Brievenboek 1833-1836


Brievenboek 1833

1833

Boek 333

Vervolg op deel 3 van het Kopyboek der Gemeente Texel

N 183 BM Helder 7-6-1833

N 184 Gouverneur 7-6-1833 rekest Geert Bisschop

Dat door mij de noodige maatregelen zijn genomen tot wegneming der bezwaren door den rekestrant aangevoerd; Terwijl ik mij voorstel om binnen korten tijd met de leden van de Gemeenteraad te onderzoeken of en in hoeverre het alhier bestaande Veeschutters Reglement voor verbetering vatbaar is.

N 185 BM Helder 10-6-1833 doop extracten

N 186 Gouverneur 10-6-1833

order tot vertrek aan den opgeroepen Teunis Dalmeyer uitgereikt

N 187 Gouverneur 12-6-1833 kadaster

N 188 Gouverneur 13-6-1833 personele omslag

N 189 Gouverneur 13-6-1833 patent

N 190 Gouverneur 15-6-1833 kadaster

N 191 Gouverneur 18-6-1833 rekest Jantje Pieters Burger

Dat er voor zooverre mij bewust is geene redenen bestaan om in het verzoek van de rekestrante om haren man Jan Jacobsz Dijker tot den tweeden ban der Schutterij te doen overgaan, eenige Zwarigheid te maken.

N 192 Gouverneur 18-6-1833 Kadaster reclames

N 193 Gouverneur 19-6-1833

Dat alzoo binnen deze Gemeente geene brouwers aanwezig zijn en dan ook in deze tijd geene verklaringen van dezelven zijn ingekomen, terwijl er naar mijn oordeel geene zoodanige Ykers als bij dispositie van HEGA dato 24-4-1833 bedoeld worden, alhier verlangd worden of noodig zijn.

N 194 24-6-1833 Aan de Gouverneur, Rekest G. Bisschop

Dat de klagten van den rekestrant niet ongegrond zijn en dat hij werkelijk veel overlast heeft geleden van de jonge Lammeren nevens zijn bouwland zich in de weide bevindende.

Dat het echter moeyelijk zoo niet onmogelijk is om in het verzoek van den rekestrant te voorzien, alzoo het van eene algemeene bekendheid zijnde dat de Schapenfokkerij bij uitsluiting het bedrijf van den boer alhier is, dan ook daar uit noodwendig volgt, dat aan de belangen dier Hoofd tak van bestaan oneindig kleinere belangen als het niet anders zijn kan, daarvoor achter staan en lijden moeten.

Dat echter ten einde zoowel in het bezwaar van hem rekestrant als tevens in een aantal andere van tijd tot tijd opgekomene klagten en bezwaren te voorzien, het mij goed en doelmatig is toegescheenen eene merkelijke verandering binnen deze gemeente hetwelk dan ook binnen kort aan de goedkeuring van HEGA Heeren GS zal worden onderworpen en waardoor ik Gegronde hoop koester dat wanneer alle soortgelijke bezwaar al niet geheel zal kunnen worden weggenomen, dat dan ten minste het mij mogelijk zal zijn te zogen dat hetzelve zoo min mogelijk bij vervolg en zeker niet zoo als nu het geval geweest is, plaats vinde.-

[Geert Albert Bischoff (1762-1835) uit Wachendorff bij Bremen in Duitsland, getrouwd met Aaltje Dirks Bruin (1795-1868) van Vlieland, beide overleden in Oosterend. Zes kinderen, Grietje, Jannetje, Jannetje, Antje, Dirkje en Jan. Hun zoon Jan Bisschop (1834-1903) was getrouwd met Frouwtje Daalder uit Den Hoorn. Ze hadden 9 kinderen, allemaal geboren in Oosterend]

N 195a 24-6-1833 Landstorm

JF Schönfeld beroepen naar Groningen

N 195 Gouverneur 24-6-1833 Landstorm

N 196 24-6-1833 Aan de Gouverneur

f 33,33 voor onderhoudsgelden Bedelaars in de Maatschappij van Weldadigheid geplaatst personeel dienst 1832

N 197 Gouverneur 27-6-1833 reclames kadaster

N 198 Gouverneur 29-6-1833 idem

N 199 Agent van het Domein Alkmaar 29-6-1822 reclame kadaster

N 200 BM Helder 29-6-1833 soldybrieven

N 201 Gouverneur 1-7-1833 reclame kadaster

N 202 Gouverneur 1-7-1833 terugzending brief

N 203 Gouverneur 3-7-1833 transactien

N 204 Gouverneur 3-7-1833 zie brief 5-1-1833

N 205 Gouverneur 3-7-1833 reglement veeschutters

N 206 en 207 4-7-1833 Staat van vaccinatie

N 208 5-7-1833 Predikanten en Pastoor oproep Collecte Urk

N 209 Gouverneur 5-7-1833

Betreffende de zoo dringend wordende reparatie aan de School van den Burg alhier, welke waarlijk geen uitstel langer gedoogt en vooral thans moet geschieden, wil men weer niet beste jaargetij daar toe vergeefsch laten voorbij gaan.- Zie N 76.

N 210 redac Enkhuizer Almanak en Alkmaarder Almanak 6-7-1833

Alzoo zedert eenige jaren met voorkennis en goedkeuring van het departement van Binnenlandsche Zaken binnen deze Gemeente eene Volenmarkt is opgerigt en gehouden wordt, acht ik het zoo voor deze gemeente als voor het publiek wenschelijk dat die markt onder de gewone jaarmarkten worden opgenomen daar dezelve definitif bepaald is op den 2e vrijdag in de maand Augustus van ieder jaar.

N 211 7-7-1833 Aan de Gouverneur

Dekboekjes Hengsten Hyon en Achilles gedurende het saisoen van 1832

N 212 13-7-1833 Predikanten cs Dankzegging voorverlossing princes Frederik der Nederlanden

N 213 19-7-1833 Rekest Froutje Eelman huisvrouw van P.A. Eelman, de enige Boer die op dit oogenblik nog altijd in Dienst is voor deze Gemeente als Schutter. Hij is te huis nodig.

N 214 Rekest weduwe Bispinck. Dat zij allen, welke zonen van weduwen zijnde tot den eerst uitgetrokken Schutters dezer Gemeente behoord hebben, Zedert met onbepaald verlof zijn teruggekeerd, der rekestranten zoon uitgezonderd, waartoe deszelfs betrekking als Hoornblazer welligt aanleiding heeft gegeven.

Dat hij een nijvere timmerman is, die met grooten opoffering zijner moeder, eene vrij behoeftigen weduwe, even voor de onlusten een kleine winkel begonnen was, terwijl het zich ligt denken laat, dat zijne reeds voor lange afwezigheid van hier niet gunstig daarop zal gewerkt hebben.

N 215 Administratie Rijks schatkist Amsterdam 22-7-1833

Bij mij heeft zich vervoegd zekere Jan Blom, oud Zeeman, alhier wonende, welke reeds Zedert eenige jaren (zoo als UEdgeb: bekend zal zijn) het genot heeft van Rijkspensioen ad f 72.- s'jaars van hetwelk bij zijne dienstneming met de onlusten in S' Rijks Zeedienst heeft komen stil te staan. Met verzoek om inliggende papieren aan UEdgeb: te doen toekomen, ten einde in de volgende maand na gewone aankondiging van ZE de Minister van Finantien daarop datgene te bekomen, als waarop hij na zijn ontslag uit den Zeedienst vermeent andermaal regt te hebben verkregen, en te welken einde hij in blanco geteekend heeft aan UEdgeb: overtelaten de daarin die som te laten invullen, als welke zal begrepen worden, dat hem J. Blom uit dezen hoofde over dit Halfjaar is toekomende.

[Jan Simonsz Blom (1772-1833) van den Burg, zeeman, gepensioneerd loods, overleden in Oudeschild op 24-10-1833. Getrouwd in 1793 met Stijntje Ariens Kooger (1766-1840) uit Oudeschild, dochters Klaartje x Willem Flens en Antje x Willem Gerlach, naar den Helder]

N 216 Gouverneur 22-7-1833 ordonnantie aan K.v. Grouw

N 217 Gouverneur 22-7-1833 rekest van diakenen en armverzorgers der hervormde gemeente van de Koog

Dat de overleden JC Visser heeft achtergelaten tot Erfgenamen ab intestato 2 broeders en een zuster van halven bedde, die alle met de land of vee bouw zich generen; met welke bloedverwanten de overledene wel niet in onmin doch ook verre af was van hartelijk mede om te gaan.

Dat intusschen de nalatenschap gelijk algemeen bekend is, zoo gering is, dat het overschot weinig of niet beteekenen zal en dus in allen gevalle de teleurstelling van die bloedverwanten, zoo zij er al ooit op gerekend hebben, van weinig aanbelang is, gelijk dan ook door hen over deze zaak weinig gewag gemaakt wordt.

N 218 23-7-1833 f 80,97,5 voor de ongelukkig gewordene inwoners van het Eiland Urk

[Provinciaal Blad van Noord-Holland, Dispositie van den 27 Junij 1833, N 21, houdende uitnoodiging tot het doen eener collecte, ten behoeve van de ongelukkig gewordene inwoners van het Eiland Urk. Door de storm op den 11 e dezer, hebbende 2 huisvaders, de een nalatende 8 en de andere 5 kinderen en eene zwangere vrouw, het leven verloren; terwijl 6 visschers vaartuigen zijn vergaan, één vermist en nog een ander op het strand geraakt is, schade is voorloopig op ruim 15.000 gulden is geschat]

N 219 22-7-1833 Stamkot Johannes Petrus, plaatsvervanger voor Zijm Jan

N 220 26-7-1833 Predikanten cs

Collecte Veenbrand in de provincie Groningen, opbrengst dd 8-8 f 63,48

[Grote veenbrand in Zevenhuizen, gemeente Leek, op 11-6-1833.

Google: Een grote veenbrand, als gevolg van boekweitbranden op11 juni 1833, verwoestte een belangrijk deel van het veen tussen De Wilp en Leek en daarmee ook een groot deel van het dorp Zevenhuizen. Bij de brand kwamen vier personen om, gingen ruim 60 huizen in vlammen op en werd 1.167.000 ton turf vernietigd

De brand ontstond bij het losbarsten van een hevige donder met rukwinden, des middags om twee uur. Het veen is dan kurkdroog en smeult op tal van plaatsen doordat in de maanden daarvoor, na het gebruikelijke afbranden van de grond voor het verbouwen van boekweit, een langdurige droogte heerst en het vuur niet, zoals anders, is gedoofd door hemelwater. De rukwinden hadden het effect van een gigantische blaasbalg die plots op tal van plaatsen sluimerend vuur hoog opjaagt en een uitgestrekt gebied in volle vlam zet. Temeer vindt het vuur voedsel in een uitzonderlijk groot aantal turfhopen die niet afgevoerd zijn tengevolge van overproductie en daarmee gepaard gaande lage prijzen.
 Ontzettende tonelen van schrik, angst, verwarring en radeloosheid speelden zich in Zevenhuizen af, zoals vermeld in het verslag over de veenbrand dat Gedeputeerde Staten van Groningen op 2 juli 1833 uitbrengen aan Provinciale Staten.
 Vele huisgezinnen hebben nauwelijks de tijd om met achterlating van alles, hun woningen te verlaten die zij enkele ogenblikken later zien afbranden. Anderen, op verdere afstand van de brand wonend, menend dat voor hen geen onmiddellijk gevaar bestaat, zijn al spoedig ingesloten door hoog stijgende vlammen, zonder uitweg om te ontkomen, zodat zij lange tijd in die akelige toestand moe- ten doorbrengen.
 Zeven buitenlandse arbeiders, zich midden op het veen bevindend, springen gedurig in het water van een wijk om hun kleren nat te houden en graven onderwijl een gat in de grond ter beschutting tegen het vuur, brachten daarin een etmaal door en behielden het leven.
Voorts wierpen onderscheidene personen zich in de wijken of turfvaarten, nu eens onder water duikend om het vuur te ontwijken, dan weer zich aan de vlammen bloot stellend om niet te verdrinken, aldus het verslag van Gedeputeerde Staten.

De tweeëntwintigjarige schipper Jan Peters Kooima uit Ezinge (zus van Elisabeth Pieters Kooijma die getrouwd was met Jacob van der Kaap) en zijn veertienjarige knecht Rieuwert Jacobs Kooy uit Ulrum, gaan ondanks het naderende vuur voort met het laden van turf en verbranden levend in een korenveld. Voorts wordt Roelof Jans Venema door het vuur verteerd en raken zeven personen deerlijk gewond.
 Vierentwintig uur na het uitbreken van de brand gaat de wind liggen en begint het fiks te regenen. Het gebied binnen de vierhoek de Wilp-Marum-Tolbert-Zevenhuizen is dan zwart geblakerd. De brand verwoest in Zevenhuizen 66 woningen en maakt 280 mensen dakloos.
 Volgens een krappe berekening van het gemeentebestuur bedraagt de schade 175.000 gulden. De verloren gegane hoeveelheid turf, in het veld opgestapeld, werd geraamd op twee miljoen ton. Na de brand komt de liefdadigheid van het Nederlandse volk tot uiting in de opbrengst van een collecte, totaal 58.000 gulden.
 Rotterdam brengt 1200 gulden voor de gedupeerden in Zevenhuizen bijeen, welk bedrag nog aanzienlijk hoger geweest zou zijn wanneer tijdens de collecte niet de cholera op geduchte wijze in die stad was uitgebroken, waardoor de liefdadigheid daar noodwendig een andere richting moest kiezen.


N 221 Gouverneur 30-7-1833 rekest A. Dros NM

N 222 BM Helder 3-8-1833 soldijbrieven

N 223 Gouverneur 4-8-1833 Kadaster

N 224 Gouverneur 5-8-1833 rekest A. Dros

N 225 Ontvanger Rijksmiddelen 5-8-1833 kadaster

N 226 Kommandant dep. 10 afd Infant: Utrecht 5-8-1833

Bewijs van den toestand van Kikkert Meindert, milicien der ligting van 1826 door den eilands doctor alhier afgegeven.

N 227 Opbrengst collecte veenbrand 63.48

N 228 BM gemeente Uden 13-8-1833

Er moet tusschen zekeren Heer J. Verkuijlen binne UEdA gemeente en J. van Maurik te Amsterdam, leverancier van plaatsvervangers een contract bestaan ten gevolge waarvan een mijnder ingezetenen genaamd Jan M. de Waard voor en in plaats van gedachten Heer Verkuijlen is in dienst gesteld; en welke de Waard alhier woonachtig zijnde, twee kinderen in deze gemeente heeft achtergelaten, die uit de penningen die de Waard van tijd tot tijd ontving van genoemden van Maurik voor zijn Complacanten accoord worden onderhouden.

Zedert eenigen tijd echter voldoet deze van Maurik niet meer aan zijn beloften en engagementen- er komen geen Gelden meer; de Kinderen loopen alzoo gevaar van te worden op straat gezet; terwijl de Waard intusschen van dit alles onkundig is en ook gen: Heer Verkuijlen ongetwijfeld op zijnen tijd genoemde van Maurik zal voldoen en de Waard remitteerd ook niet.

Ik neem alzoo de Vrijheid UEdAchtb. te verzoeken om gemelden Heer J. Verkuylen bij UEA te ontbieden denzelven met het onderhavige geval bekend te maken en te verzoeken voortaan niet aan van Maurik, maar liefst aan mij die gelden tot onderhoud zijner kinderen overtemaken. Ik vertrouw dat door het Contract in het onderhoud van deze kinderen zal zijn voorzien of, zoo zulks niet mogt geschied zijn zal UEA hiervan de billijkheid wel gevoelen, te meer daar zulks moet gebeuren ter voldoening aan art. 97 der wet op de NM van den 8-1-1817, terwijl het overbodig is ook den Heer Verkuylen optemerken het groote belang dat ook ZEd heeft dat deze zaak in orde afllope en de Waard in dienst blijft, alzoo anders voor genoemde Heer ongetwijfeld niet dan moeite en geldelijke opoffering daarvan het gevolg zoude zijn.

[Jan de Waard (1802-18xx) getrouwd met Antje Dirks Kart (1801-1827), 3 kinderen, waarvan de jongste in 1829 is overleden. Antje is 10 jaar in 1833, Dirk 8]

N 229 Gouverneur 15-8-1833 A. Dros

N 230 Gouverneur 16-8-1833

N 231 x 19-8-1833 dispositie GS

N 232 x 20-8-1833 Lijst

N 233 Gouverneur 21-8-1833 ordonnantie

N 234 21-8-1833 Aan de Gouverneur, Rekest S.R. Smit c.s.

Er bestaat binnen deze Gemeente een binnenweg, welke de Laanweg wordt genoemd en uit hoofde van zijn bestemming tot de Zoogenaamde burenwegen behoort. Deze weg langs welke aan de eene Zijde de landerijen, behalve der 4 Rekestranten, van nog 2 andere personen liggen wordt Jaarlijks bij de Algemeene beraming der Hoofd- en Burenwegen door mij en Assessoren mede in oogenschouw genomen en alsdan door de Eigenaar van belendende Landerijen in orde gebragt en geslecht zoo als ook nog dit Jaar alle dezelve waaronder de 4 Rekestranten op aanzegging der Slechting zonder tegenzeggen als van ouds gedaan hebben. Dit Jaar echter heb ik bij gelegenheid eener schouw overeenkomstig Art. 63 van het Plattelands Reglement, met volkomen en gemeenschappelijk overleg van Assessoren, waarvan één zelf landhebber is en boer is en volkomen bekend met al hetgeen in de vereischten van eenen weg behoort, begrepen dat de verhooging van een deel van dien weg volstrekt noodig was en heb daarvan den belanghebbenden kennis gegeven, waarover zij zich alsnu bezwaard gevoelen niet alleen, maar zelfs tot grove onwaarheden (het gewone hulpmiddel trouwens) de toevlugt nemen. Uwe Excellentie heft hier de zaak zoo als zij werkelijk bestaat.-

Kortelijk zal ik nu het rekest doorgaan en voor zoo veel noodig toelichten.

1 De rijweg (zeggen zij) is het geheele jaar en nog op heden goed. Het laatste is waar trouwens, wanneer een weg in het midden van den zomer niet goed ware (voor zooverre men op Texel een weg immer goed kan noemen) wanneer zou zij het dan zijn. Maar dat zij het geheele jaar door goed zou zijn is letterlijk onwaar.

Het grootste gedeelte van het jaar is zij slecht, onbruikbaar; Ik zelf heb daarvan meer dan eens de ondervinding in het eerst klein bewijs daarvan sterk ondervonden dat voor 2 of 3 Jaren de Commissie voor de uitroeijing van het konijn alhier haar tournee deed en op dezen weg gekomen was en nagenoeg in dezelve steeken bleef, dat de Heer S. Keijser dijkgraaf die de Heeren op zijn wagentje had, juist uit den toestand van dien zelfden weg de stof putte tot beklag over het bestuur, dat hetzelve zich de wegen zoo weinig aantrok.

2 Dat de weg door verhooging op verre na zoo goed niet te gebruiken zoude zijn. Dit spreekt reeds (in verre weg der meeste gevallen althans) zich zelve tegen, maar buitendien- wij- Burgemeester en Assessoren die ook vermeenen door veeljarige ondervinding niet onder de onkundigen te behooren, beweren dat ook in het onderhavige geval eene goed en doelmatig zij, welke aanvankelijk bij de droogte het rijden iets zwaarder mag maken, maar zeer zeker wel doel zal treffen door namelijk in voor en najaar en winter altoos bruikbaar te zijn.-

3 Deze verhooging zoude alleen geschieden ten gevalle van één persoon;- dit betuig ik Uwe Excellentie, is reeds op zich zelve eene schandelijke onwaarheid en eene aantijging die onbewijsbaar is, maar bovendien dit doet niet tot de zaak.- De vraag is bloot of de weg moet gemaakt worden en door wie en niet wie en hoevelen daarover geklaagd hebben. De rekestranten erkennen zelve dat de weg in kwestie algemeen gebruikt wordt.

4 De rekestranten beklagen zich dat alleen zij aanzegging tot verhooging hebben en niet de landeigenaren van de overzijde van den weg- ook dit bewijst de weinige goede trouw die zij te deze in acht nemen. Zedert meer dan 53 jaren dat ik op Texel geweest ben, ja bij menschen heugenis hebben nooit of niemand der landeigenaars van de overzijde van den weg iets tot deszelfs onderhoud gedaan of bijgedragen. Dit is een algemeen en ook bij hen rekestranten zeer goed bekend Servituut der bij hun bezetene landen, onder welks last zij alle die zonder onderscheid hetzij bij koop of erfenis verkregen hebben.-

Zij zelven hebben dit steeds erkend door Jaarlijks zonder tegenspraak zoo als ik reeds boven opmerkte bij uitsluiting van alle anderen, den bedoelden weg te slechten en in orde te brengen. Bovendien is het bestaan van zoodanig Servituut op Texel in het geheel niet vreemd. De geheele groote weg door de polder Raaphorst, waarover het Dijksbestuur alhier het toezicht heeft wordt geheel en alleen onderhouden door de landeigenaren der Oostkant, terwijl die aan deszelfs Westzijde nimmer een cent daartoe bijdragen. Een eendere weg achter Akenbuurt wordt evenzoo onderhouden, alleen door de eijgenaars gelegen aan de Zuidzijde van den weg, waarvan Pieter G. Bakker, schrijver en onderteekenaar van het rekest een is en die dus wel van het bestaan van zoodanige Servituten niet onkundig is- en zoo zijn er meer-

Hoe nu die Servituten ontstaan zijn, dit weet welligt niemand; Maar genoeg, zij bestaan door een lange presriptie en al wat de rekestranten hiertegen aanvoeren is niet alleen nutteloos, maar bewijst veeleer tegen hen.

Eindelijk dat deze weg ten laste van het algemeen zoude komen, ook dit is een onregt, daar dezelve niet tot de hoofdwegen maar zoogenaamde Buurwegen behoort, welke allen zonder onderscheid ten laste komen dar belanghebbende eigenaars.

Ten slotte moet ik nog hierbij voegen, dat de geheele verhooging waarover die klagt loopt over de geringe uitgestrektheid gaat van een zeer smalle weg van een slag ter lengte van 70 treden en ter hoogte van dooreen 1½ voet; kunnende de specie wel uit eene nevensliggende drooge sloot grooten deels gevonden worden, en dit door hen vier rekestranten zamen te doen.

En hiermede heb ik zoo ik vertrouw, Uwe Excellentie in staat gesteld om over deze zaak te kunnen oordeelen; reeds gisteren was de eerste boetschouw bepaald. Alleen omdat de rekestranten zich gewend hebben tot Uwe Excellentie heb ik, hoe ongegrond, ongepast en onwaar ook hunne beklagte zijn moge uit betamelijk ontzag voor Uwe Excellentie, als waar op zij zich beroepen hadden, gemeend vooreerst de zaak te laten in Status quo.-

Het zij mij echter vergund met bescheidenheid te verzoeken, dat Uwe Excelentie zoo spoedig dit zal kunnen zijn, te deze beslisse, alzoo het onnodig is op te merken, hoe onaangenaam niet alleen, maar ook van hoe verderfelijke gevolgen voor het betamelijk ontzag voor het Plaatselijk bestuur alle dergelijke tegenkantingen zijn, die zelden anders dan een zeer ongepast eigenbelang tot oorzaak hebben.

Schrijver en mede ondertekend door Pieter G. Bakker

[Pieter Gerritsz Bakker was in 1832 eigenaar van nummer 47. Simon Reindertsz Smit had 508. Na lang zoeken vond ik een perceel van Pieter Bakker gelegen aan de Oosterlaanweg. Hij had 12 stukjes grond ten noorden van het oude Akenbuurtsweggetje, waarvan N 683 aan de oostkant van de Oosterlaanweg lag, nu onder de Pontweg verdwenen, want het westelijke fietspad was ooit de Oosterlaanweg.

Simon Smit had in 1832 geen land grenzend aan een van de Laanwegen].

N 235 Gouverneur 26-8-1833 rekening 1832

N 236 Gouverneur 26-8-1833

Rekening gesticht van Weldadigheid en algemene armen 1832

N 237 Ambt. BS Amsterdam 27-8-1832

Afkondiging trouwbelofte tusschen H. Kalf en Catharina Maria Elisabeth Steinhauzer alhier

N 238 BM Helder 28-8-1833 Huwelijksafkondiging A. van Dalen en J. van Vliet

N 239 Gouverneur 28-8-1833 subsidie tot rep. gebouwen

N 240 BM Zijpe 2-9-1833

Dat Uwe missive op gisteren namiddag bij mij is ontvangen en mitsdien te laat om de verzochte Huw. Afkondiging tusschen Jan Nieuwenhuizen en Trijntje Smit op den bepaalden tijd te doen plaats hebben,

Daarenboven is niet daarbij gevoegd het benoodigde certificaat van onvermogen om die afkondiging vrij van Zegel te doen en vervolgens te hechten aan het bewijs van den afloop der afkondiging. Ik verzoel UEdA alzoo om mij voor het einde dezer week het bewuste certificaten van beide doot 2 getuigen en Burgemeester onderteekend te laten geworden, als wanneer ik zorgen zal dat de vereischte afk. onmiddellijk geschiede.-

[Jan Nieuwenhuizen (1809-1888) van Den Burg, trouwde op 21-9-1833 in Zijpe met Trijntje Jans Smit (1810-voor 1888), 2 zonen geboren in Den Helder. De eerste kwam op 25-2-1834]

N 240a Gouverneur 2-9-1833 kadaster

N 241 Gouverneur 2-9-1833

Ontvangen ordonnantie van f 1000 ten behoeve van de gemeente Texel wegens subsidie tot herstelling en verbetering van onderscheidene scholen en onderwijzerswoningen.

N 242 Gouverneur 3-9-1833 kadaster

N 243 Agent domein 3-9-1833 kadaster

N 244 Gouverneur 3-9-1833 rekest Aaltje Keijzer wed. Hendrik Schutte

Dat derzelver overleden echtgenoot gedurende eene lange reeks van Jaren op eene allezins Verdienstelijke Wijze het predikantsambt bij de Hervormde Gemeente van den Hoorn alhier heeft uitgeoefend.

Dat voorts wat nu bepaaldelijk haar verzoek om een jaarlijks pensioen aangaat, het mij, na mij hierop geinformeerd te hebben, toeschijnt, dat zij op zoodanig pensioen aanspraak kan maken, even als andere predikantsweduwen, zooals hier bv de wed. Bolt en de wed. Glasvoort die ieder een jaarlijks pensioen van f 100.- genieten en hetwelk gegeven schijnt te zijn naar aanleiding van een KB van 24-10-1814 N 117 volgens den aan mij vertoonden pensioen brief; Terwijl ik met grond meen te mogen vaststellen (zoo de mij gegeven inlichtingen niet ten eenmale valsch zijn) dat dezelfde Stap die de rekestrante ten deze gedaan heeft, hoofdzakelijk naar aanleiding van raadgevende missive van den Heer Secretaris en Adviseur bij het departement voor de Zaken der hervormde Kerk dd 6-8 ll geschied is, welk laatste mij echter confidenteel zijnde medegedeeld, ik de vrijheid neem op dienzelfden voet aan Uwe Ex: mede te deelen, alleen met het oogmerk Uwe Ex: te beter in staat te stellen ten deze haar oordeel te bepalen.-

[Hendrik Hendriksz Schutte (1760-1828) van Amsterdam, gestorven te Den Hoorn, getrouwd met Aaltje Willems Keijzer (1762-1839) van den Hoorn] Zij heeft in 1839, als weduwe, een huis en tuin in Den Hoorn vermaakt om tot predikantswoning te dienen.

N 245 BM Helder 6-9-1833 soldijbrieven

N 246 Gouverneur 9-9-1833 belastingen

N 247 Hoofdingenieur Waterstaat 9-9-1833 verbetering schoolgebouwen

Op hoedanige wijze de f 2000.- zouden worden besteed welke thans voor het herstel der Schoolen beschikbaar zijn. En daar het Jaargetijde tot het doen van al zulke werkzaamheden reeds vrij verre gevorderd is en vooral de school aan den Burg dringend herstel vordert [snel afspreken].

N 248 Gouverneur 11-9-1833 NM

N 249 10-9-1833 Aan de Gouverneur, onderwerp Pieter Keijzer

Dat ik mij door een naauwkeurig onderzoek en ten gevolge van de eigen Handteekening van den Heer Kassier der Maatschappij van Weldadigheid te Amsterdam van J. de Linge overtuigd heb, dat de bedoelde P. Keijzer den 3 Mei ll te Amsterdam bij Slutte is aangekomen, den 7 daaraan naar Frederiksoord verzonden is en aldaar ongetwijfeld aangekomen moet zijn. Het komt mij echter voor dat er een dwaling bestaat omtrent de soort van opgezonden kinderen tot welke Pieter Keijzer behoort en waartoe de algemeene term van opzending naar de Kolonien der Maatschappij van Weldadigheid aanleiding gegeven heeft-

te weten deze Pieter Keijzer is gezonden van uit het Gesticht der Algemeene Armen dezer plaats naar Frederiksoord als aanvulling eener vacante plaats in Frederiksoord krachtens de inder tijd geslotene overeenkomst tusschen deze Gemeente en de Maatschappij van Weldadigheid, weshalve voornoemde Pieter Keijzer van zelve niet valt in de termen voor welke eene afzondelijke betaling moet geschieden, en dit verschil omtrent de soort van opgezonden kinderen waartoe Pieter Keijzer behoort zal hoogstwaarschijnlijk de eenige reden zijn om welke het onderzoek naar deszelfs aankomst in de Kolonie moeijelijk is geworden.

Ik vleij mij echter dat deze inlichting Uwe Ex: voldoende zal zijn, terwijl ik voor het vervolg er voor hoop te zoregen zoo veel in mij is, dat zoortgelijke misvattingen niet wederom zullen plaats grijpen.-

N 250 Majoor Comm: 10e afd. infanterie te Utrecht 13-9-1833

Berigten de ontvangst van UWEgestr: missive dd 8 dezer N 922, met de daarbij gevoegde medaille, certificaat en lint voor den militair C.A. Blom van de 10e afd. infanterie, zich alhier met verlof bevindende, hetwelk aan de belanghebbende zal worden overhandigd.

N 251 Gouverneur 15-9-1833 patentbladen

N 252 16-9-1833 Aan de Gouverneur, onderwerp Laanweg

Met bevreemding en leedwezen tevens heb ik uit het hierbij terug gaande rekest van Smit c.s. bemerkt dat die menschen andermaal hebben kunnen goedvinden de aandacht van Uwe Excellentie met hunne ongegronde klagten te vermoeyen, en alzoo Uwe Excellentie bij haren Apostillaire dispositie van de 12 dezer N 358/15373 ook dit rekest in mijne handen heeft gesteld om te dienen van b. c. en a. heb ik de eer daarop te berigten

Dat ik in het algemeen niet anders kan aanvoeren, dan hetgeen ik de eer gehad heb bij mijne uitvoerige missive van den 21 Aug. ll N 234 omtrent dit zelfde onderwerp te berigten. De rekestranten en geen anderen hoegenaamd zijn verpligt volgens het regt van langdurige verjaring tot het onderhoud der bedoelde Laanweg en onbegrijpelijk is het mij dat zij andermaal op dit punt zijn durven terugkomen indien de oorzaak daartoe niet hierin gelegen zij dat zij welligt hechten op het woord Burenwegen (ook in mijn bewust rapport door mij in tegenoverstelling van het woord Hoofdweg gebezigd) echter zoude men welligt om het Texelsche spraakgebruik aan te nemen deze weg 'eigen weg' behoren te noemen, als deze door een Zeker getal landeigenaars moetende onder houden worden; dit alles echter is haarkloverij en de aandacht Uwer Excellentie onwaardig.

De rekestranten en geene anderen zijn zooals een ieder weet met het onderhoud der bewuste weg belast en elk ander die daarover werd aangesproken zoude dat en te regt van zich afwijzen terwijl de toestand der bewuste weg volgens mijne met Assessoren op heden gedane Schouw zoodanig is, dat zij ten dringendste de noodige en voorgeschreven ophooging vordert.

N 253 BM Zijpe 18-9-1833 Ik heb de eer UEdA bij deze te doen geworden cert. van de gedan Huwelijks proclamatie ten behoeve van J.J. Nieuwenhuizen nevens de daartoe behoorende cert. van onvermogen.

N 254 18-9-1833 Aan Kap Artill comp 1e Batt 3 afd mobile NH schutterij te Willemsoord

te berigten de goede ontvangst met het daarbij gevoegde metalen kruis, lint en certificaat van den Heer van Deinse, hetwelk aan ZEd zal worden uitgereikt.

N 255 18-9-1833 Aan de Gouverneur, onderhoudskosten Bedelaars Kolonisten

Kwitantie ad f 89.28.5 van de algemeen Rijkskassier en ad f 119.27 van de Ontvanger der Registratie alhier, beide ter zake van onderhoudsgelden.

N 256 Direc. Generaal voor de Marine te Schagen 24-9-1833

Maandbrieven tbv Y. Vos, P. Brederoe en J.R. Smit

N 257 Gouverneur 25-9-1833 NM

N 258 Gouverneur 25-9-1833 mandaten

N 259 Gouverneur 21-9-1833

Rekest Daniel Klaassen, ambachtsman, wonende alhier, om ontslag of groot verlof van den mobielen Schutterlijken dienst van zijn zoon.

Dat het mij toeschijnt eene wenschelijke zaak te zijn, dat gemelde zijn zoon, waaraan de rekestrant in zijne behoeftige omstandigheden eene groote ondersteuning zoude vinden, in de Vaderlijke woning konde terugkeren, terwijl ik alzoo de Vrijheid neem het verzoek van den rekestrant Bescheidenlijk aan Uwer Excellenties Welwillendheid ter bekoming van groot verlof uit de mobilen Schutterlijken dienst aantebevelen.

[Daniël Hendriksz Klaassen (1781-1858) zoon van Hendrik Klaasz (17xx-1780 Texel) en Cornelia Jans Vermeulen (1756 Drumpt- 1803 den Hoorn), getrouwd met Dirkje IJsbrands Metselaar (1784-1849) uit Den Hoorn. Kinderen Jan, Anna, Hendrik, IJsbrand, Cornelis en Willem].

N 260 20-9-1833 Aan de Burgemeester van Schoorl, Alimentatie M. Hin [moet zijn W. Hin (Willempje)]

Is het domicilie van onderstand van deze persoon nog steeds hier? Twijfelachtig, alzoo de bedoelde M. Hin reeds voor 25 of meerder Jaren van hier is vertrokken naar buiten de Gemeente, zonder ooit met ter woon te zijn teruggekeerd. Was Dienstmaagd ten huize van de Eerwaarde Pastoor Vinkestein te Alkmaar, heeft daar verscheidene jaren gediend en daar domicilie van onderstand verkregen.

Naar aanleiding van UEA brief van den 26 ll N 90 heb ik armbestuurderen der RC gemeente alhier ontboden en dezelven met het daarin vervatte bekend gemaakt.

Zij hebben mij geantwoord in het algemeen steeds bereid te zijn om alle personen en dus ook bedoelde M. Hin vaderlijk optenemen en voor hunne rekening te onderhouden, zoodra zij de overtuiging hadden dat derzelver Onderstands domicilie nog altoos binnen deze gemeente is. Dat dit echter hoogst twijfelachtig was, alzoo de bewuste M. Hin reeds voor 25 of meerder Jaren van hier is vertrokken naar buiten de Gemeente, zonder ooit met ter woon te zijn teruggekeerd. Men meent dat zij destijds als Dienstmaagd ten huize van de Eerwaarde Pastoor Vinkestein te Alkmaar aldaar verscheidene jaren gediend heeft en mitsdien aldaar haar Onderstands domicilie verkregen zou hebben.

Daar nu de bewuste persoon zich zoo digt bij Alkmaar bevindt en het dus ingevalle zij daar te huis behoort veel moeite en kosten besparen zoude zoo neem ik de Vrijheid UEA namens de armbezorgers vriendelijk uittenoodigen bij de bewuste M. Hin of hoedanig UEA dit anders of beter mogt keuren naar de juistheid van het bovenaangevoerde te vernemen.

Ontdekt men daarbij dat zij gedurende 4 of meerdere jaren te Alkmaar gewoond heeft, dan ware de kwestie spoedig beslist en zij met veel minder moeite onmiddellijk derwaarts dan naar hier te vervoeren, teneinde opnieuw naar Alkmaar te vertrekken.

N 261 Rijksontv. te Texel 20-9-1833 certificaten

N 262 5-10-1833 Aan de Opperhoutvester van de Noordelijke Provincien

Rekest van G. Veenboer en P.J. Bakker over konijnenoverlast.

Het motif toch dat zij aanvoeren als zoude zich het konijn zoo zeer in het duin vermenigvuldigd hebben is onwaar, en ik twijfel niet of UHEd zult uit de rapporten der Commissie tot dat einde jaarlijks herwaards komende zich daarvan genoegzaam kunnen overtuigen. Dat het konijn zoude zijn uitgeroeid is iets anders, doch zal dit wel ooit plaats vinden, en dat weinige konijn dat nu nog gevonden worden mag betekent te weinig en wordt bovendien door de gebrevetteerde Jagers genoeg weggeschoten, dan dat om die reden aan de rekestranten het verzochte zoude worden toegestaan, dat de deur zoude openstellen voor de grofste strooperijen.

Immers behoeft het geen betoog dat onder het voorwendsel van op konijnen te jagen hoogst vermoedelijk ook geen ander wild zoude gespaard worden. Beide de rekestranten liggen alhier ten aanzien van het punt van stroopen op zijn zachtst genomen onder zeer ongunstige vermoedens. Hoogst moeijelijk is het nu reeds in deze uitgestrekte Gemeente de Strooperijen tegen te gaan of te constateren, maar wat moet ervan worden wanneer aan zoodanige menschen zoodanige vergunning zoude gezonden worden, waardoor een volgend jaar (dit is stellig zeker) een aantal anderen op gelijke grond om gelijke toestemming zoude vragen die hun evenmin en welligt nog minder zoude kunnen geweigerd worden.

In het welbegrepen belang alzoo, en van de Jagt en van de Schatkist, en van de Zedelijkheid geef ik mij de eer UHEdG in overweging te geven in het gedane verzoek te difficulteren.

N 263 en 264 7-10-1833 Gouverneur Vaccinatien

N 265 8-18-1833 Schutterij

N 266 Gouverneur 8-10-1833 belastingen

N 267 Ingenieur aan den Helder 8-10-1833 pv verpachting

N 268 BM Vlieland 10-10-1833

Dat tot heden zoodanig persoon in de registers van den BS alhier niet is ingeschreven.

N 268a idem- doch by aldien dezelve by my mogt worden aaneggeven zal ik UEdA dadelijk berigten.-

N 269 16-10-1833 Aan de Gouverneur, gekwetsten op de Citadel van Antwerpen

Nader opgave aangaande Arie Dekker en of dezelve door zijne bekomene wonden verhindert wordt zijnen arbeid uitteoefenen?

Dat gemelde persoon alhier is geboren op 21 Augustus 1808, met bijgevoegd certificaat van de medicinae Docter dezer Gemeente en waaraan ik mij referere.

N 270 Corn. A. Blom geb. 4-4-1808

N 271 Ryksontvanger 15-10-1833 tegenschatters

Pieter Plavier en Christiaan van Scharenberg

N 272 BM Helder 17-10-1833 Soldijbrieven

N 273 BM Vlieland 22-10-1833 successie

Eene bij mij ontvangene Circulaire van den Heer ontvanger der registratie alhier dd 18-10-1833 N 1422 benevens 5 stuks daarbij behoorende Lijsten van Buiten s' lands overledene Nederlanders met verzoek dezelve stukken den Heer BM van Terschelling na gedane inzage te doen geworden.

N 274 ontvanger der registratie 22-10-1833

Dat na een naauwkeurig onderzoek der 5 lijsten door mij geene personen in dezelve gevonden zijn, welke alhier hunne woonplaats gehad hebben. Doorgestuurd naar Vlieland.

N 275 Gouverneur 22-10-1833 NM

N 276 Gouverneur 23-10-1833 Dat de bij voornoemde Missive vermelde medaille, lint en Certificaat ten behoeve den Verlofganger Arie Dekker, behoord hebbende tot de bezetting der Citadel van Antwerpen mij wel geworden zijn, terwijl ik de eer zal hebben voor de behoorlijke uitreiking daarvan aan de belanghebbende de noodige zorg te dragen.

[Arie Jacobsz Dekker (1808-1878) van Oost trouwde op 29-5-1834 met Trijntje List (1805-1838) van Harkebuurt, 4 kinderen, waarvan de twee jongsten niet ouder dan anderhalf jaar werden. De moeder overleed 2 dagen na haar laatste bevalling. Arie trouwde pas weer in 1869 met Cornelisje Gielis].

N 277 24-10-1833 Aan de Gouverneur

De nalatenschap van Simon Visser is f 591.-.12 [na aftrek van successierecht enz ± f 500,-]

Voor zooverre die bij de Armendirectie der Hervormde Gemeente van de Koog alhier geërfd wordt.

N 278 Gouverneur 24-10-1833

Dat heden alhier is overleden de persoon van Jan Blom, gedoopt den 1 maart 1772 in leven gepensioneerd matroos met een pensioen van f 72 's jaars blijkens certificaat N 793 Hoofdafdeeling Pensioenen van de Marine gedateerd 16-4-1828.

N 279 majoor Landmagt Huisduinen 26-10-1833

Dat mij is medegedeeld geworden door den Heer Kapitein Van den Burs nopens zekere testamentaire beschikking ten behoeve van de armen deze gemeente, door wijle den Heer 1e Luitenant van Frandorf bij het 124 regiment in 1811 te Huisduinen overleden, neem ik de vrijheid mij tot UEdG te wenden, als welke met de Zaken dier nalatenschap bekend zoude zijn, met vriendelijk verzoek eens te mogen worden onderrigt wat daarvan zij en of er ook eenige mogelijkheid zoude bestaan daarvan nog iets ten behoeve der voornoemde armen te bekomen.

