Brievenboek 1864-1871


Brieven uitgaand 2, November 1864- eind 1871 boek 349

Voor het eerst werd een moderne techniek gebruikt voor het dupliceren van teksten: carbonpapier. Nooit meer alles met de hand overschrijven. Helaas zijn de doorslagen vrijwel onleesbaar en niet te fotograferen. Vanaf hier dus alleen door mij handgeschreven aantekeningen van brieven die mij interesseerden, zonder nummering.

12-11-1864 Idem Johanna Woesthoff f 1,50 gemeente Hoorn, daar geboren 16-10-1825

23-11-1864 Hebben wij van de Vader de toestemming gevraagd om zijn zoon Pieter Verberne, welke in het Gesticht van Weldadigheid wordt verpleegd, xxx in Zijne Majesteits dienst te doen overgaan. Het berigt dier toestemming en zijne geboorteacte hebben wij de eer UEdG ten deze aantebieden.

Genoemde jongeling gaat nu morgen op reis en zal behalve de kleederen welke hij aanheeft nog eene verschooning bij zich hebben. Xxx Die jongeling aan Uwe bescherming verder aantebevelen.

2-12-1864 Aan den Heer Officier van Justitie

Benoemd tot Burgemeester de Heer Dirk Cornelis Loman.

Dirk Cornelis Loman (1828-1903) zoon van Jan Christiaan Loman en Catharina Maria Stoop.

Getrouwd met Maria Kievit (1834-1917) op Texel. Kinderen Cornelis (1855-1902), Jan Christiaan (1856-1913) en Johannes Bernardus (1862-1908).

Maria Kievit was geboren in Stellendam, ZH, dochter van Cornelis Kievit en Kaatje Grootenboer.

Hij was landbouwer in de Zijpe, bij de aangifte van zijn kinderen was hij landman (1855), landbouwer (1856, 1862); van 1864-1888 Burgemeester van Texel, directeur van een hypotheekbank (1896). Op Texel was hij boer op 'Ruimzicht' in Eierland; van 1864-1888 burgemeester van Texel; lid van de Provinciale Staten van Noord-Holland, daarna directeur van een mij. voor Hypothecair Crediet te 's-Gravenhage, alwaar hij ook woonde.

3-12-1864 Aan Burgemeester en Wethouders van Hoorn

Dat Albert de Boer, gehuwd geweest met Johanna Woesthoff, den 22-3-1863 is overleden,

dat gemelde Johanna Woesthoff heeft een kind dat 12 jaren oud is, doch nog niets kan verdienen, dat zij van de RC Gemeente, waarbij zij behoort, niets kan genieten, om de eenvoudige reden dat die gemeente niets bezit, als alleen bestaande uit eenige arme ledematen in de polder Eijerland wonende, en eindelijk dat de vrouw zelf niets kan verdienen, als daarin verhinderd wordende door lijden aan een kwaal in de keel. Wij blijven daarom de vrouw bij UEd aanbevelen.

5/6-12-1864 Aan B&W van Beilen

U te verzoeken de persoon van Jantje Bakker zoo spoedig mogelijk naar hier te willen opzenden, met de reisgelegenheid welke daarvoor het geschiktst en goedkoopst is, zullende de voorschotten dienaangaande, door ons worden gerestitueerd.

7-12-1864 Aan Zijne Excellentie de Commissaris des Konings in Noord Holland

Adres van Cornelis de Ridder in mijne handen gesteld om berigt, consideratie en advies,

dat omdat er reeds meer vergunningen tot het vangen van konijnen met strikken en lange netten zijn uitgegaan, bij mij geene redenen bestaan om het afgeven van zoodanige vergunning aan Cornelis de Ridder te ontraden, ofschoon bij mij het vermoeden bestaat, dat die strikken tot verschillend doel worden toegepast, want om er alleen konijnen mede te vangen, vooral op die gronden waarbij de adressant woont, is de uitzetting van strikken niet de moeite waardig.

8-12-1864 Aan W. Mets cs te Oudeschild

De Burgemeester van Texel geeft bij deze te kennen aan Willem Mets cs in antwoord op hun verzoek om toestemming tot het houden van het zoogenaamde Oude St. Nicolaas feest; dat het bedoelde verzoek niet kan worden toegestaan; dat bedoeld feest bij Raadsbesluit is opgeheven en hij Burgemeester verpligt is, dit besluit ten strengste te handhaven.

9-12-1864 Aan de Heeren Burgemeester en Wethouders van den Helder

Dat door ons wordt toegestemd in de verpleging van Pieter Ruygh in het Gesticht voor Krankzinnigen Meerenberg voor rekening dezer Gemeente, tenblijke waarvan eene verklaring dat deze Gemeente voor de kosten instaat hierbij wordt overgelegen.

10-12-1864 molen Langeveld

19-12-1864 Aan de Heer Burgemeester van Beilen

Ik vind het zeer goed, dat met de opzending van Jantje Bakker wordt gewacht, tot de gelegenheid tot opzending beter en goedkoper is dan nu het geval zou zijn. Wat de behoefte aan kleeding betreft, zoo moet ik U berigten, dat zij, toen zij het Gesticht hier vrijwillig verliet, van alles voorzien was. Wij verzoeken U daarom met de meest mogelijke zuinigheid ten onzen koste te werk te gaan en zullen later nadere opgaven te gemoet zien.

20-12-1864 Besluit Burgemeester van Texel om Willem Bestevaar, zijne huisvrouw en 2 dochters onderstand te verstrekken en hen geneeskundige hulp te verleenen en zulks voor rekening van zijn Onderstands Domicilie Zijp in Zeeland, alwaar hij is geboren in den jare 1800 den 6 Mei.

23-12-1864 Aan Zijne Excellentie de Commissaris des Konings in Noord Holland

Jacob en Frans Stark mogen van de Burgemeester konijnen vangen

29-12-1864 Besluit Burgemeester van Texel tot eene verhooging van onderstand tot f 2.50 per week, benevens eenige kleeding en kledingstukken voor zooverre die hoogst noodzakelijk zijn, voor Jacob Ochque, voor rekening van de gemeente Hoofdplaat, provincie Zeeland.

JO, [die] door borstlijden steeds te bedde ligt, waardoor alle verdiensten sedert geruimen tijd zijn opgehouden, en hij met zijne oude vrouw in de kommervolste omstandigheden verkeert, en dringend meerdere ondersteuning behoeft, zowel in levensmiddelen als in kleeding en kledingstukken.

31-12-1864 Besluit Burgemeester van Texel op het verzoek van Jacob Schaap, arbeider in de polder Eijerland alhier, overwegende dat het gezin in de grootste armoede en ellende verkeert enz, aan Jacob Schaap te verleenen eene ondersteuning van f 2,- per week, zoolang hij verhindert is iets te kunnen verdienen en zulks ten koste van zijn Onderstands Domicilie Terschelling, waar hij den 17-12-1817 is geboren.

Jacob Sipkes Schaap x Pieternella Ochquee getrouwd 7-4-1859

9-1-1865 Aan B&W van Zijpe

W. Bestevaar zijnde zoon van Louwris Bestevaar en Neeltje Bruidegom. De armlastige heeft 7 kinderen van 22 tot 4 jaren oud. De oudste is dienende, de andere zijn allen te huis, en vooral de oudste zijn zeer zwak en meestal bedlegerig, waardoor zij niets kunnen verdienen. De vrouw zelve is ook al sints geruimen tijd ziek. Onderstand is onvermijdelijk.

9-1-1865 Aan den Heer Ontvanger der Registratie te Texel

Clasina G.J. Kloek echtgenote van T. Hesselberg van hier naar Oudshoorn vertrokken.

9-1-1865 Aan Zijne Excellentie de Commissaris des Konings in Noord Holland

Verkiezing nieuwe Gemeentesecretaris.

De Heer Kuiper heeft niet mede gestemd, omdat hij van meening was, dat Art. 46 der Gemeentewet hem zulks verbood, en ook de leden van de Raad waren van dat gevoelen. Wat mij betreft, ik zou geene zwarigheid hebben gevonden, wanneer de Heer Kuiper aan de beide vrije stemmingen had deelgenomen, even min als ik tegen het medestemmen van den Heer Kikkert, die een zusterskind onder een der sollicitanten had, eenige aanmerking heb gemaakt.

Ofschoon alzoo het gevoelen van de leden den Heer Kuiper bekend moge zijn geweest, kan hij niet geacht worden zich te hebben gedragen naar het gevoelen in deze zaak door den Raad uitgedrukt.

11-1-1865 Aan Zijne Excellentie de Commissaris des Konings in Noord Holland

Adres van Jacobus Kuiper, Jacob Kuiper, Simon Kuiper en Pieter Kuiper, in onze handen gesteld om berigt, consideratie en advies, heb ik de eer UEdGestr bij deze te berigten,

Dat hoe meer vergunningen er worden verleend, hoe meer aanvragers daarvoor zullen opkomen, waarom ik de vrijheid neem Uwe Excellentie te adviseren vooreerst geene verdere vergunningen tot het vangen van konijnen meer te verleenen.

14-1-1865 Ik haast mij UEdG nevensgaand proces verbaal toetezenden

Ofschoon door den aanklager geene personen kunnen worden opgegeven welke als dader kan worden beschuldigd, bestaat er toch bij ons vermoeden dat het feit kan zijn geleegd door een of meer der volgende personen Hilbert Hammer, Jacob Willemsz Boon, Simon Willemsz Boon, Cornelis Visman, Willem Schagen en Arie Bruin.

Het gaat over diefstal uit schepen en van de loskade op de Haven.

23-1-1865 Besluit om aan Jacob Schaap levensmiddelen te verstrekken.

24-1-1865 Aan de Provinciaal Commissaris van Geneeskundig onderzoek en toevoorzigt te Haarlem

Lijsten der verrigte koepokinentingen door de Heeren J. Koning, K. Hille, P.M. Stiggelbout en A.E. Stiggelbout. De Heeren A van Deinse en J.J. Knap hebben ons kennisgegeven dat door hen geene gevaccineerden zijn optegeven.

Geen datum Aan B&W van Nieuwe Tonge

Besluit BM Texel dat de toestand van Christiaan Wiegel, welke ziek is, vordert dat aan hem onderstand worde verleen voor rekening van zijn Onderstands Domicilie Nieuwe Tonge, Eiland Flakkee, geboren 3-4-1800.

28-1-1865 Eerste brief in het handschrift van Stikkel

31-1-1865 Aan Zijne Excellentie de Commissaris des Konings in Noord Holland

Wij hebben de eer Uwe Excellentie bij deze kennis te geven, dat in onze op den 27 dezer, gehoudene openbare vergadering van de Raad dezer Gemeente, aan den Heer Anthon Diderich Voigt, op zijn daartoe aan ons gedaan verzoek, een eervol ontslag is verleend, uit zijne betrekking van Secretaris dezer gemeente, en in diezelfde vergadering den nieuw benoemden Secretaris Pieter Stikkel is beëdigd en geïnstalleerd.

Huizinga 26 January 1865. Voigt en zijn familie naar Port Elisabeth vertrokken.

2-2-1865 Besluit Pieter Vonk, vrouw en 3 kinderen Ossenisse Zeeland geboren 4-2-1799

2-2-1865 Aan den Heer Officier van Justitie te Alkmaar

Proces verbaal door mij ter vervolging opgemaakt, op aanklagt van Trijntje Wessel, huisvrouw van Johannes Bosland contra Klaas Kalis, ter zake ontvreemding van een zilveren horologie.

3-2-1865 Verzonden de volgende declaratien

N 49 Burgemeester Vlissingen voor Gerardus Cornelisse f 13,-

N 50 Burgemeester Grijpskerk Cornelis van der Ploeg f 130,65

N 51 Burgemeester Hoorn weduwe A. de Boer f 12,65

N 52 Burgemeester Eenrum Willem Huizinga f 106,87

N 53 Burgemeester Terheijden P. Smit f 4,-

N 54 Burgemeester Vianen Vrouwtje de Jongen f 15,-

N 55 Burgemeester Hoofdplaat Jacob Ocque f 28,-

N 56 Burgemeester Ouddorp Pieter van der Vliet f 42,08

N 57 Burgemeester Zijpe W. Bestevaar f 10,75

6-2-1865 Proces verbaal van gedane huiszoeking

Het zal moeijelijk zijn in deze zaak bewijzen te verkrijgen, door de omstandigheid dat het huis van J. Bosland, ruim een half uur ongesloten en onbewaakt is gestaan, terwijl het geen zints bewezen is dat Klaas Kalis werkelijk dat huis heeft binnen getreden.

