarmede ik thans bezig ben, worden aan my onderscheidene vragen gedaan, die zo min uit het Keizerlyke decreet van den 5e als uit het besluit van den Heer Prefect van den 14e dezer kunnen worden opgelost; ik verzoek UHoogEdgestr: dierhalven my op de volgende pointen met den meesten spoed desselfs gedachten te willen laten toekomen;

1 Wat moet men door publieke en administrative functien verstaan.- behooren hiertoe niet ook de municipale Raden, en kunnen tot de Eerste ook gebragt worden de onderwyzers der Jeugd en tot de Laasten Regenten van Gods huizen en armengestichten?

3 Moeten de plaatsvervangers van de Kustkanonniers die alle dagen voor eene oproeping blootstaan zo dra er een Kustkanonnier sterft of om andere redenen uitvalt- ook worden opgeschreven?

2 Wie moet men verstaan door die genen welke kerkelyke functien bekleeden? Zyn dit alleen de Leeraren, of kunnen daaronder ook begrepen worden, ouderlingen, diaconen, Kerkmeesteren en Leden der kerkelyke Commissie?

4 Hoe te handelen met personen die om niet zichtbare Lichaams gebreken voor den dienst van Kustkanonniers of plaatsvervangers zyn afgekeurd?

5 Hoe met de Conscrits die als oudste of eenigste Zoon of aan het Einde van het depot geplaatst zyn?

7 Hoe met de vaste Zeeloodsen (pilotes Lamaneurs)?

8 Hoe met alle Schippers van binnen vaartuigen die dienen tot aanvoer van Levensmiddelen, als mede ook met de Schippers van visschuiten?

En eindelyk 9 Moeten Jongen en ongetrouwde personen die alhier niet geboren, maar Zich in een employ of vasten dienst bevinden, ook worden ingeschreven? Of ter plaatsen daar hunne ouders of voogden woonagtig zyn?

N 115 Mairies 18-4-1813 Aan de Heer Onder Prefect

Ik vind my gedrongen UHoogEdgestr: zeer instantelyk te verzoeken, en Heer prefekt niet alleen te willen herinneren aan de benoeming van de adjuncten en municipale Raden voor Texel maar ook aan Hoogstdenzelven met nadruk aantetoonen de noodzakelykheid dat Zulks, vooral in deze dagen met den meest mogelyksten Spoed geschiedde, het is meer dan een Jaar dat ik my over de weinige assistentie der oude provisioneel benoemde adjuncten by herhaling heb beklaagd; doch zonder vrugt, en daar zy nu heden meer dan 3 maanden in het geheel niet meer aan de Mairie komen of zich ergens hoegenaamd mede bemoeijen, legt alles alleen voor myne Rekening, dat van my en eene mairie die zo uitgebreid, en uit hoofde van onderscheidene bykomende omstandigheden zeer zeker de werkzaamheden Lastigste van het geheele Departement is, niet Langer kan gevergd worden; waarom ik dan ook vermeen vryheid te hebben by deze te verklaren dat ik in geene deelen wil responsabel zijn, voor eenig verzuim of misslag die men mij in de waarneming mijner functien zoude willen tot last leggen.-

N 116 Verifications 18-4-1813

Proces verbaal der verificatie van de Kas der municipale ontvanger dezer Gemeente voor de maand april.-

N 117 Garde Nationale 23-4-1813

Ik heb de Eer hiernevens te zenden de Controlle van de nationale garde, het Register dat ik ingevolge UHoogEdgestr: aanschryving van October 1812 n 1815 reeds geformeerd had met alle de renseignementen [frans: inlichtingen] bevattende welke by de Controlle wierden vereischt, heb ik my verpligt gevonden by publicatie en affixie eene oproeping over het geheel Eiland te doen van alle de personen die in de Jaren vielen waardoor het my niet mogelyk geweest is, deze Controlle eerder dan heden in gereedheid te brengen, en daar ik op myne missive van den 17e dezer waarby ik eenige elucidatie had verzogt wegens onderscheidene aan my gedane reclamatien, geen andwoord heb bekomen, heb ik ook alle personen zonder onderscheid van 20 tot 40 Jaren ingeschreven, die gene Zichtvare Lighaams gebreken hadden, en hunne reclamatien daarby genoteerd, Latende de uitspraak daarvan aan den raad van recrutering over.-

N 117 Conscriptie 1812 24-3-1813

Hiernevens te zenden de relevé de Contribution voor de Conscrits van 1812, welke op reforme zyn gesteld, allen behoorlyk geteekend en ingevuld, except van den Conscrit Jan Slot n 41 welke aan de Helder geboren is, van waar hy, geen ouders noch voogden meer hebbende, voor eenigen tyd op Texel is komen wonen, en toen als Conscrit alhier is ingeschreven. Deze Conscrit bevindt zich thans te Alkmaar in eenen dienst by Arnoldus van de Velde alwaar hy zoude kunnen worden opgeroepen om dit zelve te tekenen en te verklaren of hy ook nog eenige goederen aan de Helder had.-

N 118 Porte 24-4-1813 aan den Heer Onder Prefekt etc by Kennis van de Keizerlyke ordre van de Reunie, Directeur van Bruggen en wegen in Holland

Myn Heer de Directeur!

Beoosten Oudeschild op deze Eilande is eene haven welke, volgens octrooi door de voormalige Heeren Staten van Holland en Westvriesland, aan de Schippers van den Burg en Oudeschild alhier verleend, aangelegd, en door de ondervinding van een uitgebreid nut Zoo voor de Scheepvaart in 't algemeen als voor de oorlogschepen in 't bizonder bevonden is.- welke daardoor geregeld hun benoodigd drinkwater aan boord konden krygen, 't geen voorheen, toen dit aan de dyk ingenomen moest worden, by harde Zuidelyke winden ondoenlyk was.-

Heeren gecommitteerde Raden in 't noorder quartier de Super intendentie over deze haven hebbende, waren ook van desselfs nuttigheid zo zeer overtuigd, dat zy by een ampel advis aan de Staten in een tyd dat er tot uitdieping Subsidie gevraagd wierd, daaromtrent aller gunstigst advyseerde.-

Geinformeerd de octroyen aan de Haven verleend door directeuren Copielyk aan den Heer Requestmeester (van den hoop) zyn ingezonden, kan ik my dispereren van den aart der belastingen ten behoeve dezer haven op de Scheepvaart gelegd te spreken, maar alleen UHoogEdgestr: te doen opmerken, dat er thans geen enkele duit Lastgeld der in of uit gaande Schepen ontvangen wordt.-

Door het gebrek aan die inkomsten is de Haven van tyd tot tyd opgedroogd, zelfs zoo, dat heden geen betalende vaartuigen als met hoogwater in, of uit kunnen komen, en de Zaken zodanig gesteld zyn, dat te duchten staat, de aannemende verdrooging binnen Kort alle in en uitvaart Stremmen zal, indien niet tydig de hand aan 't werk geslagen en de Hoognoodzakelyke uitdieping bevorderd wordt.-

Dat hoezeer deze haven regtstreeks niet aan het Eiland of desselfs gemeenet behoort, of daarvan eenige onderstand geniet of genoten heeft- heb ik egter gemeend wel te zullen doen met UHoogEdgestr: te elucireren; en te kennen geven, dat op begeerte van den Heer vice admiraal en Ryksgraaf Verheul, boven het getal der van ouds bestaan hebbende waterpeillen ten nut en dienste van 't Esquader Zyner Majesteit den Keizer en Koning nog 2 anderen gemaakt zyn.-

En daarenboven in plaats der voormalige pramen alleen ter Conservatie van de watervaten, een getal van 5 waterschuiten hebben doen bouwen, en alzoo alleen om Zyn Majesteits vloot van 't noodige water te voorzien, ruim 6000 Guldens hebben te Kost gelegd- welke by de aannemende verdrooging nutteloos verspild zullen zyn- en tevens het Salutair oogmerk van den Heer admiraal Verheul [verbeterd tot Ver Hueld] was van namentlyk Zyne Majesteits Esquader op den duur met drinkwater van Texel te voorzien, waarvan de deugdzaamheid en gezondheid, door de Zeelieden 't Zedert onheugelyke Jaren altoos erkend, en steeds boven ander Water geprefereerd is-

Daar deze haven alzoo noodzakelyk voor de marine en als 't ware een aanhangsel van die int Nieuwe Diep is, welke te Zamen een geheel uitmaken, hebben directeuren dikwyls gewenscht dezelven door het Ryk met baten en Lasten wierden aangenomen of onder de directie van UHoogEdgestr: gebragt om van Rykswegen onderhouden te worden waartoe geene andere middelen voorhanden zyn, dan hoe Zulks ook begrepen mogt worden, tot eene Spoedige uitdieping ten hoogsten noodzakelyk.-

Waarom my veroorlove om Zulksaan Uwe ernstige overweging op te dragen.- My gedechargeerd achtende, indien by verwyl van uitdieping het Esquader Zyner Majesteit in Texel en de afscheeping van water eenige hinder mogt ontmoeten- 't geen ontwyfelbaar te verwachten is, indien niet spoedig hand aan het werk geslagen wordt.-

N 119 Octrois 24-4-1813

Uwe missive gedateerd 27 february by my eerst den 11e dezer loopende maand ontvangen.-

Regten van Octrooi op bier 2 francs per hectoliter, zo laten.-

N 120 Bestuur 29-4-1813

Doen toekomen de rolle der belastingen op het rundvee.-

N 122 Contribution 1-5-1813 Aan den Heer Onder Prefect

Benoemd tot Repartiteurs (hertaxatie) voor de dienst van 1814: Biem Vlaming, Albert Keizer, Pieter Jansz Boon, Hendrik Dijt, Dirk Witte (hebben reeds als zoodanig gefungeerd) en Sijbrand Keizer, Cornelis Willemsz Smit, Arie C. Dijksen, alle voorname ingelanden en met de aart en hoedanigheden der landerijen welbekend.-

N 123 Octrois 1-5-1813

Hiernevens et zenden de deliberatien van den municipalen raad met myn advis, betreffende de vermindering of Continuering van het Octrooi op de bieren.-

N 124 3-5-1813

Gisteren avond om 9 uur UHoogEdgestr: missive van den 1e dezer ontvangende, heb ik my gehaast heden morgen vroeg de daarby gevraagde renseignementen intewinnen, welke ik de Eer heb hiernevens te Zenden; dan vermits by den naam van Dyksen geen voornaam staat en zichhier meer notabele personen van dien naam bevinden, heb ik om de persoon moeten raden, en hoop hieromtrent den bedoelden getroffen te hebben.-

N 125 Mouvements de porte 3-5-1813

Niets voorgevallen.-

N 126 Octrois 3-5-1813

Bordereau de versement als mede dat van den Ontvangst van het Octrooi der maand april 1813.-

N 127 Contributions 4-5-1813

Staat der Situatie van Ontvangst der directe belastingen voor den dienst van 1812 als mede voor 1813.-

N 128 Porte 10-5-1813 aan den Heer Onder Prefekt

Ik heb niet nagelaten dadelyk op den ontvangst van UHoogEdgestr: missive van den 1e dezer N 945/834 directeuren van de Haven aan het Oudeschild alhier te gelasten, inmediatelyk allen ontvangst van Haven geld te doen ophouden.-

Het Lyd geen tegenspraak dat door het gemis van alle inkomsten deze haven welke zonder eene gedurige uitdieping niet kan bestaan, en zowel voor de Commercie en Schipvaart in het byzonder volstrekt ontbeerlyk is, binnen zeer korte dagen geheel tot niet moet loopen;

Zyne Excellentie den Heer admiraal Verheul hiervan ten vollen overtuigd, heeft deswegens, Zo ik geinformeerd ben, ook reeds hiertegen aan het gouvernement tot in standhouding dezer have gedaan het geen mede door de directie is geschied, en het is op instantie van deze Laatste geweest, dat ik vermeend heb my niet te mogen ontrekken, haar addres door eene afzonderlyke missive aan den Heer Directeur van Bruggen en wegen te appuieren, van welke missive ik de Eer heb aan UHoogEdgestr: tot meerde elucidatie een Copie hiernevens te zenden, vertrouwende dat UHoogEdgestr: wel de goedheid zal hebben zulks mede aan de Superieure authoriteiten te doen.-

N 129 Police 11-5-1813

Ik heb den Heer Raffin, welke door Zyne Majesteit den Keizer benoemd is tot Commissaris Speciaal van Texel en Vlieland, en in die qualiteit voor eenige dagen alhier gekomen, ingevolge UHoogEdgestr: aanschryving van den 8 e maart 1812 N 344, en 17 January 1813 n 153/163 van een goed en geschikt woonhuis voorzien, waarvan de Kosten circa 4 á 500 francs zullen bedragen, welke uitgave zo min op het Budget van 1811 (waarna ik my nog moet gedragen) bekend is, als dezelve op dat van 1812 en 1813 is gebragt boven en behalven deze Kosten van huishuur schynt den Heer Raffin ook in het idee te verseren, dat de Gemeente van Texel hem zyn tractement moet betalen- waarvan reeds 4 maanden verschenen zyn gerekend van den dag Zyner benoeming af.-

Wanneer men den financielen Staat des Eilands vergelykt met het Keizelyk decreet van den 25e maart 1811 bulletin n 388, kan er geene de minste twyfeling ontstaan dat de betaling van dit tractement tot lasten van het Eiland zoude komen, daar art 11 duidelyk word gezegd dat de Zom van 6000 francs voor tractement en andere kosten- "Zal betaald worden door de Steden, welke erkend zullen worden deze Kosten te kunnen voldoen; en in geval van verhindering door de Schatkist op het Budget raad en minister van politie".-

En daar het bekend is dat den hoogst benoodigde en ook reeds toegestene uitgaven op het Budget van 1811 de inkomsten van het gepasseerde jaar meer dan de helft heeft gesurpasseerd, uithoofde van den geringen opbrengst van het octrooi-

Verzoek ik dat UHoogEdgestr: in de Eerste plaats een fonds gelieft aantewyzen waaruit ik de betaling der huishuur waarvan reeds dadelyk een gedeelte moet worden betaald; kan bestryden en in de twwde plaats, dat UHoogEdgestr: de Superieure authoriteitem gelieve bekend te maken met de deplorabelen financielen Staat des Eilands en dat het dierhalven onmogelyk is het Tractement van den Heer Raffin daaruit te kunnen vinden.-

N 130 Police rapport quinzaine 19-5-1813 Aan den Heer Onder Prefect

Er hebben gedurende deze maand geen bijzonderheden alhier plaats gehad; goede ordre, eensgezinden en stille rust hebben in weerwil van andere plaatsen steeds gezegevierd, alleen beklagen zich de boeren gedurig over het stelen van Schapen en wel byzonder over het stelen van lammeren, waarvan reeds een aanzienlyk getal vermist is, dat hier in vroegere Jaren nimmer heeft plaats gehad.-

Men verondersteldt dierhalven dat zulks door de militairen geschiedt, en ofschoon den Heer Commandant de strengste Ordre heeft gegeven dat Zodanig Vleesch niet in de chambres mag komen, houdt het Stelen derzelver echter nog niet op; men verondersteldt dierhalven dat het vleesch door de militairen in slegte huizen gebragt wordt.-

Weshalven ik met overleg van den Commissaris van po;itie, deze nauwkeurig zal doen nagaan, en alle de slegte meisjes welke alhier van elders komen, dadelijk zal doen delogeren, zo als dan ook heden reeds met 2 derzelver is geschied.

Ik hoop van daardoor Zo veel mogelyk dit kwaad voortekomen.-

N 131 Verifications 18-5-1813

Proces verbaal der Verifications van de municipale Cas dezer Gemeente.-

N 132 Mouvement de porte 18-5-1813

Niets voorgevallen.-

N 133 Fetes publique 21-5-1813

Het houden van een tedeum, Leeraars by missive gelast zich dien conform te gedragen.-

N 134 Affaires Militaires 22-5-1813

Aan de Garde magasin der Militaire fournituren orders gegeven, om optenemen welke voorwerpen van Casernering, als tafels, Banken enz buiten gebruik en alzoo geschikt waren om op de daarvan te makene inventaris te worden gebragt; dezelve heeft my nu een nauwkeurig onderzoek geraporteerd dat byna alle de goederen in gebruik waren als Zynde de Troepen in 9 onderscheidene gebouwen gecaserneerd, uitgenomen 2 a 3 Tafels.-

Ik heb alzoo noodig geoordeeld hiervan aan UHoogEdgestr: berigt te moeten geven, als veronderstellende het niet de moeite waardig zoude zyn omtrend deze weinige Goederen de voorgeschrevene maatregelen, in achte te nemen.-

N 135 Chevaux 25-5-1813

Toen het geld voor den aankoop der Paarden van de departementale Jagers wierd omgeslagen, wist men niet dat de personen welke zich van dit Eiland, zo in den dienst der marine, als der douanen bevonden, door of wegens deze directien ook zouden worden gerequireerd, zo als geschied is, doch eerst na den omslag alhier gemeekt, en welk geld men van hun Tractement heeft ingehouden, waardoor alzo, weil men dezelieden niet konde Constringeren om dat Geld te betalen, een deficit in den aanslag kwam, welke ik tot nog toe niettegenstaande alle aangewende moeite niet he kunnen incasseren, om UHoogEdgestr: egter niet Langer optehouden zend ik hiernevens eene assignatie groot per resto f 678.3.- op den Heer Mirandolle en Comp: te Amsterdam, wyl er op dit moment daar er nog in geen 8 dagen een beurtman vaart, geene andere gelegenheid is.-

Ik vertrouw dat UHoogEdgestr: genoegzame occasie zult hebben dit geld, door middel van den Heer Ontfanger Daay te kunnen incasseren, welke dezen assignatie wederom in betaling kan geven aan den Heer ontvanger Bikker.-

N 136 Chevaux 25-5-1813

Betaling 350 guldens

N 137 Chevaux 25-5-1813

Betaling 100 guldens

N 138 29-5-1813 Monsieur le Commandant d'Armes de l'ile de Texel a Burg

Lange brief

N 139 Pompes de feu Onder prefekt

Begroting der kosten voor de Brandspuit Gasten

N 140 Affaires Militaires 29-5-1813

Approvisionnementen

Brieven in het Frans

N 141 Voirie 31-5-1813

Daar zich alhier geen hallen of marktplaatsen bevinden, welke in huur zouden kunnen genomen om daardoor de Revenuen en Inkomsten der Gemeente te vermeerderen, en de plijnen welke tot het houden der veemarkten en kermissen gebruikt worden reeds aan de Gemeenet in Eigendom toebehoren, kan de Aanschrijving van UHoogEdgestr: van den 21 dezer N 1023/948 op dit object genomen, alhier van geen applicatie zijn, en mitsdien ook de oproeping van den Municipale Raad geen plaats hebben.

N 142 Police 31-5-1813 Aan den Heer Onder Prefect

Ik ben noch niet in Staat UHoogEdgestr: ingevolge Aanschrijving van den 21 deezer N 1034/9207 een huur Cedul van het Huis te kunnen zenden dat ik voor den Commissaris van policie gedestineerd had, om dat dit huijs ongelukkig aan den Heer M den Berger behoord die geene billijke Schikkingen kend, maar alles op Eene brusque en verregaande Interessante Wijze behandeld. De volgende omstandigheden zullen dit genoeg kunnen bewijzen.

Toen de heer Raffin alhier al Commissaris van politie kwam, was er geen Een geschikt en fatsoenlijk huis te bekomen, dat ik hem konde aanbieden; zoo dat hij provisioneel zijn Intrek in een gemeubileerde Kamer bij Burgerlieden moest neemen.

Inmiddels kwam het huijs van den heer den Berger open alwaar de Controleur der Douanen de heer Delobier ingewoond had. Ik verzocht hem om hetzelve aan mij voor den Commissaris van politie te willen verhuuren, doch hij weigerde zulks volstrekt, zeggende dat hij dit Huis misschien eerlang wederom zelf zoude betrekken, dat echter maar alleen Een bloot voorgeven was, om daardoor mogelijk noch wat meerder Huur te bekomen.

Alle Redenen die ik aanwende om hem van de onbillijkheid van zijn Gedrag te overtuigen waren vruchteloos, zoodat ik mij eindelijk genoodzaakt zach hem te zeggen, dat daar zijn huis doch ledig stond en de Commissaris van politie welke van het Gouvernement was gezonden, eene woning hebben moest, ik dezelve dan in Requisitie stelde, waarvan ik den heer Raffin kennis gaf, met verzoek den Sleutel maar van den Heer den Berger te willen vragen, die dezelve dan ook eindelijk heeft afgegeven.

Weinige dagen daarna komt den heer den Berger bij mij, eischte van mij op zijne gewone onvriendelijke Manier dadelijk den huur Cedul te hebben op dezelfde Conditien voor dezelfden prijs en bepaling van Tijd als die welke hij met den Heer Delobier had gesloten, waarvan hij mij een Copie gaf welke ik de Eer heb hierbij te voegen.

Ik verklaarde hierop zoodanig huur Contract met hem niet de kunnen aangaan-

1 omdat de Prijs veel te hoog en op Texel voor zoo een huis buiten alle voorbeeld was. Dat hij zelf hiervan overtuigd moest zijn wijl hij kort te voren dit huijs noch aan eene officier der Marine voor f 130.- had gepresenteerd, en de heer Delotier om deeze hooge Huur was vertrokken.

2 dat de Tijd van 6 Maanden niet alleen veel te kort was maar dat hij ook wel wist dat men alhier op primo November nimmer verhuischte, of eenige geschikte Woning kon bekomen, het geene dan al weder aanleiding tot Disputen zoude geven, maar dat ik hen met approbatie van den Municipale Raad presenteerde f 200 Huur, zynde de hoogste prijs die thans op Texel en wel noch maar bij eene Extraordinaire gelegenheid voor zoo Een huijs word gegeven, en dat ik daar Een Huur Cedul met hem sluiten zoude, provisioneel voor Een Jaar, maar ook dit billyk Voorstel wierd verworpen en had geen ander gevolg dan dat den heer den Berger, die ik namens den heer Commissaris van Raffin om eenige billyke en onontbeerlyke Reparatien als van Lekkagie en Sluiting vroeg, op eene onvriendelijke Wijze verklaarde niets te zullen doen voor dat hij een Huur Cedul had als die welke hij mij had gegeven, en zoo als gemeld hierbij gevoegd is-

Dar ik nu niet gaarne langer van de Caprice van den Heer den Berger wilde afhangen, die weggesleept word door Eigenbelang en doof geworden is voor billijke voorstellen, zich steeds een genoegen Schept wanneer hij de administrative autoriteiten door zijne dwarsdrijverijen noch in meerdere onaangenaamheden kan dwingen, schiet er voor mij niets anders over dan dat ik zijn huis hetgaan hij niet voornemens is te betrekken, maar voor een ieder te huur is, zonder het sluiten van een Huur Cedul voor een Jaar in requisitie stel, vervolgens de Huur door Experts waarvan 2 door mij en 2 door den Heer den Berger kunnen worden benoemd laaten Tauxeeren, en zulks geschied zijnde en hij weigerig blijft, billijke en noodzakelijke reparatien te doen, dezelve alsdan voor zijn Rekening te laten maken en voor de huur aftrekken waarop ik UHoogEdgestr: approbatie en goedkeuring verzoek, of dat UHoogEdgestr: mij zodanige andere middelen van Constrainte aan de hand gelieft te geven als UHoogEdgestr: tot beter bereiking van het oogmerk dienstig zult oordelen om verdere onaangenaamheden met den Heer Commissaris Special te vermyden.-

N 143 Octroi 2-6-1813 aan den Heer Maire van de Zijpe

Bij gelegenheid van eene op heden gehoudene Deliberatie met den Municipalen Raad over het onvoldoende van het Tarief voor het Octroij van deze Gemeente; heeft mij den Heer Controlleur ambulant voor de vereenigde Rechten geinformeerd dat er bij U even als bij ons geproponeerd is, ook eene heffing voorgesteld was op de fourage of het hooij voor paarden, koeijen, schapen hetwelk hij ons nu aanprees ook alhier op dien Voet te regelen, zoude ik UEd nu wel mogen verzoeken zoo goed te willen zijn, mij zoo Spoedig doenlijk een kopij van dit Tarief en wel bijzonder van het Reglement omtrend de Wijze van heffing aangaande dit Artikel te willen laten toekomen.

UEd zult mij hiermede zeer verplichten.-

N 144 Garde Nationale 3-6-1813 Pieter Gerritsz Bakker zich met zijn Remplacant op morgen ogtend ten 7 uur te Amsterdam moet bevinden, dan daar deese persoon welke Een Zeeman is en thans niet op Texel maar met zijn kaag na Leyden gevaren, waar hij eerst heden of morgen terug verwacht wordt, is het onmogelijk dat hij aldaar op den bepaalden Dag en uur met zijn Remplacant kan verschijnen. Waarvan ik nodig geoordeeld heb UHoogEdgestr: bij deezen kennis te geven, met verzoek den Heer Prefekt van de Reedenen van dit agterblijven te willen informeren, en te melden dat deeze persoon zich dadelijk na zijne terugkomst met zijn Remplacant aan de prefekture te Amsterdam zal vervoegen.-

[Pieter Bakker (1784-1856) kaagschipper, koopman, zoon van Gerrit Pietersz Bakker en Marretje Dirks Keijser]

N 145 Octroi 3-6-1813

Copie van het Borderau van den Ontvangst van het Octroij

N 146 Mouvements des ports 4-6-813

Geene

N 147 Ports 4-6-1813

Rekeningen- Uitdiepen haven

N 148 Garde Nationale 5-6-1813

N 149 Garde Nationale 8-6-1813

Intezenden alle de Wapenen zoo Geweren en Bayonetten als Sabels gespecificeerd op nevensgaande Inventaris en welke aan deeze Gemeente zyn toebehorende.-

440 Fusils, 106 Bajonettes, 426 Sabres

N 150 Contributions 8-6-1813

Staat der Situatie van ontvangst der Directe belastingen voor den dienst van 1812 en 1813.-

N 151 Affaires Militaires 15-6-1813

De Heer Commissaris van Oorlog Raymond requireerde in den Maand Maart 1811 van het voormalige Gemeente bestuur van Texel een Locaal voor Een bakkery die hem daarop de bakkerije van Eenen Symon Dekker alhier heeft aangewezen, de huurwaarde door Experts laten Tauxeren en daarvan Een proces verbaal opgemaakt, waarvan ik de Eer heb kopij hiernevens te zenden.

Dit Local is vervolgens door dengewezenen Garde Magasijn Potel van 1 April 1811 tot 1 April 1812 ten dienste der Militairen gebruikt geworden zonder dat tot heeden de bedongen Huur van f 100.- is betaald of gemelde Garde Magasijn die zederd de Maand April 1812 in die qualiteit van hier na Rotterdam is vertrokken dit Geld reeds ontfangen of noch van het Rijk te goed heeft is mij onbekend, daar hij alle aanmaningen onbeantwoord laat.

Daar de Eigenaar van gemelde bakkerij die tegelijk Leverancier van de Turf voor de Troupes is zich op dit moment in de uiterste verlegenheid bevind, wijl hij geinsinueerd is tot betaling van het Entrepot van 't Octroij zooals UHoogEdgestr: zult zien uit bijgaande Kopij Missive welke ik heb deswegens aan den Heer Rittecoq heb geschreven, verzoek ik UHoogEdgestr: met den meesten aandrang en om de Wille van deezen Man die er anders meede geruineerd is deszelfs spoedige hulp en medewerking dat niet alleen deze f 100.-.- voor de Huur maar ook noch f 25.12.8 voor geleverde brandstoffen volgens bijgaande Rekening ten spoedigsten worden voldaan.-

N 152 Octroi 17-6-1813

Provisioneel hiernevens het Tarief van t Octroij opgemaakt en veranderd na de gemaakte aanmerkingen van den Heer Billcoq waardoor het Montant van den opbrengst circa fr 2000,- minder geworden is dan het Condept voorstel was doch ik hoop dat hetzelve egter met bijvoeging der additionele Centimes, en eene goede Oeconomie zal toereikende zijn.

Ik houde mij thans onafgebroken bezig met het formeeren der Reglementen; en het gemotiveerd Advis van de municipalen Raad, welke Stukken ik UHoogEdgestr: alle in de aanstaande Week zal toezenden.-

N 153 Statistique 18-6-1813

Intezenden het Statistiek Tableau over 1812

N 154 Police 18-6-1813 Rapport quintaine

Gedurende deze Maand geene bijzonderheden.-

N 155 Mouvements des porte 18-6-1813

Geen ingekomen noch uitgevaren.-

N 156 Verification 18-6-1813

N 157 Affaires Militaires 21-6-1813

Eenigen tijd geleden zond ik aan den Heer Mauroy Commissaris van Oorlog aan de Helder 2 processen verbaal wegens degradatie door de Troupes aan de militaire Bedden, en Casernes alhier toegebragt.- Voor het eerste ontving ik dadelyk een mandaat tot betaling op den Heer Citevaud; maar, weil het tweede niet in dien form was zo als de Heer Mauroy het gaarne had, zond hy my hetzelve terug; met verzoek, daarin de opgegevene veranderingen te willen maken, het geen geschied is.

En daar de Heer Mauroy, zo ik geinformeerd ben, thans van de Helder naar het Leger is vertrokken, neem ik de vrijheid, dit proces verbaal thans aan UHoogEdgestr: te zneden met verzoek my daarover zo spoedig mogelyk een mandaat te willen laten toekomen ten einde ik de reparatie aan deze goederen kan laten doen die zeer noodzakelyk zyn.-

Ook neem ik by deze gelegenheid nog de vryheid UHoogEdgestr: te verzoeken toch te willen Zorgen, dat ook zoo spoedig immers mogelyk de mandaten voor het onderhoud der militaire bedden voor de 2 laaste trimesters van 1812 en eerste trimester van 1813 worden afgegeven, daar de arme lieden welke deze gelden te goed hebben onmogelyk langer kunnen wagten, en byna broods gebrek hebben.-

N 158 Monte de piété 21-6-1813

Administrateuren van het algemeen armenfonds op Texel hebben aan my verzogt te mogen worden geauthoriseerd om van den Beleenbankhouder Simon Kikkert te vragen afgifte van de voordeelen der Bank van Leening op dien voet zo als dezelve bevorens volgens het bestaande Reglement van de Gemeente, zyn ontvangen en genoten;

Hoewel het my toeschynt zy daartoe geregtigd zyn, heb ik echter deze qualificatie niet willen geven voor en aleer ik de goedkeuring van UHoogEdgestr: hierop heb ontvangen, die ik, uit hoofde der Slegte toestand dezer arme klasse, verzoek my zo spoedig mogelyk te willen laten toekomen.-

N 159 Budget 1814 21-6-1813

Hiernevens te zende de Staat der Gemeente

N 160 Police 23-6-1813 Aan den Heer Opper Prefect

Ten einde UHoogEdgestr: ook kennis zoude hebben van het geval in het bygaande proces verbaal vermeld, betreffende de zelfsmoord van eenen Jan Loven, Corp in de 4e Comp van het 1e Batt Chasseurs francais rentree; met verzoek wel zo goed te willen zyn, het zelve na lecture, aan den Heer Keizerlyken procureur te doen toekomen.-

N 161 Octrois 23-6-1813

Hiernevens een dubbel afschrift van het Reglement van t octrooi van Texel idem van het Supplementaire dito en Tarif, idem van de deliberatien van den municipalen Raad en van myn advis, met byvoeging van de advis van den Heer Controleur ambulant C. Lambrechts wien ik ook als den formeerder van het Suplementair Reglement heb doen voorkomen om daardoor reflectien op het Zelve te doen wegnemen hoewel hy er geen pen voor op het papier heeft gehad, wyl hy slegts de vergadering van den municipalen raad voor een oogenblik heeft kunnen bywonen, om Zyne gedagten te uiten, hoedanig de belasting op het Hooy voor ieder soort van vee zoude kunnen en behooren te worden begroot-

Ik hoop dat het voorgestelde tarif nu eindelyk en wel zo spoedig mogelyk zal geapprobeerd worden.-

N 162 Police 25-6-1813

Daar de Heer den Berger tot geene minnelyke Schikkingen omtrent de Huur van zyn Huis voor den Commissaris van politie is te brengen geweest, heb ik ingevolge het besluit van UHoogEdgestr: van den 10e dezer het zelve door 2 experts moeten laten taxeren, waarvan ik de Eer heb het proces verbaal, ter approbatie van UHoogEdgestr: hier by intezenden en te verzoeken ingevalle deze huur-prys uwe goedkeuring wegdraagd, my het fonds aantewyzen, waaruit de betaling kan worden gevonden.-

N 163 Gendarmerie 24-6-1813 Aan den Heer Opper Prefect

De Eigenaar van het huis, gehuurd voor een Caserne van de Gendarmerie, waarvan ik UHoogEdgestr: ingevolge aanschryving vanden 10e January ll n 67-83 de geteekende Huurcedul heb doen toekomen- heeft my reeds onderscheidene malen gevraagd, of dezelve nog niet geapprobeerd was terug gekomen en alwaar hy dan Zyne hem toegezegde maandelyksche betaling konde erlangen; niet instaat Zynde hierop een voldoenend antwoordte kunnen geven, verzoek ik UHoogEdgestr: my te willen melden wat ik deze man ter zyner geruststelling moet zeggen, daar hy iemand is die het noodig heeft, en vele kosten heeft moeten maken, eer dit huis aan de vereischten van een Caserne voor de Gendarmerie kon beantwoorden.-

By deze gelegenheid vinde ik my ook genoodzaakt UHoogEdgestr: te moeten herinneren aan de betaling der huur en verdere kosten van de vorige Caserne, om welkers betaling ik onophoudelyk word aangemaand.-

N 164 Mairies 29-6-1813

Nu dat alle benoemde personen voor adjuncten en municipale Raden waarvan Zommige absent zyn geweest, zich wederom op dit Eiland bevonden heb ik dezelven op gisteren ten Raadhuize doen Convoqueren om in hunne respective qualiteiten te worden geinstalleerd, dan, hoe weinig dit aan de verwagting heeft voldaan; zal UHoogEdgestr: zien uit het proces verbaal het welk ik de Eer heb hierby te voegen.-

De adjuncten Bakker en Kikkert hebben aangenomen in persoon by UHoogEdgestr: redenen van hunne weigering intebrengen en aan Ran heb ik gelast zich in persoon voor UHoogEdgestr: te moeten sisteren, gelyk ook aan Spigt, die absent gebleven is; ik hoop dat UHoogEdgestr: spoedig een einde aan alle deze difficulteiten zal maken.-

N 165 Circulaire inhumantions 2-7-1813 Aan de Heeren Kerkmeesteren der Gereformeerde Kerk aan den Burg, Waal, Hoorn, Oudeschild en Oosterend

Myne Heeren!

By myne missive van den 5-12-1812 heb ik ter uwer kennisse gebragt den inhoud van het besluit van den Heer Prefekt dd 25-11-1811 waarin onder anderen waarin o.a. wordt gelast, de graven in de kerk door kalk en cement te doen digtleggen.-

Daarnu door het Gouvernement gevraagd wordt, wat ten dezen opzigte is gedaan vind ik my genoodzaakt de Heeren Kerkmeesteren te verzoeken my zo spoedig mogelyk hieromtrent berigt te doen toekomen niet alleen, maar ingevalle deze ordre niet Strikt is opgevolgd, dezelve oogenblikkelyk te doen effectueren.-

N 166 Mouvements de porte 2-7-1813

geene

N 167 Mairies 3-7-1813

Uit het ingezonden proces verbaal van installatie van de adjunct maires en municipale Raden zal UHoogEdgestr: gezien hebben, dat de Heer [Jan] Ran de aanneming van den post als municipale Raad andermaal heeft geweigerd en dat de Heer Jan G. Spigt aan de gedane oproeping niet heeft gedelereerd, weshalven ik mij genoodzaakt heb gevonden tegens ieder derzelve een resolutie te nemen en hun te gelasten dat zy zich dadelyk en wel ten Langsten binnen den den tyd van 8 dagen voor UHoogEdgestr: in persoon moesten Sisteren en redenen van hunne weigering geven; het geen ten gevolge gehad heeft dat Spigt nader aan my gedeclareerd heeft Zich deze benoeming te zullen laten welgevallen.

Doch Jan Ran schynt nog niet van Systhema te zyn veranderd, waarvan ik noodig geoordeeld heb UHoogEdgestr: met toezending der tegens hem genomene Copie resolutie door dezen Kennis te geven- ten einde, en wanneer hy onverhoopt hier aan niet mogt beantwoorden, de vereischte middelen van Constrainte te kunnen worden aangewend;

Zyne eerste weigering bestond daarin dat hy Dykgraaf van de polder Walenburg was, hetgeen echter maar een binnenpolder is die rondom in Zyne groene dyken ligt en weinig of geen onderhoud heeft, zodat de werkzaamheden aan deze post verknogt met 4 of uiterlyk 5 halve dagen in een geheel jaar gemakkelyk kunnen afloopen en geene redenen van weigering opleveren; nu geeft hy voor dat hy ook Lid der plaatselyke School Commissie is, wier verrigtingen daarin bestaan dat Zy twee maal in het Jaar Schoolexamen en eens uitdeeling van pryzen bywonen; het geen even zo min als de post van Dykgraaf van Walenburg, eene gegronde reden van weigering kan opleveren.-

N 168 Vaccines 3-7-1813

Tableau der vaccinering

N 169 Octrois 3-7-1813

N 170 Garde nationale 3-7-1813

Hiernevens te zenden een 2e Supplementaire Controlle van de nationale Garde waarop alleen die genen gebragt zyn welke op de Eerste Controlle, ofschoon zich aangegeven, niet zyn ingeschreven om redenen zoals daarby in de Observatien staat vermeld; en wyders te melden dat de geemployeerdens van de vereenigde regten en Enregistratie &a van deze dienst zyn vrygesteld blykens de dispositieven van ZE den minister van finantien en de administratien van het Enregistrement en der domeinen waarvan ik Copie hierby voeg.-

N 171 Affaires Militaires 3-7-1813

Hiernevens te zenden 2 andere Afschriften van het proces-verbaal der degradatien aan Casernement veroorzaakt door het 1e Battaillon chasseurs rentrees.-

N 172 Epidemie 5-7-1813

Aan den Heer T. Christiaans, Syndic der Marine

Mijnheer!

Ik zend U hiernevens Copie eener missive welke ik van den Heer Onderprefect heb ontvangen, betrekkelijk het berigt, dat zich op het Eiland Maltha de pest-ziekte had geopenbaard. Ik verzoek U voor zoverre zulks in uwe Qualiteit en relatien kan plaats hebben alle behoedmiddelen aantewenden die maar eenigsints doenlijk zijn en strekken kunnen om aan het verlangen van den Heer Onderprefect te beantwoorden:

Terwijl ik U tevens kennis geef, dat ik aan den Heer Commandant der troupes alhier, gelijk ook aan den Heer Controleur der douanen heb verzogt de noodige ordre te geven, dat bij het stranden van schepen, personen of goederen (zonder echter aan de scheepbreukelingen de noodige hulp tot berging te beletten) geene Communicatie, veel minder eenige opening van balen, vaten of kassen mag plaats hebben, voor dat men zeker weet van waar dezelven komen, dat dierhalven deze goederen alleen maar provisioneel op eenen afstand moeten worden gesurveilleerd, en U inmiddels van het geval worden kennisgegeven.

N 173 Epidemie 5-7-1813 Idem aan Heer Commissaris speciaal van politie te Texel

Hiernevens Copie translaat van eene missive die ik van den Heer onder Prefekt heb ontvangen, betrekkelyk de pest-ziekte die zich op het Eiland Matha heeft geopenbaard.-

Daar de schepen welke uit de Noordzee binnen komen zich eerst aan den Helder moeten vervoegen alwaar bevorens altyd de noodige ordres Zyn gegeven, om dezelve na bevind van Zaken buiten alle Communicatie te houden, en geheel afgezonderd van alle schepen te plaatsen; en den Heer Admiraal de visschers doet Surveilleren dat zy geen Communicatie met andere Schepen kunnen hebben- blyft er voor ons alleen nog over Zorg te dragen dat de Schepen met derzelver manschappen welke mogen komen te stranden en de goederen die door de Zee aangespoeld worden, zo lange buiten Communicatie blyven of aan de bepaalde quarantaine onderworpen worden tot dat men in het Zekere geinformeerd is dat zy van plaatsen komen alwaar geene besmetting bestaat of te vreezen is; waar tow ik de noodige aanschryving aan den Syndic der marine heb gedaan, en den Heer Commandant der douanes heb verzogt ons hieromtrent behulpzaam te willen zyn.-

N 174 Epidemie 5-7-1813

aan de Heer Controleur der Keizerlijken Douanen gestationeerd op Texel

Hiernevens Copie translaat van eene missive die ik van den Heer onder Prefekt heb ontvangen, betrekkelyk de pest-ziekte die zich op het Eiland Maltha heeft geopenbaard.-

Ik twyfel geensints of men zal aan de Helder alwaar deze schepen het eerst aankomen de noodige Zorge dragen dat dezelve na bevind van Zaken aan de bepaalde quarantainen worden onderworpen en dat den Heer Admiraal het noodige omtrent de visschers zal doen observeren:

Er blyft dus nog over ook eenige precautien, alhier te nemen, en deze schynen my toe hierin te moeten bestaan dat gy aan de douanen welke langs de Stranden van het Eiland zyn geposteerd ordre gelieft te geven, dat zy by het Stranden van Schepen, personen of goederen (zonder egter aan de Scheepbreukelingen de noodige Hulp tot berging te beletten) geene dadelyke Communicatie mogen hebben, veel minder eenige opening van balen, vaten, of Kassen mogen doen, voor dat men Zeker weet, van waar dezelven komen en inmiddels deze goederen alleen maar provisioneel op eenigen afstand Surveilleren; en dat zy dadelyk hiervan aan den Commissaris van politie, my en ook aan den Syndic der marine welke mede belast zyn hierop toetezien, moeten kennis geven- ten einde hieromtrent na bevind van Zaken te kunnen handelen.-

N 175 Epidemie 5-7-1813 aan den Commandant d'armee

Inhoud als de voorgaande.-

N 176 Hospital 5-7-1813 Aan de Heer Onder Prefect

Op den 1e deze geene kinderen in het algemene Weeshuis of by eenige Armen directies zyn opgenomen, of zich thans bevinden die den ouderdom van 11 jaren bereikt hebben.-

N 177 Verifications 5-7-1813

N 178 police rapport quinzaine 5-7-1813

Geene byzonderheden gedurende deze laatste 14 dagen alhier voorgevallen zynde, except de gepleegden Zelfsmoord van den Corporaal Jan Loven waarvan ik UHoogEdgestr: heb kennis gegeven.-

N 179 Affaires militaires 5-7-1813

Negativen Staat der vrywillige dienstneming van het 2e trimester 1813.-

N 180 Epidemie 6-7-1813 Aan den Heer Onder Prefect

Betrekkelijk het ontvangene berigt dat zich op het Eiland Maltha de pest zoude hebben geopenbaard; wel te ontvangen.-

Ik twijfele niet of ook zal eene Zoortgelijke aanschrijving na den Helder zijn gezonden, wijl dit de eigentlijke plaats is alwaar de schepen het eerst aankomen en de noodige Zorge moet worden gedragen dat dezelve na bevind van Zaken aan de bepaalde quarantaine onderworpen worden, terwijl den Heer admiraal Verheul welke de visschers die naar Zee gaan door eene Canonner boot doet geleiden en alzoo hun surveilleren dat zij geene gemeenschap met eenige schepen hebben;

Er blijft alzoo in dat geval alleen voor mij maar over, zorg te dragen, dat de schepen en derzelver manschappen, welke mogte komen te stranden als mede de goederen die door de Zee aangespoeld worden, zo lange buiten Communicatie blijven, of aan eene quarantaine onderworpen worden tot dat men in het zekere geïnformeerd is, dat zij van een plaats komen alwaar geen besmetting bestaat of te vreezen is, waartoe ik den Controleur der douanen gelijk ook den plaatselijke Commandant alhier verzogt heb, de noodige ordres te willen geven, van welk verzoek met het daarop gegeven antwoord van de Commandant, ik de Eer heb Copie ter myner decharge hiernevens te zenden.-

N 181 6-7-1813 Justice

Aan den Heer Keizerlijken procureur van de Regtbank der 1e instantie te Alkmaar

Verpligt zynde ook van al het byzondere dat er in myne gemeente voorvalt den Heer Onderprefekt te moeten kennis geven en myne werkzaamheden in den uitgebreide mairie Zonder adjuncten op dat tydstip niet toelatende deze kennisgeving ten opzigte van het gebeurde met Jan Lover dubbelde te doen, Zond ik het proces verbaal aan den Heer Onderprefekt met verzoek het zelve na lecture dadelyk aan UWelEdgestr: te doen toekomen, niet veronderstellende dat dit eenige de minste nadeelige vertraging zoude veroorzaken.-

Wat de gevraagde renseignementen omtrent deze Zaak betreffen.- uit de bygaande Copie missive van den Capitein Cagot zal UWelEdgestr: zien dat gemelde Jan Loven zich op eene Clandestine wyze had meester gemaakt van 1243 fr. 20 c volgens bygaande Lyst aan diversen van Zyne Cameraden perpost toegezonden, bewust dat dit fait ondekt. Leed het geen twyfel of hy heeft Zich Zelve uit vreeze vor de Straf het leven benomen zoals dan ook blykt uit den brief welke hy weinige oogenblikken voor Zyne dood aan den Capitain Cabot heeft geschreven waarvan mede Copie hiernevens gaat, althans er zyn geene andere Sporen te vinden die grond opleveren om het Contraire te kunnen veronderstellen op UWelEdgestr: missive van den 30 Juny ll den 4 e dezer eerst ontvangen.-

N 182 Mairies 8-7-1813 Aan den Heer Onder Prefect

Ik heb de Eer gehad by de UHoogEdgestr: aanschryving van den 3e dezer n 1213 en 7 dezer 1234 betreffende de installatie en beëdiging van de adjunct Maires en municipale raden wel te ontvangen en uit de Eerste gezien dat de benoemde adjuncten Kikkert en Bakker in handen van UHoogEdgestr: den Eed hebben afgelegd.