Ik verzoek mijne meeste verontschuldigingen wel te willen aannemen voor dit mijn verzoek. Mijne betrekking tot deze gemeente maakt het mij tot een pligt zoodanig onderzoek niet achterwege te laten.

N 280 Gouverneur 25-10-1833 afsluiting zeedijk

Dat het eene verbazende omweg is indien men van het Oudeschild over den Burg naar het Oosterend des Eilands moet en hetwelk in Spoedvereischende gevallen ongetwijfeld zeer ten prejudicie van de belanghebbende zal strekken.

Dat het echter zoo het mij toeschijnt niet kan worden afgekeurd dat althans gedurende een zeker deel des jaars de Zeedijk in kwestie voor het algemeen gesloten wordt.

Dat afsluiting door middel van met sloten voorziene hekken geschiedde, zoodanig dat sleutels daarvan zouden ter hand gesteld worden aan de plaatselijke pastoor, Heelmeester en vroedvrouw van het Oudeschild om, in de uitoefening hunner functien, doch anders niet steeds daarvan des verkiezende, het noodige gebruik te maken.

N 281 Opzigter van den Waterstaat te N. Diep 26-10-1833 teekening schoolen

Ik vereenig mij geheel met UEd idee van dezen winter de werkzaamheden te laten verrigten, zoodanig dat tegen 1 meij alles gereed is-

Zouden intusschen deze werkzaamheden ook in 2 aanbestedingen kunnen geschieden? Wat dunkt u hiervan? Ik laat de beslissing daarvan gaarne aan Uw beter weten over. In allen gevalle echter komt het mij voor, dat en voor al het glas en schilderwerk een afzonderlijk bestek dient te wezen, waarbij steeds ook bepaald wordt dat geene der verwen gebezigd worden, voor en aleer die op monster af zijn goedgekeurd.

Aangenaam zal het mij zijn indien de aanbesteding nu ten spoedigste konde geschieden, alzoo nog voor den winter het hout zal moeten ontboden worden- daartoe het dan het hoog tijd wordt.

N 282 28-10-1833 Aan de Opperstrandvonder, begraving van lijken van drenkelingen

Ik heb dezer dagen de zekerheid bekomen, dat men zeer onlangs zich verstout heeft een aangespoeld lijk in het zand der duinen niet alleen op eigen gezag te begraven, en alzoo zonder daartoe van mijn ten gevolge der gedane aangifte aan de Burgerlijke Stand het noodige verlof te hebben bekomen, maar zelf op de wijze der Wilden in den gullen grond, zoo als het lijk was aangespoeld, als een hond te bestoppen, na welligt het te hebben beroofd en uitgeplunderd van hetgeen het soms nog kostbaars bij zich had,

Ik twijfel niet of UEd zult in mijne billijke verontwaardiging over zoo schandelijk een gedrag deelen en volgaarne ook van Uwe zijde daartoe willen medewerken, dat de herhaling van zoodanig wanbedrijf voorgekomen worde, hetwelk geschikkelijk geschieden kan door UEd onderhoorigen, als veelvuldig de stranden bezoekende, ten dezen opzigte de scherpste orders te geven, zoo als ik de eer heb UEd daartoe uittenoodigen bij deze.

N 283 Gouverneur 30-10-1833 ordonnantien

N 284 Ontvanger der registratie 1-11-1833

Dat deze personen alhier niet bekend zijn.

N 285 BM Ameland 2-11-1833

Ik neem de Vrijheid UEdA te verzoeken om mij per ommegaande wel te willen toezenden een dood Extract van het overlijden van Reijer Molenaar gevoerd hebbende een dekvisschuit genaamd de 3 gebroeders, bemand met 4 Koppen, welke schuit tusschen den 22 en 23 november 1830 in het Vriesche Gat is verongelukt.

De kosten hierop vallende zal ik UEdA overmaken. Zoo het gemelde lijk bij UEdA in den Burgerlijken Stand niet mogt zijn aangegeven, of er van de aanspoeling der lijken van gemelde equipage niets bekend is, zal UEdA mij verpligten om hiervan berigt aan mij te doen geworden.

[Reijer Jansz Molenaar (1793-1830) uit Oudeschild. Getrouwd in 1817 met Lena Gerrits Schrama (1791-1836), 5 kinderen]

N 286 BM Schiermonnikoog idem

N 287 BM Helder 4-11-1833 soldijbrieven

N 288 Rijksontvanger der dir. belastingen te Texel 2-11-1833 gem. opcenten

N 289 Gouverneur 2-11-1833 onvoorziene uitgaven

N 290 BM Workum 4-11-1833

Inschrijving tot het doen der Huwelijks afkondigingen tusschen Klaas M. Vlaming en Fokeltje A. van der Baan.

N 291 Gouverneur 5-11-1833 begrooting 1834

N 292 Gouverneur 5-11-1833 inzending dood Extract Jan Blom

N 293 Hoofdingenieur Waterstaat te Helder 5-11-1833 rep. schoolen

Heden is bij mij geweest de Heer C. v.d. Sterre. Opzigter van den Waterstaat met kennisgeving van eenige bedenkingen die van UEdG verblijf alhier nogmaals bij UEdG waren opgekoomen omtrent de Zitplaats der kinderen met name aan den Burg en Oosterend.

Mij volkomen vereenigende met UEdG opinie omtrent de School aan het Oosterend, als waar zig werkelijk een blinde muur bevindt, zoo neem ik echter tevens de vrijheid UEdG eens dringend te verzoeken de Zitplaatsen aan den Burg de bestaande rigting te laten, daar toch is geen blinde muur. De school is niet te lang (zoo als bv te Oudeschil) om behoorlijk te worden overzien. Alle mogelijke afleiding op straat wordt even als aan het N. Diep door Jalouzien weggenomen. Ik geloof derhalven waarlijk dat ofschoon UEdA plan op zich zelve volmaakt goed plan, en het oogmerk daarbij- het belang der Jeugd- duidelijk in het oog valt [2 regels stippeltjes] eigen verwachting voldoen zoude.

N 294 Gouverneur 5-11-1833 rekest DG gemeente

N 295 Gouverneur 8-11-1833 rekest JG Duijnker, P. Kunst en SG Bruijn

Zie missive N 160

N 296 12-11-1833 Aan de Ontvanger te Texel

op de lijst van Buiten 's Lands overleden Nederlanders geene personen [van hier] gevonden.

N 297 12-11-1833 Aan de Ontvanger te Texel

Door mij geene personen in de [door u gezonden] lijst gevonden zijn welke alhier hunne woonplaats gehad hebben. Doorgestuurd naar Vlieland.

N 298 Gouverneur 12-11-1833

Dat ik op heden de toegezonden adsignatie ad f 30.- van den Schutter Willemsen ontvangen en de eer heb die bij deze aan Uwe Ex: ter verdere beschikking te doen toekomen.

N 299 19-11-1833 Ziekelijke milicien Pieter Vermeulen

[Pieter Vermeulen (1812-1874)]

N 300 19-11-1833 Aan de Ambtenaar Burgerlijke Stand te Alkmaar

Zekere Frans Joseph Dopmeijer, geboren te Delbruck in Pruissen, doch sedert vele Jaren hier te lande en thans binnen deze Gemeente woonachtig wenschte een huwelijk aantegaan met Lena Schrama, weduwe R. Molenaar, wondende mede alhier. Ten dien einde heeft hij mij de noodige documenten aangeboden, doch nu ontbreekt hem nog een bewijs van voldoening aan de Nationale Militie hetwelk door hem niet kan worden geproduceerd ofschoon hij tijdens zijn Lotingsjaar voor de NM reeds in Holland was woonachtig.

[Dopmeijer was eerder op 30-4-1827 voor UEdAchtb in den Echt verbonden, hoe is hiermee toen omgegaan?].

N 301 Ontvanger der registratie 21-11-1833

Dat de woonplaatsen van Pieter Karsman en Simon Karsman onbekend zijn.

N 302 21-11-1833 Aan de Burgemeester van Schiermonnikoog

Ten spoedigste gevraagd doodextract voor Reijer Molenaar, schipbreuk geleden hebbende in het Vriesche gat tussen 22 en 23 November 1830 (al eerder aangevraagd N 286).

[Lena Gerrits Schrama (1791-1836) van de Hoogeberg was in 1817 getrouwd met Reijer Jansz Molenaar uit Oudeschild. Ze kregen als kinderen Jan, Gerrit, Reijer, Immetje en Trijntje. Op 30-1-1834 trouwde Lena met Frans Dopmeijer, met wie ze in 1836 een dochter Jantje kreeg. Lena overleed een half jaar na de dood van het kindje].

N 303 Permanente Komm: der Maatsch. V. Weldadugheid te 's Hage 21-11-1833

Dat de [bij uw missive] voorgedragen zaak door mij is ter kennissie gebragt van de sub Commissie van Weldadigheid alhier en dat door dezelve de Vereischte maatregelen zijn genomen en ten uitvoer worden gelegd om de bewuste verevening te herstellen.

N 304 Gouverneur 22-11-1833 benoeming leden der Raad

N 305 Plum Stordeur Commies by het Gouvernement van N Holland 22-11-1833

Dat uit hoofde der vermindering van bevolking dezer gemeente de registers van den BS noodwendig eene vermindering van Zegels moet ondergaan en ik haast mij derhalve in het belang der Gemeente Kas UWE te verzoeken, om het gewoon getal zegels van die registers wel te willen verminderen [in het geheel 22 zegels minder nodig].

N 306 Gouverneur 25-11-1833 rekest WJ Kikkert

N 307 ontv. Reg. Kantoor Texel 25-11-1833

Dat Willem Hofstede sedert 5 a 6 jaren van hier naar den Helder met er woon is vertrokken. Dat overigens het mij toeschijnt, dat de Erfgegenamen van Jacob Jacobsz Bakker en Cornelis Beineman genoegzaam gegoed zijn om buiten risico van de schatkist geregtelijke vervolgingen tegen hem te entameren. En dat eindelijk de Erfgenamen van Reijer Ran onvermogend zijn.

N 308 Kapitein enz 25-11-1833 schutterij

N 309 BM Helder 30-11-1833 soldijbrieven

N 310 BM Helder BS 4-12-1833

Huwelijksproclamatie tbv Wynand van Leeuwen en Marretje Vos

N 311 Directeur Politie te Leyden 3-12-1833 Jan Zwarts hier onbekend

N 312 Majoor enz Brabant 3-12-1833 NM

N 313 Gouverneur 7-12-1833 certificaten

N 314 nots Meijer te Bolsward 7-12-1833 Doodcedul J. Bleker

N 315 BM Harlingen 7-12-1833 doopcedul voor W. Vaartjes

N 316 Gouverneur 9-12-1833 milicien A.P. Langeveld

N 317 BM Helder 9-12-1833 NM Klaas Krijnen

N 318 Gouverneur 10-12-1833 Loterij

N 319 adm. enz Helder 10-12-1833 fuselier Steeman

N 320 Secretaris generaal enz 's Hage 13-12-1833 Anthonie Amersfoort

Aanvraag pensioen wegens ligchaamgebreken

N 321 adm. landmagt Helder 14-12-1833 soldij

N 322 officier van ZM schip de Meeuw N. Diep 14-12-1833 decl. G. Bakker

N 323 Gouverneur 14-12-1833 ordonnantie K. van Grouw

N 324 Gouverneur 16-12-1833 naamteekening

N 325 Gouverneur 16-12-1833 rekest C. Kok

Verzoek om ontslag uit de Schutterlijken dienst wegens het bereiken van 34-jarige leeftijd.

N 326 Directeur enz 's Hage 18-12-1833 ord. en quittantie G. Bakker

N 327 President regtbank van eersten aanleg te Alkmaar 20-12-1833 registers BS

N 328 Gouverneur 20-12-1833 NM

N 329 20-12-1833 Aan de Gouverneur

Voor nu ruim 3 jaren geleden heeft zekere W. Verberne (ook bij Uwe Ex: niet onbekend) zich gewend tot dit plaatselijk bestuur met verzoek om ingevolge ZM besluit van 27 mei 1830 nopens het lager onderwijs eenige kinderen te zijner huize in dat lager onderwijs te mogen onderrigten bepaaldelijk het leeren lezen en schrijven. Niet ondoelmatig heb ik het gemeend het oorspronkelijke stuk bij deze Uwe Ex: ter inzage aantebieden.

In aanmerking echter genomen al de bijomstandigheden dier Zaak, begreep ik destijds voor en aleer het Plaatselijk bestuur zich over dat rekest stellig verklaarde het beter oordeel daar omtrent te moeten inwinnen van HEGA GS van deze provincie, zoo als dan ook het verzoek daartoe gedaan is bij mijnen brief van 20 September 1830 N 293dien ik de eer had deswegens aan HEGA voornoemd te doen geworden, en welke ik niet twijfel dan of dezelve zijne bestemming bereikt hebbe, daar ik kort daarna door nu wijle den Schoolopziener G. Numan om nader inlichtingen deswegens ben geadresseerd geworden.

Zedert echter heb ik niet meer daarvan vernomen. De noodlottige gebeurtenissen van augustus 1830 en vervolgens deden er te regt de aandacht van alle hoogere en lagere besturen zoo geheel en onverdeeld op den rigtigen gang der meer algemene en openbare belangen vestigen, dat die van meer ondergeschikt belang gedurende die angstige tijden der aandacht noodwendig moeten ontsnappen en overtuigd hoe allerbelangrijkst het aandeel in die gewigtige vermeerdering van gewigtige zorgen ook voor Uwe Ex: en HEGA dezer Provincie was, zoo meende ik het meer rustige tijden te moeten afwachten ten einde deze zaak alsdan op nieuw onder de aandacht van HEGA te mogen brengen.

Thans echter vermeen ik dit te mogen doen, vooral gevoel ik mij daartoe aangespoord daar dezer dagen, bij gelegenheid eene aangifter der Burgerlijke Stand alhier een ander persoon, zekere Smits zich stoutweg den naam heeft toegekend van onderwijzer der jeugd aan het Oudeschil ofschoon de man dit werkelijk niet is, terwijl bij gedaan zijdelings onderzoek het mij gebleken is, dat diezelfde man zedert eenigen tijd almede een school ten zijnen huis heeft, waar hij een aantal kinderen onderwijs in het spellen lezen schrijven etc alles in navolging van en steunende op het voorbeeld van den eerstgenoemde W. Verberne zijnde echter noch van particulieren, noch van wege de Schoolcommissie alhier, noch van wege den Heer Districts Schoolopziener het dus van eenige officiele kennisgeving, veelmin aanklagt deswegens aan mij gegeven.

Dit adres is natuurlijk geheel verkeerd en wie waarborgt ons dat niet binnen korten tijd op elk dorp dezer gemeente nog eene onwettige School gevoegd worde bij die welke op openbaar gezag aldaar bestaat, alhetwelke des te aanstekelijker is daar stellig zeker geene gemeente binnen dit rijk bestaat, waar men zich in evenredigheid der bevolking, grootere geldelijke opoffering getroost tot het behoorlijk onderwijzer der jeugd, dan juist in deze, terwijl het mij tevens ten aangenamen pligt is, Uwe Ex: onder hare aandacht te brengen, hoe nog onlangs en ZM en HEGA voornoemd beide de belangrijke som van f 2000.- tot verbetering der sschoolgebouwen hebben toegestaan en dieook der Hoogere besturen waarlijk in deze niet achterblijven.

Deze het openbare gezag bespottende en onmiddellijk aantastende handelwijze moet derhalve nadrukkelijk worden te keer gegaan, en geene moeite zal mij teveel zijn om 's Konings wijze voorschriften in deze zoo veel in mij is te doen eerbiedigen, hetgeen trouwens voornoemde Vernberne reeds genoegzaam ondervonden heeft, daar hij zich vóór het indienen van bijgaand rekest bij herhaling eene Correctionele straf daarvoor had berokkend.-

Voor en aleer echter in deze nu op nieuw iets te doen, wenschte ik betreffende het voornoemde rekest mij door het wijzer gevoelen van HEGA HH gedeputeerde Staten volgens den inhoud van mijnen brief van den 20-9-1830 N 93 te zien voorgelicht en hiertoe neem ik de Vrijheid deze aan Uwe Ex: te doen geworden, met eerbiedig verzoek tevens deze geheel zaak aan HEGA overwegingen te willen onderwerpen.-

N 330 Comm enz Berlicum 21-12-1833 schutter Gerrit Stark

Dat ik gemelden Stark met den inhoud van de missive heb bekend gemaakt en welke zich op morgen zal begeven naar het militaire hospitaal aan den Helder, als zijnde het naastbijgelegen.

N 331 Gouverneur 20-12-1833 Rekest Jannetje Keijzer, weduwe Bispinck

Dat het mij toeschijnt dat een onbepaald ofwel een doorlopend twee maandelijks verlof ten behoeve van haren zoon Willem Bispinck te verleenen, [wat] aan haar in haren ouderdom eene wezenlijke en schier onmisbare ondersteuning zoude verschaffen en haar tevens gelijk zoude stellen met andere weduwen wier omstandigheden ten opzichte der Schutterij met haar gelijk hebben gestaan, doch hare zoonen reeds lang met onbepaald verlof hebben zien terugkeeren.

N 332 Gouverneur 24-12-1833 rekest PS. Smit

Dat de rekestrant als zynde gewoon arbeidsman geheel onvermogend is zijn aangegane verbindtenis gestand te doen, zoodra hij die hem tot dus verre geholpen hebben zulks voor het vervolg weigeren, zoo als gebeurd is.

N 333 Prov. Comm: geneesk. Toevoorzigt 31-12-1833

Dat de veranderingen in de genees- heel en vroedkunde alhier in de loop dezes jaars bestaan in

Het zich vestigen binnen deze gemeente aan het Oudeschil van de vroedvrouw Christina Schneider van Rotterdam

Als mede van den Plattelands Heelmeester Petrus Josephus Gordyn van Texel als zoodanig gerehabiliteerd.

N 334 Gouverneur 31-12-1833 kadaster

N 335 K. Kikkert en L. Brans 31-12-1833 aanstelling als raadslid

N 336 Schoolopziender 4e district Prov. N. Holland 31-12-1833

Dat ik den 25 dezer den inhoud der missive heb gebragt ter kennisse van de daarbij genoemde B. Smits en W. Verberne, terwijl ik hen tevens heb aangemaans daaraan te voldoen.

Dat ik op heden ben onderrigt geworden, dat eerstgenoemde B. Smits tot den 24 dezer heeft schoolgehouden- en uit hoofde der feestdage zijn werk gestaakt heeft tot overmorgen, op welken dag hij zijne scholieren zoude gezegd hebben weder eenen aanvang te zullen nemen, terwijl betreffende den laatsten W. Verberne ik door den Heer voorzitter der Schoolcommissie ben onderrigt geworden, dat dezelve zijdelings had vernomen dat de kinderen van zekeren Jan Koning alhier nog de vorige week zouden zijn ter school geweest.

1834

1-1-1834 Aan de Gouverneur

Zware storm van 31 December met veel schade

(Ook brief naar Haarlemmer Courant met dit bericht)

Buisman: Zeer zachte winter, talloze stormen en nat, zodat veel lage streken blank staan. Op Nieuwjaarsdag teistert een stormvloed onze kusten, veel schepen vergaan en ook aan woningen en bomen veel schade aangericht.

N 1 Gouverneur 1-1-1834

Acht ik het mij verpligt Uwe Ex: kennis te geven, dat de hevige Storm, die den avond van den 31 December en den daarop volgenden nacht van gisteren, op deze kusten gewoed heeft, ook op dit eiland vele verwoestingen zoo aan openbare als aan talrijke particuliere gebouwen en eijgendommen aangerigt is; vele bomen ontworteld en aanzienlijke schaden veroorzaakt heeft. Van alles echter is het allermeest te betreuren, dat door de hevige wind twee jagten en eene Visschuit die in de haven van Texel behoorlijk vertuid lagen, van hunne touwen losgeraakt, de mond der haven uitgedreven en onmiddellijk daarop een prooi der hoogst verbolgen Zee geworden zijn. Een dergelijk lot heeft ook het jagt van zekeren schipper Boon te Oosterend, welke van de ankers geslagen en alsmede hoogstwaarschijnlijk geheel verloren is.-

Door het verbrijzelen van de eerstgenoemde 2 jagten en visschuit zijn dezelve Schippers en eigenaars Jan Buikema en Willem Flens, alsmede de bij Uwe Ex: welbekende Schipper Reijer Smit beroofd, terwijl ook de zelver knechts met hunne huisgezinnen zich daardoor in den moeijelijksten toestand bevinden.

Gelukkig eindelijk mogen wij ons rekenen dat voor zoo verre bekend is niemand binnen deze gemeente bij deze algemeene ramp is omgekomen.

N 2 redacteur Haarlemmer Courant 2-1-1834

Bovenstaand berigt als nieuwstijding bij en nevens andere soortgelijke in het eerstvolgend nummer van UEd geacht dagblad wel wildet opnemen.

N 3 2-1-1834 Aan de Gouverneur

Broodbakker Klaas Simonsz Kikkert [is benoemd tot lid van het Gemeentebestuur maar wil daar niet in plaatsnemen] daar hij grondig bekend met den moeyelijken en korseligen aard der bewoners van het Oudeschild en derzelver gedurige geest van tegenwerking des bestuurs, zich volkomen overtuigd hield, dat deze benoeming altoos hoogst nadeelig op zijn beroep zoude terugwerken en stellig hem bij de minste aanleiding een aanmerkelijk nadeel veroorzaken.

Ik ben dan ook niet in de mogelijkheid geweest denzelven in functie te doen treden. [Dat had niemand verwacht. Wat nu?]

[Dat moet zijn Klaas Kikkert (1787-1875) uit Den Burg, zoon van Simon Pietersz Kikkert en Marretje Klaas Luijtsen, getrouwd met Catharina Lucas Wentel (1787-1825) van Oudeschild. Ze hadden 7 kinderen. Hij was broodbakker. In 1861 was hij wel lid van de Texelse Gemeenteraad].

N 4 Gouverneur 2-1-1834 rekest J. Nagel

Dat wel is waar de rekestrant met het kofschip waarvan hij schipper was den 20-10-1833 is in de haven van Texel gebracht met aanmerkelijke Zeeschade doch dat hij den 29 oct. daarop reeds met schip en zoutlading naar Harlingen vertrokken en aldaar ook behouden aangekomen is, zonder dat er verder eenig stellig spoor alhier van hem achtergelaten is, zoodat het met den besten wil mij onmogelijk is ten dezen aan het oogmerk Uwer Ex: te voldoen.

N 5 Gouverneur 4-1-1834 BS

N 6 4-1-1834 Vertrokken naar andere Provincien gereformeerd predikant J.T. Schönfeld met vrouw en 3 kinderen naar Bellingwolde

Uit andere Provincien de persoon van F.J. Schneider van het Koninkrijk Beieren, in de Hollandsche Zeedienst en Christina Schneider, vroedvrouw, benevens hare moeder Neeltje Schipper, beide van Rotterdam.

N 7 Gouverneur 4-1-1834 deliberatie Raad

N 8 Gouverneur 4-1-1834 deliberatie raad

N 9 Gouverneur 4-1-1834 Brandbluschmiddelen

N 10 BM Helder 6-1-1834 Soldijbrieven

N 11 BM Helder 6-1-1834 geb. Acten van Maarten Klein en Jacob Mangel

N 12 en 13 Gouverneur 6-1-1834 Vaccinatien

N 14 6-1-1834 Getal trekpaarden en voertuigen

N 15 Gouverneur 6-1-1834 rekest G. Stark

N 16 Gouverneur 6-1-1834 gemeentekas

N 17 Kap. enz 7-1-1834 verloven

N 18, 19, 20 Kerkeraad hervormden 9-1-1834 opgave zielen enz

N 21 Gouverneur 10-1-1834 rekest LJ Quaadmans en PJ de Goede

N 22 Commissaris van policie? 11-1-1834 Dat de Kaap van het Nieuweschild bij de Jongste Stormen is omver gewaaid en het hout daarvan groot gevaar loopt te worden geroofd.

N 23 verschillende armbesturen 15-1-1834

Toestand Hervormde kerk

N 24 C v/d Sterre te N. Diep 16-1-1834

Dat de openbare aangesteding der te doene herstellingen aan eenige schoolgebouwen plaats zal hebben den 10 febr. ek des middags 12 ure ten overstaan van UEd, terwijl ik de eer heb UEd mitsdien daartoe alsdan uittenoodigen.

N 25 Gouverneur 16-1-1834 voordragt raadslid

N 26 Gouverneur 17-1-1834 NM

N 27 Controleur dir. belastingen 18-1-1834

Overkomen voor het opmaken proces verbaal in geval van ramp, tgv schipbreuken van 1 jan.

N 28 regtbank Alkmaar 18-1-1834 proces verbaal

N 29 21-1-1834 Aan de Gouverneur

Dat de Gemeente Texel is door de Gouverneur op 23-12-1830 aangewezen als domicilum van onderstand van A. Former, waarbij tevens de goedgunstige beschikking om, uit aanmerking van de Buitengewoon ongelukkigen toestand van dien persoon, tegemoetkoming in de Kosten daaraan verbonden uit de Provinciale fondsen aan het Gemeentebestuur van Texel f 100 te verstrekken. Zijn toestand is onveranderd.

N 30 21-1-1834 Aan de Gouverneur 3 ½ bladz. Schoolwezen

Met innig leedwezen heb ik uit dezelve [missive] kunnen opmerken dat mijn gehouden gedrag in deze niet ten volle de goedkeuring Uwer Ex: heeft mogen wegdragen; temeer treft mij dit daar ik de volkomene overtuiging bij mij zelve koester, dat ik alles wat mogelijk is steeds aanwende althans pogen de door om in de geheele uitoefening mijner administrative betrekking mij met den ijver en die naauwkeurigheid te gedragen als de aard der zaak gebiedend vordert en welke in de goedkeuring van Uwe Ex: als het hoofd van dit gewest zijne aangenaamste voldoening vindt, welligt intusschen dat eene min duidelijke voordragt tot die ongunstige opvatting heeft aanleiding gegeven en welke ik hoop door het volgende te mogen wegnemen.

Immers dat ik volstrekt niet van oordeel ben dat eene officiele aanklagt noodig zij om eene overtreding te achtervolgen; daarvan strekten buiten ettelijke andere ten deze vreemde gevallen ook in de onderwerpelijke zaak tot bewijzen de vervolginge door mij tegen W. Verberne in 1827 en 1828 bloot op het openbaar gerxant ingesteld waardoor dezelve bij 2 verschillende vonnissen tot de kosten en boeten van f 50 en f 100 is veroordeeld, welke boeten echter in eene door hem dan ook in 1829 ondergane gevangenisstraf is veranderd geworden.

Zedert ook heeft hij gedurende eene geruimen tijd werkelijk opgehouden onderwijs te geven, maar vervolgens heeft hij in 1830 naar aanleiding van ZM besluit van 27 Mei hetwelk het toestaan van meerdere ruimte nopens de vrijheid in het onderwijs ten grondslag had zich gewend tot het plaatselijk bestuur dezer gemeente en het was destijds alleen uit aanmerking der bijzondere tijdsomstandigheden welke de hoogstmoeijelijke omzigtigheid vorderde ten aanzien van sommige personen en zaken die mij besluiten deed het beter oordeel intewinnen van UEDG ten einde mij te verzekeren dat die uitlegging welke ik meende te moeten geven aan het 11e art. van ZM voornoemd besluit en welke uitlegging door W. Verberne stellig zoude worden tegen gesproken dat die uitlegging de juiste is in den geest van art. voornoemd,

immers en ik verzoek Uwe Ex: dringend dit punt niet uit het oog te verliezen als de voornamen reden van mijn gehouden gedrag.

De genoemde W. Verberne is R. Catholiek yverig ingenomen tegen al wat van een protestantsch Gouvernement of bestuur komt of zou komen. Van eenen heftigen doordringenden ernst Sluw genoeg om in het openbaar geene de minste bepaalde ergernis te geven, maar destemin bezield en werkzaam om in 't geheim alle zaden aan ongenoegen en oproer tegen protestantschen uittestrooijen en aantekweken, Ziedaar den man mat wien ik te doen had en dat in eene Gemeente die wat het geheele Roomsch Cath: gedeelte betreft maar altzeer geneigd was om aan allerhande verkeerde in blazingen het oor te leenen, welke zich zoo door alle hoogere en lagere besturen onderdrukt en tekort gedaan waande;- en welke vooral bij de opvolgende ligtingen van geld en manschappen bij de minste aanleiding groot gevaar liep van tot stellige verkeerdheden over te slaan.-

Tot bewijze hiervan strekken de missiven die ik indertijd de eer gehad heb aan Uwe Ex: te doen geworden in datis 9-10-1830 N 118 en 5-1-1831 N 6, e op beide welke wat betreft de door mij destijds genomen maatregelen ik het genoegeb gehad heb de beuigingen van Uwe Ex: goedkeuring te mogen ontvangen.

Wat nu schoot mij bij zodanige omstandigheden over met W. Verberne maakte ik ten derden male tegen hem Proces Verbaal op, dan was onvermijdelijk gevolg een straf van niet minder dan eene verbanning, voor 6 jaren uit deze gemeente, welke straf ongetwijfeld een aantal gemoederen zoude hebben verbitterd, en welligt tot de ernstigste gevolgen aanleiding gegeven, terwijl ik integendee; het antwoord van HEGA voornoemd alvorens afwachtte en steeds de zekerheid had in den geest der hoogste Provinciale authoriteit te handelen en dus wat er dan ook gebeuren mogt bij dezelve goedkeuring en ondersteuning te zullen vinden.

Zoo bleef dit voortduren;- maar desniettemin was het in zoo verre vanaf het intusschen heimelijk weder opgevat onderwijs van W. Verberne goedtekeuren of by gebrek van officiele aanklagt lijdelijk aantezien, dat ik hem bij herhaling dit verbood; of den schoolopziener daarvan kennis gaf, die mede hem nog in het voorjaar 1833 ernstig het verkeerde daarvan mede in mijn bijzijn onder het oog bragt en dat nog in het laatst van 1833 ik hem dit verbod vernieuwd heb, toen echter tegelijk met den persoon van B. Smits, die eerst zedert eenigen tijd ditzelfde had bij de hand genomen en van welk tijdstip af dan ook dat onderwijs heeft opgehouden.

Ik vermeen alzoo uit dit een en ander Uwe Ex: te hebben mogen bewijzen en zoo als ik hartelijk hoop ten genoege Uwer Ex: dat ik nooit of nimmer lijdelijk berust heb in de wederregtelijke handelwijze van hem W. Verberne- dat ik zonder de minste aanklagte van anderen tot 2 reizen toe hem de volle gestrengheid der wetten heb doen ondervinden, maar dat het alleen aande bijzondere tijdsomstandigheden is te wijten geweest wanneer ik geaarzeld hen hem ten derde male in het openbaar te vervolgenen langjarige verbanning uit deze gemeente tegen hem te doen uitspreken, maar het gedurende dien tijd alsdan bij een steeds herhaald verbod zoo van mij als van den Schoolopziener heb laten berusten, terwijl ik de laatste brief Uwer Ex: alsnu daarvoor houdende als het antwoord behelzende op mijnen vroegere missive van den 20 Sept: 1830 N 93, die rekestrants destijds gedaan verzoek als voor geene inwilliging vatbaar zal beschouwen en mogt het onverhooptelijk noodig zijn ten derden en laatstemale tegen hem het noodige Proces Verbaal zal opmaken.

N 31 Mil. Comm: 22-1-1834 NM

N 32 Gouverneur 22-1-1834 ord. CC Bakker

N 33 kapt. enz 22-1-1834 Cornelis Smit

N 34 23-1-1834 Aan C. Zunderdorp

De postschuit heeft niet gevaren. Waarom niet?

Alzoo op Eergisteren middag papieren ten uwen kantore zijn bezorgd geworden door mij aan het Gouvernement geadresseerd aan wier spoedige bezorging mij gelegen ligt, en ik tevens op heden vernomen heb dat de postschuit gisteren niet vertrokken is ofschoon des morgens nog eene visschuit met ettelijke lasten haring geladen gevaren is, zoo verzoek ik UEd mij de reden daarvan wel te willen melden, opdat ik bij het Gouvernement mij deswegens kan verantwoorden.

N 35 Gouverneur 30-1-1834 NM

N 36 30-1-1834 Aan de Burgemeester van Amsterdam, Schutterij

Cornelis Vrendenberg wil op de rolle der schutters dezer Gemeente worden ingeschreven, zijnde onlangs als predikant der Hervormde Gemeente aan het Oudeschild alhier bevestigd.

N 37 Gouverneur 3-2-1834 NM

N 38 Gouverneur 3-2-1834 maandstaten

N 39 BM Helder 3-2-1834 mandaat

N 40 2-2-1834 Aan de Gouverneur

Alhier geene kinderen uit Godshuizen die moeten worden opgezonden naar de Kolonien der Maatschappij van Weldadigheid

N 41 Kapt. Comm. enz 3-2-1834 NM

N 42 3-2-1834 Aan de Gouverneur

Naar aanleiding van brief van Opperstrandvonder om berigt, consideratie en advies over het Kofschip Aurora, kapitein Wijgers, dat strandde vlak op dezelfde plek bij het Eijerland als de dag ervoor het Deensche Galjaschip gevoerd bij kapitein Gram.

De sloep van de Strandvonder was daarom herwaarts gevoerd.

Deze stranding werd met het oog door verscheidene menschen van strand waargenomen die ten gevolge van het den vorigen dag bijna ter zelver plaatse voorgevallen ongeluk van het Deensche Galjasschip gevoerd bij kapitein Gram om die reden zich reeds in de dadelijke nabijheid bevonden toen deze tweede stranding voorviel, waardoor dan ook toevallig eene sloep van genoemden opperstrandvonder zich ter zelfder plaatse bevond, als zijnde die den vorigen dag ten behoeve van het toen gestrande Galjasschip derwaarts gevoerd.

Zoodra nu men de kof zag tegen de kust vervallen en stranden, begaven zich oogenblikkelijk een aantal personen derwaarts. De kof zat op welligt geen 100 schreden van het strand af en zoude dus zeer ligt te naderen zijn geweest, indien de Vloed op dat oogenblik en de op zulk ondiep water hevige branding dit niet op dat tijdstip hadden onmogelijk gemaakt.

Deze volstrekte onmogelijkheid werd dadelijk ingezien door eenen aanwezigen onderstrandvonder H. de Boer, een man bij de stranden alhier grijs geworden; talloze malen bij alle wijzen van redding zelf tegenwoordig en werkzaam of althans ooggetuige geweest en wiens grondige bekendheid met en beoordeling van de omstandigheden alzoo aan alle de aanwezigen had moeten inboezemen, daar hij hen bij herhaling verzekerde, dat zoo min de Hemel met de handen te bereiken was op dat oogenblik de menschen te redden waren, doch dat het daartoe het laag water moest worden afgewacht, terwijl ook de schipbreukelingen zelve voor als nog geen gevaar liepen hoegenaamd.

In weerwil echter dier herhaalde verzekering vond men beter meer gehoor te geven aan de eerste opwellende drift van het gevoel, dan wel aan de koele uitspraak van het verstand en althans het een door het andere te laten verzeld gaan;- Ten gevolge zijner den vorigen dag geledene Schipbreuk bevond zich Kap: Gram met zijne matrozen ter plaatse der nieuwe Schipbreuk. Hij werpt zich in de sloep met enige matrozen, worstelt met de Golven en branding, verspilt in verschillende pogingen zijn krachten- en moet eindelijk en zeer natuurlijk in dien ongelijken strijd zijne minderheid en tevens de volkomene waarheid erkennen en bevestigen, van hetgeen zoo even als het oordeel van H. de Boer staat aangeteekend.

En nu zoude welligt daar men afgeschrikt was door deze ontijdig genomene proeven, verzuimd zijn geworden de tijdige proeve te nemen, toen voornoemde H. de Boer des avonds half 11 ure hen aanspoorde alsnu met de sloep zich naar het schip te begeven, daar het nu gedaan moest worden of het zoude welligt te laat worden. Men gaf dan ook dadelijk hieraan gehoor; Kapitein Gram begaf zich weder in den sloep met een zijner matrozen, twee Texelaars, Martinus Langeveld en Pieter Kalis boden zich aan hen te verzellen (dat zij ook reeds vroeger gedaan hadden, doch toen door hem die meer op zijne matrozen bouwde waren afgewezen). Men begaf zich door eene vrij sterke branding naar het schip en had dan ook het geluk binnen weinige oogenblikken de manschap te redden en behouden aan wal te brengen.

Ziedaar het eenvoudige onopgesmukte verhaal Uwe Ex: zoo als ik het met veel moeite en na vele vergelijkingen tot een geheel heb kunnen brengen, uit de mond van verscheidene Ooggetuigen niet alleen, maar bepaaldelijk op de Verklaringen van voornoemden H. de Boer, kapitein Gram en nog een Zeeman. Ik geloof dus op geene andere dan wezenlijk bevoegde Autoriteiten mijn verslag te hebben gebouwd en koester mij zelve de geheele overtuiging dat hetzelve dan ook niet anders dan de zuivere Waarheid behelst, terwijl het verschil in voordragt met het verslag van den Heer Opperstrandvonder zeer natuurlijk in de Omstandigheid moet gezocht worden, dat deszelfs verslag gedaan is op de dadelijk berigten van anderen in de eerste drift en verwarring aan den Burg gebragt, als wanneer het bijna onmogelijk is de wantoedragt eener soortgelijke Zaak te kennen, zijnde de Heer opperstrandvonder ten gevolge zijner langdurige ongesteldheid niet tegenwoordig geweest. Terwijl het verslag dat ik de eer heb Uwe Ex: bij deze aantebieden, het resultaat is van veele en verschillende nasporingen in kalmte en bedaardheid gedaan.

De geheel Zaak geloof ik derhalve dat alzoo moet beschouwd worden-

Dat alle de veelvuldig vroegere en werkelijk met levensgevaar gedane pogingen maar dan goeden wil, dan het en toch zoo hoogst noodig bedaard overleg van den helpers aan den dag hebben gelegd

Dat, toen het regte en eenige tijdstip daar was de Redding ook heeft plaats gehad zonder eenig uitsluitend lijfsgevaar aantebieden

Dat echter daar aan soortgelijke ondernemingen met een zeker lijfsgevaar gepaard gaan en buitendien alle vier de voornoemde personen, dat is kapt: Gram, zijn matroos H. Bogsen, M. Langeveld en P. Kalis doorslaande blijken hunner moed en menschlievendheid gegeven hebben, en daar eindelijk zulks ook voor het vervolg gunstig werken kan, het mij toeschijnt, dat deze 4 personen aan de M. tot N. vh. A, gunstig behoren te worden aanbevolen, als zich zeer goed gekweten en verdienstelijk gemaakt te hebben.

De aanbeveling eindelijk is reeds door de zorge van de afdeeling van die Maatschappij alhier gevestigd, ter kennisse der Hoofdbestuurders gebragt.

[Harmen de Boer (1768-1850) was van xx tot 1836 pachter van het Eijerlandse Huis en de bijbehorende gronden. Na die tijd boer op de Strooppot. Getrouwd met Grietje Thuenis (1767-1838), ze hadden een dochter Naantje (1798-1869) die was getrouwd met Willem Jacobsz Maas uit Climmen in Limburg]

N 43 BM Helder 6-2-1834 soldijbrieven

N 44 Precident Militie Raad 6-2-1834 NM

N 45 7-2-1834 Aan de Gouverneur

Ook buiten de Godshuizen geen kinderen gevonden worden die vallen in de termen van Z.M. Besluit van den 7 Augustus 1827 N 125.

N 46 Ontvanger registratie te Texel 7-2-1834

Jan Benjamin papiermaker te Westzaan is alhier niet bekend.

N 47 Gouverneur 7-2-1834 reglementen begravingen

N 48 Gouverneur 7-2-1834 tarief begraafplaatsen

N 49 Gouverneur 11-2-1834 proces verbaal

Der op gisteren alhier gehouden aanbesteding van de te doene herstellingen aan eenige scholen en Schoolgebouwen alhier

N 50 Officier van Justitie Alkmaar 12-2-1834 met verklaring veeschutters

De reden waarom deze zaak op alle zoodanige wijze als UEdG best geraden zal oordeelen, ten strengste achtervolgd wierde, ligt in de meer en meer toenemende onbeschaamdheid met welke zeer vele der bewoners van het Oudeschil, waartoe de beide hoofden F. Boermeester en CC Bakker behooren zich tegen alle verordeningen en handelingen des Plaatselijken Bestuurs aankanten en tot welker beteugeling geene dan Krachtige maatregelen schijnen te kunnen helpen. Beide genoemde personen zijn berucht wegens de heftigheid van hun karakters die hen tot de grootste onbeschoftheden aanzet, terwijl CC Bakker voor de gevolgen van zijn woest en onbeschoft gedrag heeft moeten boeten, de aanleiding waartoe aan UEdG niet onbekend zal zijn.

N 51 BM Helder 12-2-1834 paspoort Klaas Krijnen

N 52 Directeur generaal voor de Marine 13-2-1834

Verzoek van T. de Porto om bewijs van Erfregt en Afschrift tot ontvangst van soldij ten behoeve der Erfgenamen van wijle Jacob de Porto, gediend hebbende als matroos in 's Rijks Zeedienst.