Mijne informatien, betreffende de eerlijkheid van die persoon, zijn niet ongunstig, van vroegere oneerlijkheid bestaat nergens eenig vermoeden. Bij het opmaken van het proces verbaal bespeurde ik, dat ik verzuimd heb den Rijksveldwachter [in te schakelen]. In het vervolg zal ik bij huiszoeking overeenkomstig UEdG schrijven handelen.

Grindweg Eijerland

9-2-1865 Besluit van polder Waal en Burg, men [wil niet] de Waalenburger Zeedijk aan deze Gemeente afstaan tot het leggen van eenen grindweg over den kruin van den dijk.

Correspondentie met Gedeputeerde Staten van Noord Holland.

Burgemeester 'en vlei mij dat het Bestuur van Waal en Burg alsnog te bewegen zal zijn, ten aanzien van die zaak tot andere gedachte te komen'.

9-2-1865 Aan Zijne Excellentie de Commissaris des Konings in Noord Holland

Op 22 Januarij is overleden Trijntje Pieters Buis, weduwe J.P. Flens, gepensioneerd Zeeloodsweduwe alhier, ingeschreven in het Grootboek van Pensioenen en Onderstanden der Schippers, Loodsen enz, onder N 92, met een jaarlijks pensioen van f 156,-

met overlijdensacte

9-2-1865 Aan den Heer Directeur der Maatschappij van Weldadigheid te Frederiksoord

Eene wissel op de Heeren C. de Veer en Zoonen te Amsterdam ad f 133,56 met verzoek de hierbij gevoegde declaratie voldaan geteekend aan mij te willen retourneren.

10-2-1865 Aan den Heer Controleur van het Kadaster in de Provincie Noord Holland te Haarlem

[Door het vertrek van Voigt weet Loman niet] in hoeverre de vrijdom van Grondbelasting aangaande deze perceelen aan UEdG zijn opgezonden. [Inlichtingen?]

11-2-1865 Aan den Heer Ambtenaar van het Openbaar Ministerie te Helder

Proces verbaal Veldwachter Maarten Daalder aan den Hoorn contra Dirk Pietersz Kikkert

11-2-1865 Aan den Heer Burgemeester van Terheijden

Een kwitantie van storting ad f 4,-, zendend UEdA hiernevens behoorlijk voldaan geteekend terug, het bij deze missive gevoegde bevelschrift van betaling en declaratie.

14-2-1865 Besluit Burgemeester van Texel aan Pieter Heerschap, zijne vrouw en 2 kinderen ondersteuning van f 1,- per week [toe te staan] voor rekening van zijn Onderstands Domicilie Ouddorp in Zuid Holland, geboren in 1824

idem Thijs Knol, vrouw en 4 kinderen f 1,- voor rekening van Bedum, geboren in 1827

idem Pieter Vonk, vrouw en 3 kinderen f 1,50 geboren 4-2-1799

15-2-1865 idem voor C. Wiegel f 1,- geboren in 1798

15-2-1865 Aan Burgemeester en Wethouders van Ouddorp

Hoewel wij bij UEdA missive van den 1-3 jongstleden N 60, gemagtigd werden aan Pieter van der Vliet geneeskundige hulp te verleenen tot een bedrag van f 10,-, de toestand en onderstand van genoemde Van der Vliet zoodanig was, dat genoemde Pieter van der Vliet gedurende 40 dagen in het Gesticht is opgenomen geweest en hij niet vervoerd konde worden, dat de kosten ven het Gesticht ad f 20,- niet in rekening zijn gebragt, maar alléén geneeskundige hulp, veronderstellend hierop xx UEdA geene aanmerkingen zoude worden gemaakt, waarom wij de eer hebben hiernevens aan UEdA te doen geworden eenen gespecificeerde rekening, benevens de declaratie welke wij vertrouwen door UEdA zal worden voldaan.

16-2-1865 Aan den Heer Burgemeester van Terschelling

Dat het huisgezin van Jacob Schaap in eene allertreurigste toestand verkeert, zijnde zijn vrouw den 26 e der vorige maand bevallen; zoodat de uitkering van f 1,- per week, hoe karig ook voor een dusdanig gezin, noodwendig moet blijven voortduren, althans met Ultimo Februarij niet kan eindigen. In dezen barren winter zijn er vooralsnog geene werkzaamheden; en aan opzending valt niet te denken. Bij de bedeeling moeten zij nog de hulp van meer gegoeden ontvangen, daar zij met hunnen kinderen daarvan onmogelijk kunnen leven, en waarom wij besloten hebben om bijaldien wij geen nader berigt van UEdA ontvangen, die bedeeling ad f 1,- per week voorloopig voorttezetten.

18-2-1865 Aan Burgemeester van Grijpskerk

Ter voldoening van enz hierbij aantebieden, eene gespecificeerde rekening wegens geneeskundige hulp ten behoeve van de persoon van Cornelis van der Ploeg, …. brandstoffen worden verstrekt, ten bedrage van F 5,-

3 bladzijden Waal en Burg

24-2-1865 [Loman zit geregeld met problemen] Over de ziektekosten Pieter van der Vliet Aangezien mijn voorganger is overleden en den vorigen Secretaris die met de administratie belast was naar 's buitenlands vertrokken is, komt het ons verkiesschelijk voor, om aan deze voor onze Gemeentekas nadeeligen zaak op bovengenoemde wijze een einde wordt gemaakt.

24-2-1865 Aan de Burgemeester van Stellendam

Christiaan Wiegel heeft opgegeven te zijn geboren te Nieuwe Tonge den 3-4-1798, terwijl het Gemeentebestuur van Nieuwe Tonge zijne geboorteplaats niet erkend. Aangezien hij zegt in 1818 in Stellendam getrouwd te zijn, zoo zou wanneer dit juist was, uit het Bevolkingsregister van Uwe Gemeente kunnen blijken of zijne opgave betrekkelijk geboorteplaats al dan niet goed was opgegeven.

27-2-1865 Aan den Heer Ambtenaar van het Openbaar Ministerie te Helder

Proces verbaal Rijks en Plaatselijk Veldwachter P. Meijer en Maarten Daalder contra Biem Lap aan den Hoorn

Tevens dat de personen van Nanning Duinker, Jan Verhoeven en Klaas Kuiper, bedoeld bij Uwe missive van den 24 dezer N 78, zich op morgen ten Uwent zullen vervoegen, terwijl de persoon van Nanning Vermeulen, ingevolg bijgaande verklaring van den Geneesheer, niet kan compareren, en deze zich alzoo later bij herstel bij UEd zal komen aanmelden.

27-2-1865 Aan Burgemeester te Helder

Mij het bewijs van onvermogen van J. van Willigen, weduwe P. Ruigh, te willen doen geworden.

28-2-1865 Adrianus Horn vervangt Hendrik Garritsen loteling van de ligting 1863

1-3-1865 Aan Burgemeester Hontenisse

Dat de door ons toegekende ondersteuning waarschijnlijk tijdelijk zal zijn, echter

1 dat genoemde Pieter Vonk gebrekkig is, een ongemak aan zijn been heeft en daardoor voor alsnog buiten staat is om te kunnen werken

2 dat Pieter Vonk geene kinderen heeft op welke den onderstand kan worden verhaald

3 dat zijne kinderen zijn Johanna Catherina geboren 30-10-1856 en Gijsbrecht 16-11-1857 en Pieternella 24-5-1863

2-3-1865 Aan den Heer Officier van Justitie te Alkmaar

Eenige processen verbaal opgemaakt door Rijksveldwachter Roerdinkholder contra Klaas Kuiper van de Koog alhier

3-3-1865 Aan Burgemeester van Nieuwe Tonge

dat volgens de Burgemeester van Stellendam Christiaan Wiegel in Uwe Gemeente is geboren

3-3-1865 Aan den Heer Officier van Justitie te Alkmaar

Proces verbaal opgemaakt door den Brigadier der Rijksveldwacht B. Meeuwis gestationeerd te Helder, contra Klaas Kuiper aan de Koog alhier woonagtig

8-3-1865 Adrianus Horn, plaatsvervanger van Arie Garritsen is den 1-4-1864 overgeplaatst bij het Koloniaal Werfdepot, den 4-6-1864 overgegaan aan boord van het schip Kosmopoliet, bestemd naar Oost Indië.

8-3-1865 Aan den Heer Officier van Justitie te Alkmaar

Of ik het geheele zeil 30 N H of een gedeelte behoorlijk gewaarmerkt kan verzenden, en hoe ik met de kippen handelen zal, die in het bezit zijn gesteld van den eigenaar.

9-3-1865 Aan den Heer Ambtenaar van het OM te Helder

Een proces verbaal opgemaakt door Rijksveldwachter F. Meijer contra Hendrik Kroese

13-3-1865 Aan den Heer Officier van Justitie te Alkmaar

Vier processen verbaal opgemaakt in zake diefstal van schapen door Eva Gootjes ten nadeele van Gerrit Mulder. De eigenaar der ontvreemde schapen Gerrit Mulder is bedlegerig wegens een beenbreuk, [ik] zou echter een Rijksveldwachter kunnen afzenden, tot het opmaken eener verklaring. De man van Eva Gootjes, Cornelis Mulder, heeft bepaaldelijk van de misdaad geen kennis gedragen.

13-3-1865 Aan den Heer Ambtenaar van het OM te Helder

Proces verbaal Veldwachter M. Daalder contra C.C. Smit, vragtrijder aan den Hoorn alhier

14-3-1865 Aan den Heer Ambtenaar van het OM bij het Kantongeregt te Haarlem

Arie Dijksen [moet 5 dagen gevangenisstraf ondergaan in Haarlem] aangezien hij behoeftig is, en onmagtig de reis naar Haarlem te betalen, zou ik UEdGestr willen voorstellen, om toetestaan dat hij even als zijne medepligtigen die gevangenisstraf te Helder mogt ondergaan.

14-3-1865 Aan den Heer Officier van Justitie te Alkmaar

Pieter Bakker verklaart in zake diefstal van paardenbeenen:

Het stuk weiland, waar de beenen zijn ontvreemd, lag eenige minuten van de woning van Bakker verwijderd, was grootendeels door een aardenwal van 2 à 3 voet hoog van het andere land afgescheiden zoodat de daders dien wal hebben moeten overklimmen, om op het land te komen, gelijk door Klaas Kuiper is bekend.

De kippen zijn opgevangen in de woning van Jacobus Kuiper, welke woning was afgescheiden van de woning van de eigenaar Hendrik Luitze door een rijweg van ongeveer 8 El breedte. Het eene kipje was door Klaas Kuiper opgevangen in het open veld in de sneeuw dat geheel onbetuind is.

De stukken zeil zal ik per goedkoopste gelegenheid overzenden, daar deze ongeveer 50 Nederlandsche ponden zullen wegen.

20-3-1865 Burgemeester van Hoorn

Kwitantie betaling verpleegkosten f 12,65 ten behoeve der verpleging van de weduwe de Boer.

23-3-1865 Burgemeester van Haarlemmermeer

Ik heb de eer UEdA de ontvangst te berigten Uwer mededeeling van den 4 Maart Jl N 703, betreffende het verstrekken van onderstand aan Dirkje Roeper, en zulks ter voldoening van art. 43 der wet van den 28-6-1854 Staatsblad N 100.

24-3-1865 Fenna Johanna Kaagman f 1,- van haar Domicilie van Onderstand Ulrum provincie Groningen, aldaar geboren 9-2-1809

24-3-1865 Petrus Johannes Denier was plaatsvervanger voor Cornelis Boon, loteling van de ligting 1859

27-3-1865 Extract Stamboek Jacob Bruin, Zeemilicien Stamboek N 7868

Idem voor Jan Leen Stamboek N 50274 2 e Reg Infanterie

27-3-1865 Aan Zijne Excellentie de Commissaris des Konings in Noord Holland

Aanvrage Certificaat van voldoening aan de Nationale Militie voor Dirk Gomes loteling ligting 1855 onder N 50 en Jan Zijm 1860 N89

31-3-1865 Waal en Burg geeft niet toe

1-4-1865 Aan Zijne Excellentie de Commissaris des Konings in Noord Holland

Bij deze mededeeling te doen van de namen der 11 lotelingen, welke zich voor de Zeemilitie vrijwillig hebben aangemeld, als Biem Boon, lotingsnummer 28, Dirk Boon 15, Pieter Pz Bruin 3, Cornelis van Es 26, Fredrik Gaas 37, Cornelis Sikkerle 11, Nan Slot 9, Cornelis Timmer 34, Jan Vermeulen 40, Simon van de Vis 20, Hendrik de Wijn 21,

Hendrik Zoetelief N 45 [is] den 26 e der vorige maand overleden.

x-4-1865 Aan den Heer Militie Commandant in het 3 e district van Noord Holland

Tot het verkrijgen van vrijstelling van de dienst der Nationale Militie, wegens eigen militaire dienst, die van broeders of op grond van te zijn eenige wettigen zoon, met de daarbij behorende bescheiden. Het Extract Stamboek van Jan Leen, van het 2 e Reg. Infanterie is nog niet bij ons ingekomen, zullende wij het UEdG bij ontvangst dadelijk doen geworden.