Het is voor my in het byzonder van het grootste belang, geschikte personen voor de posten van adjunct-maires te hebben, zal ik daardoor eenig Soulaas in myne menigvuldige werkzaamheden bekomen, hoewel ik van dit niet aan de verwagting zal beantwoorden, maar tot myn Leedwezen Zyn er geen betere te vinden. Mogt zich egter daartoe eene betere gelegenheid opdoen zal ik niet nalaten daarvan gebruik te maken.-

By UHoogEdgestr: missive ontving ik tot myn genoegen en maintien van myn genomen besluit, de last den Heer Ran wegens zyne disobientie door een brigadier van de Keizerlyke Gendarmerie na Alkmaar te doen transporteren, dan daar hy even te voren verklaard had de gedane benoeming te laten welgevallen, heb ik hem de vereischte verklaring en Eed schriftelyk doen afleggen, gelyk ook den Heer J.G. Spigt, welke byde Stukken ik de Eer heb hiernevens te voegen, en waarmede alzoo deze Zaak zonder verdere middelen van Constrainte is afgelopen.-

N 183 Etat civil 9-7-1813

Aan den Heer Ryksbaron Lid van het Legioen van Eer Commandeur van de Keizerlyke orde der Reunie, maire der Stad Amsterdam.-

Op den 26e der maand february van dit Jaar is binne uwe Stad overleden en ook aldaar begraven geworden de Heer Eliza Langeveld, Zoon van Martinus Langeveld en van vrouwe Anna Maria Lynslager geboren en woonagtig op Texel, waarvan my tot heden nog geen extract van het Doodregister ingekomen- ik verzoek UHoogEdgestr: dierhalven my dit overeenkomstig de voorschriften der wet met den Eersten [post] te willen doen toekomen.-

[Eliza Langeveld (1791-1813) was geen dochter, maar zoon van Martinus Martinusz Langeveld (1764-1819) en Anna Maria Lijnslager (1768-1822)]

N 184 Garde Nationale 10-7-1813

Hiernevens te zenden, den 2e Supplementaire Controle van de nationale garde, waarop alle die genen gebragt zyn, welke zich (zoverre my bekend) in deze Gemeente bevinden, het zy ambtenaars of particulieren.-

N 185 Inhumations 15-7-1813 Aan den Heer Onder Prefect

Ik heb de Eer op UHoogEdgestr: Circulaire aanschryving van den 22 e der vorige maand n 1082 te melden, dat Zommige Kerkmeesters reeds aan den gegevene last om de Kerken met Kalk en Cement te doen digt leggen, hebben voldaan en dat andere mij hebben beloofd zulks zoodra mogelijk te zullen doen, en dat alleen de sterke verzakkingen welke in deze kerken nog plaats hebben hun hierin hadden verhinderd.

N 186 police rapport quinzaine 15-7-1813

Van den Eersten tot op heden geene x byzonderheden binnen deze Gemeente voorgevallen zynde.-

N 187 Mouvements de porte 15-7-1813

Geene schepen gedurende de laatste 14 dagen.-

N 188 Hospices 19-7-1813

Te antwoorden dat alhier tot dus verre geen Zodanige publieke vermaken hebben plaats gehad waaruit eenig gedeelte ten behoeve der armen heeft kunnen worden gekort.-

N 189 Casernement 20-7-1813 aan den Heer Commissaris van oorlog aan de Helder

Hiernevens te zenden de verlangde Staten van de Militaire Bedden, indien de officieren van het Battaillon chasseurs francais rentres in het geven bvan dezelven niet zo traag waren geweest had ik dezelve al voor den ontvangst van uwe missive gezonden-

Ik hoop dat dezelven voldoende zullen zyn; en doe u daarby observeren dat Zich alhier geen Eigentlyke préparé der militaire bedden bevind; maar dat de waarneming van deze functie provisioneel opgedragen is, aan den Heer H.M. Ahlé gewezene Commissaris van inquartiering, die dezelve met allen Yver en vigilantie waarneemt, en in dit geval een volkomen vertrouwen verdient-

Gy zult my voorts verpligten myn Heer de Commissaris, dat door uwe tusschenkomst aan my spoedig de mandaten van betaling voor het onderhoud der militaire bedden worden afgegeven, niet alleen voor de 2 eerste trimesters, maar ook voor de 2 laaste trimesters van het vorige Jaar, die ik nog niet heb ontvangen, en zonder welken het mij niet mogelijk is, langer in den dienst te voorzien.

N 190 20-7-1813 Aan den Heer Commissaris van Oorlog

Betreffende de approvisionnementen van beleg, waarvan ik reeds door den Heer Sous prefekt was geinformeerd geworden.- De Gemeentens die met dezen dienst belast zyn, is alleen de Gemeente van Texel; voor welke het bezwaarlyk zal zyn aan deze requisitie met opzigt van het Stroo en haver te kunnen voldoen, wyl Zich byna nimmermeer van deze 2 artikelem zodanige voorraad op dit Eiland bevind. Men zal tragten te doen wat mogelyk is.-

N 191 Contributions 21-7-1813 Aan den Heer Controleur der Directe Belastingen van het Arrondissement Alkmaar (rapport hertaxatie)

1 Extract du x des mutations des proprietes non basis premier partie-

2 3 4 5 6 [ook in het frans]

7 Eene opgave van de ontdekte abuizen in den aanslag van het zuiver revenu der Landerijen, om daarvan het noodige gebruik te maken op de matrice voor 1814

8 Een Taxatie van het zuiver revenu der verpagte dominiale gronden op Texel als mede van een stuk land groot 250 Roeden toebehoorende aan de kinderen van Teunis Koning, welke tot nog toe niet in de verponding zijn aangeslagen geweest, en welke men alzo verzoekt voor 1814 in aanslag te brengen

9 Eene Lijst van de Gemeente goederen zoo wel van de gebouwde als de ongebouwde Eigendommen die in de verponding zijn aangeslagen en welke men verzoekt ingevolge Circulaire aanschrijving van mijn Heer den Onderprefect in dato 8 mei 1813 niet meer op de matrice voor 1814 te brengen.-

tot elucidatie van deze Lijst dient dat het Eilands gebouw aan den Hoorn, onder artikel 930, opgegeven niets anders is dan een werk of spinhuis van de armen dat het zogenaamde waaggebouw artikel 1064 thans de woning is van de vroedvrouw

art. 49 Jan Stam een wagthuis van de militairen of Caserne

Artikel 116 Willem Verberne, de werkplaats voor de Bedelaars of Eilandsfabriek

Artikel 1276 Poulus Kleienburg een Caserne aan de Koog.-

Welke laatste gebouwen reeds bij het vorig bestuur in Eigendom der Gemeente zijn geweest; doch verzuimd zijn om op zijn tijd overtezetten.- hetgeen nu dit jaar geschied is.-

Ik vertrouw dat alle deze rensignementen duidelijk genoeg zullen zijn om daarop de matrice voor Texel in ordre te kunnen brengen.

[Teunis Koning (1731-1808) het vierde kind van Jan Klaasz Koning en Meijs Teunis met die naam, getrouwd met Engeltje Mossel in 1755. Getrouwd na 30 mei, eerste kind op 2 november, 4 kinderen. Hertrouwd met Dieuwertje Simons Duijnker na 30 januari 1790, eerste kind op 25 juli, 7 kinderen. Van het hele stel in 1813 nog 7 in leven]

[Jan Stam]

[Willem Verberne (1773-1845) zoon van Jan Pietersz Verberne (1739-1814) en Martje Cornelis Burger (1747-1791), zeeman, later onderwijzer, getrouwd met Antje Teunis Smit, 11 kinderen, waaronder Pieter Verberne van de Fransche School]

[Paulus Kleijenburg in 1762 getrouwd met Jantje Jans Bremer, 5 kinderen, waarschijnlijk niet dezelfde als die van 1714]

N 192 Marchés 23-7-1813

Hiernevens te addresseren Een Extract uit de deleberatien van de municipale raad dezer Gemeente betrekkelyk de levering der markten en x plaatsen.-

N 193 patentes 24-7-1813

Aan UHoogEdgestr: Signatures en paraphen hiernevens aan te bieden het Register der patenten voor het Jaar 1813.-

N 194 Conscriptien 27-7-1813 Aan den Heer Onder Prefect

Ik heb de Eer aan UHoogEdgestr: door dezen kennis te geven dat Zich in deze Gemeente een Jongeling bevind op Texel geboren en woonagtig, in de termen dezer Conscriptie vallende gemaamd Benedictus Hoekstra, welke zich eenige tyd alhier tot de Geestelyken Studien heeft opgeleid en daarin onderwys ontvangen, en thans reeds den openbaren Godsdienst bij de Mennonite of Doopsgezinde Gemeente als proponent waarneemt en het dus zonder twijfel zijn waarlijk voornemen is zich tot de Geestelijke Stand te wenden.

Get. C. Kikkert adjunct

N 195 patentes 2-8-1813

Patentlyst voor het 2e Trimester van dit Jaar, die den Heer Controleur Dutour my ter teekening had toegezonden om daarna aan UEd te doen toekomen.-

Get. G. Bakker adjunct

N 196 pain etc 2-8-1813

Daar in deze Gemeente een getal van 22 Broodbakkers gevonden word welke alle hun brood zoo door broodventsters welke hiermede in het veld rondgaan als door brood verkoopers uit particulieren huizen en winkels doen uit verkoopen, waardoor het getal excemplaren der Broodzetting en besluit van UHoogEdgestr: inlange niet voldoende is en welke ik provisioneel heb doen publiceren en op de onderscheidene dorpen aanplakken overeenkomstig UHoogEdgestr: cir: aanschryving van 27 July 1813, Zoo verzoek ik UHoogEdgestr: Zo goed te willen zyn my nog 90 Excemplaren der verbeterde broodzetting als mede 45 Excemplaren van UHoogEdgestr: besluit te addresseren ten einde daarmede overeenkomstig de inhoud van het Zelve te handelen, met vriendelyke invitatie de prys per Excemplaar van beide stukken aan my optegeven.-

N 197 Octrois 2-8-1813

Hiernevens het Borderau over de gepasseerde maand July.-

N 198 Mouvements de porte 2-8-1813 geene

N 199 police rapport quinzaine 2-8-1813

Geene byzonderheden.-

N 200 Bitterevel 2-8-1813

aan den Heer Controleur der Directe belastingen van het arrondissement Alkmaar

In deze Gemeente geene teelt van Beetwortelen.-

N 201 Conscription 4-8-1813 Aan den Heer Maire van Huisduinen en de Helder

Daar de persoon van Adriaan Kikkert, zoon van Lambert en van Trijntje Kikkert, geboren 12-9-1793 alzoo conscrit van de Classe van 1813 thans met derzelver ouders binnen Uwe Gemeente gedomicilieerd is.

[Kleinzoon van Arie Kikkert en Lysbeth Dekker. Is in 1793 gestorven, heeft de burgemeester iets gemist? Zijn broer Adrianus (1795-1820) trouwde in 1813 te Helder met Antje Dirks Zussen uit Huisduinen, 2 dochters]

Antje Adriaans Kikkert (1815-1813) is geboren om 02.00u; aangifte geb op 3 juni 1815 door Wobbegien Jans Wobben, vroedvrouw, wonende in Den Helder; getuigen bij de aangifte: Maarten Boll, voerman, aangehuwde broeder van de moeder en Cornelis Jongkees, secretaris van Den Helder

N 202 Conscription 4-8-1813 Maire van Vlieland

Daar in het Jaar 1812 van hier naar uwe Gemeente met er woon vertrokken zekere persoon genaamd Jacob Cornelisz Rab 13-3-1793 op Texel gedoopt en alzoo Conscrit van de Classe van 1813. Hoewel deze Conscrit uitlandig is, moet dezelve echter op de Lyst gebragt worden, en daar zulks by UEd moet plaats hebben, heb ik niet willen afzyn UEd daar van by deze kennisse te geven, ten einde Zoo het nog niet geschied was dezelve by U zou kunnen worden ingeschreven.-

Jacob Rab (1793-18161) uit Oudeschild, gestorven te Charleston USA. Zijn vader was van Vlieland

N 203 4-8-1813 Daniel Hendriksz Horst zoon van den WelEerw. Heer Willem Horst en van mejuffrouw Engelina Geertruida Witstein geboren 22-12-1793 idem zoon van Predikant Hervormde Gemeente Broek in Waterland.-

N 204 Verifications 4-8-1814

Staat van de situatie dezer Gemeente over de gepasseerde maand July.-

N 205 Conscription 6-8-1813

Hiernevens te zenden het Journaal van inschryving der Conscrits voor de tegenswoordige Klasse met byvoeging eener afzonderlyke lyst, van diegenen welke aanspraak op vrystelling vermenen te hebben; na examinatie dezer Stukken verzoek ik my dezelve zo spoedig doenlyk met het x voor de Alphabetische Lyst te doen retourneren, ten einde ik dit werk geheel in ordre kan brengen;

By deze gelegenheid moet ik UHoogEdgestr: nogmaals herinneren toch te willen zorgen dat by de verdeeling van het Contingent der Conscrits voor het arrondissement Alkmaar de bevolking van Texel niet wederom Zo als in het gepasseerde Jaar is geschied abusivelyk op 4825 (die nimmer heeft bestaan) wordt aangeslagen, maar op 4514 Zo als by de laatste telling is bevonden, waar op het Budget en alle andere Stukken ook zyn gebouwd.-

N 206 Fetes publique 6-8-1813 Aan den Heer Onder Prefect

Eenige dagen van huis geweest zijnde vond ik bij mijn retour UHoogEdgestr aanschrijving van den 23 July 1813 no. 1312 betrekkelijk de viering van het feest van den grooten Napoleon op den 15e dezer. Ik haast mij UHoogEdgestr na hierover met den plaatselijken Commandant te hebben geconfereerd een voorloopig programma omtrent de viering van dit feest mede te deelen, hierin bestaande.-

Des morgens om half tien uur zullen de Civile en Militaire authoriteiten op het Raadhuize in Costum bijeenkomen van waar zij ten tien uren begeleid door een Detachement militairen in parade ter bijwoning van den Godsdienst na de onderscheidene Kerken zullen gaan, en in dezelfde ordre na het Eindigen van den zelven naar het Raadhuis zullen terugkomen, en aldaar vertoeven tot 12 uur onder het aanbieden van eenige kleine ververschingen, wanneer er groote parade zal zijn die de civile authoriteiten zullen bijwonen.

Des nademiddags zullen de Jonge Zeelieden worden uitgenoodigd na den prijs te dingen voor een paar Zilveren schoengespen en een Zilveren horlogie voor die genen welke de kokangemast beklimt, zullende aan die geenen welke twintig voeten hoog klimt een paar Zilvere schoengespen worden gegeven en aan die genen welke 25 voeten hoog klimt een Zilveren Horlogie.-

De Jongelieden uit den boere en burger stand, zal men laten gooien naar een ton of vat waarin een bal gekuipt is, zullende aan die genen welke de bal uit de ton gooit een Zilvere Tabaksdoos worden gegeven.-

Des avonds zal er een algemeene illuminatie zijn, en vuurwerk worden afgestoken; terwijl voor het overige de geheele dag van alle publieke gebouwen, molens en schepen, de vlaggen zullen waaien en 3 maal daags, te weten des morgens om 6 des middags om 12 en des avonds om 6 uren;- de klokken van alle Toorens dezes Eilands zullen worden geluid en het Canon gelost.

Om nu eene netto Ciering van Kosten van dit alles te maken is mij uit hoofde der kortheid des Tijds nog ondoenlijk geweest.- Terwijl mij ook nog vele Zaken ontbreken waarvan mij de prijs onbekend is, dan ik flateer mij dat na een ruwe calculatie alle onkosten te zamen genomen voor driehonderd Guldens kunnen worden gedaan.-

De Huwelijksgift aan een meisje zal dit maal geen plaats kunnen hebben, wijl daartoe zo verre van mij bekend zich thans alhier geen voorwerpen bevinden die aan de vereischtens kunnen voldoen.

Ik hoop dat een en ander de approbatie van UHoogEdgestr en den Heer Prefekt zal wegdragen; provisioneel zal ik alles wat daartoe vereischt wordt in gereedheid brengen wijl de tijd geen langer uitstel permitteert.-

N 207 fetes 7-8-1813 Aan den Kerkenraad der Gereformeerde Gemeente aan den Burg

Mijne Heeren!

De Heer prefect van dit Departement verlangt dat het feest van den grooten Napoleon het welke op den 15e dezer invalt met alle mogelijke luister en praal zal gevierd worden.-

Ik inviteer en gelast U dierhalven zorg te dragen dat de leeraar welke op dezen dag den Godsdienst alhier moet verrigten zulks in plaats van des namiddags, des morgens om 10 uur doet, met eene korte en toepasselijke redevoering gebeden en Lofzangen, zo als bij diergelijke gelegenheden meermalen is geschied.-

De Civile en militaire authoriteiten zullen dit bede-uur plegtstatig bijwonen, ten einde aan dezen gedacht waardigen dag zoveel luister bij te zetten als het gewigt van dezelven vereischt.-

Gij zult ook den Predikant verwittigen dat de geheele godsdienstoefening welke precies tien uur moet beginnen, volstrekt niet langer dan ¾ uur mag duren weil de gezamelijke authoriteiten zich alsdan naar de Roomsche kerk zullen begeven, ter bijwoning van het Tedeum, dat precies ¼ voor 11 uur een aanvang zal nemen, ik verlaat mij op de prompte uitvoering van deze last.-

N 208 fetes 6-8-1813

aan den Predikant van de Gereformeerde Gemeente te Oudeschild, Hoorn, Waal en Oosterend, idem aan den Predikant der Monnoniete Gemeente van Burg, Waal en Oosterend, idem aan den Hoorn, idem aan den Pastoor der Roomsch Catholieke Gemeente van Texel

Myn Heer!

Het belangryk Tydstip van de viering der verjaring van Z.M. den Keizer en Koning naby zynde, is het de begeerte van den Heer orefekt dat dit feest met allen mogelyke Luister zal gevierd worden en in de onderscheidene bedehuizen, gebeden lofzangen, en te deums worden aangeheven. Zodanig als by ieder Godsdienstig genootschap gebruikelyk is; ik gelast U dierhalven hieraan niet alleen Stiptelyk maar ook op de meest plegtstatelyke wyze te voldoen en my nog voor den avond van dienzelven dag een Schriftelyk rapport intezenden dat Zulks door U is verrigt.-

N 209 Conscription 8-8-1813 in het Frans

Me Lesmembres du Conseil d'administratie de 2e Battaillon garde imperiale Regiment des pupilles a Boulogne.-

Of Klaas Jacobsz Griek, geboren te Texel, conscrit van de Classe van 1813 is geincorporeerd in de 4e Compagnie van uw Battaillion? Certificaat van werkelyke dienst? Moet meedoen aan de loting.

N 210 Contributions 13-8-1813

Intezenden benevens het verlaagde keur van de ontvangers 2 gezegelde patenten vellen voor de Contribualen in deze Gemeente op de Supplementaire rol voor het Eerste trimester van 1813.-

N 211 Caisses 13-8-1813

De betaling van het 1/20 voor de Compagnie de reserve, als mede van het 1/100 voor het Hotel des Invalides, van hier regulier tot aan den 1 e July van dit Jaar aangezuiverd betaald zynde.-

N 212 Conscription 13-8-1813

Hiernevens intezenden den Alphabetische Lyst der Conscrits van deze Gemeente van de Classe van 1813

N 213 fetes 16-8-1813 Aan den Heer Onderprefect

Het strekt mij tot een bijzonder genoegen UHoogEdgestr te kunnen berigten dat het belangrijke feest der verjaring van Zijne Majesteit den Keizer en Koning gisteren alhier met den Grootste Luister en in de beste orde en onderlinge harmonie is gevierd geworden.-

Des morgens al vroegtijdig zag men de vlaggen van alle torens, schepen en schuiten, molens en ander publieke gebouwen wapperen, en korten tijd daarna kondigde het algemeene gelui der klokken van alle de Toorens dezes Eilands dit heuglijke feest nader aan.

Ten negen uren vergaarde het gansche garnizoen in ordre de bataille bij zich hebbende 2 veldstukken op het plijn genaamd de Groeneplaats en formeerde vervolgens een dubbele rij van het huis der gemeente tot aan het einde van den Vischmarkt.-

Om half tien kwamen alle de Civile Authoriteiten op het huis der Gemeente alwaar ook tegelijkertijd aan kwamen alle de militie officieren van de onderscheidene wapen-corpsen, als Kustkanonniers, Chasseurs, artilleristen van de Genie, 2 pionniers aan hun hoofd hebbende, de plaatselijke Commandant der Troepen, begeleid door en Detachement chasseurs en mariniers met slaande trom en pijpen.-

Ten tien uur begaf zich deze geheele stoet zo militairen als civile authoriteiten van het huis der gemeente in ordre van rang onder het slaan der trom en spelen der pijpen naar de Gereformeerde Kerk, ter bijwoning van den Godsdienst voorafgegaan door een detachement mariniers en opgevolgd door een detachement chasseurs francais rentrés.-

De kustkanonniers en mariniers plaatsten zich binnen de kerk aan de beide Enden, terwijl de chasseurs welke agter opsloten buiten op het Kerkhof bleven staan en gedurende den Godsdienst drie salvoos uit het klein geweer deeden;

Een quart uur voor Elf wanneer de Godsdienst aldaar geëindigd was, begaven zich de voornoemde authoriteiten in die zelfde ordre en onder hetzelve geleide naar de Roomsche Kerk ter bijwoning van het Te Deum door den straat der Binnenburg langs de Steene plaats trekkende wierd de trijn door het vaandre peleton het welk zich aldaar geposteerd had, gesalueerd; onderweg had zich bij een ander plijn nog een detachement militairen geposteerd hetgeen in het voortrekken het geweer presenteerde onder het zingen van het Tedeum, in de Roomsche Kerk wierden ook wederom 3 Salvoo's uit het klein geweer gedaan, als mede ook uit twee Stukken, dewelken aldaar agter de Kerk even buiten het Dorp waren geplaatst;

Het Tedeum geëindigd zijnde hetgeen ongeveer half twaalf was, begaf zich den geheelen Stoet in diezelfde ordre en onder het zelve geleide en escortes langs eene geheele anderen weg wederom naar het Raadhuis alwaar zich door verscheidene publieke ampten wierden gecomplimenteerd en vriendschappelijk onder gebruik van eenige verversching vertoefden tot circa half een uur, en zij toen gezamentlijk naar de groote parade gingen alwaar door de Troupes verscheidene manoeuvres werden verricht, en herhaalde decharges zo met klein geweer als ook met veldstukken wierden gedaan.

Vervolgens diffeleerde het geheele garnizoen in de beste ordre met hunne bij zich hebbende veldstukken en trokken het grootste gedeelte van het dorp door.-

'S Middags woonde ik het dinée bij bij den plaatselijken Commandant den Heer d'Ison gedurende hetwelk er onderscheidene toasten wierden gedronken als aan Zijne Majesteit den Keizer, aan hare majesteit de Keizerin, aan den Koning van Rome, aan de Zegevierende Legers, en op den algemeene vrede &a waarbij telkens drie Salvoo's zo met de veldstukken als ook met het klein geweer wierden gedaan.-

Na het Eindigen van het diné begaven wij ons naar het plein de groene plaats ter bijwoning van de volksfeesten die ook daadelijk een begin namen, plaatsende zich de civilen en militaire authoriteiten onder een expres aldaar vervaardigde Tent drie voeten hoog, uit den grond verheven, ten einde met de zeer groote menigte volks die aldaar vergaderd was, vrije aanschouwers te kunnen zijn van deze vermakelijkheden;

Het zilveren horologie voor degene die het eerst de punt van de Cocanjemast bereikte wierd gewonnen door eenen Mijndert Vos en de tweede prijs, bestaande in een paar zilveren gespen door Jozeph Pierre Ballard, terwijl de zilveren Rook tabaksdoos voor die genen welke den bal uit de ton kneppelde gewonnen wierd door Jacob Eelman.-

Des avonds wierd er fraai vuurwerk afgestoken en onder hetzelve verscheidene Schoten uit de veldstukken gedaan eindelijk maakte een algemeene illuminatie een einde aan dit feest, waarbij vele als om strijd uitmunten en ik kan met ruimte zeggen dat zoveel ik den Geest der ingezetenen hier bij heb kunnen nagaan, een ieder een ongedwongen deel in deze vermakelijkheden heeft genomen, zonder het minste ongenoegen veel min eenigen onwil te betoonen in het nakomen der onderscheidene ordres welke ik ten dien einde had gegeven, en dat alzoo dit feest het welk circa tot een uur des nagts heeft geduurd, onder afwisselende vermakelijkheden in de beste ordre is afgeloopen.-

Vertrouwende hiermede aan de Last bij UHoogEdgestr aanschrijving van den 22 e der vorige maand no 1312 voldaan te hebben.

[Jacob Arisz Eelman (1787-1860 of Jacob Arisz Eelman (1793-1874)]

[Meindert Vos (1782-18xx) zoon van Jacob Leendertsz Vos en Vrouwtje Maartens Dijker, in 1807 getrouwd met Engeltje Daniels Disper (1785-18xx), 7 kinderen geboren aan den Hoorn]

N 214 Contributions 17-8-1813

Op heden de benoemde repartiteurs geinstalleerd hebbende, voeg ik het proces verbaal daarvan hiernevens.-

N 215 Mouvement du porte 17-8-1813

Geene

N 216 police rapport quinzaine 17-8-1813

Zedet myne laatste alhier geene byzonderheden zyn voorgevallen, dan alleen de viering van het feest van Zyne Majesteit den Keizer waarvan ik de Eer gehad heb UHoogEdgestr op gisteren een ampel rapport te doen.-

N 217 porte 19-8-1813

Aan den Heer x van de have aan het Oudeschild

Ik doe U hiernevens toekomen de geapprobeerde Reekeningen van uwe gehoudene administratie over de haven beoosten het Oudeschild alhier, Concernerende de diensten van 1812 en 1813, met Eene Copie der aanschryving van den Heer onderprefekt in dato 15 dezer N 1814 waaruit gy zult Zien dat ZynHoogEdgestr. verlangt dat het Saldo van fr 5968,19 dadelyk moet strekken ter uitdieping van opgemelde haven, ten einde er geen beletzel wordt toegebragt aan de toevoer van verschewater voor Zyn Majesteits Escadre;

Gy zult my dierhalven wel zo spoedig doenlyk willen laten toekomen een ontwerp van bestek met eene Calculatie van Kosten in dubbelde Expeditie, waarvan een op Zegel geschreven moet zyn, ten einde er zonder verwyl tot de aanbesteding van dit werk na bekomene approbatie kan worden overgegaan;

Wyders verzoek ik U kortheidshalven na den inhoud van bygaande Copie Missive te gedragen, en aan my de papieren welke de Heer onderprefekt verlangt zo dra mogelyk te wllen laten toekomen.-

N 218 Epidemie 19-8-1813

Aan den Heer Commissaris van politie

Ik heb de Eer aan U hiernevens te Zenden Copie van eene missive welke ik heden morgen van den Heer onderprefekt ontvangen heb, betreffende het berigt dat de gele koorts zich op Malga zoude geopenbaard hebben.-

Daar de haven op Texel geene directe Zeehaven, en de schepen welke uit de Noordzee binnen komen, aan de Helder worden geobserveerd, komt het my voor, dat alhier geen andere of meer dere precautien kunnen worden genomen, als reeds zyn daargesteld op het ontvangene berigt van de pest op Maltha.-

Zo UEd egter ten dezer van andere opinien was, zal het my aangenaam Zyn, uwe gedagten daaromtrent te mogen vernemen.-

N 219 Epidemie 19-8-1813

Ik accuseer door dezen den ontvang van UHoogEdgestr missive van den 12 e dezer op heden morgen, betrekkelyk het ontvangene berigt dat zich de geele Koorts te Malga zouden geopenbaard hebben.-

Daar nu de haven van Texel geene directe Zeehaven is, en de Schepen welke uit de Noordzee binnen komen aan de Helder worden geobserveerd en onder quarantaine gebragt kan ik hieromtrent geen andee maatregelen nemen, als ik reeds heb daargesteld, op het ontvangene berigt van de pest op Maltha en waarvan ik de Eer gehad heb by myne missive van den 6e July 1813 N 160 kennis te geven en waarom de Commissaris speciaal met wien ik hierover geconfereerd heb, ook volkomen genoegen neemt.-

N 220 Statistique 19-8-1813

Ter voldoening aan de Circulaire aanschryving van den 23e July N 1323 op de daarin gedane vragen te antwoorden

1 Dat de hoeveelheid hooy welke de landeryen in dit Jaar alhier hebben opgebragt, bedraagt 4500.000 killogrammes.- Dat hetzelve altemaal is verzameld van gewone Hooylanden, en dat men alhier geene kunstlanden, als lenge Klaver, spurry, Spelt &a vind-

2 Dat alhier in dit Jaar Calculatif zullen gehooid zyn 2400 morgen Rynlandsch.- Dat hetzelve allemaal gewone hooy landen zyn.- Dat alhier geene Kunst Hooilanden hoegenaamd worden gevonden.-

3 Dat men alhier de Hooylanden maar eens in het Jaar maait, en dat er geen Klaver etc. gevonden wordt.-

4 Dat alhier geen gras op Stal gevoedert wordt, het hooi het geen het eene Jaar door het ander geteeld wordt circa 4600.000 killigrammes zal bedragen.-

5 Als bij vraag 4, en dat men het hooy dat er Jaarlyks vervoerd wordt op 4600.000 killogrammes rekent.-

6 Dat alhier geen middelprys van het gras bekend is omdat het Zelve niet gevonden wordt, en dat die van het Hooi ongeveer is van 7 tot 7 ½ Gulden den 1000 Kilogrammes.-

7 Dat alhier geen gras noch hooy uitgevoerd wordt als mede ook niets ingevoerd.-

8 Dat alhier geene wortelen, mangelwortelen of aardappelen op stal aan de beesten wordt gevoedert noch geteeld- Dat uit dien hoofde ook de middelprys daarvan onbekend is.-

9 Dat alhier nimmer eenig Tarwen of Roggen stroo op stal wordt gevoedert maar wel haver of gerste stroo, van het geen de boeren zelven teelen, dat meer Zeer gering is, van buiten wordt dit nimmer ingevoerd, weshalven daarvan ook alhier geen prys bekend is.

N 221 Affaires Militaires 21-8-1813

Dat er hier geen Kooplieden of Reeders van schepen gevonden worden, die eigenaars of bezitters van eenige vuurmonden, welke Zy ingevolge opgemeld decreet, zouden kunnen of moeten diposeren, in eender arsenalen van de Land en Zeemagt.-

N 222 Octrois 21-8-1813

Daarde eindelyke invoering van een voldoenend tarif voor het octrooi van Texel, zo als ik vertrouw dat het Laastvoorgestelde zyn zal een der belangsryksten Zaken voor het Eiland is, heb ik my ook dadelyk naar den ontvangst van UHoogEdgestr missive van den 7e dezer zoveel my mogelyk geweest is onleedig gehouden, met het verzamelen en in ordre laten brengen van alle de Stukken welke my by UHoogEdgestr missive van den 7 e dezer gevraagd worden. Ik heb dan de Eer hiernevens et zenden in dubbelde expeditie.-

1 Extract uit de Deliberatien van den municipalen raad met myn advis.-

2 Het Reglement en in werking zynde en voorgestelde Tarif.-

3 Het Supplementaire dito.-

4 Begrooting der kosten zo voor de Eerste oprigting als voor de expolitatie Zodanig als die door den Heer prefekt zyn vastgesteld.-

5 Idem zoals dezelve door die van de vereenigde regten zyn voorgesteld.-

6 Den Staat der schulden.-

Er zoude nu nog alleen mankeren het advis van de Controleur Lamberts, het geen ik by de deliberatien van den municipalen raad, in origineli heb ingezonden, zonder er een Copie van te houden.-

Doch daar in de deliberatien van den municipalen raad staat dat het Tarif door den Controleur Lambert was voorgesteld, veronderstel ik dat het er zoo zeer niet op aan zal komen, in alle gevalle zoude den Heer Lamberts die zoveel als de Heer Billecoq het Tarif gezien en geapprobeerd heeft, nog verzocht kunnen worden om het te teekenen.-

N 223 Octrois 21-8-1813

De Rekening van den opbrengst van het octrooi van de Gemeente voor de laaste 9 maanden 1812, overeenkomstig de missive van den heer onderprefekt in dato 30 Juny ll en het 13e artikel van het Decreet van 8 february 1812 ter examinatie van den municipalen raad overgelegd hebbende, heb ik de Eerste aan UHoogEdgestr hiernevens et zenden in dubbeld afschrift van deze deliberatie met eene Copie der Rekening.-

N 224 Chauffage 23-8-1813

A Monsieur le Commissaire des Guerres au Helder

Halve bladzijde in het Frans

Dan links Nederlands, rechts Frans

Ik heb noodig geoordeeld mynheer u hiervan kennis te geven, ten einde gy den Heer Meisner of den fourniceur generaal Zoude kunnen gelasten dat zy zorge dragen dat voor het einde van deze maand zich wederom alhier iemand bevindt, die de zaken kan waarnemen, waar toe de persoon die Zulks tot dus verre heeft waargenomen en met de Zaken bekend is, my niet ongeschikt voorkomt.-

N 225 fournitures op dato aan dezelve

Ik vind my genoodzaakt u andermaal zeer dringend te verzoeken toch de goedheid te hebben van te willen zorgen dat de mandaten voor het onderhoud der militaire bedden voor de 2 Laaste trimesters van het gepasseerde Jaar en voor de 2 Eerste van dit Jaar zo spoedig mogelyk werden afgegeven, en dat de geene x wasschen gelyk ook die genen die dezelven repareren en onderhouden geen langer Credit kunnen geven en de Gemeente wier finantien in een Zeer slegte staat zyn geene fondsen hoegenaamd heeft om eenig voorschot te kunnen doen waaruit de grootste onaangenaamheden en verwarringen voortkomen, en die welhaast ten gevolge zullen hebben dat de troupes uit gebrek aan behoorlyk schoon linnen de Casernes moeten varlaten, waarvoor ik niet responsabel wil zyn.-

N 226 Conscription 28-8-1813

Monsieurs les menbres du Conseil d'administration du 7e Regiment des tireilleurs de la Garde imperiale-

Je suis informé que la personne nommée Lap (Simon) natif de Texel conscrit de la Classe de l'année 1813- actuellement appellé a été incorperé dans votre Regiment au mois de Janvier 1813-

Je vou prie en Consignance vouloir m'adresser au plutot possible le Certificat d'activité de Service de ce conscrit ou en Cas qu'il serait mort en activité l'acte de Décis.-

[Simon Lap (1793-18xx) zoon van Huibert Cornelisz Lap en Trijntje Jans Vaartjes]

N 227 Conscription 31-8-1813

Monsieurs les menbres du Conseil d'administration du 23e Regiment chasseurs francais a cheval.-

D'apris une lettre ecrite an Jouhlig le 4 Decembre 1812 le nommé Smit (Maarten Cornelisz) conscrit de la Classe de l'an 1810 du Canton Texel doit etre present dans la 2e Compagnie du 23 Regiment chasseurs a cheval.-

Je vous prie par consequent vouloir m' adresser du plutot possible de Certificat d'activité de servic du denommé adesuit, on la Cas qu'il soit decedé enactivité l'acte de decis, cette piece doit servir pour son frere Jan Cornelisz Smit conscrit de la classe de 1813, actuellement appelé reclament le placement a la fin du depot.-

[Maarten Smit (1790-1812) zoon van Cornelis Maartensz Smit en Maartje Cornelis Gomes]

N 228 Mouvement du port 1-9-1813 geene

N 229 Conscriptien 1-9-1813 aan den Heer onderprefekt

Ik heb de Eer UHoogEdgestr hiernevens te zenden de Certificatien en andere Stukken welke voor de conscrits van de Klasse van 1813 worden vereischt.- als voor

1 Daalder Jan Pietersz oudste weduwszoon

3 Griek Klaas Jacobsz in activiteit

4 Berger Gerrit idem

6 Stark Jan Cornelisz eenigen weduwszoon

8 Smit Jan Cornelis broeder in dienst

9 Gillepyn Jacobus eenigste weduwszoon

15 Boersse Jan Cornelis idem

17 Verberne Cornelis in dienst

22 Beekman Jan Hendriksz eenigste weduwszoon

23 Bremer Jacob Klaasz Certificaat van uitlandigheid

29 Griek Ouker Pietersz idem

38 Nouville Felix Jan Baptiste Casimir broeder in dienst

43 Flens Cornelis Danielsz idem

44 Duinker Cornelis Cornelisz apprentif marin

45 Buis Hendrik Pietersz broeder in dienst

54 Hoekstra Benedictus predikant.-

Voor deze Laatste kan ik nog maar alleen het Certificaat van afgelegde Examen byvoegen; Zodra ik den beroepsbrief ontvangen heb zal ik daarvan Copie authentique met eene fransche vertaling overzenden.-

Er zoude nu provisioneel alleen nog maar mankeren een Certificaat van activiteit van Lap Simon N 7 waarvoor een brief aan den Raad van administratie van het 7e Regiment tirailleurs waaronder hy Zich bevindt hiernevens gaat, als mede nog een aan den Raad van het 23 Regiment chasseurs a cheval ter verkryging van een Certificaat van activiteit van Maarten Cornelisz Smit, broeder van de Conscrit Jan Cornelisz Smit N 8 en welke ik verzoek dat UHoogEdgestr ter verdere byvoeging aan den Heer inspecteur der Revuen gelieft te verzenden.-

N 230 Pauvres 31-8-1813 Aan den Heer Onderprefect

Een vrouw genaamd Maartje Stark aan het Dorp Oosterend, huisvrouw van Klaas Sietsz Schuil welke als Conscrit op een Zijner Majesteits schepen te Andwerpen dient, heeft het ongeluk gehad (waarschijnlijk uit armoede) zich aan dieverij schuldig te maken, en is daardoor in hechtenis geraakt, agterlatende twee kinderen van 5 en 6 jaren, die zonder het minste bestuur en van alles ontbloot zijn.-

De oom van deze kinderen heeft dezelven wel provisioneel tot zich genomen om haar van honger en kommer te bewaren, doch is daartoe zo min verpligt als in staat om Zulks langer te kunnen fourneren, en de diaconie der Gereformeerde Gemeente aan Oosterend, waartoe dezelven behooren bemoeit zich met deze kinderen niet;

Eene zoortgelijke volstrekte weigering van alimentatie bestaat er aan het dorp den Hoorn alhier, hoewel van eenen anderen aart.-

In de maand mei dezes Jaars kwam aldaar te overlijden een weduwnaar genaamd Albert Pietersz Kikkert, nalatende 3 kinderen een van 20 jaar, die echter Ziek en gebrekkig is en niet instaat om zich zelve onderhoud te verschaffen, de tweede zijnde een meisje oud 15 Jaren en derde, zijnde een jongen oud zes jaren wierd in het algemeen weeshuis opgenomen, waar den twee eersten uithoofde van hunne Jaren, ingevolge de fundator van het weeshuis geen aanspraak meer konden maken.-

De Boedel bestaande in een oud huis, een boerenwagen, twee oude paarden en een weinigje meubelen, was zodanig met schulden bezwaard, dat er misschien geen stuiver van de gulden zoude hebben kunnen teregt komen, weshalve de Crediteuren resolveerden deze boedel ten voordeele van het weeshuis en diaconen der Gereformeerde Kerk aan den Hoorn tot welke Corporatie deze kinderen behooren aftestaan; dan, genoemde diaconen blijven niettegenstaande dit aanbod en alle gedane instantien, even als die van Oosterend, volstrekt weigeren, zich met het onderhoud der kinderen te bemoeijen en wel op fondament van artikel 4 en ten opzigte van die van Oosterend van art. 8, eener zekere Conventie welke van het Jaar 1803 tusschen de onderscheiden Kerkgenootschappen en algemeene Armendirectie is gesloten waarvan ik de Eer heb Copie hierbij te voegen.-

De zaak is alzoo met opzichte tot den boedel van Albert Kikkert gebleven zo als zij was en de kinderen hebben uit denzelven tot heden geleefd, zo dat deze nalatenschap genoegzaam geabsorteerd is, in het bezwaarlijk zal zijn de doodnaalden daaruit meer te kunnen vinden en de kinderen binnen korte dagen ten prooi van ellende en armoede zullen zijn overgelaten indien er geene middelen van Constrainte worden daargesteld, waardoor genoemde diaconie tot haren pligt kan worden gebragt.-

Het komt mij onder referentie voor, dat gemelde Conventie geen langer stand meer kan houden, eensdeels omdat dezelve niet meer bestaanbaar is met de thans existeerende wetten, en dat de kinderen van geloovige ouders altijd aan de diaconale lasten hebben gecontibuteerd.-

Ten anderen en hetgeen wel het voornaamste, is dat de algemeene armendirectie zich volstrekt buiten staat bevind, onderstand aan zoodanige kinderen te kunnen geven, daar zij geene andere fondzen heeft als de 2000 franc, welke haar nu eerst op het budget van 1812 zijn toegestaan, en niet eens toereikende zijn om hare schulden te betalen, veelminder daaruit te kunnen alimenteren zodanige armen, welke zo min als hare ouders ergens ledematen zijn geweest en dierhalven eene volstrekte aanspraak op onderstand uit deze kasse hebben.-

Meerdere disputen van dien aard bestaan alhier over het onderhoud van de armen, waarvan ik echter kortheidshalve geen melding zal maken, daar ik vertrouw dat de twee aangehaalden genoegzaam zullen zijn te overtuigen dat niet te spoedig hieraan een einde kan worden gemaakt; weshalven ik UHoogEdgestr zeer instantelijk verzoek indien het mogelijk is, mij per omgaande te willen melden welke middelen van Constrainte ik hieromtrent kan en mag bezigen, en of meer gemelde Conventie tusschen de onderscheidene Kerkgenootschappen en alhgemeene armen directie niet behoort te worden beschouwd als vervallen en strijdig met de thans bestaande ordre van zaken.-

[Martje Willemsz Stark (1777-1847) uit Oosterend, getrouwd met Klaas Sietsz Schuil (17xx-18xx), getrouwd in 1803, kinderen Willem (1804-18xx) en Paulus (1807-1827). De laatste overleed in Haarlem, waar hij fuselier bij de 10 e afd Nationale Infanterie was

De oom van deze kinderen zou kunnen zijn Siets Willemsz Stark of Jan Willemsz Stark. Klaas Schuil kwam niet van Texel].