[Jacob de Porto (1814-1833) overleden op 26-3-1833 aan den Hoorn, zoon van Timotheus de Porto en Isele Gielis]

N 53 BM Helder 14-2-1834 successie

Te zenden eene lijst van buitenlands overleden schepelingen van s' Rijks marine

N 54 Ontv. Registratie 14-2-1834 successie

Dat op deze lijst geen bekende personen gevonden zijn

N 55 Gouverneur 15-2-1834 rekest armverzorgers RC gem Burg

N 56 Controleur der directe belastingen Helder 15-2-1834

Brandschade aan de Boerderijen van G. Sluisman en Jacob Roeper door den bliksem veroorzaakt den 10-2-1822

N 57 Kapitein komm: ad interim het Battaillon 3 afd NH Schuttery te Oirschot 17-2-1834

Dat de schutter G. Stark ook werkelijk zooals in mijne missive van 21 Dec ll N 330 wordt gemeld zich naar den Helder in het Hospitaal had begeven, doch na verloop van 2 dagen daaruit was ontslagen om zich toen in plaats van naar zijn Batt: terug tekeren, zich naar huis had begeven, zonder dat zulks ter mijner kennis was gekomen en zedert dien tijd ook buiten mijn weten met zijnen Vader (die een oud en bejaard man is) tot assistentie op eene binnenlandsche Visschuit heeft gevaren, doch dat ik hem alsnu dadelijk bij mij heb ontboden en gelast zich onverwijld naar zijn Batt: te begeven 't welk hij dan ook heeft aangenomen te zullen doen.

N 58 Schoolopziener 4e distr: NH 18-2-1834 rekest van W. Verberne

Dat wat betreft het punt voorkomende in het rekest van den suppl: dat namelijk, bij eene ofschoon onwettig onderwijs zoude gegeven hebben aan kinderen van leden van het Plaatselijk bestuur op onophoudelijk aanstaan dier Leden; zulk eene Volstrekte onwaarheid berust, alleen dit is waar dat één der Leden van het bestuur om bijzondere hem zoo het schijnt belangrijke redenen heeft kunnen goedvinden zijne kinderen gedurende eenigen tijd bij W. Verberne ter schoole te zenden. Dat dit echter de daad van een particulier persoon geweest is, waavan de verantwoordelijkheid bij geene mogelijkheid voor het bestuur komt zal aan UEd wel niet in het breede behoeven betoogd te worden.

Even zoo is het eene volstrekte onwaarheid dat hij tot den 20 ll ongestoord is voortgegaan in het geven van het bewuste onderwijs en zonder van mijn vroegere openbare vervolgingen te gewagen zal het genoeg zijn, UEd te herinneren, wat door UEd zelve in mijn bijzijn en dat van het Schoolbestuur aan hem W. Verberne in maart 33 onder de stelligste bewoordingen is toegevoegd met bedreiging tevens dat UEd hem in geval van ongehoorzaamheid volgens de wetten zoudet vervolgen. Terwijl ik naar aanleiding van Uwen brief van den 21 Dec ll N 71/89 R door mij op nieuws den genoemden suppliant op den 26 December daaraanvolgende hetzelve onderwijs is verboden.

Ik schroom alzoo niet het geheele stuk van den supp: als een ten zachtsten genomen stuk vol onwaarheden te beschouwen dat der aandacht van het Hooger Gouvernement onwaardig is, terwijl ik voorts wat betreft alle de verdere inlichtingen over deze hoogst onaangename zaak de vrijheid neem mij te gedragen naar mijnen uitvoerigen brief van den 21-1-1834 N 30 waarbij ik deze geheele zaak en mijn gehouden gedrag in de zelve met alle de bijzondere gronden daarvoor aan ZE den Heere St. Gouverneur ontwikkeld en zoo als in mij vleije voldoende ontwikkeld heb.

N 59 Controleur van het Kadaster te Alkmaar 19-2-1834

Dat de bewuste percelen N 127, 140, 417 en 418 Sectie F thans werkelijk aan Klaas Jansz Bruin alhier zijn toebehoorende.

N 60 BM Zutphen 21-2-1834 Schutterij

N 61 Kolonel dienst Rijksstoeterij te Borclo 22-2-1834 Hengsten

Aantal 2 of 3? Nu daar in het gepasseerde jaar voor 4 merrie paarden alhier de premien getrokken zijn en de boeren zich dierhalven zich nog niet op de aanfokkerij van Paarden zullen toeleggen hoogstwelgevallig niet alleen maar zeer nuttig zoude zijn.

N 62 Kapt: ter Zee onderdirecteur der Marine te Willemsoord 22-2-1834

Dat de kleine wapenen welke UWEdgestr: wel de goedheid heeft willen hebben mij voor den dienst der quarantaine alhier ter leen aftestaan, zullen worden afgegeven zoodra UWEdgestr: mogt beslissen dezelven te laten afhalen alzoo dezelve tot dat einde reeds lang gereed leggen, bestaande in 8 pistolen kunnende de 80 scherpe patronen welke deels zijn verbruikt en deels in stukken gebroken niet worden terug gegeven.

N 63 Gouverneur 24-2-1834 Plaatselijke belasting op de Brandstoffen.

N 64 Comm: van landbouw te Alkmaar 27-2-1834

Dat de postschuit op Dinsdag 18 maart ek des morgens 8 ure uit het Nieuwe Diep gaat en alsdan altoos in 1 ½ jaat en welligt in ¾ uure op Texel is. Ik zal zorgen dat een wagen voor UEdG op de haven gereed staat en de paarden ter Keuring geschikt te 10 ure aan den Burg zijn- als wanneer UEdG zulks verkiezende reeds te 12 ure weder kunt vertrekken, en met de postschuit van 2 ure vertrekken.

N 65 1-3-1834 Aan de Burgemeester van Noorddijk Provincie Groningen, Nationale Militie

Dat de persoon van Dominicus Fransciscus Grimme, geboren te Groningen op 17-1-1814 in het jaar 1833 alhier tot de Loting voor de dienst der nationale Militie is ingeschreven.

N 66 Kapitein enz Oirschot 1-3-1834

Gerrit Stark is op gisteren naar deszelfs Battaillon teruggekeerd.

N 67 1-3-1834 Aan de Gouverneur

Dat M. de Wijn (thans in dienst der mobiele Schutterij) wonende alhier, in der daad verlangt eenen plaatsvervanger voor den dienst te stellen, ten einde daardoor zijn beroep als Stuurman ter Koopvaardij te kunnen voortzetten en alzoo zijne moeder, welke eene bejaarde weduwe is, in haar onderhoud te kunnen bijstaan, hetwelk mij zeer noodzakelijk voorkomt.

[Maarten Teunisz de Wijn (1807-1840) was zeeman, later loodsleerling. Zijn vader was in 1824 gestorven, terwijl moeder Riekje Lammerts Blom leefde tot 1854. Maarten trouwde in 1835 met Cornelia Gomes, 3 kinderen, waarvan de jongste geboren 3 maanden na de dood van de vader. Maarten kwam op 22-11-1840 om in zee bij Petten].

30-1x-1840 Collecte voor de omgekomen opvarenden van de Loodsschuit N 5

'Den 22sten November is op de hoogte van Petten, de binnenloodsschuit nummer 5, welke uitgezeild was, om de Loods Jan Willem Gomes, in dienst op het uitgezeilde Engelse Schoenerschip Monarch, kapt. J. Manning, weder in te nemen, nadat genoemde Loods reeds van het gemelde schip overgekomen was, bij het terugkeeren omgeslagen, en zijn daarbij alle manschappen benevens gemelde Loods omgekomen - de door dit treurig ongeval verongelukte personen, waren behalve de genoemde Loods, welk een Weduwe met vier kinderen, waarvan de oudste 6 jaar, nalatende, de Loodsschipper S. Staik, nalatende eene Weduwe en 2 dochters; Maarten de Wijn, Loodskwekeling, nalatende eene Weduwe met 2 kinderen, welke bovendien hoogzwanger is, en eindelijk Jan M. Koopman, welke als noodhulp was medegegaan'.

N 68 1-3-1834 Aan de Gouverneur

Dat er bij mij geene bedenkingen ontstaan zijn tegen het ontslag uit de Bedelaars Colonie van den persoon van Jan Bakker, tot deze Gemeente behorend.

N 69 BM Helder 3-3-1834 soldijbrieven

N 70 ontv directe bel 2-2-1834 opcenten

N 71 BM Helder 5-3-1834 BS

N 72 5-3-1834 Aan de Burgemeester van Schoorl

Dat de daarbij bedoelde Willempje Hin alhier in de Roomsche Kerk is gedoopt den 10-10-1790 [oudste] dochter van Lambert Hin en Aafje Bruin.

[Willempje Hin 10-10-1790 gedoopt te Oosterend]

N 73 kap. comm Brabant 10-3-1834 verlofgangers

N 74 Permanente Comm: der M v W te 's Gravenhage 11-3-1834

Dat reeds voor eene maand geleden blijkens voor mij liggende Quitantie op mijne last voldaan is geworden, eene traite van den Heer Kassier der M v W rekeninge groot f 317.05 op den 7-2 ll afgegeven aan de order van de ontvang en betaal Kas te Amsterdam, waarmede ik vertrouw dat onze openstaande rekening zal gesloten zijn.

N 75 Gouverneur 12-3-1834 NM

N 76 Griffier der Staten van N Holland 12-3-1834 mandaat

N 77 Pres: Militieraad Alkmaar 15-3-1834 cert.

N 78 BM Zutphen 18-3-1834 Schutterij CA van Deinse

N 79 18-3-1834 Aan de Gouverneur Schoolwezen

Zoo als UEx: zal ontwaren bevat hetzelve eene maatregel die ik niet schroom, als van zeer hoog belang, te noemen, voor een aantal der voornaamste ingezetenen dezer gemeente;-

Ik zelve heb mede eenmaal de groote ongelegenheid van deze plaats voor de beschaafde opvoeding van mijne kinderen ondervonden en hierin niet kunnen voorzien dan tot merkelijk bezwaar mijner financien en met verzaking van het vaderlijk gevoel.

[Burgemeester Reinbach vindt het zeer nodig] dat voor wier kinderen volstrekt eenige meer dan Boersche opvoeding noodig hebben, daartoe binnen hunne eigene woonplaats de gelegenheid zullen kunnen vinden.

N 80 Hoofdadministateur 10 afdeel: infanterie te Utrecht 17-3-1834

Dat de diploma van den Ridder C. Hoogheid mij wel is geworden en aan gemelden Hoogheid uitgereikt.

N 81 Gouverneur 18-3-1834 ontslag van Deinse uit dienst

N 82 Gouverneur 20-3-1834 rekest Kerkeraad HV Gemeente OS

N 83 21-3-1834 Aan de Kapitein Commandant van zijn Battaillon Oirschot

Verzoek om twee maanden verlof ten behoeve van W. Bispinck.

N 84 Rijksontvanger directe belastingen Texel 20-3-1834

Hier gene wegers of meters

N 85 Gouverneur 21-3-1834 Schutterij

Twee-en-een-halve bladzij over G. Stark

N 86 Gouverneur 21-3-1834 Schutterij G. Stark

N 87 Gouverneur 22-3-1834 staatsblad

N 88 BM Helder 22-3-1834 Soldijbrieven

N 89 Agent van het Domein Alkmaar 26-3-1834

Dat er aan de daarbij genoemde afzonderlijke verpachting hoegenaamd geene waarde kan gehegt worden, daar het Regt van Vogelarij dat oudstijds iets schijnt beteekend te hebben, thans volstrekt onbeteekenend is geworden. Wat deszelfs aard betreft waarnaar UEdG vraagt, zoo bestond dit regt eenvoudig daarin dat aan den pachter de vrijheid werd toegekend van op zekere plaatsen langs den Noorderdijk alhier op wilde vogels te mogen schieten, dan zoo als ik hierboven gezegd heb, deze zoogenaamde Vogelarij is van hoegenaamd geene waarde meer; en het is alzoo verkieslijk die eenvoudig aan het publiek overtelaten.

N 90 Controleur Kadaster Alkmaar 26-3-1834

N 91 PJ Gordijn geneesheer aan het Oudeschid 26-3-1834 vaccine

Naar aanleiding van het onlangs plaats gehad hebbende overlijden van Cornelis Boon te Oosterend, zoo het gerucht wil aan de gevolgen der Varioles [pokken] overleden en de thans plaats hebbende Ziekte van deszelfs broeder, heb ik de eer UEd als over den overledenen egpractiseerd hebbende, uittenoodigen U morgen zoo mogelijk te 9 a half 10 u te willen vervoegen ter secretarie alhier ten einde de noodige inlichtingen deswegens aan mij te geven.

[Cornelis Cornelisz Boon (1807-1834) overleden op 10 maart. Broers Reijer (1811-1887) en Jacob (1814-1872) leefden nog lang]

N 92 26-3-1834 Aan de Burgemeester van Amsterdam

De persoon die de eer zal hebben deze aan UEd te overhandigen is Christiaan van Scharenburg, Mr. timmerman alhier aan den Burg woonachtig, een man van onbesproken gedrag, vader van 2 kinderen, waarvan de oudste Antje genaamd, nog geen 17 jaren bereikt heeft en een schoon bloeijend meisje is, welke tot dusverre door eenen stillen zedigen inborst en wandel de beste hoop op zich koesteren liet.

Heden 8 dagen geleden is dit meisje plotseling uit het ouderlijk huis is verdwenen, genoegzaam zeker verleid en ontvoerd geworden door zekeren … van der Meer, zeeman van Amsterdam geboortig, die zich gedurende eenige maanden als kostganger in huize Scharenburg bevonden had en mede een of twee dagen vroeger onder voorwendsel van naar den Helder te gaan vertrokken was.

Radeloos van droefheid, is het voornemen des vaders zijn kind zoo mogelijk nog te regt en onder het ouderlijk dak terug te voeren, of althans de verleider tot een huwelijk met haar te bewegen. Volgens informatien en vermoedens zoude deze zich waarschijnlijk te Amsterdam bevinden en in het belang der beide zoo ongelukkig geworden Ouders geef ik mij de eer dit voorval ter kennisse te brengen van UEd en ten dringendste uittenoodigen denzelve door UEd veel vermogende invloed wel te willen ten hulpe komen ten einde zoo de verleider en het meisje zich werkelijk te Amsterdam bevinden, die op het sproor te komen en in alle reeds zoo noodlottige zaak nog ergere gevolgen te voorkomen, terwijl ik in het volkomenst vertrouwen op UEd bekend menschlievend en zedelijk karakter geen oogenblik twijfele in UEd levendige belangstelling in het lot der rampzalige ouders.

[Antje van Scharenburg (1816-1913) was de dochter van Johan Fredrik Christiaan van Scharenburg en Neeltje Mossel. Zij trouwde op 22-6-1836 met Jan Buijs, 4 kinderen, de laatste 2 geboren in den Helder]

N 93 De Heer CA van Deinse medisch doct: te Texel 27-3-1834 Kinderziekte

Uit het op heden aan mij gedaan verslag van den genees- en heelmeester PJ Gordijn alhier is mij gebleken, dat de zoon van Cornelis Jb. Boon overleden den 11 maart ll aan de wezenlijke Variola gestorven is, terwijl volgens het algemeen gerucht thans ook een andere zoon van denzelven daaraan zoude ziek liggen. Ik heb alzoo de eer UEd uittenoodigen U in UEd betrekking van Eilands geneesheer ten spoedigste derwaarts te willen begeven en UEd van de ware toedragt der zaak te overtuigen, dit noodig oordeelende dadelijk die maatregelen van voorzorg voor te schrijven, als UEd raadzaam zult achten en vervolgens van UEd bevinding aan mij verslag te willen doen.

N 94 27-3-1834 Kolonel Commandant Delft

Diploma, Decoratie en lint en Instructie van de Militaire Willems Orde voor den kanonnier A. Dekker

N 95 Provinciale Comm: van geneeskundig onderzoek en toeverzigt Haarlem 27-3-1834

Ten gevolge het op heden aan mij gedaan verslag van den plattelands genees- en heelmeester PJ Gordijn is voor eenige dagen binnen deze gemeente een persoon van 26 Jaren aan de echte Variola overleden die men wil, dat hij, ofschoon in zijn jeugd met goed gevolg zoo men zegt gevaccineerd, in Hamburg voor korten tijd zou hebben opgedaan.

Thans ligt derzelfs broeder aan diezelfde ziekte en ik heb dan ook onverwijld de noodige maatregelen van voorzorg genomen.

Ik verneem dat er op heden hoegenaamd geene koepokstof alhier voorhanden is. Ik neem alzoo de vrijheid in het belang mijner ingezeteneen UEd te verzoeken en uittenoodigen mij ten spoedigste wel eenige glaasjes te willen doen toekomen, alzoo daaraan voor het oogenblik eene dringende behoefte is.

N 96 Gouverneur 27-3-1834 Kinderziekte

Alzoo ik op heden de zekerheid bekomen heb, dat voor eenige dagen alhier een persoon van 26 jaren aan de Echte Variola overleden is, die hij zeer onlangs in Hamburg schijnt te hebben opgedaan, ofschoon in zijn jeugd zoo men zegt behoorlijk gevaccineerd, en alsnu ook deszelfs broeder aan die zelfde ziekte ligt, heb ik onverwijld de noodige maatregelen van voorzorg ter voorkoming van verdere besmetting doen nemen en acht het van mijnen pligt Uwe Ex: van deze omstandigheid (voor zooveel des noods) kennis te geven.

[koepokstof gevraagd aan Prov. Comm]

N 97 Kolonel directeur van Rijksstoeterij te Borculo 28-3-1834 Aankomst hengsten

De Hengsten Sadoc Tocan en Achilles zijn hier aangekomen, terwijl Timeux volstrekt weigerde in het vaartuig te worden ingescheept.

N 98 Mil. Comm: 29-3-1834 lotelingen

N 99 Kapitein Komm: enz 29-3-1834 Militie

N 100 Comm: officier 12e afd inf: 29-3-1834 militie

N 101 Gouverneur 29-3-1834

Toetezenden Notariele Borgtogt door den Hr. A. Kikkert Notaris alhier tbv zijn zoon Willem Jan gepasseerd voor het daarbij gemelde geval.

Zonder voor de volkomene Soliditeit van den Heer A. Kikkert te kunnen instaan, moet ik Uwe Ex: echter opmerken, dar ik de voorzorg genomen heb Willem Jan Kikkert eene notariele particulatie te laten toekomen, op een bekend persoon alhier, die de magt heeft zijne maandgelden zoodra hij in dienst is getreden als opperstuurman te ontvangen en voor de helft onder zich te behouden ten einde tot eerste reserve te kunnen dienen bij eene eventuele oproeping voor den schutterlijken dienst. Ik geloof alzoo dat op die wijze bij eene eventuele moeielijkheid en zonder de minste zwarigheid altoos zal kunnen worden voldaan aan de verlangens van het Gouvernement.

N 102 Gouverneur 1-4-1834 schadeloosstelling verliezen

N 103 Gouverneur 1-4-1834 Herstel RC kerk Oudeschil

N 104 Luit: Colonel 2-4-1834 korporaal Jan Wezeman

N 105 Kapt: Comm: 4-4-1834 schutter Klaas Bruin

N 106 Gouverneur 4-4-1834 onderzoek gemeentekas

N 107 Gouverneur 5-4-1834

Toetezenden de aangevraagde geboorte Extracten van Ernst Kleberg en Dirk Vos

N 108 Gouverneur 7-4-1835 Vaccine

N 109 idem

N 110 12-4-1834

N 111 Direct. Generaal v oorlog te G Hage 12-4-1834

Heden heeft zich bij mij vervoegd de persoon van A. Amersfoord gewezen Schutter bij de 3 afdeeling uithoofde van blindheid gepensioneerd met een jaarlijks pensioen van f 136 blijkens UWEd besluit van 2 nov ll N 71.

Welke persoon mij zijn nood heeft te kennen gegeven, dat zijn soldij in November was opgehouden, dat het certificaat met de benoodigde stukken daarvan in der tijd bij Uwe Ex: waren ingezonden en dat hij zedert dien tijd noch soldij noch pensioen heeft ontvangen.

Ik neem alzoo de vrijheid in het belang van gemelde persoon Uwe Ex: te verzoeken een mandaat tot betaling van pensioen tot den 1 dezer maand te mogen genieten.

[Antonie Danielsz Amersfoort (1804/5-186) getrouwd in 1867 met Fenna Cents Hoving (1823-1897) uit Loppersum. Toen was hij 'koopman']

N 112 BM Helder 16-4-1834 BS Jan Dekker en Frouwtje Griek

N 113 Gouverneur 16-4-1834 schutterij

N 114 Gouverneur 17-4-1834 Schutterij

N 115 en 116 NM 17-4-1834

N 117 Gouverneur 17-4-1834 Schutterij

N 118 Gouverneur 21-4-1834 Schoolwezen

N 119 Gouverneur 21-4-1834

Personele omslag voor de Kosten voor de achtergelaten betrekkingen van uitgetrokken Schutters

N 120 Gouverneur 22-4-1834 declaraties

N 121 JJ van Hall, Landmeter tevens boekhouder bij de provinciale Commissie te Haarlem 22-4-1834 Kadaster

N 122 Gouverneur 22-4-1834 NM

N 123 Gouverneur 24-4-1834 Bank van Leening

N 124 Staadsraad Gouverneur 24-4-1834 Schutterij

N 125 Gouverneur 26-4-1834 Patentbladen

N 126 Kapt: Comm: 26-4-1834 riddersoldij

N 127 BM Helder 28-4-1834 Soldijbrieven

N 128 Comm: 2-5-1834 NM

Bericht van de aanstaande Echtgenoote van den Milicien A. Dekker ridder van de Mil: Willems Orde 4e klasse met verzoek om alsnu het door gemelden A. Dekker verzochte Consent tot deszelfs voorgenomen Huwelijk te mogen ontvangen.

N 129 JJ van Hall, Landmeter tevens boekhouder bij de provinciale Commissie te Haarlem 5-5-1834 Kadaster

N 130 Grietman Ameland 5-5-1834 BS

Euwe Dirksz Visser onbekend

N 131 JJ van Hall, Landmeter tevens boekhouder bij de provinciale Commissie te Haarlem

6-5-1834

N 132 6-5-1834 7-5-1834

N 133 idem

N 133a 12-5-1834 NM

N 134 13-5-1834 Rekest G. Bisschop

Dat de rekestrant algemeen bekend staat als een zeer ongemakkelijk man, zich dan ook zoodanig in de onderhavige zaak betoont.

Hij legt zich hoofdzakelijk toe op de bouwerij- dat hij bezaait hoogstens 2 à 3 Bunders land met graan, zaad of kool en nu wil de man dat in de geheele huishoudelijke verordeningen omtrent het weiden en losloopen of spannen van vee van dit geheele eiland Texel van eenige duizend Bunders groot, naar hem worde gewijzigd, veranderd en ingerigt.

Het is toch bekend dat de Veeteelt de Hoofd ja de eenige tak van Landbouw alhier is. De verordeningen nu die ten aanzien der Veeteelt alhier gemaakt zijn, zijn ongetwijfeld hier ter plaatse volkomen goed maar zouden in een gewest waar graanbouw de Hoofdzaak was uiterst ongepast zijn- doch is het natuurlijk gevolg der zaak en zal wel bij geen verstandig mensch eenige de minste verwondering baren.

Aan 's mans verzoek is onmogelijk te voldoen, wat ik kan doen heb ik gedaan; alleen ten zijnen gevalle heb ik een oude keur weder aangeplakt voor ettelijke agen, waarbij een ieder herinnerd werd dat de zoogenaamde vroege Lammeren reeds met den 1 mei en niet eerst met Juny zoo als de gewone Lammeren moeten gespand worden. Ik heb den man bovendien beloofd de veeschutters ten strengste te zullen bevelen zoo veel in hen is, tegen alle overlast van eens anders vee te werken. Hij heeft zich vervolgens bij den Secretaris nogmaals vervoegd, die hem in eene lange rede op grond van bovengezegde het onmogelijke bewezen heeft dat van des bestuurs wege zoodanige bepalingen gemaakt wierden, als hij wel wenscht, dat echter de algemeene Wet hem onder hare bescherming nam en hij oogenblikkelijk maar eene actie had aanteleggen tegen dengeen zijner buren van wien hij eenige Schade kreeg.-

De man scheen volkomen te vrede en overtuigd- en nu waagt hij het andermaal zich over deze Zaak tot Uwe Ex: te wenden.

Ik kan derhalven met den besten wil niet anders dan Uwe Ex: adviseren des mans verzoek van den hand te wijzen op geene der onmogelijkheid dat de belangen van algemeene veeteelt om eene volstrekt onbeduidende bouwing binnen dezelfde gemeente vereenigd worde.-

B verbouwt graan en kool op zijn land en wil daarop geen lammeren. De Burgemeester vond dat het niet zo kon zijn dat heel Texel (schapen) zich aan de eisen van 1 man (kool) zou storen.

N 135 14-5-1834 Staat van Landbouw Uitsluitend over schapen en wol

N 136 Landmeter enz 1-5-1834 Kadaster

N 137 Gouverneur 20-5-1834 tabellen

N 138 Van Hall 20-5-1834 Kadaster

N 139 Gouverneur 20-5-1834 Kadaster

N 140 Gouverneur 20-5-1834 NM

N 141 Gouverneur 22-5-1834

Onderstand domicilie van de 2 kinderen van Jan de Waard- Ik ben derhalve van oordeel dat er alzoo termen in deze bestaan om de Onderstand aan de beide kinderen van Jan de Waard te verleenen voor gezamenlijke rekening te nemen en zulks zoo al niet voor al hetgeen reeds voor 1834 daarvoor is uitgegeven dan althans zedert 1 January ll af.- Alzoo de voorn directie niet het Slachtoffer kan zijn harer hulpvaardigheid ter eenre en der ongegronde weigerachtigheid van voorn Diaconen [der Hervormde gemeente van Oudeschild] ter andere Zijde.

[Jan Maartensz de Waard (1802-18xx) getrouwd in 1823 met Antje Dirks Kart (1801-1827), 3 kinderen Antje (1823-1873), Dirk (1825) en Hendrikje (1826-1829) Oudeschild]

N 142 Kapt: Comm: 21-5-1834 Twee maanden verlof voor Willem Bispinck

N 143 Gouverneur 22-5-1834 NM

N 143a Gouverneur 23-5-1834 verzoek wed: M.B. Brouwer

N 144 Schoolopziener van het 4e district te Helder 24-5-1834

Concept der advertentien die ik voornemens ben in de Haarlemmer Couranten te zetten laten

N 145 24-5-1834 Heer G. van Leeuwen van de Comm: van landbouw voor het district Stierenkeuring

Dat het rundvee gezond is zijnde de aanzetting echter eerder minder dan meerder dan in vorige jaren, waarvan de hooge prijs van het Schaapvee en de gedrukte prijs van het koevee de waarschijnlijke reden zal zijn.

Ook de toestand van het Schaapvee is zeer voldoenend als waaroder men thans zeer weinig of geen Ongans bespeurt zijnde de gemiddelde prijs van de Lamschapen on dit voorjaar geweest van f 9.- tot f 11.- en van de Lammeren tot f 4 a 4 ¼ terwijl van de wol voor dit saisoen nog geen prijs bekend is.

Dat alhier geene Varkens ter voortteling worden aangehouden en de jonge Varkens elders op de markten in Noord Holland worden aangekocht en ingevoerd.

N 146 BM Helder 26-5-1834 Soldijbrieven

N 147 Gouverneur 27-5-1845 Schutterij

N 148 Controleur van het Kadaster te Alkmaar 2-6-1834 Kadaster

N 149 Kap: Comm: ad interim het 1e Batt 3e afd Noord Holl Schutterij Hoofdkwartier derzelve Prov N Braband 4-6-1834 Schutterij

Intezenden een certificaat aangaande de toestand des vaders van den Schutter Klaas Bruin UWelEd te verzoeken om 2 maanden verlenging van verlof ten behoeve van genoemden Schutter wel te willen aanvragen.

N 150 Controleur van het Kadaster te Alkmaar 5-6-1834 Kadaster

N 151 Gouverneur 9-6-1834 Schutterij

Rekesten van Cornelis Kuip, Willem W. Smit, Jan Verberne en Jan W. Gomes

Immers- alle 4 de rekestranten zeggen niets dan zoo verre mij bij onderzoek gebleken is hetgeen volkomen waar is- vooral de persoon van Jan S. Verberne als wiens Vader geheel verlamd is en op wien alzoo de geheele winkel affaire berust is onmisbaar voor dat gezin, doch liefst wil ik geene onderscheiding maken, want zij allen hebben de een onder dit, de ander onder dat opzicht aanspraak op belangstelling en zoo dit mogelijk is op verschooning.

N 152 Ontvanger reg: 11-6-1834 successie

N 153 Gouverneur 13-6-1834 Schoolen

N 154 Gouverneur 16-6-1834 NM

N 155 Gouverneur 17-6-1834 NM

Terwijl Jan Wigman tijdens het embargo op de Hollandsche Schepen in Engeland is overgegaan op een amerikaansch Schip en deszelfs verblijf thans onbekend is.

N 156 Gouverneur 17-6-1834 Keur op de voetpaden

N 157 BM Helder 18-6-1834 BS

N 158 Gouverneur 18-6-1834 gemeentekas

N 159 Gouverneur 19-6-1834 NM rekest Ysbrand Metzelaar

Diensttijd en Loodscursus

N 160 Gouverneur 19-6-1834 Rijksstoeterij

Bij art 7 van het reglement voor 's Rijks stoeterij van den 2 Juny 1826 N 115 is bepaald dat er bij de Stoeterijen eenige vierjarige Merrien x zullen worden aangekocht geschikt tot de verbetering van het ras ten einde als premie merrien over den lande te worden verspreid.

Tijdens het laatste verblijf dezer dagn van den Heer Directeur Van de Poll over dze aangelegenheid sprekende, vernam ik van ZEdgestr: dat deze bepaling binnen kort door het Gouvernement zoude worden ten uitvoer gelegd en een zeker getal merrien worden aangekocht ten einde aan geschikte personen te worden afgestaan, terwijl het hem Directeur aangenaam zoude zijn dat ook deze gemeente in die gunst deelen mogt.

Ik achtte het alzoo van mijnen pligt deze omstandigheid onder Uwe Ex: aandacht te brengen. Meer en meer wordt ik overtuigd dat de paardenfokkerij voor Texel eene neuwe en niet onbelangrijke tak van industrie kan worden, terwijl de plaatselijke ligging mij meer dan dit in andere gemeenten aan den Vasten wal welligt mogelijk zijn zoude in staat stelt daartoe de noodige middelen aan te wenden. Ik stel mij van zoo eene uitdeeling als ware het aanvankelijk slechts van een paar merrien veel goeds voor en vermeen alzoo dan ook op grond van een en ander mij van Uwe Ex: goedkeuring en belangrijke medewerking in deze te mogen verzekerd houden.

N 161 Gouverneur 19-6-1834

Rekening en verantwoording van het Gesticht voor Weldadigheid en algemeene armen 1833

N 162 BM Helder 21-6-1834 Soldijbrieven

N 163 BM Vlieland 21-6-1834 successie

N 164 Ontv Reg Texel 21-6-1834 Successie

N 165 Gouverneur 23-6-1834 rekest L. Brans

N 166 BM Helder 25-6-1834 BS

N 167 Gouverneur 24-6-1834 Willem Willemse Smit

N 168 Collonel Mahjoor enz 27-6-1834 Jan C Bruin

N 169 Majoor Komm enz 27-6-1834 Cornelis Hoogheid

N 170 Gouverneur 30-6-1834 rek M Boon

N 171 Gouverneur 1-7-1834 Schoolwezen

Proces verbaal over de benoeming van eenen onderwijzer in de opterigtene school voor het Middelbaar Onderwijs alhier

N 172 Directeur generaal van oorlog te 's Gravenhage 1-7-1834 NM

Stukken vanwege pensioen Cornelis Albertsz Blom

N 173 2-7-1834 Aan de Gouverneur

f 60 kosten Bedelaars Kolonisten

N 174 Gouverneur 2-7-1834 rekest A. Dros

N 175 Gouverneur 4-7-1834 rekest Klaas van Graauw

Alsnog plaatsvervanger voor zijn zoon

N 176 3-7-1834 Aan de Gouverneur, Onderhoud N. Kuiper

Niet dan voor heden heeft het mij mogen gelukken te kunnen voldoen aan den inhoud van Uwer Ex: appostulaire beschikking van den 16 juny ll N 102/10303 waarbij de (hierbij teruggaande) missive van HEGA Heeren gedeputeerde Staten van Groningen van den 3 juny ll werd gesteld in mijne handen, om na de belanghebbenden te hebben gehoord te dienen van berigt, consideratie en advis-

Dat na een en andermaal de twee kinderen van de genoemde Nicolaas Kuiper te hebben gehoord en zooveel mij mogelijk was dezelve te hebben aangespoord tot eene onbekrompene ondersteuning van hunnen Vader, de uitslag dier pogingen deze is geweest, dat zij, te rekenen van 1 July ll af, zullen betalen f 160- zamen; te voldoen bij vooruitbetaling van half jaar tot half jaar op eene traite afgegeven door het Armbestuur van Nieuwolda op Pieter Kuiper aan de Waal op Texel; welke eerste traite ad f 80- alzoo onverwijld kan worden afgegeven en gehonoreerd zal worden, terwijl zij bij onverhoopte ziekten of andere bijzondere omstandigheden beloven het niet aan die extra onderstand te zullen laten ontbreken, als weder de nood mogt voorschrijven.

Zij verlangen echter dat deze onderstand van f 160- die f 3- wekelijks uitmaakt, geheel blijve en wekelijks uitgereikt worde door het voornoemde Armbestuur, met hetwelk zij ook alleen verlangen te corresponderen over hetgeen dit onderwerp betreft.

Wat nu aangaat mijn advies voor zooverre dit Uwe Excellentie eenigzins van dienst zoude kunnen zijn, zoo komt het mij voor:

Dat aangezien de te geven ondersteuning door de kinderen in deze zich van zelf bepaalt tot de Vader, men dan ook veronderstellen mag dat 3 Guldens in gewone omstandigheden genoegzaam zijn voor iemand van dien stand in eene plaats alwaar over het Algemeen de dagelijksche behoeften veel goedkoper zijn dan in Holland; te meer daar men toch veronderstellen mag dat een man van 55 jaren, die toch lang niet ontbloot is van verstandelijke vermogens en met de pen weet om te gaan, toch niet van alle gelegenheid zal ontbloot zijn om iets daarbij te kunnen verdienen, terwijl het eventueel ontbrekende voor de behoeften van zijn gezin niet ten laste dezer kinderen kan gebragt worden.

Dat al verder de toestand der kinderen Kuiper, beide boeren en veefokkers, van dien aard is, dat althans naar mijne opinie, gegrond op genoegzame bekendheid met hunne personen en omstandigheden, het zich even moeijelijk voor den Regter zoude laten bewijzen als welligt tegenspreken of zij ook meerder kunnen geven.

Vaste goederen bezitten zij voor als nog niet, althans weinig.- Hun grootste vermogen bestaat meer in de vooruitzigten dan in eene dadelijke bezitting.- En wie nu zal de juiste lijn trekken waar en wanneer kinderen hunnen Vader wezenlijk geven wat hun doenlijk is.

Het geldt hier eene zaak die althans even zoo veel het gevoel als het koel overleg geldt,- wat voor het eerste ligt vast is bij het laatste al zeer dikwijls eene volstrekte onmogelijkheid. Dit gevoel heb ik zoo veel mogelijk trachten optewekken- want het bestaat helaas in eene zeer geringe mate; maar zonder dit nu te willen goedspreken, zoo vindt het echter ook weer verschooning in het gedrag van den Vader, die zijne kinderen, nog zeer jong zijnde, verliet- slechts eens zich aan hen, reeds tot rijpen leeftijd gekomen, vertoond heeft en overigens in plaats van vaderlijke zorgen besteed te hebben, hen geheel aan de zorg van anderen over liet, zonder immer naar hen om te zien.

Ik geloof dat voor het tegenwoordig oogenblik zoo lang de kinderen Kuiper in geene stellig ruimere omstandigheden zich bevinden, het raadzaam zij zich met dit aanbod bij voorraad te vrede behouden, als welligt zal hunne financiele toestand eene aanzienlijke verbetering ondergaan, immers hun Grootvader maternelle, de vader van hunne moeder die met Nicolaas Kuiper is gehuwd geweest, is een meer dan 80-jarige Grijsaard, en niet onvermogend; bij wiens overlijden de eene helft op het zamen bevolveert. Gebeurt dit, dan zou men altoos met succes de kinderen op nieuw kunnen aanspreken.

Wat eindelijk betreft de vader van Nicolaas Kuiper waaraan de Heeren Gedeputeerde Staten van Groningen spreken,- deze man leeft nog in hoogen ouderdom te Alkmaar van de opbreng van een nietig postje als bode of brievenbesteller en is zelve verre af van welvarend te zijn. Vroeger schijnt hij bij het Domeinbestuur geweest te zijn.

N 177 Dir: generaal van oorlog te 's Gravenhage 4-7-1834 pensioen C. Hoogheid

Heden heeft zich bij mij vervoegd Cornelis Hoogheid, gewezen militair, thans voor den dienst ontslagen uit hoofde eener bekomen wonde, Ridder van de Militaire Willemsorde onder aanbieding eener kennisgeving van Uwe Ex: van den 28 Meij ll N 4, waarbij hem wordt kennelijk gemaakt het aan hem verleende gagement door Zijne Majesteit den Koning. Naar aanleiding dezer kennisgeving heb ik de eer Uwe Ex: te doen geworden:

1 een certificaat van ophouding van Soldij-betaling met 16 juny ll

2 een geboorte Attest

en voorts te kennen te geven

a dat zijn naam is Cornelis Hoogheid

b heeft gediend bij de 10e Afdeeling 3e Batt: 1 Comp: Nat. Infanterie

c aan den Burg no. 280 woonachtig

[Cornelis Hoogheid (1808-1880), zoon van Arie Nansz Hoogheid en Antje Cornelis Kok, getrouwd op 15-10-1835 met Neeltje Krijnen, een zoon (die geboren werd 5 maanden na de trouwerij) en 4 dochters]

N 178 Gouverneur 5-7-1834 ord: W. Flens

Groot f 352.81 wegens voorloopige onderstanden aan slagtoffers van onvoorziene rampen.

N 179 generaal der infanterie en kanselier te 's Gravenhage 4-7-1834 pensioen C. Hoogheid 7-7-1834

De persoon van Cornelis Hoogheid, Ridder der Militaire Willemsorde, wegens bekomene wonde uit den militaire dienst ontslagen, wonende alhier aan den Burg N 280 en thans blijkens kennisgeving van ZE den Heere Dir: generaal van oorlog dd 28 Meij ll N 4 gepensioeneerd, heeft mij verzocht het bijgaande certificaat van ophouding van betaling in betrekking van militair intezenden hetwelk ik de eer heb te doen bij deze; doch zoo men hem soms verkeerdelijk heeft onderrigt of dit Stuk aan den Heer Adjunct intendant in plaats van aan UWEdg moest worden geadresseerd verzoek ik deswegens verschooning.

Ik voeg hier bij nog een geboorte Extract, hetgeen mij voorkwam noodzakelijk te zijn.

N 180 Gouverneur 7-7-1834 schutterij rekest C. H. Kuip

Dat Kuip een braaf oppassend man is die voor zijn 80 jarige moeder het onderhoud wint.

N 181 Gouverneur 7-7-1834 panharing visscherij

N 182 Gouverneur 8-7-1834 Onderzoek gemeentekas

N 183 Kolonel comm: 8-7-1834 NM

N 184 Gouverneur 8-7-1834 Dekboekjes stoeterij

Twee dekboekjes houdende de Uitkomsten der alhier gedane dekkingen door de Hengsten Timon en Achilles gedurende het saizoen van 1833.

Dat het getal der dekkingen van dezen zomer dat van het vorige Jaar overtreft, waaruit alzoo blijkt dat de lust voor de paardenfokkerij alhier steeds is toenemende.

N 185 BM x 8-7-1834 inschrijving L. Eelman en huisgezin

N 186 Gouverneur 9-7-1834 Vaccinatie

187 idem

N 188 10-7-1834 Officier van Justitie te Alkmaar

Ik ben in het belang der openbare rust en orde in de onaangename verpligting UEdGest: met het volgende bekend te maken.

Binnen deze gemeente aan den Burg bevindt zich een zekere Nan Plavier, zoon van Hendrik Plavier, timmerman en een ordentelijk burgerman.

Zedert zeer geruimen tijd nu reeds heeft die Nan Plavier eenen bij uitstek woesten en moeilijken aard aan den dag gelegd, die door allerhande kwaaddoen en beledigen van menschen en voorwerpen zich uitte en noch door het Vaderlijk gezag noch door dat van de Policie zelfs zich eenigzins laat beteugelen of temmen; algemeen dan ook is de meening hier heerschende dat deze jongen zoo niet geheel verstandeloos, dan toch en vooral niet ten allen tijde zijne verstandelijke vermogens behoorlijk magtig is.

Van tijd tot tijd heeft men gehoopt dat met de jaren die woestheid zoude afnemen en voor zachtere reden plaats maken, doch de uitkomst heeft die hiio tot dus verre te leur gesteld en dagelijks schier ontvang ik sints eenigen tijd klagten over allerlei baldadigheden, moedwil, aanraking van personen en goedeen, die tot dus verre nog altoos zonder zeer ergerlijke gevolgen zijn afgelopen, doch welke met iederen dag de noodlottigste gevolgen kunnen naar zich slepen zoo als hij nu nog voor een paar dagen geleden een jong kind door eenen hevigen slag den arm schier stuk geslagen had.

Ik heb den Vader H. Plavier herhaalde malen op dit ergerlijk gedrag van zijnen zoon opmerkzaam gemaakt. Deze erkent zulkszegt overtuigd te zijn dat hij gevaarlijk is voor de maatschappij; dat zijne verwijdering wenschelijk ware, dat hij geen kans ziet hem te temmen, betreurt zijn ongeluk- en de zaak blijft even als die was zonder eenige doeltreffende maatregelen te kunnen durven of welligt willen nemen.