5-4-1865 Wouter Verwey als ziek zijnde geneeskundige hulp voor rekening van Vianen, geboren 2-9-1808

6-4-1865 Aan den Heer Militie Commandant in het 3 e district van Noord Holland

De moeder van Leen/ Dirk [Jan] heet Martje, in de geboorteacte staat abusievelijk Dirkje

De moeder van Kooger/ Cornelis heeft tot voornaam Maartje

13-4-1865 Burgemeester van Vianen

Dat Wouter Verwey is geboren den 2-9-1808 binnen Uwe gemeente, is de zoon van Gijsbert Verwey en Jantje van Niepoort.

15-4-1865 Aan Zijne Excellentie de Commissaris des Konings in Noord Holland

Dat in de Kolonie der Maatschappij van Weldadigheid uit deze gemeente zich bevonden op den 31-12-1864 7 mannelijke en 4 vrouwelijke bestedelingen.

18-4-1865 Aan den Heer Officier van Justitie te Alkmaar

Proces verbaal betreffende de aanklagt van den Heer Simon Keyser, Dijkgraaf alhier. De Heer P. Bremer heeft mij verklaard dat hij zich over den Dijkgraaf heeft uitgelaten, geenszints met het doel om te lasteren, maar om alleen het berigt medetedeelen om te kennen te geven welke middelen gebruikt worden xx op de stemming te werken. Hij had het praatje gehoord ten huize van Biem Lap, landbouwer aan den Hoorn, en wel in diens woonkamer in tegenwoordigheid van IJsbrand Koppen, lid van het Dijksbestuur van Texel.

(Huizinga 5 April 1865. Herstemming voor de Gemeenteraad tusschen Klaas Mantje en Simon Keyser. Geheel Cocksdorp is bijkans aan den Burg om deel te nemen aan de herstemming.

Margo Keyser verhaalt van de pogingen die P. Langeveld doet om de keuze van haar Pa te beletten. Er zijn spotprentjes aan de pomp. Hannes Lindgreen (de Zweed) loopt zich in het zweet om Keyser een plaats in de Gemeenteraad te bezorgen. Klaas Mantje werd benoemd met 7 stemmen meer .)

Ik heb ten overvloede gehoord B. Lap, die mij verklaard heeft, dat hij geen zints heeft gezegd, dat de Dijkgraaf zich gelden toe eigende die hem niet toebehoorden, maar dat hij gezegd had zulks te hebben horen zeggen aan den Burg, terwijl hij zich nog zeer goed herinnerde, door wien dit gezegd was. Aangezien naar mijne meening de zaak niet vatbaar xxx

19-4-1865 Aan den Heer Ambtenaar van het OM te Helder

Reindert Willemsz Smit is niet bij de oefening met de brandspuit geweest, zegt Hendrik Dalmeijer, Officier bij genoemde spuit.

24-4-1865 Certificaat Nationale Militie voor Klaas Kalis, loteling van de ligting 1858, met paspoort

25-4-1865 Aan den Heer Ambtenaar van het OM te Helder

Dat R.W. Smit al den 18-1 reeds een boete heeft betaald

26-4-1865 Aan den Heer Officier van Justitie te Alkmaar

Over wat er gezegd is in het huis van Biem Lap. Hij had het gehoord van Jan Dirksz Witte.

4-5-1865 Aan Zijne Excellentie de Commissaris des Konings in Noord Holland

Certificaat ter voldoening aan de Nationale Militie ten behoeve van Maarten Koorn van de ligting 1865 N 36 tot het doen van een buiten landsche zeereis.

[Maarten Koorn geboren op 15-8-1842 of op 2-1-1845. Wie van de ligting 1865 was moest nog dienen. Als er 1863 stond zou de diensttijd voorbij zijn. Men werd opgeroepen als men 18 of 19 was. Van de eerst MK is verder niets bekend bij Rob Gomes, de ander was van Driehuizen, trouwde in 1877 met Marretje Roeper, 6 kinderen]

5-5-1865 Aan den Heer Ambtenaar van het OM te Helder

4 Stuks proces verbaal opgemaakt door Veldwachter M. Daalder contra J.P. Witte, denzelve, Gijs Kiljan en Jacob Reijers Eleman

10-5-1865 Aan den Heer Ambtenaar van het OM te Helder

Rijksveldwachter Roerdinkholder contra Cornelis List

10-5-1865 Aan Zijne Excellentie de Commissaris des Konings in Noord Holland

Dat door ons alles is beproefd om de zaak der wegsverbetering op minnelijke wijze te schikken, zonder dat deze onze handelwijze het bestuur van Waal en Burg tot eenige toenadering heeft kunnen nopen, zoodat wij onze hoop vestigen op de raad van UEDA en van de Staten enz

18-5-1865 Burgemeester van Grijpskerk

Hiernevens heb ik de Eer UEdA voldaan geteekend terugtezenden de declaratie aangaande Cornelis van der Ploeg

23-5-1865 Aan den Heer Burgemeester van Alkmaar

Dirk Bosch geboren 17-3-1837 loteling Schutterij ligting 1862, met redenen van vrijstelling slecht gezicht, finaal vrijgesteld.

Grindweg naar Eijerland

27-5-1865 Aan Zijne Excellentie de Minister van Oorlog

Ik heb de eer Uwe Excellentie bij deze beleefdelijk te verzoeken, mij te willen doen toekomen een paspoort van ontslag voor Willem Visser geboren den 9-11-1795, gediend hebbende in de jaren 1813-1818 bij het 14 e Bataillon, volgens zijne opgave onder Kapitein W. van Till en de Colonels Verrier, Abberson en Poolman.

Zijn zakboekje is verloren gegaan en zijn paspoort in de tijd naar 's Lands werf te Nieuwe Diep opgezonden, echter niet terug gekomen. Hij is als vrijwilliger in dienst gegaan.

27-5-1865 Aan den Heer Burgemeester te Muiden

Van hier vertrokken Pieternella Schaap geboren Ocque, met een klein kindje zich begevende naar Muiden, bij haren behuwdbroeder Cornelis van der Weijden, timmerman op 's Lands werf a costa. De echtgenoot van deze persoon heeft zich bij mij vervoegd en gezegd dat hij omtrent zijne vrouw geen berigt heeft ontvangen, weshalve hij deswege in ongerustheid verkeert. Ik ben dientengevolge zoo vrij UEd beleefdelijk te verzoeken, voor mij te willen doen onderzoeken of gemelde P. Schaap werkelijk te Muiden is aangekomen en of zij zich nog daar bevindt, en mij daarvan berigt te zenden.

27-5-1865 Aan den Heer Officier van Justitie te Alkmaar

Ik heb Biem Lap ten overvloede nog eens gevraagd of hij ook eenige getuige kon opgeven, die zou kunnen verklaren, dat J.D. Witte zich in den Herberg de Zwaan ongunstig over den Dijkgraaf had uitgelaten. Biem Lap heeft mij verklaard, dat hij zich onmogelijk kan herinneren, of iemand gehoord heeft of kan gehoord hebben, wat Witte hem omtrent die zaak heeft gezegd, maar mij verzocht UEdG medetedeelen, dat hij gaarne wanneer het mogelijk was, gelijktijdig met Witte zou verschijnen ter regtbank, daar hij voor zich overtuigd was, dat alsdan Witte hem niet tot een leugenaar maken zou.

27-5-1865 Burgemeester van Alkmaar

Trijntje Boon naar Meerenberg, ook Louisa Ceczinsky

29-5-1865 Verzonden missive:

273 Burgemeester Hontenisse Staats Vlaanderen Zeeland declaratie Pieter Vonk ad f 19,50

274 Burgemeester Bedum Groningen declaratie Thijs Knol f 10,-

275 Burgemeester Vlissingen declaratie Gerardus Cornelisse f 13,-

276 Burgemeester Terschelling declaratie Jacob Schaap f 16,-

30-5-1865 Aan Zijne Excellentie de Commissaris des Konings in Noord Holland

Willem Visser, zonder beroep, binnen deze gemeente woonachtig, oud 69 jaren, van een goed zedelijk gedrag, gediend hebbende in den jare 1813-1818 bij het 14 e Bataillon Militie onder de kolonel Poolman, heeft zich thans bij mij aangemeld, met verzoek om het te geven feest ter gedenkdag aan den Slag bij Waterloo te Leyden te mogen bijwonen en gedurende hetzelve in het Invalidenhuis verpleging te genieten.

Hoewel den tijd daartoe ingevolge Uwe Exc circulaire dd 5 Mei N 251/ 3203 reeds is verstreken nemen wij echter de vrijheid Uwe Exc te verzoeken, of er nog termen zouden kunnen zijn, dat genoemde Visser alsnog aan het te geven feest kon deelnemen.

31-5-1865 Aan Zijne Excellentie de Commissaris des Konings in Noord Holland

11 aanvragen om te visschen en 2 om te jagen

1-6-1865 Burgemeester Amsterdam

Om de overbrenging van Louisa Ceczinsky naar Meerenberg van Amsterdam te willen bewerkstelligen

1-6-1865 Burgemeester Amsterdam

Getuigschrift van woonplaatsverandering voor Siemetje Schaap, eerst gewoond hebbende bij den Heer Helm, meester kuiper op de Lauriergracht en laatst bij den Heer Adriaans, Prinsegracht bij de Rosegracht.

[Huizinga 17 april 1865. Onze nieuwe meid Sijmentje Schaap vandaag haar werk ingetreden. Katriena Schaap is er nog.]

5-6-1865 Familie Schafraad 15-12-1864 naar Zijpe

5-6-1865 Aan den Heer Officier van Justitie te Alkmaar

Dat Maarten Aleman zich den 7 dezer aan UEd parket zal vervoegen tot het ondergaan zijner gevangenisstraf.

10-6-1865 Aan den Heer Ambtenaar van het OM te Helder

Proces verbaal Veldwachter A. Dekker contra Lodewijntje Kikkert, veehoudster in deze gemeente woonachtig

[Lodewijntje Kikkert, dochter van Dirk Nannings Kikkert (1772-1834) en Reinoutje Gerrits Vlaming (1771-1849), was geboren op 7-6-1801, doopgetuige Lodewijntje Langereis. Ze is overleden op 28-12-1867. Op 20-10-1823 trouwde ze met Klaas Bruin (1800-1859). Ze kregen 12 kinderen, Cornelis, Dirk, Cornelis, Reinoutje, Jan, Dirkje, Marretje, Dirk, Lodewijntje, Neeltje, Neeltje, Neeltje]

12-6-1865 Aan de Provinciaal Controleur van het Geneeskundig onderzoek en toevoorzigt in Noord Holland te Haarlem

Ten gevolge van het heerschen der pokken binnen deze gemeente bestaat er groote behoefte aan koepokstof.