[Albert Pietersz Kikkert (1768-1813) uit den Hoorn, zoon van Pieter Albertsz Kikkert (1736-1814) en Soutje Reijers Bakker (1730-1793). Weduwnaar van Martje Dirks Boon, in ondertrouw gegaan op 6 januari 1791, eerste kind geboren op 13 februari. Totaal 5 kinderen, Pieter, Dirk, Soutje en Meijndert, waarvan 1 Meijndert jong gestorven. Dirk was in 1813 20 jaar, zijn handicap belette hem niet om te trouwen (weliswaar pas in 1840, 3 jaar voor zijn dood, met Pietertje Tuinder, 2 kinderen). Pieter en Soutje trouwden ook, alleen Meijndert bleef ongehuwd.]

N 231 Verification 1-9-1813

N 232 police rapport quinzaine 1-9-1813 niets bijzonders

N 233 Consription 3-9-1813

Te zenden den mankerende beroepsbrief voor den Conscrit Hoekstra Benedictus N 54 waarmede ik vertrouw dat alles zo verre het van my afhangt ten opzigten der Conscrits van 't Canton Texel in ordre zal zyn.-

N 234 Conscription 3-9-1813 Ik heb dadelyk op den Ontvangst van UHoogEdgestr aanschryving van den 21e der gepasseerde maand n 1308 het advertissement van indemniteit van reforme aan den vader van den Conscrit Arie Boon van de Classe van 1812 doen te hand stellen met last zich na den inhoud van het zelve te gedragen; waarvan ik de Eer heb ingevolge UHoogEdgestr verlangen te deze kennis te geven met byvoeging dat ik, niet twyfelende of gemelde Boon zal aan zyne verpligting voldoen.-

N 235 porte 4-9-1813 aan directeuren van de haven aan het Oudeschild op Texel

By myne missive van den 17e de vorigen maand N 217 verzocht ik U, my zo Spoedig doenlyk te willen laten toekomen een ontwerp van bestek tot uitdieping der haven; ik berigt U thans ingevolge eene by my heden morgen ontvangene missive van den Heer onderprefekt dat gy U daarmede niet meer behoeft bezig te houden dewyl den Heer prefekt van dit Departement den Ingenieur en chef van bruggen en wegens gelast heeft om oogenblikkelyk dit bestek of devis initiatif en detail optemaken, ten einde voor het verder verloopen van het Saisoen de besteding te kunnen doen.-

Intusschen blyf ik evenwel nog met ongeduld inwagten alle de Stukken en renseignementen welke de Heer Onderprefekt in zyne missive van den 15 e augustus N 1814 verlangt, en van welke missive ik U Copie heb gezonden.-

Het is voor U van aanbelang dat gy met de inzending dezer papieren, waaraan ik dagelyks word herinnerd, de allergrootste spoed maakt, wyl de definitive beslissing hoedanig in het vervolg met deze haven zal worden gehandeld, daarna wagt, en die ik my flatteer dat niet ongunstig voor het Eiland zyn zal.-

N 236 Porte 6-9-1813 Aan den Heer Onderprefect

Ik heb dadelyk op den ontvangst van UHoogEdgestr missive van den 1 e dezer N 1564 directeuren van de haven alhier gemeld dat Zy zich niet verder met het formeren van een devis estinatif betreffende de uitdieping van de haven behoefden bezig te houden, maar dat zy dadelyk aan my de papieren en renseignementen welke UHoogEdgestr by desselfs eerste missive in dato 15 augustus 1314 heeft gevraagd, zouden doen toekomen, waarop ik heden tot andwoord ontving, dat zy dezelven niet hebben, maar dat Zy die allen by hunne voormalige secretaris en penningmeester den Heer A. Wentel te Alkmaar bevinden.-

Ik neem dierhalven de vryheid UHoogEdgestr in Consideratie te geven of het niet ter bespoediging van dit werk, beter zoude zyn dat UHoogEdgestr deze papieren direct van den Heer Wentel vroeg, die darenboven in Staat is meerdere renseignementen op dit Stuk te kunnen geven dan ik in staat ben van te kunnen doen.-

N 237 Verifications 6-9-1813

Te doen toekomen de Staat van de Situatie der ontvanger van de directe belasringen dezer Gemeente over de gepasseerde maand augustus.-

N 238 Porte 9-9-1813

Daar de verlangde papieren betrekkelyk de Haven van Texel welke ik by myne missive van den 6e dezer gemeld had, dat zich by den Heer Wentel te Alkmaar bevonden, inmiddels door denzelven aan directeuren van de haven zyn toegezonden, vanwelke ik dezelven heden met bygaande missiev ontvang, bestaande in:

1 Copie van het Octrooi 4 April 1778

2 Ampliatie octrooi 18 april 1780

3 Copie octrooi 31 mei 1803

4 Copie Continuatie octrooi 16 april 1794

5 Extract uit het Register van het Staatsbewind van 31 mei 1803

6 Aanschryving van de Heeren gecommitteerde Raden 31 mei 1794

7 Specifique opgave van genegotieerde gelden

8 Tableau van Schulden.-

haast ik my om alle deze Stukken hiernevens te zenden.-

N 239 Chasse 9-9-1813

Op het moment dat ik voornemens was, officieele klagten intebrengen over de weinige activiteit van den veldwagter, brengt hy my eindelyk het bygaande proces-verbaal dat ik aan UHoogEdgestr zend, met verzoek toch te willen zorgen, dat dit niet even als de 2 vorige processen-verbaal, wederom onvervolgd worde ter Zyde gelegd;

De stroperijen door militairen en douanen zijn zo menigvuldig dat er geen voorbeeld van is; men ontziet zich zelfs niet om opentlijk in de vogelkooyen te gaan en daaruit wild en Tam gevogelte weg te schieten, zodat het meer dan tijd wordt dat men een exempel statueert.-

N 240 Statistique 11-9-1813 Aan den Heer Onderprefect

Ik heb de Eer in antwoord op UHoogEdgestr circulaire aanschrijving van den 5 dezer no 1602 te melden dat zich alhier geene volstrekt onzinnigen of onwijzen bevinden, maar wel personen welke laboureren aan een gebrek van genoegzame verstandelijke vermogens en dat dezelve tot heden, zo verre zij buiten staat zijn zich zelven een bestaan te verschaffen, gedeeltelijk door de Corporatien waartoe zij behooren zijn onderhouden geworden, wyl daartoe geene andere fondsen zijn; doch het geen zeer gebrekkig gaat, daar de algemeene Armen Kassen zowel als de Kassen der onderscheidene Corporatien zich in eene deplorablen toestand bevinden.

N 241 20-9-1813

Hiernevens te zenden 3 Rekeningen van de Huur van een huis geemployeerd tot eene Caserne der Keizerlyke Gendarmerie die door de Eigenaar S. Hoekstra geteekend en door my gelegaliseerd zyn, bedragende met elkander de Somma van fr. 800.-

PS ik voege hierby het Certificaat van den Conscrit Verberne.

N 242 fetes publique 25-9-1813 Aan de Heeren Predikanten

De overwinningen zoor Zijne Majesteit dan Keizer op den 25 en 27 Augustus ll bij Dresden op den vijand behaald, hebben gelegenheid opgeleverd om daarvoor onze openlijke Hulde door het houden van een Te Deum aan den dag te leggen;

Ik gelast U dierhalven dat op morgen de vereischte Solemniteiten dit Tedeum worde gehouden of wel zodanige andere plegtige gebeden en dankzeggingen worden opgezonden als by der gelyken gelegenheden gebruikelyk zyn.-

N 243 Caisses 30-9-1813 a Monsieur le Baron de L'Empire maitre du Requeste, directeur de la Caisse Centrale en Hollande

Bordereau

N 244 2-10-1813 Aan den Heer Onderprefect

Hier niets bijzonders, alleenlyk moet ik UHoogEdgestr observeren dat niettegenstaande alle aangewende moeite en vruchtelooze pogingen men het stelen van wolvee niet geheel en al heeft kunnen tegengaan, daar hiervan nog menigvuldige klagten worden ingebragt.-

N 245 Verifications op dato

N 246 Mouvements der ports op dato geene

N 247 Vaccine 2-10-1813 Aan den Heer Onderprefect

Tableaux der vaccinatien 3e trimester

N 248 op dato Affaires Militaires

Staat de vrywillige dienstneming 3e trimester

N 249 Compte 249 7-10-1813

Hiernevens te zenden eene memorie dienende ter opheldering van de aanmerkingen, wel de Heer Staatdsraad directeur generaal der Comptabiliteit van de Gemeentens en godshuizen op de Rekening van de Gemeente van Texel over 1811 heeft gemaakt en welke UHoogEdgestr ter opheldering heeft toegezonden.-

Verzoekende de goedheid te willen hebben, deze memorie met de daarby gevoegde Stukken ten spoedigste aan den Heer Baron d'Alphonse intendant van binnenlandsche Zaken te doen toekomen.-

N 250 Budget 1813

N 251 Compte 1812 7-10-1813

Hiernevens in te zenden de Rekening van 1812 met de daarby behoorende Staten.-

N 252 Octrois op dato aan den zelven

In te zenden de Bordereaux van het octrooi dezer Gemeente voor de maanden July en Augustus.-

N 253 Budget 1814 8-10-1813

By UHoogEdgestr brief van den 3e September ll N 1579 is my toegekomen eene missive van den Heer prefekt in dato 1 September als mede eene van den Heer Staatsraad directeur generaal van de Comptabiliteit der Gemeentens en Godshuysen te Parys in dato 5 augustus aan den Heer Baron d'Alphonse intendant van binnnlandsche Zaken in Holland geschreven observerende:

1 Dat de Kosten voor begraven van aangespoelde Lyken betaald moesten worden uit de fondsen der fabrieken ingevolge art 36 kapittel 2 van het decreet van 30 december 1809. Daar echter Zodanige fabrieken alhier niet bestaan en daar de onvoorziene uitgaven niet genoegzaam zyn om deze Kosten daaruit te vinden, te meer daar op deze post in uitgave moet gebragt worden de huur van het huis van myn Heer de Commissaris speciaal van politie.-

heeft de municipale Raad hierover eene deliberatie gehouden, daarby verzoekende dat gemelde Som van fr. 300.- voor Kosten tot het begraven van drenkeldooden op het Budget van 1814 mogten worden geaccordeerd.-

2 Dat ingevolge de allocatien op het Budget van 1812 voor irreguliere uitgaven gedaan in 1811 nog ter regularisatie over vlyven fr: 39454.35, welke op het Budget van 1814 ter regularisatie moesten worden gebragt.-

Dan daar het Budget van 1814 reeds ter approbatie is opgezonden, heeft de municipale raad hiervoor mede Eene deliberatie gehouden van welkers beide Stukken vergezeld van myne adviesen ik de Eer heb UHoogEdgestr Extracten hiernevens te doen toekomen, verzoekende dezelve zo spoedig doenlyk te willen verzenden.-

N 254 Compte 1809 9-10-1813

Dat den ontvangst van deze Gemeente over den Jare 1809 is geweest fr 30629.98

En de uitgave 30363.71 by Cas gebleven 266.27, welke in de Rekening van 1810 is verantwoord.-

N 255 Dijken en Polders 9-10-1813

In de beantwoording aan UHoogEdgestr aanschryving van den 1e October 1813 N 1771, waarbij ik verzocht wordt te Repartitieeren Eene somma van fr 315,31 op de bebouwde Eigendommen en om van deeze op de onbebouwde Eigendommen en om van deeze Repartitie aan UHoogEdgestr te zneden de Supplementaire Rollen, zoo neem ik de vrijheid UHoogEdgestr daarover de navolgende Bedenkingen te Suppediteren welke mij vooralsnog huiverig maken om met deeze werkzaamheden voorttegaan

Het Eiland van Texel moet volgens UHoogEdgestr Aanschrijving deeze Gelden contribueeren ten behoeven van de x x die belast is met de Administratie der Dijken tusschen de Noord Zee Zuider Zee en het Y, bevattende de Dyks Ring van Wijk aan Zee langs den Noord Zee tot aan de Helder en langs de Boorden van de Zuider Zee het Y tot aan de sluiting van de St Aagtensdijk tegen de hoge Gronden van de Beverwijk en van daar op Wijk aan Zee, en deeze is alzoo geheel afgescheiden van het Eiland Texel.-

Texel is Een Ring en heeft Een Ring Commissie op zich zelve en alzoo heeft hetzelve niet gemeen met de belangens of de bijzondere huishouding van de voorn: Commissie ten ware het gebleken is dat de kosten welke tot herstelling van de Deijk van zulk Een Ring niet uit de bepaalde Contributien kunnen gevonden worden, dat ik vertrouw in deeze geensints het geval te zijn.

Het Eiland van Texel heeft hare Eigene Ring Commissie welke Jaarlijks deszelfs aparte Contributien heeft, en is alzoo voor zich zelfs aanmerkelyk belast en kan ternaauwernood van hare Ingezetenen de Lasten waaronder zij liggen Recouvreren, hoeveel te min alzoo zouden dezelve noch kunnen bijdragen tot het onderhoud van de Dijken in een andere Ring gelegen, Ten ware dat door deeze Contributien aan de voormelde Ring Commissie te contribueren wij bevreid bleven voor de Kosten te zorgen, welke Jaarlijks door de Ingezetenen opgebracht worden.

Daar ik vermeen; dat dit geenzints het Geval zal zijn, zoo kan ik uit dien hoofde tot het aanmerkelijk bezwaar om mijne Ingezetenen te belasten met een opbrengst van 3480 fr 61 Cs aan iets waaraan zij geen de minste belang hebben, vooralsnog zonder alvorens door UHoogEdgestr meerder te zijn ingelicht, niet overgaan; daarenboven wanneer gij mij vergund UHoogEdgestr te rappeleren de uitdrukkelijke Letter van de Wetvan den 31 Januarij 1810 vervattende de verordeningen van de wijze waarop en de fondsen waaruit voortaan de Dijken zullen onderhouden worden, en waarin meer bepaaldelijk, in artikel 14 en 15 de wijze van heffing werd voorgeschreven, zoo zal het dadelijk UHoogEdgestr voorkomen dat Texel in geenen deele kan vallen in de Contributien voorgeschreven in UHoogEdgestr Aanschrijving van den 1e October 1813 n 1771.

En waarschijnlijk Mijnheer de Onder Prefekt vergun mij noch deeze Reflectie. Het Eiland van Texel hetwelk zoo gedrukt word door de zware verponding zoo op het gebouwde als op de ongebouwde Eigendommen en van welke zoo min als van de Restitutie van de Verponding welke hetzelve tegen de Letter van de uitdrukkelijke Wil van onze hooge Souverein, van de geamoveerde huizen niettegenstaande dezelvs herhaalde vertogen aan UHoogEdgestr zoals 2 Jaren gedaan, heeft moeten betalen, heeft zulke enorme kosten welke Jaarlijks de Somma van fr 52.500,00 te boven gaan, tot het onderhoud van hare eigen Dijken te Contribueren, dat zoo wanneer eene bijzondere voordeelige oogst en de hoogte der prijzen van de wol en het vee de Ingezetenen in deeze Jaren niet was te gemoed gekomen, dezelve geheel nvermogend waren geweest om deeze Lasten te kunnen torschen, zoo dat in Steede dat hetzelve noch met de Contributien worde aangeslagen het de hulpe en bijstand van anderen benodigd is om in deszelfs eerste behoeften te voorzien.

Ziedaar Mijnheer de Onder Prefekt de Redenen van bezwaar welke ik als Maire mij verplicht reken aan UHoogEdgestr verlicht oordeel te moeten voordragen, waarop ik Een gunstig antwoord inwagtende, verzoekende mij in deeze als diligent te willen Consolideren.-

N 256 Ports 12-10-1813

Rekening der haven over 1813 opgemaakt en gesloten even als of het Jaar 1813 reeds ten einde was geloopen.-

Voorts verzoeken zy om aan UHoogEdgestr voortedragen dat de penningmeester Abraham Wentel, thans wonende te Alkmaar moge worden geautoriseerd om de onder hem by Cas zynde gelden, ten beloope van 2453.11.6 of 5151 franken 44 Centimes geheel, of wel na aftrek en met inhouding van fr 675, ter betaling van interessen voor 1 January 1812 vervallen, af en overtegeven aan Zodanige directie of Kas als hem zal worden aangewezen gelyk ook om de boeken en papieren tot de administratie der haven behoord hebbende te extraderen, en vervolgens, directeuren van de haven met gemelde Secretaris en penningmeester van hunne administratie te ontslaan.-

Nemende echter de Vryheid den persoon van Meiert Vlas aan UHoogEdgestr aantebeveelen in desselfs post als havenmeester te mogen worden gecontinueerd, welke post als havenmeester tot het onderhouden van goede ordre my zeer noodzakelyk toeschynt en waartoe gemelde Vlas zeer geschikt is.-

PS na het Sluiten van deze geven my directeuren van de Haven te kennen dat zy na het afzenden van het tableau van alle de Schulden der Haven en van de Copie rekening over het Jaar 1813 ondekt hadden, dat onder de verschuldigde interessen zyn over het hoofde gezien de Coupons N 8 verschenen 1 January 1796 en N 37 verschenen 1 January 1811 ieder a 30 Gulden waardoor de Schuld der interessen by het tableau op f 5625 bepland f 5685 beloopen, beide voorden 1 Jan 1812 vervallen an alzoo nahun idé tot die behoorende welke uit de by Cas zynde gelden betaald dienen te worden.-

[Abraham Adriaansz Wentel (1749-1829) notaris, in 1812 naar Alkmaar vertrokken]

N 257 Chevaux 12-10-1813

Hiernevens te zenden, ingevolge Circulaire van den 21 September ll 80 Guldens voor de onkosten der afgekeurde artillerie-paarden als mede de Somma van 8 guldens voor Transport kosten der Geweren na Amsterdam.- Met verzoek aan brenger, daarvoor een reçu te willen afgeven.-

N 258 Octrois 13-10-1813 aan den Heer JJ Reinbach ontvanger van het Octrooi van Texel

Dat byaldien de Garde magasin des vovres militaires voor de verschuldigde gelden van het octrooi provisionele Schuld bekentenissen mogt hebben afgegeven, dezelve dadelyk moeten worden ingetrokken en de gelden geincasseerd, als mede dat aan gemelden magazyn geen verder Credit voor het Octrooi mag worden verleend.-

Ik inviteer U, zich hierna Stiptelyk te gedragen, en et zorgen dat deze Som onverwyld in de Cas der Gemeente worde gestort, waartoe ik bereid ben U de behulpzame hand te bieden.-

N 259 Octrois op dato aan Hr de La Noise Receveur des Doits reunis preposé en Chef du service de l'octri

In't fransch van denzelfden inhoud als N 258.-

N 260 Adjudicatiens 14-10-1813 Aan den Heer Onderprefect

De attendtie van de Maires ingeroepen op de Verpagting van de inzameling van Haard-Asch, Slijk en Vuilnis, en daarby verzocht dat door die Maires kennis mogt worden gegeven alwaar Zulks geen plaats konde hebben.-

Dit wordt op Texel niet verpacht.

My nu in dit Laatste geval bevindende, heb ik niet willen nalaten UHoogEdgestr: zulks by dezen te melden.-

De Inwoonders alhier, maar alte zeer het nuttige en voordeelige gebruik van deze mestspecien kennende, waaraan hier een algemeen gebrek is, verzamelen dezelven zorgvuldig in Hokken of Kuilen op hunne eigene erven en gronden tot hun particulier gebruik, of om dezelve wederom aan andere te verkoopen; Men vindt dus nergens dan alleen aan het dorp den Hoorn alhier slegts 2 à 3 dorps-asch of vuilnis-Hokken; waarin echter maar weinig gebragt wordt en welke men jaarlijks, nadat den omroeper bij het dorp omgeweest is, uitderhand wordt opgeveild, en als dan niet meer als 5, 6 à uiterlijk 7 francs kunnen gelden, naarmate zij daarin bevinden zo dat het niet de moeite waardig is hiervan eene publique aanbesteding te doen.-

N 261 Lits Militaires 14-10-1813 Monsieur Chevalier Commissaire de guerre au Helder

En francais

N 262 Octrois 14-10-1813 Monsieur de Lanavisse Receveur ambulant des Droits reunes

N 263 Budget 16-10-1813

De wet van den 24e february 1805 B 74 bepalende dat de gewone Zitting van de municipale Raad in elk Jaar zal plaats hebben van den 1 e tot den 15e mei om te horen de Rekeningen van ontvangst en uitgaven die door de Maire zyn gedaan, welke Rekening egter gedurende die Tyds bepaling geen plaats heeft kunnen hebben, uit hoofde dat het Budget over 1812 nog niet terug was.- vemeende ik geregtigd te zyn dezelve te mogen oproepen Zodra het budget was ingekomen, en de Rekening opgemaakt, te meer daar men my geen tyd gunde om vooraf daartoe autorisatie te kunnen vragen.-

In deze gewone en door de wet geautoriseerde Zitting heb ik dan ook de municipalen Raad doen delibereren over de Som van 39454 francs 35 Centimes welke ingevolge ontvangene missive van den Heer Staatsraad, directeur generaal der Comptabiliteit ter regularisatie op het Budget van 1814 moest worden gebragt, het geen reeds aan UHoogEdgestr: was verzonden, en daar de heer Bolte die destyds op Texel was, en welke ik de Commissie had opgedragen, tot dat einde het budget van UHoogEdgestr: terug te vragen, my melde, dat zulks niet konde geschieden uit hoofde dat het Budget reeds aan den Heer prefekt te Amsterdam was verzonden, maar dat ik hiervan volgens informatie van den Heer Blom, een deliberatie van den municipalen raad moest opmaken, en met de Rekening overzenden;

Heb ik nu Zulks gedaan ingevolge UHoogEdgestr: missive zonder datum N 1891 verkeerd gehandeld? Dan versta ik zomin de hiervoren aangehaalde wet als den brief van den Heer Bolte, en in dit geval schiet er voor my niets anders over, dan UHoogEdgestr: te verzoeken my te willen autoriseren tot het oproepen van den municipalen raad om te hooren de Reekening over de ontvangene missive van den Heer Garanitte, betrekkelyk de te rgulariseren Som van 39454 fr 33 cent op het Budget van 1814 als ook over de begraving der Lyken; en welke autorisatie ik my dan verzoek zo dra mogelyk te willen laten toekomen.-

N 264 Police rapport quinzaine 16-10-1813

De inhoud dezes is te vinden in N 569 en 270 daar deze door den Hr. O prefekt was gerenvoyeerd als behelzende twee byzondere onderwerpen.-

N 265 Mouvement des ports 16-10-1813

Geene schepen zyn binnen gekomen noch uitgevaren.

Wikipedia: Frankrijk gaf zich echter nog niet gewonnen en versterkte zijn leger. In mei 1813 versloegen de Fransen hun Pruisische en Russische tegenstanders te Lützen en bij de Slag bij Bautzen . Maar in augustus 1813 rukten drie tegen Napoleon verbonden legers op naar Saksen: de Oostenrijkers, een Russisch-Pruisisch leger en een legermacht van Zweden en Russen. Tussen 16 en 19 oktober vond bijLeipzig de grote Volkerenslag plaats, waarin Napoleon verpletterend werd verslagen. De keizer trok zich vervolgens terug achter de Rijn. Ondanks zijn desastreuze nederlaag hoopte hij Frankrijk nog voor een invasie te kunnen behoeden.

Met zijn resterende troepen (ondanks een tekort aan manschappen) kon hij toch nog de geallieerden een tijdje op afstand houden. Maar toen Napoleon naar Lotharingen trok om de geallieerde bevoorradingslijnen af te snijden, openden de Verbondenen onverwacht hun offensief richting de Franse hoofdstad. Deze bleek niet voldoende voorbereid op een dergelijke aanval. Op31 maart 1814 werd Parijs veroverd. Napoleon werd op 6 april 1814 gedwongen afstand te doen van de troon, en werd verbannen naar Elba, een eiland in de Middellandse Zee vlakbij de kust van Italië. Lodewijk XVIII nam de macht in Frankrijk over.

N 266 Verification 19-10-1813

Circulaire op my niet van toepassing

N 267 Culte 19-10-1813

Aan den Heer W. Werninke beroepen predikant van de gereformeerde gemeente aan den Burg

Myn Heer!

Het strekt my tot genoegen, dat ik U ingevolge eene by my ontvangene missive van den Heer onder Prefekt van dit arrondissement kan informeren, dat gy by Zyne Majesteits decreet van den 18e Sept. ll tot Leeraar in de Gemeente van den Burg op Texel zyt aangesteld.-

Gy zult U dadelyk tot de aflegging der by de wet bepaalde Eed, in handen van myn Heer de prefekt, naar Amsterdam moeten begeven voor afloop van van dien my hiervan informeren; ten einde het hoofd der geestelykheid in dit arrondissement van deze aanstelling kan worden kennis gegeven.-

N 268 police 20-10-1813

Gisteren kwam alhier eenen J. Groenewoud geboren te Rotterdam, doch thans volgens zyn passepoort, dat op den 8 dezer te Alkmaar door den Heer adjunct maire Zonneville Sur sa Connaissance is afgegeven, woonagtig te Amsterdam. Te koop presenterende eenige prenten of platen, als onder anderen de Graftombe van Prins Willen de Ve en het sterfbed.-

De Commissaris speciaal van politie hiervan onderrigt, liet hem by Zich komen, vroeg hem of hy ook meer diergelyke platen had, het geen hy neegeerde, nam hem vervolgens deze 2 soorten van platen en Zyn paspoort af, en was voornemens hem met een brief aan den Heer Directeur generaal der politie te Amsterdam te renvoyeren;

Dan, inmiddels geinformeerd wordende dat hy ook andere diergelyke platen had verkogt en dat hy daarby aan iemand die hem gevraagd had of hy ook de Keizerlyke famille had, zoude geantwoord hebben dat die op Texel in het geheel niet te pas kwam, Liet gemelde Commissaris ook deze platen ophalen, die men bevond te zyn het vertrek van den Prins, van Scheveningen met een vissers pink en het vertrek van den prins van het binnenhof in den Haag, waarop de heer Commissaris speciaal gemelde J. Groenewoud door een Corporaal en 2 man heeft laten arresteren en in de wagt brengen, alwaar hy zal verblyven tot morgen ogtend, en als dan met een militaire eskorte naar de Helder worden vervoerd, en van daar met gendarmes van brigade tot brigade, naar Amsterdam.-

Jacob Groenewoud, drukker en uitgever, kunsthandelaar

N 269 police rapport quinzaine 16-10-1813

Dat niets nieuws is voorgevallen dan dar heden morgen van hier is vertrokken een gedeelte van de Eerste Battaillon Chasseurs francais rentrés hetwelke zedert eenige tyd alhier in garnizoen heeft gelegen, Sterk ruim 300 man en dat in derzelver plaats zyn gekomen 2 Compagnies circa 150 man sterk, van het Battaillon Etrangers.-

N 270 Affaires Militaires 16-10-1813

Ik vind my gedrongen UHoogEdgestr: instandig te evrzoeken, de noodige voorzieningen te willen doen, dat my by ieder verandering van garnizoen alhier ten minste 1 a 2 dagen van te voren worde kennis gegeven, en niet eerst als de troupes reeds in de haven zyn, gelyk telkens en onder anderen gisteren nog plaats heeft gehad;

De onaangenaamheden, moeiten, kosten, en verwarring, welke door Zodanige spoedige verwisseling van troupes op een plaats als deze ontstaan, zyn onbegrypelyk; daar dezelven op 6 onderscheidene plaatsen zyn gecaserneerd waarvan Zommigen meer dan 4 uren van elkanderen leggen.-

Het is onmogelyk dat de Casernemeester op eenen dag alle deze Casernes en fournituren kan overnemen, waardoor de Troupes vertrekken zonder dat men dikwyls gelegenheid heeft de processen-verbaal van degradatie aan Casernes en fournitures toegebragt behoorlyk te kunnen opmaken, het geene eene importante nadeel voor de Gemeente is, zonder van andere inconvenientie als van inkwartiering etc: te gewagen.-

N 271 Caisse municipale 20-10-1813 Openstaande posten f 3437.-.-

Uit bygaande missive van den municipalen ontvanger dezer gemeente zal UHoogEdgestr: zien hoedanig de kas met betrekking tot den dienst van 1812 gesteld is;

Er zyn nog onderscheidene posten voor dien dienst te betalen als

Tractement van den Cipier 150.-.-

Huur en onderhoud der militaire gebouwen circa 1200.-.-

Huur van 't Exercitie veld 105.-.-

Onderhoud der veil- en marktplaatsen 187.-.-

Idem der Toorens 198.-.-

Idem der wandelwegen 97.-.-

Bureau van weldadigheid 1500.-.-

3437.-.-

behalve het geen er te kort zoude komen voor de 5 percent van de reserve Compagnie en 1/100 voor het hotel der invalides, wanneer de betaling gedaan moet worden na het budget van 1812 ofschoon den ontvangst 1/3 minder heeft bedragen als men gepresumeerd had;

Ik verzoek UHoogEdgestr: dierhalven niet alleen overeenkomstig uwe Circulaire van den 7 maart 1812 N 753 de restitutie der overgestorte Zom van 2100 francs in de Centrale Kas te willen toestaan, en daartoe de noodige ordres te geven; maarmy ook een fonds aantewyzen waaruit het te kort komende op deze dienst, wier betaling geen langer uitstel kan Lyden, te vinden is; of den municipalen ontvanger te willen permitteren dat hy uit den ontvang voor den dienst van 1813 het te kort komende voor 1812 provisioneel en by wyze van voorschot mag suppleren, in die hoop en verwagting dat het reeds op den 1 Juny dezes Jaars voorgesteld Tarif voor het octrooi, eindelyk in werking moge komen, zonder welke men de grootste stagnatie en verwarring in de administratie te wagten heeft.-

N 272 Compte 1812 23-10-1813

Hiernevens te Zenden de Rekening van 1812, met alle de daarby behorende Stukken, als mede eene deliberatie van de municipalen raad betreffende de Irreguliere uitgave over den dienst van 1811 en 1812, alles ingerigt naar de terug ontvangene en verbeterde Stukken van den Heen Blom van Assendelft, zo dat ik hoop dat dit werk eindelyk zyn volledig beslag zal hebben.-

N 273 Octrois 25-10-1813

Monsieur Delanoise Receveur der Droits reunis

En francais

N 274 Culte 25-10-1813 Aan den Heer G. van der Goot actuarius der Classis van Alkmaar, en predikant te Noordscharwoude-

Ik heb de Eer UEd by deze te informeren dat den Heer L.W. Werninke by Z. Majesteits decreet van den 18 September Laatstleden tot Gereformeerd Leeraar aan den Burg is aangesteld en dat dezelve op den 21 dezer loopende maand den Eed by de wet bepaald in handen van myn Heer de prefekt van dit departement heeft afgelegd.-

N 275 Chasse 26-10-1813 Aan den Heer Onderprefect

Daar UHoogEdgestrbij desselfs missive van den 30 Sept. n 1780 in een idee schynt te verseren, dat de processen verbaal, en andere Kennisgevingen van eenige Contraventien op het stuk der Jagt begaan, door my dan eens aan den Keizerlyken procureur, dan eens aan de garde Chasse wierden gezonden; vind ik my verpligt UHoogEdgestr te melden dat door my nimmer met deze Heeren eenige correspondentie is gehouden, veel minder Stukken toegezonden zyn; maar dat Zulks geschied is door den veldwagter, doch om dezelven van het brievenpost te bevryden, wel eens door my van een Kruisband zyn voorzien.-

Om nu deze Twyfelingen weg te nemen, en ten einde UHoogEdgestr ook dadelyk kennis zoude hebben van de Contravenienten op het stuk der Jagt begaan; zoende ik de originele processen-verbaal, die de veldwagter anders aan den Heer de Vedaler zoude gezonden hebbn hiernevens, met verzoek dezelve in handen van den Heer Keizerlyken procureur te Stellen en toch te willen zorgen dat de Zaak behoorlyk vervolgd wordt, en niet de Stukken wederom aan eene Zyde gelegd, gelyk met de Luitenant Ferrand, de Luitenant de Luttre en tot 3 maal toe

met de Luitenat d'Ordre der Douane is geschied en welke nog even goed dagelijks gaat jagen.-

Mijn Eer en gezag lijdt daardoor, want men begint er mede te spotten, en ik word moede van er mij langer mede te bemoeien.-

Mogelijk zal er bij het inzien der processen-verbaal gereflecteerd worden waarom er geene moeite gedaan is de namen van de twee onbekende personen te ontdekken, waarop ik UHoogEdgestr kan elucideren dat alle mogelijke nasporingen ten dien einde door mij zowel mondeling alls schriftelijk gedaan, vruchteloos zijn geweest; zo als UHoogEdgestr zult zien uit de bijgaande Copie correspondentie welke ik met den Heer de Lanoise Saalbach en Braun heb gehouden, waarvan de laatste, welke op geene mijner brieven heeft geantwoord, als geheel weigerende moet worden aangemerkt, daar hij als plaatsmajoor zeker zal kennen, ten minste behoorde te kennen twee officieren uit de nabuurschap van de Helder, waarmede hij twee avonden in gezelschap is geweest;

Ik verzoek, den Heer Keizerlijken procureur hierop bijzonder opmerkzaam te willen maken; want daar de wet wil, dat ik in mijne qualiteit na alle Contraventien zal onderzoek doen; moeten er ook middelen van Constrainte aangewend kunnen worden om onwilligen tot hun pligt te brengen en daardoor alle recherche niet illusoir te maken.-

Op de Originele Nacht Lyst van den Castelyn Boon uit de Lindeboom, waarby deze Lieden gelogeerd hebben, hebben Zy zich onder verkeerde namen, zonder qualiteit, en op geheele andere plaatsen woonagtig, als te Alkmaar, Lyden en Zaandam, ingeschreven, ook zoner byvoeging van de plaats waar Zy naar toe gegaan zyn of tyd van hun aankomst; welk stuk ik op de Eerste requisitie zal overzenden.-

Moetende het Zelve nu nog eenige dagen houden, omdat ik de Castlyn Boon, over Zyne onnauwkeurigheid in dezen, voor het politie geregt heb laten dagvaarden, om conform art. 475, 2e afdeeling te worden beboet.-

N 276 Quarantaine 26-10-1813 aan Zyne Excellentie de Ryksgraaf groot adelaar van het legioen van Eer, Groot Kruis van de Keizerlyke ordre der Reunie, Admiraal en chef van Zyne Majesteit Esquader der ter Rhede van Texel

De Heer onderprefekt van dit Arrondissement my by eene missive in dato 21 dezer dat Zyne Excellentie de minister van Manifacturen en Koophandel noodig geoordeeld had eenige veranderingen te moeten maken in de gegevene ordres aangaande het Quarantaine houden der visschers die met Engelsche Kruissers gemeenschap gehad hadden, en dat van het houden der quarantaine waren uitgesloten, voor zo verre zy alleen in Zee door vyandelyke Schepen gepraaid zyn, daaraan visch verkogt, en in het betalen klinkende munt ontvangen hebben; dat dit zelfde ook plaats zoude grypen in gelyk zoortige omstandigheden waarvan men met billykheid geene gevaarlyke gevolgen te wagten had.-

In het tegenover gestelde geval moeten de visschers eenige dagen na de quarantaine plaats te Wieringen gezonden worden.

Ik twyfel geensints, of Uwe Excellentie zal hiervan mede geinformeerd zyn geworden, weshalven ik de vryheid neem UExcellentie voor de arme visschers te verzoeken, van deze meerder vryheid, zo veel gebruik te willen maken, als de omstandigheid van Zaken, en de voorzigtigheid permitteert, ten einde deze arme lieden, wier bestaan zedert eenige tyd zo gering geweest is, nog eenige verdiensten kunnen hebben.-

N 277 Garde Champetre 26-10-1813

Ingevolge de autorisatie, verleend by UHoogEdgestr missive van den 17 dezer N 1942 tot oproeping van den municipalen Raad, ten einde te delibereren over de toevoeging van eenen tweeden veldwagter; heb ik de Eer derzelver deliberatie met myn advis waarin ik van het gevoelen van den municipalen Raad verschil, hiernevens te zenden, in dubbele Expeditie.-

Ik voege daar nog by een request van Sollicitatie naar den post van Veldwagter, hetwelk my is toegezonden.-

Ik ken de persoon niet voor wien men vraagt, maar wel den presenteerder van het request, voorts ben ik van gedagten, dat een oud militair wanneer hy vigilant en geschikt voor den post is, meerder ontzag zoude hebben als een particulier Burger.-

N 278 Culte 26-10-1813 Aan den Heer Onderprefect

Ik heb de Eer gehad by UHoogEdgestr circulaire missive van den 19 e dezer N 1956 te ontvangen 6 mandaten ter betaling der Tractementen voor de predikanten van deze Gemeente, maar daarbij niet gevonden de mandatie voor pensioen voor de weduwe Bolte en weduwe Glasvoort, maar wel voor de weduwe Kruysinga.

Deze arme weduwen hebben aan mij geklaagd, dat zij zeer ter agteren waren met het ontvangen van het pensioen, vooral de weduwe Glasvoort die nu in meer dan anderhalf Jaar niets heeft ontvangen.

Mag ik UHoogEdgestr verzoeken mij toch eens te willen melden of dit ook zomtijds aan het inzenden van het een of ander stuk manqueert, en zo niet, dat UEdHoogEdgestr dan de goedheid gelieve te hebben deze weduwen in het verkrijgen van hare pensioen de behulpzame hand te bieden.-

De weduwe Kruysinga's mandaat is nu ook van 50 fr op 35 fr 70 Centimes gereduceerd, wat hiervan de reden is, weet zij niet en verzoekt dierhalven ook zeer instandig om HoogEdgestr medewerking. Zij is door het verlies van hare eenige dogter en schoonzoon zeer ongelukkig en verdient alle medelijdende ondersteuning.-

[Bolte]

[Glasvoort (17xx-1808) x Sanderijntje Bakker (1762-1848)]

[Rindert Meinus Kruizinga, hervormd predikant, getrouwd met Eelje Grevylink, dochter Adriaantje, geboren 1796 te Noordhorn, die in 1822 trouwde met Pieter Bindervoet (1797-1866) uit Midlaren].

N 279 Armes 27-10-1813

Onderscheidene wetten verbieden het dragen van geweeren zonder daartoe een Speciaal verlof bekomen te hebben; intusschen verneem ik dat by Zommige ingezeten in myne Gemeente zich Jagtgeweeren bevinden, waarvan men gebruik maakt om te Stroopen;

Ik ben dierhalven van oordeel dat het noodig is, deze te doen ophalen;

Dan, daar Zodanige ophaling Zomtyds uit een geheel ander oogpunt Zoude kunnen worden beschouwd, of eenige tegenkanting mogte ontmoeten, heb ik tot deze mesure niet willen overgaan, voor en aleer ik de goed- of afkeuring hierop van UHoogEdgestr zal hebben ontvangen, welke ik my dan zo dra mogelyk verzoek te willen Laten toekomen.-

N 289 27-10-1813 aan Mynheer den president en Leden van de Regtbank ter eerster Instantie, zitting houdende te Alkmaar

Overeenkomstig art. 6 van de wet van den 6e brumaire 5 e Jaar, heb ik de Eer aan UEd hiernevens te zenden de Lyst der personen binnen deze gemeente thuys behorende, die zich thans als verdedigers van het vaderland afwezig bevinden, om dezelve op de Griffie van uwe Regtbank te deponeren.-

N 281 Compte 28-10-1813

Ik heb de Eer hiernevens et zenden eene copie van het Budget van 1812, ik konde niet denken dat het Zelve by de Rekening vereischt wierd, anders had ik deze Copie er dadelyk bygevoegd.-

N 282 Affaires militaires a monsieur Chevalier Commissaris des Guerres du Helder

N 283 Compte 1811 29-10-1813 aan den Heer onderprefekt

Hiernevens in het fransch vertaald te doen retourneren de stukken welke my by uwe missive van den 24 dezer N 2013 zyn overgezonden.-

N 284 Verifications 31-10-1813

Staat der Situatie van de ontvangst der directe belastingen.-

N 285 Mouvements du ports 1-11-1813 geene

N 286 Police rapport quinzaine op dato aan dezelven

Buiten en behalven het geene Waarover ik de Eer gehad heb UHoogEdgestr in myne afzonderlyken missives van den 20 LL police en 26 d: Chasse kennis te geven, is er gedurende deze laatste 14 dagen niets van eenig aanbelang voorgevallen; dan alleen dat heden morgen wederom van hier vertrokken is de Eerste Compagnie van het Eerste battaillon Etrangers, op den 15e der gepasseerde maand alhier gekomen, blyvende nu (except de Kustkanonniers en pionniers) alleen mog maar alhier in garnisoen de 2e Compagnie van dat zelfde Battaillon.-

N 287 Hospice 1-11-1813 Aan den Heer Onderprefect

Bij de Algemene Armendirectie alhier bevinden zich Bernardus Valk, Jan Valk en Klaas Jeskes, welke den ouderdom van 13 tot 15 Jaren bereikt hebben en zeer tot Lasten en bezwaar van den Administratie zijn.