Hoe dit zij- ik voor mij heb vermeend deze zaak niet langer te mogen aanzien en algemeen verlangt men dat deze jongen op een of andere wijze verwijderd worde en dit verlangen is te billijk dan dat ik mij niet bezwaren zou daaraan te voldoen langs alle die middelen en wegen welke de wetten aanbieden en voorschrijven, en alzoo deze zaak welke door den Vader zelve niet wordt voortgezet, te brengen ter kennisse van UEdgest: den zelven om advies ten deze te vragen en voor zooveel des bescheidenlijk voortestellen-

Om deze zaak met al hetgeen daartoe betrekking heeft bij delegatie van den Heer Vrederegter alhier naauwkeurig te laten onderzoeken door het doen verschijnen en afnemen der verklaringen van alle zoodanige personen als welke eenigermate kunnen geacht worden met den dagelijkschen toestand en omgang van dien jongen bekend zijn, beledigingen van hem hebben ondervonden en dergelijke; alsmede vervolgens het geneeskundig verslag aftenemen van een of twee geneesheeren alhier die zedert eenigen tijd reeds hem kennen en mitsdien mogen verondersteld worden te kunnen beoordeelen in hoeverre de onrust en moedwil van dien jongen aan verstandsverbijstering is toeteschrijven dan niet- uit alle een en ander ik hoop en vertrouw dat UEdgestr: als dan genoegzaam zal worden onderrigt teneinde die maatregelen te kunnen nemen als welke de Openbare Orde en veiligheid wezenlijk dringend beginnen te vorderen.

UEdgestr: vergunne mij intusschen de opmerking dat ik deze wijze van behandelen alleen voorstelle als mij toeschijnende de beste te zijn ten einde die volledig toetelichten, dezelve echter zeer gaarne willende opgeven voor elke andere wijze als welke UEdgestr in zijne wijsheid zal vermeene dat ons ten deze beter tot het beoogde doel zullen voeren.

Nan Plavier is woestig en woelig, baldadig, kwaaddoener, geheel verstandeloos enz. Ook handtastelijk, hij heeft pas nog een kind geslagen. De Vader ook vindt zijne verwijdering wenschelijk, daar hij geen kans ziet hem te temmen.

[Nanning Plavier (1821-1852) zoon van Hendrik Plavier en Grietje Koorn. Timmerman. Oudste broer van de meisjes Gerbrig, Antje, Geertje, Maartje en Ariaantje, ook nog broers Pieter, Klaas en Pieter]

N 189 Gouverneur 10-7-1834 rekest Schagen

Dat de persoon van C. Schagen in meer dan een opzigt hoogst ongunstig bekend is binnen deze gemeente en ook ten aanzien zijner betalingen meestal verre te kort schiet.

Dat ofschoon het wel mogelijk is dat het Dijkscollegie dikwijls teveel inschikkelijkheid gebruikt heeft met zijne dijklastschuldigen, het desniettemin eene grove ondankbaarheid is van den rekestrant datgene wat hem zoolang heeft doen ontzien, als een wapen tegen dat dijkscollegie te bezigen.

Dat eindelijk ik van bezijden om ben onderrigt geworden dat deze zaak werkelijk met betaling geëindigd is en dat het dijkscollegie alsnu bezig is alle de achterstallige Dijklasten te innen.

N 190 10-7-1834 Aan de Gouverneur

Dat C.H. Dijt inderdaad, met zoovele anderen in de moeijelijke omstandigheid is van of zelve te dienen, dat zijne betrekkingen hem hoogst moeijelijk maken, of andermaal eenen plaatsvervanger te stellen, dat hem ook al zeer moeijelijk vallen zoude.

N 191 Gouverneur 11-7-1834 schutterij

N 192 Gouverneur 14-7-1834 schutterij

De Schutters J.S. Verberne en L. Brans zijn tegen 2 Aug: ontboden geworden om in persoon te worden ingelijfd, ten gevolge van het vernietigd worden van hunne kontrakten van plaatsvervanging en die zich hieromtrent tot ZM per rekest gewend hebben. Zij verzoeken mij verlof om even als dit aan den Schutters W. Willems Smit en Cornelis Kuip door Uwe Ex: onlangs verleend is, binnen deze gemeente te mogen blijven tot dat ZM op hun verzoek definitief zal hebben beslist.

[Daarover kan de BM niet beslissen]

N 193 BM Helder BS

N 194 15-7-1834 Twee maanden verlof voor W. Bispinck.

N 195 Gouverneur 15-7-1834 A. Former zie brief van 21-1-1834

N 196 Gouverneur 19-7-1834 zie brief 13-7-1833

N 197 21-7-1834 Aan de Gouverneur, Nationale Militie

Overeenkomstig Uwe Excellenties aanschrijving dd 18 dezer N 15/812 heb ik de eer bij deze intezenden het verlofpas van de Soldaat Willem Maas, behoorende tot de 1e Kompagnie van het Battaillon Artillerie transporttrein.

N 198 Ontvanger registratie 23-7-1834

N 199 Gouverneur 25-7-1834

Opgave geboortedatums van 16 personen 1802 en 1803

N 200 25-7-1834 Officier van Justitie te Alkmaar

Twee bladzijden over Nan Plavier. Klagers willen niets officieel verklaren. Ik heb de ouders onderhouden hem streng aan te pakken. Hartelijk willen wij wenschen dat het verrigten eener heilzame schrik moge verwekt hebben, die het weder opvatten dezer zaak nimmer zal doen noodig zijn.

Overeenkomstig UEdgestr missive van den 12 ll N 705 heb ik dadelijk de geneesheeren Van Deinse en Ahlé verzocht de persoon van Nan Plavier te onderzoeken en naar aanleiding zoo van dit als met name ook van hetgeen hun omtrent dezen van vroegeren tijd bekend was een schriftelijke verklaring aftegeven. Ik heb daarop ontvangen het Certificaat dat ik de eer heb alsnu aan UEdG: overteleggen-

Het onderzoek dat ik in het werk heb trachten te stellen betreffende de veelvuldige ondeugendheden nu en dan door denzelven gepleegd hebben evenmin tot het vereischte resultaat geleid; zoo als dat men geen dezelfde menschen die soms overluid klagen over geweld en onregt daarvan dan wanneer zij begrijpen dat dezelve ernstige gevolgen zouden kunnen hebben, uit vrees familie of andere betrekkingen, niet volhouden en ontrekken zich aan alle verder onderzoek.

Ook de ouders van den genoemden Nan PLavier zijn weinig geneigd om hun zoon voor eenigen tijd onder behoorlijke vreemde leiding te geven, bekrompenheid van doorzigt met verkeerde zoogenaamde ouderliefde gepaard, doet hen omtrent de ware belangen van dien in mijn oog eigenlijk door de opvoeding bedorven ondeugende jongen geheel dwalen.

Bij deze stand van zaken heb ik voor het oogenblik het voor den eenigen weg gehouden dien wij hadden inteslaan van namelijk de ouders met klem en nadruk alles onder het oog te brengen wat ter dezer zake te pas kwam; ik heb hem voorgehouden, dat na de genoemde geneeskundige verklaring alle verschooning wegens zwakke geestvermogens ophield en ik dan bij de minste ongeregeldheid van zijne zijde hem zoude vervolgen en doen straffen, als elk ander gewoon persoon, hen alzoo uitnoodigende den bewusten jongen onder het strengst opzigt te houden en te zorgen dat hij zich van alle baldadigheden stiptelijk onthield.-

Ziedaar WEdgestr Heer wat ik begrepen heb in deze te moeten en te kunnen doen en hetwelk ik mij vleije dat de goedkeuring van UEdG moge wegdragen. Men heeft dan ook thans de algemeene overtuiging dat het publiek officie zich de zaak heeft aangetrokken, doch des voor Hands alleen uit gebrek aan de noodige bewijzen heeft moeten laten rusten. Hartelijk willen wij wenschen dat het verrigten eenen heilzaame schrik moge verwekt hebben, die het weder opvatten dezer zaak nimmer zal doen noodig zijn.

N 201 BM Helder 28-7-1834 Soldybrieven

N 202 BM Vlieland 29-7-1834 Successie

N 203 Ontvanger registratie 29-7-1834

N 204 30-7-1834 Minister van Justitie [dat staat er, maar zal eerder Burgemeester moeten zijn] van Assen, onderstand Klaas Kuiper, met 2 bijlagen

Naar aanleiding van het mij gedaan verzoek van de kinderen van Klaas Kuiper, heb ik de eer UEdG hierbij overtemaken twee bankbiljetten ieder groot f 40- N 689 en N 874, met beleefd verzoek die wel te zijnen behoeve te willen doen besteden, en mij den goede ontvang met een regel schrifts te willen berigten.

N 205 wethouder ambt. van den BS te 's Hage 4-8-1834 BS

Certificaat van Catharina Reichwalt te verzoeken mij wel te willen doen geworden

Doodattest van haren man Johannes Verhey overleden 1831 of 1833.

[Catharina Frederiks Reichwalt (1795-1849) geboren en gestorven te Haarlem, weduwe Jan Verheij (17xx-1830 Haag) ging trouwen met Willem Verbaarschot, met wie zij al 3 kinderen had, het eerste geboren in 1828 in Amsterdam. Anna Catharina, Cornelis, Betje, Willem en Mietje]

N 206 4-8-1834 Zie brief 4-4 N 105

N 207 Gouverneur 7-8-1834 Schoolwezen

Dat welligt eene te groote beknoptheid van de gehoudene notulen der vergadering van het plaatselijk bestuur alhier van den 27 juny ll betreffende de benoeming van eenen onderwijzer voor de alhier opterigtene School voor het middelbaar onderwijs aanleiding heeft gegeven tot de opvattingen bij het Hooger Gouvernement en ten gevolge waarvan hetzelve begrepen heeft de benoeming door het bestuur alhier zonder vergelijkend examen van Pieter Verberne niet te moeten goedkeuren als waardoor de overige Sollicitanten naar die betrekking een stellig onrecht zoude worden aangedaan, welke groote beknoptheid echter het mij in het voorbijgaan vergund zij op te merken dat bepaaldelijk daaraan was toeteschrijven dat men bij de reductie dier notulen begrepen had zich zooveel mogelijk te moeten houden aan den inhoud van het door den Heer Schoolopziener zelve ingestelde verband der voorafgegane Zitting, hetwelk evenmin in bijzonderheden had uitgeweid.

Deze bijzonderheden echter waren van dien aard, dat het Hooger Gouvernement daaraan hoogst waarschijnlijk even zeer als het Plaatselijk bestuur en de Heer Schoolopziener, het meest gewigt zoude gehecht hebben en een meer uitvoerig verhaal zal vleije ik mij dit vermoeden wettigen.

Immers ten gevolge der gedane oproeping in de Couranten en Bijdragen hadden zich achtervolgelijk aangeboden 12 personen, te weten

P.W. Verberne onderwijzer te Ravestein

F. Knipscheer te Zaandam, F.J. Gerssen te Middelburg, M. Soekens te Voorburg, W.A. Verlinden te Hasselt, MC de Vos te Deventer, AC Timian te Koevorden, B. van Eeren te Harderwijk, B. v/d Meer te Warfum, F. Kopmels te Zwolle, G. Huizing te Zwolle, UM Melchior te Noordwijk, waarvan de eerste en de laatste in persoon en de overige schriftelijk. Schier alle deze personen echter met uitzondering van P. Verberne, B. van Eeren en UM Melchior hadden dadelijk bij hun schriftelijke aanmelden verzocht om verschillende informatien, welke echter hoofdzakelijk hierop nederkwamen- welke de vermoedelijke opbrengsten der school zoude zijn en of de reiskosten bij een vergelijkend examen zouden vergoed worden enz enz.

Ik haaste mij daarop een elk dier kandidaten dadelijk te antwoorden per missive in welke, kortelijk de geheele toedragt der zaak ontvouwd en zoo als de waarheid was gezegd werd, dat ofschoon mn zich natuurlijker wijze met eenen goeden uitslag vleide, desniettemin het meer of minder slagen altoos eene zaak bleef over welke zich voor dit oogenblik weinig met genoegzame zekerheid bepalen liet- terwijl bij eene zoodanige concurrentie van de uiterste deelen des Rijks aan geene vergoeding van reiskosten konde gedacht worden, wordende ten slotte in dien brief gezegd dat bijaldien de zoodanige kandidaat na ontvang van dien brief het beter mocht achten zijn voorstel weder intetrekken, men dit intrekken ter besparing van moeite en briefport uit het niet beantwoorden der brief zoude opmaken.

Acht dier brieven zijn onbeantwoord gebleven- F. Knipscheer heeft bij latere missive zijn afstand uitdrukkelijk te kennen gegeven en zoo was op het oogenblik der vergaderde zitting van het Plaatselijk bestuur en den Heer Schoolopziener het werkelijk getal kandidaten verminderd tot op 3 te weten P. Verberne, B v/d Eeren en WH Melchior, en bij zoodanig een stand van zaken begreep men altoos in het belang der gemeente te moeten handelen zooals men gehandeld heeft.

Thans echter na den ontvang van Uwe Ex: miss: van den 23 July ll heb ik bij missive de personen van B v/d Eeren en WH Melchior de tegenwoordige stand van zaken medegedeeld zonder echter één woord van de voorloopige benoeming van P. Verberne te reppen en ben dus zoo verre ik weet volkomen onzijdig gebleven en hen stellig afgevraagd, of zij nog steeds bij hunne vroegere aanvrage bleven volharden, in welk geval ik hun den tijd van een Vergelijkend Examen nader zoude hebben opgegeven- beide die personen echter hebben na rijp beraad om verschillende motiven begrepen geene verdere pogingen ten deze te moeten aanwenden zoo als zij mij bij missive van den 30 july en 5 augustus ll hebben te kennen gegeven.

De stand van zaken is daardoor hierop nedergekomen dat de persoon van Pieter Verberne de eenig overgeblevene kandidaat is en mitsdien zijne benoeming en aanstelling tot onderwijzer aan de opterigtene school voor het middelbaar onderwijs alhier plaats kan hebben zonder in een vergelijkend examen met anderen te moeten komen.

Ik neem alzoo de vrijheid Uwe Ex: dit een en ander alsnu onverwijld medetedeelen en dezelve eerbiedig te verzoeken dit nader verslag wel te willen brengen onder de aandacht van het Hooger Gouvernement ten einde hetzelve vervolgens zoo ik mij vleije daar alle zwarigheden alsnu opgeheven zijn de noodige goedkeuring wel moge verleene van het gedane beroep en daardoor deze hoogst belangrijke zaak eindelijk haar geheel beslag moge krijgen als welke verscheidene ingezetenen dezer gemeente met levendig ongeduld verbeiden en het welk ik uit dien hoofde mij de vrijheid geve ook aan de belangstelling van Uwe Ex: eerbiediglijk aantebevelen.-

N 208 Controleur Kadaster 12-8-1834

N 209 Gouverneur 12-8-1834 NM

N 210 Gouverneur 13-8-1834

Ontvangen ordonnantie ten behoeve van het Gemeentebestuur alhier groot f 100- voor den krankzinnigen A. Former.

N 211 Gouverneur 14-8-1834 Ordonnantie ten behoeve van Klaas v Graauw groot f 180

N 212 Ontvanger registratie 16-8-1834

N 213 Controleur kadaster 18-8-1834

N 214 Ontvanger reg: te Texel 18-8-1834

Dat de persoon van Giel Duinker in het laatst der maand Juny ll ter dezer plaatse uit zijne gevangenis is geretourneerd; echter kan ik niet verzekeren of hij zich nog werkelijk alhier bevindt.

N 215 Gouverneur 19-8-1834 Schutterij

N 216 BM x 20-8-1834 BS

N 217 BM Haarlem 22-8-1834 Schutterij

N 218 22-8-1834 Plaatselijke Schoolcommissie

Per 27-6-ll benoeming en aanstelling van den Heer P. Verberne tot onderwijzer aan de opgerigte school voor het middelbaar onderwijs alhier, welke geopend zal worden aan den Burg in het huis geteekend N … op maandag den 25 Augustus ek. op den voet en wijze als bij de instructie bepaald is die ik de eer heb hier tevens aan UEd hierbij toetezenden.

Ik vlei mij dat deze nieuwe inrigting aan het doel moge beantwoorden en waartoe ik dezelve ten ernstigste aan de bijzondere belangstelling en welwillendheid van UEd mijne Heeren aanbevele.

N 219 Gouverneur 22-8-1834 Schoolwezen

Met gevoelens van de levendigste erkentelijkheid mogt ik uit Uwer Ex: missive van den 15 dezer N 127 ontwaren dat het ZM behaagd heeft het het verlangen dat wij de eer gehad hebben per rekeste aan HEGA Heeren GS der provincie en dito 12 Juny ll te doen goedgunstiglijk toetestaan en het een derde ad f 500 in het te kort voor het herstel der Schoolen en onderwijzerswoningen dezer gemeente uit S'Rijksschatkist te willen afzonderen.

Uwe Ex: vergeve het ons wanneer wij haar durven verzoeken wel de tolk dier gevoelens te willen zijn bij het hooger Gouvernement en tevens ook zelve onze hartelijke dank daarom aantenemen daar wij wel overtuigd zijn hoeveel derzelver vermogende tusschenkomst ook in deze ter bereiking van het voorgestelde doel hebbe bijgedragen, terwijl wij het niet kunnen ontveinzen dat die goede uitslag bij onzen geerbiedigden Koning ons tevens met de streelendste hoop op eenen gelijken uitslag bij het gewestelijk bestuur vervult.

N 220 23-8-1834 Aan de Gouverneur Bedelaars Kolonien f 93.28.5

N 221 Gouverneur 21-8-1834 Schoolweezen

Dat de alhier beroepen onderwijzer voor het middelbaar Onderwijs Pieter Verberne op heden binnen deze gemeente zijne functien als zoodanig heeft aanvaard.

N 222 BM Haarlem 27-8-1834 BS

U te doen geworden een Certificaat wegens bestaande trouwbelofte tusschen W. Verbaarschot en Catharina Reichwalt onder bijvoeging van een attest van onvermogen met vriendelijk verzoek om na den behoorlijken afloop der proclamatie het Certificaat deswegens wel te mogen geworden.

N 223 Ontv. Reg: 28-8-1834 registratie

N 224 28-8-1834 Aan de Opperhoutvester

Verzoek om vergunning aan de Heeren J. Schol en C. Keyser ten einde het hier aanwezige konijn te helpen uitroeyen.

N 225 Gouverneur 28-8-1834 Vaccine

N 226 BM Helder 29-8-1834 soldijbrieven

N 227 29-8-1834 Controleur der Directe Belastingen te Helder, Kadaster

Dat vanaf het tijdstip der Schatting voor het Kadaster van deze gemeente tot heden geene andere nieuwe aanbouw heeft plaatsgehad als door de Heeren Mr. Willem Bok, Adspirant Notaris van een gebouw aan den Burg Sectie K N 265 en

Hendrik van Lit, Opperstrandvonder van Texel en het Eijerland eene Huismanswoning in de polder Gerritsland Sectie H.

[K 265 is in 1832 eigendom van Hendrikje Koorn-Kok. Gekocht door Bok in 1833. Afbraak van het huis, verbouw of nieuwbouw van het dwarse deel tot kantoor]

[vanaf zuid Weverstraat 264 Wed. Th. Beets, 265 Hendrikje Koorn-Kok, 266/267 J. Zuidewind]

[Gebouw van H. van Lit. Wellicht is dit het huis op de Nieuwe Onderneming (aan de Randweg, nu Wassenborg) en heeft het te maken met zijn paardenfokkerij, of anders de Betwiste Rust (Kapberg), die zo'n voor Texel vreemd model heeft]

N 228 Griffier der x 1-9-1834 contributie van 3 exx van het Provinciaal blad voor 1833

N 229 2-9-1834 Aan Secretaris W.J. Meinsma te Assen, onderstand N. Kuiper

Dat bij missive van 3 July ll aan de Heeren Gedeputeerde Staten dezer Provincie door mij namens de kinderen van N. Kuiper is te kennen gegeven dat deze te rekenen van den 7 July ll af f 160- te zamen zullen betalen te voordoen bij vooruitbetaling van halfjaar tot halfjaar op eene traite afgegeven door het Armbestuur van Nieuwolda op Pieter Kuiper aan de Waal op Texel; terwijl de kinderen Kuiper bij onverhoopte ziekten of andere bijzondere omstandigheden beloven het niet aan de Extra ondersteuning te zullen laten ontbreken als welke de nood mogt voorschrijven, verlangende echter tevens dat die f 160 geheel blijve onder en à f 3- wekelijks uitgekeerd worde door het voornoemde Armbestuur met hetwelk zij ook alleen verlangen de corresponderen wat dat onderwerp betreft.

Aangenaam alzoo zal het mij zijn indien UEdG dit Armbestuur onder de hand wilt kennis geven en verzoeken dat zij nu voortaan zelve met Pieter Kuiper aan de Waal deze zaak behandelen; op de 1e Juny 1835 kunnen zij een wissel ad f 80- afgeven.

N 230 Schoolopziener 4e distr. N Holland te Helder 3-9-1834 schoolwezen

Dat de onderwijzer P. Verberne op den 25 Aug: ll zijne functien als zoodanig aan de alhier opgerigte fransche school heeft aanvaard terwijl daarvan dien zelfde dag aan het gewestelijk bestuur de noodige kennisgeving gedaan is en ook het Schoolbestuur dezer gemeente bij Extract uit de Notulen der vergadering van het plaatselijk bestuur alhier van deszelfs benoeming en aanstelling is onderrigt geworden en tevens eene kopie van deszelfs instructie bekomen heeft.

N 231 Gouverneur 9-9-1834 Schutterij

N 232 Gouverneur 11-9-1834 NM

N 233 BM Zijpe 12-9-1834 overlijden Dirk Tjebbes

N 234 Directeuren Gesticht van Weldadigheid 16-9-1834

Domicilie van onderstand van behoeftigen

N 235 17-9-1834 Ontvanger van Registratie

Giel Duinker moet nog f 66.62.5 betalen

N 236 Colonel Kommandant 18-9-1834 BS

Reijer Buijs en Guurtje Jans x

N 237 aanvrage Certificaten 18-9-1834

N 238 Majoor Comm: 20-9-1834

N 239 Kapitein ter Zee onderdirecteur der marine N Diep 22-9-1834

Dat aangaande het zedelijk gebrag van J. de Waard mij niets bepaald ongunstig bekend is, zelfs strekt het hem tot eer dat hij in 1831 als plaatsvervanger bij de Schutterij is in dienst getreden om voor het onderhoud zijner twee jonge kinderen te zorgen.

Aangenaam zou het mij zijn indien hij onder UEdg opzigt mogt geplaatst worden als hetwelk hem ongetwijfeld het groot nut zoude verstrekken daar eene zekere traagheid en loomheid het Kenmerkende van zijnen inborst is, die echter door geregelde werkzaamheid geloof ik wel zoude te overwinnen zijn.

N 240 Luit. Kolonel 23-9-1834 NM

N 241 BM Helder 24-9-1833 Huwelijkszaken

N 242 Gouverneur 24-9-1834 NM

N 243 27-9-1834 Aan de Gouverneur, onderstandsdomicilie van Baafje Ran

Thans meerderjarige dienstmeid aan den Hoorn, geboren op 26 Mei 1805 te Oosterend, vader gestorven in 1833, moeder woont daar nog. Baafje is naar Utrecht vertrokken, in 1828 naar Texel terug gekomen, in 1830 naar den Helder gegaan. Ze is lidmaat der Hervormde kerk van Oosterend op Texel. De Hervormde Diaconie zou moeten betalen, maar wil niet. Nog 2 ½ bladzijde.

[Er waren 3 zusjes met de naam Baafje Ran. Die van 1801 leefde niet meer toen haar naamgenootje in 1805 werd geboren en dezelfde dag stierf. Die van 1807 werd bijna 40 jaar oud. Dochter van Reijer Willems Ran (1765-1833) en Antje IJsbrands Snip (1776-1852)]

N 244 BM Helder 27-9-1834 Soldijbrieven

N 245 Gouverneur 30-9-1834 Schutterij

N 247 BM Medemblik 1-10-1834 BS Teunis Koning en Jannetje Houwert

N 248 BM Sapmeer prov Groningen 4-10-1834 BS overledenen

N 249 Regenten Algemeen Weeshuis van Texel 7-10-1834 herstel voetpad

Alzoo in weerwil mijner reeds voorlang gedane uitnoodiging het Steenen Voetpad strekkende van den Wezen put tot aan het Oschil ongedaan blijft en hetzelve dringend herstel vordert, zoo verzoek ik UEd nogmaals en ernstig deze Zaak onverwijld aftedoen en mij voor of uiterlijk op den 17 dezer toetezenden:

Het bestek der te doene herstellingen zoowel van het Steenen Voetpad naar het Oschil ten behoorlijken breedte als het was en bepaaldelijk de voldoende aanhoging der nevens dat pad strekkende looppaden als welke op de meeste plaatsen geheel uitgetreeden zijn, terwijl ik eene storting ter wederzijde der zeer nabij gelegene schulpen van de Oudeschilder dijk zeer gaarne daarop gebragt zag.

N 250 BM Helder 8-10-1834

Dat ik het daarbij toegezondene terstond met de noodige last den deurwaarder heb ter hand gesteld, doch dat dezen- een oud man- die last niet goed schijnt onthouden te hebben, althans op gisteren de Originelen aan den Heer Regter ter instructie te Alkmaar per post heeft toegezonden.

N 251 Gouverneur 87-1834 Verificatie Gemeentekas zie N 183

N 252 Kommandant enz 10-10-1834 Schutterij

Signalement van Cornelis Hendriksz Dijt 26-1-1806: Lengte 1 El 7 V 68 D, Aangezigt ovaal, Voorhoofd ordinair, Oogen bruin, neus spits, mond ordinair Kin spits, Haar donkerbruin, Wenkbrauwen bruin, Merkbaare teekenen geen.

N 253 Gouverneur 19-10-1834 rekest P. Verberne

Dat hetgeen de rekestrant heeft ter neder gesteld over het algemeen der waarheid overeenkomstig is. Aanvankelijk schijnt hij zeer wel te voldoen in deze zijne nieuwe betrekking en neemt de school vrij wel op- Intusschen is het duidelijk dat zoodanig eene geheel nieuwe inrigting het eerste jaar reeds moeijelijk tot die hoogte te brengen is, dat hij een voldoend bestaan oplevert.

N 254 en 255 13-10-1834 Geene vaccinatien

N 256 BM Workum 14-10-1834

Bewijs van bestaande trouwbelofte tusschen Jan Daalder en Tetje Fedder

N 257 Houtvester 4e jagtdistrict Prov. N Holland te Alkmaar 16-10-1854

Rekest Commies PC Sauzenthaler [zal geen misbruik maken]

N 258 16-10-1834 Aan de Gouverneur, alimentatie N. Kuiper

Hierbij terug gaande missive van HEGA GS van Groningen en die van het Plaatselijk bestuur van Nieuwolda-

Dat na zeer vele moeite het mij gelukt is van de kinderen Kuiper de toezegging te bekomen dat zij berekenen van de 1e Januari e.k. af f 200 's jaars te zullen betalen, in plaats van f 160- zoo als door hen vroeger was aangenomen, waarvoor door het Armbestuur aldaar op Pieter Kuiper aan de Waal bij halfjaren kan worden getrokken.

Uwe Excellentie zal ontwaren dat hiermede nog niet geheel en ten volle aan het verlangen van het Algemeen Armbestuur van Nieuwolda voldaan is. Het ontbrekende beteekent echter niet veel en ik schroom niet Uwe Excellentie te verzekeren dat van de veelvuldige en krachtige pogingen, die ik in deze heb aangewend, waarbij ik mijne geheele invloed en overreding heb moeten bezigen, ik geen kans zie iets meerder in deze te verkrijgen, weshalve ik vertrouw dat Armverzorgers van Nieuwolda alsnu mogen te vrede zijn.

Te meer vermeenen ook de kinderen Kuiper dit te mogen verwachten, daar zij het er voor houden, dat hetzelve bestuur in eene zeer groote dwaling verkeert, wanneer het meent dat zij regtens konden worden gedwongen worden tot onderhoud van het huisgezind huns vaders.- De gelden die zij vroeger gaven, nog steeds geven en bij vervolg zullen geven zijn voor hunnen Vader voor diens genoegzaam onderhoud en geen halve broeders of zusters kunnen bij mogelijkheid ten hunnen laste gebragt worden.

Dat is het Sustenu der kinderen Kuiper, dat zij bereid zijn voor elke Regtbank te doen gelden. Oneindig beter echter zoude het wezen, indien de tusschenkomst van Gedeputeerde Staten van Noord Holland en Groningen juist deze eventuele altoos ergerlijke procedures mogte hebben voorkomen. Daarheen hebben ook alle mijne pogingen gestrekt en Hartelijk wensch ik dan ook dat deze zaak hiermede haar beslag moge hebben.

N 259 Majoor Komm: v/h 1e Batt: NH Schutters te Helder 17-10-1834

Inlijving der Schutters Jan S. Verberne, Cornelis Kuip en Jan W. Gomes.

N 260 Gouverneur 20-10-1834 ordonnancien

N 261 Regenten van het Weeshuis van Texel 22-10-1834 Steenenstraatje

Tot heden niet voldaan zijnde aan mijne missive van den 7 dezer N 249 en vastelijk besloten hebbende de belangen mijner ingezetenen niet achtertestellen of opteofferen aan bijzondere denkbeelden of niets afdoende spitsvondigheden, zoo moet ik UEd tegelijk met de betuiging van mijn ernstig ongenoegen over dit gedrag tevens voor de laatste reize uitnoodigen voor als nog voor of uiterlijk op den 30 dezer mij het bestek optegeven betreffende de te doene herstellingen aan het bewuste voetpad bestaande

A De te doene herstelling hier en daar aan de beschoeijing ten einde de verdere inkalving te voorkomen en de noodige aanhooging te doen-

B Het getal kwadraat van bestrating moetende geene andere dan harde straatklinkers daarvoor gebezigd worden-

C Eindelijk de aanhooging aan beide zijden tot geheel gelijk aan het straatje alles met een laag Schelpen bedekt, zooals dit onmiddellijk inde nabijheid te vinden is.

Ik hoop dat het onnoodig zal zijn hierbij te voegen dat wanneer ook aan deze laatste aanmaaning niet voldaan wierde, het Plaatselijk bestuur zelve in een en ander voorzien zal.

N 262 BM Helder 22-10-1834 BS C. Bethlem en L. Gole

N 263 Majoor enz 23-10-1834 NM

N 264 Gouverneur 24-10-1834 plaatselijke belastingen

N 265 Gouverneur 24-10-1834 begrooting 1835

N 266 24-10-1834 Doorzakking sluis Oudeschild

Dat zich op heden morgen eene Verzakking of aanvankelijke doorbraak ontdekt heeft in een Sluisje bij de Schans dezer gemeente even bewesten het Oude Schil waardoor de Zee bij de tegenwoordig buitengewone hooge Vloeden en aanhoudend Stormweer met kracht binnen dringt. Deze sluis behoort het rijk en staat onder het opzigt van de administratie der x.

N 267 BM Helder 27-10-1834

N 268 Gouverneur 27-10-1834 rekest Pieter Meijertsz Boon

Alsnog een plaatsvervanger te stellen voor zijn zoon Kors Pietersz Boon, dienende als loteling onder de 1e kompagnie der 2e afd. Infanterie in Garnizoen te Breda.

[Kors Pietersz Boon (1815-1895) van de Waal, ongehuwd]

N 269 27-10-1834 Aan de Houtvester 1e Jagtdictrict van Noord Holland

Er zijn 5 consenten vanwege ZE den Heere Opperhoutvester afgegeven, waarin aan Jan Koning, Cornelis Koning, J.L. Kikkert, N. Boon en P. Kuiper vrijheid wordt gegeven voor het Jagtsaisoen 1834/35 om konijnen te vangen en dooden op het eiland Texel, zonder eenige bepaling of omschrijving meer.

[Burgemeester Reinbach verwacht misbruik vanwege gering toezicht over de uitgestrekte 17.000 Bunders oppervlakte. Hij wil vóór de woorden 'op het Eiland Texel' voegen de woorden 'in de Zanddijk en Eijerlandsche Duinen'. Hier zit toch het grootste kwaad. Dat men daar krachtdadig het konijn tracht uitteroeyen is zeer doelmatig, maar men jaagt liever het haas dan het konijn. Burgemeester houdt de consenten achter tot er nadere instructie is].

N 270 Gouverneur 28-10-1834 Schutterij

N 271 Majoor enz 28-10-1834 Schutterij

N 272 Majoor enz 28-10-1834 Schutterij

N 273 BM Helder soldijbrieven

N 274 Gouverneur 31-10-1834 NM

N 275 Gouverneur 1-11-1834 rekest Herv. Diaconie Oosterend

N 276 BM Helder 3-11-1834

N 277 Gouverneur 5-11-1834 NM

N 278 BM Helder 5-11-1834 schutterij

N 279 majoor enz 5-11-1834 inspectie schutterij

N 280 Kapitein enz 6-11-1834 schutterij

N 281 BM Workum prov. Vriesland 10-11-1834 BS

N 282 10-11-1834 Ontvanger van Registratie te Texel

Dat Wessel Friese, den 10 Julij ll is overleden, zich alhier met vele anderen zijner landgenoten voor eenen korten tijd bevond als buitenlandsch daghuurder.

N 284 a Conroleur Kadaster Alkmaar 10-11-1834

N 284b Gouverneur 11-11-1834 ordonnantie tbv CC Bakker groot f 280.-

N 285 Majoor enz Helder 11-11-1834 inspectie schutters

Dat Salomon Izaaksz Medicijn, plaatsvervanger voor Kl. Latjes, Tervoort van Ysbrand Koppen, Jan van der Vorst voor Jan Verberne, niet binnen deze gemeente hun verblijf houden en dat hun verblijf mij ook onbewust is.

Dat Simon Kleijenburg in augustus ll is verhuisd naar Zuid Scharwoude en zijnen plaatsvervanger Anthony Tierig ook alhier niet woonachtig is.

[Simon Elmertsz Kleijenburg (1804-18xx) uit Oosterend, hulponderwijzer]

N 286 Onderdirecteur der Marine te Willemsoord 12-11-1834 Versch water

Ik heb de eer UWelEdgestr den ontvang te berigten Uwer geeerde van den 11 dezer ten geleide van het Contract met C. Breemer en Kneppel.

Het gerapporteerde van den Heer Bok en de inhoud van dat kontrakt zoude door mij moeijelijk zijn overeen te brengen bijaldien niet de reis van denzelven zeer onlangs had plaats gehad en alzoo geruimen tijd na dat de ministeriele resolutie op dit onderwerp heeft plaats gevonden en ik vlei mij alzoo dat bij de te ontvangene approbatie op dat punt door ZEx: den Heer directeur generaal zal voorzien worden.

Mogt dit echter onverhoopt het geval niet wezen, dan geef ik mij de vrijheid UWelEdgestr in het belang zoo van deze gemeente als bepaaldelijk van het departement van Marine zelve, te verzoeken en uittenoodigen aan hetzelve ofschoon geapprobeerde kontrakt voor het oogenblik nog geen gevolg te geven maar alvorens nog daarop de nadere inlichtingen van ZEx: voornoemd te verzoeken, ten welken einde UWelEdgestr zich op mijne officiele mededeelingen en brieven van den 11 Nov en heden zoudt kunnen beroepen- Immers heeft ZM Gouvernement in kwestie ten deze uit het aangegeven kontrakt geene verdere pretensie ten laste van het rijk zullen kunnen maken, dan naar het rapport van den Heer Bok de duidelijke wil en bedoeling van dat Gouvernement in deze werkelijk wezen zal.

N 287 Gouverneur 13-11-1834 rekest SG Duynker

Dat ik in het belang algemeen niet anders kan doen verhalen hetgeen ik omtrent een dergelijk rekest van denzelfden persoon in September 1833 aan ZM ingediend de eer heb gehad Uwe Ex: te berigten bij mijnen brief van den 8 November 1833 N 298 en kortelijk daarop nederkomende:

Dat de bestaande wetten tot het verleenen eener gunstige dispositie geene aanleiding geven, doch dat de rekestrant op grond van vroegere soortgelijke vergunningen aan de Welwillendheid van Zijne Majesteit zoude kunnen worden aanbevolen zonder zich echter te kunnen beklagen bij aldien het ZM om wijze redenen behaagde soortgelijke gunst niet bij herhaling te willen bewijzen.

N 288 Gouverneur 19-11-1834 Schutterij Willem Ran

N 289 B&W Alkmaar 21-11-1834 Onderst. Dom Jansje Hagen

Dat zij den 30 Juny 1828 gehuwd is met zekere Jan Dito, wonende in de gemeente Helder ter welker plaatse deze echtelieden zich in maart 1829 gevestigd hebben [en dat deze gemeente met de gevraagde teruggave moet belast worden].

[Johannes Jansz Dito (1798-18xx) uit Oudeschild, getrouwd in 1828 met Jannetje Hendriks Hagen (1806-18xx) uit Den Hoorn, gescheiden op 8-1-1835 in Alkmaar. Jan hertrouwde op 16-7-1835 met Johanna van Kleef uit Alkmaar. Jannetje leefde nog in 1859]

N 290 Gouverneur 22-11-1834

N 291 BM Helder 26-11-1834 dispositie

N 292 Gouverneur 26-11-1834 NM

N 293 Gouverneur 27-11-1834 rekest van eenige ingezetenen van het Oudeschil

Dat het rekest mij toeschijnt meer het werk te zijn van den voorgedragen wordende B. Smits, die dan ook het rekest geschreven heeft en een man is van alles behalve onbesproken zeden, dus van de quasi rekestranten zelve. Deze toch zijn allen zonder uitzondering menschen van de geringe Burgerklasse, wier kinderen aan de fransche taal wel hoogstwaarschijnlijk nimmer eenige stellige behoefte zullen hebben, daar zij tot niets dan de arbeidende klasse worden grootgebragt en opgevoed.

Dan echter al ware dit zoo niet en al had deze of gene der rekestranten wezenlijke behoefte aan het onderwijs der fransche taal, juist daarvoor dan ook nu door de zorgen van dit bestuur alhier voor de geheele gemeente de beste gelegenheid geopend is door de oprigting eener fransche School aan den Burg, van welke de Heeren Schol, Jb. P. Dijksen en Kuiper (ongetwijfeld wel de aanzienlijkste bewoners van het OSchil) reeds sedert 37 m. voor hunne kinderen gebruik maken; het Oudeschil zelve bezit tegenwoordig een onderwijzer voor het lager onderwijs, die den naam heeft van uitstekend geschikt en kundig te zijn; er is alzoo thans in alle de behoeften van dien aard op Texel zoo volkomen voorzien dat dit waarlijk niets te wenschen overig laat en al wat men daarbij zou willen voegen overtallig maar het tegenwoordig bestaande hoogst schadelijk zijn zoude.

N 294 Officier van Justitie te Alkmaar 27-11-1834

Geboorte-extract van Leendert P. Bakker.

N 295 28-11-1834 Aan de Minister van Buitenlandsche Zaken

Erepenning en getuigschrift ten behoeve van Gram en Boogsen vanwege de redding der schipbreukelingen op de kust van dit Eiland op den 17 Januarij ll, als wanneer ook zij zelve zich hier als schipbreukelingen bevonden.

Ik geef mij de eer Uwe Ex: bij deze te kennen te geven dat ik in mijne betrekking als burgemeester dezer gemeente op den 17 dezer maand van de Maatschappij tot Nut van 't Algemeen afd. Texel heb ontvangen een Zilveren Eerepenning en getuigschrift ten behoeve van Chr. Gram, koopvaardij Kapitein en gelijke stukken ten behoeve van Hans Boogsen, matroos; wonende beide in het Ripenambt Balm in Jutland, Koningrijk Denemarken; aan hun toegewezen wegens redding van schipbreukelingen op de kust van dit Eiland op den 17 january ll als wanneer ook zij zelve zich hier als schipbreukelingen bevonden.

En het is ten gevolge van eene bij mij bekomene inlichting van wegens den WelEdgestr Heer Consul van Denemarken te Amsterdam, dat ik de vrijheid neem Uwe Ex: dezelve stukken te doen geworden en Uwe Ex: beleefdelijk te verzoeken wel de goedheid te willen hebben om dezelve door hare tusschenkomst den Nederlandsche Miniter te Denemarken te willen doen geworden als welke die vervolgens wel aan de bevoegde autoriteit zal doen geworden om aan de bedoelde personen eindelijk uittereiken.

Aangenaam zal het mij zijn van den goeden ontvang dezer eenig berigt van Uwe Ex: te mogen ontvangen.

N 296 BM Stavoren 29-11-1834

N 297 BM Helder 1-12-1834 soldijbrieven

N 298 Schoolopziener 1-12-1834

Alhier geene Israelische scholen

N 299 BM Rijp 1-12-1834

Dat de ouders van Ysbrand Stoekman, Philip Stoekman en Jannetje Schagen reeds sedert 22 jaren van hier naar den Helder met ter woon zijn vertrokken, terwijl de vader daar na 14 Jaren tijds is overleden.

N 300 BM Medemblik 2-12-1834 Schutterij

N 301 Gouverneur 5-12-1834 rekest Helena Plavier weduwe Pieter de Wit, in leven kapitein op eene bij den Lande toegestane Commissie vaart, houdende verzoek van eenige onderstand-

Dat het door de rekestrante aangevoerde der waarheid overeenkomstig is, terwijl ik de vrijheid neme ten aanzien van het verzoek in bovengemeld rekest gedaan mij te gedragen naar hetgeen ik de eer had Uwe Ex: te berigten op een gelijk rekest van dezelve rekestrante bij mijne missive van den 20 November 1832 N 245 alzoo de rekestrante zich steeds in den zelfden toestand als destijds bevindt. Tevens het lot dier weduwe met haar dochters Uwer Ex: gunstig aanbevelende.