14-6-1865 Betalingen van gemeente Texel voor steuntrekkers elders in het land

N 306 Scheemda Declaratie betaling voor Maria Meis f 52

N 307 's Gravenhage voor H.M.E. de Konningh f 35,-

N 308 Amsterdam wed. Retgel, J.H. Luts, M. Krijnen en G. Boxem f 47,49

N 309 Helder f 200,40

N 310 Haarlemmermeer P. Dijt en A. Meijer f 26,57

N 311 Leyden Frederik Elst en A.J. Keyzer f 32,08

N 312 Beilen Jantje Bakker f 61,89,5

N 313 Zwolle J. Duinker en Reijer Dogger f 14,21

N 314 Purmerend P. Vermeulen f 5,38

N 315 Deventer P. Schaasenberg f 40,-

N 316 Zijpe M. Kok f 1,50

20-6-1865 Jacob Bosschaart heeft ten gevolge eener val, kneuzingen bekomen, onderstand voor verpleging in het Gesticht van Weldadigheid tegen f 0,50 daags voor rekening van Zierikzee

23-6-1865 Heer Ontvanger der Registratie te Texel

Gemeenteveldwachters aangesteld tot het doen der bij deze missive bedoelde aanmaningen: A. Dekker Burg, Koog, Waal, H. Schellinger Oudeschild, C. Bakker Oosterend, M. Daalder Hoorn en P. Bruin Eijerland

23-6-1865 Aan de Heeren GS van Noord Holland

Rekest van het Kerkbestuur der parochie Sint Joannes den Doper aan den Burg alhier, aan Zijn Majesteit den Koning, strekkende om de Koninklijke magtiging te erlangen tot aanvaarding van

f 200,- alsmede van een zilveren Christusbeeld aan gemeld bestuur gelegateerd door Cornelis Simonsz Dijt. Dat onzerzijds [voor aanvaarding hiervan] geene bedenkingen bestaan.

[Cornelis Dijt (1799-1865) was overleden op 4 april. Hij was een zoon van Simon Reijersz Dijt en Jannetje Jacobs Verberne. Getrouwd met Grietje Ariesz Groof op 23-4-1826. Tweede huwelijk met Neeltje Hendriks Spigt op 19-10-1848. Kinderloos.]

24-6-1865 Stukken aan de Officier van Justitie te Alkmaar in zake B. Lap of P. Bremer terugtezenden met de verklaring van P. Bremer en L.J. Eelman, welke beide personen ik ingevolge UEdG verzoek gisteren gehoord heb.

Eelman herinnert zich niet dat Biem Lap iets zou gezegd hebben over den Dijkgraaf. Hij schijnt er dus bepaald niet bij tegenwoordig te zijn geweest. Moeyelijk zal het zijn om hieromtrent zekerheid te bekomen, eensdeels omdat er sedert zoo veel tijd is geleden, ten andere omdat bij een boelhuis de menschen niet geregeld in huis blijven, maar onophoudelijk in en uit loopen en elkander gedurig verwisselen.

28-6-1865 Aan de Burgemeester van Grijpskerk

Dat ik naauwkeurig onderzoek heb doen instellen naar de persoon van Cornelis van der Ploeg, en is mij gebleken dat het ten eenenmale onraadzaam is om die persoon, onder de tegenwoordige omstandigheden naar zijn Onderstands Domicilie te doen verhuizen, daar zulks volgens getuigenis van den Geneesheer, ligtelijk aanleiding zou kunnen geven tot volslagen krankzinnigheid, daar de man aan verstandverbijstering nu reeds lijdende is.

Ik moet UEdA tevens doen opmerken dat Cornelis van der Ploeg niets verdienen kan, en dat wanneer hij werkelijk mogt kunnen vertrekken, en zich in Uwe gemeente vestigen, eene subsidie van f 1,- (het minimum dat wij geven kunnen) bepaaldelijk ontoereikend zou zijn, terwijl hij alhier voor die som kan worden onderhouden.

Mogt U een certificaat verlangen van den Geneesheer omtrent zijnen toestand, zal ik UEd dat doen toekomen.

28-6-1865 Pokken, gevraagd eenige glaasjes koepokstof

29-6-1865 Certificaat van voldoening aan de Nationale Militie ten behoeve van Gomes Willem, ligting 1853 N 59

29-6-1865 Aan den Heer Ambtenaar van het OM te Helder

Dat Jacob Bosschaert ten gevolge van ongesteldheid niet op den 30 dezer ten Uwent kan compareren. Een certificaat van den Geneesheer gaat daartoe hierbij, zullende hij bij herstel dadelijk naar UEd worden opgezonden,

tevens een proces verbaal opgemaakt door Rijksveldwachter Roerdinkholder contra Cornelis Bakker, landman binnen deze gemeente woonachtig

30-6-1865 Aan den Heer Ambtenaar van het OM te Helder

Proces verbaal opgemaakt door den Veldwachter H. Schellinger contra C. Zegel en J. Zegel, beiden binnen deze gemeente woonachtig

30-6-1865 Heer Burgemeester te Amsterdam

Willem Wernik, plaatsvervanger voor Simon Witte van den ligting 1864, zich binnen Uwe gemeente ophoudende

27-6-1865 Besluit BM Texel,

gelet op het verzoek van Cornelia de Ridder om geneeskundige verpleging van haren man Cornelis Lieuwens, welke is lijdende aan verstandsverbijstering,

verstrekt geneeskundige hulp en tevens bewaking ten zijnen huize, welke zoo min kostbaar mogelijk zal worden gesteld, voor rekening van zijn Onderstands Domicilie Terschelling, alwaar hij is geboren 30-11-1826.

11-7-1865 lijsten van verrigte vaccinatien

13-7-1865 Commissaris van Policie te Helder

Dat Jacob Bosschaart [die] thans hersteld [is] en op morgen ochtend per stoomboot onder geleide van den Veldwachter uit het Gesticht van Weldadigheid naar den Helder zal worden overgebragt om zijnen gevangenisstraf van 14 dagen te ondergaan.

[Of iemand bij de boot wil komen om Jacob B] van zijnen geleider overtenemen opdat deze per kerende boot zoude kunnen retourneren.

De kosten der verpleging f 23,35 ten koste van Zierikzee.

14-7-1865 Aan B&W van Ulrum

Kosten Willem Huizinga 1863/64 f 100,87

14-7-1865 Aan den Heer Officier van Justitie te Alkmaar

Proces verbaal in zake van ontvreemding van fruit ten nadeele van Dominee Huizinga alhier

Omtrent de beschuldigden, moet ik UEdG opmerken, dat de eerste beschuldigde hier vrij gunstig bekend staat, hetgeen minder van de anderen kan gezegd worden. Bij herhaling hebben beide anderen zich aan het fruit stelen schuldig gemaakt.

Tegen Dirk Roeper is reeds 2 maal, sedert ik hier Burgemeester was, proces verbaal opgemaakt, en het komt mij zeer wenschelijk voor, dat hij ditmaal gestraft worde, zoowel tot een voorbeeld voor anderen, als voor zijnen eigene toekomst. Zonder dat hij gestraft wordt, al hij hoe langs hoe meer verharden en het is nu al erg genoeg.

Nu 14 dagen geleden is hij een kermistent binnengeloopen en heeft hij moedwillig het vel van een turksche trom vernield, waarvoor zijne moeder f 7,- schadevergoeding heeft moeten betalen. Hedenmorgen heeft hij op nieuw kersen gestolen in de tuin van Dirk Leyen, nadat xxx hem gisteren ernstig had onderhouden.

17-7-1865 Aan den Heer Officier van Justitie te Alkmaar

Dat de tuin van Ds Huizinga één geheel uitmaakt met de pastorie en door eenen houten schutting geheel omringd was. Tevens voeg ik hierbij een proces verbaal ter zake eene nieuwe overtreding door denzelfden Dirk Roeper, welke volgens opgave niet 11 jaren, maar slechts 10 jaren oud is.

[Dirk Roeper (1854-1928), zoon van Dirk Roeper (1828-1893) en Dirkje Zuidewind (1830-1870), was inderdaad nog geen 11 jaar, hij was geboren op 9 october 1854. Hij is in 1879 getrouwd met Petronella de Winkel uit Arnhem en heeft zich daar gevestigd. Zijn vader was in 1874 hertrouwd met Maartje Boon]

Dominee Huizinga was, zoals elk jaar, in die maand naar Groningen.

20 Augustus 1865. Sijbrand Pietersz Keyser moet den 29e naar Alkmaar over de tuindieverij van 3 jongens (van Dirk Roeper) als getuige .

30-7-1865 Aan Zijne Excellentie de Commissaris des Konings in Noord Holland

Rekest van Meester Boonacker te Eijerland, om gratificatie van f 200,-

Dat hij als brievengaarder bij het hulpkantoor Eijerland, ten zijnen huize gevestigd, minstens f 25,- 's jaars zuiver overhoudt, welke som nog tot f 75 à 80 klimmen kan, zoodra een zijnder kinderen in staat zijn zal zich met de bezorging der brieven te belasten.

19-7-1865 Burgemeester van Terschelling

De toestand van Cornelis Lieuwen is zoodanig, dat eene plaatsing in een Gesticht voor Krankzinnigen noodzakelijk mag geacht worden.

22-7-1865 Aan den Heer Officier van Justitie te Alkmaar

Toezending geboorte-extracten Van Dirk Koorn, Willem Moojen en Dirk Roeper.

Dat zij in den tuin van Ds Huizinga 5 bessenboomen [hebben] beschadigd en 1 geheel ontkroond is. Ongetwijfeld is de beklaagde Dirk Roeper als de meest schuldige te beschouwen. Nogthans zou ik het niet wenschelijk beschouwen dat Willem Moojen (tegen wien bij herhaling proces verbaal is opgemaakt en die reeds eenmaal wegens het ontvreemden van een schapenvel beschuldigd werd en daarvoor te regt stond) niet gelijktijdig werd vervolgd.

Omtrent Dirk Koorn heb ik overigens geene klagten vernomen, zoodat ik geen bezwaar zou maken om dezeonvervolgd te laten.

26-7-1865 Burgemeester van Terschelling

Magtiging plaatsing Cornelis Lieuwen in het Gesticht Meerenberg

26-7-1865 Brief daarover aan den Heer Directeur van het Gesticht Meerenberg te Bloemendaal

26-7-1865 Jagtacte, eendenvangen en konijnenvangen

26-7-1865 Aan den Heer Ambtenaar van het OM te Helder

Proces verbaal Rijksveldwachter P. Meijer contra Cornelis Bouwen Bakker binnen deze gemeente woonachtig

26-7-1865 Aan den Heer Officier van Justitie te Alkmaar

Al jaren twist tusschen de beide buren Samuel Vlessing en Geert Kikkert, die ik, sinds ik hier als Burgemeester ben in functie getreden, bij herhaling heb getracht bijteleggen. Onduidelijke huurcontracten- en beider eigenaar of huisheer, zeker Reindert Smit, verklaarde zich onwillig of onmagtig uittemaken wie gelijk had.

De zaken van afsluiting, openmaking en het plaatsen van een nieuwe schutting, hebben zich toegedragen, zoo als S. Vlessing heeft opgegeven in zijn schrijven. Intusschen schijnt het niet uitgemaakt of S. Vlessing alléén dan of beide regt hebben op den uitgang door de poort. Het huis nu door Kikkert bewoond, werd vroeger in 2 perceelen verhuurd, waarvan het gedeelte naast Vlessing geenen anderen uitgang had dan de genoemde poort. Heeft Kikkert nu regt op den uitgang dan mogt Vlessing die niet digtspijkeren en kan de handeling van Kikkert die poort met geweld opentemaken geenen aanleiding geven tot vervolging tegen hem.

Reindert Smit [weet het ook niet]. [Hij] meende dat Gerrit Kikkert niet meer gedaan had dan waarop hij regt had xx en bovendien dat het hem wettig toekwam uitgang te hebben door de poort.

29-7-1865 Bouw school Glijnis

31-7-1865 Aan Zijne Excellentie de Commissaris des Konings in Noord Holland

Rekest van Pieter van der Vliet, arbeider te Cocksdorp, kostelooze vergunning te ontvangen tot het vangen van konijnen met strikken en lange netten,

[beteugelen van de konijnen belangrijk]

dat Pieter van der Vliet door een ongelukkig toeval een gedeelte van zijn regterhand verloren hebbende, niet in staat is om behoorlijk zijn brood voor zijn gezin te verdienen, wanneer hij uitsluitend met veldarbeid zich bezig houde

dat hij is oppassend en vlijtig en ik alzoo geen bezwaar zie op zijn verzoek gunstig te adviseren.

1-8-1865 School Glijnis

1-8-1865 Aan den Heer Ambtenaar van het OM te Helder

Proces verbaal opgemaakt door den Veldwachter A. Dekker contra de weduwe W. Smit, wonende aan den Burg alhier

3-8-1865 Aan den Heer Ambtenaar van het OM te Helder

Proces verbaal opgemaakt door den Rijksveldwachter P. Meijer contra Bouwe Bakker

4-8-1865 B&W Zierikzee Declaratie f 23,85 ten behoeve van Jacob Bosschaert

5-8-1865 Sjieuwke Boetje

9-8-1865 Aan den Heer Officier van Justitie te Alkmaar

Dat Klaas Kuiper zich den 14 dezer tot het ondergaan zijner gevangenisstraf bij UEDA zal aanmelden

15-8-1865 Burgemeester Deventer

Omtrent het verstrekken van onderstand en geneeskundige hulp aan P. Schaasenberg, wegens ziekte zoo voor hem xx als voor zijne kinderen ontvangen en verzoeken U bij het verlenen van onderstand voor P. Schaasenberg, daarvoor telkens een nieuw besluit intezenden.