Zo ver my bekend zyn zy van goede en gezonde ligchaams constitutie, wel in staat onder de pupillen der Keizerlijken Garde of bij de Marine geplaatst te worden; en daar voogden van opgemelde algemeene armenfonds, wiens inkomsten niet toereikende Zyn om ledigloopers te Voeden, maar gaarne van dezelven Zoude willen ontslagen zyn, verzoek ik UHoogEdgestr namens dezelven my te willen melden of zy deze 3 Jongelingen waarby misschien nog wel een vierde komt, voor pupillen der Keizelyke garde mogen op Zenden, dan of Zy hiermede eenen anderen weg mogen inslaan, en welke.-

[namen niet in Databank]

N 288 Circulaire Etat civil 2-11-1813 2-11-1813 Heeren Predikanten enz

De wet by art. 199 en 200 van het Code penal ten Strengsten verbiedende, dat geenen Geestelyke of Kerkleeraar van eenig Godsdienstig genoodschap tot het Celebreren van

een Huwelijk mag overgaan, voor en aleer hem legaal gebleken is, dat zoodanig huwelijk eerst voor de Ambtenaar van de Burgerlijke Stand is voltrokken geworden; hieruit nu van Zelven volgende, dat geen Huwelyks proclamatien in eenigen Kerk kunnen plaats hebben, voor dat mede op eene legale wijs is aangetoond, dat die personen welke voornemens Zyn en huwelyk aantegaan, reeds by den amptenaar van den Burgerlyken Stand, in ondertrouw zyn opgenomen.- inviteer ik U ter voorkoming van onaangenaamheden U daarna te willen gedragen.-

N 289 Caisse municipale 4-11-1813

Hiernevens:

1 Een Staat der Kas van den ontvanger der Gemeente.-

2 Een Copie Rekening Courant van gemelde ontvanger met de Centrale Cas.-

N 290 Police rapport Extraordinaire 4-11-1813

Gisteren op den middag viel alhier een duel voor tusschen 2 militairen, waarvan den eenen op eene verradelyke wyze na het eindigen van het duel, den anderen 2 gevaarlyke wonden heeft toegebragt, die volgens het gevoelen van den officier van gezondheid zeer gevaarlyk zyn.-

Ik heb dadelyk op de bekomene kennis van dit geval, van het gebeurde een proces verbaal geformeerd, waarvan ik het het originele heden aan de Keizerlyken procureur zend.-

En een afschrift voor UHoogEdgestr hierby voeg, op dat UEd van deze Extraordinaire gebeurtenis eene volledige kennis zoude hebben; terwyl ik ook aan den Commandant d'armes eene vertaling in de fransche Taal zal doen toekomen.-

PS Zo op het oogenblik berigt men my dat de Corporaal Weesman overleden is.

N 291 Police 4-11-1813

Aan den Heer Keizerlyken procureur by het tribunaal ter eerster instantie te Alkmaar.-

Ik heb de Eer aan UHoogEdgestr hiernevens te zenden een proces verbaal vaan een Tweegevecht dat gisteren middag om 1 uur alhier tusschen 2 Corporaals van het Eerste Battaillon Etrangers is voorgevallen, en waarvan my op dit oogenblik gerapporteerd wordt, dat de gewonde reeds is overleden; de andere bevind zich in militair arrest;

Ik zal indien het mogelyk is morgen ochtend een Schouw rapport opmaken en de Eer hebben UWElEdgestr het zelve toetezenden.-

N 292 Affaires militaires 6-11-1813 aan den Heer onderprefect

Hiernevens te remitteren, de instructie op de passage kwartier voor de Troupen, waarvan ik Copie heb genomen.-

N 293 Police 6-11-1813

Aan de voet van myne missive van den 4e dezer melde ik UHoogEdgestr voorloopig dat een der geduelleerd hebbende personen reeds overleden was; ik heb my verpligt gevonden naar de oorzaak van deze dood nader onderzoek te doen, en het Lyk te laten openen, wanneer de geneesheeren verklaard hebben dat een der wonden, aan den overledenen toegebragt, doodelyk is geweest, het proces-verbaal of Schouwrapport dat ik daarvan geformeerd heb, zend ik heden aan den Kezerlyken Procureur, en heb voorts het Lyk onder de gewone precautien laten begraven.-

N 294 Police 6-11-1813 aan den Heer Keizerlyke procureur by de Regtbank van eerster instantie te Alkmaar.-

By myne missive van den 4e dezer had ik de Eer UHoogEdgestr toetezenden een proces-verbaal van een twee gevecht, voorgevallen tusschen twee Corporaals van het Eerste Battaillon Etrangers met vermelding dat een van dezelven reeds was overleden; thans heb ik de Eer hiernevens te zenden een tweede proces-verbaal of schouw-rapport over dit Lyk gehouden en waaruit blykt dat de geneesheeren welke het Zelve geopend hebben van gevoelen zyn, dat de wond die aan den gekwetsten toegebragt, doodelyk is geweest.-

N 295 Rapport 10-11-1813

Zo even berigt men my dat de grootste helft der alhier gestationneerde douanen circa 30 man, ordre hebben ontvangen, om Zich met allen spoed van hier naar Amsterdam te begeven, en ook reeds werkelyk derwaards zyn vertrokken; hetzelve zegt men dat ook op den Helder, Harlingen en Elders heeft plaats gehad, hare verdere distinctie is alhier nog onbekend; ik heb niet willen nalaten UHoogEdgestr hiervan kennis te geven.

N 296 Domaines 12-11-1813

Met UHoogEdgestr missive van 20 october ll N 1968 ontving ik eene Staat van het [geene] deze Gemeente aan de Keizerlyke Schatkist zoude Schuldig zyn, en het verzoek, een uitvoerig verslag te willen doen, van den aard en oorsprong dezer betaling, en ingevalle dezelve niet reeds op het budget waren gebragt, daarvoor afzonderlyke allocatie te vragen.-

Ik heb de Eer hierop in antwoord te melden dat alle nasporingen welken ik dienaangaande heb kunnen doen, niet aan het oogmerk hebben beantwoord, en dat ik derhalven voor als nog hiervan niets anders kan zeggen, dan, dat het vreemd en oneigen schynt, dat men de belasting onder den naam van Lammertienden gelyk ook de recognitie van de windmolens, waarvan den oorsprong onbekend is, van de Eilands of municipalen Cas vordert, en niet van de particulieren die er belang by hebben; ten zy, dat de zelven waren afgekogt, waarvan echter geene sporen te vinden zyn.-

Even zomin weet men den aart en oorsprong der belasting te vinden, onder den naam van Valk-geld ter Somma van 50 francs en 40 Centimes, het geen waarschynelyk nog een oud graaflykheids regt is, waarvan men Zoude kunnen susteneren, dat met alle de heerlyke Rechten en Tienden waren afgeschaft, en dat Zyne Majesteit om die reden deze posten niet op het Budget van 1811 had toegestaan, ofschoon met eenige omschryving ter allocatie voorgesteld, aangaande de rente perpetuelle of Erfpagt van 3 fr. 15 cent, di is voor een Sloot, die aan het algemeen weeshuis behoort, en langs welke het water dat dit huis uit hare particuliere putten voor 'S ryks vloot, en voor de Commercieschepen afgeleverd, vervoerd wordt.-

Het is dierhalven ook niet meer dan billyk en natuurlyk dat deze Erfpagt indien dezelve langer moet plaats hebben, niet meer van de Gemeente maar van gemelde Godshuis moet worden gevraagd, die er het voordeel van trekt;

En wat eindelyk de Erfpagt van 6 fr 30 Centimes betreft, hieromtrent heeft men my geinformeerd dat dezelve haren oorsprong heeft van een Erf of stuk grond gelegen by het Dorp de Koog, waarop bevorens eene molen gestaan heeft, die echter na meer dan eene halve Eeuw is weg geweest, en dat vervolgens dit Erf is getrokken geworden, aan de Zoogenaamde geestelyke of Kerkenlanden gelegen aan de Koog voornoemd, welke Landen met den Jare 1811 zyn overgegaan onder de beheering van den ontvanger der Enregistratie en domeinen alhier.- weshalven deze rente of Erfpagt ook niet meer van de Gemeente van Texel kan gevorderd worden, daar de grond waarvoor dezelve bevorens betaald wierd, thans een eigendom van de domeinen zelve is.-

Ik ben dierhalven, als verpligt zynde voor de Gemeente Cas te zorgen, ook nog buiten vermogen, voor de Sommen op den bygevoegde Staat gebragt allocatrele veragen.-

N 297 Police Rurale 12-11-1813

Uit het bygaande Copie-proces-Verbaal van den Veldwagter, waarvan het originele in den Kruisband aan den Heer Jaussaud de Vedeler hiernevens gaat, zal UHoogEdgestr zien, dat er wederom eene Calangie omtrent de Jagt heeft plaats gehad, die men echter Zoekt te plooyen, want het Leid geen Kwestie of een der Zoons van Ran en presumtief den oudsten, die met een geweer is uitgegaan, zal met het Eerste dat men voorgeeft voor reserve mede genomen hebben, gejaagd hebben; doch men wil alleen daarvoor de personen van Vlaming en Karsman laten opkomen, die enkel door Ran en Kikkert zynde medegenomen;

Ik zoude dierhalven gaarne zien, dat deze 2 lieden, die Zo verre my bekend voor geen stroopers maarvoor Knappe burgers bekend staan, voor dit maal niet na de letter van de wet behandeld wierden, namelyk om hun Juiste en de volle boete te slaan, doch ook niet dat de Zaak zonder gevolg bleef, maar dat zy by voorbeeld eens werden op gus beden, eene suffisante waarschuwing Kregen en daarmede wierden terug gezonden, dan houde ik my verzekerd, dat zy het niet weder Zouden ondernemen, en de Reis Kosten en verzuimde tyd, wyl zy handwerkslieden zyn, ware dien straf genoeg voor hun.-

N 298 Affaires Militaires 15-11-1813

Links frans, rechts hollands over militaire bedden

Het Eiland Texel heeft ten dienste der militairen 343 Stroozakken, 335 matrassen, 335 hoofdpeulen, 503 dekend en 1264 stuks Lakens

N 299 Rapport Quinzaine 15-11-1813 Aan den Heer Onderprefect

Den 10e dezer had ik de Eer UHoogEdgestr kennis te geven dat de grootste helft der douanen van hier na Amsterdam was vertrokken, het geen eigenlyk naar Medenblik had moeten Zyn.-

Nu op het oogenblik word ik door den Lieutenant d'ordre geinformeerd, dat ook het overige gedeelte en dus alle de op Texel gestationneerde Brigades van de douanen tot nader order worden opgeheven en ingetrokken, my ten dien einde verzoekende dadelyk de noodige Ordres te willen geven, dat alle Casernes en fournituren tegens quittantie worden overgenomen.-

Voorts is er gedurende deze Laatste 14 dagen, buiten het geene waarvan ik de Eer heb gehad afzonderlyk rapporten intezenden; niets van aanbelang voorgevallen.-

De publieke autoriteiten zyn en blyven steeds met de meesten Yver werkzaam om de onderlinge rust en harmonie te bewaren.-

N 300 Mouvement des ports 15-11-1813

Een maand na de Volkerenslag merkte men op Texel voor het eerst iets van de veranderingen.

N 301 Rapport 18-11-1813 Aan den Heer Onderprefect

Gisteren avond Laat kreeg men alhier door passagiers welke met de Beurtman van Amsterdam kwamen het berigt dat aldaar ongelukkig eenige oproerige bewegingen hadden plaats gehad, welke zover gingen dat men de Lienie der douaan had in den brand gestoken, en een ieder noodzaakte tot het dragen van Oranje, waarmede zelfs de nationale garde reeds voorzien was.-

Onbewust wat tot deze zo onverwagte tumultueuse beweging aanleiding had gegeven, en bevreeds zynde dat de tegenwoordige Critique tydsomstandigheden Somtijds zouden kunnen medewerken, dat zodanige voorbeelden alhier door onvoorzichtige Lieden wierden gevolgd, en daardoor de publieke rust gestoord.-

Liet ik dadelijk de adjunct maires en municipale Raden van den Burg, Vrederegter en Griffier alsmede ook de plaatselijke Commandant en Commissaris special op het Raadhuis convoqueren, ten einde vriendschappelijk te overleggen, welke de beste middelen zouden zijn om de publieke rust en goede harmonie welke tot dusverre heeft plaats gehad te bewaren;

En er wierd dadelijk unaniem besloten uit het midden der vergadering drie Commissien te benoemen, waarvan zich een naar het Dorp Oosterend, een na het Oudeschild en een na den Hoorn zouden begeven.-

Om niet alleen de Leden van de municipalen Raad aldaar maar ook eenige andere voorname en weldenkende burgers uittenoodigen en ernstig aantemanen zich stil en rustig te gedragen, en een ieder voor oogen te houden, de ongelukkige gevolgen welke uit een tegenovergesteld geval zouden kunnen voortvloeien. Ook heb ik ten overvloede nog eene proclamatie laten doen, waarvan ik de Eer heb Copie hier nevens te voegen;

De onderscheidene Commissien die zo op het oogenblik terug komen brengen de verzekering van alle weldenkenden mede dat zy al hunnen invloed zullen besteden tot handhaving van de publieke rust.-

N 302 18-11-1813

Op het oogenblik ontvang ik 2 brieven van den Commandant, waarvan ik Copie hiernevens zend; ik verzoek dat UHoogEdgestr my per omgaande uwe gedachten mede deelt of ik aan deze requisitie moet voldoen als ik daartoe in staat ben;

Ten opzigte der approvisionnementen zal het onmogelyk zyn, daar hier zo veel haver niet op het Eiland is, en ook niet zo veel Slagtvee-

Voorts meld ik nog dat hedenmorgen de Troupes van het Eerste battaillon Etrangers van hier naar Muiden zyn vertrokken, en dat er op het oogenblik ook order komt dat de pionniers morgen ogtend moeten vertrekken, zo dat hier thans niet anders is als de Kustkanonniers en Circa 40 matroozen met een Canonnier-boot in de Haven; in hoop van per omgaande met UHoogEdgestr ordres vereerd te Zullen worden, hoe ik my in deze en diergelyke gevallen moet gedragen.-

N 303 19-11-1813 aan Zijne Excellentie den Heer Admiraal, Ryksgrave Verhuell grootofficier van het Ryk, Inspecteur Generaal der Kusten van het Noorden, Commandant en Chef van de Helder, Texel en nabygelegene forten.-

HoogEdelegestr. Heer!

Toen ik de Eer had den brief van UEx van den 17e dezer te ontvangen, hadden wy reeds alhier door passagiers, welke met den beurtman van Amsterdam waren gekomen, de oproerige bewegingen vernomen welke aldaar hadden plaats gehad.-

Ik besloot dadelyk op den op den ontvangst van dit berigt, de adjunct maires, municipalen Raden, Vrede Rechter, Griffier, plaatselijke Commandant en Commissaris Speciaal op het Raadhuis te convoqueren; om met elkanderen middelen te beramen tot Conservatie van rust en goede order, dat gedaan zijnde, wierd unaniem besloten dat zig den volgende morgen zeer vroeg drie Commissien naar de dorpen Oosterend, Oudeschild en den Hoorn zouden begeven, alwaar mogelijk eenige onlusten zouden kunnen plaats hebben, ten einde de voornaamste inwoonders van die plaats welke den meesten invloed hadden aantemanen, in dit critique oogenblik alles aantewenden wat mogelijk was om de rust te bewaren, en een ieder voor oogen te houden de ongelukkige gevolgen waaraan zij zich in een tegenovergesteld gevoel zouden bloot stellen; terwijl ik inmiddels een proclamatie van gelijken inhoud liet doen, en tot dat zelve eind aan het dorp den Burg werkzaam bleef.

De onderscheidene Commissien gister tegen den avond terug komende, bragten ook alle voldoende berigten van hunne ontmoetingen en gewaarwordingen mede, dan tot mijn leedwezen en terwijl ik nog met deze Commissien vergaderd was, kregen wij het berigt dat men in weerwil van dit alles de vlag aan Oosterend had opgezet, waarop ik dadelijk wederom iemand naar Oosterend zond, haar nogmaals op het aller Serieuste en met bekendmaking der bedreiging in UExcellentie's missive vervat tot het wegnemen der vlag en bewaring der rust lieten aanmanen, hetgeen dan ook van dat gevolg is geweest, dat dezelve heden morgen is nedergehaald; en zo verre ik weet alles aldaar den geheelen dag en tot op dit oogenblik in volkomen rust is.

Ditzelfde kan ik ook in vollen ruimste van den Burg en thans ook van het Oudeschild zeggen; alwaar men echter deze nagt de stoutheid heeft gehad, in stilte en bij wijze als een diefstal de wapenborden van het Postkantoor, receveur der douanen en der debitant in Tabak wegtenemen en te verbranden. Op de andere dorpen is het tot heden zo verre mij bekend alles in rust en ik flatteer mij hetzelve alzoo te zullen houden, waartoe ik alles zal aanwenden wat in mijn vermogen is.-

N 304 Police 19-11-1813

Gisteren avond nadat ik myne brief N 301 gesloten, en nog met de Commissien op het Raadhuis vergaderd was, kreeg ik het onaangenaam berigt, dat men in weerwil der gedane beloften aan Oosterend de vlag had opgezet, en zond daarop oogenblikkelyk deze nagt wederom een vertrouwd persoon derwaards. Liet hun nogmaals op het allernadrukkelykste vermanen de vlag dadelyk weg te nemen, en de ongelukkige gevolgen voor oogen houden, die een tegenovergesteld gedrag na Zich zoude slepen, ten dien einde gebruik makende van eenen brief welken ik kort te voren van den Heer admiraal Verhuell had ontvangen, waarin hy de inwoonders bedreigt by de minste oproerige beweging het Eiland in staat van beleg te zullen stellen; Dit heeft ook in zoverre aan het oogmerk beandwoord dat de vlag heden morgen is nedergehaald, en tot op dit oogenblik, zo verre ik weet, alles in rust is.-

Dit kan ik ook tot nog toe in volle ruimte van het dorp den Burg zeggen, alwaar ik het genoegen heb, alles in volmaakte rust te houden, op de overige dorpen is het tot nog toe ook wel; alleen heeft men aan het Oudeschild deze nagt de Stoutheid gehad, by wyze van Diefstal in het midden van den nagt de Wapenborden van het posthuis, bureau der douanen en debitant en Tabak wegtenemen en te verbranden.-

Had men ons niet geheel van militairen beroofd, het zoude misschien geen plaats gehad hebben; de Commandant is met de Kustkanonniers in de Schans getrokken except 15 man met de plaats majoor welke zich nog aan den Burg bevinden.-

Onder het Schryven van deze, ontvang ik UHoogEdgestr missive van den 17 dezer.-

Ik zal niet manqueren dagelyks rapport te doen, en flatteer my zolang er geene algemeene opstand elders plaats heeft, alhier de rust te zullen kunnen bewaren.-

19-11-1813 aan den Heer Commandanr d'armee van Texel in het fort Central

Ik heb de Eer U te informeren dat het Zenden der deurwaarder gisteren naar Oosterend van Effekt geweest is, Zedert welken tyd de vlag van die Tooren niet meer gewaaid heeft, en ik geloof dat alles daar vry gerust is.-

Ik zou wel gewenscht hebben U Zooveel van het Oudeschild te kunnen zeggen- men heeft gisteren aldaar de schandelykheid gehad de uithangborden der Bureau van Tabak, douanen en Keizerlyk postkantoor afterukken, men zegt dat dezelven verbrand zyn.-

Deze plompe vyandelykheid is onwaardig, die ongelukkigen zich veroorloovende de Keizerlyke Kroon te onteeren, moeten gesurveilleerd worden.-

Alzoo mynHeer de Commandant, om alle ongeregeldheden voortekomen; vraag ik U (in myn qualiteit)

1 de patrouille aan het Oudeschild te laten gaan

2 om ons de plaatsmajoor met 25 Goede Kustkanonniers te Zyne keuze te zenden, om de rust te bewaren, de orders der onderscheidene autoriteiten te handhaven, en de burgers en hunne Eigendommen te verzekeren.-

N 305 Police 20-11-1813 Aan den Heer Opperprefect

Gisteren had ik het genoegen UHoogEdgestr te berigten dat behalve het gebeurde aan Oosterend en Oudeschild alles in rust was; dit is ook met opzicht van de inwoonders van den Burg, die zich in alles voorbeeldig gedragen, als ook op de andere dorpen nog zo, except aan Oosterend alwaar men heden wederom de Hollandsche vlag had opgezet en zich vrij algemeen met oranje voorzien.-

Ik zond dadelyk voor de derde maal iemand met een rydend paard na Oosterend, eischte voor de laatste maal dat zy oogenblikkelyk de vlag zouden nederhalen, en zich tot rust begeven, of dat ik by manquement van dien, Middelen van Costrainte moest gebruiken; dan, ik kreeg door

Pieter Bremer, Lid van de municipalen raad had het gisteren nog kunnen sussen, lid van de Municipale Raad, zeer braaf man, welke veel invloed heeft en daags te voren de vlag had doen nederhalen, tot antwoord, dat er thans niets meer aan te doen was, weil de gemoederen zedert gisteren avond (daar eenige matrozen van de Cannonneerbooten welke de admiraal voor het dorp het Nieuwe Schild had doen plaatsen, aan de wal waren geweest) geheel aan het gisten waren geraakt;

Inmiddels nu, dat deze Expresse naar Oosterend was, een mondelinge boodschap door een officier van den Admiraal Verhuell ontvangen hebbende, om toch vooral voor den publieken rust te zorgen, en dat indien dezelve onverhoopt gestoord wierd, Zyne Excellentie dadelyk 600 matroozen zouden zenden om by de burgers ingekwartierd te worden.-

Besloot ik (bewust zynde hoe of den geest van deze Lieden was, en dat daaruit niet dan onheilen te wagten stonden) met overleg van de adjuncten, vrederegter en eenige municipale Raden, en met voorkennis van den Commissaris speciaal, den plaatselyken Commandant te verzoeken dadelyk een officier met een detachement kustkanonniers derwaards te zenden, de vlag te doen nederhalen, en in alle geval, doch niet zonder de uiterste nood, geweld met geweld te doen keeren, en als het mogelyk was den dader van het eerste oprigten dezer vlag medebrengen;

Wat den Uitslag van deze expeditie geweest is, hoop ik UHoogEdgestr aan den voet dezes te kunnen melden, daar de Kustkanonniers nog niet terug zyn-

Tot dit oogenblik zijnde half 8 heb ik nog geen bericht, dan alleen dat de vlag nedergehaald is, en daar ik deze niet langer kan ophouden zal ik de Eer hebben UHoogEdgestr morgen nader rapport te doen.-

Algemeen Bestuur der Verenigde Nederlanden

Actief vanaf 20-11-1813 tot 06-12-1813

Aantekeningen:

Zowel in Amsterdam als in Den Haag werden in november 1813 na het vertrek van de voornaamste Franse bestuurders en militairen initiatieven genomen om de steden zelf en het land als geheel tijdelijk te besturen. Beslissend werd de op 20 november 1813 in Den Haag opgestelde verklaring dat Nederland vrij was van Franse overheersing. Gijsbert Karel van Hogendorp en Adam François Jules Armand, graaf van der Duyn van Maasdam, vormden in naam van prins Willem Frederik van Oranje het Algemeen Bestuur der Verenigde Nederlanden. Op 21 november werd Reinhard Falck algemeen secretaris. Voordat hij uit Amsterdam aankwam, waren ook Elias Canneman en François Daniel Changuion als secretaris opgetreden. Voor het overige kreeg het hele bestaande ambtenarenapparaat bevel in functie te blijven, maar nu in naam van de Prins van Oranje. In Amsterdam, waar een provisioneel bestuur was ingesteld, en in andere steden, bleef men aanvankelijk neutraal de orde bewaren, maar al snel werd het Algemeen Bestuur in Leiden en Rotterdam afgekondigd. Op 24 november volgde Amsterdam, waar inmiddels de militaire situatie ook was veranderd door de aankomst van Kozakken. Kraijenhoff bracht vervolgens als nieuw aangestelde gouverneur de verdediging in gereedheid. De Franse troepen, die Woerden heroverden, maar snel weer ontruimden, trokken zich op 26 november terug uit Utrecht naar de vesting Gorinchem. In Den Helder verbleven nog troepen van de Franse marine.

Prins Willem, daartoe uitgenodigd door afgevaardigden van het algemeen Bestuur, kwam op 30 november 1813 aan in Scheveningen. Op 2 december 1813 aanvaardde hij de soevereiniteit als soeverein vorst en op 6 december 1813 déchargeerde hij het Algemeen Bestuur.

Wetgeving:

1813/11/20 proclamatie van Van Hogendorp en Van der Duyn van Maasdam dat zij het algemeen bestuur opvatten.

1813/11/21 Proclamatie met kennisgeving dat er een Algemeen Bestuur der Vereenigde Nederlanden is, in naam van de Prins van Oranje. Alle landgenoten worden ontslagen van hun eed van trouw aan de Keizer der Fransen.

N 306 22-11-1813 Aan den Heer Admiraal Rijksgrave Verhuell

Den 19e dezer had ik de Eer UExcellentie kennis te geven van de maatregelen die ik genomen had tot Conservatie der rust en goede ordre, en dat de vlag welke te Oosterend daags te voren had gewaaid wederom was nedergehaald;

Dan tot myn Leedewezen moest ik Zien dat de vlag Zaterdag den 20 e wederom was opgezet en dat alzoo allle aangewende middelen van overreding vruchteloos waren geweest; ongaarne en niet voor in de uiterste nood tot rigoureuse middelen willende overgaan, zond ik voor de derde maal een expressen naar Oosterend en eischte voor de laatste maal de oogenblikkelijke nederhaling der vlag, doch vrugteloos, waarop ik met voorkennis van de Commissaris Speciaal en de plaatselyke Commandant verzogt dadelyk een officier met een detachement Kustkanonniers derwaarts te Zenden, en de vlag te doen nederhalen, het geen dan ook zonder eenige tegenstand is geschied en zich tot op dit oogenblik zo verre my bekend, alles in rust is; die ik door alle de middelen die in myne magt zyn zal zoeken te bewaren.-

Voorts heb ik my overeenkomstig de missive van UExcellentie van den 20 e dezer gisteren avond eerst ontvangen, heden morgen na het Oudeschild begeven, derzelver inwoonders in de Kerk doen byeenkomen; en aan hun den inhoud en het verlangen van UExcellentie op eene Zeer ernstige wyze onder het oog gebragt; allen waren gevoelig aangedaan over het regtmatige ongenoegen van UExcellentie, betuigden hun afkeer en Leedwezen over het gebeurde, en hebben aangenomen de wapenborden oogenblikkelyk te doen herstellen waarmede zy ook reeds werkelyk bezig zyn.-

Voorts is het aan dit dorp thans geheel Stil, en ik houde my verzekerd wanneer ik op de belofte van Zo velen, wier invloed my bekend is, kan staat maken dat de rust aldaar ongestoord zal blyven voortduren, zo als dezelven ook op alle de dorpen in het byzonder aan den Burg tot nog toe op eene voorbeeldelyke wyze plaats heeft.- waartoe van myn kant om dezelve te Conserveren geene moeite zal gespaard worden.-

N 307 Police 21-11-1813

By myne Missive van eergister 20 dezes, beloofde ik UHoogEdgestr op gisteren den finalen uitslag van het afhalen der vlag van den Tooren van Oosterend te zullen melden, maar dit is my onmogelyk geweest, daar ik gisteren den gehelen dag tot dens avonds laat tot 1 Ure met de geconstitueerde autoriteiten en leden van het bestuur in Conferentie ben geweest om middelen te beramenvoor de goede ordre en rust, welke voorzorge hier allerbyzonderst en meer dan op eene plaats in het geheele departement van nooden is.-

Uit hoofde dat van het behoud der rust op Texel ook het behoud der geheele vloot afhangt; alwaar de geest onder de Equipage geheel niet goed is.-

Thans heb ik het genoegen UHoogEdgestr te melden, datniet alleen het afhalen der Vlag aan Oosterend zeer wel, en Zonder tegenstond is afgeloopen, maar dat ook aldaar gelyk op alle de dorpen dezes Eilands, alles nog in eene volmaakte rust is;

Oogenblikkelyk van het Oudeschild komende, alwaar ik op verzoek van den admiraal, de inwoonders hun onvoorzigtig en onbetaamelijk gedrag over het afhalen der wapenborden onder het oog heb gebragt, hebben my dezelven beloofd deze borden ook dadelyk te zullen herstellen, het geen mede een blyk van ondergeschiktheid is; ik zal steeds voortgaan om myne geadministreerdens in dien geest te houden, en UHoogEdgestr daarvan verslag te doen.-

N 308 Naufrage 23-11-1813 Aan den Heer Onderprefect

Alhier op de Zuiderhaaks gestrand, een Russisch pinkschip genaamd George, kapitein Jacob Jensen, komende van Archangel met 281 Lasten Lynzaad en 3 Lasten haver, gedestineerd naar London; de Equipagie is door 2 Texelsche Visschuiten geborgen en bevind zich thans aan Boord van het Admiraalschip de Prins. Van de Lading zyn eenige zakken Lynzaad geborgen, en ook nog wat Scheepsgereedschappen die in vaartuigen geladen, alhier in de haven leggen; en aan den Syndic der Marine zyn aangegeven.-

N 309 Police 23-11-1813

Zedert gisteren avond is alhier niets byzonders voorgevallen en op alle de Dorpen dezes Eilands, zo verre mij bekend tot op dit oogenblik alles in eene volmaakte rust.- waartoe van myn kant ook niets onbeproefd wordt gelaten om deze rust en ordre te behouden.-

De berigten die alhier van de vaste wal komen zijn zeer contrasterende, en waarom dus ook door bedaarde lieden weinig geloof wordt geslagen, maar daarentegen wederom by anderen dikwyls zeer nadeelige uitwerkselen hebben.-

De brieven worden aan de Helder door de politie aangehouden en geopend, en Couranten komen er in 't geheel niet; dus wij hier in volmaakte staat van onwetendheid verkeeren, maar my by aanhoudendheid zal gedragen na de ordres die ik van UHoogEdgestr ontvang.-

In de nacht van 23 op 24 november werd Woerden door de Fransen heroverd.

Buisman: op 24 november stonden 200 Kozakken te paard voor de Muiderpoort te Amsterdam.

N 310 24-11-1813 aan Zyn Excellentie den Heer Admiraal Ryksgraaf Verhuell Inspecteur Generaal &a

Op de 22e dezer had ik de Eer Uxcellentie kennis te geven dat de inwoonders van het Dorp het Oudeschild aangenoomen hadden met de meeste Spoed andere wapenborden te bezorgen, thans heb ik het genoegen UExcellentie te kunnen berigten dat dit ook werkelyk is geschied, en dat dezelven reeds hedenmorgen wederom zyn opgehangen-

Voorts is alles hier op het Eiland in eene volmaakte rust en ik flatteer my dezelven ook wel te zullen kunnen behouden, waartoe van myne Kamt geene zorge en moeite zal worden gespaard.-

N 311 Police 24-11-1813

Ik heb de Eer UHoogEdgestr kennis te geven dat Zedert myne missive van gisteren niets byzonders is voorgevallen, maar dat alhier alles in eene volmaakte rust is, en dat ook reeds de weggenomen borden aan het Oudeschild hersteld en hedenmorgen weder opgehangen zyn.-

N 312 Police 27-11-1813

Na het sluiten van myne Missive van woensdag den 24e dezer ontving ik de hierby gaande Copie Missive van den plaatselyken Commandant.-

Eenige Leden van het bestuur en Burgery welke my in het handhaven van ordre en rust gedurende deze dagen hadden geassisteerd op dat Tydstip juist vergaderd Zynde, Communiceerde ik aan dezelven deze brief, die hierop dadelyk resolveerden eene Commissie te benoemen, die zich den volgenden dag na den admiraal zoude begeven om Zyne Excellentie te verzoeken het Eiland zo veel mogelyk van Inkwartiering te verschoonen en stille Vreedzame burgers niet te willen doen lyden om eene misdaad door enkelde individus uit overeiling en onkunde gepleegd, en deze Commissie heeft ook hunne Last volbragt;

Zedert is hier niets byzonders voorgevallen; dan dat de Communicatie met het vaste Land Zedert eenige dagen nog meer bepaald is geworden.-

De beurtman die woensdag van Amsterdam moest komen is afgewezen en heeft weder terug moeten keeren; ook heeft de post van hier naar de Helder gisteren stil gestaan omdat er geen vaartuig van hier int Nieuwediep mogt komen, of dezelve morgen zal mogen varen is my onbekend; voor het overige hebben alle Zaken hunne gewone loop, en een ieder Leeft rustig en vreedzaam.-

N 313 27-11-1813 Monsieur Le Commandant d'armes de l'ete de Texel au fort

En francais

Approvisionnements Aantal koeien Jan Ran 4, Veuve M. Zym 1, Hendrik Dyt 1, Zach. Sluisman 1, Dirk Eelman 5, Kleberg 4

Op 30 November kwam de Prins van Oranje weer in het land

N 314 Gardes-Cotes 30-11-1813 aan Zyne Excellentie den Heer admiraal ryksgrave Verhuell groot officier van het Ryk, Inspecteur generaal der Kusten van het Noorden, Commandant en Chef van den Helder, Texel en naby gelegene forten

HoogEdgestr. Heer!

Op het oogenblik komen by my eenige Kustkannonniers, zeggende dat Zy geinformeerd waren geworden dat gisteren op de Helder de 2 Compagnies Kustkanonniers uit den dienst waren ontslagen, vragende van my dat Zulks ingelijks ten opzichte van haar moge geschieden-

Ik heb hun hierop geantwoord dit in geene deelen van mijne Competitie [competentie] was- maardat ik hun moest vemanen Zich stil en gehoorzaam aan de Ordres van hare Superieuren te gedragen, het geen zy ook wel hebben aangenomen; doch daarby ten Sterksten geinsiteerd, dat ik dit hun verlangen ter kennisse van UEx: zoude brengen, en namens hen te verzoeken, dat Zy hetzelve voorregt als die van den Helder mogten genieten ten einde zij als inwoonders van dit Eiland in den Kring van hunne famillie en behoeftige vrouwen en kinderen konden terug keeren, hebbende geene andere bedoeling dan zich als stille en vreedzame burgers te gedragen, en tot handhaving van ordee en rust te willen mede werken.-

1-12-1813 antwoord, dat geene kustkannonniers worden afgedankt

19-11-1813 aan den Heer percepteur der Directe belastingen op Texel

De Heer Commandant d'armes van het Eiland Texel geeft my in eenen brief van gisteren te kennen, dat door de gebeurtenissen welke te Amsterdam plaats gehad hebben, de kassen uit die Stad waren vertrokken, en hy daardoor in de onmogelykheid was de Troupes alhier te kunnen betalen;

My ten dien einde inviterende de benoodigde penningen uit den Kas van den ontvanger der directe belastingen te willen doen ligten en tegen een voldoend bewys in Zyne handen te stellen, om daardoor voortekomen dat de Troupes by wanbetaling niet tot opstand wierden gebragt.-

Ik verzoek U dierhalven de penningen welke gy thans in Cas hebt by my te doen deponeren, ten einde ik aan het verzoek van opgemelde Commandant kan voldoen, en door eene wanbetaling aan de Troupes geene redenen worden gegeven tot eenigen opstand.-

1-12-1813

Monsieur de Lannoise receveur ambulant du Droits reunis chargé de la recette Costum de L'octroi du Texel

Fr 334

N 315 1-12-1813 aan den heer de Neuville Receveur der douanen aan 't Oudeschild

Links frans, rechts hollands

De heer Commissaris speciaal heeft my den Brief gezonden welke gy op den 28 e der gepasseerde maand november aan my hebt geschreven betrekkelyk de 5 agter gebleven Kinderen van den Heer Lauris Lieutenant van de douanen.-

Ik beklaag U zeer over de situatie waarin gy U bevindt en hoe gaarne ik U ook wilde bevryden van den Last die gy op U genomen hebt, moet ik U echter openhartig bekennen, dat zulks buiten myn vermogen is.-

Het weeshuis alhier is geen godshuis dat octrooi heeft of eenige de minste subsidie uit de Kas der Gemeente geniet; maar een particulier gestigt dat geheel uit Zyne Eiegene inkomsten bestaat, en waar over ik geen magt heb te disponeren, behalven dit mogen administrateurs van dit huis geene andere dan ouderlooze Kinderen aannemen en dat zyn deze niet.-

Een gestigt van weldadigheid bevindt zich alhier niet, er bestaat wel een Zoort van administratie over arme kinderen, maar deze heeft geene fondsen, en moet alle de armen die tot haar komen renvoyeren naar die Corporatien waartoe Zy of hare Ouders uit hoofde van hare Religie behoord hebben, en daar deze Corpartien ook geene andere inkomsten hebben, als de Liefdegaven der Gemeente, die thans wegens de weinige verdiensten der Zeelieden zeer gering zyn, moeten hunne armen by na gebrek lyden, en al ware het anders, zoude ik haar daartoe niet kunnen noodzaken;

Er blyft alzoo tot myn Leedwezen voor my niet anders over dan U aanteraden, zich zo spoedig doenlyk van deze kinderen te ontdoen, met dezelven te zenden naar die plaats alwaar zich de ouders of vader bevinden, het geen zich waarschynelyk Naarden zal zyn, of dat gy U deswegens aan den Heer admiraal addresseert omdat het militaire kinderen zyn.-

N 316 approvisionnenement de Siege 1-12-1813

Aan den Heer Commandant d'armes van het Eiland Texel.-

Ik heb heden alle verhinderingen uit den weg geruimd welke ten opzichte der bezorging van het verzochte vee voor het fort nog in den weg stonden; en de Eer u te melden dat er morgen ogtend 16 stuks vee tot U dispositie zyn; maar daar al dit vee reeds op stal staat, moet er absoluut een Locaal door u geapproprieerd, en een geschikt man bezorgd worden, die dezelven goed oppast, daar zonder dit te doen, men gevaar zou loopen, dat het vee zoude Craperen, of ten minste binnen Korten dagen, zo mager worden, dat het niet meer te eeten was.-

Ik moet ook de Vryheid nemen u te doen observeren, dat men de garde magasin alhier veel te veel vryheid Laat om approvisionnenementen uit zyn magazyn naar de Helder te vervoeren- de vivres die zich alhier bevinden zyn gedestineerd voor het garnizoen van Texel en reeds door het Gouvernement betaald, de Helder heeft zyne aparte provisie; en ofschoon het garnisoen van Texel thans gering is, dat kan spoedig veranderen, en indien het eens gebeurde dat wy Spoedig Winter kregen, en in geene 5 of 6 weken eenige Communicatie met het vaste Land hadden, gelyk meer gebeurd is, waar zal het garnisoen dan provisie bekomen, want het Eiland is thans, ten minste van granen, maar slegt voorzien en den garde magasin heeft ook niet half dien voorraad die hy hebben moet.-

Ik verzoek U dierhalven myn Heer de Commandant de garde magasin te willen gelasten en desnoods te beletten dat hy geene vivres van wat aard ook meer van het Eiland vervoert.-

De Maire is in Cas van gebrek de eerste toevlugt maar hy is niet in staat dit gebrek te kunnen vervullen als het niet op het Eiland te vinden of van een andere plaats te bekomen is, en wy zyn beide verpligt zowel den militair als burger voor gebrek te behoeden.-

De Heer Commissaris speciaal U op myn verzoek kennisgegeven hebben van den brief die ik aan den Heer Admiraal over de Kustkanonniers heb geschreven, het andwoord dat ik daarop heb ontvangen dat er geen Kustkanonniers afgedankt wieren, heb ik hun Gecommuniceerd; waarmede Zy genoegen genomen hebben.-

N 317 Octrois 1-12-1813 Onderprefekt

Bordereau november 1813

N 318 Verifications op dato aaan denzelven

N 319 Mouvements des ports idem geene

N 320 police Rapport Quinzaine 1-12-1813

Ik heb niet nagelaten UHoogEdgestr Successivelyk van alle dat geene rapport te doen wat hier is voorgevallen; myne Laastste missive was van den 27 e November of de vorige, daar de Loop der posten tusschenbeiden gestremd is geweest, alle Zyn teregt gekomen, is my onbekend; daar ik van UHoogEdgestr ook Zedert den 22e der vorige maand geen brieven heb ontvangen;

Ondertusschen heb ik het genoegen UHoogEdgestr te kunnen melden dat op dit moment alhier alles rustig en stil is; en dat er Zedert myne missive van 27 November geene Extra gebeurtenissen van eenig aanbelang hebben plaats gehad; except dat Zondag op de tyding die men alhier ontving dat den Heer Admiraal, de vloot had verlaten, de gemoederen vry algemeen aan het gisten raakten; het gelukte my echter dezelven aan den Burg spoedig wederom tot bedaren te brengen onder die belofte dat ik oogenblikkelyk een expressen naar de Helder Zoude Zenden om te vernemen wat hier van was, en de menigte intusschen verzocht zich zolange stil te houden, het geen ook geschiedde en toen de Expresse 's avonds terugkwam met een brief van den Heer Babut dat het vertrek van de Vloot geen ander nut gehad had, dan om het fort te zullen betrekken, en te defenderen, bedaarde alles.-

Aan het dorp den Hoorn heeft men echter de vlag nog van den Tooren gehesen die naderhand door den Commandant met een detachement militairen is nedergehaald en nu alles wederom stil is.-

De forten Lunette en Redoute alhier zijn van alle de ammunitie en Canon ontbloot het geen naar het fort Central gebragt is, waartoe vele rytuigen en paarden van my Zyn gerequireerd geworden.-

Morgen zullen de Kustkannonniers welke op deze 2 kleine forten zyn dezelven ook verlaten en Zich by de andere in het fort Central vervoegen, alwaar ook Zedert myne Laatsten nog 25 Militairen van het depot der Etrangers by gekomen zyn.-

N 321 2-12-1813 Aan den Heer Boogaard, entrepeneur der Fortificatie werken aan den Helder

Den persoon van Simon Dekker heeft volgens Zyn zeggen, bij U te goed, wegens gedane Schilderwerk aan de fortificatie werken alhier eene Somma van f 384.-.- op welke een Zoort van arrest is gelegd of Liever een briefje is gepasseerd door gemelde Simon Dekker; strekkende om dit geld te betalen aan den Heer Delannoise ontvanger der vereenigde Rechten alhier, welke UEd daarover bereids ook al heeft gesproken-

De Heer Delannoise moest dit geld niet hebben in zyn privé van Dekker, maar was verpligt het zelve als hoofdgaarder van ons Eilands octrooi ambtshalveen te incasseren; uit hoofde Dekker octrooi gelden moest betalen voor Turf in onze Gemeente ingevoerd en dus die voormelde Som aan genoemde Heer Ontvanger ter betaling had aangewezen.-

Het ophanden Zynde vertrek van den Heer Delannoise, zal Zyn Ed mogelyk buiten Staat stellen, die penningen by UEd te komen ontvangen waarop hy thans als provisionneel buiten functie Zynde geen aanspraak heeft, en daar de Gemeente van Texel het geld voor het octrooi volstrekt moet hebben; Zo verzoek ik UEd die penningen te betalen aan den Heer Jan Dogger aan den Helder welke UEd zodanige quittantie Zal geven als behoorlyk zal zyn, en in alle geval niet aan den genoemden Dekker of ter order te betalen.-

UEd nadere illucidatie hieromtrent begerende ben ik bereid U dezelven te geven.-

[Simon Dekker (1751-1824) verwer en glazenmaker, zoon van Jacob Simonsz Dekker (1705-17xx) en Martje Willems Blom. Hij trouwde in 1770 met Neeltje Honing (17xx-1807), 5 kinderen. In 1812 hertrouwde Simon met Impje Willems Mooij (1760-1838) uit de Koog, dochter van Willem Fransz Mooij en Antje Jans Huijsman].