N 302 6-12-1834 Aan de Gouverneur, adres van de hervormde Diaconie te Oosterend

Dat Baafje Ran op dit oogenblik eene dienst schijnt bekomen te hebben te Harlingen en tevens vastelijk besloten te hebben de door haar gemaakte schuld te voldoen. Docter van Deinse wil betaling van f 42.41 van Diakenen [mag ook in 4 termijnen].

N 303 Gouverneur 7-12-1834

Dat ik tot mijn innig leedwezen gezien heb dat Uwe Ex: door verkeerde berigten misleid een oogenbkik heeft moeten twijfelen aan de zorgen door mij in een zoo allerbelangrijkste zaak als die op heden, door 2 ooggetuigen de Heer Taylor van het N Diep en den loods Jan P. Hin, destijds aan ook aan het Nieuwe Diep aan mij is medegedeeld, is deze:

Den 2e Dec. ll is de brik in kwestie des namiddags te 3 a 4 ure zonder Loods binnen gestormd en schijnt het N Diep te hebben willen binnen zeilen, doch heeft dit gemist en is in de onmiddelijke nabijheid van het zelve bij den Steenendam op de zoogenaamde Harsen voor de Zuidwal aan den grond gezeild en blijven zitten.

Alzoo de brik oogenblikkelijk herkend werd schijnen dadelijk door den kommandant van het oorlogschip de noodige maatregelen genomen te zijn om alle gemeenschap met de vastewal onmogelijk te maken- een paar dagen daarna is de Kapitein van het schip plotseling overleden, doch dit scheen het gevolg te zijn van eene overmatig gebruik van Sterken drank. Heden scheen men van oogmerk te zijn de lading te lossen.

Al hetgeen alzoo Uwe Ex: van de reede van Texel is gemeld is eene onwaarheid, Ja zelfs was ik voor 2 dagen geheel onkundig van het geheele geval, dat zeer natuurlijk is wanneer Uwe Ex: nagaat dat hetzelve aan het N Diep plaats gehad heeft en van al hetgeen het binnenkomen van schepen betreft binnen deze gemeente niets officieels bekend wordt gemaakt.

Eindelijk meen ik Uwe Ex: nog te moeten mededeelen, dat dadelijk na den ontvang der missive over deze zaak van 3 Dec ll N 212/19003 door mij de noodige bestelling deswegens is gemaakt met den Opperstrandvonder en onderstrandvonders en dus van mijne zijde in deze geen het minste verzuim heeft plaats gehad.-

N 304 BM Heenvliet bij Brugge BS 8-12-1834

Papieren voor Antje Kok

N 305 Gouverneur 10-12-1834 Pieter Kraan onvindbaar

N 306 Gouverneur 13-12-1834 ordonnantie

N 307 Gouverneur 13-12-1834 ordonnantie

N 308 Gouverneur 13-12-1834 ordonnantie

N 309 Ontvanger reg. kantoor Texel 13-12-1834 personen alhier niet bekend

N 310 Ontvanger reg. kantoor Texel 13-12-1834

N 311 wed R. Ran te Oosterend 13-12-1834

Dat zoodra Uw Zoon Willem Ran van zijne reis terugkomt hij zich dadelijk moet begeven naar Amsterdam bij zijnen Kommandant ten einde aldaar zijne wapenen en kleeding der Schutterij inteleveren en zijn ontslag uit den dienst te ontvangen, hetwelk ik U verzoek om hem bij zijne terug komst dadelijk te kennen te geven.

N 312 Majoor enz Haarlem 13-12-1834 schutter W. Ran, buitenzeeman

N 313 Gouverneur 15-12-1834 schutterij

N 314 15-12-1834 J. van Hall, boekhouder ter Provinciale bewaring Kadaster

Toetezenden oorspronkelijke tafel van staat van veranderingen, registers

N 315 denzelven 16-12-1834 registers

N 316 Majoor enz 15-12-1834 Schutterij

N 317 Gouverneur 17-12-1834 borgen domein verpachting

Dat de borg Lubbert G. Eelman alhier in 1823 overleden is en niets heeft achtergelaten dan eene met Schulden overbezwaard en gelikwideerd boedel.

Dat de borg Pieter G. Eelman nog leeft en een man is die zoo als men zegt slechts het dagelijks brood heeft voor zich, zijne vrouw en kinderen, zijnde zijne vaste goederen merkelijk bezwaard.

Dat de borg Reijer A. Eelman en vrouw niet in betere omstandigheden verkeert dan de onmiddellijk voorgaanden.- Hij heeft voor eenige Jaren met zijne Crediteuren voor 50 % geaccordeerd en daarvoor alstoen al zijn vaste goed verbonden. Met hard werken verdient hij de kost voor zich en een talrijk kroost.

Zoo wel deze als de vorige boer zijn geschikte eerlijke lieden die alle aanspraak op medelijden hebben en die ik niet geloof dat eenige merkelijke ramp zooals de onderhavige borgtogt zouden kunnen weerstaan.

De vierde borg Arien D. Eelman is in 1829 overleden; zijn boedel is gelikwideerd en heeft een gelijk bedrag van baten en schaden opgeleverd.- Zijne 5 nagelaten kinderen behooren alle tot de minvermogende stand.

Uwe Ex: heeft hiermede mijne zoo naauwkeurig mogelijk ingewonnen berigten; zeer hard zoude het den nog overgebleven borgen vallen voor eene zoo lang gerust hebbende schuld als nog te worden aangesproken, terwijl Uwe Ex: onder zulke twijfelachtige omstandigheden het mij wel ten goede zal willen duiden bijaldien ik niet volmondig tot het in regten aanspreken dier borgen durf te adviseren.

[Lubbert Gerritsz Eelman (1787-1823) van de Westen x Ariaantje Pieters Boon, 6 kinderen]

[Pieter Gerritsz Eelman (1795-1863) x Vrouwtje List (1801-1848), 6 kinderen]

[Reijer Arisz Eelman (1789-1835) x Pietertje Jacobs Wuis (1788-1867) van Spang, 9 kinderen]

[Arien D. Eelman]

N 319 Gouverneur 17-12-1834 NM

N 320 Gouverneur 18-12-1834 Schutterij

N 321 Gouverneur 22-12-1834 rekest M. Doyer

N 322 21-12-1834 Aan de Gouverneur Schutterij

Dat Jan Fransz Witte, gemeld op de Staat van 19 Augustus ll, destijds reeds gehuwd, welke benevens de op den 12 dezer ingelijfde Schutters ook tot dat einde was opgeroepen. Doch vermits zijne huisvrouw zich in eenen zwangeren toestand bevindt heeft hij mij deswegens een certificaat ter hand gesteld het welk door het lid van het bestuur, met de overgifte ter inlijving van de Schutters belast, aan den Heer Commandant der Schutterij, welke de Schutterij heeft overgenomen, is ter had gesteld enz.

Burgemeester heeft nu Witte niet op de lijst gesteld van den eersten ban.

[Jan Witte (1803-1849) uit den Hoorn, zoon van Frans Jansz Witte en Jantje Aries Bakker, getrouwd op 24-4-1834 met Martje Boom (1802-1863) uit Oudeschild. Hun dochter Jannetje werd geboren op 3 maart 1835].

N 323 Gouverneur 27-12-1834 tarief

N 324 diakenen Hervormde gemeente 27-12-1834

Ontvangen de opgave van den Heer Burgemeester van De Rijp

f 46.95 voor onderstand aan IJsbrand Stoepman

[IJsbrand Stoepman (1797-18xx) zoon van Filip Hendriksz Stoepman en Jannetje Alberts Schagen (1754-1820). Filip en Jannetje hadden 8 kinderen, allemaal geboren in Oudeschild.

Marijtje, Simon, Simon, Albert, Jan, Marijtje, Hendrik, Willem en IJsbrand].

N 324a Gouverneur 29-12-1834 schutters

N 325 Gouverneur 29-12-1834 kadaster

N 326 BM Helder 29-12-1834 soldijbrieven

N 327 Prov. Comm: 31-12-1834

Geene veranderingen in het personeel der Genees-, Heel- en verloskundigen

N 328 BM van Heenvliet bij Brielle 31-12-1834

Huwelijksafkondigingen tbv L. Den Bakker en AC Kok

1835

N 1 Gouverneur 3-1-1835

f 59.27 Verpleegkosten van de in de Maatschappij van Weldadigheid geplaatste personen.

N 2 Kommandant enz 5-1-1835 NM

N 3 Gouverneur 5-1-1835 BS 1834

N 4 Mr Collet D'escurry Lid van de Comm: van Erkentenis te Alkmaar 6-1-1835

Ontvangen een Gratificatie ad f 50- voor de in de Citadel van Antwerpen gediend hebbende en alhier woonachtige militairen, met name Arie Dekker en Cornelis Hoogheid.

N 5 6-1-1835 Niemand naar andere Provincien vertrokken en geene hier gevestigd.

N 6 Gouverneur 7-1-1835 rekest RC pastoors

N 8 Kommandant 6-1-1835

Dat de kannonnier C. Hoogheid reeds op de 13den dezer maand van hier is vertrokken.

N 9 en 10 7-1-1835 Geene vaccinatien (Variocella)

N 11, 12 en 13 Kerkmeesteren der Hervormde gemeente aan den Hoorn, de Waal en Oudeschil 7-1-1835

Aantal zielen, ledematem, tractement, toelage

N 14 Gouverneur 8-1-1835 Verificatie gemeente Kas

N 15 Gouverneur 8-1-1835 extract deliberatien der gemeenteraad

N 16 Kommandant 9-1-1835 verlofpas J. Bakker PZ

N 17 Controleur kadaster 12-1-1835

N 18 Gouverneur 16-1-1835 Schutterij

N 19 13-1-1835 Aan de Gouverneur, Rekest Teunis Koning

Te Medemblik gehuwd, om wegens zwangerschap van zijne huisvrouw in den tweeden ban te worden overgebragt. Niet difficulteren, doktersverklaring.

[Teunis Koning (1805-1879) van Oosterend, getrouwd op 5 october 1834 met Jannetje Houwert uit Medemblik. Dan liep de zwangerschap blijkbaar uit op een miskraam, gezien dat de eerste geboorte in 1838 plaatshad]

N 20 Kapitein 15-1-1835 Schutterij

N 21 BM Medemblik 13-1-1835 Teunis Koning

N 22 Schoolopziener 15-1-1835 B. Smits

N 23 13-1-1835 Kolonel Commandant

Dat de gedenkpenning voor de strijder dezer Gemeente op de Citadel van Antwerpen mij wel is geworden en uitgereikt.

N 24 Gouverneur 15-1-1835 verschillende armbesturen Texel

Renseignementen betrekkelijk den tegenwoordige toestand van 3 hervormde gemeenten alhier.

N 35 BM Alkmaar 15-1-1835 NM

Geboorte Extract van Willem, zoon van Marijtje Hemelrijk, volgens zijne opgave te Alkmaar geboren den 2 July 1816 om te dienen tot inschrijving voor de loting der NM.

[Willem Andela Hemelrijk (1816-1879), geboren te Alkmaar, overleden in den Helder, vader ws Willem Oepkes Andela. Willem Andela Hemelrijk komt voor bij de volkstelling van 1830 op Texel, inwonend bij zijn grootouders, Johannes Hemelrijk en Jannetje Kok.]

N 26 t/m N 39 21-1-1835 Militieraad

N 40 Gouverneur 21-1-1835 ordonnantie f 500 tbv schoolgebouw OS

N 41 Gouverneur 22-1-1835 rekest armverzorgers RC Gemeente alhier

N 42 22-1-1835 Majoor Commandant

Gedenkpenning Citadel van Antwerpen voor den fuselier C.A. Blom

[Cornelis Albertsz Blom (1808-1890) uit Oudeschild, zoon van Albert Cornelisz Blom en Geertje Dirks Zuidewind. Broodbakker. Getrouwd in 1839 met Aaltje de Haas, 12 kinderen].

N 43 H. Coster boekverkooper de Alkmaar 21-1-1835 BS

N 44 Minister van financien, administratie voor klijne uitgaven te 's Gravenhage 23-1-1835

Ik heb de eer Uwe Excellentie bij deze te doen kennen de goede ontvangst der assignatie ad f 49.58 tot betaling der gratificatie toegestaan bij ZM besluit van den 16 January ll N 95 ten behoeve H. Plavier weduwe P de Wit; welke onmiddellijk aan de belanghebbende is uitgereikt geworden.

N 45 ontvanger der registratie te Texel 26-1-1835

N 46 BM Terschelling 26-1-1835 registratie

N 47 Comm: depot17 afd. Inf. Haarlem 27-1-1835 NM

N 48 Majoor komm: Bladel 28-1-1835 NM

N 49 Gouverneur 28-1-1835 NM

N 50 Gouverneur 29-1-1835 NM

N 51 Gouverneur 29-1-1835 Schutterij

N 52 Schoolopziener 29-1-1835

Dat ik op heden berigt heb ontvangen van den Heer Officier van Justitie der regtbank te Alkmaar, dat de persoon van Bernardus Smits bij vonnis van den 27 dezer is verwezen tot eene Geldboete van f 50.- of eene gevangenis van 8 dagen ingeval van onvermogen.

[Bernardus Smits (1791-1859) uit Groningen, overleden in den Helder, herbergier, kastelein, zeeman, onderwijzer. Getrouwd met Aagje Cornelis Bakker (1773-1828), ten tweede op 2-4-1835 met Hendrica Cornelis Zoetelief (1800-1868), 8 kinderen geboren op Texel]

N 53 Gouverneur 30-1-1835 verslag zie brief N 34

N 54 30-1-1835 Aan de Gouverneur, rekest RC Gemeente aan den Burg om b, c en a

Dat ik ten gevolge van een daartoe gedaan onderzoek ben onderrigt geworden

Dat de overledene G.R. Sluisman, bij testament op den 15 Julij ll voor den Notaris W. Bok en getuigen alhier gepasseerd, de helft zijner gansche nalatenschap heeft gelegateerd aan zijn tegenwoordige huisvrouw N. Witte en aan de naaste vrienden van des testateurs vooroverledene huisvrouw de weder helft, terwijl zijne naaste bloedverwant ab intestato Gerrit Schraag niets is gelegateerd dan alleen datgene hetwelk hem als mede executeur in dezen boedel door voornoemden Testateur is toegelegd, zijnde dezelve Schraag een der welvarendste landeigenaren en Veehouders van dit Eiland.

Dat overigens de beide perceelen lands, het legaat aan voornoemde gemeente uitmakende, een geringe waarde hebben en alzoo van zeer weinig belang zoude zijn voor zijne Erfgenamen, die dan ook met die gemaakte beschikking volkomen te vreden zijn.

[Gerrit Sluisman (1757-1834) van Oosterend, zoon van Riekel Gerritsz Sluijsman en Neeltje Dirks Dijt. Zijn halfbroer was Jacob Gerritsz Schraag. Dat kwam zo: Neeltje Dirks Dijt was eerst getrouwd met Riekel Sluisman, ten tweede met Gerrit Harmensz Schraag, zoon Jacob Schraag, waarvan Gerrit weer de zoon was. Gerrit was op die manier een neef.

De eerste echtgenote was Antje Cornelis Kuiper (1743-1827), de tweede Neeltje Jans Witte (1772-1852). Er waren geen kinderen].

Gerrit Sluijsman Riekelsz schonk land aan het r.k. armbestuur van Oosterend (toen nog kerkbestuur Oosterend, pas in 1855 werden de bezittingen gesplitst).

Deze schenking was een aanzet tot het ontstaan van het armenplaatsje in Spang, later Varia.

Groet Sjaak.

N 55 Officier van Justitie te Alkmaar 30-1-1835

Certificaat van onvermogen van Bernardus Smits

N 56 Majoor Komm: Utrecht 31-1-1835 te berigten dat mij de Gedenkpenning voot de Citadel van Antwerpen ten behoeve van den gegageerden militair der 10e afd infanterie C. Hoogheid wel geworden en aan denzelven Hoogheid overhandigd is.

N 57 Gouverneur 2-2-1835 Geene kinderen uit Godshuizen optezenden.

N 58 Gouverneur 4-2-1835 ordonnantie C.C. Bakker f 506.25 [helmplanten]

N 59 BM van het ambt Ommen 5-2-1835 NM

Geboorte extract van Jacob Slot

N 60 BM Boxtel 7-2-1835

Verzoek om mij zo haast mogelijk te doen geworden een gelegaliseerd doodcedul van Martinus Logman overleden binnen Uwe gemeente in 1797 of daaromtrent.

N 61 President van den Militieraad te Hoorn 7-2-1835 NM

Plaatsvervangers gesteld door Jasper Troost en Maarten de Wijn

N 62 Gouverneur 9-2-1835 Loterij

N 63 Ontvanger registratie Texel 10-2-1835

Voortvlugtige Johan Friedrich Lemke en David Isaak Louza niet bekend.

N 64 BM Terschelling 10-2-1835

N 65 Commandant v/h depot der 17e afdeeling te Haarlem 10-2-1835 NM

H.W. Salzman als plaatsvervanger voor Maarten de Wijn

N 66 Gouverneur 13-2-1835 Schutterij

N 67 Gouverneur 17-2-1835 NM

N 68 BM Helder 18-2-1835 Medaille A. van Straten

[Arien Gerritsz van Straten (1807-18xx) van den Hoorn, in 1835 visser, getrouwd op 23-4-1835 in den Helder met Antje Smit uit de Zijpe]

N 69 BM Medemblik 21-2-1835 Schutterij T. Koning

N 71 Gouverneur 23-2-1835 NM Jan Wigman

N 72 24-2-1835 Majoor Kommandant van het 1e Battaillon der 10 e afdeling Infanterie te Groningen

Bronzen medailles Citadel van Antwerpen ten behoeve van Arie van Straten, Jacob Pietersz Bakker, Hendrik Keijzer en Simon de Wijn uitgereikt.

[Arie (1807-18xx), Jacob (1808-1880) uit Oudeschild (getrouwd met Antje Bakker van Wieringen), Hendrik (1807-1841) uit de Waal (getrouwd in 1836 met Dieuwertje Koorn, 3 kinderen), Simon (1807-1875) van Oudeschild (getrouwd in 1838 met Trijntje Schaap (1817-1851), 7 kinderen, waarvan 3 volwassen werden)]

N 73 Kolonel kapitein ter zee onderdirecteur der Marine te Willemsoord 25-2-1835

N 74 Gouverneur 25-2-1835 benoeming Zetters

N 75 Gouverneur 26-2-1835 Schutterij

N 75a 27-2-1835 Aan de Gouverneur

Terugtezenden de Staat wegens uitgereikte gedenkpenningen der Citadel van Antwerpen, behorende tot het 3e Batt der 10e afdeeling Inf, thans door P. Vermeulen alhier geteekend.

N 76 Gouverneur 28-2-1835 plaatselijke omslag

N 77 Officier van Justitie der regtbank Alkmaar 2-3-1835 policie M. Kooiman

Maartje Kooiman, 20 jaar [wordt al geruime tijd gestalkt, zij ontvangt o.a. brieven] zonder aanleiding, door een onbekende.

Ik acht het van mijnen pligt overeenkomstig art. 85 van het reglement op het bestuur ten platten lande in deze provincie Uwe Ex: het volgende onverwijld mede te deelen

Sedert eenen geruimen tijd is zekere Maartje Kooiman, oud 20 jaren, dochter van wijle Albert Kooiman en Maartje Jacobs Boon het voorwerp geweest der gestadige vervolgingen van zekeren onbekenden die door verschillende brieven en geschriften zoo wel het kerkbestuur waartoe zij behoort tegen haar heeft pogen intenemen als haar zelven een gegronde schrik heeft ingeboezemd door de verregaande bedreigingen daarin vervat.

Voor eenigen tijd daarvan onderrigt heb ik mij dan ook aan die Zaak zoo veel mogelijk nog laten gelegen leggen. Het is mij echter ten gevolge van het gemis van alle aanleiding niet gelukt op het spoor van dien onbekenden te kunnen geraken.

Gister avond echter van den Burg naar hare woning buiten dezelven gelegen terugkeerende, te 8 ure des avonds ziet zij een manspersoon in de nabijheid harer woning. Zij besluit bij de naaste buren om bijstand te vragen (zoo dit noodig ware), doch vindt die van huis. In die tusschentijd is de genoemde onbekende tot haar genaderd. Zij besluit te blijven staan, doch bemerkt op dit oogenblik dat hij haar een schietgeweer voorhoudt; zij tracht dit met de hand afteweren, doch oogenblikkelijk gaat het af en het schot vliegt haar langs en door de vinger van de regterhand. Het geweer zelve is gesprongen en de stukken daarna op de plaats gevonden. Zij zelve weet verder niet te zeggen van het verdwijnen van genoemde persoon of wie hij geweest zij, daar het gezigt met een zwarte zijden doek omwonden had.

Ik veronderstel dat de dader de handen gekwetst zal hebben bij het springen van het geweer, ik heb dan ook het raadzaam geacht om heden morgen dadelijk een onderzoek in het werk te stellen bij alle de ingezetenen dezer gemeente ten einde zoo dit het geval zijn mogt zulks onverwijld aan den dag mogt komen de sinds gister avond van het eiland vertrokken of vertrekkende personen zal ik trachten op te sporen en in een woord alles doen wat mogelijk is om de dader van zoo een snood een aanslag te ontdekken, terwijl ik tevens de Heer Vrederegter uitgenoodigd heb van zijnen kant mij in dat onderzoek behulpzaam te wezen en de achtervolging dezer Zaak verder op zich te nemen.

[Maartje Kooijman (1826-18xx) dochter van Albert Simonsz Kooijman en Maartje Jacobs Boon, de ouders gestorven op Zuid Haffel in 1831 en 1839. Ze is in 1842 getrouwd met Jan Mooij, 3 zonen, en in 1849 met Leendert Bijl in Den Helder (zie Neeltje Kooiman uit Frederiksoord)]. Dit geval was dus op Zuid Haffel].

[Kan ook: Maartje had zelf haar hand bezeerd, geen getuigen- misschien was er helemaal geen onbekende man, maar deed ze dit allemaal zelf (pseudologica fantastica)]

N 79 Adm enz 3-3-1835 Erfgenamen van den Schutter Bxx

N 80 Staatsraad Gouverneur 6-3-1835 rekest van diakenen der Hervormde gemeente aan den Burg

Na diakenen der Hervormde gemeente aan den Hoorn in hunne Verdedigingen op dit stuk ter besparing van omslag en tijd tevens ampel gehoord te hebben te berigten

Dat diskenen van den Hoorn als eenige grond hunner weigering bij deze aanvoeren dat het Synodaal besluit van 10 July 1829 stellig de bepaling voorschrijft dat Ledematen bij het met der woon vertrekken naar eene andere parochie binnen het Jaar aldaar ter plaatse hunne attestatien moetn inleveren; waaruit nu zij afleiden dat alzoo dit niet gebeurd is, zij huisvrouw Bruin opgehouden heeft Lidmaat te wezen en mitsdien tot de algemeene armen zoude zijn vervallen.

Wanneer men echter nu in aanmerking neemt dat een Synodaal besluit nimmer anders dan Kerkelijk kan werken en zich niet uitstrekken kan tot de kwestie betreffende het onderstands domicilie van behoeftigen

Dat art 9 der wet van 1818 uitdrukkelijk zegt niet te derogeren aan de bestaande reglementen, op het stuk van onderstand door de diakenen te verleenen

Dat derhalve daardoor ook in wezen is gebleven en ten deze behoort te worden geraadpleegd het alhier bestaande reglement tusschen alle de verschillende armen administratien gemaakt van den Jare 1800

Dat zoodanig geval van eventueel verhuizen van de ene naar de andere parochie in dat geheele reglement niet wordt aangegeven, als eene reden waardoor een Lidmaat van de Diaconen kasse tot de algemeene Armen zoude vervallen, en derhalve zoodanig strekkingen volgens algemeene regtsbeginselen ten voordeele der belanghebbenden behoort te worden uitgelegd

Dan vloeit daaruit van zelve voort

1 dat nimmer de algemeene armen voor het onderhoud kan worden bezwaard eener persoon welker huisgezin dit nimmer opgehouden heeft lidmaat te zijn der Hervormde kerk in het algemeen en

2 dat de kwestie over dit onderstands domicilie geheel is tusschen de diakenen van den Burg en den Hoorn

Moeijelijk intusschen komt het mij voor dat de sub n 2 te beslissen kwestie wezen zal- Immers is het aan den eenen kant eene waarheid dat de persoon van Neeltje Duynker gedurende veel langer dan 4 achtereenvolgende Jaren aan den Burg gewoond heeft en als Zoodanig zoude men uit de bepalingen van het KB van den 17-1-1822 n 101 voort redenerende, waarbij gezegd wordt dat onder de benaming van algemeen onderstand in de wet van 1818 ook die fondsen verstaan worden welke voor de armen van verschillende Godsdienstige gemeenten zijn daargesteld, kunnen afleiden dat zij door de langdurige invoering een regt op die diaconie kasse verkregen heeft.-

Aan den anderen kant echter, zegt de hervormde diaconie kasse dat zij geen lidmaat zijnde geworden dier Kerk (aan den Burg) dan ook van zelve geen aanspraak daarop maken kan.- in een woord de redenering door de diaconie van Hoorn in deze gehouden, welke zij hoofdzakelijk op een Synodaal besluit doet berusten, is buiten alle kwestie onjuist maar de billijkheid gebiedt mij hier optemerken dat er ten deze andere gronden bestaan welke welligt met meerder regt voor hun gevoelen zoude pleiten.

Zonder echter ook naar mijn gevoelen in de wet van 1818 en opgevolgde besluiten eene genoegzame grond te vinden om daarop een volmondig definitief advies te durven uitbrengen, vooral ook daar ik als Voorzitter van het Hervormde Kerkbestuur van den Burg welligt niet geheel onpartijdig in deze zijn mogt.

Uwe Excellentie vergunne mij dus in dit geval na deze uitvoerige Consideratien mij te onthouden van eenig bepaald advies en liever de Zaak in kwestie te onderwerpen aan het meer verlicht oordeel en de rypere ondervinding van HEGA HH GS als ten deze volgens art. 12 der wet van 1818 de wettig geroepene regters tusschen partijen.- welke beslissing van HEGA des te belangrijker zal kunnen geacht worden daar het buiten kwestie is dat diacoie kassen in dezelfde gemeente aanwezig zoo hier als welligt ook elders meerder gevonden worden en wier eindelijke beslissing alzoo niet dan zeer gewenscht zijn zal.

N 81 Gouverneur 4-3-1835 NM

N 82 Gouverneur 6-3-1835 Schutterij Giel Boon

N 83 en 84 5-3-1835 Aan de Burgemeesters van Vlieland en Terschelling

Kennisgeving van deze zaak, of de dader binnen Uwe Gemeente alzoo is aangekomen en of ook soms eenige heelkundige diensten zijn verzocht en aangewend geworden.

Ik heb de eer het volgende ter kennisse van UEd te brengen

In den avond tusschen 8 en 9 ure, van de 1e dezer heeft binnen deze gemeente eene aanranding plaats gehad van zeker meisje alhier genaamd Maartje Kooiman oud 20 jaren, door eenen onbekenden persoon, het gezigt met een zwarte zijden doek omwonden hebbende- Deze persoon het meisje in kwestie genaderd zijnde heeft een geweer op haar aangelegd en afgeschoten ten gevolge waarvan zij aan den hand is gekwetst en het geweer zelve gesprongen, zijnde de stukken naderhand in loco gevonden.

Dan ik vermoed dat naar alle waarschijnlijkheid de dader die ontvlugt is aan de handen zal gekwetst zijn, heb ik het het niet onnodig geacht UEA hier van kennis te geven en uittenoodigen zoo veel mogelijk mede te willen waken opdat de dader zoo hij soms naar Uwe Gemeente mogt ontvlugt zijn, bekend worde; waartoe het doen van nasporingen wie dezer dagen binnen Uwe Gemeente alzoo is ingekomen en of ook soms eenige heelkundige diensten zijn verzocht en aangewend geworden, wel het doelmatigste zijn zal, terwijl ik in alle gevallen de vrijheid neem eeinge berigt te mogen terugontvangen.

N 85 en 86 6-3-1835 Aan de Doctoren Van Deinse en Ahlé, onderwerp M. Kooiman

Mij op heden te vergezellen naar de Hoorn, alwaar zich moet bevinden het lijk van Jan Danielsz Klaassen, wiens lijk dezen morgen achter den Hoorn moet zijn gevonden en zulks ten einde het zelve lijk volgens de Voorschriften der wet te onderzoeken op zoodanige wijze als UEd best zult oordeelen ten einde met de waarschijnlijkste oorzaken van dit overlijden bekend te worden.

N 87 7-3-1835 Aan de Gouverneur, Policie

Dat op gisteren aan mij werd berigt dat in de duinen achter den Hoorn alhier gevonden was het lijk van een inwoner dezer Gemeente met name Jan Danielsz Klaassen, die nog weinige uren te voren gezond zijne woning verlaten had. Ik heb mij daarop oogenblikkelijk, vergezeld van den Secretaris dezer Gemeente [notaris Bok] en de twee alhier praktizerende geneesheren, begeven ter plaatse alwaar het lijk zich bevond, heb de noodige schouwing daarvan bevolen en proces verbaal van alle voorhanden zijnde getuigen opgemaakt, uit welk een en ander echter ik tot mijn genoegen de overtuiging verkregen heb, dat niet dan natuurlijke oorzaken en bepaaldelijk eenen stilstand in het bloed de oorzaken van dien plotselingen dood geweest is.

Tevens verzoek ik UEx mij wel de noodige autorisatie te willen geven om de hiervoor gemaakte uitgaven der Geneesheeren en anderen op de onvoorziene uitgaven over 1835 te mogen brengen.

N 88 Gouverneur 7-3-1835 rekest L. Visser

N 89 Officier van Justitie 7-3-1835 JD Klaassen

Ter voorkoming van alle soms geheel verkeerde geruchten acht ik het niet onnoodig UedGestr mede te deelen dat op gisteren voormiddag ter mijner kennisse komende dat het lijk van een inwoner dezer Gemeente, die nog kort te voren zijne woning volkomen gezond verlaten had, in duin gevonden was en wel bebloed, ik na schriftelijke uitnoodiging aan twee Geneesheeren alhier, verzeld van deze terstond heb begeven ter plaatse waar het lijk in kwestie zich bevond, aldaar hetzelve ter schouwing heb doen overgeven en vervolgens proces verbaal mijner bevinding heb opgemaakt, uit welk een en ander echter tot mijn genoegen geheel is gebleken, dat den plotselingen dood alleen aan natuurlijke oorzaken was toeteschrijven. Ik heb daarop het proces verbaal zelve met het daaraan gehechte Visum Repertum aan UEdGestr toetezenden bij deze.

N 90 Gouverneur 10-3-1835 geboorte-extract

N 91 Gouverneur 11-3-1835 schutterij

N 92 Gouverneur rekest RC kerk O Schild

N 93 Gouverneur 13-3-1835 schutterij

N 94 Gouverneur 13-3-1835 Mil. Garnisoen

N 95 Gouverneur 14-3-1835 Schutterij

N 96 16-3-1835 Gouverneur, legaat RC Armbestuur

Dat het geheel daarbij gelegateerde pand van G. Sluisman voor het Regt van Successie is gewaardeerd ter Somme van f 75-

N 97 Mil. Comm Alkmaar 21-3-1835 NM

N 98 Gouverneur 21-3-1835 NM Jan Wigman

N 99 BM Helder 21-3-1835 NM

N 100 Gouverneur 23-3-1835 kadaster

N 101 Gouverneur 25-3-1835

N 102 BM Helder 27-3-1835 Soldijbrieven

N 103 Grietman van Weststellingwerf 28-3-1835 BS

N 104 Gouverneur 29-3-1835 Schutterij

N 105 Rijks ont. Texel 31-3-1835 grondbelasting

N 106 Gouverneur 31-3-1835

N 107 Gouverneur 1-4-1835 transactien

N 108 BM Helder 2-4-1835 Willem Gerritsz Bakker

Gemelde persoon is voorleden jaar uit hoofde van te klein voor een jaar van den dienst der Militie vrijgesteld, was tijdens de 2e zitting absent en moet thans voor de Militieraad verschijnen.

N 109 Gouverneur 2-4-1835 rekest van Jantje Bakker

Thans in het Etablissement Ommerschans, houdende verzoek om ontslag [daaruit]

N 110 4-4-1835 Diaconie Hervormde Gemeente van Oudeschild

Na herhaalde malen UEd vergeefs hebbende doen aanmanen tot betaling van den door Heer BM van de Rijp voor kosten van wijle IJsbrand Stoepman gevorderde f 46.95met welke zaak UEd volkomen bekend zijt en die volgens de wet voor uwe rekening loopt, zoo noodig ik nogmaals en voor de laatste reize UEd uit die f 46.95 als nog binnen 3 dagen ten kantore van den plaatselijken Ontvanger alhier te komen voldoen tegen behoorlijke kwitantie; zullende in contrarie geval ik verpligt zijn de Zaak te brengen ter kennisse van de bevoegde magt en wier gevolgen als dan voor UEd eigene verantwoording zullen wezen.

N 111 Gouverneur 6-4-1835

N 112 en 113 10-4-1835 Permanente Commissie

Staat de vaccinatien, Geene

N 114 Gouverneur 13-4-1835 Schutterij

N 115 Gouverneur 11-4-1835 begrooting

N 116 Gouverneur 13-4-1835 Lijsten

N 117 x 14-4-1835 instellingen van weldadigheid

N 118 Majoor enz 16-4-1835 Schutterij

N 119 16-4-1835 Gouverneur, rekest G. Bisschop

Dat ik mij niet anders kan in het algemeen dan mij gedragen aan den brief dien ik over denzelfden persoon betreffende dezelfde klagt de eer had aan Uwe Ex: reeds den 13-5-1834 N 134 te schrijven- ten overvloede heb ik nu nog in de laatste dagen van Maart den veeschutter van het dorp OEnd waaronder het bouwland van den rekestrant ligt in tegenwoordigheid van den rekestrant op de nadrukkelijkste wijze en onder verbeurte van zijnen post opgelegd alle mogelijke acht te geven dat de rekestrant door eens anders Vee geen overlast geschiede- en eenige weinige dagen daarna vraagt de rekestrant het andermaal de aandacht van Uwe Ex: op deze nietige zaak te vestigen.

Noch ik, noch het plaatselijk bestuur noch Uwe Ex: noch iemand ter wereld kunnen de rekestrant in zijne eischen die even onredelijk zijn als hij die op eene onbetamelijke wijze aandringt tot zijn genoegen voldoen. Wat gedaan kan worden is gedaan en voor de rest bestaan er burgerlijke regtbanken waar hij zich in geval van schade door eens anders hem aangedaan vervoegen kan.

N 120 Ontvanger registratie 17-4-1835 Marijtje Bode onbekend

N 121 Ontvanger registratie 17-4-1835 17-4-1835

N 122 BM Vlissingen 17-4-1835 Sybrand Duinker

N 123 van Hall Kadaster 17-4-1835

Dat althans van den voorkomende punten geene overgang van Eigendom in 1834 voorgevallen op de perceelsgewijze leggers staat aangeteekend, ofschoon zulks ongetwijfeld geschied zij.

N 124 Gouverneur 18-4-1835 Onderstands domicilie huisvr. Bruin

N 125 Gouverneur 21-4-1835 NM

N 126 Comm: Hoorn 23-4-1835

Dat Arie C. Witte zich metterwoon zoude begeven naar de Broekermeer bij Broek in Waterland, om aldaar met de 1e Mei ek te dienen als boerenknegt bij Klaas Verduin, doch zich vooraf eenige dagen zoude ophouden bij Cornelis Graaf te Schermerhorn en dat dezelve schutter werkelijk derwaarts is vertrokken.

[Lijkt te zijn geweest Arie Witte (1805-1867) zoon van Cornelis Michielsz Witte (1773-1815) en Antje Aries Graaf (1774-1834). Hij trouwde in 1841 met Johanna Roet uit Oostzaan].

N 127 BM Ossendrecht bij Bergen op Zoom 23-4-1835 Schutterij

N 128 Gouverneur 24-4-1835 Lijsten en stembiljetten

N 129 Gouverneur 25-4-1835 geene weeskamer

N 130 Controleur belastingen Helder 25-4-1835

N 131 Rijksontvanger 27-4-1835

N 132 Gouverneur 28-4-1835 Keurbrieven wolvee

Afschrift der alhier nog altoos bestaande keure op dit onderwerp

N 133 Gouverneur 20-4-1835 tabellen van weldadigheid

N 134 Gouverneur 29-4-1835 NM

N 135 Gouverneur 29-4-1835 Schutterij

N 136 van Hall kadaster 30-4-1835

N 137 Gouverneur 30-4-1835 autorisatie tot betaling

N 138 x Amsterdam 1-5-1835 Schutterij

N 139 BM Egmond aan Zee 1-5-1835 successie

N 140 BM Alkmaar 1-5-1835 BS

N 141 x 1-5-1835 Schutterij

N 142 BM Vianen 1-5-1835

N 143 Gouverneur 2-5-1835 Miltaire bezetting

Zooals wij de eer hadden Uwe Excellentie vooraf kennis te geven bij onzen brief van den 13 Maart ll N 94 hebben wij ten gevolge der toen voorgenomen en nu werkelijk aangevangene indijking der buiten velden alhier, den Koning een adres aangeboden, waarin wij ZM om eenige militaire bezetting verzochten, teneinde door deszelfs tegenwoordigheid genoegzaam ontzag inteboezemen aan de honderden tot de indijking alhier overgekomen Vreemdelingen, en desnoods Krachtdadig te kunnen tusschenbeide treden; daar alle eventueele hulpbetoon van den Helder volstrekt nutteloos voor ons zijn zoude als te verre verwijderd en van de wisselvalligheden der Zee afhankelijk terwijl vervolgens door den Secretaris van dit bestuur het verzoek mondeling bij ZE den Heere Directeur Generaal van Oorlog is aangedrongen geworden. Tot heden echter hebben wij niets naders daarvan vernomen en daar dezer dagen reeds door het moedwillig ombrengen van jong Schaapvee en grove behandeling van dezen gedaan- Ja Zelfs het onderzoek van sommigen naar de militaire of policie magt alhier aanwezig ten volle blijkt dat het nemen van tijdige voorzien in deze volstrekt raadzaam niet alleen, maar ook voor de rust der ingezetenen ten volle noodig is, zoo geef ik mij de eer mij andermaal te wenden tot Uwe Ex: met bescheiden verzoek ook in deze de belangen mijner gemeente welke het departement van oorlog zoodanig te willen voor staan als Uwe Ex: meest gepast zal oordeelen, als waarmede wij ons zoude zouden vleyen dat deze inderdaad dringende zaak spoedig hare beslissing bekomen.

2-5-1835 Indijking Buitenvelden van Eijerland is nu werkelijk aangevangen

N 145 Comm enz 2-5-1835 Schutterij

N 146 Gouverneur 4-5-1835 patentbladen

N 147 Gouverneur 4-5-1835 herstel RC kerk Oschil

N 148 Gouverneur 6-5-1835 NM

N 149 Gouverneur 6-5-1835

Dat zooverre mij bekend is er geene Zwarigheden bestaan tegen de erkenning van den Heer C. Zunderdorp in hoedanigheid van adjunct van het fransch Consulaat voor dit eiland.

N 150 Gouverneur 7-5-1835 kiezers

Proces verbaal op heden geformeerd door den gemeente Raad alhier houdende den uitslag der stemopneming van de bevoegde om Kiezers te zijn ter benoeming van een Lid voor de vergadering der Staten van Holland voor den Landelijken stand in het 1e district.

N 151 Staatdsraad Gouverneur 10-5-1835 Schutterij

N 152 Gouverneur 11-5-1835 Rijksmiddelen

N 153 Gouverneur 11-5-1835 quarantaine

Dat ik dadelijk na den ontvang [van uw missive] met de Heer Opperstrandvonder alhier den inhoud derzelve overwogen en zoo veel doenlijk maatregelen beraamd heb om in het geval te voorzien, bij die missive bedoeld.

Ik kan echter niet voorbij zijn Uwe Ex: bij deze gelegenheid optemerken hoe wenschelijk het ook in dat opzigt ware dat zich steeds op dit eiland eenige militairen magt bevond daar het toch niet ontkend kan worden- of bijaldien onverhooptelijk het geval van stranding eene besmette equipage mogt gebeuren- dat alsdan ook bij de minste activiteit en de beste voorzorgen alle de te nemen maatregelen niet dan soms zeer gebrekkig zouden werken. Intusschen geef ik mij de vrijheid nogmaals de verklaring te geven dat het mogelijke steeds door mij zal worden gedaan en ten uitvoer gelegd.

N 154 Ontv. Reg. Texel 11-5-1835

N 155 12-5-1835 Gouverneur 12-5-1835 Rijksmiddelen

N 156 Comm enz 12-5-1835 Schutterij

N 157 Gouverneur 13-5-1835 rapport schutterij

N 158 Gouverneur 13-5-1835 Rijksmiddelen

N 159 Gouverneur 12-5-1835 rekest Regenten Weeshuis

Overzicht geschiedenis van het Weeshuis, 6 ½ bladzijde

Met gevoelens van smart en verontwaardiging tevens heb ik het adres van regenten van het Algemeen Weeshuis gelezen. Met smart omdat hetzelfde mij de vernieuwde overtuiging opleverde hoe uiterst moejelijk het is bestaande ingeworstelde begrippen, hoe schadelijk die ook voor het algemeen zijn, mogen te overwinnen- met verontwaardiging omdat een geheel verkeerde en kwade uitlegging der zaak in kwestie bij Uwe Ex: baarblijkelijk daarheen strekken moet om mij van hetzelfde vergrijp dat in de uitoefening mijner ambtsverrigtingen gepleegd kan worden van eigendunkelijkheid en misbruik van gezag zonder in achtneming van eenige billijkheid te kunnen beschuldigen.