[Zoon van Jacob Willemsz Schaatsenberg en Vrouwtje Jans Smit, geboren 22-4-1829?]

16-8-1865 glaasjes koepokstof

17-8-1865 Aan den Heer Ambtenaar van het OM te Helder

Proces verbaal opgemaakt door den Rijksveldwachter Roerdinkholder contra Cornelis Zunderdorp, landman binnen deze gemeente

Aan Zijne Excellentie de Commissaris des Konings in Noord Holland

Rekest van Pieter Huisman, een verzoek tot het bekomen eener kostelooze vergunning tot het vangen van konijnen met strikken en lange netten,

Dat het mijns inziens wenschelijk blijft om bij voortduring maatregelen te nemen, om de toeneming van het konijn in de duin en mientgronden te beperken enz

[geen bezwaar tegen de vergunning]

22-8-1865 Milicien verlofganger Hendrik Sikkelé

26-8-1865 Aan Zijne Excellentie de Commissaris des Konings in Noord Holland

Rekest van C. Kalis, ook die mag konijnen vangen.

30-8-1865 1 Afschaffing van de Plaatselijke belasting op Geslagt, den Wijn, het gedistelleerd en op de Turf

2 Blijven heffen eener belasting op honden

3 4/5 van de opbrengst der Rijksbelasting op het personeel binnen deze gemeente gehouden

4 Heffen van 40 opcenten op de hoofden der Grondbelasting

5 opcenten op de Personele belasting

6 blijven heffen van de Hoofdelijken Omslag

5-9-1865 Sander Helm, loteling van de ligting 1860 N 78

Boek 350

8-9-1865 Aan de Burgemeester van Zijpe de declaratie voor verstrekte onderstand aan W. Bestevaar

8-9-1865 Aan de Burgemeester van Grijpskerk

Inzending declaratie ten behoeve van Cornelis van der Ploeg ter grootte van f 26,30

11-9-1865 Aan Zijne Excellentie de Commissaris des Konings in Noord Holland

Een verzoek tot het vangen van konijnen door middel van lange netten en strikken, in de Provinciale duin en mient gronden alhier, ten behoeve van Willem Maas, landbouwer alhier, wonende aan de Koog binnen deze gemeente. Aangezien de uitroeijing van het konijn zeer wenschelijk geacht kan worden, en de persoon van W. Maas als een oppassend man bekend staat, veroorloof ik mij genoemd verzoek gunstig bij UExc aantebevelen.

12-9-1865 Personeel en Militaire Zaken aan xxxx

De Burgemeester vraagt eeretekens aan voor de oud strijders Louw Snip, Jacob van Santen, Jan Veen en Willem Visser

'Zoo komt het mij gepast voor aan alle gedecoreerden gelijktijdig het eereteken te overhandigen. Aangezien Louw Snip mede deel heeft genomen aan de feestvreugde te Leiden en zijne aanspraken mij allezints geldig voorkwamen, zoo meende ik dat hem in ieder geval een eereteken zal worden toegekend'.

13-9-1865 Aan de Heeren Burgemeester en Wethouders te Eenrum

Als vervolg op ons schrijven van den 14 Juli jl N 365, hebben wij de eer UEDAchtb bij deze dringend uittenoodigen tot de voldoening der gedane uitschotten wegens verleende onderstand aan Willem Huizinga, ten einde wij niet in de noodzakelijkheid zoude moeten zijn, ons tot de Heeren Gedeputeerde Staten te wenden.

13-9-1865 Aan den Heer Commissaris des Konings in Noord Holland

Dat de Doopsgezinde Gemeente te Hoorn zeer klein is en naauwelijks 50 lidmaten telt, waaronder geene die bemiddeld zijn om [met vereende krachten] een Leeraar te kunnen beroepen op een tractement van f x00 gulden 's Jaars,

dat in het onderhoud van kerk en pastorie tot heden met moeite werd voorzien, doch dat de laatste in zulk eenen ongunstige toestand verkeert, dat noodzakelijke verbetering onvermijdelijk is,

dat mij door persoonlijke opmerking overtuigend gebleken is, dat eene som van f 400,- naauwelijks toereikend zal zijn om de pastorie in orde te brengen,

dat ik mitsdien geen bezwaar maak om aan UExc te adviseren aan Zijne Excellentie de Minister van Justitie, overeenkomstig het verzoek van de adressanten, voortestellen de aangevraagde som van f 400,- aan Diakens en Kerkvoogden der Doopsgezinde Gemeente te Hoorn op Texel uit 's Rijksmiddelen toetekennen.

18-9-1865 Beurtveer Texel-Amsterdam twee keer per week is onvoldoende. Verzoek van Leendert Bakker om hem tot vierde beurtschipper te benomen.

18-9-1865 Aan Zijne Excellentie den Minister van Oorlog

Een en ander ten behoeve van den Oud Strijders Louw Snip, binnen deze gemeente xx

18-9-1865 Aan den Heer Directeur van het Gesticht Meerenberg te Bloemendaal

Dat Jacob Verberne woensdag morgen per boot van hier vertrekt en des middags van dien dag zich bij UEd zal aanmelden, tot afhaling van C. Lieuwen, voorzien van de noodige kledingstukken voor genoemde persoon.

19-9-1865 Aan den Heer Commissaris des Konings in Noord Holland

Benoeming tot Buitengewoon Veldwachter Frans Koorn

19-9-1865 Aan den Heer Procureur Generaal bij het Provinciaal Geregtshof in Noord Holland

Bij afwezigheid van den Heer Plaatsvervangend Kanton Regter alhier, heb ik de eer UEdGestr hieromtrent te doen geworden, de stukken betreffende A. van der Wal en Maarten Bakker, in zake Klaas Kuiper door mij opgezonden aan den Heer Kanton Regter te Helder, aangezien een der getuigen met name Nathan Richter zich aldaar bevindt, met uitnoodiging genoemde N. Richter te doen dagvaarden, en als dan de stukken aan UEdGestr optezenden.

19-9-1865 Kanton Regter te Helder

Frans Koorn naar den Helder om de eed afteleggen

22-9-1865 Aan den Heer J.J. Vonk, procureur te Alkmaar

stukken enz aanvragen om H. Zoetelief naar Meerenberg te sturen

23-9-1865 Aan de Secretaris der Commissie van Oppertoezigt over de Kweekschool voor Zeevaart te Groningen

een jongen oud 13 jaar, lang 1,5 el geene ligchamelijke gebreken, een zeer gunstig uiterlijk en veel lust in het vak

23-9-1865 Aan den Heer Directeur der Maatschappij van Weldadigheid te Frederiksoord

Of er gelegenheid bestaat om een jongen van 13 jaar, dien wij in ons Gesticht van Weldadigheid hebben opgenomen, ten Uwent in de Kolonie aantenemen en zoo ja, welke de voorwaarden en de optevolgen formaliteiten zijn. De knaap is de 14 December aankomend 13 jaar en lang 1,347 el, gezond en zonder ligchaamsgebreken.

24-9-1865 Pokziekte onder de schapen uitgebreid

1-10-1865 Aan den Heer Commissaris van Policie te Helder

Idem aan den Schout bij Nacht bij de Marine te Nieuwediep

En een kortere versie aan den Heer Officier van Justitie te Alkmaar

Dat heden nacht ten 12 ½ ure door de Veldwachters Arie Dekker en Adam Kalf in Bargen gemeente Texel is gearresteerd zekeren persoon met name Hendrik Roeper, oud 24 jaren, geboren alhier den 17-4-1841, zoon van C. Roeper, overleden, en Geertje Dekker, wonende alhier. Genoemd persoon heeft zich alhier eenige dagen opgehouden, en is volgens zeggen, met het Oorlogschip de 'Citadel' naar Oost Indië vertrokken, en met het Oorlogschip 'Balie' teruggekeerd, als toen op het Wachtschip te Nieuwediep geplaatst, om later met de 'Prins Hendrik' te vertrekken, waarvan hij is gedeserteerd.

Ik zal zoo vrij zijn genoemd persoon op morgen per stoomboot onder geleide van den Veldwachter A. Dekker aan UEd optezenden.

3-10-1865 Na antwoord van de Zeevaartschool: dat de jongen eerst in december 13 jare wordt, zoodat het wenschelijk zijn zal om hem tot na het volgend jaar hier te houden.

3-10-1865 Aan den Heer Directeur der Maatschappij van Weldadigheid te Frederiksoord

Naar aanleiding Uwer geëerde letteren dd 20-9- 1865 N 1146 heb ik de eer UEd te berigten, dat wij den bewusten knaap gaarne wenschten optezenden, en volgens de opgegevene voorwaarden te besteden. De knaap is 14 jaren oud en zeer oppassend. Hij is vroeger opgezonden geweest naar de Kweekschool te Groningen voor de zeevaart, van waar hij is teruggekomen, daar hij wegens een liesbreuk was afgekeurd voor de zeedienst; ter wijl hiervoor het bestaan van dat gebrek niets was bekend en de knaap daarvan geen hinder heeft.

De gelegenheid om hem hier bij de boeren te plaatsen is niet zeer geschikt en de gelegenheid om wat van de landbouw te leren, zeer onvoldoende. Wij meenden daarom, dat het verdienstelijk voor den knaap zou zijn indien hij te Frederiksoord werd besteed, en op die wijze in staat werd gesteld in zijn onderhoud te voorzien. Aangenaam zal het mij zijn van UEd te vernemen of na in de opgegeven inlichtingen den knaap kan worden opgenomen, en zoo ja, wanneer hij zal kunnen vertrekken.

10-10-1865 Aan den Heer Burgemeester te Helder

Ik heb de eer UEdAchtb te verzoeken mij te willen doen geworden, een ongezegeld geboorte extract van Pieter Verberne, geboren binnen Uwe gemeente den 14 July 1858, benoodigd tot het opzenden van genoemde jongeling naar Frederiksoord.

10-10-1865 Aan den Heer Kommandant van Zijne Majesteits Wachtschip 'Kortenaar' liggende te Nieuwediep

Bij deze intezenden, eene declaratie ten behoeve van de Veldwachter A. Dekker alhier, wegens het arresteren van de persoon H. Roeper, gedeserteerd Matroos 3 e klasse van Zijne Majesteits Wachtschip Kortenaar.

12-10-1865 idem aan het Departement van Marine te 's Gravenhage

12-10-1865 Aan den Heer Directeur der Maatschappij van Weldadigheid te Frederiksoord

Onder verzending van het geboorte extract van Pieter Verberne heb ik de eer UEdele te berigten, [dat] genoemde jongeling de RC Godsdienst belijd, en zaterdag 14 October van hier per Veerschuit zal vertrekken, om dingsdags 17 October met de veerschuit naar Steenwijk te vertrekken, waarom ik verzoek xxx van te doen afhalen.

Veel brieven over veeziekte

17-10-1865 Aan B&W Hoofdplaat

Ik heb de eer UEdA bij deze behoorlijk voldaan geteekend, terugtezenden het bevelschrift tot betaling wegens voldoening van onderstand aan J. Ocqué, gevoegd geweest bij UEdA missive 9 deze N 395

17-10-1865 Aan den Heer Ambtenaar van het Openbaar Ministerie te Helder

Proces verbaal Buitengewoon Veldwachter Frans Koorn contra Jan Jacobsz Roeper wonende aan de Waal

21-10-1865 pokziekte

20-10-1865 Schatting van de waarde der afgemaakte schapen

21-10-1865 Aan den Heer Commissaris des Konings in Noord Holland

Verzoek van C. van Hert om vergunning tot het vangen van konijnen. Dat hij een ijverig en oppassend man is en in het algemeen tegen het bemagtigen van konijnen door middel van fretten en strikken geen bezwaar bestaat.

21-10-1865 Idem Verzoek van Cornelis de Ridder om vergunning tot het vangen van konijnen met strikken en lange netten in de Provinciale duin en mient gronden. Dat genoemde C. de Ridder is een ijverig en oppassend man, vader van een talrijk gezin.