[Jan Hertjes Dogger (1787-1825) van de Waal, overleden te Helder, getrouwd aldaar in 1811 met Jacomina Boekhof]

N 322 3-12-1813 aan Monsieur Delannoise

Sur ma Lettre du 1e de ce mois je n'ai en autre reponse, que Simplement l'envoi d'unportatif des vivres de la Guerre ce n'est pas alle seule piece, monisieur qu'il me faut; prenes s'il vous plait la peine de relire ma lettre;

Je ne peut pas perdre dans ces Circumstances mon tems a des Correspondences inutilles; envoyez moi donc Je vous prie avec Le porteur de la presente aqui je voud ai demendé; J' ai absolutement besoin de ces pieces.-

Je vous salue.

De inwoners van Woerden waren zich in november 1813, zoals velen in Nederland, bewust geworden van naderende einde van de Franse heerschappij. De kleine Franse bezetting in de stad, bestaande uit drie gendarmes en een adjudant, werd het mikpunt van onschuldige spotterij. De adjudant Papillon voelde zich niet meer veilig in Woerden en verliet op 18 november de stad. Het vertrek leidde tot overmoedig gedrag bij het plaatselijk bestuur: maire Willem van Oudheusden vaardigde een oranjegezinde proclamatie uit en de Franse adelaars werden van de openbare gebouwen verwijderd. De Fransen waren echter niet van plan het strategisch belangrijke Woerden op te geven en trok onder leiding van kolonel Falba met 250 militairen naar Woerden om orde op zaken te stellen. De boodschap was duidelijk: de Fransen waren nog steeds de baas. Dankzij behoedzaam optreden van vrederechter Meulman en schoolmeester De Jong bleven de gevreesde represailles uit en liep het met een sisser af. De Oranjesymbolen waren weer verwijderd en de Fransen hadden de orde hersteld. 
Ondertussen had in Den Haag het zogenaamde 'Driemanschap" het algemeen bestuur overgenomen en een Oranje-garde gevormd. Een van de drie legerkorpsen van de Oranje-garde nam op 23 november stelling in Woerden, tot groot ongenoegen van de inwoners die bang waren voor Frans militair ingrijpen. De vrees bleek gerechtvaardigd. In de nacht van 23 op 24 november trok een enorm leger van 1600 man onder aanvoering van generaal Gensy en de in Woerden al bekende kolonel Falba vanuit Utrecht naar Woerden. De Hollandse verdediging stond hiertegenover machteloos. Om 8.00 uur 's ochtend was de stad weer in Franse handen en begon het drama dat later bekend zou komen te staan als de "Ramp van Woerden".

De Fransen hielden mededogenloos huis in de stad. Overal in de stad werd er gemoord, verwond, verkracht, geroofd en gesloopt. Onder de gedode burgers bevonden zich mensen van alle rangen en standen: deftige notabelen als dijkgraaf Costerus, dominee Buyt en griffier Van Loon tot "eenvoudige lieden", bejaarden maar ook bijvoorbeeld de 6-jarige Aartje Kip, een onschuldig kind. Vrijwel alle huizen werden door de plunderende massa bezocht. Pas tegen 19.00 uur kwam aan de trieste gebeurtenissen een einde. Er bleken 24 burgers gedood (twee anderen zouden binnen enkele dagen aan hun verwondingen overlijden) en 45 anderen waren ernstig tot levensgevaarlijk verwond. Nog drie dagen bleef een grote Franse troepenmacht de stad terroriseren. Op 28 november keerde de rust en konden de doden worden begraven. De Ramp van Woerden heeft een enorm diepe indruk achtergelaten. Jan Meulman, de vrederechter, publiceerde een ooggetuigenverslag onder de titel "Woerden in Slagtmaand 1813". In het hele land werd een geslaagde inzamelingsactie gehouden, die de stad Woerden hielp op zich op te richten uit de rampzalige situatie.

N 323 28-12-1813 Aan den Heer Capitein van Breenigen, Commandant van het Eiland Texel

Myn Heer!

Ik heb de Eer U Kennis te geven dat volgens het verlangen van den Heer C.F. de Jonge Commandant Generaal in Noordholland, dewelke desselfs Hoofd quartier te Alkmaar gevestigd heeft, gelyk ook op de uitdrukkelyke begeerte van den Heer Commissaris van dit arrondissement, het Detachement Etrangers hetwelk zich in het Fort Central alhier bevindt en gedeclareerd heeft te willen overgaan, in dienst van Zyne Doorluchtige Hoogheid den Heere prince van Orange Nassau, onzen Souvereine vorst, met den meesten Spoed van hier naar Alkmaar moeten worden opgezonden, waartoe op morgen ogtend om 8 uur Schipper Dalmeier in de Have gereed zal leggen; ik verzoek U dierhalven de noodige ordres te geven dat deze Troupen Zich als dan embarqueren.-

N 324 behoeften van Woerden 28-12-1813

Aan den Heer Commissaris van het Arondissement Alkmaar

Ik heb de Eer UHoogEdgestr by dezen kennis te geven dat in eene op gepasseerde woensdag alhier gehoudene dank en bede uur voor de gelukkige verandering van Zaken in ons Nederland een Collecte gedaan is ten behoeve der ongelukkige ingezetenen van Woerden; welke zo verre ik geinformeerd ben ongeveer heeft opgebragt, doch welke penningen nog niet allen by my zyn gekomen.-

N 325 Rollen der veldwagters 28-12-1813 Aan de Commissaris

Daar de Rollen van het Tractement van den veldwagter over het Loopende Jaar 1813 reeds door my op den 10e January dezes Jaars is ingezonden en op den 18e february daaraan door den Heer prefekt geapprobeerd terug gekomen en dadelyk in werking gebragt, zal de Circulaire van UHoogEdgestr van den 22e dezer N 2438 op my van geen applicatie zyn, waarvan ik de Eer heb by dezen Kennis te geven.-

N 326 Fransche ambtenaren 28-12-1813 Aan de Commissaris

Te melden, dat alhier geene ambtenaren gevonden worden, dewelke elders dan in de Vereenigde Nederlanden geboren en ter gelegenheid, of ten gevolge van de reunie dezer gewesten met Vrankryk herwaarts gekomen, en geemployeerd zyn geworden.-

N 327 Mil. Zaken 29-12-1813 aan dezelven

By myne t'huiskomst heb ik den Capitein van Breenigen, Commandant van de forten en het daarin zich nog bevindende detachement Etrangers, welke verklaard hebben in dienst van Zyne doorluchtige Hoogheid onzen Souverein te willen overgaan, kennis gegeven, dat UHoogEdgestr verlangde dat deze militairen zo Spoedig mogelyk naar Alkmaar wierden opgezonden, het geene nu op morgen ogtend zal geschieden met de veerman die expres ten dien einde van hier naar Alkmaar is afgehuurd en den overbrenger van deze brief is;

De Commandant heeft ordre gegeven dat de militairen Zich by hunne aankomst, by den Heer Generaal de Jonge moeten vervoegen, en aldaar hunne nadere destinatie vernemen.-

N 328 29-12-1813 aan den heer Generaal de Jonge, commanderende in de arrondissementen Hoorn en Alkmaar

By myne t'huiskomst heb ik den Capitein van Breenigen, Commandant van de forten en het daarin zich nog bevindende detachement Etrangers, welke verklaard hebben in dienst van Zyne doorluchtige Hoogheid onzen Souverein te willen overgaan, kennis gegeven, dat niet alleen UHoogEdgestr. maar ook den Heer Commissaris van het arrondissement Alkmaar uitdrukkelyk begeerde dat deze militairen zo spoedig mogelyk naar Amsterdam wierden opgezonden, het geene nu op morgen ogtend zal geschieden met de veerman die expresselyk ten dien einde van hier naar Alkmaar is afgehaald.-

De Troupes die hunne vivres en soldy tot 31 dezer hebben ontvangen, zullen zich dadelyk na hunne aankomst by UHoogEdgestr. vervoegen om nadere orders ten aanzien van hunne verdere destinatie te ontvangen.-

Ik had ook aan den Capitein van Breenigen verzogt my een Staat te willen Laten toekomen van de forten en de daarin zich bevindende Artillerie om volgens verlangen aan UHoogEdgestr. Te kunnen toezenden; dan hy Schynt hierin eenigzints te difficulteren, weshalven ik UHoogEdgestr. verzoek, hem te gelasten deze opgave met den verdere Staat van defensie van het Eiland, dadelyk en exact aan UHEd. te doen.-

1814

5-1-1814 Commissaris van het arrondissement Alkmaar

Het zal weinig betoog vereischen, om aantetoonen, dat de Heer Maire van de Helder by Missive van den 16 december ll aan Zyn Excell. den Heer Commissaris Generaal tot de binnenlandsche Zaken in Holland, ons gedeeltelyk onwaar beschuldigd, als of de Ingezetenen van den Eilande Texel vyandelykheden pleegen, jegens hunne goederen en Eigendommen.-

Wanneer wy ten Sterkste ontkennen dat het vaartuig (het geene men een Ligter noemdt doch een ordenaire Kaag is) met nat Lynzaad na Amsterdam of Zaandam opgezonden, niet is aangehouden by ons.-

Dit vaartuig behoorende aan Klaas Daalder, wonende aan den Hoorn alhier, heeft (in de haven liggende), niet eerder van ons een pas begeerd dan vrydag of Zaturdag den 10: of 11: december passato.- denkelyk op het gerugt, dat alle Texelsche vaartuigen te Amsterdam wierden aangehouden; omdat men aldaar dit Eiland hield voor in staat van beleg.- en dat die Schippers om welke redenen ons onbekend na bekomen paspoort toen met het natte Lynzaad nog is blyven leggen, tot dingsdag den 14e daarom eer dat hy na de plaats Zyner destinatie is vertrokken.-

Wy erkennen het dat men van hier na de Helder geen vaartuigen liet afgaan, maar zoude met eerbied daar geene redenen voor hebben bestaan?

Den Admiraal Verheul was ook Commandant over de forten op Texel.-

Zedert het voorgevallene te Amsterdam, was ook de geest onzer inwoonderen in het vooruitzigt als nu op betere tyden, overdreven woelig, onrustig en daarby meerendeels oproerig.- De tydingen door onze Schippery alom zwervende aangebragt, zettede dit aan, terwyl den admiraal Verhuell, die ons zo na by was geene bedreigingen spaarde, en gebood, zich rustig te houden- dan de verzwakking die hy leed, door het opzenden van officieren en matrozen met verlof, benevens de desertie op de vloot, gave voedsel aan de geestdrift onzes volks, en zetten Spoed aan hun voornemen om te wapen te snellen.

De forten alhier bezet met een oude fransche Commandant en weinige Troupes, waren wel ras door de gewapende magt aan wier hoofd de Kustkannonniers, by Capitulatie ingenomen, en een deel der Krygs gevangenen naar Amsterdam met kennisgeving van het voorgevallene al hier opgezonden.- Dit had ten gevolg, dat alle onze vaartuigen uit het dok wierden ontslagen en de vaart met Texel vrijgesteld wel ras alzoo de verzekering bekomende van de heugelyke ommekeer van Zaken met de plaatsing van den doorlugtigen vorst van Oranje en Nassau, als Souvereine vorst aan 't hoofd van Nederlandsch bestuur; en verder dat alle bestaande autoriteiten wel ontslagen, doch op hare verantwoordelykheid op nieuw gecontinueerd waren tot nader voorziening, verlochende wy oogenblikkelyk het fransche bestuur, verklaarde ons Hollanders, zwoeren trouw den Prince als onze Souvereine Vorst, en met assumtie van het vredegeregt en twee der Notabelste Burgers tot raad en daad Constitueerde wy ons, als het provisioneel bestuur van Texel.-

Eene Commissie van den Burgerstand uit onzen naam Zyne doorluchtige Hoogheid hebbende berigt gedaan van den Staat der Zaken alhier, bragt het genoeglyk rapport by monde, dat de vorst ons gedrag voor goed hield, vermaande alzo rustig voorttegaan, en vertrouwende, de bewaring des Eilands aan de goede Burgery, die bereids hun yver en Zile had getoond.-

Maar de gewapende magt van Oosterend, Oudeschild en Hoorn, nu al gewoon op eigen gezag zich te doen kennen en ongewoon aan het gewettigd bestuur van het Eiland zich te houden- voorloopig belet allen vaartuigen naar den Helder te gaan, kwamen er nu voor uit-

De Helder was vyandig, er mogte niemand noch vaartuig hy zy wie hy zy, of wien het behoorde derwaards vertrekken of vandaar komende, hield men het aan.-

Dit gedrag had in zekere zin, zyne goede zyde, zo dat wy er genoegzaam mee instemde, om reden dat door deze demarche, Verhuell geen Kennis bekwam van de magt die men hier bezat, en hem kon tegenstellen, zo hy eens verkoos een Coup om vee te halen te wagen zo als bereids in Noordholland was geschied.-

Ten andere was dit Juist een middel dat belette onze Schippers en Schuitenvoerders, gewoon dagelyks de oorlog schepen te bezoeken, om, onder schyn van marchanderen, kadraayen of eenige dienste te doen te berooven- zo als te Jammer maar te Schandelyk had plaats gehad door anderen.-

Eindelyk wierd door het terughouden van onze vaartuigen den admiraal den inval benomen, om van die vaartuigen het zy tot defensie, het zy tot retraite naar Texel alwaar hy zich Ligt van de forten kon meester maken, als zynde de Burgery maar slegt gearmeerd- of wel tot andere eindens gebruik te maken.-

Omdat deze mesure voor niet ongepast gehouden, maar door den Admiraal Verdooren gehomologeerd wierd, getuige de geplaatste flottille zo in de Balg als voor het Oudeschild, belettende alle vaartuigen te vertrekken naar den Helder.-

Ook het gedrag dat Amsterdam en andere plaatsen omtrent de Helder houden, waarheen zy geene vaartuigen volstrekt permitteeren te vertrekken.-

Maar dit goede had ook zyne kwade Zyde, want min gevoelig met het Lot zyner naasten Strekte men het tot medoogenloosheid.-

Vandaar het weigeren van de benoodigde Ledige vaartuigen aan die van de Helder zo tot personelyke vlugt als wegscheeping der goederen van de Burgers- en hoe zeer wy alle medelyden met die ongelukkige Lieden koesterde, was de hulp die Zy van ons vorderden niet geheel in onze magt.-

Vergun ons dat wy tot opheldering twee gevallen ophalen.- De schipper Duinker van het groote Jagt, Texelsch Burger en inwoonder lag in 't Nieuw Diep Krank met eene Zware Contusie [contusion is Frans voor kneuzing] aan zyn hand, en begeerde Zyne vrouw die thuis was.- Deze verzocht om een pas na Wieringen om van daar gewis met een Klein vaartuig Langs de wal na hare Man te gaan.- Het verzoek van deze vrouw, en de menschheid, ofschoon men het Contrarie vermoedde, geboden, dit niet te weigeren.- Tot tweemalen een pas na Wieringen van ons bekomen hebbende, wisten nogthans Zommige Hoofden der Burgermagt dit te beletten.-

Wat kwaad, met eerbied stak daarin dat deze vrouw na haar eigen man, Ziek, Zwak, in eene gevaarlyke Crisis te hulp snelde? En laat Zyne doorl. Hoogheid by publicatie, waarby de onnood zakelykheid der binnenlandsche paspoorten wordt betoogd, niet onverlet, aan de geconstitueerde magten die te verleenen, zelfs aan reizigers naar bekende plaatsen door de vyanden bezet?

Dan; de officieren der Oostereinder Compagnie, dryven hun gezag zo verre dat men my als president deswegens verandwoording afvordert-

Nog verder: den admiraal Verhuell geen geschikt vaartuig hebbende in het Nieuwediep tot vervoer van den dood Kranke Zee Capitein Cambier- verzoekt door middel van een parlementair officier behoorlyk gemuneerd aan ons tot dat einde, om een bekwaam vaartuig, Zyn woord verbindende, dat hetzelve vry en onverhinderd of ophouding Zou blyven.-

Kon men Zulks nu weigeren? Eischt de menschheid, eischte de Civiliteit niet onmiddellijk hieraan gehoor te geven?

Wy aarzelde dus ook geen oogenblik en de Collonel der gewapende Burgermagt stelde dadelyk de noodige ordres.- Des niettegenstaande wilde een gedeelte der officieren niet gehoorzamen- met geweld de parlementair officier arresteren- en deede de ongehoorde voorslag, geen vaartuig naar de Kranke officier te laten gaan- Na langer dan een dag oponthoud en hevige tegenstand, zegevierde tog ons besluit.-

Wy vragen dus met alle vrymoedigheid is de eerste accusatie van de Helder waar?

Zyn de redenen van weigering om vaartuigen na de Helder te laten vertrekken in alle opzichten niet genoeg bondig?

Hoe zeer te verre gedreven door eene onbevoegde magt?

Zullen onse Conduites voor Zo verre ons betreft aanleiding kunnen geven tot bezwarende procedures?

En eindelyk Zyn ook deze oorzake: dat de onaangename Situatie van de Heldersche ingesetenen, nog meer verzwaard worden, dan dat zy ons medelyden zouden verloren hebben.-

Wy vertrouwen dat deze onze Consideratie afdoenend by UWelEd zullen gehouden worden, en UWelEd meerdere Wysheid de billykheid in 't oog houdende ons deswegen regt zal doen wedervaren.-

N 2 Bevolking

Den Heer Commissaris &

Ik heb de Eer hiernevens te Zenden den Staat der maandelykse mouvementen van bevolking in de Gemeente van Texel over het afgeloopene Jaar 1813

Buisman: Op 8 januari viel de strenge winter in. Haarlem -16. Pas na 21 maart werd het zachter.

N 3 8-1-1814

Aan den Heer Commissaris van het arrondissement Alkmaar.-

Zedert dat de publicatie Zyner Doorl. Hoogheid onze Souvereine Vorst van dato den 20 December en Besluit van Commissaris Generaal van de 26 daaraan, ons Zyn ter hand gekomen opzigtelyk de wapening van de Lanstorm en daaruit te formerene Landmilitie, is van hier geene moeite bespaard om vrywilligers te bekomen, door de medehulp der Gewapende burgermagt en bydragen van een groot getal onzer ingezetenen tot uitlove van aanzienelyke premien, heeft (hoezeer eene volyverige Commissie uit het Eilands bestuur geene aansporingen verzuide) men het tog niet verder kunnen brengen als dat er 25 zich vrywillig hebben aangegeven.-

Geene andere keus dierhalven overig blyvende, als volgens de gemanifesteerde wil hiervoren, voor het te Kort komende tot de Loting te moeten overgaan, was hoezeer de dag van den 7 dezer daartoe bepaald, men genoodzaakt zulks te moeten verschuiven door het slegte weder tot heden Zaturdag daaraan den 8e als wanneer de oproeping der ongehuwden van 17 tot 45 Jaren is geschied in de Gereformeerde Kerk aan den Burg.

Die dag het bestuur vergaderd en daarby verzogt hebbende tot assistentie den Heer Vrederegter met Zyn Griffier, en door de Burgermagt de Kerk aan den Burg doende bezetten, terwyl alle de opgeroepenen daar waren, hebben wy ons gezamentlyk des morgens ten 9 uuren naar de plaats der Byeenkomst begeven, aanvandelyk tot de werkzaamheden overtegaan is door eene gepaste aanspraak de redenen dezer oproeping bekend gemaakt, met afvrage of er alvorens de Loting te doen, nog waren die tot Liefde des Vaderlands onder t geleide van onzen dierbare vorst, zich gewillig wilden engageren.-

En niemand zich hierop aanmeldende wierden de 25 eerste Nommers uitgeleid voor de vrywillig dienst genomenen, en opentlyk bekend gemaakt dat het getal in de Termen vallende bedroeg 471.-

Toen by de nominative Lyst ter Loting werdende opgeroepen, ontstond er onmiddellyk een woest geschreeuw van Oranje bove en verscheidene Stemmen riepen, geene Loting, wy verdoemen het, maar wy allen willen vrywillig het vaderland dienen.

Dit Schynbaar Loffelyk voornemen aanpryzing vindende, noodigde men de gewilligen om hunne namen bekend te maken, als toen met vergeeting van den eerbied aan den wil van onzen geliefde vorst in wiens naam het bestuur deze gewigtige taak, zoude volvoeren waren eene Willem Jacobsz Boon en Johannes Schuurman zeer indecent, slaande de eerst op de Tafel herhalende, wy verdoemen de Loting, maar vrijwillig zullen wij allen dienen.- wordende de verwarring groot en oproerig.-

Hoe zeer alle vermaning tot bedaardheid geschiedde- en slegts 51 diende zich (meest van Oosterend en weinigen van de andere dorpen) aan en wilde een hunner zich meester maken van de opgeteekende Lyst terwyl een groote meenigte de wet reclameerde; daar het getal als nu vrywillig dienst genomen, verre surpasseerde, het Contingenr het geene dit Eiland moest by dragen.-

Deze zo Strydige demarche aan den gemanifesteerde wil, geene beslissing overlatende aan dit bestuur- waren wy genoodzaakt de vergadering te schyden, en ons te verwyderen.-

Maar al ras ontdekte het Zich dat deze uitboeseming geene warme Vaderlansliefde was, maar alleen eene Strekking had, de Levering der manschappen tegen te gaan, zo niet geheel te beletten.-

Want in de Kerk had men al by herhaalde dreigingen, de dood gezworen die niet aanstonds met hun dienst nam- en den Capitein der gewapende Burgermagt van Oosterend Simon Bethlehem verscheen ongeroepen in onze vergadering begeerende: dat de Lyst der opgeteekende wierd vernietigd en de Loting op nieuw begonnen, latende volgen: dat men aan Oosterend kruid en lood genoeg had, om te beletten dat deze 51 niet zoude vertrekken, ten ware allen (denoterende daarmede die in de Termen vielen) mede gingen.-

Wy hebben de Eer van de 25 vrywillig geengageerd een Lyst, mitsgaders die van de opgeteekende 51 hier in te sluiten- en neme de vrymoedigheid in Consideratie te geven- of er wel eene hernieuwde Loting kan plaats hebben, zonder te benadeelen die geenen, welke zich bereidwillig aan de Loting tot Suppletie der ontbrekenden toonden en of de aangeboden hebbende 51, zich zelve hunne voorbarigheid niet hebben te wyten deze zo rustverstoorende gedragingen met de onbezonnen bedreygingen van gewapenderhand de lyste der 51 personen te willen afhalen, hebben ons in de noodzakelykheid gebragt de bescherming van de gewapende Burgery interoepen, ten einde al het Zelve tegen te gaan.-

Wy verzoeken met alle den ernst die deze Zaak vordert, ten Spoedigste, en is het mogelyk met deze Expresse hierop UHoogEdgestr ordre.-

Willem Jacobsz Boon (1796-1851) zeeman, schipper. Trouwde in 1821 met Naantje Simons Visser, 6 kinderen

Johannes Schuurman

Sommige vrijwilligers hadden zich intussen bedacht en wilden remplacanten [betaalde vervangers] opgeven.

Notaris Jan Star maakte daarover akten op:

3 contract 29-1-1814 Maarten Kleienburg OD en Cornelis Pietersz Kuiper OD MK zou worden opgeroepen door zijne Koninglijke hoogheid den heere prince van Orange, als Souveraine vorst der Vereenigde Nederlanden tot de militaire dienst- hij had zich al vrijwillig aangemeld

Maar beseffende dat het voor zijn bestaan en kostwinning beter zoude kunnen convenieeren ingeval hij deze aangeboden dienst door een ander zoude mogen doen remplaceeren

4 contract 1-2-1814 Simon Jacobsz Boon, tjalkschipper ende Cornelis Pietersz Kuiper idem

7 contract 5-2-1814 Pieter Gerritsz Kooiman, minderjarig Jongman, zeevaarder, geassisteerd en geauthoriseerd met en van zijne moeder en voogdesse Cornelisje Pieters List, weduwe van Gerrit Kooiman, en wonende te OD alhier op Texel in het huis n 91

Ende Carel Fredrik Rechlien, jongman oud 19 Jaaren, buijten bedrijf, geassisteerd en geauthoriseerd met en van zijne moeder en voogdesse Helena Schiereke, vroedvrouw aan den Burg, huis n 100

Kooiman, als behorende onder die persoonen alhier op Texel, welke door zijne Koninglijke hoogheid den heere prince van Orange, als Souveraine vorst der Vereenigde Nederlanden, bij hoogstdesselfs publicatie van den 20-12-1813, tot de militaire dienst zijn opgeroepen, op de 8e Januarij 1814, benevens meer anderen personen, heeft kunnen goedvinden om in plaatse van de bij die publicatie geordonneerde Loting te ondergaan, en zijn Lot deswegens af te wachten, zig tot de voorschreve militaire dienst vrijwillig aan te bieden.-

Dat hij Kooiman daarna beseffende dat het hem en zijne moeder, uit hoofde van zijn tegenswoordig bestaan, beter zoude convenieren, ingeval hij deeze aangeboden dienst door eene ander zoude mogen doen remplaceeren en waarnemen, hij daarom te rade was geworden het aanbod hem door den tweede comparant Rechlien daar toe gedaan te accepteeren.-

175.- contant

[Rechlien werd later arts op Texel]

N 4 Circulaire 11-1-1814 Aan de Heeren Predikanten

De gestremde postroute en vervolgens de ingevallen vorst, hebben verhinderd dat wy tot op heden zo min de ordre of aanschryving tot het houden van eene biddag als de biddagsbrief zelve heeft kunnen worden toegzeonden, intusschen blykt uit de publicatie (te vinden in de Nederlansche Staatcourant van den 1e dezer N 1) dat dezelve op aantaande Donderdag, zynde de 13e dezer plegtstatig moet gevierd worden, waar van ik reeds de noodige advertentien met verbod van alle neringen en handteeringen heb laten doen.-

Ik verzoek U dierhalven zich deze Conform en na Inhoud van den Biddagsbrief te vinden in voorschreven Courant welke op uwe plaats te bekomen zal zyn te willen gedragen.-

N 5 Koepok Inenting 12-1-1814

In te zenden een Staat der Koepok inenting.-

N 6 Texel 4 January 1814 aan de Regtbank ter eerste instantie van het arrondissement Alkmaar

Overeenkomstig art 43 & 44 van het tot nog toe bestaande wetboek Napoleon heb ik de Eer aan UL hier nevens te zenden de Registers van de Gemeente van Texel, met alle daar toe behoorende volmagten en andere Stukken als mede een alphabetisch Register op gemelde acten, ten einde een en ander overeenkomstig bovengenoemde articulen ter griffie van uwe Regtbank te kunnen worden gedeponeerd.-

N 7 Onbetaalde Objecten aan den Heer Commissaris & 12-1-1814

Ingevolge UHoogEdgestr Circulaire aanschryving van den 22 december ll heb ik de Eer hiernevens te zenden eene generale Staat van al het geene de Gemeente of ingezetenen van Texel van S lands wegen is Competerende; en daar Zich vele onder dezelve bevinden welke reeds zeer lange na de betaling hebben gewagt, en deze gelden ook zeer benoodigd zyn, verzoek ik instandig om UHoogEdgestr medewerking, ten einde Zy zodra mogelyk betaling erlangen.-

N 8 Jagt aan denzelven 25-1-1814

Ik zend UHoogEdgestr hiernevens 5 processen verbaal van den veldwagter, wegens gedane Calange op het Stuk der Jagt; en indien dezelve nog wat meerder vigilantie had gebruikt (waartoe ik hem dikwyls genoeg heb aangezet) zoude het getal dezer processen-verbaal bog veel grooter hebben kunnen zyn, want het is onverantwoordelyk zodanig men deze winter alhier gestroopt heeft;

De Jagt die op Texel zeer goed was, is daardoor niet alleen byna geheel geruineerd, maar er wordt ook veel nadeel aan een van de voornaamste Takken van bestaan voor de Boerenstand, namentlyk de Schapenteelt toegebragt, vermits het niet zelden gebeurt dat Schapen welke eene natuurlyke vrees voor de honden hebben in een Sloot worden gejaagd en aldaar verongelukken- terwyl anderen door den Schrik hunne Jongen verwerpen, waartoe byzonder nadeelig is het Jagen met de Lange Honden het geene ook uit hoofde by eene Oude Eilandskeur altyd in de maanden November en December is verboden geweest.-

Het zal mij dierhalven aangenaam zyn dat UHoogEdgestr den Heer Keizerlyke procureur verzoekt deze Calange zonder eenige oogluiking te vervolgen-

N 9 aan denzelven 10-2-1814 Jagt

Ik vind my alwederom verpligt hiernevens te zenden een proces verbaal van gedane Calange op de Jagt, en daarby op het dringendst te herhalen het verzoek by myne missive van den 28e January ll op ditzelfde Stuk gedaan.

N 10 10-2-1814 Aan den Heer Luit Collonnel van Staedel

De bezorging van brieven is,

Daardoor de Stremming der gewone post Route over de Helder, welke plaats nog in bezit der vyanden is, onze Correspondentie niet anders dan zeer gebrekkig twee maal per week over het Eiland Wieringen kan gaan, alwaar wy egter uithoofde van den vorst en menigte van dryfys zedert den 8 e January ll niet hebben kunnen komen, heb ik ook om die reden uwen brief, gedateerd 6 January niet voor gisteren ontvangen; wanneer ik de gemelde Jongelieden Jan Kalf (Zynde Adriaan Kalf zo als UE meldt niet op Texel bekend) benevens Cornelis Kikkert heden morgen voor my heb doen komen, en aan hun het onvoorzigtige gedrag dat zy in dezen hadden gehouden, heb onder het oog gebragt, doch zy hebben mij in presentie van hunne ouders plegtig verklaard, dat zy nimmer vrywillig dienst hadden genomen, veel minder eenig papier hoe ook genaamd hadden geteekend.-

Ik heb dierhalven geenvryheid gevonden haar te doen arresteren, voor dat ik daaromtrent van UHoogEdgestr nader ben geelucideerd, waarvan ik de Eer heb U by dezen Kennis te geven.

Janus Adamsz Kalf (1790-1819) x 1812 Cornelisje Jacobs Eelman (1790-1876), in 1814 1 kind Jacob (1813-1825, op dezelfde dag gestorven als het jongste broertje, 17-7-1825 (mazelen?))

Cornelis Simonsz Kikkert (1792-1829), ongetrouwd in 1814

Cornelis Pietersz Kikkert (1788-1869), trouwde eind juni 1814 met Willempje Pieters Hin (eerste kind Pieter kwam op 5 oktober)

N 11 12-2-1814 Schipbreuk aan den Heer Commissaris &

Tusschen woensdag en donderdagsnagt of 11 & 12 dezer is op de Zuiderhaaks gestrand en

vervolgens in den grond gestoten een schip het geen men eerst voor een Koopvaardijschip aanzag en waaraan de Schuiten door de menigte van Drijfijs niet tegenstaande alle aangewende moeite eerder konden komen dan vrijdag middag den 11e dezer wanneer men bevond dat het een Engelsch Transportschip was genaamd Berisford Transher N 333, gevoerd geweest bij Capitein Ralph Hope uit Duins gezeild met Twaalf Transportschepen waaronder nog een Lett: W op dezelfde Haaks met man en muis is vergaan.

Alle deze schepen waren gedestineerd naar Hellevoetsluis, aan boord hebbende het Regiment Nassau, benevens nog eenige andere troupen; Van deze Troupen waren aan boord van voornoemde schip in alles 101 man met 5 officieren van het Regiment Nassau, waarvan 3 officieren en 27 soldaten zijn gered en de overigen allen verongelukt;

De Scheeps Equipage die in alles uit 11 man bestond is mede gered zo dat het geheele getal van de Geborgenen of geredde manschappen uit 41 man bestaat;

Deze ongelukkige Schipbreukelingen welke circa 2 maal 24 uur in het wand hebben gehangen, hebben zeer veel geleden, en zijn meest alle hunne handen en voeten bevroren, zodat men haar ook niet verder dan tot het Dorp den Hoorn heeft kunnen brengen, alwaar zij op eene menschlievende wijze door de inwoonders zijn ontvangen, die hun provisioneel van drooge Kleederen hebben voorzien en gehuisvest, doch daar de omstandigheden van deze inwoonders en het Locale van de plaats niet permitteerd dat dezelve aldaar kunnen blijven, wijl zij alle verzorging en ook de hulp van geneesheren van nooden hebben, zal ik trachten dezelven nog heden na herwaarts te doen transporteren en in eene daartoe reeds ingereedheid gebragte Caserne laten brengen, alwaar zij op de menschlievendste wijs van al het noodige zullen worden voorzien.-

Zodra zij in staat zijn om te kunnen vertrekken en de gelegenheid van het Ys waardoor wij nog immer geblokkeerd worden gehouden zulks permitteerd, zal ik de Eer hebben UHoogEdgestr hiervan nader kennis te geven.

N 12 Voorraad Levensmiddelen Commissaris 14-2-1814

Ik heb de Eer ingevolge de Circulaire aanschryving van UHoogEdgestr in dato den 19 January 1814, welk ik egter uit hoofde der gestremde Communicatie van den vorst niet voor den 9e deze des avonds heb ontvangen, hiernevens te zenden eene opgave der Levens-middelen welke zig op heden in deze Gemeente bevinden.

Voorraad der gevraagde Levens-middelen en andere objecten welke zig op de 14e february 1814 in de Gemeente van Texel bevonden.-

Tabel:

Benoeming der objecten Quantiteit

Tarwe 119 Zak

Rogge 177 idem

Hooi 4500 wagens

Boonen 30 Zak

Stroo 70 wagens

Haver 180 Zak

Slagtvee 25 a 30 stuks

Genever 8 oxhoofden

Zout 3000 lb

Grutten 70 Zak

Ryst 150 lb

Bier 50 ankers

Tabak 200 lb

Gierst 100 lb

Wyn 25 ankers

Brandewyn 6 idem

Erwten 36 Zak

Oly 2 aamen

Azyn 8 oxhoofden

Aanmerkingen Daar er op het Eiland Texel weinige granen geteeld worden en er zig geene markten bevinden moet de hierop gegevene voorraad, alleen geconsidereerd worden voor de Consumptie der Inwoonders benoodigd, zoo ook moeten de overige artikelen als voor de behoeften van mensch en vee noodwendig en geensints als handeldryvende objecten aangemerkt worden.-

Opgemaakt door ons Burgemeester van het Eiland Texel op den 14e february 1814

N 13 17-2-1814 Commissaris Octrooi

Ik heb de Eer UHoogEdgestr by deze te doen toekomen de maandelyksche Bordereaux van de maanden november en december van 't gepasseerde Jaar 1813 als mede het Bordereau van overstorting der maand December des selven Jaarsen met de volmaakste &

N 14 19-2-1814 Commissaris

Opgave Landstorm

Ik heb de Circulaire aanschryving van UHoogEdgestr van den 9 January ll niet voor den 9 dezer ontvangen, wanneer ik oogenblikkelyk de inschryving van den Landstorm heb begonnen, die ik uit hoofde dat de questieuse Zaak betreffende de Loting van de Landmilitie volgens myne missive van den 8 January nog niet beslist was, zolange had uitgesteld.

En heb thans de Eer UHoogEdgestr Copie deze inschryvings lysten hiernevens te zenden; zo verre ik heb kunnen nagaan zyn er egter nog eenige, en daar onder ook voorname Burgers en beambten die zich van deze inschryving hebben onttrokken; waarop de wet geene poenaliteiten heeft gesteld; ik verzoek my dierhalven te melden, hoe of ik my hieromtrent moet gedragen, want als men toelaat, dat iemand zich na willekeur kan onttrekken, word de wet schielyk illusoir, ook zyn Zommige van gevoelen, dat de uitzonderingen by art. 41 op de Landmilitie gemaakt en wel by onder deeling 1, 3 en 4 by den Landstorm ook zouden te pas komen, waarop ik mede UHoogEdgestr gedagten wenschte te weten.-

Artikel 15 van de publicatie bepaalt ook dat alle de manschappen op eene plaats by malkander moeten komen om de Exercitie geoefend te worden, doch dit komt my voor alhier uit hoofde vanden verre afstand der dorpen niet wel voegelyk te zyn, maar beter dat ieder op zyn dorp blijft; waarom ik ook voor ieder dorp eene apparte inschryvingslyst heb geformeerd alwaar men ook Kustkanonniers genoeg vindt die haar in den wapenhandel kunnen oefenen, maar- hoe of dit met de pieken moet gaan is hier onbekend.

Het getal der ingeschrevenen voor de Landstorm alleen bedraagt tot heden voor het dorp den

Burg 129, Oudeschild 106, Oosterend 83, Hoorn 78, Waal en Koog 36, te zamen 432, waaronder 99 met opgegeven ligchaamsgebreken en 59 die Jagt geweren hebben, en wanneer die van de Landmilitie erby komen zullen zich daaronder ook nog wel eenige met eigen geweren gevonden worden.-

Personen van eigene paarden voorzien, die genegen zyn onder den Landstorm of Landmilitie te dienen, hebben zich niet aangeboden, hoewel zy daartoe door my zyn uitgenoodigd.-

Legermuseum

Uit: RECUEIL MILITAIR 1813. Bladzijde 1.
Souverein kBesl. 20 Dec. 1813.

De plaatselijke verdediging van ieder district zal zijn toevertrouwd aan een wel geregelde landstorm.
Reglement van Algemeen Volkswapening.
Art. 1. De landstorm bestaat uit alle weerbare mannen van 17 tot 50 jaar.
Art. 3. Ieder man tot den landstorm behoorende en bezitter van een geweer of jagt of ganzenroer zal zich daarmede wapenen, en aldus gewapend op alle exercitien en togten moeten verschijnen.
Art. 4. Het zal daarenboven vrijstaan, zich van sabels en pistolen te voorzien.
Art. 5. Wie geen geweer of jagt of ganzenroer bezit, zal worden gewapend met een piek, volgens het model, dat door het Departement van Oorlog in de hoofdplaats van ieder arrondissement of kwartier bezorgd zal worden.
art. 6. De vervaardiging der pieken geschiedt in elke gemeente, en ten hare koste.

Art. 24. In steden alwaar tot dus verre een gewapende burgermagt bestaan heeft, zal een gedeelte mannen, welke den landstorm uitmaken, in schutterijen geörganiseerd worden.

N 15 19-2-1814 de Commandant van S Lands divisie Canonneerboten van het Eiland Texel en van de gewapende burgermagt

In antwoord op de uwe van den 17e dezer is deze dienende, dat wy opzichtelyk Ulieden voordragt, omtrent de vivres van vleesch of Spek voor de wagtdoende Burgers moeten difficulteren- daar Zulks niet in onze magt is- nogthans zullen wy wat de uitdeeling van het brood aangaat op denzelven voet blyven Continueren.

Indien onverhoopt de Burgery niet verkiezen de posten te blyven bewaren, zo verzoeken wy, ons hiervan kennis te willen geven, ten einde daarna onze maatregelen te kunnen nemen.

N 16 Circulaire 23-2-1814 Predikanten der Gereformeerde Gemeente, die der Mennonieten en de pastoor der Roomsche Gemeente van Texel

De Heer commissaris van dit arrondissement by eene Circulaire aanschryving van den 7e January (den 9e dezer eerst by my ontvangen) gelastende, dat ingevolge Proclamatie van Zyne Koninglyke Hoogeheid op de eersten Woensdag van ieder maand een Bede-uur zal gehouden worden, het geen alhier in alle kerken der onderscheidene genoodschappen bepaald is, des morgens van 11 tot 12 uren; geve ik daarvan by deze Kennis, met invitatie en Last om hieraan Stiptelyk te voldoen, en dit aan de leden uwer gemeente op aanstaande Zondag, door middel van den predikstoel bekend te maken; terwyl ik U voor het overige, daar my geene exemplaren van deze publicatie zyn toegekomen moet renvoyeren, tot de Staat-Courant van de maand January ll alwaar deze publicatie woordelyk is geïnsereerd.-

N 17 25-2-1814 den Heer Luitenant Collonel Drieman, Commanderende S lands divisie Canonneer booten gestationneerd te Texel

Leverantie victualien

N 18 2-3-1814 Commissaris Engelsche Schipbreukelingen

Bij mijne missive van den 14e february had ik de Eer UHoogEdgestr voorloopig Kennis te geven van het verongelukken van het Engeslche Transportschip Beresford Transher dan, de aanhoudende vorst en het willekeurig gedrag van de burgerlijke krijgsraad, die wel het overbrengen van particuliere brieven over den Helder, maar niet die van het Bestuur wilde toelaten.

Zo als ik in myne missive van den 25 february heb gemeld is oorzaak geweest dat deze brief is tot heden heeft moeten blijven liggen.-

Ik hoop echter dat deselven morgen als de postschuit door de veranderde wind, die het ijs sterk naar binnen drijft, zal kunnen vertrekken, en heb nu de Eer nader te melden:

Dat van de 27 geborgene Soldaten en 3 officiers, zich Een officier 1 Corporaal & 9 man van de 2e Compagnie, 2 man van de 3e Compagnie, 1 Sergeant, 1 Corporaal en 9 man van de 4 e Compagnie- 1 Lieutenant & 1 man van de Grenadier Compagnie en 1 Lieutenant en 3 man van de voltigeurs bevinden.- alle van het regiment Nassau te zamen 3 officiers, 1 sergeant, 2 Corporaals en 24 Gemeenen.-

Marge Overzicht van de toestand der schipbreukelingen:

Situatie

Christaan Wernicke, Carl Keim, Carl Tumler, off.