Immers- Wanneer men het adres van regenten van dat Weeshuis van Texel leest wat anders toch zal men daaruit opmaken als dat het een beklag is van een geheel vrij op zichzelf staand onafhankelijk ligchaam dat zich tegen over eenig ander daar overigens vreemd College of bestuur beklaagt en van eigendunkelijk gezag en onbillijkheid beschuldigt.

Wat nu is de waarheid zoo als de geschiedenis die leert en de dagelijksche toepassing nog heden bewijst.

Het Weeshuis van Texel was oudtijds een Vrouwenklooster- tijdens de hevige beroerten alhier te lande in den 80 jarigen oorlog word hetzelve door de bewoneressen ontruimd gedeeltelijk verbrand en verviel het zoo men wil aan den Staat- in 1573 besloot de Regering van Texel twee Burgemeesters te zenden naar Prins Willem den 1e om dit klooster tot een Weeshuis te mogen hebben, met al deszelfs inkomsten; dit werd toegestaan den 15-9-1573 en van dat oogenblik af werd het geheel en volkomen een eigendom van het eiland Texel.

Den 20 Juny 1579 regelde eene ordonnantie van Burgemeester, Scheepenen en raden van Texel de voet en wijze waarop dat Weeshuis bij vervolg zoude verstaan worden welke ordonnantie nog heden ten dage als de grondwet van dat gesticht beschouwd en gevolgd wordt, terwijl dezelve eenmaal is gewijzigd geworden bij een ampliatie reglement van dato 19 april 1796 van het toenmalig Committé van algemeen welzijn van dat eiland, waarbij de volstrekte afhankelijkheid van het openbare bestuur van dat gesticht overal op de duidelijkste wijze op den voorgrond staat.

Nimmer dan ook heeft het Plaatselijk bestuur op dit onvreemdbaar regt van den volstrekten eigendom den minsten inbreuk geduld.- Slechts zijn regenten geregeld door dat bestuur aangesteld en ontslagen.- Zijnde de rekeningen en verantwoordingen van dat gestigt door dat bestuur nagegaan en goedgekeurd of veranderd. Ja Zelfs toen in 1815 het Weeshuis zich in bekrompene geldelijke omstandigheden bevond heeft dit plaatselijk bestuur op de onbekrompenste wijze hetzelve ondersteund zoodanig dat in den tijd van 7 jaren en dus van 1815 tot en met 1823 niet minder dan f 14200 uit eilands Kas als subsidie door hetzelve getrokken is- En nu durven diezelfde regenten die zelfs geen schijn van onafhankelijkheid bezitten zich beklagen over willekeur van dat Bestuur dat in die betrekking in den letterlijken Zin sedert 2 ½ Eeuw hun heer is- dat hun Zijn eigendom voor eene Zekeren tijd vrijwillig ten administratie heeft overgegeven; Welks goeddunken altoos de eenige wet is geweest voor dat gesticht; zonder wier goedvinden zij nimmer over zelfs geen f -.75 verteering konden geschikken (Zie Bijl n 1).

Nu durven zeg ik diezelfde regenten het plaatselijk bestuur aanklagen als ware hetzelve aan hun rekenschap verschuldigd hoe de belangen van dat Weeshuis moeten behartigd de penningen van hetzelve bestuurd worden. Inderdaad zoodat geene Ylhoofdigheid zelve is dan zal wel niets dien naam verdienen.

Het zij mij dus vergund Uwe Exellentie na deze geschiedkundige opgave uit de papieren van het Weeshuis zelve onder het dagelijks oog van Regenten liggende getrokken reeds daaruit als wettigbesluit mogen afleiden dat alle verdere inlichtingen alhier volgens eene strenge redenering reeds zoude overtollig wezen; doch wanneer op al het regt zelfs van aanklagte aan hun meen te mogen weigeren dan zal het echter hoop ik Uwer Excellentie voor Uwer Ex: als Commissaris des Konings thans nog met weinige woorden bewijzen ga dat alleen het waarachtig belang mijner ingezetenen en niet het minste eigendundelijk Gezag mijn gedrag in deze bestuurd heeft.

Het Steenen Voetpad in kwestie zelf is sedert onheugelijke tijden geweest ten laste van voorn: Weeshuis. Onder veele andere bewijzen voer ik alleen aan een indertijd door Regenten zelf ontworpen en aan het plaatselijk bestuur ingediend reglement waarvan een extract sub n 2 hierbij gaat. Sedert de laatste jaren nu was dat Voetpad geheel verwaarloosd.- Vergeefs hoopte ik van tijd tot tijd dat men het zelve zoude herstellen. Bij voorkomende gelegenheden gaf ik dezen mijnen wensch te kennen; in 1831 en 32 dan ook werd er schoorvoetende eenige geringe herstelling aan gedaan.

Daar ik nu echter begon te begrijpen dat niet alleen de hier maar al te algemeene geest van verwaarlozing en Slordigheid oorzaak was van het gestadig verval van het Voetpad maar dat stellige onwil voor het vervolg mede in het spel kwam, begreep ik alsnu meer dan ooit op de afdoende herstelling van dat Voetpad waarbij schier geheel Texel dagelijks belang heeft, te moeten aandringen; Ik deed dit herhaalde reizen door mondelinge aanzeggingen, herinnering in persoon. Dikwijls ook werden alle beloften gedaan, die echter onvervuld bleven, tot dat ik dan in mei 1833 een formeel protest ontving dat zij dan ook in hun adres alzoo intusschen tegen het verdere onderhoud van het meergemelde Voetpad.

Het lag in den aard der zaak dat dit protest schriftelijk onbeantwoord bleef. Immers het bevatte met andere woorden een betoog hoedanig het plaatselijk bestuur bij vervolg een deel van zijne administratie zoude moeten behandelen. En zeer natuurlijk verwagten wij dit alleen van het provinciale of Hooger Gouvernement- maar niet van door ons benoemde regenten van ons eigendom.

Zoor nu bleef die zaak hangende en door mij bij voortduring mondeling bestendig gehouden tot dat ik in huny 1834 het verdriet moest hebben hetzelve in dien geheel verwaarloosden toestand door Uwe Ex: en den Heere Griffier der Staten te betreden en met blijken van afkeuring beschouwd te zien- als wanneer dit zelfde onderwerp nog tusschen genoemden Heere Griffier en den Secretaris dezer gemeente is behandeld geworden.

Naauwelijks derhalve was Uwe Ex: vertrokken of ik deed regenten andermaal daartoe uitnoodigen en na alweder herhaalde teleurstellingen begreep ik eindelijk en te laat reeds, hun officieel te moeten aanschrijven. Nog echter deed ik dit in dien geest van zachtmoedigheid en bescheidenheid als waardoor ik mij vleide dat datgene op mijn verzoek zoude geschieden, wat ik alleen te gebieden had (zie bijl n 3) vergeefs, geen antwoord- ik herhaalde nogmaals dezen brief op gelijke wijze (zie bijl n 4) wederom vergeefs. Een nu eindelijk besloot ik alles in overleg met assessoren dezer gemeente eindelijk de belangens mijner ingezetenen niet langer aan den onbetamelijke willekeur van aan ons in allesn die ondergeschikte regenten ten prooi te laten, maar als Opper regent van het Weeshuis datgene te laten doen, wat directelijk onze pligt was en waartoe niemand althans het Plaatselijk bestuur als eigenaar het volste regt betwisten kon;

En nu moge Uwe Excellentie beslissen of binnen deze gemeente door den burgemeester eigendunkelijk en onbillijk gehandeld is dan of ik mijn pligt gedaan heb eb speciaal of ik niet alle de middelen van zachtheid overreding en welwillende teregtwijzing heb uitgepast voor en aleer ik die teugels zelve in handen heb genomen, die ik maar al te duidelijk zag dat tot dadelijke nadeel mijner ingezetenen en der openbare orde in dit opzigt althans niet langer door regenten konden bestuurd worden.

Het zij echter mij vergund tenslotte nu ook van mijn zijde deze zaak aan de ernstige belangsteling Uwer Ex: aantebevelen- Immers voor Texel is waarschijnlijk een nieuw tijdvak aangebroken en meer dan ooit is het zaak om met den geest des tijds een gelijke gang te houden in het menigvuldige waarvan deze gemeente ten achteren is, zoo mogelijk intehalen. Dit echter is moeijelijk want daartoe moeten diep ingewortelde vooroordeelen overwonnen en uitgeroeid worden en voor mildere beginselen plaats maken; Zij blijft echter mogelijk die op zich zelve genomen schoone ofschoon meestal ondankbare taak maar ook dan alleen wanneer men het hooger bestuur zoo wel die aanmoediging als waar het erop aankomt die hechte steun vinden kan, als waardoor ieder plaatselijk bestuur die zedelijke kracht en invloed bekomt welke meer en meer alle pogingen om het goede en waarlijk nuttige tegen te werken en zoo mogelijk te verijdelen moet doen verminderen, trouwens het is diezelfde Pieter G. Bakker onderteekenaar van dit adres die ook in augustus en september 1833 Uwe Ex: door zijn destijds en privé hardnekkig verzet tegen eene op hem wettelijk berustende verpligting omtrent het onderhoud eener weg alhier tot eene onaangename Correspondentie en het nemen eindelijk van een afdoend besluit tegen hem genoodzaakt heeft.

Onmogelijk nu is het op den duur met dusdanige menschen te werken en daarom geef ik mij de eer Uwe Ex: onder verbetering in overweging te geven, de onderteekenaren van dat adres ernstig deze waarheid onder het oog te houden, dat zij als door het plaatselijk bestuur aangesteld over een dit eiland toekomend eigendom onvoorwaardelijk aan de bevelen van dat bestuur hebben te voldoen als hetwelk alleen aan Uwe Ex: verantwoording verschuldigd is; terwijl bijaldien zij dit om wat reden dan ook niet verkiezen mogen als dan de weg tot het nemen van hun ontslag als zoodanig ten allen tijde voor hen is opengesteld.-

N 160 Gouverneur 14-5-1835 Rijksmiddelen

N 161 Gouverneur 15-5-1835 Dat op gisteren middag 5 ingezetenen dezer Gemeente genaamd Nanning Duynker, Arie Duynker, Willem Gerlach, Reijer Boogaard en Hendrik Boogaard door het omslaan van hun vaartuig op de Zuiderhaaks, bezig met het afhalen der goederen uit het aldaar voor eenige dagen gestrand brikschip …. zijn verongelukt. Vermoedelijk is het ligte vaartuig, reeds met eenige balen katoen beladen, door eene onverwachte branding overstelpt en omgeslagen.

Drie andere personen die zich met hen in het vaartuig bevonden zijn nog mogen gered worden.

[Nanning Duijnker (1795-1835) zoon van Pieter Duijnker en Neeltje Ariens Nannings, getrouwd met Marijtje Aries Schouten, 3 kinderen, Arie Schouten Duinker, Pieter Duinker en Gerbrig Duinker. De laatste is geboren op 15 mei 1835]

[de jongste broer van Nanning, Arie Duinker (1805-1835) zoon van Pieter Jansz Duijnker en Neeltje Ariens Nannings), getrouwd met Antje Bakker, 3 kinderen Neeltje, Jacoba en Gijsbert]

[Willem Gerlach (1802-1835), Oudeschild, zoon van Georg Gerlach en Willempje de Lange, getrouwd met Antje Blom, 5 kinderen]

[Reijer Boogaard (1778-1835) Zevenhuizen, zoon van Hendrik Pelgrimsz Boogaard en Neeltje Hendriks Dijker, getrouwd met Martje Cornelis Mulder, 8 kinderen]

[en zijn zoon Hendrik Boogaard (1813-1835) Zevenhuizen]

N 163 Gouverneur 15-5-1835 rijksmiddelen

N 164 Gouverneur 15-5-1835 schutterij

N 165 Gouverneur 16-5-1835 rijksmiddelen

N 166 16-5-1835 Eenige glaasjes koepokstof gevraagd

N 167 Gouverneur 16-5-1835 rijksmiddelen

N 168 Gouverneur 20-5-1835 rijksmiddelen

N 169 Gouverneur 20-5-1835 NM Jan Wigman

N 170 20-5-1835 Gouverneur

Rekest J. Zutphen om een plaatsvervanger te mogen stellen voor zijn zoon Cornelis Zutphen. Geen bezwaar van Burgemeester Reinbach.

N 171 Gouverneur 21-5-1835 provinciaal blad

N 172 Gouverneur 21-5-1835 certificaten

N 173 Gouverneur 21-5-1835 quarantaine

Dat aan het daarbij voorgeschrevene betreffende eene te doene publicatie door mij voldaan is geworden en bij voorduring alles zal worden aangewend wat mogelijk is om bij voorkomende onverhoopte strandingen alle gevaar voor besmetting te weren.

Wat betreft de (hierbij terug gaande) brief van den Heer Opperstrandvonder, zoo betuig ik Uwe Ex: dat het daarin voorgestelde ook mij volstrekt onaannemenlijk toeschijnt- Mogt het mij echter vergund zijn mijne gevoelens hieromtrent bij de eerste gelegenheid dat ik de eer zal hebben Uwe Ex: persoonlijk te ontmoeten mondeling voortedragen en het voor en tegen van het voorgestelde aan Uwe Ex: beter inzien te onderwerpen.

Ik stel mij voor dat zulks in het onderhavige geval meer afdoende wezen zal en tot welk tijdstip alzoo toe ik de eer heb te verzoeken mij in deze wel voor diligent te willen houden.

N 174 Gouverneur 23-5-1835 Staat landbouw

Dat wat betreft de gemiddelde prijs der oude schapen over 1833 en 34 dezelve is geweest f 7.-

Dat de prijs der Lammeren is geweest van f 3.50 tot 4.25

Dat de prijs der Wol in diezelve Jaren is geweest de gewasschen wol van f 1.40 tot f 1.60 en de vette of vuile wol van f 1.- tot f 1.20, alles per Ned. Pond

De uitvoer dier verschilende producten is in de beide laatste jaren uithoofde der goede prijzen zeer aanmerkelijk geweest zoodat het mij ten aangenamen pligt is Uwe Ex: te kunnen berigten dat de toestand van den Veefokker en Landhebber in deze gemeente gedurende de 2 laatste jaren gunstig geweest is.

N 174a Gouverneur 22-5-1835 Rijksmiddelen

N 175 Comm: Landbouw enz 23-5-1835

N 176 Gouverneur 25-5-1835 Rijksmiddelen

N 177 BM Helder 25-5-1825 NM

N 178 Gouverneur 25-5-1835 Kiesvergadering

N 179 Gouverneur 26-5-1835 Rijksmiddelen

N 180 Bewaarder Kadaster 27-5-1835

Adres N 3281 heb ik de belanghebbende T Duynker als Vader en voogd over zijne minderjarige Kinderen Simon cs ontboden en van hem verstaan dat door het overlijden van zijne huisvrouw Martje Koorn zijne Kinderen een verkregen regt hebben op de helft van de vaste goederen ten minsten F.J. Duynker art 304 in de perceelsgewijze legger bekend doch dat deswegens voor als nog geene scheiding of eenigen titel van Eigendoms overgang bestaat. Hetwelk ik de eer heb ter kennisse van UWEdgestr te brengen bij deze, terwijl ik overigens mij bezig houde om aangaande andere zich alhier bevindende adressen het noodige te verrigten.

[Martje Hendriks Koorn (1792-1834) getrouwd in 1812 met Teunis Simonsz Duinker (1788-1848), 8 kinderen geboren in den Hoorn, waarvan 7 in 1835 in leven. Teunis hertrouwde in oktober 1835 met Antje Jans de Jong, weduwe van Klaas Abbenes (1801-1827), 2 kinderen geboren aan den Helder. Allen gestorven te Helder]

N 181 Gouverneur 29-5-1835 Schutterij

N 182 Gouverneur 29-5-1835 Rijksmiddelen

N 183 Gouverneur 29-5-1835 NM

N 184 BM Helder 30-5-1835 Soldijbrieven

N 185 Gouverneur 30-5-1835 extract

N 186 Gouverneur 30-5-1835 gemeente-rekening

N 187 Regenten van het algemeen Weeshuis Texel 30-5-1835

Alzoo ik vernomen heb dat PH Koorn en H Smit onlangs zijn overleden en het Algemeen Weeshuis van Texel rrnr Hijpothecaire obligatie ten laste dier boedels heeft, zoo maak ik UEd opmerkzaam dat het allezins noodig zal zijn dat UEd eene behoorlijke taxatie mits van

twee deskundigen geteekend verschaft van de daarbij verbondene onroerende goederen ten einde daaruit optemaken in hoeverre die obligaties zullen kunnen blijven doorloopen of opgezegd zouden moeten worden.

[Pieter Hendriksz Koorn (1787-1835), getrouwd in 1812 met Trijntje Simons Kooiman (1790-1872), 15 kinderen, waarvan 8 al overleden toen de vader stierf, de 9e volgde 4 maanden erna. Vader o.a. van Hendrik Koorn x Neeltje Mulder]

N 188 Gouverneur 1-6-1835 schoolwezen

N 189 Gouverneur 1-6-1835 Rijksmiddelen

N 190 Gouverneur 1-6-1835 School wezen

N 191 Bm der stad Purmerende 1-6-1835 J. Roetman

N 192 2-6-1835 Provinciale Commissie Koepokstof

Aanvraag 3 of 3 glaasjes koepokstof, aangezien bij de dit Jaar aanmerkelijke menigte kinderen van buiten, aankomende met de alhier plaats hebbende indijking meer dan gewone voorzorgen zullen noodig zijn.

N 193 BM Helder 3-6-1835 BS

N 194 Gouverneur 2-6-1835 Rijksmiddelen

N 195 Gouverneur 3-6-1835 pl. belastingen

N 196 Gouverneur 3-6-1835 Rijksmiddelen

N 197 Gouverneur 3-6-1835 NM

N 198 Gouverneur 5-6-1835 polder Waalenburg 4 pagina's

Rekest Jan Ran

A Dat de rekestrant in zijne opmerkingen niet van alle overdrijving vrij te pleiten is. In den grond echter heeft hij gelijk en er staat te veel water in dien polder waarbij dan ook hij zonder twijfel veel belang heeft.

B De as van den Watermolen is stuk en had reeds voorlang behooren te worden hersteld. Op heden echter is men bezig eene nieuwe as te laten komen; voor dit gebrek van as heeft men het geheele voorjaar niet gemalen, en is alzoo de polder daardoor op eene buitengewone wijze onder water geweest.

C De billijkheid echter gebiedt mij hier op te merken, dat men dwalen zoude wanneer men dit niet malen uitsluitend ten laste van het dijksbestuur van Waalenburg brengen wilde; en hier moet Uwe Ex: opmerken dat Texel (het eigenlijk gezegde Texel) de natuurlijke waterleiding schijnt te wezen voor Waalenburg. Dat men dit eerstelijk ook beginnende in te zien begrepen heeft en het afgelopen Jaar een duiker of koker daartestellen, waardoor Waalenburg en Texel konde uitwateren. In die veronderstelling nu heeft Walenburg eene aanzienlijke koste gemaakt en begreep de molen niet te behoeven te vernieuwen als welke molen welligt geheel overbodig zoude worden.

Dit voorjaar echter begrijpt het dijksbestuur van Texel niet meer aftetappen naar Zee toe in weerwil van alle vertogen van het dijksbestuur van Walenburg en zoo is eigenlijk de geheele hoofdoorzaak van het dit voorjaar belangrijke water in den polder; het niet herstellen van de as en het niet malen van den molen daarin gelegen in het niet beantwoorden door het Texelsche Dijksbestuur aan de gedane beloften en afspraken.

Om alsnu alles zamen te trekken, zou ik onder verbetering van oordeel zijn dat het Walenburger dijksbestuur behoorde te worden aangeschreven

A Te zorgen dat de molen onverwijld wierd gebragt en steeds gehouden in den best mogelijken toestand, terwijl ook Uwe Ex: verwagtte dat alle andere van dat bestuur afhankelijke beschoeijingen, paalwerken, sluis hekken en dammen in de behoorlijke orde wierde onderhouden als dat aan haar voorbehoudende ten allen tijde daarnaar een naauwkeurig onderzoek in het werk te stellen.

Immers de hier maar al te algemeene geest van verwaarlozing ten gevolge eener verkeerde eb overdrevene spaarzaamheid is in allen deele dier administratie kennelijk.

B Dat Uwe Ex: binnen eenen bepaalde tijd tegemoet zag een uitvoerig en door deskundigen gemotiveerd verslag omtrent de natuurlijke ligging des polders Walenburg- deszelfs verhouding tot de Texelsche polders- welke deszelfs beste en meest gelegene uitwatering zijn zoude- Vooral waaraan de geweldige verachtering deze polder in de laatste 25 Jaren zoude zijn toeteschrijven- waardoor van zich weder zoude moeten behandeld worden de hoogst belangrijke vraag- wat tijd van het jaar en welke peil men als het meest algemeen voldoend tijdstip en peil van waterstand voor de geheele polder zoude kunnen bepalen.

Dit stuk moet noodwendig moeite en tijd kosten- wanneer echter hetzelve kan daargesteld worden, zal het ongetwijfeld tot voor dien polder zeer belangrijke resultaten leiden en een einde kunne maken aan de talrijke twisten over denzelve tusschen de ingelanden sedert jaren en nog heden bestaande en nog steeds te voorzien.

C Eindelijk den rekestrant zelve aanteschrijven dat door Uwe Ex: in den handhaving zijner billijke belangen zoude worden voorzien- Immers voor het oogenblik valt er niets aan te doen en de schade die de rekestrant dan meer of minder ten gevolge der plaats hebbende zamenloop van omstandigheden moet plaats hebben is niet meer te herstellen.

De slotaanmerking die de rekestrant zich veroorlooft, in het voorbijgaan te maken, schijnt mij toe te onbepaald te wezen dan dat ik mij daarbij behoor optemerken- te meer, daar ik vrij zeker vermeen te weten dat die geheele reflectie bij den rekestrant meer uit zucht tot bepraten en bedillen dan wel uit overtuiging voorkomt.

N 199 Dijkscollegie Waalenburg 6-6-1835 bedijking buitenvelden

Ontvangen missive van den Heer Staadsraad generaal van Noordholland van den 3 dezer N 2171/9392 ten geleide van een afschrift der dispositi van ZE den Heere Minister van Binnenlandsche Zaken van dato 7 dezer N 211 3 e afd waarbij de Heeren P. Langeveld cs Eigenaren van de buitenvelden dezer gemeente demagtiging ontvangen tot het vervolgen van het reeds aangevangen werk der bedijking van bedoelde landen en het alignement thans op het veld afgebakend onder de 24 andere bepalingen daarbij opgegeven; terwijl wat betreft de uitwatering van den polder Waal en Burg waaromtrent door het dijkscollegie van Texel bedenkingen en bezwaren zijn ingebragt, na voorafgaand behoorlijk onderzoek nader zal worden beschikt in dier voege dat daar de adressanten daaromtrent zoodanig zal moeten worden gehandeld dat daaruit geene verdere bezwaren of nadeelige gevolgen kunnen voortspruiten.

N 200 9-6-1835 Commandant 1e Batt 3e afd NH Schutterij te Hoorn

Ik heb de eer UEdGestr bij deze te doen geworden

Eeen Randsel met militaire kleeding benevens een stel bandeliers en schede en chacot, alles nagelaten door nu wijle Jan Danielsz Klaassen, in leven als Sergeant Majoor onder UEdGestr Batt gediend hebbende, met verzoek mij den ontvangst daarvan wel te willen berigten.

N 201 9-6-1835 Ambtenaar Burgerlijke Stand te Zierikzee

Trouwbelofte tusschen Jan Hoogerheide en Antje Veen

N 202 Gouverneur 10-6-1835 NM

N 203 Rijksontvanger gemeente Texel 11-6-1835 schatters

N 204 Gouverneur 12-6-1835 fortificatiewerken

N 205 JL Kikkert 2e Luit der schutterij te Texel 15-6-1835 Schutterij

Ik heb de eer UWEdgestr uittenoodigen bij deze, tegenwoordig te zijn bij de te houdene Loting voor de schutterij, op den 19 dezer maand des morgens 10 uur op het Raadhuis aan den Burg en zulks in Uwe kwaliteit van Officier der Schutterij overeenkomstig de deswegens bestaande bepalingen der wet.

N 206 Lt Kolonel Mil Comm te Helder 17-6-1835

Bij kennisgeving van ZE den heere Staatdsraad Gouverneur van den 12 Juny jl ben ik onderrigt geworden dat het ZM behaagd heeft het departement van oorlog te magtigen om een officier, 2 onderofficieren, 4 korporaals, een tamboer en 40 manschappen van het reserve Battaillon der 7e afd Infanterie uit den Helder herwaards te zenden met bepaling dat detachement tot den afloop der werkzaamheden alhier om de 3 M aftelossen, terwijl ik niet twijfel of ook aan UWEdgestr zal dezelfde order zijn medegedeeld.

Ik geef mij alzoo de eer UEdgestr uittenoodigen het voormelde detachement mij te willen toezendn tegen maandag den 22 Juny ek als zullende ik zorgen tegen dien tijd hetzelve aan den Burg als hoofdplaats dezer gemeente en bepaaldelijk voor de aanstaande Kermis behoorlijk te kunnen herbergen; in afwachting der verdere voltooijing der Kazernen in de Schans en de toezending der fournitures als waaromtrent de Heer Gouverneur de Provincie in nader overleg met het departement van oorlog zou treden.-

N 207 Gouverneur 16-6-1835 ond dom Jan Brand

N 208 Lt Kolonel Byrden Mil Comm te Helder 18-6-1835 komst detachement

N 209 Boekhouder van het Kadaster 19-6-1835

N 210 idem 20-6-1835

N 211 idem 20-6-1835

N 212 Direct: gen: van Oorlog 20-6-1835 rekest CC Bakker

N 213 Gouverneur 20-6-1835 Schoolwezen

Rekest van H. Smit aan de Koog om verhooging van tractement

Dat er van Eilandswege hier geene mogelijkheden van verhooging van het bestaande tractement kunnende gedacht worden daar dezelve reeds zoo alleraanzienlijkst bezwaard is, voor dit onderwerp de gevraagde tegemoetkoming van s' Rijks wege hoogst wenschelijk zoude zijn voor den rekestrant.

N 213a Gouverneur 25-6-1835 kosten bedelaars

N 213b Comm: 26-6-1835 NM

N 368 Prov. Comm. Haarlem 31-12-1835

Geene veranderingen in het personeel der Geneesheren en verloskundigen hebben plaats gehad.

N 214 en 215 Gouverneur 27-6-1835 Fortificatien

N 216 27-6-1835 Gouverneur

Dat op de 15 dezer in het Gat van Texel is vergaan een loodsschuit met 5 man, schipper Vos. Door den hevigen storm van dien nacht omgeslagen en al het volk verdronken. Vier weduwen en 18 kinderen blijven hulpeloos achter.

Commissie gevormd bestaande uit mij en Secretaris Bok en Kolonel ter Zee Pool en de predikanten Offerhaus en Doyer van den Hoorn. Liefdadigheid in Uwer Excellenties deelneming aanbevelen, daar deze menschhen in de getrouwe waarneming van hun moeyelijk en kommervol beroep en tevens voor ons land zoo onmisbaar beroep.

Tot mijn diep leedwezen moet ik Uwe Ex: berigt geven van het op den 25 dezer in het gat van Texel vergaan der Loodsschuit N 8, bemand met 5 man gevoerd door den Schipper Vos.

De schuit is door den heftigen storm van dien nagt omgeslagen en al het Volk verdronken. Vier weduwen en 18 kinderen blijven hulpeloos achter.

Daar dit geval geheel in de termen valt dat de publieke liefdadigheid daarop gevestigd en ingeroepen worde heb ik vermeend het mij gedane voorstel van Mr. W. Bok, Secretaris alhier te moeten aannemen, van namelijk mij aan het hoofd te stellen eener Commissie die buiten mij en dien Heer bestaan zal uit den Kolonel ter Zee Pool en de predikanten Offerhaus en Doyer van den Hoorn. Ik neem voorlopig de vrijheid dat allezins treffend voorval ook aan Uwe Ex: belangrijke deelneming dringend aantebevelen, daar deze Menschen in den letterlijken zin zijn omgekomen in de getrouwe waarneming van hun moeijelijk en kommervol beroep en tevens voor ons land zoo onmisbaar beroep, en alzoo dezelver achtergelatene betrekkingen met den Krachtdadigen bijstand van alle weldenkenden zich met Regt mogen vleijen.

Texel Plaza:

Hedenmiddag is op stroom een ondersteboven gevischten loodsschuit aangetroffen bevaren door schipper Vos van Den Hoorn.

Ik stel Ued. in de gelegenheid om u van de omgekomen personen in kennis te stellen. Het bleek om loodsschuit no.8 te gaan, die in het Schulpengat was aangetroffen.

Aan boord bevonden zich vijf Texelaars: Hendrik Vos, Jacob Griek, Klaas Bakker,

Maarten Gollensteijn en Willem Kunst.

Burgemeester Reinbach van Texel schreef in een noodoproep aan de Gouverneur dat er 4 weduwen en 18 kinderen achterbleven.'Zij blijven hulpeloos achter, hopend dat de publieke liefdadigheid erop gevestigd is.'

Reinbach stelde zich aan het hoofd 'eener Commissie, die buiten mij zal bestaan uit Kolonel ter zee Pool en de predikanten'.

Hij vroeg de Gouverneur van Noord-Holland om zijn aanbeveling vanwege de bijzondere verdiensten van de omgekomenen. Hij doelde daarmee op de belangrijke en gevaarlijke taak die de loodsmannen al eeuwen vervulden in het landsbelang.

De burgemeester van Den Helder reageerde alert: al op 23 juli meldde hij per brief dat in zijn gemeente een collecte was gehouden.

De opbrengst was voor de weduwen en kinderen van de slachtoffers in mei en juni. In mei waren er volgens de brief ook manschappen verongelukt op de Zuiderhaaks. Daar was de helft van de opbrengst voor.

De schrijver van dit stukje ontdekte op internet onlangs een opvallend feit.

Op de website 'Wrecksite' wordt een wrak vermeld van loodsboot no. 8, gezonken op 25 juni 1835, gevonden t.h.v. Camperduin.

(Uit Butegaas, Rein Stam 25-7-2009)

[Hendrik Vos (1792-1835) uit Den Hoorn, zoon van Klaas Cornelisz Vos en Antje Hendriks Krijnen, getrouwd met Neeltje Cornelis Keijzer (1798-1819) en Pietertje Jacobs Brouwer (1790-1840), 5 kinderen]

[Jacob Griek (1820-1835), van den Hoorn, zoon van Meijndert Cornelis Griek (1788-1820) en Pietertje Jacobs Brouwer (1790-1840)]

[Klaas Bakker (1784-1835) van den Hoorn, zoon van Jacob Klaasz Bakker en Lijsbet Aries Petten, getrouwd met Hendrikje Dirksz Boon (1785-1858), 7 kinderen]

[Maarten Gollenstein (1786-1835) van den Hoorn], zoon van Dirk Gollenstein en Antje Siegerts Stuijfzak (1751-1831), getrouwd op 7-2-1815 met Maartje Dijkers Kooiman (1792-18xx), dochter van Engeltje Kooiman, Maartje hertrouwde in 1838 met Dirk Aarjens Kunst, weduwnaar van Grietje Pieters van Grouw]

[Willem Kunst (1805-1835) van den Hoorn, zoon van Dirk Cornelisz Kunst en Adriaantje Willems Bakker, getrouwd met Dieuwertje Folkerts Boon, 4 kinderen]

De aangifte werd gedaan door Cornelis Vos (37), loods, en Jacob Folkertsz Boon (47) loodsschipper, beide wonend in Den Hoorn.

N 217 BM Helder 29-6-1835 Soldijbrieven

N 218 Komm: 29-6-1835 Schutterij

N 219 BM Middelburg 29-6-1835 Schutterij

N 220 1-7-1835 Aan de Burgemeesters van Helder, Egmond en Petten, Rekest Weduwe Gollenstein

Naar aanleiding van het daartoe aan mij door de weduwe Gollenstein alhier gedaan verzoek geef ik mij de eer UEd beleefdelijk uittenoodigen om bijaldien het lijk van Maarten Gollenstein, in leven Zee loods, omgekomen in den storm van 24 of 25 Juny ll voor het Schulpengat van Texel, namens of door iemand van Uw gemeente mogt worden opgevischt, in zoodanig geval wel te willen zorgen dat daarvan aan mij kennis gegeven, doch dat het het lijk intusschen begraven worde. De vinder kan behalve den eigendom van het den overledene gevonden geld, dat f 10 of f 13 moet bedragen, in zijn horologiezakje, nog over f 5.25 als beloning beschikken. De meer bijzondere kenteekenen zijn:

Op den regter arm een hart en daarin geprikt de letters MDGS [met onder de streep 1811]. Aan het lijf een roodwollen hemd gemerkt van voren met witte linnen letteren MGS, van onderen gekleed met wit linnen onderbroek.

N 221 Gouverneur 2-7-1835 Ord: voor de kinderen Postma. Onvindbaar in BS Texel.

N 222 Komm: 2-7-1835 Schutterij

N 223 BM Arkel 2-7-1835 Schutterij

N 224 Gouverneur 8-7-1835 ond. dom. J. Brand

N 225 8-7-1835 Dekboekjes stoeterij van Achilles, Roland en Sadec Tocan

N 226 BM Zierikzee 8-7-1835 BS

N 227 Gouverneur 9-7-1835

N 228 Gouverneur 10-7-1835 Schutterij

N 229 en 230 geene vaccinatien

N 231 Gouverneur 11-7-1835 begrooting

N 232 Gouverneur 11-7-1835 S. Ran

Dat de heer S. Ran ongehuwd, vroeger tot Zeeman opgeleid doch sedert van dat metier afgestapt, zoodra hij zijn ontslag uit den tegenwoordigen dienst zal bekomen hebben, zonder de minste burgerlijke betrekking zal zijn en ook wel mijns achtens tot het op nieuw beginnen van een of ander de noodige Kunde en geschiktheid wint. Het zou al een of ander bijzonder ambt of postje moeten wezen hetwelk hij bij vervolg behoorlijk zoude kunnen bekleeden.

Zijn finantieel vermogen overigens mede zeer beperkt en het is onmogelijk dat hij uit deze Jaarlijkschen opbreng daarvan bestaan kan.

Ik geloof alzoo dat hij met glans mag worden aanbevolen tot het genot van half tractement althans tot zoo lang hij in een of andere betrekking zal geplaatst zijn, waartoe welligt spoedig den gelegenheid zich zal aanbieden.

[Simon Jansz Ran (1793-1851) zeeman, landeigenaar, commissionair, ongehuwd. Zijn vader speelde een belangrijke rol in de Bataafse tijd]

N 233 Gouverneur 16-7-1835 Kadaster

N 234 Controleur 18-7-1835 belasting

N 235 Ontv. dir. bel Texel 20-7-1835

N 236 Gouverneur 20-7-1835

N 237 Gouverneur 22-7-1835 verslag aang: de krankzinnigheid van A. Former

N 238 Kapt. Komm: Gorkum 22-7-1835 A. Kluitman

N 239 Gouverneur 23-7-1835 rekest D. Pool

Zekeren Dirk Pool, Koopman en winkelier wonende aan den Hoorn, zich daar in beklagende over de volgens zijne meening te onregte gedane aanhaling eener partij Jenever.

Alzoo nu de zaak in kwestie reeds geheel is afgelopen geef ik mij de eer Uwe Ex: alleen de navolgende opheldering te geven en reflectien te maken ten einde genoegzaam te bewijzen dat de plaatselijke ontvanger in deze niets dan zijnen pligt gedaan heeft.

1 Het rekest zelve bevat eenige onwaarheden- op de eerste bladzijde zegt de rekestrant dat de Heer Ontvanger der in en uitgaande regten en accijnsen te Oudeschild er geen zwarigheid in vond om de bedoelde goederen te vervoeren &a Dit wordt regtsteeks door dezen tegen gesproken blijkens ZEd rapport de dato 23 Juny ll N 2223 deswegens aan den Heer Controleur aan den Helder ingewonnen.

2 Op de 2e bladzijde in meergenoemd rekest zegt Pool- dat men hem niet heeft gelieven te zeggen, de reden waarom zijn goed wierd aangehouden. Het bijgaande afschrift van het ten zelden dage ter constatering zijner begane overtreding behoorlijk beedigd en geregistreerde proces verbaal, zal zoo ik vertrouw genoegzaam bewijzen dat die actie allezins wettig en overeenkomstig de bestaande verordeningen is geconstateerd geworden.

Dat Pool geene kennis van dit proces verbaal heeft gehad is mede eene onwaarheid. Immers eenige dagen nadat de aanhaling had plaats gehad heeft hij zich ten kantore van den ontvanger der plaatselijke middelen vervoegd om teruggave zijns goeds- dit hem natuurlijk geweigerd wordende is hem door dien ambtenaar den raad gegeven wegens die actie te transigneren en zich te dien einde bij mij te adresseren tevens met kennisgeving dat het tegens hem opgemaakt proces verbaal gedesigneerd was ten raadhuize en aldaat door hem konde worden afgehaald.-

D. Pool is vervolgens ten Raadhuize gekomen- heeft aldaar ons proces verbaal ontvangen, doch wilde van geene transactie iets horen.

Na verloop van den bij de wet bepaalde tijd is dit aangehaalde goed op authorisatie van het plaatselijk bestuur in dato 11 Juny ll op de gewone wijze publiek verkogt, hebbende opgebragt eene som van f 79.02 aldus blijkens bijgevoegde authentieke Kopy van het daarvan gehouden proces verbaal.-

Het meergedagte proces verbaal is inmiddels ter verdere vervolging aan den Heer Officier van de regtbank te Alkmaar opgezonden en bij vonnis van welgemelde regtbank in dato 30 Juny ll is D. Pool welke aldaar niet present was, dus bij verstek, gecondemneerd in eene boete van f 50.- met de kosten. De persoon van AC Boon alsvervoerder van dat goed in eene boete van f 12.50, terwijl eenige dagen later een bediende in het kantoor van den Heer procureur JJ de Lange te Alkmaar dien ontvanger der plaatselijke middelen heeft geschreven- dat D. Pool in zijn voornemen omtegen dit vonnis in oppositie te komen afzag en bereid was de hem opgelegde boete en kosten te voldoen.

Uit al hetwelk hier boven gezegd is dus volkomen kan worden afgeleid dat deze zaak alsnu formeel is afgedaan terwijl deze juist zoo als die behoorde en geheel in den geest der bestaande verordeningen en wel zonder de minste overmatige strengheid is behandeld geworden.

N 240 27-7-1835 Officier van Justitie

Zekere Jan van de Steenhoven zou geld gestolen hebben van zijn baas Jacob Brans, naar den Helder ontvlugt onder andere naam, 4 bladzijden.

N 241 Kolonel enz 27-7-1835 NM

N 242 Gouverneur 27-7-1835 Schoolwezen

N 243 Officier van Justitie by de regtbank te Alkmaar 27-7-1835 Jan van de Steenhoven

N 244 28-7-1835 Burgemeester Helder, Collecte

Op Texel opgehaald f 300.19 ten behoeve de weduwen der in de maanden Mey en Juny zoo ongelukkiglijk omgekomene Zeelieden en Loodsen, en waarvan de uitdeeling in voege als daarbij staat uitgedrukt zal plaats hebben.

Ik heb de eer UEd den goeden ontvang te berigten op heden van dezelver missive van den 23 dezer N 4564/608 ten geleide ener Zak met f 300.19 ten behoeve de weduwen der in de maanden Mey en Juny ll alhier zoo ongelukkiglijk omgekomene Zeelieden en Loodsen en waar van de uitdeeling in voege als daarbij staat uitgedrukt zal plaats hebben.

Hartelijk betuig ik UEd mijnen dank voor de welwillende medewerking die UEd ons in deze wel heeft gelieven te betoonen en welke van zoo een goede uitwerking heeft mogen zijn; dat UEd gemeente steeds voor alle soortgelijke rampen genadiglijk bewaard blijve is mijn hartelijke wensch terwijl ik gaarne van deze gelegenheid gebruik make om UEd de verzekering te geven dat al hetgeen ook dezerzijds strekken kan om de zoo noodige welwillendheid en deelneming tusschen onze gemeenten te verzekeren en steeds meer en meer te doen toenemen, steeds door mij met den meesten ijver zal worden gevoed en aangekweekt.-

N 245 BM Helder 28-7-1835 Soldijbrieven

N 246 Gouverneur 31-7-1835 NM

N 247 Gouverneur 31-7-1835 NM rekest C. Zutphen

Verzoekende om in plaats van bij de Militie te worden ingedeeld zich voor 5 jaren vrijwillig te verbinden bij Zijner Majesteits Marine- geene zwarigheid.

N 248 Officier van Justitie te Alkmaar 31-7-1835

Brief van den Heer Vredergter alhier met het daarbij behorend proces verbaal van C. Boon-

Dat zoo verre het mij gebleken is, het pv in kwestie de plaats gehad hebbende omstandigheden van dit voorval vrij naauwkeurig en juist voorstelt, zonder dat daarbij iets van belang schijnt overgeslagen of voorbij gegaan te zijn.

Minder echter kan ik mij met de strekking verenigen van den brief ten geleide van dat pv dienende- Immers zie ik niet waarom men die twee personen Kinter en Bakker die zich werkelijk aan de overtreding voorzien bij C.P. a 480 $ 5 hebben schuldig gemaakt zoo geheel onvervolgd zoude laten, te meer daar voor zoo verre mij bekend is zij zich nog hier bevinden;

Wat aangaat de militairen daarbij betrokken, voor zoo verre die daarbij schuldig worden bevonden, dat ook die op de daarvoor bepaalde wijze gestraft worden-

Intusschen onderwerp ik dit mijn gevoelen gaarne aan het beter oordeel van UEdG.