22-10-1865 Idem Marinus Verduin Eijerland, van goed, orderlijk gedrag en bij de schrale verdiensten die Eijerland tegenwoordig oplevert, zou de konijnenvangst hem, tot onderstand van zijn gezin, nog eenigzints kunnen tegemoetkomen. Vroeger was hij reeds in het bezit eener dergelijke vergunning en nimmer heb ik tegen hem klagten hooren inkomen.

26-6-1865 Idem Vischacte ten behoeve van M. Schouten

26-10-1865 Over niet betaalde nota van den Heer W. Bok, notaris alhier ten bedrage van f 7,90, wegens het doen vervaardigen van een scheepsverklaring van het in 1861 gestrande schip Vörwarts, Capitein C. F. Witte

27-10-1865 Aan den Heer Commissaris des Konings in Noord Holland

Certificaat van voldoening aan de Nationale Militie ten behoeve van Borgman, Jacob ligting 1845 N 68

30-10-1865 Aan de Secretaris der Commissie van Oppertoezigt over de Kweekschool voor Zeevaart te Groningen

Naar aanleiding Uwer missive van den 13 dezer N 47 heb ik de eer UEdA te berigten, genoemde jongeling geneeskundig is onderzocht geworden en bevonden zonder gebreken te zijn, waarom is besloten dezelve naar de Kweekschool voor Zeevaart te Groningen optezenden. Aangenaam zal het mij zijn van UEd te mogen vernemen, welke goederen door hem zullen moeten worden medegebragt om hem alsdan per eerste gelegenheid naar Groningen optezenden.

3-11-1865 Aan den Heer Commissaris des Konings in Noord Holland

Verzoek om konijnen te mogen vangen door G.J. Garritsen.

Deze persoon is daartoe bijzonder in de gelegenheid; aangezien hij door borstongesteldheid niet in staat is in zijn onderhoud door veldarbeid te voorzien, en ook omtrent zijn gedrag niets dan goeds te berigten valt; aarzel ik niet hem bij UEx aantebevelen.

3-11-1865 De Burgemeester van Texel op verzoek van Jacoba Dekker wed. P. Koenraad dringende behoefte, het verstrekken van eenige kleedingstukken en eene wekelijksche bedeeling van f 1,- voor rekening van Hardinxveld

4-11-1865 Krijn Koole voor geneeskundige hulp en onderstand f 1,- voor rekening van Ouddorp

6-11-1865 Aan den Heer Procureur Generaal bij het Provinciaal Gerechtshof in Noord Holland te Amsterdam

Teunis van der Wal, veroordeeld tot cellulaire gevangenisstraf van 3 maanden, wil die straf hoe eerder hoe beter ondergaan.

6-11-1865 Dat genoemde jongeling morgen ochtend van hier op Harlingen vertrekt en woensdag morgens per spoor van daar naar Leeuwarden om verder per deligence naar Groningen te vertrekken, alwaar hij des avonds zal aankomen. Van zijne komst zal ik UEd berigt verwachten.

10-11-1865 Aan Burgemeester en Wethouders van Terschelling

Wij hebben de eer UEdAchtb intezenden eene declaratie wegens geneeskundige hulp, transportkosten naar Meerenberg en terug, benevens waarloonen ten behoeve van C. Lieuwen, in Uwe gemeente domicilie van onderstand hebbende, ten bedrage van f 100,22, met beleefdelijk verzoek de spoedige voldoening daarvan bevorderlijk te willen zijn.

13-11-1865 Nationale Militie ten behoeve van Bernardus Halsema ligting 1859 N 64

13-11-1865 Aan den Heer Burgemeester van Ouddorp

Krijn Kolen volgens zijne eigene opgave is geboren in 1802 te Ouddorp, de datum kan hij niet opgeven, zijne ouders waren Joost Kolen en Jacomientje Ruigetuins.

Krijn Kolen is reeds 3 jaren van zijne vrouw af en woont bij een ander in, heeft hare 2 zoons, kinderen uit een vorig huwelijk bij haar. Krijn Kolen is lidmaat der Hervormde kerk.

14-11-1865 Aan den Ambtenaar van de Burgerlijken Stand te Amsterdam

Philip Samuel Vlessing naar Rapenburgerstraat N 1020

16-11-1865 Overwegende dat de toestand van genoemde Wouter Verweij, welke is ziekelijk en zonder verdienste, alzoo dringend vordert, dat aan hem onderstand worde verleend.

F 1,- per week voor rekening van zijn onderstands domicilie Vianen.

16-11-1865 Aan den Heer Burgemeester te Assendelft

Woonplaatsverandering van H.A. Gillot en gezin

17-11-1865

Aan de Heeren Gedeputeerde Staten van Noord Holland

Veeziekte. Adres van Biem Lap, landbouwer op Texel, verzoekende zijn vee te mogen vervoeren van dit eiland naar de Anna Paulowna polder

dat het vee van de adressant in voldoende gezondheids toestand is verkerende, dat ook in zijne omstreken hoegenaamd geen pokziekte heerschende was,

dat het beweren van de adressant omtrent zijn gebrek aan wintervoeder op Texel, geheel overeenkomt met de waarheid is,

dat ik daarom geen bezwaar zie om het verzoek van den adressant onder xx bepalingen intewilligen,

dat de inscheping uitsluitend geschiedt te Oudeschild op een door mij vasttestellen maandag en de ontscheping uitsluitend aan de Van Ewijcksluis in Noord Holland

Aangezien het vee van de rekwestrant ook bij het drijven naar het Oudeschild ver verwijderd blijft van de door pokziekte besmette landstreek, zoo zie ik geen enkel bezwaar om onder deze bepalingen het verzoek van Biem Lap toetestaan.

18-11-1865 Aan den Heer Controleur van het Kadaster te Haarlem

Vrijdom van grondbelasting ten behoeve van het RC Armenhuis aan den Burg alhier

20-11-1865 Dat de Milicien verlofgangers Timmer Cornelis, van Es Cornelis, de Wijn Hendrik, Bakelaar Aart, Slot Nan, Eelman Jan, Klaassen Daniel, Eelman Cornelis

zich bij ons hebben aangemeld.

20-11-1865 Aan den Heer Kanton Regter te Helder

Door de veehouder J.P. Witte is Cornelis J. Bakker gedagvaard tot betaling eener som van f 9,- voor het onwederregtelijk afweiden van gras door 2 paarden gedurende 3 dagen. Behalve dat het mij zeer onwaarschijnlijk voorkomt dat werkelijk gedurende dien tijd de paarden van C.J. Bakker zoude gegraasd hebben op het land van J.Pz. Witte, en ongerekend het feit dat wanneer zulks werkelijk had plaats gehad, die eisch in dit jaargetijde te hoog zou zijn, acht ik het mijn pligt UEdGestr medetedeelen dat tegen J.Pz. Witte herhaaldelijk klagten worden ingebragt wegens schade door zijn vee veroorzaakt aan belendende landgebruikers, daar hij bekend staat als iemand ofschoon zeer bemiddeld, zich niet ontziet op die wijze zich meester te maken van eens anders eigendom.

Ik heb gemeend UEdGestr hiervan niet onkundig te mogen laten, in de overweging dat zulks welligt tot een betere beoordeeling der aanhangige zaak zou kunnen dienstig zijn.

22-11-1865 Aan Burgemeester en Wethouders van Vianen

Na Uwer missive van den 18 dezer N 496, hebben wij de eer te berigten, dat Wouter Verweij is de zoon van Gijsbert Verweij en Jantje van Niepoort. Genoemde Verweij is sukkelende aan een gebrek aan zijne regter hand, waardoor hij niet in staat is om iets te kunnen verdienen, en opzending naar Uwe Gemeente voor het tegenwoordige niet mogelijk is, waarom wij UEdAchtb alsnog voorstellen hem te ondersteunen met eene wekelijksche bijdrage van Een gulden tot uiterlijk Ultimo Maart.

Het opzenden van hem en zijne vrouw naar Uwe gemeente zou toch meerdere uitgaven vereischen, dan de door ons voorgestelde bedeeling zou bedragen.

22-11-1865 Idem Inzending declaratie Wouter Verweij

23-11-1865 Besluit Burgemeester van Texel

aan Aart Bakelaar (sukkelende) te verstrekken een wekelijksche bedeeling van 1,- tot Ultimo Ferbuari ten koste van Goeree, waar hij is geboren den 29-8-1798

23-11-1865 Aan den Heer Burgemeester van Dongeradeel

No 604 Inzending declaratie f 8,60 voor geneesmiddelen W. van den Herberg

25-11-1865 Aan de Heeren Gedeputeerde Staten van Friesland

Verstrekte onderstand voor kleedingstukken en geneesmiddelen ten behoeve van W. Huizinga ten koste van Eenrum

Ingezonden den 3 February dezes jaars en waarop na daartoe reeds te zijn aangemaand, nog geene betaling is geschied, nemen wij de vrijheid UEdGAchtb tusschenkomst te verzoeken, ten einde die gelden aan ons mogen worden gerestitueerd.

25-11-1865 Kweekschool Groningen UEd te doen geworden

1 geboorte Extract

2 Bewijs van goed gedrag

3 Certificaat van toestemming ten behoeve van den jongeling A. Kooijman

27-11-1865 Aan den Heer Commissaris des Konings in Noord Holland

Certificaat van voldoening aan de Nationale Militie ten behoeve van Gorter Cornelis, het paspoort van genoemde persoon heb ik de eer hierbij te voegen.

27-11-1865 Aan den Heer landmeter bij het Kadaster Schüller te Alkmaar

U te zenden de aangevraagde kadastrale kaarten

1-12-1865 Pieter Vonk Hontenisse in Staats Vlaanderen geboren 4-2-1799

1-12-1865 Christoffel Wiegel Nieuwe Tonge 1798

1-12-1865 Aan de Heeren Armvoogden der Algemene Armen te Terschelling

Uwe missive met eene postwissel f 106,32,1/2 ter voldoening wegens verleende onderstand aan Jacob Schaap en Cornelis Lieuwen, de declaratie behoorlijk voldaan geteekend gaat hiernevens.

7-12-1865 Aan den Heer Commissaris van Policie te Helder

Proces verbaal te retourneren in zake Abraham van Londen, gevoegd geweest bij Uwe missive van 27 November 1865 N 600, onder bijvoeging van eene verklaring van Biem Lap, aan wien het ontvreemde paard in eigendom toebehoord.

1-12-1865 Aan den Heer Commissaris van Policie te Helder

Dat de goederen welke gebezigd worden voor de schietoefeningen op de Hors alhier en die zijn opgestapeld of opgeborgen aan de Stuifdijk, niet veilig liggen. Ofschoon ik order heb gegeven om tegen diefstal te waken, zo is de ligging der plaats teongunstig om met vaartuigen aantelanden dan dat wij zouden mogen hopen dat van de zeezijde geene poging tot bemagtiging zal worden aangewend. Ik acht het dus noodzakelijk dat xxx op de eene of andere wijze door de Marine worden voorzien, en noodig UEd uit xx verder mededeeling te doen daar waar het noodig zal zijn.

5-12-1865 Aan den Heer Burgemeester van Goedereede

Aart Bakelaar zoon van Hendrik Bakelaar en Maggelt van de Schoor geboren te Goedereede, getrouwd met Jannetje Sprong van Stellendam, lid van de Hervormde gemeente

[Aart Hendriksz Bakelaar, geboren 1797/98, gestorven 29-3-1873 Burg, getrouwd in 1820 met Jannetje Sprong, kinderen Hendrik (1820/21-1899 De Cocksdorp) en Pieternella (1828/29 Melissant)]

5-12-1865 Besluit van de Burgemeester van Texel

Geertruida Veen geneeskundige hulp ten koste van Vianen

6-12-1865 Aan de Heeren Gedeputeerde Staten van Noord Holland

Waarom het getal beleende panden in 1864 wat kleiner is geweest dan in 1863?

Dat dit hoofdzakelijk kan worden toegeschreven aan de buitengewone duurte der kledingstukken, waaruit de meeste panden bestaan. Door die duurte is de mindere klasse genoodzaakt niet dan in de aller grootste behoefte nieuwe kleedingstukken aantekoopen. Vandaar dat de voorraad van niet volstrekt onmisbare kleeding zeer verminderd is en aangezien deze juist worden gebezigd om in geval van behoefte te worden besteed, zoo is natuurlijk daaruit afteleiden dat het aantal panden in 1864 ingebragt verminderen moest.