17 die niet Loopen kunnen

van de 2e Comp 1 officier van de 4e Comp 1 sergeant 1 Corporaal 9 man

van de grenadiers 1 Luit & 1 man

van de voltigeurs 1 Luit en 3 man

van de 3e Comp 2 man

de officieren zyn byna hersteld.-

en tien gemeenen-

Een die de Toonen van de beide de voeten verloren heeft.-

De officieren genaamd Christaan Wernicke, Carl Keim, Carl Tumler waarvan de twee eerst gemelde eerste Luitenants en de Laatste 2e Luitenant, zij zyn byna hersteld.-

Van de onderofficieren en gemeenen zyn er 10 die, hoewel gebrekkig egter doch weder gaan kunnen, en 17 die nog niet gaan kunnen, waaronder 1 die alle de toonen van zyne beide voeten heeft verloren, en daarby Zwak en Ziek is; voor hunne oppassing wordt alle Zorg gedragen, en heb deselve zo als by myn vorige gemeld, alhier aan den Burg in eene barak onder myn opzigt laten brengen, doch de officieren zyn in een Logement.

N 19 op dato 2-3-1814 aan deselven

Daar het op dit moment dooyweer is en er zich een hoop op doet dat door den sterke westewind die het ys na binnen dryft- de Commissie welke men ingevolge myne missive van den 25 february ll gewelddadig heeft belet om te vertrekken, morgen zal kunnen gaan; heb ik noodig geoordeeld, tot een bewys hoedanig de woelingen en brutaliteiten van het volk alhier, dag op dag toenemende en tot den hoogsten top zyn gerezen, hiernevens te zenden twee processen-verbaal die zedert dien tyd voor het Vredegeregt gepasseerd zyn, en niet anders aangemerkt kunnen worden als een vrugt van het gedrag van den Krygsraad, die alleen tegen het bestuur werkt; maar voorts onder de gewapende burgers alles ongestraft door de Vingers ziet; die ter wagt wil gaan, gaat, maar die niet verkiest blyft thuis, en dit heeft zelfs onder de officieren plaats; by voorbeeld gepasseerde vrydag bleef de Lieutenant die de wagt in het fort had moeten hebben geheel weg, gelyk ook een sergeant en 10 Schutters van het dorp Oosterend; en Zondag heeft men wederom een Sloep van de Helder laten overkomen met eenige passagiers die maandag ongehinderd is vertrokken.

Ik herhale alzoo nogmaals op het dringendste verzoek in myne missive van den 25e dezer gedaan.

N 20 4-3-1814 aan den Heer Capitein van Breenigen

Dat de officieren en onder officieren van de voormalige Compagnie Kust-kanonniers welke hunne dienst aan Zyne Koninglyke Hoogheid aangeboden hebben, in de Landmilitie zullen worden ingedeeld en zich ten dien einde reeds Lange naar Alkmaar hadden moeten begeven, is mij uit de missive van den Heer Generaal de Jonge van den 3 January welke UEd my heeft medegedeeld, gebleken.-

Maar waarom dezelve niet reeds lange zyn vertrokken of zo UEd zegt niet hebben kunnen worden verzonden is my onverstaanbaar, en niet overeen te brengen met het geene UEd zegt in uwen brief van den 22 february namelyk dat er andere gelegenheden genoeg zyn om van hier naar Alkmaar te kunnen gaan als over den Helder; van welke gelegenheden men alzoo dadelyk had behooren gebruik te maken, of nog moet doen.

Ik kan dierhalven ook aan uw verzoek niet voldoen; te meer, daar ik stellige Last van den Heer Generaal om geene betalingen van die aart te doen.-

Het Tarif van de Turf, voor de wagten bedraagt niet by my, maar by den Leverancier Dekker aan wien ik UE alzoo moet renvoyeren.

N 21 Buitengewone onkosten 12-3-1814 Commissaris

UHoogEdgestr vraagt van mij bij Circulaire aanschrijving van 18 December ll binnen den kortst mogelijke tijd eene opgave van alle buitengewone kosten welke men door de veranderde omstandigheden van zaken in de noodzakelijkheid is geweest van te moeten maken.-

De revolutie op dit Eiland, toen pas begonnen om dat wij door de gestremde postroute eenen langen tijd onkundig waren gebleven van het gene er aan de vaste wal omging; konde ik met opnamen dezer onkosten geen begin maken voor dat alles eene meer bedaarde en Calmere houding had aangenomen;

Dit Tijdstip gekomen zijnde, liet ik alle Rekeningen zo spoedig mogelijk opeischen.

Wanneer het mij voorkwam dat zommigen derzelven vrij hoog, andere overdreven, of mogelijk geheel ongefondeerd waren; weshalve ik besloot dezelven te stellen in handen eener Commissie bestaande uit 5 Leden van de municipale Raad om te onderzoeken wat hiervan zij.

Dezelve Commissie, hare werkzaamheden geëindigd hebbende, waarmede wederom eenige tijd verliep, heeft dezelve mij eindelijk gerapporteerd dat hoezeer woeste driestheid, gepaard gaande met uitbundige vreugde over het gebeurde ten goeden in Nederland veel tot nuttelooze verteringen hadde aangezet, en doen veroorloven, zie zij in bedaarde oogenblikken ten hoogsten zouden afkeuren.-

Terwijl anderen minder gemoedelijk onder datzelfde masker schuilende en er niets bij te verliezen hebbende; alleen om goede cire en vrij gelag te hebben ter voldoening hunner slemplust, en mogelijk met nog erger oogmerken, ven deze voor hen zo gunstige gelegenheid gebruik hadden gemaakt; hun egter bij onderzoek was gebleken dat alle deze kosten werklijk bestonden en gemaakt waren met voorkennis en op Last der hoofden en officieren van de zich vrijwillig gewapende Burgerij; en welke daarop gehoord zijnde dit ook hebben erkend, met bijvoeging, dat het hun onmogelijk is geweest, zodanige ongeregeldheden voortekomen, omdat er geen stuur onder deze zamengeloopen menigte volks was, die in de eerste oogenblikken weggevoerd wierden door het toekomstig heil des Vaderlands met de herleving van zeevaart, een der voornaamste takken van hun bestaan, moedig op de inneming van het fort, ten blijke dat zij ook ter afwering van den algemeenen vijand het hunne toegebragt hadden, en daarbij dagelijks verontrust wordende, door Tijdingen van den Helder, die haar verplichtte zo bij dag als ook des nagts in een ruw Jaarsaisoen zure togten en wagten waar te nemen dat men dierhalven, wilde men rust, wilde men een ieders veiligheid beschermen en het volk tot geene buitensporigheden doen overgaan inschikkelijk had moeten zijn en door middel van spijs en drank de teugels vieren.-

Uit dit rapport met het geene mij zelve daarvan bewust is, alzoo gebleken zijnde dat er weinig verandering of vermindering in de kosten te maken zijn, welke de gelukkige omwending van zaken alhier op het Eiland heeft veroorzaakt en waarvan het montant ingevolge de bijgevoegde specifique opgave, een Somma van f 2548:13:- bedraagt, blijft er voor mij alleen deze gewigtige vraag over: waaruit zullen de kosten betaald worden?

En hiervoor schijnt mij onder referentie grond te zijn om dezelven uit 'S Lands Schatkist te vragen, daar Zijne Doorluchtige Hoogheid onzen Souverein, aan de Commissie welke vanhier naar 'S Hage geweest is om kennis te geven van het innemen van het fort hoogstderselve bijzondere genoegen betuigd heeft over het prijzenswaardig gedrag der Burgerij van Texel en het innemen van het fort, als ook in de bewaring van de algemeene rust en veiligheid, met bijvoeging, dat, daar men ter bescherming geen militairen konde missen, hoogst gedagte Zijne

Hoogheid ook de verdere behoudenis en bewaring van het Eiland Texel gerust aan de Burgerij opdroeg, die hieraan ook niet in gebreken zijn gebleven maar onaangezien het barre en koude winter saisoen onophoudelijk zedert den Tijd der inneming van het fort, zijnde geweest den 5 December 1813 tot op heden dag en nagt met 70 à 80 mannen de wagt hebben betrokken en nog verder, met verwaarloozing van haar eigen bestaan, moeten blijven betrekken zolang de Helder niet over is, ten einde het Eiland te bevrijden van een stroop van den vijand, die zich vermoedelijk niet ontzien zouden geld uit de Kassen van 'S Lands ontvangers alhier te ligten, of eenig Slagtvee te halen, twee articulen waaraan dezelven alleen volgens informatie gebrek heeft; voor welke diensten dezelven dan ook de betaling van de gewone kosten ter somma van f 2548:15.- maar eene geringe belooning zoude zijn in vergelijking van het nadeel dat daardoor aan den Lande zoude hebben kunnen worden toegebragt, te meer daar zich onder deze kosten ook nog bevinden het maken der wagthuizen, repararen van geweren, Transport van veldstukken en andere onvermijdelijke uitgaven die buitendien van 'S Lands wegen zouden moeten worden betaald.-

Ik zwijge nog van de kosten die het wagt houden van Burgers van anderen plaatsen zouden hebben veroorzaakt wanneer dezelve na billijkheid van livres en Soldij hadden moeten worden voorzien;

Ik verzoek dierhalven UHoogEdgestr medewerking, dat deze kosten zo spoedig mogelijk uit 'S Lands Cas worden betaald; daar ik geen kans zie dezelver uit hoofde van den vrij algemeen verarmde Staat der Ingezetenen van dit Eiland te vinden.

N 22 Jagt 2-3-1814 Commissaris

Op den 7 January ll (by my den 9 february eerst ontvangen) gaf UHoogEdgestr my Kennis dat de Jagt op den 4 January door den Heer Commissaris Generaal van het Departement was gesloten; waarvan ik dadelyk de noodige advertentie heb laten doen; en den veldwagter gelast hierop toetezien;

Alle Liefhebbers van de Jagt, waarby zich zelfs de ongequalificeerde personen voegen, zyn egter van begrip dat ofschoon de Jagt op hazen en patryzen gesloten mogte zyn. Het Jagen op wild gevogelte volgens de voormalige wetten gepermitteerd was tot groote nadeele der Kooylieden, zo al UHoogEdgestr zult zien uit het bygaande Copie proces verbaal;

Ik verzoek, my dierhalven te melden wat hiervan is, en UHoogEdgestr medewerking dat alle deze aanklagten toch ten strengste worden agtervolgd; daarbuiten dit, niet alleen de Jagt, maar ook alle de vogelkooyen op Texel gewis finaal zullen worden geruineerd.-

Ik voege ook hierby twee rapporten van den veldwagter, die ten aanzien die voorgevende vigilantie van hem merkelyk verschillen met het proces verbaal.

N 23 Engelsche Schipbreukelingen 11-3-1814

Op den 2e dezer gaf ik UHoogEdgestr kennis dat er onder de 17 onderofficieren en gemeenen, welke nog niet ten vollen hersteld waren, zich een bevond die alle de Toonen van Zyne beide voeten waren afgevroren, en daarbi Ziek en Zwak was; thans moet ik UHoogEdgestr tot mijn Leedwezen melden dat deze persoon genaamd Peter Hart, geboren te Ettersheim ambt Hoeche, Corporaal by de 4e Compagnie van het Regiment Nassau oud na gis 27 Jaar, op gisteren aan de gevolgen van dit ongelukkig toeval en bykomende Koortsen is overleden, en morgen met Militaire honneur door de gewapende Burgers alhier als een dapper Krygsman zal worden begraven.

Ik hoop dat deze de eenigste zyn zal die den Tol van deze noodlottige Schipbreuk zal behoeven te betalen.

N 24 Politie 11-3-1814

Daar door de aanhoudende vorst de Communicatie nog altoos gestremd blyft en men het vertrek eener Commissie ingevolge myne missive van den 25 february gewelddadig heeft belet, welke belast was om onder anderen ook met UHoogEdgestr over de aanpeilingen op Texel ampel te Confereren en de nieuwe Brood Zettingen mede te brengen.-

Heb ik my op een gepresenteerd request van alle de broodbakkers alhier tot behoud van 's lands inkomsten en ter voorkoming van te duchtene onheilen by een langer gebrek aan brood, verpligt gevonden provisioneel eene broodzetting te arresteren; van welke beide Stukken ik de Eer heb Copie hiernevens te zenden in hoop dat Zulks uit aanmerking van de byzondere omstandigheden waarin Texel zich bevind, de Goedkeuring van UHoogEdgestr zal wegdragen-

Tevens in Consideratie gevende, of de datum van de resolutie waarby ik den prys van het brood heb verhoogd, niet voor het Tydstip zoude kunnen worden genomen, dat de gedane peiling effect konde sorteren; waardoor een aantal niet ongefundeerde reclamatien der Bakkers konden worden voorgekomen en den gaarder als dan behoorde kennis te hebben.

N 25 26-3-1814 Heeren predikanten

Daar zich inde naburige provintie van Utrecht eene Zoort van veepest heeft geopenbaard, waarvan de vreeslyke gevolgen zouden te dugten zyn, indien dezelve, het geene God verhoede, hare verwoestingen over dit Land meer algemeen verspreidde; ben ik door den Heer Commissaris van dit Arrondissement verzogt om in uwe gebeden uitdrukkelijk gewag te maken van deze met het welzijn van dit Land zo nauw betrekking hebbende Zaak, en God op het vurigste te smeken dat het hem behage deze Ramp aftewenden, en de pogingen daartoe in het werk gesteld met Zynen Zegen te bekroonen.-

N 26 28-3-1814 Politie 14 daags rapport

Aan den Heer Commissaris van het arrondissement Alkmaar

Het besloten water is oorzaak geweest dat ik UHoogEdgestr niet regulier mijn 14 daags rapport ten aanzien der politie heb kunnen doen toekomen, daar zedert den 6e January tot aan den 21 dezer geen vaartuig of brieven maal van hier naar het Eiland Wieringen heeft kunnen komen, als eens op den 9 February, wanneer ik op gemelde 21e dezer zo van UHoogEdgestr als van andere authoriteiten een aantal van 54 brieven en aanschrijvingen ontving onder welker beantwoording ik thans als begraven leg.-

Intusschen twijfel ik niet of UHoogEdgestr zult uit onderscheidene van mijne brieven en wel bijzonder uit die van den 25e February hebben gezien hoedanig den geest der inwoonders alhier gesteld is.-

Hoewel de hoofden van de gewapende Burgerij zedert de terugkomst van de Commissie en het ontvangen van de brief van UHoogEdgestr meerder ondergeschiktheid betoonen als wel bevorens en nu zo het schijnt met mij willen medewerken, om alle Communicatie met de Helder te beletten.-

Ik heb hierop gisteren eene zeer ernstige proclamatie laten doen, en de gewapende Burgers gelast stiptelijk de orders van hare officieren optevolgen, en geene wagten; als mede dat ook geene vaartuigen uit de haven of agter de Hors van daar mogen vertrekken, zonder alvorens te zijn gevisiteerd, en met een pas van mij voorzien, hoewel het zeer moeijlijk is, dit nauwkeurig van alle punten van het Eiland te doen observeren uithoofde der uitgestrektheid.-

Tot een bewijs hiervan strekt dat gisteren avond circa 10 uur tusschen de forten de Lunette en Centaal wederom een klein roeivaartuig van de Helder is aangekomen met drie personen en een dienstmeid, te weten: Pieter Bruintjes, Fredrik Helder, Jan de Wolf, benevens de dienstmeid van Fredrik Helder, Cornelia Veen, zo zij voorgeven om particuliere zaken; maar daar in het paspoort staat met voornemen om Levens-middelen voor de Gemeente te halen, heb ik mij verpligt gevonden deze personen welke door een patrouille van eene in de haven leggende Canonneerboot zijn gearresteerd en aan mij tegen reçu overgegeven, opheden na Alkmaar te doen transporteren, aan den directeur der Politie waarvan ik de Eer heb UHoogEdgestr bij dezen kennis te geven.-

Een zoortgelijk geval heeft er weinige dagen te voren plaats gehad met een dito roeivaartuigje waarin zich de personen van Dirk Daalder, Jacob Vos, Pieter Pastoor en J. van der Laan bevonden, welke bij hun vertrek zijn geattacqueerd, bij zich hebbende om mede te nemen twee vierde vaatjes zeep 1/8 dito, 11 pond tabak en een mandje met Eieren, en welke personen zich nog in arrest bevinden aan boort van de Canonneerboot in de Haven.

Gisteren op de middag kwam er ook een sloep quasi met oude brieven uit het Postkantoor van de Helder maar die echter door een andere sloep van de Canonneerbooten weder is terug gezonden, en de brieven heeft overgenomen.-

Voorts zijn er zedert de terugkomst der Commissie geene dadelijkheden voorgevallen ofschoon de Geest van velen nog zeer oproerig is, zoals UHoogEdgestr zult zien uit eene zeer brutale bedrijging aan het Bestuur waarvan ik Copie hierbij voeg.-

Ik heb alle moeite aangewend om de daders van dit fijt te ontdekken, maar tot nogtoe vergeefsch. Iets naders hiervan vernemende zal ik niet mankeren UHoogEdgestr dadelijk kennis te geven.

[Pieter Bruintjes]

[Fredrik Helder (1760/68 -1824) uit Wunstorf Hannover, gestorven in Den Helder. In 1812 was hij in dienst op 's Lands schip Leijden op de rede van Texel. Getrouwd met Martje Jacobs Zaadman (1768-1812) van Den Hoorn in 1798, hertrouwd met Trijntje Jans de Wolf uit Oudeschild in 1812]

[Jan de Wolf (17xx-18xx) getrouwd met Marijtje Flens van Oudeschild, 6 kinderen waaronder Trijntje]

[Cornelia Veen (1791-1821) uit Oudeschild, dochter van Philippus Jansz Veen en Grietje Jacobs Dros]

[Dirk Cornelisz Daalder (1792-1851) zeeman, of Dirk Maartensz Daalder (1791-1824 broodbakker, of Dirk Pietersz (1775-1850) broodbakker. Allen uit Den Hoorn. Waarschijnlijk de eerste]

[Jacob Vos]

[Pieter Pastoor]

[J. van der Laan]

N 27 Circulaire 31-3-1814 Aan de Heeren Predikanten

Daar het Saizoen thans wederom zo verre gevorderd is dat in alle de Kerken op dit Eiland des avonds van 6 tot 7 uur de gewone maandelijkse bedestonden kunnen gehouden worden als zynde het uur het welke daartoe by publicatie is vastgesteld; verzoek ik U dien Conform tot nader aanschryving te willen gedragen en de Leden uwer Gemeente, van deze verandering door middel van de predikstoe; kennis te geven.

N 28 politie 31-3-1814 Aan de Commissaris

Gisteren is de postschuit is wederom zonder brieven van Wieringen terug gekomen.

Ik kan niet begrypen hoe of het Zenden der brieven van wegens het Post Kantoor te Alkmaar zo veel Zwarigheid kan ontmoeten- daar voorheen de brieven alle dagen van Alkmaar op de Helder wierden gezonden, konde dit ten minste nu ook wel 2 of 3 maal per week naar de Oudesluis geschieden; het reguliere ontvangen of kunnen verzenden der brieven is op dit moment voor het Eiland van zeer veel aanbelang en te vergen dat wy de zelven gedurig van Alkmaar moeten Laten halen zo als onlangs nog geschied is, hetgeene voor de ingezetenen en dit bestuur met Zware Kosten verzeld gaat en nu thans wederom verpligt met groote Kosten eener expressen te zenden.

Het zoude my aangenaam zyn dat UHoogEdgestr eenige voorziening konde daarstellen.

N 29 31-3-1814 Commissaris

Dadelyk na den ontvangst van UHoogEdgestr missive van den 22 february, en de terugkomst der Commissie, het welk gelyktydig op den 21e dezer heeft plaats gehad, heb ik my onafgebroken bezig gehouden uit de generale Alphabetische Lyst de personen van ieder dorp afzonderlyk te Extraheren, ten einde dezelven alzoo volgens UHoogEdgestr verlangen afzonderlyk te kunnen laten Loten.

Dan, het berigt van deze Loting dat reeds eenige uren voor den ontvang der missive en retour der Commissie op Texel verspreid was, heeft onder de Jonge Lieden zodanige Sensatie veroorzaakt, dat de gemoederen daardoor vry wat aan het gisten geraakten, zonder zich echter eenige ongeregeldheden te veroorloven, maar by nader overweging te rade zyn geworden zich, zo men my verzekerd heeft, in zeer geschikte Termen by request aan Zyne Koninglyke Hoogheid te addresseren, ten haren favoure inroepende het 34 en 35 artikel der publicatie van 20 December 1813, aan het bestuur in bygaande Copielyke request hebben versogt met den dadelyke Loting zo lange te willen verwylen, tot dat de dispositie op het addres aan Zyne Koninglyke Hoogheid gepresenteerd, zoude zyn ingekomen.-

Hierover met de verdere Leden van het bestuur Serieus gedelibereerd hebbende, zyn dezelve met my van gevoelen dat het hangende de dispositie van Zyne Koninglyke Hoogheid ook niet raadzaam is, dat hierin iets door ons worde ondernomen; te meer nog daar wy (en dat well in dezen het voornaamste is) thans wederom zonder eenige militairen magt zyn; wyl de Heer Luitenant Collonel Drieman Zyne flottille zodra het wederom open water was, volgens Zyne order op de hem aangewezen plaatsen heeft doen post vaatten, of van tyd tot tyd op de Rhede doet Kruijsen.-

Ik heb noodig geoordeeld UHoogEdgestr hiervan dadelyk per Expresse kennis te geven.- Terwyl ik niet nalaten kan by deze gelegenheid te remarkeren dat de aanmerking door den Heer Commissaris generaal van het Departement gemaakt als of na Zyn oordeel niet met die fermiteit was te werk gegaan, welke ter voorkoming van deze ongeregeldheden noodzakelyk ware geweest- eene beschuldiging van pligt verzuim behelst, die wy onder referentie in geene deelen meriteren; wanneer men met aandagt onzen brief en het bygevoegde proces-verbaal inziet, Zal men wel kunnen opmaken dat er in den beginne Zo veel fermiteit gebruikt is, als er met mogelykheid zonder assistentie van Militaire magt kon plaats hebben.-

Maar toen het getal der met geweld vrywillig dienst nemende manschappen zo groot was, dat men begreep er aan het 34 en 35 art. der wet was voldaan, kwam er van onze Zyde geene fermiteit [fermété is Frans voor kracht of standvastigheid] meer te pas, die ook buitendien geheel vrugtloos zoude geweest zyn; daar het dispuut tusschen die geenen die zich aan het Lot wilden onderwerpen, zo groot en de aandrang van de menigte zo sterk was dat men Stoelen noch banken ontzag, maar daarvan een groot gedeelte aan stukken trapte om zo veel spoediger op de meenigte te kunnen aandringen.-

Toen begrepen wy dat het pligt was ter voorkoming van een bloedbad en ter verzekering van onze personele veiligheid de vergadering te verlaten, en het volk uit een te doen gaan.-

Voorts gaan hierby nog twee van de vrywilligers die voor de Loting geteekend hebben, en gepasseerde dingsdag zyn agter gebleven, zo dat het geheel getal nu 24 man bedraagt, zynde de 25e door Lighaamsgebreken afgekeurd.-

N 30 31-3-1814 Politie Commissaris

Gisteren middag kwam alhier wederom een parlementair Vaartuig van de Helder waarin zich behalven de schipper 3 burgers van de Helder te weten Arie Houting met zyn vrouw en dogter bevonden, voorzien [van een pas] waarin gemeld wordt dat Zy voornemens waren de Helder te verlaten, alwaar Zy niet Langer in staat waren eenige Sources van bestaan te vinden, of zich te kunnen mainteneren, maar voornemens naar Harlingen te gaan, verzoekende, hunne de passagie over Texel te willen vergunnen, ik heb geen Zwarigheid gevonden dit verzoek toetestaan en haar Zolang onder Surveillance te nemen tot dat er gelegenheid is, om naar Harlingen te kunnen vertrekken; hopende dat dit door UHoogEdgestr zal worden goedgekeurd.-

Dat zelfde vaartuig brengt ook nog een brief van de maire van de Helder mede, waarin hy verzoekt de 4 personen waarvan ik in mynen brief van den 28 e dezer melding heb gemaakt, dat zich aan boord van den Luitenant Collonel Drieman bevonden te ontslaan, en naar hunne haardsteden terug te laten keeren. Ik heb hem geantwoord, dat dit Zo min in mynen magt was als van den Heer Drieman, welke hier opeerst de orders van den Heer admiraal Verdooren moest afwagten; en daarmede de parlementair, die zo lang in de burgerwagt bleef, terug gezonden.-

Intusschen zou UHoogEdgestr uit den inhoud van den brief zien, waarvan ik Copie hierby voeg dat den Heer admiraal Verhuel Zich met deze Zaak meleert, en het ware niet onmogelyk dat hy zich hierover Satisfactie zogt te verschaffen om met een paar gewapende Sloepen agter de Hors te Landen en de benoodigde Levensmiddelen te halen, zelfs konde hy op die wyze by verrassing zich ook meester maken van het fort wanneer hy het geheele Eiland in bedwang heeft; of met een gewapende Brik voor het Oudeschild komen.- en onder bedryging van het dorp te zullen plat schieten, vragen het geen hy wilde.-

Ik verzoek UHoogEdgestr dierhalven by den Heer Admiraal Verdooren de noodige instantien te willen doen dat de beloofde Canonneerbooten door den Heer Commissaris Generaal by het departement van de marine toegezegd, met allen mogelyken Spoed herwaards worden gezonden- daar de sterke wagten de burgers, waarvan meer dan de helft Zeelieden zyn die allen op hun beroep uitgaan te zeer bezwaren, ook niet genoeg gewapend of bestand zyn om alle onderneming van den Armiraal Verhuel te kunnen tegengaan.-

PS voor weinige dagen is de adjudant van den Heer admiraal Verhuel, de Heer Reeks, die met een klein vaartuig naar Vrankrijk is geweest, terug gekomen, wanneer men 101 Schoten uit het grof geschut heeft gedaan, maar om welke redenen heb ik nog niet kunnen ontdekken.

N 31 den 31-3-1814 den Heer generaal de Jonge Commanderende in Noordholland

Daar door het breken van een Rytuig by de Laatste verzending der militairen van het Regiment Nassau, twee Soldaten, welke nog niet gaan konden, hebben moeten agter blyven, en de Communicatie van hier naar de Oudesluis thans weder open is, profiteer ik van deze gelegenheid om dezelve met een vaartuig derwaards en vandaar verder met een Rytuig naar Alkmaar te zenden, vermits de Kosten om dezelven Langer alhier by particuliere Burgers te houden te hoog Loopen; vertrouwende dat deze maatregel de goedkeuring van UHoogEdgestr zal wegdragen.-

N 32 gepresteerde Cautien ten behoeve van het fransche Gouvernement Commissaris

Ik heb de Eer in andwoord op uwe Circulaire aanschryving van den 15 e maart ll N 229 te melden dat buiten de amptenaren waaromtrent reeds elders renseignementen zijn gevraagd, zich alhier geene andere personen bevinden, die ten aanzien van hun ampt of professie eenige cautie ten behoeve van het fransche Gouvernement hebben gesteld.-

N 33 1-4-1814 Commissaris

Dat zich hier except een gepensioneerd extra ordinaris Luitenant ter zee met een Houten been, geene gepensioneerde of geëngageerde militairen zich bevinden, die in staat zijn eenige dienst te kunnen doen.-

N 34 Commissaris 1-4-1814

Ik heb de Eer UHoogEdgestr bij deze Kennis te geven dat ik heden de 2 Militairen welke Laast door het breken van het rytuig alhier hebben moeten agterblyven, over de Oudesluis naar Alkmaar zend, aan den Heer Generaal de Jonge, vermits de Kosten om dezelve hier langer te houden, te veel zouden bezwaren, en een van dezelven ook byna hersteld is.

N 35 2-4-1814 Heeren Commissarissen en Kerkmeesteren der gereformeerde Gemeente aan den Burg op Texel

Onder de menigte van aanschryvingen welke my op den 22 Maart zyn geworden, bevindt zich ook eene Circulaire in dato 28 february ll, waarin onder anderen wordt gezegd "het Gouvernement verlangt &" (zie het 5 e ontwerp der Circulaire van den 28-2-1814 N 155)

Ik verzoek UL my hieromtrent zodra immers mogelyk de noodige renseignementen te willen Laten toekomen en met de andere Gemeentens op dit Stuk te Concent te gaan, wyl aan den opgave die met alle omzichtigheid dient te geschieden, zeer veel gelegen is.-

N 36 4-4-1814 Commissaris, organisatie Landstorm

Niet voor op Zaturdag den 2e dezer heb ik de Eer gehad UHoogEdgestr missive van den 28e maart betreffende de organisatie van den Landstorm te ontvangen, en daarop dadelyk gisteren den 3e dezer de benoemde officieren ten Raadhuize geconvoceerd om hun den inhoud van opgemelde missive mede te deelen en alzoo een legale Kennis van hunne benoeming te geven, die zich dezelve ook allen hebben laten welgevallen except den Luit Collonel die verklaard heeft deze benoeming niet gaaf te kunnen accepteren, alzoo hy binnenkort, waarschynelyk het Eiland zoude verlaten en eene andere bestemming krygen, doch om een blyk van Zyne bereidwilligheid te geven, en geene de minste vertraging in den loop dier Zaak te maken, heeft hy deze post provisionneel aangenomen, en zal zich van heden af onmiddelyk bezig houden met de andere heeren oficieren, de middelen daarstellen, die ter organisatie van den Landstorm worden vereischt en als dan de Eer hebben met UHoogEdgestr daarover zelve in Correspondentie te treden.-

Intusschen zal het van het Uiterste aanbelang zyn zo er een Reglement van order en discipline voor den Landstorm bestaat, gelyk ik niet twyfele, dat zulks ten Spoedigsten worde overgezonden, waartoe ik UHoogEdgestr zoo voor my als ook namens den Heer Luitenant Collonel instantelyk verzoek.

N 37 Dienstneming in een Corps Jagers 6-4-1814

Ik heb [hiervan] dadelyk op alle de dorpen dezes Eilands kennis gegeven, dan er is niemand opgekomen die zich hiertoe heeft aangeboden.

N 38 6-4-1814 Vrijwillige giften voor de algemeene wapening Comm

f 318:7:8 en een coupon groot f 45- een Gouden Ducaat 5:5:0 2/2 en 2/4 Spaansche matten 3:15:- 11 frank 5:4:8 en 3 stuks Deensch geld de waarde onbekend.

N 39 op dato aan denselven

Contracten ten Lasten van het Departement van Binnenlandsche Zaken

N 40 7-4-1814 paspoorten aan denzelven

Niet voor heden avond, na het vertrek der post, van den percepteur der directe belastingen die absent geweest is, de hiernevens gaande Staten van de Zonder employ geblevene paspoorten ontvangen hebbende, is het my ook niet doenlyk geweest dezelven eerder te zenden, en alzoo te kunnen voldoen aan UHoogEdgestr aanschryving van den 9 maart 1814 N 242; uit de byvoegden Staat zal UHoogEdgestr zien, dat daar de percepteur de paspoorten altyd Contant betaalt en verpligt was, uit hoofde van den verren afstand eene Zekeren voorraad te houden, dat hem deswegens nog f 16.12.10 toekomt, welke hy verzoekt dat aan hem mogen worden gerestitueerd.

N 41 Schuttery Commissaris 8-4-1814

Toen ik den 22e Maart UHoogEdgestr aanschryving van den 5 d N 204/188 ontving, omme den eersten een nauw Keurige Staat optemaken van het getal manschappen dat zedert den 20e November 1813 'S wekelyks na de voorposten waren gemarcheerd; vermeende ik te kunnen veronderstellen, dat dezelve abusivelyk naar Texel was verzonden, en leidde dezelve alzoo ter Zyden, dan daar ik deswegens op den 5e dezer een rapel [rappel is Frans voor aanmaning] ontving, vind ik my verpligt alzoo op bovengemelde missive te antwoorden, dat dezelve voorzeker alhier van geene de minste applicatie kan zyn-

1 omdat wy op den 20e November nog in de magt der franschen waren, zynde het fort alhier eerst den 6 December overgegaan.-

2 dat wy Zedert den 8 January tot den 21e Maart door den vorst Zonder eenige de minste Communicatie met het vaste Land zyn geweest- en Zonder de Helder aantedoen volstrekt buiten staat waren by de voorposten aan het Zand te komen, en

3 dat al ware de Communicatie open geweest, het nogthans ongeraden, ondoenlyk en onder reverentie hoogst onbillyk zoude zyn manschappen van hier naar het Zand te Zenden, daar wy zelve als het naaste aan de Vyand leggen verpligt zyn geweest zedert den 6 December 1813 tot op heden dagelyks met 70 a 80 man tot groot bezwaar der burgery dag en nagt de wagt te houden om den vyand afteweren, die het maar zeer weinig moeite behoeft te Kosten zich weder meester van de forten en het Eiland te maken, en daardoor in het volle bezit van die Levensmiddelen te komen, die hem het meest ontbreken, namentlyk vee of versch vleesch.-

N 42 aan denzelven

Daar het niet wel mogelyk is het gerequireerde getal van ponden Spek vermeld in UHoogEdgestr missive van den 3 April N 229 (gisteren ontvangen) alhier te bekomen, en voor de 15e te Alkmaar te leveren, zo neme ik de vryheid UHoogEdgestr te verzoeken, de noodige ordres te willen geven dat hetzelve voor onze Rekening aan het magazyn worde bezorgd.-

N 43 Leverantie van Artillerie & dragonder paarden 12-4-1814 Commissaris

Hiernevens het reçu van de geleverde paarden waarop de Gemeente van Texel is aangeslagen.-

UHoogEdgestr zal ons byzonder verpligten van te Zorgen dat wy hiervoor zo spoedig mogelyk de toegezegde betaling van 'S lands wegen bekomen, daar wy provisionneel omdat de municipale Cas niet in staat is eenig voorschot te kunnen doen, voor eigen rekening hebben moeten negotieren en my voorts te melden op welke wyzee ik het te kort komende mag omslaan of vinden.-

N 44 13-4-1814 diaconen of armbezorgers der gereformeerde, Roomsche en mennoniete Gemeentens op Texel, mitsgaders den Gemeene armevoogden

Myne Heeren!

De Heer Commissaris van dit arrondissement heeft aan my onlangs doen toekomen, Copie van een Artikel van een by hem ingekomen besluit van den Commissaris Generaal tot de Zaken van finantien, betrekkelyk het verleenen van vrydom en restitutie van 'S lands belastingen aan armen gestichten, en van my inlichtingen gevraagd, hoe verre het zelve alhier van applicatie zoude kunnen zyn.

Ik zend U dierhalven insgelyks eene Copie van opgemeld besluit, met verzoek my met opzicht tot de by het zelve gedane vraag ten spoedigsten uwe gedachten te Laten toekomen, ten einde ik aan het verlangen van den Heer Commissaris kan voldoen.-

N 45 betaling der Geestelyken 13-4-1814 Commissaris

Dat de Leeraars der hervormde Gemeenten alhier voor den Jare 1795 hunne tractementen gedeeltelyk ontvingen uit Zekere octroyen aan deze Gemeentens vergund, en gedeeltelyk uit eene toelage van 's lands wegen, waarvan egter uitgezonderd was de predikant van de Koog, welke voor het meerendeel zyn Tractement ontving uit de eigene revenuen van dat Kerkgenootschap, bestaande in eenige Landeryen welke haar eigendom waren en vervolgens zyn overgegaan aan het Eilandsbestuur, die Zedert dien tyd heeft gecontinueerd in de gedeeltelyke betaling van het Tractement van dezen Predikant en het overig gedeelte van 's lands wegen is betaald van 1795 tot en met 1810,

Zyn alle de predikanten geheel betaald van 's lands wegen, met uitzondering van die van de Koog, het geen op den ouden voet is gebleven; 1811, 12 & 13 maar gedeeltelyk van 's ryks wegen, terwyl het te kort komende door de Gemeentens door onderlinge bydragen is gesupleerd geworden.-

Echter wederom met exceptie van de Koog, welke door vacaturen, ingevolge een besluit van Zyne Excellentie den toenmalige minister van den Eerendienst met de Waal is vereenigd geworden en het Tractement voor dezen predikant geheel uit 'S lands Cas te betalen op eene Somma van 800 Guldens is bepaald geworden.- terwyl dan ook de goederen of Landeryen van het eilandsbestuur wederom zyn overgegaan by de domeinen.-

N 46 Militaire Zaken 14-4-1814 aan denzelven

Ik vind my verpligt UHoogEdgestr aanschryving van den 7e dezer (gisteren ontvangen) te melden, dat er ten opzichte van my omtrent het Leveren der artillerie en dragonder paarden, volstrekt geen de minste nalatigheid heeft plaats gehad.-

Dat de Commissie welke onlangs by UHoogEdgestr is geweest zich dadelyk van Alkmaar naar 'S Hage en Delft heeft begeven, de Leverantie van de paarden aan den Heer de Dekker aanbesteed, en met hem afgesproken dat hy het reçu aan UHoogEdgestr zoude zenden waarvan de Commissie my ook gezegd heeft aan UHoogEdgestr kennis te hebben gegeven.-

Hierop zyn de paarden door den Heer de Dekker gekogt, geleverd en goedgekeurd; maar in plaatse het reçu volgens afspraak naar Alkmaar te zenden, zendt hy hetzelve naar Amsterdam aan zyn Cassier, die op den 8e dezer verzoekt, dit reçu tegens Contante betaling of eene acceptatie op 4 weken te Laten halen.

Ik heb hierop dadelyk om geen de minste vertraging te weeg te brengen het geld, dat wy niet hadden, maar nog van een ander hebben geleend, met den beurtman naar Amsterdam gezonden; den Schipper een open brief aan UHoogEdgestr medegegeven, en gelast het reçu te Amsterdam daarin te sluiten, en met de post te verzenden.-

Hieruit blykt alzoo ten vollen, dat in plaats de aanschryvingen en herinneringen van UHoogEdgestr, die ik eerst den 22e maart en wel allen tegelyk heb ontvangen, in de wind te slaan, er geen dag, Ja geen uur verzuimd is geworden daaraan na vermogen te beantwoorden, waarvan ik dan ook verzoek aan het gouvernement rapport te doen indien het zelve tegen verwachting nog geen Kennis van deze Leverantie mogt dragen.- terwyl ik inmiddels niet twyfele of het reçu zal by den ontvanger van dienst zelve te Alkmaar zyn.-

N 47 14-4-1814 aan den Heer Contoleur der directe belastingen te Alkmaar

Patentbladen

By deze gelegenheid verzoek ik UWEd my zo dra mogelyk eens te melden, hoedanig men zich moet gedragen ten aanzien der overzetting van Huizen en Landen, daar ik niet veronderstel dat men daarmede op den vorigen voet en de Livres de Napoleon kan voortgaan, en dagelyks aanzoek kryg tot deze overzetting.-

N 48 Koepokinenting 15-4-1814 Commissaris

Staat der Koepokinenting Eerste Kwartaal van dit Jaar

N 49 16-4-1814 aan dezelven

Met de post van Heden ontving ik voor de tweede maal 4 rappellen, allen gedateerd 9 April, als een over de Vrywillige Giften en over Contracten ten Lasten van het Departement van binnenlandsche Zaken aangegaan, beide reeds beantwoord den 6e April- Een over de paspoorten beantwoord den 7 April, en een over de Schutteryen, beantwoord den 8e April.-

Ik remitteere dezelve alzoo hiernevens en neme de vryheid UHoogEdgestr te doen remarkeren, dat ik alle dezen en nog eene menigte van andere aanschryvingen en brieven, te Zamen ten getalle van 54 stuks eerst den 21 e en 22e maart heb ontvangen, en dat daarenboven thans de brieven meest altoos 5 a 6 Dagen onder weg zyn, weshalven het buiten myn Schuld Ja onmogelyk is, by de Loopende Zaken die hier thans Zolange de Helder nog met vijandelijke Troepen bezet blijft, zeer menigvuldig zyn; alle brieven te gelyk en zo stipt op zyn tyd te kunnen beantwoorden, waartoe ik echter alles Zal aanwenden wat in myn vermogen is.

N 50 Staten van begrooting over 1814 op dato aan denzelven

Het is eenigen tyd geleden, dat ik UHoogEdgestr verzocht my eenige pointen op te helderen, die ik volstrekt noodig had om de begrooting voor 1814 te kunnen opmaken.

N 51 M 19-4-1814 commissaris

Betrekkelyk de Levering voor de Landsmilitie

Gaarne had ik dadelyk aan het daarby zoo stellig gemanifesteerd verlangen van UHoogEdgestr voldaan, door onverwyld eene nieuwe Loting te doen plaats hebben; doch de

vreeze dat zulks andermaal aanleiding tot groote ongeregeldheden zou geven heeft my als nog doen aarzelen, daartoe de noodige orders te stellen.