Wat aangaat den dienaar der Justitie Kalf, zoo is de Heer Vrederegter of welligt den Heer Griffier steller des briefs niet verder gegaan dan mijne bedoeling was, daar wij, hoeveel ontzag ik ook voor het Justitie wezen voeder, er Zwarigheid in zoude zien een policie dienaar die als zoodanig directelijk van het plaatselijk bestuur afhankelijk is en bij alles pligtverzuim door hetzelve onmiddellijk kan en behoort te worden bestraft, correctie, schorsing en zelfs geheel ontslag om den zoodanigen eenen soortgelijke correctie op te leggen, vergun mij echter UEdG te verzekeren dat het voorgevallene door mij niet al dien Yver en ernst zal worden onderzocht in acht genomen als welke de zaak verdient en dat hij Kalf dan ook zijne behoorlijke straf zal ontvangen in de hoop dat zulks hem een volgende reize ter waarschuwing strekken moge; de onzijdigheid echter gebiedt mij optemerken dat wanneer ook de Justitie dienaar Lindeman zijn pligt beter gedaan of althans uitgeoefend en geen stellige onwaarheid gezegd had- ook in dat geval de plaats gehad hebbende wanorde welligt niet zoude gebeurd zijn.-

N 249 Gouverneur 31-7-1835 aanbesteding schoolgebouw OS

N 250 Kontrolleur 1-8-1835 Kadaster

N 252 Mr AG Brouwer 4-8-1834 abonnement Staatsblad

N 252 BM Helder 5-8-1835 BS

N 253 Boekhouder Kadaster Haarlem 6-8-1835

N 254 Wethouder ambtenaar van den Burgerlijken stand van Zierikzee 10-8-1835

De verzochte stukken betreffende de persoon van Giel J. Duinker toetezenden, 4.60 kosten.

N 255 BM Zierikzee 11-8-1835

Als vervolg op mijne miss: van den 10 dezer heb ik de eer UEd toetezenden het Huw. Consent voor Giel Duynker met verzoek npg 1.40 te willen voegen bij de 4.60 die ik UEd heb opgegeven als te kort komende voor de kosten en verschotten van inliggende Huwelijks consent, als waarvoor een postwssel ad 4.60 is afgegeven.

N 256 12-8-1835 Permanente Commissie der Maatschappij van Weldadigheid te 's Gravenhage

Dat op den 12e Juny 1819 geene geboorten binnen deze Gemeente hebben plaatsgehad of althans zijn aangegeven.

N 257 Ont. Reg te Texel 13-8-1835

Namen alhier niet bekend

N 258 Gouverneur 12-8-1835 NM

N 259 Colonel enz 13-8-1835 Militie

N 260 BM Amsterdam 15-8-1835

Datw wanneer de daarbij genoemde persoon van Simon Karsman zich alsnu in het Gasthuis a Costy mogt bevinden en binnen weinige dagen waarschijnlijk zal hersteld zijn, in zoodanig geval denzelven te willen houden en ons de kosten te willen opgeven, als welke dadelijk per traite zllen remitterd zijn, terwijl in het geval dat deszelfs ziekte van langeren duur mogt beschouwd worden en hij vervoerbaar is, ik alsdan verzoek denzelven per eerste Texelse beurtman herwaards te willen doen vervoeren, tevens ook met opgave der kosten, ten einde ook alsdan aan UEd te kunnen doen toekomen.-

[Simon Cornelisz Karsman (1809-1870) koekbakker (1837), getrouwd in 1837 met Wilhelmina Mul (1815-1855) uit Schagen, zoon Cornelis (1838-1917)]

N 261 15-8-1835 Kommissaris van Landbouw G. van Leeuwen

Dat het hooi alhier over het algemeen goed geteeld en uitstekend goed gewonnen is. De weinige alhier gezaaide rogge en gerst zijn vrij wel geslaagd. De haver is nog niet alle binnen, deze eerste is kort van stuk en weinig geladen. Van het dit jaar zeer weinig gezaaide koolzaad is 17 mudden gewonnen.

N 262 Gouverneur 17-8-1835 NM Jacob Folkertsz Boon

N 263 Kolonel Commandant van het Batt: art: schutt: te Geer muidenberg 17-8-1835

Zekere IJsbrand Metselaar vader van Jacob Metzelaar ingedeeld in het door UEd gekommandeerd wordende Battaillon in den 5e komp. Doch sedert het vorig jaar bij besluit van ZM van den 20 september n 105, voor een jaar afgevoerd als gedetacheerd bij het Loodswezen, alzoo hij in zijne betrekking als loodsleerling niet ontbeerd worden kan, heeft zich op gisteren op nieuw ter bekoming dierzelfde gunst gewend aan ZM.

Hij heeft zich echter tevens vervoegd tot mij ten einde door mijne tusschenkomst UEdGestr daarvan niet zullende te willen kennis geven maar tevens uitdrukkelijk te verzoeken dat bijaldien onverhooptelijk ZM besluit op dat verzoek reeds de tijd van zijn verlof (5 oct. e.k.) verstreken waar, in zoodanig geval UEdGestr hem zoolang diligent mogt houden en willen vergunnen in zijn beroep te blijven tot dat die beslissing zal zijn ontvangen.

Ik heb te minder zwarigheid gemaakt dit verzoek van den rekestrant ter kennisse van UEdGestr te brengen en voor zooveel des noods gunstig aantebevelen, daar ik niet twijfel of, vooral na het onlangs alhier plotseling omkomen van verschillende der bekwaamste Loodsen des rekestrants verzoek door ZM zal worden toegestaan.

N 264 Wethouder ambr. BS Alkmaar 17-8-1835

Geboorte extract van Cornelis Roeper

N 265 17-8-1835

N 266 aan den Koopman Coenraad Schäffer 19-8-1835

Dat Simon Maselman alhier overleden is den 27-5 ll

N 267 Waarnemend Controleur der divisie Helder 20-8-1835 personele belasting

N 268 Ontvanger dir: bel: Texel 21-8-1835 Pers. Belasting

N 269 Comm: van het depot der 10 afd Infanterie te Utrecht 20-8-1835 Jan Koppen

Intezenden het doodattest van Jan Koppen door wien is nagelaten een ransel benevens eenige militaire kleederen, waaromtrent ik UWEd inlichting verzoek hoedanig hiermede te handelen.

N 270 BM Helder 24-8-1835 Soldijbrieven

N 271 BM Helder 24-8-1835

Dat de persoon van Jan van Essen mij geheel onbekend is. Dat hij zoo min zijn verlofpas bij mij heeft ingeleverd als het ter kotering heeft aangeboden-

Overigens heb ik onder de werklieden aan de bedijking van Eyerland onderzoek laten doen, doch vruchteloos, gemelden persoon is daar even min bekend noch voor zoo verre men weet aanwezig.

N 272 26-8-1835 Gouverneur,

Aandeel dezer Gemeente in de verpligte bijdrage voor de Koloniale Bedelaarswerkhuizen over den lopenden Jare f 83.28.5

N 273 Gouverneur 26-8-1835 Lager schoolonderwijs

Dat Bernardus Smits my verklaard heeft te rekenen van heden af zijne post als Schoolonderwijzer aan het Oudeschild te hebben aanvaard.

N 274 Gouverneur 28-8-1835

Proces verbaal aan CC Bakker uitgereikt

N 275 Gouverneur 28-8-1835 RH Smit

Hij staat algemeen bekend als een een kundig en onverschrokken Loods en Zeeman die geloof ik in de door hem geambieerde post juist op zijn plaats staan zou en welligt (zooals hij trouwens meer gedaan heeft) belangrijke diensten zoude bewijzen. Het is mij dan ook bij gedaan onderzoek gebleken, dat hij reeds herhaalde malen en nog laatstelijk dit voorjaar zich met dit verzoek tot het departement van Marine gewend heeft, dat hem dan ook niet ongenegen schijnt.

N 276 Kapitein Comm: 31-8-1835 Antonie Kluitman

N 277 Ontvanger registratie Texel 1-9-1835

N 278 Gouverneur 2-9-1835

N 279 BM Giezendam ZuidHolland 4-9-1835 Doodattest van Roel Kramer

N 280 Gouverneur 7-9-1835 begrooting

N 281 Gouverneur 7-9-1835 rekest van Kerkmeesters der HV gemeente van Oosterend

N 282 Gouverneur 7-9-1835 rekest van Diaconen der DG gemeente van B, W en O

N 283 Gouverneur 7-9-1835 NM

N 284 BM Zierikzee 9-9-1835 Huwelijksafkondiging van Giel Duinker en Helena de Bruin

N 285 9-9-1835 Burgemeester van De Rijp Onderstand IJ. Stoepman f 46.95

De eenige Reden van vertraging ligt in de onbetamelijke handelwijze der tot deze teruggave wettelijk verpligte Diakens der Hervormde Gemeente van het Oudeschild, die ik te vergeefsch langs den minnelijken weg tot de betaling heb trachten te bewegen.

N 286 Gouverneur 9-9-1835 Onderstand IJ. Stoepman

Dat reeds sedert het vorige jaar, Diakenen van het Oudeschil als op welke die betaling eigenlijk rust, door mij daartoe zijn aangemaand geworden, doch altoos vergeefsch, terwijl ik mij reserveer om zoo ik hen niet overtuigen kan, de beslissing van UEGA in deze interoepen. Ik heb intusschen den Heer BM van de Ryp, als in alle gevalle aan deze kwestie vreemd, op heden zijne pretensie ad f 46.95 voldaan, weshalven die zaak wat zijn Ed: betreft als geheel afgedaan is te beschouwen.

N 287 Controleur 14-9-1835

N 288 Ontvanger 14-9-1835

N 289 Gouverneur 15-9-1835 lijst Inteekenaren

N 290 Gouverneur 16-9-1835 A. Former

Dat mij, de bij die missive gevoegde mandaat groot f 100 wegens subsidie over 1835, van het onderhoud van den Krankzinnige A. Former, wel is geworden.

N 291 Gouverneur 17-9-1835 schutterij

N 292 Kommanderende officier enz 21-9-1835

Plaatsvervanger van Jacob Iwes Boon

N 293 Gouverneur 23-9-1835 cert

N 294 Heer Majoor enz 23-9-1835 Schutterij J. Roetman

N 295 Prov. Comm: 24-9-1835 Koepokstof

N 296 BM Oss 25-9-1835 doopextract van Janna Altink, kosten 2.40

N 297 BM Egmond aan zee 25-9-1835 Jb J de Zeeuw

N 298 BM Purmerend 25-9-1835 W. Snoervang

N 299 Majoor enz 28-9-1835 Schutterij

Dat de schutter J. Roetman zich alhier heeft bevonden in de maanden Mei en Juny ll als werkman bij de in deze zomer alhier plaats gehad hebbende bedijking van het Eyerland, in welke tijd hij alhier heeft ziek gelegen en het door UEdGestr bedoelde Certificaat is afgegeven, ter voldoening aan den inhoud uws brief dd 22 Mei ll n 426 door den Heer Burgemeester van Purmerend, kopyelijk aan den Heer BM te Helder gezonden en vervolgens bij mij ontvangen.

Dat overigens gemelden Roetman voor zoo verre mij bekend is, thans alhier niet tegenwoordig is, en ik niet hebbe kunnen ontdekken, werwaarts hij is vertrokken.

N 300 Aan de Heeren Diaconen van Burg, Waal en Oosterend 28-9-1835

Rekest van J.L. Kikkert als gesubstituteerde gemagtigde van de Erven Wijle Heere Vlaming, aan ZM den Koning ingediend, waarbij hij zich beklaagt over de den Erfgenamen van Heere Vlaming, door UEerw: aangedane behandeling, als inzage weigerend van zekere stukken, die volgens getuigen van den Heer Veenstra zich onder uwe berusting bevinden, ten opzigte van zeker door de overleden Heer Vlaming geteekend stuk, verders Zm verzoekende om wanneer UEerw zich mogten aanmatigen om de noodige authorisatie te bekomen van ZM, alsdan die authorisatie te weigeren, of UEerw te gelasten kopy aftegeven van die zich onder uwe berusting bevindende stukken, waarbij de schuldbekentenissen zouden zijn overgegaan en tevens de verzwegene eigendoms overgand hebben plaats gehad.

Daar nu deze geheel zaak mij ten volle vreemd is, en ik die, als uwe Kerkgenootschap van nabij rakende is dus van een zeer kiesche aard zijnde, grondig wenschte te onderzoeken, alvorens daarop te berigten, zoo geef ik mij de eer UEerw vertrouwelijk te verzoeken, mij ten spoedigste, eene genoegzame en vooral naauwkeurige inlichting te willen geven, van al hetgeen die zaak betreft, ten einde daarnaar vervolgens mijne opinie te regelen.

N 301 en 302 6-10-1835 Geene vaccinatien

N 303 Gouverneur 7-10-1835 onderzoek gemeentekas

N 304 8-10-1835 Gouverneur Rekest van J.L. Kikkert inzake Erfgenamen van wijle H. Vlaming, bemiddeling of Regter?

N 305 12-10-1835 Gouverneur Rekest P.W. Verberne om extra gratificatie

Het is mij bij onderzoek gebleken, dat hij bijna geheel is belast met het onderhoud zijner bejaarde en geheel va middelen ontblootte ouders.

Dat wat nu betreft de vrage in hoeverre zijn bestaan alsnu al of niet toereikend zij tot bestrijding zijner behoeften, zulks zeer moeijelijk te bepalen is. De rekestrant is een oppassend mensch over wien het publiek alhier te vreden is. Kan het Gouvernement goedvinden het verzoek van den Rekestrant mits altoos voor stellig slechts 1 jaar toetestaan, dan vertrouw ik dat die gunst niet kwalijk geplaatst zoude zijn.

N 306 Gouverneur 12-10-1835 Verzoek tot diligent verklaring

Rekest van T. Koning alhier, om onbepaald verlof voor de buitenlandsche zeevaart.

N 307 Gouverneur 14-10-1835 NM

N 308 Gouverneur 15-10-1835 rekest Regenten Weeshuis

Uwe Excellentie zal zich ongetwijfeld herinneren de moeijelijkheden die er voor eenigen tijd tusschen dit plaatselijk bestuur en Regenten van het Weeshuis alhier, ontstaan zijn, en welke aanleiding hebben gegeven tot zeker adres dat zij Regenten Uwe Ex: hebben aangeboden, in substantie beklag inhoudende over het onderhoud van zeker Steenen voetpad en schoeijing, welk stuk vervolgens gesteld is in mijne handen om berigt, cons & advis, waarvan ik dan ook de Eer heb gehad mij bij missive van 12 Mei 1835 N 159 te kwijten, terwijl Uwe Ex: bij derzelver laatste tournee dezen zomer mij heeft toegezegd deze zaak onverwijld te zullen beslissen. En daar binnen zeer kort, het plaatselijk bestuur van deze gemeente op nieuw met regenten in finantiele aanraking zal komen, zoo geloof ik dat het ter daarstelling en bevordering eener goede verstandhouding zeer wenschelijk zoude zijn, bijaldien de voornoemde zaak alsdan definitief beslist was.-

Ik geef mij alzoo de Eer Uwer Ex aandacht met gepaste eerbied op dit onderwerp te vestigen, en den wensch te uiten dat die beslissing door Uwe Ex: werkelijk mogte plaatsvinden.

N 309 Luit. Kolonel 10-10-1835 NM

N 310 ontv. reg. 17-10-1835

N 311 x 19-10-1835 BS

N 312 BM Helder 21-10-1835 Jan de Rooy en Neeltje Duynker

N 313 Gouverneur 21-10-1835 begroting

N 314 Gouverneur 21-10-1835 NM

N 315 23-10-1835 Schutterij

N 316 Commissaris 23-10-1835 Schutters

N 317 Permanente Commissie van het Amortisatie Syndicaat 23-10-1835 Loodswezen

Nieuw reglement 2 bld

N 318 Gouverneur 26-101-835 NM rekest G. Liedmeier- gunstig

N 319 BM Amsterdam 27-10-1835 Schutterij

N 320 Komm. Hoorn 27-10-1835 Schutterij plaatsvervangers

N 321 Gouverneur 27-10-1835 NM

N 322 Komm: Geertruidenberg 29-10-1835 NM

N 323 Gouverneur 29-10-1835 adres Weeshuis

Over aankoop van een stuk Land en Hout Boschje van de weduwe en Erven Jan Kalf

Dat Regenten in der tijd, over de aankoop met het plaatselijk bestuur dezer Gemeente geraadpleegd, en daaromtrent deszelfs voorlopige goedkeuring hebben verkregen, als overtuigd zijnde van het wenschelijk en doelmatige dezer aankoop. Gunstig advies.

N 324 20-10-1835 Gouverneur

Ordonnantien ten behoeve van A. Dekker en S. Ran, ieder groot f 75 uitgereikt

N 325 Komm. Alkmaar 30-10-1835 NM Auke Griek loodsleerling

N 326 Gouverneur 2-10-1835 rekest T. Koning- Reijer Koning

N 327 Gouverneur 2-11-1835 rekest M.T. de Wijn

N 328 2-11-1835 Aan de Controleur der Divisie Helder, Bevolking 4460

N 329 BM Helder 4-11-1835 Simon Kooiman en G: Boon

N 330 Gouverneur 3-11-1835 Registers BS

N 331 Gouverneur 4-11-1835 NM

N 332 Gouverneur 5-11-1835 Ontslag G. Busselman 34 jaar

N 333 6-11-1835 Aan den Heer Bouricius te Arnhem, Berigt omtrent Kuiper

Ten einde UEd geen oogenblik omtrent uwe gevoelens in het onzekere te laten, haast ik mij uwe geeerde van den 4 dezer 3e afdeeling N 6926/5026 terstond te beantwoorden. En heb ik alzoo de eer ter UEd: kennisse te brengen, dat ik steeds herhaalde reizen mij oneindigen moeiten gegeven heb, om de kinderen Kuiper te bewegen zich het lot van hunnen Vader zooveel mogelijk aanttetrekken, hetwelk mij dan ook waarlijk ten slotten boven verwachting gelukt is, daar de kinderen tot dusverre niet minder dan f 200 hunner Vader toelegden. Eene som welke vooral in Overijssel niet onbelangrijk mag worden geacht- maar dit nu is ook ten uitersten.

Intusschen, ofschoon hiervan wel volkomen overtuigd, heb ik des niettemin op nieuw de kinderen Kuiper naar aanleiding der laatste verzoeken van den Heere Meinsma te Assen onderhouden, doch vergeefsch, en ik kan UEd gerustelijk en volkomen verzekeren, dat welke maatregelen ook tegen de kinderen Kuiper genomen worden, de kinderen dit stil zullen aanzien, als volkomen overtuigd dat aan hunnen ongelukkigen Vader inderdaad niets te doen valt.

UEd zal zich dus wel willen overtuigd houden dat in deze voor mij waarlijk niets te doen overig blijft.

N 334 president van de Regtbank van Eersten aanleg Alkmaar 6-11-1835 Register BS

N 335 Gouverneur 7-11-1835 rekest M.T. de Wijn

N 336 7-11-1835 Gouverneur, onderhoud M.P. Meisch

Missive van den Burgemeester van Schumda in mijn handen gesteld om b c en a:

Dat tot heden nog geen brief of eenig ander berigt over deze zaak tot mij geschreven is. De verkeerde benaming van Oudeschild in plaats van Texel, zal waarschijnlijk reden tot het verloren raken van zoodanige brief gegeven hebben.-

Dat na behoorlijk onderzoek het mij gebleken is, dat M. P. Meisch tot de Algemeene Armen dezer Gemeente behoort en alzoo de Burgemeester van Scheemda alleen eene assignatie behoeft aftegeven op Regenten van het Algemeen Armhuis alhier ad f 11.40, welke op vertoon zal worden betaald.

Dat genoemde M.P. Meisch een bekend slecht voorwerp zijnde, bijaldien zij door bedelarij daartoe aanleiding mogt geven, hen alsdan onverwijld naar een de Bedelaarsgestichten te doen transporteren, alzoo zij M.P. Meisch, na alhier gedurende een Jaar te zijn gedomicilieerd en gealimenteerd, in october 1824 door de Directie der Algemene Armen alhier is opgezonden naar Frederiksoord en alzoo waarschijnlijk van daar ontvlugt zal zijn.

N 337 Gouverneur 11-11-1835 belastingen

N 338 Ontvanger der Registratie 13-11-1835

N 339 BM Helder 13-11-1835 NM Arie van Straten

N 340 Komm: 14-11-1835 declaratie Slijboom

N 341 Komm: 14-11-1835 Schutterij

N 342 BM Steenwijkerwold 14-11-1835 Willem Jan Kerke

N 343 BM Egmond binnen 14-11-1833 toetezenden dood extract van Pieter Borger

N 344 Komm: Hoorn 16-11-1835 doodextract Jan Jansz Bakker

N 345 ontv. reg. Texel 17-11-1835

N 346 BM Dordrecht 17-11-1835 Jan Geervliet

N 347 Gouverneur 17-11-1835 Armwezen

N 348 Gouverneur 20-11-1835 Tabellen van Liefdadigheid

N 349 Kommandant van ZM schip van Oorlog de Maas te Nieuwediep 20-11-1835

Declaratie in triplo wegens gemaakte kosten van den adelborst der 1 e Klasse PAJ Blois van Treslong Prins en 18 manschappen bij den herbergier GW Slijboom alhier, alsmede de gekwiteerde Rekening van gemelden Slijboom, met verzoek derzelve stukken per omgaande post te mogen terug ontvangen ten einde bij het Departement van de Marine te kunnen worden ingezonden.

N 350 Gouverneur 21-11-1835 Loterij

N 351 Gouverneur 23-11-1835 ordonnantie tbv de Erven H. Flens f 141.12

N 352 den Heer van Hasselt te Leerdam 23-11-1835

N 353 BM Haring Carspel 27-11-1835 Doop extract L. Rey

N 354 Gouverneur 24-11-1835

Dat ik Kerkmeesters dier Gemeente bij mij ontboden en denzelven de bemerkingen van voornoemden Hoofdingenieur medegedeeld heb, met dien uitslag, dat dezelve zich geheel vereenigen met het gevoelen van ZEG en in het aanstaand voorjaar wenschte de verbetering te zien plaats hebben.

N 355 Procureur Crimineel te Arnhem 24-11-1835 onderhoud Th. van Dijk

Dat het door mij ten aanzien van de daarbij genoemde Theresia van Dijk, huisvrouw van G. van Peeijvelde ingesteld onderzoek, mij gebleken is, dat dezelve zich alsnog binnen deze Gemeente bevindt, terwijl ik de overtuiging heb, dat zij tegenwoordig zeer wel de reis naar Gelderland zoude kunnen doen.-

N 356 Gouverneur 24-11-1835 Schutterij

N 357 Directeur Generaal Marine te S' Hage 25-11-1835 Rekening Slijboom f 14.60

N 358 Gouverneur 26-11-1835 extract notulen rek. Weeshuis

N 359 Officier van Justitie Alkmaar 27-11-1835 aankoop land Weeshuis

N 360 Gouverneur 28-11-1835 NM

N 361 BM Sneek 28-11-1835 Sikke de Jong

N 362 Gouverneur 30-11-1835 ordonnantie P. Smit

N 363 Gouverneur 30-11-1835 schutterij

N 364 30-11-1835 Aan Burgemeester en wethouders van Assen, K. Kuiper,

In voldoening aan UEdA verzoek uitgedrukt bij derzelver brief van de 23 dezer N 766, heb ik de eer UEdA medetedeelen

Dat ik terstond na den ontvang van denzelve de kinderen Kuiper heb doen voor mij komen, denzelven van UEdA schrijven en der bijgaande kopyelijk medegedeelde missive kennisgegeven, en alles in 't werk gesteld om dezelve te bewegen zich deze zaak aantetrekken, doch vergeefsch- de kinderen Kuiper verklaren dat zij er niets meer aan doen willen, en wat er ook gebeuren moge zulks zullen afwachten.

N 365 Gouverneur 1-12-1835 RC Kerk OS

N 366 BM Helder 2-12-1835 BS

N 367 Ontvanger Registratie 2-12-1835 WJ Kerke of Willem Kerker

N 368 BM Terschelling 3-12-1835 NM GP Rotgans

N 369 Gouverneur 3-12-1835 Verandering personeel RC Geestelijkheid

Pastoor Quaadman weg, vervangen door A.J. ter Stappen van Assendelft overgeplaatst.

N 370 Gouverneur 5-12-1835 Rekest ingelanden polders Koog en Everstekoog

Dat ik deze zaak zoo naauwkeurig mogelijk onderzocht heben na een mondeling onderhoud met den Adjunct Dijkgraaf, en vervolgens schriftelijk berigt van het Dijksbestuur van Texel, dat ik de Eer heb in originate bij deze overteleggen, deze overtuiging verkregen heb-

Dat het Dijksbestuur van Texel van de meening is uitgegaan, eene belasting uitteschrijven en ook mogelijk gedaan heeft, niet van f 4- per Bunder als naar gewoonte, maar van f 5.- ten einde daaruit eenige buitengewone kosten te vinden, dat dan ook na 3 jaren vrijdom van belasting niet te verwonderen was.

Dat intusschen de naauwkeurige meting van het Kadaster op de Leggers van hij Dijksbestuur toegepast zijnde, daaruit (ofschoon zuiver toevallig) als resultaat geboren is, dat wanneer men f 4.- per bunder hief als naar gewoonte, wezenlijk (door het groote aantal nu geconstateerde bunders Lands) hetzelfde resultaat verkregen zou worden als of er f 5.- over het vroeger bestand de getal Bunders geheven werd, door welke maatregel dan ook geen ingeland benadeeld is geworden, en waaraan de Rekestranten zich ven goed als ieder ander moeten onderwerpen.

In dien geest dan heeft het Dijksbestuur gehandeld, en ik maak geen Zwarigheid om die handelwijze wat het resultaat betreft als billijk en gepast voortedragen, alzoo te adviseren, des Rekestranten verzoek als ongepast te wijzen van de hand, en intusschen ten einde Uwe Ex: in deze, geheel met mijn verkregen inzigt bekend te maken, en tot volkomen regt begrip der zaak ook voor het vevolg, zoo moet ik nog opmerken-

Dat bij een naauwkeurig inzien en onderling vergelijk der aangehaalde bepalingen uit de oude documenten van 1670 en 1792 waarop zich de Rekestranten beroepen, het mij zoo ook uit andere geschiedkundige bijzonderheden van dien tijd, die echter Uwe Ex: te lang zouden bezighouden, ten volle gebleken is, dat de toenmalige afkoop geschied is op den grondslag van 1200 Hollandsche Roeden en bij de toenmalige alhier gebruikelijke maat, te blijven belastbaar bij eene veronderstelde 2100 Honderd roeden en dus op de voet van 12/21 of 4/7. Hiermede sluit dan ook volkomen de sedert die tijden in acht genomen verhouding van 57 ½ Cent per f 1.- of f 2.30 per f 4.- zoo wel als de Rekestranten als ik het adres wel begrijp, zullen erkennen op Bladz: 3 betaald te hebben, en derhalve zonder het resultaat van de handelingen des Dijksbestuurs aantetasten, als 't welk ik boven als billijk en gepast heb aangetoond, zoo houd ik het echter van dat het principieel zelfs ook door dit Collegie niet juist begrepen is, en dat het tot volkomen regt verstand van zaken en tot afsnijding van alle opvolgende Kwestien het welligt goed zoude zijn, om bij de afwijzing der Rekestranten verzoek tevens optemerken, dat de polders Koog en Everste Koog steeds als van ouds in de verhouding van 12 tot 21 als oorspronkelijke belasting in de algemeene dijkslasten tot welk meerder of minder bedrag die ook geheven wrden, zouden moeten dragen en daarvan dan ook het Dijkscollegie van Texel zelve de noodige aanschrijving te doen.

N 371 Kerkm: RC: Gem: Oudeschil 7-12-1835

N 372 Gouverneur 7-12-1835 mandaat R. Smit f 1360.-

N 373 Gouverneur 7-12-1835 benoeming leden Raad en Assessor

N 374 BM Helder 7-12-1835 BS

N 375 Ontvanger Rijks belasting Texel 8-12-1835 Kohier

N 376 Komm. Officier van het 1e Batt: 3e afd. NH Schutterij te Hoorn 10-12-1835

Intezenden Een Randsel met militaire goederen, Chacot en Kwartiermuts met boekje, alles zoodanig als die goederen mij door den broeder van den overledene Schutter Jan Jansz Bakker zijn ter hand gesteld, en die verklaarde dat er geene andere militaire goederen door zijnen broeder waren nagelaten.

Mag ik UEdGestr: verzoeken, om bij gelegenheid geinformeerd te worden, of deze overleden Schutter ook nog iets bij het Batt: te goed heeft, alzoo hij eene behoeftige moeder (welke weduwe is) heeft achtergelaten.

N 377 Gouverneur 14-12-1835 Schutterij

N 378 Gouverneur 15-12-1835 Schutterij Jan Heinenberg

N 379 Gouverneur 17-12-1835 NM

N 380 Gouverneur 17-12-1835 RC kerk OS

N 381 Gouverneur 17-12-1835 rekesten pastoors Burg en OS

N 382 BM Helder 21-12-1835 Hendrik Pekelaar

N 383 Gouverneur 21-12-1835 NM Harmen Spigt

N 384 Gouverneur 24-12-1835 Kosten Bedelaars 59.27

N 385 Gouverneur 30-12-1835 NM aanvrage certificaat van Jan Simonsz Duinker

N 386 Prov. Comm: Haarlem 31-12-1835 Geene veranderingen in het medisch personeel

1836

N 1 Kol. Komm: ZM Kenau Hass: te Nieuwediep 4-1-1836 Haven OS

N 2 Gouverneur 5-1-1836 Staten geboorten, huwelijken en sterfgevallen

N 3 Gouverneur 5-1-1836 Gemeente Kas

N 4 6-1-1836 Haringvisscherij

N 5 6-1-1836 Geen naar andere Provincien en geen uit andere Provincien.

[Burgemeester rekent de nieuwe polder nog niet bij Texel]

N 6 Gouverneur 7-1-1836 Brandbluschmiddelen

N 7 Ontvanger der Reg: Texel 7-1-1836 Sophia Sivaar

N 8 Gouverneur 8-1-1836 rekest Grietje Klein

Dat de weduwe Dalmeier in behoeftige omstandigheden verkeert en geen ander bestaan heeft, dan die diensten, en haar door haren zoon Cornelis en de in het bijgaande rekest vermelden Teunis Dalmeier door de visscherij op de Zuiderzee worden aangebragt, welke zeer wisselvallig, en tot dusverre voor haar zelve niet zeer voordeelig zijn, en die door het weder in dienst treden van genoemden T. Dalmeier bij expiratie van zijn verloftijd zeer aanmerkelijk verminderd zijn geworden.

[Grietje Jacobs Kleijn (1775-1838) van Oosterend, sinds 1829 weduwe van Anthonie Cornelisz Dalmeijer (1773-1829), 6 kinderen, allen getrouwd]

N 9 en 10 Gouverneur 8-1-1836 Vaccine

N 11 Gouverneur 12-1-1836 Schutterij

N 12 Gouverneur 12-1-1836 cert.

N 13 Gouverneur 12-1-1836 rekest Marretje de Wijn wed. J. Blom

Dat het door de rekestrante in het voorschreven rekest aangevoerde, der waarheid overeenkomstig is, dat intusschen zoo ver ik weet er geene fondsen bestaan op welke zij directelijk aanspraak zoude kunnen maken.

Daar echter het lot dezer weduwe buiten kijf allerbetreurenswaardigst is, zoo geef ik mij de Eer uwe Excellentie in overweging te geven, dezelve aan de liefdadigheid van ZM ware het dan slechts om eene kleine gratificatie, in eens, gunstiglijk aantebevelen.

[Marretje de Wijn (1808-1889), de oudste van de 18 kinderen van Abraham de Wijn en zijn echtgenotes Heijltje Noorberg en Antje Hoogschagen (elk 9 kinderen), weduwe van Jan Blom (1806-1835), getrouwd in 1831. Hij stierf op 28 juli, er waren toen 2 dochtertjes Heiltje en Engeltje [het eerste geboren 4 maanden na de trouwerij], terwijl Marretje zwanger was van het jongste kind, dat in november 1835 werd geboren en op 21 januari 1836 zou sterven. Betreurenswaardig inderdaad. Zij hertrouwde in 1839 met Teekele Rijnsz Zwaal, de schoolmeester, 8 kinderen, allemaal geboren en op 3 na gestorven als klein kind in Oudeschild]

N 14 BM ambtenaar BS Amsterdam

Antonius Franciscus Rustemeier zoon van Joseph en Marie Langeveld geb februari 1814

N 15 Gouverneur 13-1-1836 cert. Simon Lelij en Pieter Hin

N 15a 16 en 17 Kerkvoogden der HV gemeente van de Waal, Hoorn en Oudeschil 14-1-1836

Opgave getallen der ledematen, tractement en toelage

N 18 Gouverneur 16-1-1836 NM

N 19 BM Amsterdam 16-1-1836 Maria Brouwer

N 20 Gouverneur 19-1-1836 Eeredienst

N 21 Dir. Luit. Gen. Minister van Kolonien 20-1-1836 intezenden

1 Het certificaat van gagement van den alhier wonende Jacob van Grouw, gediend hebbende als Sergeant in Indien, welk stuk te Batavia is verleend den 29-5-1835

2 Een Extract van het Stamboek van het algemeen Depot te Batavia, in het aan die staat van dienst van gemelde persoon

en Uwe Excellentie tevens te informeren dat gemelde persoon den 25-11-1829 van de Reede van Vlissingen met het schip Augusta Kapitein Basana of Besena naar Batavia is gezeild, en van de Reede van Batavia is vertrokken met het Schip Johanna van Amsterdam, Kapitein Maarstee den 13-9-1835 en alhier in het N Diep is aangekomen den 11 December.

[Jacob Teekes van Grouw (1790-1865) zou in 1837 trouwen met Martje List]

N 22 Koll: Kapitein ter Zee, komm: ZM Zeemagt in het ND en Reede van Texel 20-1-1836

Dat uwe missive mij wel is geworden, doch dat mijne ongesteldheid zoo wel als door de indispositie van den Secretaris der Gemeente, is verzuimd te beantwoorden, waarvoor ik UEdgestr verschooning vrage.

Vissers- Overigens betuig ik UEdGestr mijnen hartelijken dank voor de spoedige voldoening aan het verzoek tot het stationeren van een Kanonneerboot in onze haven.

N 23 Gouverneur 20-1-1836 NM

N 24 21-1-1836 Aan de Gouverneur, uitroeying van het konijn

Dat door mij tot dusverre geene andere maatregelen zijn genomen tot uitroeying van het konijn, dat de uitgifte in het gepasseerde Jaar van eenige akten tot uitroeying van het konijn aan onderscheidene personen, welke zich hiervan dan ook zeer nadrukkelijk hebben gekweten en nog daarmede bezig zijn.

Aanschrijving van den Heer Opperhoutvester voor de Noordelijke Provincien van den 12 Augustus N 52, waarin wordt kennis gegeven dat door Zijn Ed naar dit Eiland zoude worden gezonden, de opziener der Jagt G. van der Burg, om de uitroeying van het konijn alhier te bevorderen, met verzoek tot het Stoppen van Holen en te dien einde manschappen toetevoegen, doch voor zoo verre mij bekend is, heeft deze persoon zich alhier nog niet vervoegd. Overigens geef ik mij de Eer Uwe Ex: te berigten dat de meeste konijnen zich ophouden in de Duinen langs de Noord Zee.

N 25 H. Coster Alkmaar 22-1-1836 Registers BS

N 26 Komm: van het detachement Batt: vrijw: art: te Vlissingen 25-1-1836

N 27 Ambt: BS te Amsterdam 25-1-1836 Wilhelmina de Hoog

N 28 Grietman gem Sjaerg Woenseradeel 25-1-1836 Kassen Jacobsz Nodema

N 29 Gouverneur 27-1-1836 NM

N 30 Ontvanger Reg: Texel 27-1-1836

Van uw lijst alleen bekend:

N 38 Langerak Arie, waarvan zich thans eene zuster (althans zoo zij zegt) alhier in den nieuw ingedijkten Polder Eyerland bevindt, genaamd Antje Langerak, huisvrouw van Frans Broens, gedomilieerd te Gouda, welke benevens hare vader woonachtig te Gouda, volgens hare verklaring, de eenige erfgenamen zijn van voornoemden Arie Langerak.

N 31 Gouverneur 29-1-1836 NM

N 32 Gouverneur 29-1-1836 A. Former, zie 21-1-1831

N 33 Gouverneur 29-1-1836 NM

N 34 Grietman Noordwolde 1-2-1836 NM Hendrik Romkes de Boer

N 35 Gouverneur 5-2-1836 NM

N 36 Gouverneur 5-2-1836 NM

N 37 President Nederlansche Handelsmaatschappij te Amsterdam 5-2-1836

Naar aanleiding van een besluit van den Heere Minister van Kolonien van den 28 Jan ll N 13, waarbij aan den gegageerden Sergeant Jacob v Grouw, uit Indien, thans binnen deze Gemeente woonachtig, den geregelde ontvangst bij het eindigen van ieder Kwartaal door bemiddeling der Nederlansche Handelsmaatschappij wordt verzekerd, van zijn Jaarlijks pensioen ad f 150.- met Keuze aan hem Van Grouw overgelaten, den Stad waar hij de assignaten betaalbaar zoude wenschen-

Geef ik mij de Eer UEdGestr te kennen te geven, dat genoemde van Grouw te dien einde de Stad Amsterdam verkozen heeft, terwijl hij voor het overige overeenkomstig UEdGestr rondgaande van 3e Afdeeling N de vereischte attestatien de vita onder myn adres zal inwachten.

N 38 President Mil Raad 6-2-1836 NM

N 39 BM Terschelling 9-2-1836 BS

Trouwbelofte tusschen Tijs Flens en D A Swaal

N 40 Wethouder ambtenaar BS Amsterdam als voren

N 41 Gouverneur 10-2-1836 certificaat

N 42 BM Kattendijke provincie Zeeland 11-2-1836

Dat zich by mij heeft vervoegd de persoon van Jacobus Bruinsoft thans alhier werkzaam geweest aan den nieuw ingedijkten polder Eyerland, te kennen gevende:

Dat hij als nummerverwisselaar wenschte in Dienst te treden bij de NM, en te dien einde benoodigd had: geboorteattest, attest volgens model X Art 109 der wet op de NM en een certificaat van voldoening aan de NM

Hij zegt geboren te zijn in UEd Gemeente den 22 Augustus 1815, dat zijne vader heet Arie Bruinsoft werkman thans te Ter Goes, en dat zijne moeder Carolina Secis is overleden.

N 43 den Heer JJ van Hall, 1e Boekhouder bij de Provinciale bewaring in Noord Holl: te Haarlem Kadaster 11-2-1836

N 44 Gouverneur 11-2-1836 verplaatsing Kantoot indirecte belastingen

N 45 Gouverneur 13-2-1836 staat Schutterij

N 46 BM Gemert 13-2-1836 Op verzoek van S. Lely, wiens ouders alhier zijn woonachtigm ben ik zoo vry UEdA by dezen te doen geworden een huwelijksconsent en geboorte attest ten behoeve Lely, ten einde zijn voorgenomen huwelijk a costy te kunnen voltrekken.

N 47 Minister van finantien te S Hage 14-2-1836

Ingevolge conductoire missive dd 10-2-jl N 25 van den Heer Administrateur van S Rijks uitgaven ten geleide eene assignatie voor gratificatien gequoteerd N 82, ten behoeve M:A: de Wijn Weduwe J. Blom, in leven gevoerd hebbende de Loodsschuit N 9 van Texel, heb ik de Eer Uwe Ex: de goede ontvangst te berigten der daarby gevoegde assignatie terwijl dezelve aan de belanghebbende is uitgereikt.

N 48 BM Helder 17-2-1836 BS

Huwelijksafkondiging C. Vermeulen en F. Aubertijn

N 49 Ontvanger Registratie Texel 17-2-1836

[Genoemde personen] hier niet bekend.

N 50 Gouverneur 17-2-1836 cert.

Dagblad van 's Gravenhage: In den ochtend van den 12, is achter de Koog, op Texel, gestrand en dadelijk daarna verbrijzeld, een Hollandsche Vischhoeker, waarschijnlijk genaamd de Lijnbaan; de geheele equipagie is daarbij verdronken.

[berichten over onweder uit het hele land].

N 51 18-2-1836 Aan de Burgemeester van Vlaardingen, stranding Lijnbaan

Dat het maar al te waar is, dat het Hoekerschip waarvan UEdAchtb melding maakt, bij het hevige stormweder op den 12 ll des middags tusschen 12 en 1 ure achter het dorp de Koog alhier verbrijzeld is, terwijl geene der daarop zich bevindende manschappen zijn kunnen gered geworden, maar allen den dood in de golven hebben gevonden.

Volgens gewoonte zijn de aankomende wrakstukken dadelijk gesteld worden de beheering van dan Opperstrandvonder, die zulks dan ook ongetwijfeld behoorlijk zal verantwoorden.

Met den besten wil derhalven is het mij niet mogelijk ten dezen aanzien eenige dadelijke hulp te kunnen bewijzen. Wanneer de lijken aanspoelen worden dezelve oogenblikkelijk op eene behoorlijke wijze begraven, hiervan kunnen de nagelaten betrekkingen verzekerd zijn. Tot dusverre is hiervan zulks het geval niet.

N 52 Gouverneur 18-2-1836 C.C. Bakker f 1650

N 53 BM Helder 19-2-1836 Willem Auer of Pronk [hier niet bekend]

N 54 Gouverneur 19-2-1836 Geene kinderen naar Maatschappij van Weldadigheid

N 55 Command: Kenau Hasselaar te N. Diep 22-2-1836

[Dank voor surveillance enz Haringvisscherij]

N 56 Gouverneur 22-2-1836 rekest PJ de Garde

N 57 BM Helder 24-2-1836 huwelijksbeloften FJ Veen en NJ Kooger

N 58 25-2-1836 Wind- en Lammertiende

[Hier geen oude papieren] aan het domeinbestuur afgegeven, en onder de administratie der Domeinen te Amsterdam zijn overgebragt.