7-12-1865 Grindweg van Waal naar Eijerland

9-12-1865 Besluit Burgemeester van Texel

om aan Jacob Schaap (daar het gezin in groote armoede verkeert) [te bedeelen] f 1,- per week tot Ultimo Maart 1866 ten koste van Terschelling

Idem Thijs Knol (vrouw en 4 kinderen) f 1,- per week ten koste van Bedum

geen datum 1865 Aan den Heer Officier van Justitie te Alkmaar

Proces verbaal betreffende een vechtpartij welke op dingsdag 5 December heeft plaats gehad, en waaromtrent ik UEdG eenige inlichtingen meen te moeten geven. De aanklager Hendrik Gielis is een zeer gemeen sujet, en werd vroeger wegens diefstal veroordeeld. Hij was blijkbaar op 5 December zwaar beschonken en dan bekend als twistziek.

De slagen die hij gezegd heeft te hebben ontvangen, waren voorzeker zeer onbeduidend, ik zag althans op den 7den daarvan geen spoor. Verschillende personen hebben getuigd dat niet Abbenes maar Gielis aanleiding tot de twist hebben gegeven, terwijl geene enkele getuige met de verklaring door Gielis gegeven zal instemmen. Het is om deze redenen dat ik UEdGestrenge in overweging wensch te geven, of het liever dan deze nietige zaak verder te vervolgen, niet beter zou zijn om het proces verbaal eenvoudig voor kennisgeving aantenemen.

12-12-1865 Weg Waal naar Eijerland

12-12-1865 Aan den Heer Officier van Justitie te Alkmaar

Rijksveldwachter Roerdinkholder [maakt zich niet populair] door tijdens de zondagsluiting der herbergen van 9 tot 11 en van 2 tot 4 uur (tijdens kerktijd), terwijl de Hervormde Gemeente kerken moet in de Doopsgezinde kerk wegens verbouwing van de Hervormde kerk, twee rustige mensen die bedaard billard speelden tussen 12 en half 2 te verbaliseren. De veronderstelling dat Roerdinkholder zal gehandeld hebben uit wraakzucht of nijd, komt mij niet waarschijnlijk voor, misschien heeft hij, daar Broekkamp en zijne gasten Roomsch Catholyk waren, xxx daarom minder sympathie voor deze gehad.

Dat Roerdinkholder wegens weigering tot het geven van drank, eerder tot zulk eene ongewone handeling zal zijn overgegaan kan ik zeer goed geloven. Roerdinkholder schijnt zich inderdaad nu en dan aan de drank te buiten te gaan, zoals ik trouwens zelf heb bijgewoond, ofschoon dat reeds verscheidene jaren geleden is.

Dat geene der beschuldigden eenige de minste aanleiding hebben gegeven om te worden behandeld zoo als door Roerdinkholder is geschied en ik het veel eerder wenschelijk zou vinden dat Roerdinkholder eens werd herinnerd, dat het zijne verpligting is om wanneer vreedzame burgers soms naar zijne meening eenige overtreding mogten begaan, [hij] dit ten minste op fatsoenlijke wijze kan kenbaar maken.

[Engelbertus Roerdinkholder]

14-12-1865 Adres van het Parochiaal Armbestuur der RC Gemeente aan den Burg, strekkende om de noodige magtiging te erlangen tot aanvaarding van een legaat groot Een Honderd Guldens, door wijle den Heer H. Dijt nagelaten, en welk adres in onze handen was gesteld om berigt, consult en advies.

15-12-1865 Aan den Heer Ambtenaar van het Openbaar Ministerie te Helder

Proces verbaal opgemaakt door Rijksveldwachter Koderitsch contra Klijs van Lente arbeider te Eijerland

16-12-1865 Aan den Heer Officier van Justitie te Alkmaar

Proces verbaal opgemaakt door Rijksveldwachter contra C.A. Broekkamp

18-12-1865 Aan de Burgemeester van Goedereede over Aart Bakelaar

18-12-1865 Pokziekte schapen

18-12-1865 Aan den Heer Commissaris des Konings in Noord Holland

Gemeenteveldwachter C. Bakker overleden, benoeming Biem Timmer

20-12-1865 Aan den Heer Ambtenaar van het Openbaar Ministerie te Helder

Proces verbaal opgemaakt door Rijksveldwachter Roerdinkholder contra Jan Jans Kuijper, de weduwe Aris Eelman en de weduwe Heertje Dogger, allen te Oosterend alhier woonachtig.

20-12-1865 Aan den Heer Officier van Justitie te Alkmaar

De stukken in zake Gielis en Abbenes met het proces verbaal van het getuigenverhoor

23-12-1865 Aan de Heer Directeur der Maatschappij van Weldadigheid te Frederiksoord

U bij dezen terugtezenden het contract wegens het opnemen en verzorgen van Pieter Verberne benevens eene assignatie op de Heer de Veer en Zoon te Amsterdam, ad f 37,51, zullende ik de declaratie behoorlijk voldaan geteekend van UEd tegemoet zien.

23-12-1865 Aan den Burgemeester van Buiksloot

Ik heb de eer UEd de ontvangst te berigten Uwer mededeeling betreffende het verstrekken van onderstand aan Arie Vermeulen en gezin, en zulks ter voldoening van art. 43 der wet van den 28-6-1854 (Staatsblad N 100).

[Arie Vermeulen (1839-xx) zoon van Lodewijk Vermeulen en Wijntje Kuiper, getrouwd in 1862 met Jacomijntje de Vogel, kinderen Wijntje (1862-xx), Hiltje (1863-1864) en Pieter (1871-xx)]

24-12-1865 Aan de Heeren Gedeputeerde Staten van Noord Holland

Schadeloosstelling van verscheidene veehouders alhier wegens onteigening hunner schapen

27-12-1865 Proces verbaal over verkoop hout van de Vliehors

29-12-1865 Aan den Heer Burgemeester te Helder

Dat Cornelia de Lange alhier met geen getuigschrift van woonplaatsverandering is ingekomen, [maar toch] sedert jaren is zij reeds op Texel

[voorbeeld hiervan, dat komt meer voor]

30-12-1865 Aan den Heer Burgemeester van Hontenisse

De toestand van Pieter Vonk is zoodanig, dat eene bedeeling van f 1,- per week hoogstnoodzakelijk is, de man is zoo rumatisch dat hij bijna niet loopen kan, zoodat hij niet in staat is te kunnen overkomen.

1-11-1866 Aan den Heer Officier van Justitie te Alkmaar

Proces verbaal opgemaakt door Adam Kalf en Roerdinkholder contra Simon de Wijn wegens gewelddadigheid aan twee agenten van Policie ter gelegenheid zij hunnen dienst waarnamen gepleegd.

[Daar] S. de Wijn algemeen als een zeer gevaarlijk persoon wordt gehouden, zoo zou ik het wenschelijk vinden indien UEdG mij ten spoedigste een bevel tot inhechtenisnemen [stuurt].

De weduwe Kalf [heeft zich beklaagd] over dezelfde persoon, die 's nachts bij haar was binnen gekomen [en] haar had gedreigd haar te vermoorden, waarop ik de Policie hier heb laten surveilleren, zonder dat dit tot heden eenig gevolg had. Ook heb ik zoo op het oogenblik vernomen dat hij de postbode Willem Koorn heeft aangerand.

2-1-1866 Aan den Heer Officier van Justitie te Alkmaar

Stukken en 3 processen verbaal contra Simon de Wijn.

S. de Wijn heeft halstarrig alles ontkend en zelfs verklaard niet te kunnen schrijven (wel zijn naam)- mes weggemaakt- gevaarlijk twistziek man, daar hij steunende op ongehoorde ligchaamskrachten, iedereen uitdaagt en beleedigt en dikwijls bij bedreigingen daden voegt. Daarbij is hij een liefhebber van sterken drank en een vijand van arbeid. Bestraffing is zeer wenschelijk.

4-1-1866 Besluit van de Burgemeester van Texel Geertruida Veen f 1,50 per week ten koste van Vianen

4-1-1866 Aan de Heer Procureur Generaal bij het Provinciaal Gerigtshof in Noord Holland

De weduwe T. van Grouw, schoonmoeder van Maarten Bakker, welke door het Provinciaal Geregtshof in Nood Holland, is veroordeeld tot eene gevangenisstraf van 3 maanden, heeft zich tot mij gewend, met verzoek of er geene mogelijkheid zoude zijn, dat genoemde hare schoonzoon zijne straf thans onderging, aangezien er tegenwoordig geene verdiensten zijn. In het belang van genoemde behoeftige weduwe, welke gedurende zijne straftijd, in het onderhoud van de vrouw en kinderen van Maarten Bakker moet voorzien, neem ik de vrijheid UHoogEdelGestr beleefdelijk te verzoeken, wel te willen toestaan om de noodige orde daartoe te willen geven, dat aan genoemde persoon zoo spoedig mogelijk zijne straf ondergaat, om bij het uitkomen der werkzaamheden in het onderhoud van zijne vrouw en kinderen, zelve te kunnen voorzien.

Maarten Bakker (1840-1906), zoon van Jacob Bakker en Trijntje Brouwer, was getrouwd met Trijntje van Grouw (1845/46-1894), dochter van Jacob Teekes van Grouw (1790-1865) en Martje List (1807-1876). Aangifte van de dood van Teeke van Grouw gedaan door Maarten Bakker, 25 jaar, molenaarsknecht, en J.G. Moojen, 34, bode, beide wonende op Texel.

Kinderen Trijntje (1862/63-1924), Jacob (1863/64-xx), Teeke (1865-1941),

Cornelis (1867-1898), Martinus (1872-xx), Maria Anna (1876/77-1899) en Geertje (1878/79-xx)

5-1-1866 Nationale Militie, geboorte-extract van Cornelis Witte, zoon van Cornelis Witte en Cornelia Spee, geboren den 6-12-1847 te Ouddorp

8-1-1866 Aan den Heer Ambtenaar van het Openbaar Ministerie te Helder

Proces verbaal Rijksveldwachter Roerdinkholder contra Keetje van Heerwaarden, veehoudster binnen deze gemeente woonachtig.

9-1-1866 Veeziekte

11-1-1866 Aan Burgemeester en Wethouders te Helder

Wij hebben de eer UEdAcht te verzoeken aan Antje Mossel, binnen Uwe gemeente woonachtig, en alhier domicilie van onderstand hebbende, van den 15den dezer maand tot Ultimo Maart te willen bedeelen met f 0,75 per week voor rekening van het Algemeen Armbestuur alhier.

11-1-1866 Aan Burgemeester en Wethouders van Scheemda

Dezerzijds wordt toegestaan aan Maria Meis, boven de gewone bedeeling van f 1,- 's weeks ineens f 10 te verstrekken tot aankoop van eetwaren en turf met verzoek om bij meerdere onderstand haar naar hier optezenden.

13-1-1866 Geene stoomboot

13-1-1866 Aan den Heer Commissaris des Konings in Noord Holland

Staat der Landverhuizingen

13-1-1866 C.A. van Deinse Medisch Doctor, A.E. Stiggelbout Plaatselijk Heelmeester, J.J. Knap, K. Hille, W. Stolp en Jb. Koning Pz idem, P.M. Stiggelbout Algemeen en Plaatselijk Heelmeester, J.H. Rechlien vroedvrouw, J.J. Oomes idem, A.E. Petersen apotheker

15-1-1866 Aan den Heer Officier van Justitie te Alkmaar

Proces verbaal wegens een diefstal van eenig linnengoed van een bleekveld toebehorend aan Sijbrand Keijser, tot op heden geen dader bekend.

15-1-1866 Aan den Heer Commissaris van Policie te Helder

Ontvreemd in de nacht van 12 January alhier:

een linnen beddelaken gemerkt J.S.

een linnen beddelaken gemerkt A.K.

3 kussenslopen gemerkt A.K.

benevens eenig kindergoed en een witte vrouwenonderrok ongemerkt

24-1-1866 Pieter Smits f 1,- ten koste van Ter Heyden in Noord Brabant, Rhúmatiek

Aan den Heer Officier van Justitie te Alkmaar

Bijlage proces verbaal wegens poging tot zeerooverij

Dat de schuiten van het Oudeschild naar de W. Lampon [schip, gezagvoerder H. Schellinger] zijn geweest …. Aan de ligters van het Nieuwe Diep had aangenomen, het niet moeyelijk zal vallen te bepalen, welke personen van deze gemeenten zich bij die gelegenheid kunnen hebben schuldig gemaakt aan poging tot zeerooverij

17-1-1866 Aan den Heer Officier van Justitie te Alkmaar

Proces verbaal wegens jagtovertreding opgemaakt door Rijksveldwachter J.A.F. Koderitsch contra H.E. Coninck Westenberg. [Burgemeester Loman stelt voor] een schikking aantegaan of het maximum der geldboete [te laten] betalen. Conick Westenberg is daartoe bereid.