Alvorens derhalve, overtegaan tot het ordonneren eender nieuwe Loting binnen de Gemeente, waarvan het bestuur aan myne Zorge is toevertrouwd; neme ik de vrijheid UHoogEdgestr te adieren. Ik vind daartoe te meerder reden omdat UHoogEdgestr by desselfs opgemelde Missive te kennen geeft, niet te verstaan wat eigentlyk de wensch en begeerte Zy der in de termen vallende ingezetenen.-

Om dan de reclame dezer Lieden opte helderen en UHoogEdgestr tevens te doen zien dat eene nieuwe byeenkomst ter Loting voor de Landmilitie tot de grootste ongeregeldheden aanleiding kan geven, zal ik alleen dit weinige behoeven te Zeggen.-

Toen op Zaturdag den 8e January de byeenkomst tot de Loting plaats had, waren de tegenwoordige reclamanten alle getrouw opgekomen en dadelyk bereid om zich te onderwerpen aan dat geene wat de wet te dezen aanzie, van hun vorderde.-

Een ieder had zich op de zaak voorbereid en, naar mate Zyner betrekkingen, de meest Convenable maatregelen genomen, velen hunner waren in voorloopigen onderhandeling met andere personen, die casu quo, hen zouden remplaceren.- In één woord, een ieder hunner was overtuigd dat de algemeene Last moest gedragen worden, en ook een ieder van hun was gereed om Zich aan dien Last met gelatenheid te onderwerpen.-

Doch een Kleinder getal andere persoonen, mede ter Loting opgeroepen, vonden goed een minder pryzenswaardig gedrag aan den dag te Leggen- vreezende veelligt dat het Lot hun ongunstig zyn mogte, scheenen zy de kans van het zelve niet te durven afwachten.-

Schreeuwende, althans begeerden Zy dat al de opgekomenen vrywillig zouden dienst nemen en weigerden volstrekt op de onbescheidenste wyze, alle geregelde Loting.-

Inmiddels had men hun betrekkelyk de vrywillige dienstneming op het woord gevat en na eene nader daartoe gedane oproeping gaven 51 personen Zich geheel vrywillig aan om het vader Land te dienen. Deze 51 personen derhalve hoe weinig beraden hun gedrag ook Zyn moge, en hoe spoedig hun berouw dan ook moge gevolgd Zyn, kunnen echter niet anders worden aangemerkt als wezenlyke Vrywilligers om dat zy, noch door dwang, noch door misleiding van anderen, daartoe Zyn gebragt geworden, zoo althans wordt zulks door de Reclamanten opgevat, en ik vinde geene gronden om hen dat Sustenu te betwisten.-

Op dien grond vermeenen dan ook de Reclamanten, dat het Contingent van Texel door vrywilligers reeds gevonden is en roepen alzoo by Zyne Koninglyke Hoogheid het faveur in, het welk aan die plaatsen alwaar Zulks het geval is geweest, is toegestaan, het Request tot dat einde door hun opgemaakt, is bereids voor Eenigen tyd by Zyne Koninglyke Hoogheid ingediend, en my het bewys daarvan van hunnent wegen op heden geëxhibeerd. De uitslag van het Zelve wordt door de Reclamanten met ongeduld doch tevens met het volkomenst vertrouwen op de Regtvaardigheid hunner Zaak in de equiteit van Zyne Koninglyke Hoogheid te gemoed gezien.-

Nu dit een en ander geobserveerd te hebben vermeen ik het veilig aan het oordeel van UHoogEdgestr Zelve te kunnen overlaten, of het, in dezen Staat der Zake wel geraden zy, een byeenkomst te doen plaats hebben tot welke te gelyk tydig Lieden moeten geroepen worden, welke een zoo teder en nog onbeslist punt, de meest uiteenloopende gevoelens Koesteren en wier onderlinge animositeit door wederzydsche Requesten en hatelyke discoursen tot eene onbegrypelyke hoogte gestegen is en of het, derhalve niet veel verkieslyker is deze Zaak Slepende te houden tot Zoo lange door Zyne Koninglyke Hoogheid Zelve daaromtrent zal zyn gedisponeerd.-

In allen gevallen althans ben ik huiverig eene nieuwe byeenkomst ter Loting te doen plaats hebben, zoo lange de militaire magt ter beteugeling van te vreezen disorder my ontbreekt en het is daarom dat ik de vryheid neme UHoogEdgestr ten instantelyksten te verzoeken my eenige militairen te willen toeschikken, indien het UHoogEdgestr stellige begeerte mogte blyven om de bewuste Loting als nog Zonder verwyl voortgang te doen vinden.-

N 52 politie 14 daags rapport 23-4-1814 Commissaris

Ik heb de Eer aan UHoogEdgestr te melden dat zedert myne Laatste, alhier niets van aanbelang omtrent de politie is voorgevallen.

Dat de communicatie met de Helder is weer zo te zeggen vrij, hetwelk dan ook eene meerdere levendigheid veroorzaakt, waardoor de gemoederen schijnen bedaarder te worden.

N 53 armen 24-4-1814

Betrekkelyk het verleenen van vrydom en restitutie van 's lands belastingen aan armen gestichten is dienende dat het my voorkomt dat de voorschotten wegens de betaling van 's landsmidelen door de onderscheidene Corporatien wel kunnen gedaan worden, daar dezelve eigentlyk steunen op het Crediet dat de onderscheidene Leveranciers aan de gemelde Corporatien verleenen voor zoo lang ten minste dat de restitutien der Imposten worden ontvangen, welke ik vertrouw dat aan dezelve zoo als zulks bevorens is geschied zullen worden geaccordeerd, worden terug gegeven.-

N 54 Communicatie met de Helder 1-5-1814 Commissaris

Op den 20e der gepasseerde maand gaf my den Heer Luitenant Collonel Nooy, Commanderende de flottille alhier ter rhede, Kennis, dat hy ingevolge Order van den Heer Admiraal Verdooren geene verhindering meer aan de Communicatie met de Helder toebragt, maar integendeel de vaart van Kagen en andere vaartuigen naar het Nieuwediep te permitteren, en des noods de behulpzame hand te bieden.-

Ik beschouwde deze Kennisgeving als officiel en in verband te staan met de bekendmaking door den Heer Commissaris van binnenlandsche Zaken in de Staats Courant N 90 gedaan, betrekkelyk de vrye Scheepvaart en maakte alzoo geene Zwarigheid deze vrylating waarby zoveele ingezetenen van Texel belang hadden, bekend te maken, dan, heden morgen ontvang ik een tweede brief van gemeld Heer Nooy dat geene vaartuigen hoegenaamd meer na het Nieuwediep mogen varen, en met berigt daarby dat hy ook de postschuit verhinderd had om derwaards te vertrekken, waarvan ik wederom advertentie heb gedaan.-

Wat tot deze dubbelzinnige ordres van den Heer admiraal Verdooren aanleiding heeft kunnen geven is my onbekend, en ik heb ter voorkoming van verkeerde Soupcons die men Somtyds hieruit ten mynen nadeele zoude willen doen voorkomen noodig geoordeeld UHoogEdgestr hiervan kennis te geven,-

N 55 2-5-1814 Zyne Excellentie de Heer Secretaris van Staat voor de binnenlandsche Zaken

Vergunning verkoop van de voorraden van het fort.-

N 56 3-5-1814 den Heer Daay, ontvanger particulier te Alkmaar

Proces verbaal betreffende de alhier voor de vrywillige giften gestorte vreemde muntspecien.

N 57 3-5-1814 Landsmilitie Commissaris

Ik word zo op het oogenblik van ter Zyden, doch niet legaal geinformeerd, dat Zyne Koninglyke Hoogheid, by besluit van den 25 April ll heeft gedifficulteerd in het verzoek der requestranten om vrygesteld te worden van de Loting.- en alzoo wil dat dezelve hierin voortgang hebbe. Ik verzoek dierhalven: dat UHoogEdgestr my ten spoedigsten eene bepaalde order geeft hoedanig ik deze Loting moet verrichten, het zy dorpsgewyze of in eens allen te gelyk.- Het Laatste is wel het verkieslykste, niet alleen om dat het Spoediger werkt, maar om daardoor voortekomen hatelyke reflicten en ongenoegens, indien het eens toevallig mogt gebeuren, dat het eene dorp meer hooge nommers trok dan het andere,

als mede: wat militaire of gewapende magt ik hiertoe ter myner assistentie moet vragen, die ik volstrekt en vooral in het laatste geval benoodigd ben.-

Of wat verder in dezen door my moet worden in acht genomen, ten einde ik de orders van onzen doorluchtigen Souverein na behooren kan ten uitvoer brengen.-

Van onze onlangs opgezondene 24 vrywilligers zyn reeds eenige terug, zonder dat men de rede daarvan weet. Zy geven voor afgekeurd te zyn, doch dit is in het geheel niet waarschynelyk daar zy alhier reeds gevisiteerd en volkomen goedgekeurd waren, en alle gevallen had ik er dan toch behooren kennis van te hebben, zo ook wanneer zy mogten gedeserteerd zyn, hetgeen my haast het waarschynelykste voorkomt.-

Approvisionnementen van het fort, doorgekruist 3 bladzijden

N 58 3-5-1814 Approvisionnementen van het fort, 3 bladzijden commissaris

Onenigheid over de aanwezige goederen

N 59 4-5-1814 idem, 2 bladzijden Staatsraad

N 60 belastingen 7-5-1814 Controlleur

Ik heb de Eer aan UEd hiernevens te Zenden het Kohier der belastingen voor het veefonds, als mede darr van het dienstbodengeld, het eerste dat reeds eenige dagen gereed is heb ik zelve laten opnemen, en in order brengen en het Laatste heden morgen van de repertieurs ontvangen, met berigt, dat zy omtrent het formeren van het Kohier van het paarden-, plaisier- en passagegeld zwarigheden hadden ontmoet, die har buiten de mogelykheid stelden dit stuk voor aanstaande woensdag in gereedheid te hebben,-

N 61 7-5-1814 Vrywillige giften secretaris van Staat

Proces verbaal der vrijwillige Giften ter voorziening in de behoefte van de algemeene wapening ter verdediging van het Vaderland in de maand January dezes Jaars f 379,05

N 62 11-5-1814 Nieuwe belastingen op paarden-, plaisier- en passagegeld, weinig opbrengst te verwachten.

By de formatie dezer repartitien hebben wy, aan den eenen kant, met de meest mogelyke nauwgezetheid, ons gedragen naar het Tarief, het welk by het opgemelde besluit geregeld geworden, om te dienen ter grondslag van dezelve repartitien, doch ook aan de andere Zyde, ons geconformeerd met zekere oude usantie, volgens welke alhier de paarden, welke van een gemengd gebruik zyn, en dus ook tot gemak of vermaak gebezigd worden, voor zo veel de verhoogde belasting betreft, slegts voor een half jaar moeten beschreven worden.-

Wy vermeenden tot deze behandeling niet alleen volkomen vryheid te hebben, maar zelfs daartoe verpligt te wezen; eensdeels omdat deze steunt op een overoud gebruik, het welk

door alle tyden heen, schynt ge-eerbiedigd te zyn, en daar door als het ware, kragt van wet bekomen heeft, en anderdeels, omdat de Zaak zelve ons voorkomt de billykste redenen, Ja zelfs het wel begrepen belang van 'S lands financien, in haar voordeel te hebben.-

Immers, wat de billykheid betreft, valt het al dadelyk in het oog, dat op een Eiland het welk, bij een breedte van nog geen 2 uren gaans, slegts 4 uren Langte heeft, van welke dan nog het ééne uiterste gedeelte, te weten het Eierland, zeer zeldzaam en slegts door weinigen bezocht wordt- de moeielykheid om Zich te voet van het eene naar het andere gedeelte te begeven niet aanmerkelyk, en gevolglyk ook de behoefte in het houden van rytuig tot gemak in het geheel niet groot is-

Dat ook voor de Zoodanigen, welke alleen vermaaks halve zich van chaisen, speelwagens en dergelyke Rytuigen bedienen, dit vermaak, in eene zo beperkten plek gronds niet zeer uitstekend zyn kan, en dat althans in geen van beide gevallen, dat gemak of vermaak gelyk staat met het uitgebreid genot en voordeel hetwelk de bewoonders van het vaste land van dezelver Paarden en Rytuigen kunnen trekken; als welke zich daarmede onverhinderd kunnen begeven, daar en zo verre zy slegts goedvinden.-

In dien men nu daarby nog in aanmerking neemt, dat genoegzaam alle de wegen op dit Eiland

Gedurende den geheelen winter, Ja zelfs gedurende het grootste gedeelte van den Herfst en de Lente, volstrekt onbruikbaar zyn, waardoor de houders van plaisir-rytuigen slegts gedurende 3 of ten hoogste 4 maanden in het Jaar, eenig genot van dezelve kunnen hebben, dan zal men zich moeten overtuigd houden, dat dit, door den beperkten omvang des Eilands, reeds Zoo gering gemak en vermaak, daar door nog veel verminderd wordt en inderdaad bykans tot niet noemenswaardig gemaakt wordt.-

Om deze Zelfde redenen oordeelen wy dan ook, dat het belang van 's lands financien medebrengt, dat in dezen, ten aanzien van de Inwoonders van het Eiland Texel, het oude gebruik gevolgd worde; daar het toch geen betoog behoeft, dat, indien de belasting op de paarden voor hun zoo hoog wordt gesteld dat dezelve het gemak of vermaak, het welke zy daarvoor bekomen, al te zeer te boven gaat, het geen wezentlyk het geval zoude zyn, indien de geheele belasting van hun gevorderd werd.- Dat alsdan, zeggen wy zeer vele hunner zoo niet dadelyk; ten minste door den tyd, liever verkiezen zullen ook dat onbeduidend gemak of vermaak, geheel op te offeren, dan zich de betaling eener belasting te getroosten, die hun, als voor dit belang onevenredig zynde, ook als te drukkend voorkomt; en Zulks te meerder, daar de ingezetenen dezes Eilands in eene zo ruime mate in den onspoed der tyden gedeeld hebbende, ook uit dien hoofde zo zeer tot besparinge geneigd zyn.

N 63 17-5-1814

[Bericht ontvangen] Dat binnen korte dagen eene Compagnie van het 3 e Battaillon van de Staande armee het Eiland Texel zoude kunnen bezetten.-

En wyders kennis te geven dat ik de noodige schikkingen hebbe beraamd tot ontvang van deze troepen.-

N 64 18-5-1814

Ik heb de Eer in antwoord op UHoogEdgestr missive van den 16e dezer N 15/106 te melden dat, daar de Loting voor de Landmilitie, door den militairen bystand, welke de Heer Generaal majoor de Jong, met een detachement van 50 man, wel de Goedheid heeft willen hebben, aan my te verleenen, op gisteren en eergisteren is geschied.-

De assistentie van 2 vaartuigen van de flottille onder Commando van den Capitein Luitenant Nooy, thans niet meer benoodigd ben, waarvan ik de Capitein Luitenant Nooy zal kennis geven, en heb wyders nog de Eer, UHoogEdgestr te melden dat de Loting alhier, waarby de Heer Generaal majoor de Jong zelve is tegenswoordig geweest, wel in Zoverre zonder eenige oproerige bewegingen is afgeloopen; doch dat men op den 2e dag der Loting onder eenige Jongelieden van het Oudeschild een zichtbaar misnoegen heeft ontdekt, dat alleen door den militairen bijstand wierd beteugeld; zulks aanleiding heeft gegeven dat de Heer Generaal majoor de Jong noodig geoordeeld heeft ter voorkoming van alle oproerige bewegingen det Detachement militairen alhier zolange te laten blyve, tot dat dezelven door anderen zullen zyn vervangen.-

N 65 18-5-1814

Ik heb de Eer UHoogEdgestr door dezen voorlopig kennis te geven dat op gisteren en eergisteren de Loting voor de Landmilitie waarby de Heer Generaal majoor de Jonge in persoon met een Detachement van 50 man heeft geassisteerd zonder eenigen tegenstand is afgeloopen.- except dat men op den 2e dag der Loting, die ik op UHoogEdgestr missive van den 9 e dezer dorpelyk had bepaald, onder eenige Jongelieden van het Oudeschild een zichtbaar misnoegen heeft ontdekt, dat alleen door den militairen bystand wierd tegen gehouden, waarom de Heer Generaal Majoor de Jonge noodig geoordeeld heeft, ter voorkoming van alle oproerige bewegingen, het geheele detachement alhier zolange te laten verblyven tot dat dezelven door anderen worden vervangen, het geen ingevolge informatie van de Heer Generaal majoor de Jonge binnen weinige dagen zal plaatshebben.-

N 66 Militaire Zaken 20-5-1814

Ik heb de Eer UHoogEdgestr kennis te geven dat gisteren alhier in garnisoen is gekomen een Compagnie van het 3e Battaillon infanterie van Linie, welke afgelost heeft het Detachement van 50 man dat met den Heer Generaal majoor de Jong ten tyde der Loting voor de Landmilitie alhier is gekomen, 50 man van deze Compagnie zyn aan den Burg, en de overigen in het fort gecaserneerd, daar wy nu ter voorkoming van ongefurndeerde Reclames zeer benoodigd is het nieuw gearresteerde reglement op de Casernering, als mede ook het Contract van aanneeming voor den Leverancier van vyvres en brood, gelyk ook van Turf en Kaarsen voor de wagten, zo verzoek ik UHoogEdgestr, my deze stukken zo dra mogelyk te willen Laten toekomen ten einde de Eilands financien uit geene onnoodige uitgaven behoeven te worden bezwaard.-

N 67 18-5-1814 Aan den Heer Luitenant Nooy

De Heer Staatsraad Gouverneur van Holland voor het noordelyke gedeelte informeert my heden by eene missive, dat door den Heer Secretaris van staat voor de Marine ordres aan UWEdgestr waren gegeven om van de vaartuigen onder uwe order van het Eiland Texel te doen ankeren, ten einde op het eerste aanzoek van my de noodige assistentie verleenen, dan daar de Loting voor de Landmilitie waartoe ik dezen bystand zoude benoodigd gehad hebben, gisteren door de assistentie van den Heer Generaal majoor de Jonge met 50 militairen is volbragt, zo zal deze mesure thans onnoodig zyn.-

N 68 Landmilitie 21-5-1814

Ik houd my thans bezig met het formeren der generale alphabetische Lyst waartoe (daar de Loting dorpelyk gecohierd is) meerder tyd en oplettendheid wordt vereischt als of dezelve in eens ware gedaan. Ik hoop dezelve echter uiterlyk aanstaande woensdag te kunnen overzenden.-

De opgegeven Lighaamsgebreken en reclames of uitzonderingen zyn zeer menigvuldig, omtrent de Laatste en wel met opzichte tot de eenige Zoons is de wet Zeer bepaald, het schynt my echter toe dat het woord onontbeerlyk voor zyne ouders alhier onmogelyk naar den Letter kan worden genomen.-

Maar, dat aan zodanige Lieden wier gemis aan de ouders eene merkelyke belemmering in haar bestaan veroorzaakt een Certificaat zoude kunnen worden gegeven, wanneer door de houders der 3 opvolgende nommers een declaratoir wierde gepasseerd, dat zulks waarlyk zo bestond- Ik weet anders geen middel om hieromtrent genoegen te geven, en my buiten verantwoording te houden; en misschien wordt zulks elders ook zo behandeld, waaromtrent ik gaarne het gevoelen van UHoogEdgestr wenschte te vernemen, met verzoek, my dan ook nog eenige van deze gedrukte Certificaten waarvan ik maar een tot model heb ontvangen, te willen Laten toekomen.-

N 69 Land Militie 25-5-1814 Commissaris

Ik heb der Eer aan UHoogEdgestr hiernevens te doen toekomen de Alphabetische Lotings Lyst der Land Militie van deze Gemeente ten getalle van 449 personen, met de noodige Reclames en aanmerkingen voorzien, en waarvan ik binnen weinige dagen eene Tweede Expeditie aan UHoogEdgestr zal zenden.

N 70 Commissaris 26-5-1814

Rekeningen in Triplo van geleverde vivres aan de Canonneer booten N 41 N 129 en N 132 gedurende dat dezelve deze winter alhier met besloten water in de haven van Texel hebben gelegen, en geene vivres van Elders konden bekomen, als mede ook de generale rekening en een assignatie op Zyne Excellentie den Heer Secretaris van Staat voor de Zaken van de Marine groot f 2415.2.9

N 71 26-5-1814 Staatsraad

Hospitaalgoederen fort

N 72 28-5-1814 Commissaris

De municipale ontvanger heeft my kennis gegeven dat hy zich verpligt had gevonden optehouden met het betalen van het Tractement voor de Veldwagter, vermits hy van den Percepteur gedurende dit geheele Jaar daarvoor nog geen ontvang had gehad, en hy zich dierhalven zo min bevoegd rekende dit voorschot te doen als de Kas daartoe in staat was.

Ik verzoek UHoogEdgestr dierhalven indien het nog niet geschied mogte zyn, de percepteur te willen authoriseren en te gelasten dadelyk met den ontvangst dit geld eenen aanvang te maken.- ten einde aan den Veldwagter Zyn Tractement kan worden vergund.-

N 73 31-5-1814 Circulaire aan de Predikanten

Weleerwaarde Heer!

Ik heb de Eer U Kennis te geven dat Zyne Koninglyke Hoogheid, Heer prince van Orange en Nassau goed gevonden heeft dat de tot nu toe plaats gehad hebbende maandelyksche bedestonden op zullen houden en het gelukkig tydstip worden afgewagt waarop een lang gewenschte en eerlang te gemoet te Ziene algemeene vrede het gefolterde menschdom Zal verblyden, en behalve de dagelyksche Stoffe tot dankzegging op nieuw aan elken beminnar van het Vaderland de behoefte zal doen gevoelen om Zyne Godvruchtige dankzegging voor eene zo wonderbare redding gemeenschappelyk den alregenaar aantebieden wanneer als dan eene plegtige dankdag zal worden uitgeschreven.-

N 74 1-6-1814

Onlangs zyn hier van de 24 vrywilligers welke voor deze Gemeente voor den dienst der Landmilitie werden opgezonden 3 terug gekomen.-

My op de redenen hunner geinformeerd hebbende is my gebleken dat er voor deze 3 personen, genaamd Jan Stoepman, welke op den 1 April 1814 te Amsterdam door den Chirurgyn en Chef van uw Battaillon Avenau is goedgekeurd, als zeer geschikt voor den dienst, blykens Copie Certificaat hierby gvoegd, naderhand op den 14e daaraanvolgende te Ginneken door denzelven Avenau wederom wordt afgekeurd, het geen my Zeer verwondert, daar deze Stoepman welke van eene goede Sterke Lighaams gestalte is, extra een Jaar als remplacant by de kustkanonniers heeft gediend, en by zyne aanneming door twee Militaire chirurgyns is goedgekeurd.-

Wat de andere twee betreft genaamd Gerrit Jonker en Cornelis Nannings, deze zyn even als Jan Stoepman aangenomen en goedgekeurd, dch naderhand wederom ontslagen en met een pas terug gezonden.-

Dan, het schynt my toe dat met dit pas eene falsiteit gepleegd is, om dat daarin een Naam, waaruit duister Klaas Smit kan gelezen worden (van welke naam Zich echter geene onder de Texelsche vrywilligers heeft bevonden) is doorgehaald en in derzelver plaats door eene geheele andere hand den naam van Cornelis Nannings is gezet, op die manier zo als uit het bygaande Copie, waarvan het originele mede onder my bevindende is en kan gezien worden.-

Ik verzoek UHoogEdgestr my dierhalve te willen melden, wat van een en ander is, en wel byzonder Cornelis Nannings, welke ik om redenen in dezen zeer verdagt houde van de verandering in het paspoort zelve gemaakt te hebben, wel werkelyk uit den dienst is ontslagen, daar hy anders op het uiterlyk aanzien alle de vereischtens van een goed Soldaat bezit en mede Circa 3 Jaar als Kustkanonnier ten genoegen van Zyn Kapitein heeft gediend.-

[Jan Stoepman (1786-1840), zeeman, werkman, getrouwd in 1814 met Jannetje Simons van der Wijk (1791-1840)]

[Gerrit Jonker (1795-1874) zeeman, loods, gtrouwd in 1819 met Martje Cornelis Daalder, die in 1814 trouwde met Albert Pietersz Bas (1785-1816) van Harkebuurt, 2 kinderen, waarvan het tweede nog ongeboren was bij de dood van haar echtgenoot]

[Cornelis Hendriksz Nannings (1795-1842) zeeman, tapper, x 1822 Aagje Ariens Koelewijn uit Medemblik, 6 kinderen]

N 75 Kosten voor de Landmilitie 1-6-1814 Commissaris

Daar er by deze gemeente geen batig Saldo over 1813 bestaat, maar ter Contrarie over den dienst van dat Jaar aanmerkelyk te kort komt, uit hoofde dat het voorgestelde Tarif van het Octrooi dat geëvenredigd was aan de behoeftens der Gemeente, en gebaseerd op de begrooting van het budget over 1813 nimmer in werking is gekomen, maar het oude geheel onvoldoende en Zee Kwalyk berekende octrooi heeft moeten blyven bestaan, ben ik ook buiten staat om, ingevolge UHoogEdgestr aanschryving van den 24 mei ll N 445 uit dit batig saldo te kunnen voldoen, de onkosten van de Landmilitie waarop deze Gemeente ingevolge UHoogEdgestr Circulaire aanschryving van den 13 e Mei bevorens de Somma van 733.5.5 is aangeslagen.

Ik heb my dierhalven verpligt gevonden deze Som omte slaan, en dezen omslag te baseren op de belasting van het middel van het personeel en mobilair welke my voorkwam het verkiezelykst en meest gelyk dragende te zyn, tegen 19 1/6 percent van den geheele aanslag.

Ik hoop dat dit UHoogEdgestr goekeuring zal wegdragen, en daar er geen spoediger en geschikter middel tot inning van dezen omslag is, dan door den Percepteur, zo verzoek ik UHoogEdgestr by de terugzending van den geapprobeerde omslag gemelde percepteur te willen authoriseren en te gelasten dat hy dit geld dadelyk met den gewonen maandelyksche ontvangst invordert, met eene verhooging van 10 percent daarenboven, zo tot vinding van eene geringe perceptie Loon, door UHoogEdgestr te bepalen, alsook voor de posten van non valeur, die er zeker hoe gering de omslag ook is, nog wel zullen onderloopen.-

Broodzetting 1-6-1814

N 76 8-6-1814 Controleur der directe belastingen

Ik heb de Eer aan UHoogEdgestr hiernevens ye zenden het verbeterde quohier voor de belasting op het paard en plaisiergeld, En, daar UEd wel zo goed heeft willen zyn, ons uwe medewerking omtrent dit kwestieuse geval te beloven; neeme ik ook de vryheid hierby te voegen eene missive van den Heer Secretaris van Staat voor de finantien, Latende aan UEd meerder verligt oordeel over of het beter is deze brief direct of van Alkmaar per post te verzenden of denzelve door middel van den Heer directeur aan Zyn Excellentie te doen toekomen, weshalven ik denzelven heb opengelaten.-

N 77 Veldwagter 8-6-1814 Commissaris

Toen ik op den 28 Mei ll de vryheid nam UHoogEdgestr te verzoeken den percepteur te willen authoriseren en te gelasten om met de perceptie van den omslag voor den veldwagter een begin te maken, bedoelde ik daarmede de toezending der Rolles, welke tot hoertoe altyd by UHoogEdgestr aan het bureau zyn vervaardigd en toegezonden geworden, maar in den omslag alhier moet worden geformeerd, is my noodig te weten, of denzelve alleen moet Zyn van 300 francs zoo als het tractement van den veldwagter is, dan of daarby ook moet worden omgeslagen het Supplement van 181 francs voor den veldwagter generaal en brigadier, daar ik meen dat de eerste van deze 2 posten is vervallen.-

Ook geef ik UHoogEdgestr in Consideratie of het niet billyk zoude zyn, dat tot vinding van de posten van non valeur als mede voor een Klein perceptie Loon, de vastgestelde Som wel eenige franken wierd verhoogd, daar de percepteur aan my heeft geklaagd dat hy in het gepasseerde Jaar boven Zyn Provitie nog Circa 12 frans uit zyn privé beurs voor de posten van non valeur zal moeten byleggen het geen toch niet gevergd kan worden.-

Zodra ik hieromtrent het goedvinden van UHoogEdgestr heb vernomen, zal ik (als de rolle alhier moet worden vervaardigd) daarmede zo veel Spoed maken, als myn particuliere werkzaamheden in het vak der Convoyen en Licenten welke van dag tot dag vermeerderen, my maar eenigsints toelaten.-

N 78 8-6-1814 Heer Controleur

Ik heb de Eer in antwoord op Uwe missive van den 31e dezer te melden, dat onder de fransche administratie aan geenige armen inrichtingen of Godsdienstige gestichten alhier eenige vrydom van belasting is verleend, maar dat alle deze gebouwen even als anderen, in de verponding zyn aangeslagen en betalen.-

N 79 Veldwagters 13-6-1814 Commissaris

Ik moet ondanks my zelve UHoogEdgestr voor de derde maal lastig vallen over het Tractement van den veldwagter, omdat UHoogEdgestr my niet meldt hoeveel ik voor den Brigadier moet omslaan.-

N 80 Kosten voor de Landmilitie Commissaris 18-6-1814

Daar ik geen beter en gelyker middel tot vinding der Kosten waarop deze gemeente voor de behoefte der Landmilitie by Circulaire aanschryving van den 9e maart ll N 205 ter Somma van 4614 Guldens is aangeslagen heb kunnen indenken, dan by wyze eener additionele heffing op de grondbelasting en het personeel en meubilair, heb ik daarvan geformeerd 2 quohieren het eerste op 8 pCt ter Somma van 2529.3.- en het tweede op 57 ½ pCt boven de respective omslagen van die middelen ter Somma van 2084.17.- Zamen 4614.-.-

Welke ik de Eer heb aan UHoogEdgestr ter approbatie hierby aantebieden, en daarby te melden dat de vertraging welke in dezen tegen myne wil heeft moeten plaatshebben, alleen is toeteschryven aan de menigvuldige werkzaamheden welke ik Zints eenige Tyd in myne dubbelde ambtsbetrekking heb gehad, en de weinige assistentie die ik van myne adjuncten en municipale Raden kan bekomen, die volstrekt alle werkzaamheden van wat aart en natuur ook van de hand wyzen.-

N 81 Veldwagter 25-6-1814 Commissaris

Hiernevens te Zenden den omslag voor het Tractement van den veldwagter ter Somma van 320 franken, zynde 20 franken meer dan het Tractement bedraagt, uit hoofde dat er in het gepasseerde Jaar volgens opgave van den percepteur circa 12 franken aan posten van non valeur zyn geweest, en het te vreezen is, dat zulke in dit Jaar winig minder zal zyn waarom ik dan ook vertrouw dat UHoogEdgestr geen Zwarigheid zult maken deze omslag te approberen Zodanig dezelve is gesteld.

N 82 26-6-1814 Commissaris

Myne vreeze ten opzigte van eenige teruggekomen vrywilligers voor de Landmilitie waarvan ik eenigen tyd geleden de Eer had kennis te geven, is gedeeltelyk niet ongegrond geweest, zo als UHoogEdgestr zult zien uit de Copielyk hierby gevoegde Stukken waaraan ik de vryheid neem my kortheidshalven te refereren en tevens de eer heb door dezen kennis te geven dat ik den gearresteerde Cornelis Nannings heden van hier met een militaire eskorte naar Alkmaar Zend aan den Heer Collonel Norman Macleod.-

N 83 26-6-1814 Dat het getal der patentplichtigen in gevolgde de rolle my daarvan heden eerst toegekomen, bedraagt 323 personen en dus niet meer dan dat aantal benodigd.-

N 84 26-6-1814 Heer Collonel Norman Macleod te Alkmaar

Van de in de maand April ll vanhier naar Alkmaar opgezondene Vrywilligers voor den dienst der Landmilitie kort daarna eenigen terug gekomen Zynde en my naar de redenen van hunne terugkomst geinformeerd hebbende, kwamen my 3 daarvan als Zeer Suspect voor.

Ik schreef daarop den eersten dezer aan den Collonel of Commanderende officier van het Zevende Battaillon Landmilitie, waartoe deze Zogenaamde Vrywilligers welke boven eenig waakgeld echter ieder nog 12 ducaten handgeld hebben genoten, zyn behoorende den hier nevensgaande Copie brief N 1 en ontving den 11e dezer tot antwoord het geene ik in origenalie Sub N 2 hierby voeg, dat 2 van dezelven met een valsch paspoort waren gedeserteerd, met verzoek dezelven dadelyk te willen doen arresteren en met gemelde valsch paspoort dat ik ook mede in originalie hierby voeg, naar het eerste militaire garnisoen van het arrondissement te transporteren; het is my echter niettegenstaande alle aangewende [vlek] van behoedzaamheid maar gelukt een van deze 2 deserteurs provisioneel te kunnen magtig worden, en wel Juist die geene welke meer dan waarschynelyk deze valiteit waartoe hy heel wel in staat is, zal gepleegd hebben, en welken ik ingevolge het verlangen van den Heer Majoor Klerk dan ook hiernevens Zende, zullende ingeval ik den anderen ook nog mogt kunnen bekomen mede dadelyk aan UHoogEdgestr overzenden.-

N 85 &-7-1814 Domeinen

Dat de redene waarom 'S lands domeinen op Texel dit Jaar f 872.9.- meerder in den aanslag der Grondbelasting dragen dan in het vorige Jaar, alleen daarin bestaat, dat de ongebouwde Eigendommen, toen door verzuim of onkunde der repartiteurs niet Zyn aangeslagen geweest.-

N 86 Circulaire 7-7-1814 Heeren Predikanten

Zyne Koninglyke Hoogheid onzen geliefde Souverein by Hoogst desselfs besluit van den 22e der gepasseerde maand bepaald heeft dat op woensdag den 20e dezer eenen algemeene dankdag wegens het op den 30e Mei ll te Parijs geslotene Tractaat van Vrede en Vriendschap tusschen de verbondene Mogendheden en Zijne aller Christelijkste Majesteit, heb ik de Eer U daarvan Kennis te geven met Last om overeenkomstig de uitschryving van dezen dankdag, waarvan een Exemplaar hier nevens gaat te gedragen, als mede dezelven op aanstaande Zondag door afkondiging van den predikstoel ter kennisse uwer gemeente te brengen.-

N 87 Landmilitie 9-7-1814

Ik word geinformeerd dat eenen Andries Jansz Robbok geboren binnen deze Gemeente ingeschreven voor den dienst der Landmilitie by de Loting getrokken hebbende N 100 welke Nummer binnen weinige dagen Staat opgeroepen te worden, door U zouden gemobileerd zyn als vreemdeling onder een vreemde vlag en als zodanig reeds vertrokken of binnen kort staat te vertrekken.- Geheel strydig met de publicatie van onzen doorluchtigen Souverein dato 16 January 1814 N 12 en wel speciaal art 4.

Ik verzoek U dierhalven my per omgaande te willen melden wat hiervan is, ten einde ik de gevraagde opheldering kan geven die men in dezen van my verlangt.-

[Andries Jansz Robbok 1778-xx)

Buiten deze Andries Jansz Robbok zyn onlangs ook nog 2 jongelingen van hier als deserteurs van de Landmilitie gevlugt, genaamd Cornelis Nannings en Gerrit Jonker, op welke ik U verzoek mede opmerkzaam te zyn en wanneer UEd daarvan iets ontdekt my zulks dadelyk te melden.-

N 88 Landmilitie 13-7-1814

Op het zelfde oogenblik dat ik den geapprobeerden omslag van de Caserne fournitures van UHoogEdgestr terug ontving, verzocht ik na aanleiding van artikel 5 van het besluit van den Heer Commissaris Generaal van het Departement van de Zuiderzee in dato 14 maart 1814 den percepteur der directe belasting deze gelden, even als de anderen, welke ten behoeve der Landmilitie worden ingevorderd, ook intecasseren, en de vervolgingen, tegen de nalatigen te appliceren, even als zulks by de directe belasting gebruikelyk is, om dat ik my ten vollen verzekerd hield, dat eene ophaling langs de huizen door een particulier of gequalificeerd persoon geensints aan het oogmerk zoude beantwoorden, maar dat dezelve zeer veel apparentie had in plaats van geld een pak slagen te krygen.-

De percepteur dan hiermede ook onafgebroken bezig geweest zynde, had reeds met het einde van de vorige maand f 552.3.4 in Cas, die hy echter door een misverstand in plaats van by UHoogEdgestr by den ontvanger Daay heeft gestort, zo als ik gisteren eerst ontwaar, die ik hem nu verzogt heb, dadelyk by UHoogEdgestr te willen doen overbrengen, en voorts de deurwaarder te gelasten, dat hy zich onafgebroken bezig houdt met de te Kort komende 181 Gulden 2 st te innen.-

N 89 8-6-1814 Aan den Heer Commandant van het Departement van Oorlog

De heuglyke omwenteling van Zaken welke in de maanden November en December des gepasseerden Jaars is voorgevallen, hebben aanmerkelijke kosten op dit Eiland veroorzaakt, die het zo min mogelyk was op dat tydstip te kunnen voorkomen, als het mogelyk is dezelve uit de Eilands financien te kunnen bestryden.

Ik besloot dierhalven daar in na aanleiding uwer Circulaire aanschryving van den Heer Commissaris van het arrondissement Alkmaar eene generale opgave te doen en dezelve met eene gedetailleerde missive aan evengenoemde Commissaris intezenden, ten einde deze Kosten op fundament zoals by die missive breeder is vermeld; uit 'S lands Cas wierden betaald, gemelde heer Commissaris heeft dan ook deze opgave van Kosten gezonden aan den toenmaligen Commissaris generaal van het Departement van de Zuiderzee, om langs dien weg door den Heer Secretaris van Staat van binnenlandsche Zaken, vergoeding te erlangen; dan ZynHoogEdgestr heeft hierop geantwoord dat de Zaak niet by het Departement van binnenlandsche Zaken behoorde; maar, uit hoofde dat velen dier Kosten tot de militaire defensie betrekking hebben, my met dit verzoek gerenvoyeerd aan het Departement van Oorlog.-

En het is uit dien hoofde dat ik Eerbiedig de vryheid neem, met byvoeging van opgemelde myne missive en bylagen aan den Heer Commissaris van het arrondissement reeds den 12 februarij dezes Jaars geschreven, UExcellentie zeer instantelyk te verzoeken, op het verzoek in deze missive vervat, en waaraan ik my kortheidshalve referere, eene Spoedige en gunstige dispositie te nemen.-

N 90 Landmilitie 15-7-1814 Idem

Op het zelfde oogenblik dat ik den geapprobeerden omslag van de Caserne fournitures van UHoogEdgestr terug ontving, verzocht ik na aanleiding van artikel 5 van het besluit van den Heer Commissaris Generaal van het Departement van de Zuiderzee in dato 14 maart 1814 den percepteur der directe belasting deze gelden, even als de anderen, welke ten behoeve der Landmilitie worden ingevorderd, ook intecasseren, en de vervolgingen, tegen de nalatigen te appliceren, even als zulks by de directe belasting gebruikelyk is, om dat ik my ten vollen verzekerd hield, dat eene ophaling langs de huizen door een particulier of gequalificeerd persoon geensints aan het oogmerk zoude beantwoorden, maar dat dezelve zeer veel apparentie had in plaats van geld een pak slagen te krygen.-

De percepteur dan hiermede ook onafgebroken bezig geweest zynde, had reeds met het einde van de vorige maand f 552.3.4 in Cas, die hy echter door een misverstand in plaats van by UHoogEdgestr by den ontvanger Daay heeft gestort, zo als ik gisteren eerst ontwaar, die ik hem nu verzogt heb, dadelyk by UHoogEdgestr te willen doen overbrengen, en voorts de deurwaarder te gelasten, dat hy zich onafgebroken bezig houdt met de te Kort komende 181 Gulden 2 st te innen.-

N 91 15-7-1814 Landmilitie Commissaris

Ik heb de Lyst ontvangen welke UHoogEdgestr my by aanschryving van den 12 dezer N 588 hebt toegezonden van de personen die uit deze Gemeente voor het Contingent der Landmilitie moeten marscheren doch daarop niet gevonden Timmer Maarten Cornelisz N 21, en daar ik veronderstel dat dit een abuis is heb ik hem hem even als de anderen die zich by my hadden bekend gemaakt om te willem remplaceren en wier getal ongeveer 25 bedraagt, laten aanzeggen dat hy op aanstaande dingsdag met zyn remplacant te Alkmaar moet zyn;

Boon Jacob Aukersz N 81 is een broeder van Boon Jan Aukers N 95, doch zo is het ook met Griek Albert Pietersz N 102 die een broeder is van Griek Pieter Pietersz N 42, en waarvoor als dan in gevalle Timmer N 21 niet was overgeslagen Doorn Arie N 103 zoude moeten optreden.-

N 92 Schoolwezen 21-7-1814

Het besluit van den 19 Juny ll N 62, houdende bepalingen omtrent het lagere Schoolwezen en waarvan in de C A van 15 July 1814 N 594 melding wordt gemaakt, my niet is toegezokomen, en daar dit besluit, waaraan ik gerenvoyeerd word, voor my van het grootste belang is, verzoek ik UHoogEdgestr my hetzelve zodra mogelyk te doen toekomen.-

N 93 teruggave der uitgereikte goederen 21-7-1814

Geene goederen uitgereikt.-

N 94 Landmilitie 21-7-1814

Ik heb de Eer UHoogEdgestr te informeren dat zo verre my bekend is Zedert den 1 December ll in deze Gemeente zodanige personen niet Zyn komen wonen als in de Circulaire aanschryving van den 23 Juny 1814 N 533 worden bedoeld.-

N 95 Demolitien 23-7-1814 Commissaris

Op het Zelfde oogenblik dat ik bezig was aan UHoogEdgestr te schryven over den inhoud Uwer missive van den 9 e dezer N 625/576 betreffende hetzelve onderwerp van demolitien, en te verzoeken my aangaande de meening derzelve die uithoofde van eenen daarby ingeslopen Zeer aanmerkelyke Schrijffout, onverstaanbaar was, eenige ophelderingen te willen Laten toekomen, ontving ik Uwe nadere van den 22e dezer N 616 die de Zaak een weinigje meer licht byzet.-

Ik haast mij derhalven dan ook daarop te andwoorden:

Dat, wat het eerste point, namentlyk de Slooping der fortificatie werken betreft, waarmede ik veronderstel dat UHoogEdgestr bedoelen zal de slooping of berooving door particulieren by wyze van diefstal, ik dien aangaande; wanneer de waakzaamheid der Justitie en de Vigilantie der opzichters die zich toch in meest alle de forten van eenig aanbelang zullen bevinden, hier in te kort schieten, geene middelen tot het beletten daarvan weer uittedenken; om Zulks met kragt tegen te gaan.

Dat wat het tweede aanbelangt, namentlyk het bouwen van huizen of gestichten in de nabyheid der forten, dit schynt my toe te kunnen worden voorgekomen door het nemen van eene generale besluit van den Souverein, dat het aan niemand ten platte lande geoorloofd zal zyn eenig Nieuwe gebouw van wat aard en natuur het ook zyn mog te stichten veelmeer aan andere reeds bestaande gebouwen eenige meliostien of vertimmering te laten doen Zonder daarvan vooraf aan het plaatselyk bestuur kennis te hebben gegeven; die als dan de faculteit moesten hebben van zulks te kunnen weigeren of toetestaan naar mate deeze Timmering het zy binnen of buiten den bepaalden afstand van eenig fort ondernomen werd.-

Uit Zodanig besluit zoude ook nog een tweede voordeel voor de Gemeente besturen en Zetters kunnen geboren worden, weil dezen daardoor eene directe Kennis krygen van alle nieuwe getimmerdens, waarvan Zy Zoms in uitgebreidde districten een Tyd lang tot nadeel van 'S lands finantien, onkundig blyven.-

Het zal my aangenaam Zyn wanneer dit idee eenigsints aan de meening van UHoogEdgestr mag beantwoorden.-

N 96 Domeinen 25-7-1814 Aan den Heer Hoofd-Administrateur der Domeinen

Dat de Redenen waarom de domein-gronden alhier gelegen dit Jaar f 872.9.- meer in de Grondlasten dragen dan in het voorledene Jaar, alleen daaruit voortkomt, dat door een misvestand en verzuim by de Repartiteurs bij het formeeren der matrices in 1812 deze gronden niet zyn aangeslagen geweest, welk verzuim tot merkelyk nadeel der Gemeente strekkende, men in 1813 ondekt heeft; wanneer deze gronden voor het eerst in 1814 in aanslag Zyn gebragt, waarom ik mij dan ook buiten Staat bevind UHoogEdgestr een extract uit het Zelve over 1813 te kunnen toezenden.-

N 97 27-7-1814 Contoleur der directe belastingen

Hiernevens te zenden 20 Stuks aangevings billetten voor het patent regt, ten einde by het opmaken van den Supplementaire Staat daarvan het noodige gebruik te kunnen maken, als mede een nominatieve Lyst van 40 buitenlandsche werklieden aan welken ik een Certificaat voor het genamptizierd Patent regt heb afgegeven; en waarvoor ik verzoek de patent bladen Zodra mogelyk te willen overzenden. Zo er meerder mogten komen gelyk ik wel denk hoewel er ook velen zyn die elders betaald hebben, zal ik U dezelven Successievelyk doen toekomen.-

N 98 Militaire Zaken 2-8-1814

De Capitein van Holy van het 3e Battaillon Infanterie van Ligne, alhier aan den Burg met Zyn Compagnie garnizoen houdende, vraagt van my eene andere Caserne, en by ontbreken vandien, inquartiering van Zyne manschappen by de Burgery omdat de tegenwoordige Caserne zo hy zegt, niet voldoen kan aan de bepalingen vervat in een besluit van Zyne Koninglyke Hoogheid van den 26 Juny 1814, dat my echter onbekend is, wyl ik zodanig besluit of reglement op het Stuk der Caserneering niet heb ontvangen; dan, gesteld deze Caserne is niet in allen deelen Stiptelyk na het voorschrift van het reglement, hoewel dezelve altoos door fransche en andere troupen zonder tegenspreken is geaccepteerd geworden, en nu onlangs nog ten aanzien der Kook plaats aanzienlyk verbeterd, dan, nog ben ik Zo min in staat hieromtrent eenige verandering te maken, als het my voorkomt daartoe eenige noodzakelykheid te Zyn.-

1 omdat opgemelde Caserne een gehuurd Locaal is waaraan de Eigenaar geene verandering kan, noch verkiest te maken, en buiten dit, volstrekt op dit moment geen ander Locaal alhier aan den Burg, dat tot eene Caserne geschikt is, kan gevonden worden.-

2 ten anderen dat geene, wat volgens de opgave van den Capitein aan deze Caserne mankeert; gevonden wordt in het fort Centraal, waarin reeds eene gedeelte van Zijne Compagnie is gedetacheerd, en gemakkelyk eens Zoveel troepen kan bevatten als Zich thans op het Eiland bevinden, te meer nog daar deszelfs eerste destinatie ook naar het fort geweest is, en alleen daarom is veranderd en naar den Burg aan de Hoofdplaats in het midden van het Eiland verplaatst; omdat men by de Loting voor de Landmilitie een geest van ongenoegen bespeurde, die ligt aanleiding tot ongeregeldheden had kunnen geven, doch welke nu geheel geweken is.