N 59 Hoofd Controleur van de waarborg van N Holland Amsterdam 25-2-1836

Dat alle de by dezelve voorgestelde vragen, voor zooverre deze Gemeente betreft, door mij ontkennend moeten worden beantwoord.

N 60 BM Callantsoog 25-2-1836 geboorte exctract van Cornelis Roeper

N 61 Luit Kollonel Komm: het Depot der 2e afd Infanterie te Alkmaar 25-2-1836

Dat voor zoo verre mij met zekerheid bekend is, van de personen welke met het Hoekerschip van Vlaardingen in de nabijheid van dit Eiland zijn verongelukt, geene zijn aangespoeld, echter is alhier eenige dagen geleden op onze kust een lijk aangespoeld in visschermanskleeding; edoch daar de bemanning van gemelde Hoeker alhier bij niemand persoonlijk bekend is, kunnen natuurlijker wijze die Lijken in geval van aanspoeling niet worden herkend. En is het om deze reden dat ik de Eer heb UEdGestr te kennen te geven, dat ik in de volstrekte onmogelijkheid ben om aan UEdGestr verzoek in deze te kunnen voldoen.

N 62 BM Kattendijke Zeeland 25-2-1836 geboorte attest van J. Bruinsoft

N 63 BM Helder certificaat G. Kooger en AP van der Wijk

N 64 Gouverneur 4-3-1836

Dat de bedoelde Arie Bakker zich alhier heeft bevonden van af de Maand July ll tot 9 February daaraanvolgende, als wanneer hij vertrokken is naar Terneuzen.

N 65 Komm: enz 4-3-1836 B. Vlaming

N 66 Grietman Woenseradeel 4-3-1836 doodextract Gadse Jacobs Nadema of Kassen Jacobs

N 67 Komm: van het 1e Batt: 3e afdeeling NH Schutterij te Hoorn 5-3-1836 Ik heb de Eer UEdGestr bij dezen te doen geworden, een doopcedul van J. Koorn, alhier overleden, benevens zijne Schutterskleeding en Equipementstukken, alles zoodanig als dezelve bij hem gevonden zijn.

N 68 Gouverneur 7-3-1836 cert.

N 69 Gouverneur 7-3-1836

Ordonnantie wegens te veel gestorte Verplegingskosten van personen in de Kolonier der Maatschappij van Weldadigheid over 1834 ad f 29.38 ½

N 70 Ontvanger Registratie 8-3-1836

N 71 Gouverneur 11-3-1836 Voorzaten Egidius Timmerman

Dat het my is gebleken, dat de personen van Klaas of Johannes Timmerman nimmer alhier gewoond hebben of gehuwd zijn.

N 72 BS Hage 12-3-1836 doopcedul Johan Klein 3-6-1807 RC

N 73 boekhouder Kadaster 12-3-1836

N 74 dezelven 12-3-1836

N 75 idem

N 76 Gouverneur 13-3-1836 schutterij

N 77 BM Helder 14-3-1836 NM

N 78 Ontvanger Registratie te Texel 14-3-1836

Dat voor Zoo verre mij bekend is, de personen van Salomon David Swaab en Ephrahim Lemon, binnen deze gemeente geene roerende of onroerende goederen bezitten noch achtergelaten hebben.

N 79 Gouverneur 14-3-1836 Zetters

N 80 President Militieraad Alkmaar 17-3-1836

N 81 Gouverneur 17-3-1836 NM

N 82 Gouverneur 19-3-1836 Rekest M.J. de Wijn

N 83 Circulaire onderwijzers 18-3-1836 bevoegdheden

N 84 Gouverneur 19-3-1836

Berigt ontvangst ordonnantie A. Former f 100.-

N 85 Gouverneur 19-3-1836 NM rekest Jan Troost

N 86 Gouverneur 23-3-1836 Kadaster

N 87 Controleur Rijksbelastingen Helder 24-3-1836 verplaatsing kantoor

N 89 Boekhouder kadaster 24-3-1836

N 90 Comm: enz te Haaarlem 25-3-1836 NM

Heinrich Wilhelm Salzman plaatsvervanger van Maarten de Wijn, buitenzeeman

N 91 Gouverneur 25-3-1836 onkosten staatsblad

N 92 Gouverneur 30-3-1836

N 93 Gouverneur 30-3-1836 Kadaster

N 94 President Militieraad 2-4-1836

N 95 Gouverneur 6-4-1836 NM

N 96 Gouverneur 7-4-1836 onderzoek gem: Kas

N 97 Gouverneur 8-4-1836 cert.

N 98 Gouverneur 9-4-1836 Rekest Jacob Buijkes

N 99 Gouverneur 11-4-1836

Bij dezen f 22.50 zijnde het provenu der Intekening op een Toneelstuk ten behoeve van den Kanonnier Van de Boll

N 100 Grietman Woenseradeel 12-4-1836

Bij dezen intezenden de kwitantie, der bij mij ontvangen alimentatiegelden en begraafkosten van G. Nadema ad f 29.45

N 101 12-4-1836 Aan de Burgemeester van Goes, onderstandsdomicilie van Jacob Bruinshoft

Geen lidmaat zijnde van eenig Kerkgenootschap, als zijn de hij van April tot October 1835 in den alhier nieuw ingedijkten polder werkzaam geweest, doch sedert zich gesneden en daarop ten gevolge het bijkomen der verstuiking van zijnen voet, dat hem schier geheel belet te loopen, van af den 2 Maart ll door het voornoemd Gesticht opgenomen en verpleegd.

[Zal nog wel duren. Kosten komen volgens de wet van 28-11-1818 Art. 7 ten laste van UEdAchtb Gemeente, hier blijven of naar uw Gemeente? kennis geven, kosten buiten de Medische kosten 50 Cents per dag].

N 102 Gouverneur 13-4-1836 Schutterij

N 103 13-4-1836 Vaccinatien

N 104

N 105 13-4-1836 Aan de Burgemeester van Kollum, onderstand Jannetje Hamsbeck,

Dat sedert den 26 January ll zich bevindt in het Gesticht van Weldadigheid dezer Gemeente ter verpleging zekere Jannetje Hamsteck, huisvrouw van Lammert Wolf, een vreemdeling (als afkomstig uit Oost Vriesland te Norden), en wel ten gevolge eener zware ziekte, waardoor hare opneming, en geneeskundige behandeling gebiedend noodzakelijk werd.

Tot heden intusschen bevindt zich deze vrouw in dat gesticht, en nog altoos is hare kwaal (de waterzucht), ofschoon merkelijk beterende, niet weg genomen, hetwelk dan ook volgens verklaren der geneeskundige, nog eenigen tijd kan aanhouden.

[Heeft sedert 27 jaren zoo zij zegt in UEdA Gemeente gewoond en is aldaar in 1830 of 1831 tot Lidmaat der Hervormde Gemeente aangenomen. Declaratie volgt].

N 106 Directeur Generaal der Marine te S' Hage 15-4-1836 soldij schepelingen

N 107 Ontvanger registratie te Texel 15-4-1836 buitenlands overledenen

N 108 16-4-1836 Ontvanger der Registratie te Texel, Justitie kosten

intezenden de beide certificaten betrekkelijk den financiele toestand van de gecondemneerden

Giel Duinker.

N 109 Gouverneur 18-4-1836 patentbladen

N 110 Gouverneur 19-4-1836 rekest J. Troost

Vrijstelling zoon Hendrik, verzoekt de bijlagen te mogen terug hebben, alzoo hij de nutteloosheid erkent als niet op den by de wet bepaalden tijd en wijze ingediend.

N 111 Gouverneur 19-4-1836 cert.

N 112 BM Helder 19-4-1836 doopcedul Josephus Fluksch

N 113 Komm enz 19-4-1836 NM

N 114 Waterschout Amsterdam 19-4-1836 NM

N 115 Gouverneur 25-4-1836 cert.

N 116 Gouverneur 26-4-1836 NM Hendrik Troost

De vader heeft na zich overeenkomstig de voorschriften der wet binnen 8 dagen met zijn reklame in hooger beroep tot HEGA HH GS te hebben gewend, en bij welke hetzelve thans in overweging is, zich bovendien tot ZM den Koning vervoegd op den 24e ll en Hoogst denzelven in persoon en bij geschrifte tevens bekend gemaakt, met de bijzondere omstandigheden, tengevolge waarvan hij zijne beide eenige Zonen tot den dienst der NM zal zien opgeroepen, terwijl het mag geloofd worden dat deze zaak spoedig zijne volkomene beslissing zal hebben.

[Troost vroeg BM Texel om een goed woordje]

In aanmerking van de wezenlijk omgelukkige toedragt van Zaken voor den Rekestrant, heb ik gemeend geene zwarigheid te kunnen maken, dat verzoek ter kennisse van Uwe Ex: te brengen.

N 117 Gouverneur 27-4-1836 cert.

N 118 Gouverneur 27-4-1836 NM

N 119 Gouverneur 27-4-1836 Tabellen van Instellingen voor Liefdadigheid

N 120 Onderdirecteur der Marine te Willemsoord 28-4-1836

Teunis Visser staat bekend als een braaf jongmens op wiens gedrag niets te zeggen valt.

N 121 BM Helder 29-4-1836 NM

N 122 Komm: te Amsterdam 29-4-1836

N 123 30-4-1836 Gouverneur, Rekest ingezetenen Hoorn

Rekest van Loodschippers, Loodsen, Visschers en verdere Inwooners van het dorp de Hoorn-

Dat ik over het algemeen niet anders kan dan erkennen dat hetgeen de rekestranten, in hun verzoekschrift aanvoeren, der waarheid overeenkomstig is.

De ligging van den Hoorn maakt het tot behoud van dit dorp zeer noodzakelijk, dat er steeds eene gelegenheid blijve bestaan om voor de vaartuigen aldaar veilig te kunnen liggen, en ditzelfde heb ik meermaalen de Eer gehad Uwe Excellentie optemerken, onder andere bij mijne Missive van den 7 November 1829 N 117.

Intusschen hoe wezenlijk de bezwaren der rekestranten ook zijn, zoo vrees ik dat HEGA ook bij den besten wil zullen van oordeel zijn, aan dit gedaan verzoek ook om der kosten wille niet te kunnen gehoor geven. Zoude echter de mogelijkheid niet bestaan om over dit onderwerp in onderhandeling te komen, met het Departement van Marine, op grond dat bij ZM besluit van den 5 July 1835 (Staatsblad N 21) waarbij is gearresteerd het bijzonder Reglement van het Loodswezen voor de Zeegaten van Texel Art. 7 &a is bepaald, dat aan de Stranden zullen zijn gestationeerd 4 Loodsschuiten voor welke men derhalve ook eene geschikte Legplaats mag verwagten, te meer daar men gewisselijk beweren mag dat geen punt van dit Zeegat beter geschikt is, allen tijde met Spoed & Succes in Zee te komen tot hulp en berging van Schepen en menschen, weshalve het van volstrekt belang is, dat op dit punt een geschikte gelegenheid, die echter van zeer geringe omvang zoude behoeven te zijn, blijve bestaan, voor alle andere, maar speciaal ook voor de Loodsvaartuigen-

En welligt dat er op die wyze termen zouden zijn en geoordeeld worden, om in dat bezwaar, waarvan de kosten wel altoos het wezenlijkste zullen zijn, door het algemeen bestuur hetzij geheel hetzij ten deele te doen tegemoet komen, en als zoodanig neem ik de vrijheid deze rekestranten verzoek gunstig bij Uwe Excellentie aan te bevelen.

N 124 Gouverneur 2-5-1836 kadaster

N 125 Kommandant van het 1e Battaillon 3e Afd: NH Schutterij te Hoorn 2-5-1836

Willem Jan Kikkert

Ik heb de Eer UEdGestr kennistegeven dat mij heden is vertoond een bewijs afgegeven door den Waterschout te Amsterdam op den 19 April ll, teneinde daarvan aanteekening in de Registers van den Burgerlijken Stand te doen, behelzende: dat aan boord van het Barkschip 'Theodora en Sara', kapitein Schut, op reis van Batavia naar het Vaderland, zich als Opperstuurman bevond Willem Jan Kikkert (als schutter tot UEdGestr Battaillom behorende), en dat gemelde persoon op den 25 Februarij ll is overboord geslagen en verdronken.

Door zijn nagelatene Weduwe wordt verklaard dat hij geene militaire goederen in zijn bezit had, dat hij kort na zyne in diensttreding, wierd gedetacheerd by de Marine, en vervolgens wederom by het Battaillon is ingedeeld geworden, zonder dat aan hem by die nadere indeeling eenige Kleeding of wapenen zijn ter hand gesteld.

[Databank: Willem Jan Kikkert (1805-1836), zoon van Abraham Reijersz Kikkert en Henderina Willems Romans (beiden overleden voor hun zoon), getrouwd met Dieuwertje Koorn, volgens de Waterschout te Amsterdam 'overleden in de kapiteinshut varende in de Spaansche zee'].

N 126 5-5-1836 NM cert.

N 127 Gouverneur 5-5-1836 onvoorziene uitgaven

Waaronder onvoorziene kosten betrekkelijk de inpoldering van het Eijerland f 486,22 waarvan in 1834 bij de begrooting natuurlijker wijze geene rekening konde gemaakt worden.

N 128 Gouverneur 5-5-1836 Schutterij

N 129 Gouverneur 9-5-1836 NM

N 130 Gouverneur 9-5-1836 NM J. Troost

N 131 Ontvanger Registratie te TX 9-5-1836

N 132 Plaatselijke School Commissie 10-5-1836 vaccine

anderhalve bladzij vaccinaties, besmetting met koepok en natuurlijke kinderziekte

N 133 Ontvanger Registratie te TX 10-5-1836 Johannes de Vries

N 134 Gouverneur 12-5-1836 A. Bakker

Uit Eierland voortvlugtig met bijzit en kind naar Harlingen 2 bld.

N 135 13-5-1836 Burgemeester Goes alimentatie

J. Bruinsoft is naar Amsterdam vertrokken, ten einde in het Gesticht dier stad nog eens te zien of de uitstekende chirurgicale hulp aldaar voorhanden, welligt hem nog het geheel gebruik van zijne voet zoude kunnen doen terug bekomen.

[Anders gaat hij naar Goes terug. Hij is nu in zoo verre hersteld dat hij althans op een paar krukken zich kan bewegen. Met declaratie van kosten].

N 136 11-5-1836 Aan de Grietman van Kollum

Dat Jantje Hamsbeck dezer dagen in zoo verre hersteld is, dat zij zich weder tot haren man heeft kunnen begeven. [Zij dacht niet dat het nodig was naar Kollum te gaan. Met declaratie].

N 137 Gouverneur 13-5-1836 A. Bakker- vlucht van Eijerland naar Harlingen

N 138 Gouverneur 13-5-1836 Schutterij

N 139 Gouverneur 16-5-1836 Schaapvee

Dat de prijs van oude schapen is geweest over 1834 gemiddeld f 7.-

Over 1835 f 3.50 tot 4.-

Lammeren over 1834 3.50 tot 4.25

1835 2.40 tot 2.75

Wol gewasschen 1834 1.40 tot 1.60

Ongewasschen 1834 1.- tot 1.20

Gewasschen 1835 1.20 tot 1.40

Ongewasschen 1835 -.75 tot -.90

De uitvoer van Wol in in 1835 minder geweest dan in 1834, uithoofde het Schaapvee in de laatste Jaren sterk is aangefokt, en zeer gezond is gebleven. Oude Schapen zijn in 1835 veel minder afgevoerd dan in 1834 en wel p.m. 1500 stuks, de reden hiervan lag in de lage pryzen die de boeren afschrikten.

Het resultaat na een en ander is dat in 1835, de pryzen van Schaapvee en Wol mindere waren dan in 1834 doch desniettemin altoos goed bleven, terwijl zy opheden weder merkelyk hooger staan en over het geheel het mij ten aangename pligt is Uwe Ex: te mogen opmerken, de Schapenfokkery en wolcultuur zich alhier in bloeijenden toestand bevinden.

N 140 16-5-1836 Stierenkeur

N 141 Gouverneur NM

N 142 18-5-1836 Gouverneur

Dat de Loteling Jan Veenstra uitlandig is op eene reize naar Oost Indien, waarschijnlijk in Julij terug.

N 143 Komm: Groningen 19-5-1836 Schutterij Ripke Hendriks Beukema

N 144 BM Wieringen

N 145 Ontvanger Rijks middelen te TX 30-5-1836 grondbelastingen

N 146 BM Gemert 31-5-1836 S. Lely en D van Stiphout

N 147 Gouverneur 31-5-1836 cert.

N 148 en 149 1-6-1836 vaccine

N 150 1-6-1836 Burgemeester van Vianen, Wouter Herbey

Naar aanleiding eener bij mij gedane kennisgeving van H: H: Directeuren van het Gestigt van Weldadigheid alhier, heb ik de Eer UEdA te melden, dat op den 29e Mei ll in het voornoemde Gesticht, is opgenomen geworden ter herstelling en verpleging, zekere Wouter Herbey, oud 27 Jaren, volgens opgave geboortig van en zijn domicilium van onderstand hebbende binnen UEdA gemeente, behoorende tot de Hervormde Kerk aldaar.

Hij heeft het ongeluk gehad, terwijl hij als arbeider alhier op Eijerland werkte, den voet zoodanig te branden door heet water, dat hij geneeskundigen hulp behoefde.

De rekening van onderhoud in voornoemd Gesticht die (behalve de geneesmiddelen zelve) voor verpleging en geneeskundige dienst 50 Cents daags belopen, zal ik de Eer hebben UEdA nader optegeven.-

N 151 B & W Amsterdam 2-6-1836 Beurtveer Amsterdam-Texel

Nieuw Reglement

N 152 Gouverneur 2-6-1836 Gemeente Rekening &a

N 153 3-6-1836 Grietman en assessoren Kollum

Over de betaling voor J. Hamsbeck, daarvan de voldoening te mogen erlangen.

N 154 BM Aerdenburg Zeeland 6-6-1836

N 155 Agent voor het Domein te Alkmaar 10-6-1836 Houtbosch van Simon Kikkert

N 156 10-6-1836 Burgemeester van Vianen

Onderstand van Pieter van Zeyl (44) in het Gesticht

Dat op den 7e dezer in het Gesticht is opgenomen geworden ter herstelling en verpleging zekere Pieter van Zeyl, oud 44 Jaren, geboortig van en gedomicilieerd te Vianen, van Hervormde Ouders, doch zelve geene belijdenis hebbende afgelegd.

N 157 Boekhouder Kadaster 11-6-1836

N 158 Ontvanger Registratie Texel 11-6-1836 H.L. de Wijn

N 159 Ontvanger Registratie Texel 11-6-1836 Schepelingen

N 160 BM Goes 11-6-1836 Goes heeft f 56.21 betaald voor J. Bruinsoft

N 161 Gouverneur 13-6-1836 schutterij

N 162 Gouverneur 14-6-1836 ordonnantie f 340.- R.S. Smit

N 163 Gouverneur 14-6-1836 Rekest RC Gemeente Oudeschil

N 164 15-6-1836 Invitatie aan JL Kikkert tot x bij de loting der Schutterij

N 165 16-6-1836 Predikanten en Pastoors

Bidden voor de tederbeminde schoondochter des Konings Marianne, Princes Frederik der Nederlanden

N 166 Gouverneur 16-6-1836 11 bladzijden post en postschippers

Het is Uwe Excellentie bekend, dat de dienst der posterij tusschen dit Eiland en den vasten wal, uitsluitend wordt waargenomen door twee schippers met derzelver vaartuigen, van welke de een van Texel, de brieven, zoo van Texel als van Vlieland en Terschelling naar de vasten wal brengt, terwijl de ander dezelve van daar naar hier overvoert.

Oorspronkelijk was deze dienst ook en wel hoofdzakelijk ingerigt, om de namen en tijdingen optenemen en de brieven aftehalen van alle de uit Zee ter Rheede van Texel ten anker komende Schepen, en waaruit alzoo de Zeeloodsen ten dienste van het Zeevarend en handel drijvend publiek werden Zamengesteld, terwijl ook, zoolang de uitvarende Zeeschepen ter Theede van Texel lagen, de postschuit de van den vasten wal komende brieven dagelijks bij elk derzelve aan boord bagt.

Het overvoeren van passagiers, was van ouds her aan dezelve opgelegd of althans vrijgelaten tegen betaling van 40 cents per persoon, terwijl voor het overige aan elke postschipper steeds werd en nog heden ten dage wordt toegelegd eene Som Jaarlijks van f 14 of f 1500.-

Het daarstellen intusschen van het Noord Hollandsche Kanaal, heeft op het bedrijf dier schippers eenen belangrijken invloed uitgeoefend.

Terwijl toch vingen zij een aantal schepen ter Rheede van Texel liggende, te bezoeken hadden, tot een der voorgemelden einden, komen tegenwoordig alle die Schepen, dadelijk in het N. Diep. Ja is het eene zeldzaamheid geworden zoo het nog gebeurt dat de postschuit heen of terug een ter Rheede liggend schip aan boord gaat leggen, waar van alzoo eene merkelijke groot gemakt voor die postschippers en mindere Slijtagie het onwedersprekelijkst gevolg zijn moet.

Dit meer gemak intusschen in den dienst, heeft geene grootere activiteit te weeg gebragt, en ook is in het zoo even opgemerkte tot regt verstand van zaken te hebben doen voorafgaan, dat ik alsnu de vrijheid neem, meer bepaald tot het oogmerk dezer overtegaan en het belang te ontwikkelen dat de dienst in het algemeen en deze Gemeente in het bijzonder er bij heeft dat de aldus bestaande posterij tusschen dit Eiland en den Vasten Wal eene nadere en aan den tegenwoordigen tijd overeenkomstige herziening onderga.

Vooreerst, is het eene reeds dikwijls bij mij ingekomene klagt, en waarover ik ook vaak den alhier aanwezige Commis belast met het Expeditie kantoor heb onderhouden, dat de postschuiten zeer dikwijls niet zelve den dienst waarnemen, doch die door middel eener visschuit uitvoeren, of dat er slechts één, in plaats van twee, zoo als dit behoort, in de vaart is. Dit geschiedt nu eens om passagiers voor extra belooning van den vasten wal naar Texel of terug overtevoeren, dan wederom om eene vracht waartenemen naar de Eilanden, naar Harlingen of elders, en dan eindelijk om den dienst tijdelijk voor den zoogenaamden klaarmaker waartenemen, of ook wel om bij stranding of vissching van Schepen en goederen, daarbij tot berging derzelve tegenwoordig te zijn, doch hoe verschillend ook die naturen zijn, allen komen daarin overeen, dat het diensten zijn voor welke de postschuiten niet zijn daargesteld, welke eene extra belooning, voor de postschippers opbrengt die andere alhier aanwezige schippers en Zeelieden als voor de mond wordt weggenomen, en waardoor hetgeen het slimst is, de publieke dienst ernstig lijdt, daar niet alleen hierdoor de aankomst en verzending der brieven niet zoo snel en geregeld plaats vindt als wel zoude kunnen en mitsdien behooren te geschieden maar waardoor ook alle de Gouvernements en particuliere brieven, vaak met zeer aanzienlijke Sommen bankpapier bezwaard, worden overgelaten en toevertrouwd aan menschen en vaartuigen als tot dat einde soms beide volstrekt even ongeschikt, en die althans bij het Gouvernement niet verantwoordelijk of bekend staan.

Ten anderen, is het eene dikwijls bij mij ingekomene klagt, over den hoogst onregelmatigen tijd van varen der voornoemde postschippers, en de volstrekte willekeur van welke zij den passagier afhankelijk maken.

Nog gisteren bij voorbeeld weet ik dat de postschuit gevaren is ten half Twee ure, terwijl volgens tijdrekening dezelve te 10 uur behoorde te varen. Wat meer, eene fatsoenlijke vrouw dezer Gemeente, die met hare nog twee zeer jonge kinderen zoude op reis gaan, wier rijtuig haar te N Diep tegen 10 a 11 ure was wachtende, moest zich getroosten in eenen ellendige herberg op den Haven al dien tijd te wachten, ofschoon nog wel Zij den vorigen dag van de postschipper Zunderdorp de verzekering had ontvangen, dat hij te 12 ure zoude vertrekken, en op hare zeer billijke klagt daarover ontving zij het van dien man gebruikelijk antwoord, dat het beter was dat de passagiers op den Schipper dat deze op geenen moest wachten, op eenen anderen tijd weder, varen zij merkelijk wat goed dan men met reden kan verwachten, waar van dan het welk nu dooreen van alle brieven dien dag, het onvermijdelijk gevolg is, en zoo zoude ik talloze voorbeelden kunnen bijbrengen.

Deze willekeurige en ongeregelde handelwijze alzoo is van het hoogste belang dat onverwijld en voorgoed ophoude, doch buiten deze omstandigheid, die Uwe Ex: zich dat naar eene herstelling van orde en pligt, dan wel nog eenen directgever by bereiding is, ware het zeer te wenschen, dat tevens de aandacht van het Gouvernement gevestigd word op die punten alswelke de veranderde tijdsomstandigheden met zich brengen.

Immers wanneer men in acht neemt de verbazende verbeteringen die ten aanzien der Communicatie hebben plaatsgehad, hoezeer alles wordt in het werk gesteld, ten einde de vervoer van passagiers steeds sneller en gemakkelijker te doen plaatshebben dan is het eene treurige opmerking dat dit aangelegen punt alhier ter plaatse nog in den zelfden ellendigen toestand is als van 100 en meerder Jaren, het geval was, daar het bij het minste slecht of regenachtig weder zelf in het beste Jaargeij, voor een slechts tamelijk welgesteld persoon, vooral voor eene vrouw al behoort zij tot de meerdere Standen, bijna ondoenlijk is de overtogt met de postschuit te doen, zonder zich aan de grootste ruwheid van weer en wind of overstuivend Zeewater en den regen bloot te stellen, en welligt eene ernstige Ziekte optedoen, daar toch de postschuit niet anders is dan een open vaartuig, van achteren met een klein roefje, dat men op handen en voeten moet inkruipen en waarin alleen menschen aan de Zee gewend en dan nog soms moeijelijk het eenigen tijd kunnen uithouden.

In dat vaartuig nu moet men, van wat rang of stand, sexe of ouderdom men ook zij, de grijsaard zoo wel als de Zuigeling, aan de borst, de gezonde en de zieke, staande of op een stuk plank zittende in de open lucht, een vaarwater en eene Rhede oversteken, dat minstens een Klein uur en zeer dikwijls 2 of 3 uren tijds vordert; terwijl slechts zelden het weder op die wijde watervlakte zoo kalm is, dat hetzelve voor passagiers dragelijk genoemd kan worden, maar meestal, stellig zeven achtsten deelen des Jaars eene gansch onaangename en voor de gezondheid zeer gevaarlijke overtogt daarstelt.

En toch, Excellentie, is dat zelfde ellendige middel van vervoer het éénige tusschen het vaste Land en eene Gemeente, die eene bevolking telt van ongeveer 5000 Zielen, terwijl zedert de indijking en in cultuur brenging van Eijerland, dit altoos reeds belangrijk Eiland zonder tegenspraak in waarde en belangrijkheid voor het Rijk nog verdubbeld is.

Die verdubbelde belangrijkheid alzoo van dit Eiland, Excellentie, en waardoor hetzelve met tallooze betrekkingen aan den vasten wal wordt vastgehecht, dat merkelijk meerder transport van passagiers, dat zoo wel aan de menigvuldige bezoekers van Willemsoord als later aan de nieuwe indijking van Eijerland is toeteschrijven, en welke het te voorzien is, dat elk Jaar bij de steeds toenemende behoefte alhier van verschillenden aard zal toenemen; de algemeene voortgang en ontwikkeling van beschaving, en van dien geest des tijds die thans meerder gemakkelijker kiezen wil, en vaak moet, dan voorheen het geval was, de geheele daarstelling van Willemsoord, dat met Texel in familie en in finaciele omstandigheden in tallooze betrekkingen staat-

Dit alles, Excellentie, doet het meer dan tijd zijn, dat deze aangelegenheid ernstig en zoo veel mogelijk in het diect belang van het algemeen zoo wel als van de Gemeente Texel en N Diep in het bijzonder, in betere toestand en meer overeenkomstig aan den tegenwoordigen stand van Zaken gebragt worde.

Eb dit vermeen ik, Excellentie, zoude niet moeyelijk vallen. Het middel daartoe zij mij alsnu nog vergund kortelijk te mogen voorstellen en tevens daarbij kortelijk en als bij Zamentrekking uit al het vorengezegde datgeene te mogen aanvoeren, wat in deze als noodzakelijk wenschelijk en zeer uitvoerlijk tevens door de bevoegde magt zoude kunnen worden verrigt.

1 Dat den bestaande postschippers die de voorgeschreven zich stipt te onthouden van alle andere diensten met hunne vaartuigen als alleen die tusschen de vasten wal en dit Eiland, terwijl in het nu en dan voorkomende geval dat een der postschuiten moet getimmerd of op de helling gebragt worden, zij te zorgen hebben dat gedurende dien tijd een ander geschikt vaartuig in dienst zij, zonder dat ooit die dienst met één vaartuig geschiede.

2 Dat zy alle mogelijke activiteit aan den dag leggen.

De postschipper C. Metz gedraagt zich zoo verre ik weet goed, de ander integendeel, Zunderdorp laat zeer veel te wenschen overig en verdient eene ernstige vermaning.

Mitsdien de postschuit, zonder het minste verwijl (het spraakt vanzelf met in acht neming van weer en wind) des morgens van het Nieuwe Diep en daartegen dagelijks zoo veel mogelijk op de volgens het tij te bepalen vaste tijden, en dan ook niet vroeger of later van Texel vertrekke.

3 Dat bijvoorbeeld van den loop van den Zomer de postschippers werden aangeschreven dat in hunne vaartuigen een behoorlijk ingerigte Roef worde gemaakt, zoodanig als hun zoude worden opgegeven op gelijke wijze als zulks bij de Zoogenaamde uitklaarders gedaan is, waardoor de passagiers voortaan het hoogstbelangrijk voorregt zoude hebben van ten minste tegen de guurheid des weders beveiligd te zijn en steeds of liever zeer dikwijls doornat worden van Zee of Hemelwater.

4 Dat het den postschippers bij voortduring word opgelegd passagiers te vervoeren van en naar den Vasten Wal en Texel en wel tegen eene verhoogde betaling van 70 Cents bv in den te bouwen roef en als vroeger 40 Cts voor hen die buiten denzelven achter verkiezen te blijven, terwijl hun tevens eene geschikte en betamelijke behandeling dier passagiers worde aanbevolen, waardoor alzoo speciaal worde verstaan het op den juisten tijd afvaren de dagorde zonder eenig het minst verzuim hoegenaamd.

Voor zooverre dit door hen mogt verlangd en door de bevoegde magt bestaanbaar geacht worden, is het plaatselijk bestuur van Texel bereid om de postschippers als zoodanig tevens als vaste beurtschippers voor dien dienst eene aanstelling te geven.

5 Dat den postschippers nog wierde opgelegd het doen van particuliere vracht van passagiers onder den titel van afhuring tusschen Texel en den vasten wal voor den prijs van f 5.-, wel te verstaan zonder dat de dagelijksche dienst daarbij immer kwame te lijden. Het geval komt echter zeer dikwijls voor dat zulks behoudens den dienst, kan waargenomen worden, en is dus en in het belang van het publiek en van de postschippers.

6 Dat ten slotte het dagelijks opzigt over de vaartuigen en het gedrag dier schippers wierde opgedragen, hetzij aan den Commies die met het postwezen alhier belast is, bij wien des noods eene betamelijke klagt konde worden kenbaar gemaakt, het zij aan wien anders- wanneer slechts den volkomen staat van willekeur ophoude die tot heden hieromtrent plaats grijpt.

En hiermede, Excellentie, meen ik vooreerst genoeg gezegd te hebben om dezelve met mij te doen instemmen het volstrekt noodzakelijke en zoo ik geloof zeer uitvoerlijke, eener gehele herziening van deze aangelegenheid, welke zoo ik mij niet bedriege, even eenvoudig en ligt daartestellen als hoogst belangrijk in goede gevolgen zal zijn. Immers het eenige waarvan hier de reden is, is naauwkeurige dienstbetrachting en den verbeterde inrichting der postschuiten voor de geheel veranderde behoeften van transport van passagiers buiten de minste bezwaren van het Rijk;- het eerste vereischte, slechts te worden gekend vlei ik mij ook oogenblikkelijk te worden daargesteld, het andere zal welligt eenige bezwaren bij de postschippers zelve vinden. Intusschen, Excellentie, is dit wezenlijk geen bezwaar daar ik verzekerd ben dat de zoo aanzienlijke prijsverbetering van vracht, van 40 tot 70 cents, welke zeker de meesten passagiers volgaarne betalen zullen, hun ampel en zeer ampel zal schadeloosstellen van de eerst te doene uitgave doch die eerst te doene uitgave weet ik wel vooraf zal bij die menschen die geene andere winsten kennen dan die zij oogenblikkelijk trekken, en van hunne onxxsbaarheid zoo zij meenen zoo tamelijk doordrongen zijn, nog al eenige tegenspraak wachten.

Dat men zich echter daaraan niet store, althans dat men dit Bestuur bekend make met die bezwaren zoo x dienst gaarne willen waarnemen.

Neen Excellentie billijke bezwaren kan ik niet denken dat er tegen zijn, en aan die welke uit vooroordeel hoofdigheid of blinde gehechtheid aan het Oude voortspruiten, behoort men zich niet te storen. Niets toch dat belangrijker is voor de industrie van het algemeen dan de bevordering van alle middelen van vervoer.

Uwe Excellentie, ik weet dit, is, evenzeer als onze geeerbiedigde Koning daarvan geheel doordrongen en daarom houde ik mij overtuigd, dat na deze uiteenzetting van de Zaak in kwestie, Uwe Excellentie volgaarne hare vermogende en enstige tusschenkomst zal willen doen gelden daarterplaatse waar zulks zal behooren ten einde aan deze voordragt eene gewenschte executie wierde verzekerd, en waar door in aan het algemeen en aan het bijzonder belang, eene zeer gewigtige dienst zal worden bewezen.

N 167 18-6-1836 Burgemeester van Vianen

Hierbij UEdAchtb te doen toekomen de twee staten van alimentatie en geneeskundige hulp aan Pieter van Zijl en Wouter Verby bewezen, terwijl ik de voldoening daarvan van UEdAchtb zal tegemoet zien. Een traite op Amsterdam of andere bekende stad zal mij als geld kunnen valideren.

N 168 Hoofdcontroleur van het Kadaster 8-6-1836

N 169 Bijzondere bewaarder voor het Kadaster Alkmaar 20-6-1836

N 170 ontvanger Rijksbel. Texel 20-6-1836

N 171 Gouverneur 22-6-1836 cert.

N 172 Controleur van het Kadaster 22-6-1836

N 173 Boekhouder Kadaster 22-6-1836

N 174 dezelfde 23-6-1836

N 175 President Regtbank van 1e aanleg Alkmaar 24-6-1836 BS

N 176 Gouverneur 24-6-1836 RC Geestelijkheid

Pastoor Oudeschild

N 177 Luit Kolonel enz 25-6-1836 HR de Boer

N 178 25-6-1836 Burgemeester van Vianen

Naar aanleiding van UEdAchtb missive van den 20e dezer N 126, een nieuw onderzoek hebbende doen instellen naar het onderstands Domicilium der persoon over wien ik de Eer had UEdAchtb den 1e dezer N 150 te schrijven, is het mij gebleken dat dezelve zoude genaamd zijn Wouter Verhey, oud 28 Jaren, geboren te Vianen, alwaar hij ook nog eene moeder, zusters en broeders en Tante heeft woonen.

UEdAchtb van deze nadere opgave informerende, zal het mij aangenaam zijn te mogen vernemen of deze persoon werkelijk in UEdAchtb Gemeente gedomicilieerd is, en in dat geval de reeds aangevraagde vergoeding tegemoet te zien, dien ik niet twijfel of UEdAchtb zal hebben ontvangen bij mijne missive van den 18e dezer N 167.-

N 179 Burgemeester van Scheemda 25-6-1836

Dat HH Regenten van het Algemeen Armgesticht alhier de kosten van f 14.40 van HH Diaconen van Westerlee zullen tegemoet zien en betalen.

Dat intusschen zij vriendelijk verzoeken aan HH Diaconen te Westerlee niet verder overtegaan met de bewuste uitdeeling, daar M.P. Meis eene persoon is, die van zoodanige gunst ongetwijfeld misbruik maakt en ook dezelve volstrekt niet verdient enz, doch uit hunner naam aan haar Meis, te zeggen dat Zij onderstand behoevende, zich onmiddelijk met haar kind of zonder herwaarts heeft te vervoegen alwaar gezorgd zal worden zoo met voor haar volgend onderhoud als tevens dat zij voortaan zulke grove misstappen niet weder bedrijve, als die tot heden ter haar laste liggen. Welligt dat zij niet verkiest van die uitnoodiging gebruik te maken, na alweer aldaar haar fortuin te zoeken, dit zullen wij dienen afte wachten.

N 180 27-6-1836 Gouverneur Onderstand Giel Duinker, anderhalve bladzijde

Giel kan niet betalen, zeker niet nu hij sinds Junij opgesloten is in Amsterdam

Doch Uwe Ex: veroorlove my tevens optemerken, dat alle schynstrydigheid der door my in April en Juny gedane opgaven dadelijk wordt weg genomen by de overweging, dat by het eerste certificaat Giel Duinker op vrye voeten en in dadelyksche verdiensten was, terwyl hy in Juny tydens de afgifte van het tweede Certificaat opgesloten was in het huis van Arrest te Amsterdam, en het was dus volkomen waar wanneer ik in het eerste geval verklaarde, dat hy, by goede wil, het verschuldigde zoude kunnen betalen, en in het tweede geval dat hij volstrekt onvermogend was daar hij juist in dien tusschentijd het eenige middel tot betaling zyne persoonlyke vryheid verloren had.

Nog duidelyker trouwens valt de overeenkomst der beide Certificaten in het oog, wanneer men in acht neemt dat reeds in het Certificaat van April door my op de vragen "of de lyfsdwang met eenig gunstig gevolg zoude kunnen worden toegepast" ronduit met Neen en op de volgende "of de veroordeelde zoodanig onvermogend was, dat er zonder verlies van kosten voor het Ryk geen vervolgingen tegen denzelven zoude kunnen ondernomen worden" met Ja is geantwoord; inderdaad de vergelyking tusschen deze antwoorden, en die van myn volgend Certificaat zal zoo ik my niet zee bedriege my van alle ongelykheid te dien aanzien vrypleiten.

Ik meende aan de Eerbied voor Uwe Ex: deze zoo ik my vleie voldoende regtvaardiging verschuldigd te zyn, terwyl ik op nieuw de verklaring aflegge zoo mogelyk nog meer dan voorheen, de uiterste naauwkeurigheid te zullen betrachten in de beantwoording dier vragen ten einde Uwe Ex: zoo veel doenlyk met den financielen der zoodanigen voldoende bekend te maken.

N 181 27-6-1836 Gouverneur

F 119.27 Kolonien der Maatschappij van Weldadigheid

N 181a 28-6-1836 Aan de HH Opzieners der Israelitische Godsdienst te Helder, onderstand krankzinnige Annetje Jacobs

Naar aanleiding van het verzoek my op heden gedaan door Lucas Schagen, in huwelijk hebbende Annetje Jacobs, zijnde van geboorte en belijdenis eene Israelitische tot Uwen Kerk behoorende, geef ik my de Eer UEerw medetedelen, dat deze vrouw zich in eenen Staat van volkomen Zinneloosheid schijnt te bevinden, die haar voor de rust van haar huisgezin en zelfs der maatschappij, hoogst gevaarlijk maakt, zoo zelfs dat het volstrekt noodzakelijk zal zijn, haar ten spoedigste in verzekering te brengen, waartoe echter overeenkomstig het KB van 12-2-1814 Staatsblad N 25, een besluit der Regtbank van Alkmaar zal benoodigd zijn.

Daar echter de Echtgenoot of naastbestaanden dier vrouw voor dat welligt eenigzins duurzaam onderhoud onvermogend zijn, zoo zal het kerkgenootschap waartoe zij behoort, volgens de bestaande verordeningen op dat stuk dienen tusschenbeide te treden. Bij voorraad heb ik die maatregelen genomen die ik in het algemeen belang dezer Gemeente heb dienstig geoordeeld, doch verzoek UEerw alsnu onverwijld mij te willen mededeelen wat verder door UEerw verlangd wordt dat in dezen geschiede.

[Lucas Schagen (1799-1882) van Oudeschild, zoon van Willem Albertsz Schagen en Roelofje Jans Veen (de ouders stierven op 17 en 18 augustus 1833). Getrouwd op 12 september 1830 met Antje Jacobs. Er waren al 4 kinderen geboren, Antje (1826-1829), Jan (1828, 2 weken), Geertje (1829-1913) en Jan (1830-1918). Na de bruiloft kwamen nog Antje, Antje, Roelfje, Grietje en Willem. Antje Jacobs was een dochter van Jacob Abrams en Marianne Abrams. In 1830 en 1852 was ze koopvrouw.

Jan trouwde met Maartje Veen, Antje met Philippus Veen, Roelfje met Gerrit Former en Willem met Trijntje van der Sterre, later met Dirkje Keizer. De beide Veens waren broer en zus, kinderen van Melle Veen en Jannetje Zegel]

N 182 BM Helder 23-6-1836 brief bezorgen

N 183 Gouverneur 29-6-1836 cert.

N 184 Gouverneur 30-6-1836 Gemeenterekening


Home