Ik verzoek UHoogEdgestr dierhalven ten voorkoming van eenig ongenoegen of misverstand, de noodige instantien by den thans commanderende officier van dit district te doen, dat de Capitein van Holu gelast word met Zyne Compagnie in het fort Centraal te trekken; daar ik zo min een ander Locaal kan bezorgen, als ik zonder speciale Last van hooger hand noch zal gedogen dat de troupen by de burgers worden ingekwartierd.-

N 99 13-8-1814 aan den Heer Commissaris Generaal voor het Departement van Oorlog

Ik heb de eer in antwoord op de Circulaire aanschryving van UExcellentie van den 2 dezer N 10, 4e afdeeling 1: Bureau, den 6e dezer by my ontvangen te melden, dat alhier met er daad een Zeer groot aantal wagten de gepasseerde winter en wel van den beginne der maand december 1813 tot in de maand April van dit Jaar hebben bestaan als

1 Aan het strand achter de Hoorn, 1 aan het Dorp den Hoorn, 2 op het fort Central, 1 op de Redoute, 1 op de Lunette, 1 aan het Oudeschild, 1 op de Haven, 1 aan het Dorp Nieuweschild, 1 aan den Burg, 1 voor een tijdlang aan het Dorp de Koog

Dat deze wagten bezet zyn geworden door de gewapende Burgerij, op order van den toenmaligen Commandant van het Eiland den Capitein der artillerie van Breenigen.-

En dat het groot aantal van deze wagten geen ander oogmerk gehad heeft, dan de afkeering van den Algemeenen Vijand, welke Zich in de nabyheid van den Helder bevond en Zeer gemakkelyk door middel van een paar gewapende Sloepen wederom bezit had kunnen nemen van het fort Centraal dat op den 6 e December Zoo roemrugtig door de gewapende Burgerij van Texel met behulp der Kustkannonniers op de franschen was veroverd, en waardoor de Vyand ook wederom meester van het geheele Eiland was geweest, en Zich gemakkelyk die behoefte had kunnen verschaffen, waaraan men wist dat hy op dat tydstip een wezentlyk gebrek had, namentlyk, voorraad van versch Slagtvee, en Contante penningen, die hy ongetwyfeld eerst uit 'S lands Kassen zou den geligt hebben.-

Ik hoop dat deze informatie de bedenking zal hebben opgeruimd, welke by UExcellentie moest ontstaan.-

N 100 13-8-1814 Aan zyn Excellentie den Heer Secretaris van Staat voor de finantien der vereenigde Nederlanden

Ik heb op den 6e dezer maand wel ontvangen de missive van UExcellentie van den 3e daartevoren, behelzende, op gronden daarby vermeld, invitatie om te zorgen, dat de Som van f 2966.6.- in Contanten als mede de quittantien wegens ingehouden perceptie Kosten, ten spoedigsten, immers binnen 8 dagen na den ontvangst Uwer gemelde missive, in handen van den ontvanger der directe belastingen myner Gemeente worden teruggebragt-

Zeer gaarne, zoude ik aan deze ernstige invitatie van UExcellentie onverwyld voldaan hebben, indien niet de volstrekte onmogelykheid my zulks ten eenemale belet had-

Dan, dezelfde reden, welke my bevorens bewogen heeft, om, ten algemeene nutte, gebruik te maken van een gedeelte dier gelden welke, door den ontvanger der directe belastingen ter dezer plaatse ingevolge eene by denzelven daartoe ontvangene order, onder my waren gedeponeerd geworden.-

Die zelfde reden (te weten het gemis van eigen plaatselyke fondsen, om daaruit deze en dergelyke betalingen te doen) maakt het my thans ondoenlyk om de alzoo geligte gelden weder terug te geven.

Geenzints ontkenne ik echter aan deze demarche eenigsints illegaal geweest is, en wil zelfs gaarne toestemmen, dat de invoege als voren gedeponeerde gelden in gewone tyden en omstandigheden, nimmer tot eenig gebruik zouden behooren gestrekt te hebben, dan in buitengewone gevallen en omstandigheden komt het my (onder Correctie) voor, dat deze algemeene regel niet Zoo strikt kan noch behoort te worden uitgelegd-

Indien men nu lette op de omstandigheden waarin dit Eiland, Tydens de heilzame ommekeer van Zaken in ons vaderland, heeft geverseerd, dan zal men gewis my en de verdere leden des bestuurs dezes Eilands, met welken ik in die hachelyke omstandigheden steeds ben te rade gegaan niet ten Kwade duidden, dat wy in buitengewone gevallen tot buitengewone maatregelen Zyn overgegaan, en alzoo in den hoogsten nood een toevlugt genomen hebben tot een middel, het welk in dagen van rust en Kalmte zekerlyk geenerlei verschooning zou kunnen vinden-

Immers was de toestand waarin het Eiland Texel, zo vóór als na de gezegde ommekeer, lange is geweest, ten uiterste Criticq; want, tot op de Zesden December 1813 (de dag op welke de omwenteling alhier heeft plaats gehad) werd ons de Communicatie van den Kant der toen reeds weder hollandsch gewordene plaatsen allermoeielykst gemaakt.-

Terwyl daarna de toenmalige fransche bezetting aan de Helder en de aldaar gelegene forten, en Kort daarop ook de strenge vorst en het beslotene water onze vol komene afsneiding van de overige deelen des toen herboren vaderlands voltooide.-

Alzoo was dan het bestuur dezes Eilands ten eenenmale verstoken van het vermogen om bij de hoogere authoriteiren de noodige raad en bystand interoepen, en konden dus niet anders dan Zoodanig handelen, als het zelve ter goeder trouw oordeelde het beste te zyn.-

Even als voor het bestuur zoo ook was voor de zich toen alhier bevindende militairen de Communicatie met derzelver Superieuren, geheel afgesneden, althans de betaling van derzelver Soldyen zowel als de verzorging der benodigde vivres, bleef agterwege-

Ik was dan ook op de dringende aanzoeken van den alhier Commanderende Capitein van Breenigen, verpligt in beiden te voorzien; doch daar de plaatselyke Kasse dezes Eilands, die uitgaven niet gedoogde, oordeelde ik met overleg der leden van het bestuur geene Zwarigheid te moeten maken om de daartoe benoodigde penningen als toch wezentlyk tot 'S lands dienst besteed wordende uit die gelden te ligten welke ik van den ontvanger der directe belastingen alhier invoege als voren had overgenomen-

Niet minder dringend waren de andere uitgaven waartoe de penningen uit die gelden zyn geligt geworden, allen zyn gedaan, Zoo ten behoorlyke gaandehouding van den Militaire dienst als ter voorkoming van ongeregeldheden en rust verstoorende bewegingen onder de Gemeente zelve-

Ik houde my alzoo overtuigd dat het onregelmatige het welk in het door my ten deze verrigte Zoude mogen geoordeeld worden plaats gehad te hebben, uithoofde van de byzondere omstandigheden welke daartoe aanleiding hebben gegeven, niet alleen verontschuldiging zal vinden; maar Zelfs, dat ik thans zal kunnen volstaan met de teruggave van die gelden welke ik per resto nog onder my berustende heb: daar het toch met geene mogelykheid van my te vergen is, dat ik op dit oogenblik terug bezorge, gelden die door my indertyd, ten algemeene nutte en ter bevordering der Goede Zaak, zijn gebezigd geworden en Zulks te minder, daat de plaatselyke Kas dezer Gemeente thans geheel en al van Kontanten ontbloot is, en my alzoo de fondsen daartoe volstrekt ontbreken.-

Wat aangaat de Somma van 1000 franken of f 476.3.13 welke door mij indertyd aan den plaatselyken ontvanger dezer Gemeente uitbetaald, en door mij tot dat einde als mede uit de onder my berustende gelden is geligt geworden, zal het UExcellentie by examinatie van het Kopyelyk hiernevens gaande besluit van den gewezen onderprefekt van het arrondissement Alkmaar van den 6e November des afgeloopen Jaars N 2229, ten vollen Consteren dat dit geene eigendunkelyke daad van mynen Kant geweest is; maar dat ik integendeel deze faciliteit ten aanzien van den plaatselyken ontvanger myner Gemeente welke uit hoofde der gestremde Communicatie geene gelegenheid had om de bij het gemelde besluit aan hem geaccordeerde Sommatie incasseren, niet eerder heb gebruikt, dan nadat ik oordeelde mij genoegzaam verzekerd te hebben, dat het in rekening brengen van dezelve aan geene gegronde Contestatie konde onderhevig zyn.-

Daar echter de ontvanger particulier van het arrondissement Alkmaar bereids Zedert lange kennis draagt van de autorisatie in het bovengemelde besluit vervat, Ja zelfs op de Quittantie van de Laatste door den plaatselyken ontvanger alhier gedane overstorting, van dit rembousementen heeft gemaakt, in maniere als by de Circulaire van den minister van de Keizerlyke Schatkist van Vrankrijk, van den 31 maart 1811, en wel by artikel 13 van dezelve is voorgeschreven; Terwyl de quittantie van den plaatselyken ontvanger, welke achtervolgens artikel 12 van dezelve Circulaire, aan den ontvanger particulier moet worden ter hand gesteld, en welke de Laatstgenoemde ontvanger ook ter Zyne decharge volstrekt noodig heeft, nog onder my berust. Zoo twijfele ik geenzints, of die ontvanger zal thans geene de minste difficulteit maken om de quittantie dezer 1000 franken als Kontant geld aanteneemen; waardoor dan ook alle Zwarigheid omtrent die Zaak van Zelven zal komen te Cesseren-

In het vertrouwen dierhalven dat ook ter dier Zake de attentie van UExcellentie niet andermaal zal behoeven te emploreren, neme ik thans de vryheid UExcellentie op het eerbiedigst, doch tevens ten instantelyksten te verzoeken, dat UExcellentie, om de hier voren aangevoerde Redenen, de noodige orders gelieve te stellen, dat by de te doene teruggave der onder my gedeponeerde Som van f 2966.6.- in mindering kunnen worden aangenomen, de bewijzen der door my betaalde buitengewone Kosten van defensie, ter Somma van f 1208.1.7 of, by aldien Zulks soms om gewigtige Redenen, niet mogt kunnen plaats hebben, dat als dan aan mij een uitstel tot de aanzuivering dier Somma meg worden geaccordeerd tot Zo lange die voor den Lande gedane betalingen van wegen hetzelve aan den Gemeente zullen zijn gerestitueerd.-

N 101 Circulaire 17-8-1814 Kerkeraad en Kerkmeesters [alle gereformeerde kerken]

Achterstand uitbetalingen van de tractementen der Hervormde gemeente. Hoeveel te goed?

N 102 Belastingen 17-8-1814 Aan den Heer Controleur der Directe belastingen

Daar er geene gegronde redenen bestaan waarom de Heeren departiteurs alhier niet x

Dien post verknogt zouden kunnen worden belast, waartoe zy ook reeds door my waren opgeroepen, zal ik hyn nu voor gecontinueerd beschouwen andermaal gelasten, zich verder onverwyld daarmede bezig te houden.-

N 103 17-8-1814 idem

Terugbrenging der Gelden- zo zende ik U tot desselfs informatie Copie van het antwoord hetwelk door my op bovengemelde missive is gegeven.-

N 104 19-8-1814

Uitstel gevraagd betreffende beantwoording brief van 8-8-1814 N 669

N 105 Belastingen 20-8-1814 Aan den Heer Controleur der Directe belastingen

De Percepteur der Directe Belastingen heeft aan mij eene opgave gedaan van zeer zichtbare fouten of misstellingen in de Rolle der patenten, waarvan ik U een staat hierbij zend,

en waarop de winkels tegen over elkander zijn geplaatst die genoegzaam dezelfde affaire hebben.-

Die van Hendrik Kroeze is na mijn inziens maar alleen eene verkeerde invulling van de Guldens in de Colomme der Stuivers, want daar hij geen minder winkel heeft en langs de huizen vent als Hendrik Maas, behoort hij ook althans niet minder aangeslagen te worden, evenzo is het ook na mijn inziens met B.H. Bruning die dezelfde affaire heeft als Maas en Kroese.-

Doch de weduwe Kooiman wederom iets minder, maar hoe of Gerrit Liedmeijer op f 22:1:- komt, daar hij nog kleiner winkel heeft als Gerrit Geus die tegen hem overstaat, is mij geheel onbegrijpelijk.-

Ik verzoek dierhalven dat UEd met den meesten spoed in dezen aanslag der patentpligtigen de noodige verandering of verbeteringen gelieft daartestellen; of anders daartoe den percepteur of zetters te willen authoriseren.-

N 106 20-8-1814 Stand van het Eiland, 12 bladzijden, 4458 zielen, 296 minder dan in 1809 (dat was de eerste telling in de Franse tijd). Burgemeester Reinbach schilderde de toestand met zwarte verve- zichtbaar verarmd- verbastering van zedelijkheid- en:

Aan den Heer Staats Raad Gouverneur van Holland voor het Noordelyke gedeelte

Texel den 20 Augustus 1814

HoogEdele Gestrenge Heer!

Door den Heer Commissaris van 't district Alkmaar geinformeerd zynde, de komst uwe Excellentie in deze gemeente geen plaats kan hebben, ben ik daardoor verstoken van 't genoegen door Uwe Excellentie mondeling die aanleiding te bekomen, om de Informatien welke Uwe Excellentie verlangt breeder te kunnen developperen, terwyl ik thans met Schroom de pen opneem, om de menigte van onderwerpen, waaromtrent Uwe Excellentie wenscht onderrigt te zyn, op 't papier te brengen als bewust dat ik daaraan met de beste wil te kort zal schieten, om dit na behooren te volvoeren.-

Ik zal in deeze dan trachten aan het verlangen van Uwe Excellentie te voldoen en uwe aanschryving van den 11 dezer op het voetspoor volgen, en in de Eerste plaats die voorwerpen behandelen welke Uwe Excellentie onder een der groote Hoofd deelen Financien gerangschikt heeft.-

Bevolking Volgens de Laatste Telling door ons in de Loop van dit Jaar, ter voldoening aan eigen verlangen gedaan, waren op het Eiland 4458 Zielen, waar uit bleek dat Zedert de Eerste telling op Last van 't Gouvernement in den Jare 1809 verricht, dezelve 296 Zielen was afgenomen- waartoe de Zee-Inscriptie voor de Cohorten en bezoldigde garing te Amsterdam geleverde manschappen buiten andere natuurlyke oorzaken aanleiding gegeven heeft.-

Handel en Landbouw

De Handel welke hier gedreven wordt bepaalde zich eigenlyk tot de binnenlandsche en het aanvoeren der benoodigdheden voor de ingezetenen, welke handel door de meer en meer verarmde omstandigheden der inwoonders, zeer ten agteren is gegaan en alzoo niet kan opwegen tegen het geen Zulks in vroegere Jaren bedroeg.-

En voorts den afvoer van de producten van 't wolvee als Lammeren, Kaas, Schapen wolle en eenig Rundvee, 't welk in 't verband staat met den vee en Landbouw, die zedert de Laatste twintig Jaren veel is afgenomen, door dien de van tyd tot tyd verhoogde Lasten, de nyverheid hebben doen verdooven en de Landeryen door mindere werkzaamheid uit gebrek aan Contanten minder doen bewerken; terwyl ook Zoo als door velen opgemerkt is, de Landeryen, door gebrek aan genoegzame uitwatering zeer ten achteren zyn gegaan.-

Alzoo een der Sluizen bewesten de Schans door verhooging van Zand verlamd geworden is, doch dar aan de oostzyde van het Eiland zedert den Jare 1808 de uitwatering door het aanleggen van een nieuwe Sluis in de polder de Waal, volkomen hersteld is.- terwyl het westelyk gedeelte naar verbetering verlangt.-

Landbouw

Heeft op 't Eiland weinig plaats en is althans zo veel niet dat dit een tak van Handel tot Vervoer kan genoemd worden, Zynde de Schaapfokkery de voornaamste hoofdzaak van den Landman, waarvan de voortbrengselen in dit Jaar, zoo verre de Lammeren en oude schaapen betreft, meer dan de helft minder dan 't Zedert eenige Jaren heeft opgebragt, waardoor den Landman byna buiten staat is om de belastingen te kunnen dragen, te meer daar de Landeryen, van eene ligte aard zynde, in de beste Jaren nooit die voortbrengselen kunnen opleveren, als aan de vaste Kust, en de beste landen op het hoogst gelyk staan, met de middelbare die men in vele deelen van Noordholland aantreft, terwyl de verpondingen mogelyk met die de besten aan de vaste Kust gelyk staan, zo niet op veele plaatsen overtreffen.-

Trafieken en Fabrieken

Onder de Eerste rubriek, weet ik niet iets voorkomt dan drie meel- en twee pelmolens waarvan de meelmolen aan den Hoorn, en tusschen de Waal en Oosterend het naaulyks kunnen staande houden, doch die nevens de Pelmolens aan den Burg, redelyk aan de gang blyven, voorts twee Grutteryen aan den Burg, welke weleer meer bloei hadden, en thans in de tyds omstandigheden van algemeen verval deelen.-

Fabrieken zyn my niet bekend, als de Kwynende Fabriek in wolle Spinnery voor Rekening van 't Eiland over eenige Jaren opgericht om de armoede zoo veel mogelyk te hulp te komen en de bedelaryen te beletten, welke eene Subsidie van 2000 franken uit de Eilands-Kas geniet, doch is door gebrek aan genoegzaam Debiet in eene Slegte staat.-

Plaatselyke bestaansmiddelen

Deze zyn op de onderscheidene Dorpen des Eilands verschillende.

Den Burg in't midden des Eilands gelegen, deelt met de Waal, meest in de Land- en Veebouw, de winkelneering & eenige Kaagschippers welke goederen af- en aanvaren vinden thans over 't geheel geen ruim bestaan.-

Oosterend & Oost hebben, buiten die Lieden welke de vee en Landbouw handteeren, de oestervisschery, waarin velen veeleer een bestaan vonden, deze zyn thans in eene onaangename toestand- door de verminderde pryzen, welke zy voorheen konden markten door de tydsomstandigheden en bezwarende octroyen in Amsterdam (alwaar zy die meest verhandelden) is de aflevering naar Hamburg (voorheem hun Goudmyn) zo goed als te niet geloopen- waarbye ene Natuurlyke oorzake (de harde winter van gepasseerde Jaar) de vrucht hunner Vlyt door het Doodvriezen de oesters op de bedden geheel vernield heeft.

De Oestervisscher een geheele Zomer by Bakker en winkelier borgende, is alzoo buiten staat geraakt om te betalen- hierdoor zucht en Bakker en Winkelier, die hierdoor ook hun Crediet verliezen-

Den Hooren meest het bestaan vindende door de Loodsen, welke de Schepen binnen Loodsen, is door het gemis van Scheepvaart, zedert de opeenvolgende Oorloogen in de laatste twintig jaren byna te gronde gegaan.- Het afbreken of invallen van een aantal huizen zyn daarvan de droevige bewyzen, en welk afbreken aldaar, en op de andere dorpen van Texel geenzints geschied is om voordeel te behalen, maar geheel en al door onvermogen, om onderhoud en Lasten te kunnen betalen, en alzoo zonder onregtvaardig te zyn niet geweerd kan worden.-

Het Oudeschild byna geheel en al van de Zeevaart, het bedienen en Uitlootsen van Schepen levende, is mede Zichtbaar ten achteren gegaan, en geen wonder, daar hun bestaan, zoo een reeks van Jaren te niet geloopen & de armoede hand over hand toegenomen is, waardoor er hier, evenals op de andere dorpen vele Schippers gevonden worden die nog in dit Jaar Zoo veel niet gewonnen hebben, als het onderhoud der vaartuigen en het Lastgeld 't geen Zy betalen moeten, bedraagt; veel min het onderhoud, voor hunne huisgezinnen verdienen-

't Is waar! De hoop op de aanstaande bloei en welvaart der Commercie heeft velen opgebeurd, doch niet dan lengte van tyd, en voortduuring van vreede kan deze Rampen leenigen; dan, hoe wenschelyk ware het, 'S Lands financien het konde Lyden, om door een verminderd Lastgeld deze Kwyning een weinig op te beuren, welke thans voor hen (niets winnende) Zoo drukkend zyn.-

Welk een verschil by vroegere Jaren, toen een aantal Koopvaardy Schippers, Groenlandsche Commandeurs en Stuurlieden ter Zee voeren en de vruchten van hunne nyverheid aan den Landman op Interest gaven en alzoo de algemeene Welvaart verspreiden; deze zyn verdwenen, en is een gemis 't geen alleen door den tijd en eene voortdurende vrede Langzamerhand verholpen kan worden.-

Lasten in derzelver aart

De algemeene Landslasten zyn bekend, waarin de Texelaar met zyn Landgenoten deelt, waaronder de verponding op Huizen en Landen verre boven de waarde drukt, en de Schippery Zoo als gezegd hebbe, hartelyk zou wenschen het Lastgeld verminderd te Zien.-

De Landeigenaar moet boven de Lands Lasten in de betaling van een Zwaar Dykgeld deelen, dat in dit Jaar 5:8:- per morgen Rynlands uitloopt, en een en ander maakt het bestaan bezwaarlyk.-

Volgzaamheid en Evenredigheid of Kwetsing van plaatselyk belang en Disproportie

Van dit artikel weet ik niet optegeven, als dat het algemeen gevoelen is, dat er tusschen de verponding op Huizen en Landen, met die aan de vaste Kust geene Evenredigheid heerscht, en de Eerste door onkundige vreemden Tauxateurs tegens eene huurwaarde zyn aangeslagen welke op het Eiland nooit verkregen kan worden; waarom ook Regenten van Texel toch dadelyk toen die Tauxatie bekend was deswegens by eene ampele Memorie aan den minister van financien den Heer Gogel geadresseerd hebben, doch hoe zeer er van eenige Gebouwen eene hertauxatie heeft plaats gehad, zyn de Lasten boven desselfs innerlyke waarde gebleven, waardoor de vernietiging van velen en 't verval van anderen veroorzaakt is.-

Armen Inrigtingen en publieke Gestichten

Iedere Gezinte onderhoudt met een Schaarse Hand, door gebrek aan Inkomsten gedrongen, hunne armen.-

Aan de algemeene armen is wel een Subsidie van 2000 franken op het Budget toegestaan, doch daar de Inkomsten minder Zyn dan de uitgaven, kan aan de administrateuren deze Som, die bovendien ongenoegzaam is niet worden uitbetaald, waardoor dezelve zich buiten Staat bevinden om de aangegroeide armoede de noodige onderstand te verleenen.-

Onder de publieke gestichten komt het algemeene Weeshuis voor, waarin zich thans 54 Kinderen bevinden, het welk in vele Jaren geen plaats heeft gehad.-

De voorname bron van onderhoud is de aflevering van Drinkwater aan de Schepen, welke meest bloeit wanneer er een Esquader Schepen van Oorlog ter rhede ligt, om welke te bezorgen, de Regenten van dat huis in het gepasseerde Jaar, importante kosten hebben moeten maken, zoo met het verdiepen van een Sloot langs welke het water na de Haven wordt gebragt, als met het maken en aankoopen van water booten.-

Heb ik dus met Zwarte verwe de jegenswoordige toestand des Eilands van de financieele Zyde aangewezen- het was tot mijn grievendste Smart een zoodanig Tafereel te moeten Schetsen, te meer, daar het buiten myn vermogens om genoegzame middelen aantewyzen, waardoor de Rampen gelenigd zouden kunnen worden althans geenen welke dadelyk hulp toebrengen.-

De groote verachtering van de middelen van bestaan van Texelsch Inwoners staan in een onmiddellijk verband met de algemeene Welvaart, en welke in dit Land zoo oneindig veel afhangt van Commercie en Zeevaart.-

Bewust, dat door de Vaderlyke Zorge van den Souverein, al het vervallene Spoedig hersteld zou zyn, indien Zulks in 't menschelyk vermogen ware, zoo ben ik ook overtuigd dat niets den de tyd (waarin de Handel en Zeevaart, uit den doodschen Slaap herrezen, traps gewyze van Kwyning tot bloei en aanwas kome) de algemeene verachtering herstellen kan, doch dat echter den Last ligter gemaakt, en een meerder welvaart onder enkele takken der Maatschappy verspreid zouden kunnen worden, indien de Landman en Dorpsbewoners van Texel door een herziening van de al te drukkende Verponding, zoo met de innerlyke waarde en Vruchtbaarheid der Landen, het ware genot van Huur der Huizen als disproportie met de Landen, en gebouwen op het vaste Land komen- eenige verligting konden bekomen.-

Het grootendeels vervallene Loodswezen behoort opgebeurd en aangemoedigd te worden, het Loodsloon (indien ik wel geinformeerd word) nergens minder dan hier; is volgens een Ordonnantie van 't Jaar 1698 toen men voor een gelyke Som mogelyk eens zo veel behoeftens kon koopen dan Jegenswoordig, de Loodsen van hunne vaartuigen geen Lastgelden betaalden, en diepgaande Oost en Westindiche Schepen immer meer voordeel aan Loodsloon aanbrachten dan thans van Smakken of Tjalken die men nu meest ziet binnen komen, of uitzeilen. Dit Loodsloon wenschte zy verhoogd te zien; men vergelyke het Loodsloon van de Loodsen van Amsterdam naar Texel (die eene Stedelyke ordonnantie hebben) met die der Texelsche Loodsen naar Amsterdam, en men zal niet behoeven te raden wie hunner het meest geprotecteerd is geworden.-

Konden het 'S Lands financien eenigzints lijden Zoude eene matiging of vermindering van 't binnenlands Lastgeld, den verslagene Zeeman lucht geven- waarvan velen- in een half Jaar, het beloop van 't Lastgeld niet gewonnen hebben, waardoor die Last in de grootste disproportie met de opbrengst hunner verdiensten staat.-

Vergelykt men de jegenswoordige Staat van Texel met die over ruim twintig Jaren, contrasteert het sterk, doch het verval was een natuurlyk uitvloeisel van de algemeene ramp, en hoe zou de welvaart met mogelykheid hebben stand gehouden.-

Waar zyn de vloten Koopvaarders? die ik eenmaal ten getalle van 150 op eenen dag zag uitzeilen- waar de Oostindische Schepen- waar de Surinaamsch-vaarders? die zoo veel welvaart aanbragten- waar de Groenlandsch en Straat-davids visschers? die aan zovele menschen het bestaan verschaften?

Herinneren wy ons vervolgens de gedurige Geldheffingen, de Kosten van Inkwartieringen en alle die Lasten welke onder andere benamingen geheven zyn? Wat wonder, dat de beursen tot op den Bodem geledigd, niet weder aangevuld kunnen worden, dan door het herstel van die middelen, welker uitvloeisels tot aan het uiterste deel van het Maatschappelyk bestaan voort stroomen- Koophandel en Zeevaart.-

Zynde Ingezetenen door alle deze Rampen zichtbaar verarmd- zeker zijn zy van de Zijde der Zedelykheid niet verbeterd, en dit leidt my tot de tweede hoofdafdeeling politie.

De aaneenschakeling van gedurige oorloogen, de Gebeurtenissen in de Laatste Twintig Jaren werkte mede tot verbastering der Zedelykheid- het al te veelvuldig gebruik maken van Eeds vordering deed de Eeden gemeenzamer worden, en by belangzuchtigen tot niets Loopen.-

De vervallene welvaart zag de armoede naderen, en deze trachtende te myden, verviel op de Klip waar zyn geweten stranden moest.-

Het volk van Oorlog, door natuurlijke oorzaken verwilderd, zijn geensints de voorbeelden waarbij Zedelijkheid geleerd kan worden- en de ondeugden van vreemden bij eigen voegende, wordt de Slotsom verbastering van vaderlandsche zeden-

De Lagere Klasse door armoede vervallen, verviel meer tot dieverij, dan hier ooit in vroegere Jaren bekend was, en de Landman miste in één Jaar meer vee, dan in de dagen van vrede die wij beleefd hebben in twintig.-

Doch dit alles is geen voorwerp 't welk eensklaps verholpen kan worden, maar van zelven moet voortvloeien, wanneer welvaart hare glanzen verspreidt, wijl ik mij niet kan te binnen brengen eenige middelen tot bevordering van Godsdienst, Zeden, Nijverheid, Gezondheid, Orde en Rust te kunnen aanwijzen, als de handhaving der wetten en algemeene Veiligheid, welke meest afhangt van de ijver en waakzaamheid van hen aan wien het toezicht daarover is opgedragen, wijl het aan geene goede wetten en verordeningen hapert.-

Dit alles zijnde, wat ik vemeend heb te moeten aanmerken om zo veel mij doenlijk was, aan de begeerten Uwer Excellentie te voldoen- hoop ik geexcuseerd te zullen worden van de misvattingen, welke hier of daar eene andere wijzing bekomen hebben, dan UExellentie mogelijk bedoeld heeft.

N 107 Eeredienst 20-8-1814

Ingevolge de by my ingekomene Rapporten hebben de Gereformeerde Gemeentens van den Burg, Oudeschild, den Hoorn en Oosterend alhier, de agterstallige Tractementen van hunne Leeraars reeds voldaan, of Zodanige Schikkingen ten genoegen van die Leeraars gemaakt, dat dezelve op Zekere Termynen kunnen worden voldaan.

Er zoude dus alleen nog mankeren de opgave van de gecombineerde Gemeente van Waal & Koog alhier, die Zo verre nog niet gevorderd is; maar daar haar predikant thans van huis is, en zy zelve niet weten hoeveel Zy verschuldigd Zyn, hebben dezelven aan my ten aanzien van deze opgave uitstel verzogt tot deszelfs terug komst, het geen ik op de aanschryving van UHoogEdgestr in dato 13 dezer N 740/638 de Eer heb by dezen in antwoord te melden.-

N 108 23-8-1814 Belastingen, 8 bladzijden 23-8-1814

Het strekte my tot een byzonder genoegen, by uwe Circulaire van den 8 dezer maand N 669 onder het rubriek belastingen, eenige pointen aan my voorgesteld te zien, welke de Zekerste Kenmerken dragen van de heilzame intentie van het gouvernement om de belastingen op de gebouwde en ongebouwde Eigendommen op eene aan de wezentlyke waarde der goederen geëvenredigde, en alzoo billyke wyze te regelen, en Zulks te meerder daar het my voorkwam, dat daar door dan ook als van Zelven de weg geopend was om de bezwaren, welke de Ingezetenen van Texel tegen de thans nog bestaande aanslagen der gebouwen en Landen met Zoo veel grond hebben aantevoeren, op eene voegzame wyze onder het oog van het Gouvernement te brengen.-

Deze bezwaren zyn, wel is waar, reeds vruchteloos ter kennisse van het vorig Gouvernement gebragt, dan Zoo zeer de weinige deelneming, welke men vaak by het Zelve ontwaarde, my en anderen ook moge ontmoedigen en wederhouden hebben, om Langer op voorziening en drukkende omstandigheden aantedringen x

Den, verloren hoop terug, en bemoedigdt mij althans om in dezen dadelijk de gelegenheid aantegrypen welke Zyne Koninglyke Hoogheid zelve ons zoo behulpzaam schynt aantebieden.-

Daar echter die bezwaren het geschiktste zullen kunnen worden opgegeven by de beantwoording van het Zesde of Laatste der gedagte pointen; zoo dat ik, ordenshalve, de opgave by de vorige pointen gevraagd alhier laten voorafgaan.-

En dient alzoo ter beantwoording van het eerste point:

Dat de ware Staat der actuele Huurwaarde van alle Gebouwde Eigendommen binnen deze Gemeente, via een gedane accurate opneming van ieder gebouw afzonderlyk, bevonden is te bedragen een Somma van f 16557.-.-

Voorts op het tweede point:

Dat de ware Staat der actuele Huurwaarde van alle ongebouwde Eigendommen niet met die Juistheid kan worden opgegeven; vermits het korte tyds-bestek niet heeft toegelaten eene even accurate opneming van deze Eigendommen te doen- Ik moet my dus ten dezen aanzien, voor dit oogenblik vergenoegen met aan UHoogEdgestr medetedeelen: dat de huurwaarde van alle de ongebouwde Eigendommen in den Jare 1812 door de Repartiteurs is opgegeven te bedragen eene Zomma van 167.520 franken, 1 Centime of f 79.771.8.6 Hollandsch geld; ofschoon ik tevens ter voorkoming van alle verkeerde Calculatien, welke men anders veellicht op die opgave zou kunnen baseren, niet mag nalaten te reflecteren, dat deze begrooting veel te hoog is gesteld, als hebbende de Repartiteurs (welke dezelver werkzaamheden niet eerder hebben kunnen aanvangen dan nadat de aanslag voor dit Eiland was de grondbelasyingen bereids was bepaald) in het Denkbeeld geverseerd, dat de door hun vasttestellen huurwaarde naar den algemeenen aanslag moest worden gereguleerd, met in het oog-houding tevens van den maatstaf, ter bepaling dezer belasting, by de wet daargesteld-

Weshalven dan ook deze begrooting van huurwaarde veeleer als denkbeeldig dan als wezentlyk moet beschouwd, en ten hoogstens genomen, slegts in zo verre als juist kan aangemerkt worden, als dezelve heeft gediend om de proportie te fixeren, welke tusschen de respective Contribuabelen zoude plaats hebben.-

Ten aanzien van het derde point, dat de Lasten welke op de gebouwde Eigendommen thans leggen, bestaan in de navolgende:

1 de verponding op de gebouwde Eiegendommen daaronder begrepen alle de additionele Centimes, zelfs die welke voor perceptie Kosten en ten behoeve der Gemeente gevorderd worden, ter Somma van f 6743.8.8

2 de belating op de dueren en vensters met inbegrip als voren, ter Somma van 1760.-.-

3 eene belasting op Zommige huizen onder de naam van abtskoorn ter Somma van 189.2.8

4 de Erfpagten welke op eenige huizen leggen, ter Somma van 61.-.12

5 de Zoogenaamde KerkenKeuren mede van eenige huizen geheven wordende, ter Somma van 20.6.-

8773.17.12

Opzichtelyk het vierde point:

Dat de Lasten welke op de ongebouwde Eigendommen thans leggen, bestaande in de volgende, te weten:

1 de grondbelasting, mede met inbegrip der additionele Centimes als boven ter Somma van f 23303.6.4

en 2 de polderlasten te Zamen bedragende eene Somma van 26025.11.10

en omtrent het vyfde point:

dat de staat der bevoljing van dit Eiland zedert verscheidene Jaren steeds afneemt.

Waarna als nu, ter voldoening aan het Zesde point, zullende overgaan tot het doen eener opgave van alle zodanige omstandigheden welke van invloed kunnen zyn op het regelen der Contingenten van de onderscheidene belastingen, welke voor den Jare 1815 zullen worden geintroduceerd; Zoo zal ik (in de veronderstelling dat alhier door de intevorderen belastingen alleenlyk worden bedoeld die op de gebouwde en ongebouwde Eigendommen) in de eerste plaats de vryheid nemen de volgende bedenkingen in het midden te brengen ten aanzien van de belasting op de gebouwde Eigendommen:

Vóór de invoering der algemeene belastingen in den Jare 1806 bedroeg de aanslag der 2 geheven wordende ordinaire en Extra ordinaire verponding van alle de huizen en gebouwen op het Eiland Texel niet meerder dan f 3208.4.8 dan by de invoering dier algemeene belastingen wierden, gelyk elders; ook hier alle de huizen en gebouwen op nieuw aangeslagen; en daar dit door lieden wierd verrigt, welke niet alleen ten eenemale onbekend waren met de Localiteiten dezer Gemeente, maar daarenboven ook, het zij dan uit eigenzinnigheid, het Zy uit Slofheid, geheel en al verzuimden zich die kennis van Zaken te verschaffen, welke hen tot eene betere uitoefening der aan hun opgdedragen last had kunnen instaatstellen, Ja onderscheidene Huizen in Huurwaarde hebben aangeslagen, zonder dezelver eene te hebben gezien, zoo heeft zulks dan ook ten gevolge gehad, dat by het Kohier door deze personen geformeerde alle billyke evenredigheid tusschen de belasting, en de huurwaarde, geheel uit het oog is verloren.-

Wel is waar! Dat als toen onderscheidene Ingezetenen dezes Eilands zich met hunne bezwaren deswegens ter behoorlijker plaatse hebben geadresseerd, zoodanig dat, ten aanzien van eenige huizen en gebouwen, ook werkelyk eene hertauxarie, en vervolgens eene geringe vermindering van Lasten heeft plaatsgehad, dan, behalve dat nog een zeer groot aantal Eigenaren, door de daarmede verzeld gaande Kosten afgeschrikt, hunne Klagten niet hebben ingebragt, is ook de vermindering, aan de overigen geaccordeerd, in lange na zoo aanmerkelyk niet geweest, als dezelve, vermits de buitensporig hoogen aanslag hunner perceelen, wel had behooren te zyn.-

Op deze wyze Zyn dan ook de Ingezetenen van dit Eiland, of wel de bezitters van huizen en gebouwen op het Zelve, nu zedert 9 Jaren bezwaard geweest met een Last meer dan het dubbele bedragende van den aanslag welke bevorens en tot aan den Jare 1806 is gevorderd geworden; ofschoon Zelfs die aanslag, Zoo als by vergelyking van de actueele huurwaarde der gebouwde Eigendommen met het montant van dezelve Consteert eerder als te hoog dan als te laag moet aangemerkt worden.- waarvan dan ook het gevolg geweest is, dat Zedert eenige jaren een zeer aanmerkelyk getal huizen zyn vervallen en geamoveerd geworden, en het geen nog verder zal plaats hebben, zonder hetzelve te kunnen beletten, daar deze Slooping niet uit winzucht, maar uit een reëel onvermogen om lasten en onderhoud te betalen voortspruit.-

Wat nu aangaat de aanslag der belasting wegens de ongebouwde Eigendommen, hieromtrent valt aantemerken, dat zekerlyk deze by of zedert de invoering der algemeene belastingen geene Zoo enorme augmentatie heeft ondergaan, daar dezelve tot aan den Jare 1806 heeft bedragen eene Somma van f 19.167.18.2 terwyl dezelve thans beloopt een Somma van f 23303.4.4.

Dan, hoezeer deze oppervlakkig geene zoo groote vermeerdering van Lasten schynt te zyn, is dezelve echter inderdaad voor de Land Eigenaars Zeer bezwarende; naardien de Landeryen thans niet alleen veel minder waarde hebben, dan voorheen, maar ook, over het algemeen genomen tot veel lagere pryzen verhuurd worden.-

Uit dien hoofde is ook zelfs de oude aanslag der verponding thans te hoog voor de Landeryen, op dit Eiland gelegen, want daar de meeste derzelve bestaan uit ligt Zandachtige gronden, waarvan alleen door eene aanhoudende bemesting eenig voordeel te trekken is, en van welke daarenboven de polderlasten zeer hoog, Ja voor de geringste Landen, schier ondraaglyk zyn; zoo kan men ligt naargaan, dat, indien die Landeryen dan nog van Landswege met aanmerkelyke Lasten worden bezwaard, zulks geene andere strekking kan hebben dan om alle Landbouwes en veeteeld van dit Eiland te verlaten en daardoor en aanmerkelyk gedeelte van deszelfs ingezetenen van hun eenigst middel van bestaan te beroven.-

Het is dan ook by de aandachtige overweging deze Zaak zoowel aan my als aan de Heeren Repartiteurs (wier medewerking en inlichting ik naar aanleiding der aanschryving, hieromtrent heb ingeroepen) voorgekomen, Ja zelfs ten duidelyksten gebleken, dat, zal de Landbouw op dit Eiland, maar inzonderheid dezelfs belangryke Schapenteelt, kunnen blijven bestaan, het volstrekt noodzakelyk is den Land- en veeman, door het verligten de Lasten, van Lands-weege eenigzints te gemoet te komen.-

Wy houden ons zelfs overtuigd, en een ieder, die met den boerenstand op Texel slegts eenigermate bekend is, dit moeten toestemmen - dat alleen de buitengewoon hoge doch thans aanvankelyk reeds zeer dalende pryzen der producten, gedurende de Laatst voorgaande Jaren hebben kunnen voorkomen, dat niet het grootste deel van dezen zoo nuttigen Stand onder het drukkende der tot hiertoe van Lands wege gevorderde belastingen is bezweken.-

Wy vertrouwen dan ook dat op dit alles by het Regelen van het Contingent van dit Eiland, voor het jaar 1815, het nppdig reguard zal geslagen worden dat UHoogEdgestr ten dien einde by deze opgegevene bezwaren wel zal willen brengen ter plaatse waar het behoort, terwyl het ons dan ook aangenaam zyn zoude, dat de repartitie van Zodanigen verminderde aanslag aan ons wierd overgelaten, ten einde deze door de zo Zichtbare ongelykheid in den aanslag zo wel van de huizen als Landen te kunnen wegnemen.-


Home