29-1-1866 Correspondentie met B&W van Eenrum betreffend W. Huizinga

29-1-1866 Maatschappij van Weldadigheid te Frederiksoord

G Veer en Zoon ad f 65,52 ieder 2 stuks op

31-1-1866 Declaratie Armbestuur

N 71 Burgemeester Vlissingen G. Cornelisse f 11,-

N 72 Burgemeester Ouddorp P. Heerschap f 1,-

N 73 Burgemeester Hontenisse Pieter Vonk f 7,50

N 74 Burgemeester Bedum Thijs Knol f 5,-

N 75 Burgemeester Hoorn Wed. A. de Boer f 17,50

N 76 Burgemeester Grijpskerk C. van der Ploeg f 28,-

N 77 Burgemeester Hoofdplaat Jac. Ocqué f 30,-

N 78 Burgemeester Nieuwe Tonge C. Wiegel f 5,-

N 79 Burgemeester Goedereede A. Bakelaar f 3,-

N 80 Burgemeester Vianen W. Verwey f 4,-

N 81 Burgemeester Terschelling Jb. Schaap f 4,-

N 82 Burgemeester Ouddorp Krijn Koolen f 7,-

N 83 Burgemeester Hardinxveld Jan C. Dekker f 20,16

N 84 Burgemeester Zijpe Zeeland W xxxx f 28,65

N 85 Burgemeester Vianen Wed. A. de Jong f 13,30

Totaal f 213,01

1-2-1866 Aan den Heer Ambtenaar van het Openbaar Ministerie te Helder

Proces verbaal door Rijksveldwachters Roerdinkholder contra Jacob Brans landbouwer te Eijerland

Zeerovers Jacob Brouwer, Jacob Pz Smit, H.H. Dito, S. Kuiper en C. Duinker, allen woonachtig te Oudeschild

3-2-1866 Aan den Heer Officier van Justitie te Alkmaar

In beslag genomen jagttuig getaxeerd op f 2,-

8-2-1866 Quitantie wegens betaling van boete van Conick Westenberg en de in beslag genomen voorwerpen teruggegeven.

8-2-1866 Ouddorp heeft betaald voor P. Heerschap en Krijn Koole

Bijlage maatregelen tegen zeeroof

10-2-1866 Aan de Burgemeester van Zwolle

Ontvangst te berigten van het Besluit omtrent het verleenen van geneeskundige hulp aan Reijer Dogger en gezin.

13-2-1866 Proces verbaal wegens diefstal van tabak op de Eijerlandsche Gronden.

De persoon van G. List en P. Roeper hebben naar mijne gedachte de tabak niet weggeworpen, maar verborgen. Sedert bijna 3 weken heb ik alle pogingen in het werk gesteld om zoo mogelijk hieromtrent zekerheid te erlangen, doch tot heden vruchteloos. Dit is de reden waarom ik niet eerder de processen verbaal aan UEdG heb opgezonden.

P. Pippeling staat niet ongunstig bij ons bekend. Hij heeft waarschijnlijk niet veel waarde aan de tabak gehecht en eene vracht medegenomen, die anders toch zou zijn verloren geweest.

Er zijn waarschijnlijk 2 balen op het strand aangekomen en vernield en het is mijne overtuiging, dat P. Roeper en G. List bekend zijn, want het zal wel onwaar zijn, dat zij de beide personen die zij gezien hebben niet zoude hebben herkend! Ik zou het zeer wenschelijk vinden, dat zij tot een voorbeeld werd gesteld. Het zijn welgestelde veehouders en behoeven niet, als zoo vele armen naar het strand te gaan om eenig brandhout te zoeken. Daarenboven hebben zij waarschijnlijk eene valsche verklaring afgelegd, waarvan eene bestraffing niet ondienstig zou zijn.

Pieter Roeper (1826-1905), (1834-1889), (1850-1911)

Gerrit List (1795-1874), (1831-1890), (1847-1870)

17-2-1866 Ontvangen Besluit van de Burgemeester te Helder, omtrent het verleenen van geneeskundigen hulp aan Dirk van Leeuwen en de weduwe Christiaan Hessel,

bij afwezigheid [van Loman] P. Langeveld

17-2-1866 Goedereede heeft betaald voor A. Bakelaar

Besluit Burgemeester van Texel aan Aart Bakelaar tot het bekomen van geneeskundigen hulp ten koste van Goedereede

19-2-1866 Besluit Burgemeester Helder omtrent het verleenen van geneeskundigen hulp aan Jacob Mangel en Adrianus Doodhagen

19-2-1866 Nieuwe Tonge heeft betaald voor Christiaan Wiegel

19-2-1866 Aan de Kommanderend Officier van het 2 e Reg Infanterie te Maastricht

Aanvraag Extract van het Stamboek voor Cornelisse Mozes, voormalig plaatsvervanger voor Kors Eelman van de ligting 1857

Aan de Kommanderend Officier van het 4 e Reg Infanterie te Gouda

Adrianus Hartman, plaatsvervanger voor Maarten Eelman ligting 1854

20-2-1866 Lange brief over billard spelen in de herberg. Men mag de hele zondag spelen, met uitzondering van de tijd van de Godsdienstoefening der Hervormden, gebezigd zijnde van 9 à 9 ½ tot 11 ½ uur en van 2 tot 4 uur. Nooit ergernis of stoornis geweest.

20-2-1866 J. Boetje in de Schoolcommissie

21-2-1866 13-1-1866 Aan den Heer Commissaris des Konings in Noord Holland

Johannes de Ruiter loteling van de ligting 1866 is den 21-6-1865 reeds overleden.

22-2-1866 Windmolentjes medegenomen en weggeworpen ….. is eerder baldadigheid dan diefstal

23-2-1866 Aan de Burgemeester van Dantumadeel

Hiernevens heb ik de eer UEdAcht behoorlijk voldaan geteekend terugtezenden de declaratie betreffende verleende geneeskundige hulp aan W.P. van den Herberg.

23-2-1866 Voldaan declaratie ondersteuning Jb. Schaap Terschelling

24-2-1866 Aan den Kommanderend Officier van het 7 e Reg Infanterie te Utrecht

Dat hoewel Jacob Koorn milicien is van de ligting 1856, zijnen plaatsvervanger Wilhelmus Leonard Wagenaar in 1859 is ingelijfd bij het onder Uwe bevelen staande Regiment.

24-2-1866 Hardinxveld wil niet betalen voor Jacoba Dekker 'en de aan haar verstrekte kleedingstukken noodzakelijk worden vereischt, daar letterlijk aan alles behoefte bestaat, en de hooge som der rekening voortspruit uit de duurte en geensints door de vele kleedingstukken aan haar verstrekt (Stikkel)

bijlage Aan Zijne Excellentie den Minister van Oorlog

Ik neem de vrijheid Uwe Excellentie nevensgaand rekwest van C. Smit Ez, het verzoek inhoudende om naar Noord Amerika te mogen uitwijken, aantebieden en UEx [te adviseren] het rekest in gunstige overweging te nemen. Het daarbij door den rekwestrant aangevoerde is geheel overeenkomstig de waarheid. In de volgende maand zullen de betrekkingen van Smit naar Noord Amerika uitwijken en welligt zal zich moeijelijk later een zoo geschikte gelegenheid om te expatriëeren voordoen.

Mogt door den rekwestrant een plaatsvervanger kunnen worden gesteld, dan zou door hem daarin kunnen worden voorzien.

2-3-1866 Aan den Heer Burgemeester te Hoorn

Bewijs van storting door de gemeente Hoorn voor de weduwe A. de Boer, terwijl het bevelschrift behoorlijk voldaan geteekend hiernevens is gevoegd.

3-3-1866 Aan den Heer Officier van Justitie te Alkmaar

Proces verbaal Rijksveldwachters Roerdinkholder en Koderitsch contra A.J. Koning veehouder alhier

8-3-1866 Aan den Heer Griffier der Staten van Noord Holland

Ter voldoening aan UEd missive dd 6-3 N 39 intezenden, een muntbiljet N 237 ad f 10,- en eene postwissel ad f 2,- ter voldoening

15-3-1866 Aan den Heer Commissaris des Konings in Noord Holland

Dat het perceel waarop nevensgaand aanslagbillet betrekking heeft, en door Cornelis Niesen, arbeider, wordt bewoond, bij het Kadaster bekend staat onder Sectie H N 925. Genoemd perceel zijnde een hut en schuur is gedeeltelijk op de Provinciale Mientgronden gebouwd, gedeeltelijk op een weg, welke over die Mientgronden loopt, en welke weg op naam dezer gemeente staat. De aanslag zal dus gedeeltelijk door deze gemeente, gedeeltelijk door deze Provincie moeten worden voldaan en wel voor f 0,34 ½ door de gemeente en voor f 0,30 door de Provincie.

17-3-1866 over C. Smit

20-3-1866 Aan den Heer Commissaris des Konings in Noord Holland

Dat de eigenaar van de opstal geplaatst op het perceel bij het Kadaster bekend onder Sectie H N 925, is geweest Zacharias Schoenmaker, doch dat bij nader onderzoek is gebleken, het perceel reeds sedert eenige jaren is geamoveerd.

24-3-1866 Aan Burgemeester en Wethouders te Grijpskerk

Goede ontvangst van missive met eene kwitantie van storting groot f 56,50 wegens verstrekte onderstand gedurende het jaar 1865 aan Cornelis van der Ploeg, de behoorlijk voldaan geteekende declaratien gaan hierbij terug.

24-3-1866 Aan de Burgemeester te Leiden

Voor geneeskundigen hulp en verpleging in het ziekenhuis van Jacob Boon

24-3-1866 Jacob Schaap geneeskundigen hulp voor zijn dochtertje Anna Catharina (heeft haar been gebroken) ten koste van Terschelling

26-3-1866 IJsbrand Witte, loteling van de ligting 1861 N 43, tot het aangaan van een huwelijk

27-3-1866 Runderpest

28-3-1866 Aan Zijne Excellentie de Commissaris des Konings in Noord Holland

Aangezien onder de vele landverhuizers die in deze dagen naar Noord Amerika van hier willen uitwijken ook enkele Verlofgangers bevinden, zoo heb ik deze doen herinneren aan Art. 126, der wet op de Nationale Militie. Intusschen geloof ik, dat ondanks deze herinnering, enkele voornemens zijn, de wijk naar buitens lands te nemen, en neem ik dientengevolge de vrijheid UEx te verzoeken mij wel te willen mededeelen, of door mij ook maatregelen te nemen zijn, of dat ik mij zal kunnen bepalen tot kennisgeving en aantekening in de gewone registers.

29-3-1866 Aan den Heer Officier van Justitie te Alkmaar

en de Heer Ambtenaar bij het Openbaar Ministerie te Helder

aangifte en kennisgeving

Dat in de nacht van 27 op 28 Maart van een bleekveld aan den Burg ten nadeele van C. Broekkamp zijn ontvreemd de volgende goederen

2 stuks tulle overgordijnen met gebloemde randen

2 stuks tafellakens waarvan een klein tafellaken met gekrulde letters M. Lok en het andere zijnde een groot tafellaken met een gebloemde rand en kenbaar aan de brandgaatjes veroorzaakt door een sigaar

4 stuks linnen handdoeken ongemerkt

29-3-1866 Proces verbaal ten laste van Marretje Huisman door de Rijksveldwachter Koderitsch te De Cocksdorp

29-3-1866 Drie Besluiten van de gemeente Helder tot geneeskundigen hulp aan Hendrika Nannings, Klaas Pronk en Nan van der Wielen

Idem van Purmerend aan P. Vermeulen voor zijn minderjarigen zoon Fredrik

3-4-1866 Aan den Heer Officier van Justitie te Alkmaar

Simon de Wijn is veroordeeld tot een maand gevangenisstraf, wil die gaarne zoo spoedig mogelijk ondergaan, aangezien de verdiensten in den zomer hoog zijn en er nu weinig werk is. Vooral in het belang zijner gebrekkige moeder.

[Simon de Wijn (1838/39 -1905), zoon van Albert de Wijn (1806-1879) en Martje Kalis (1805-1899), ongehuwd, had broers en zusters: Antje x Jacob Boon, Jannetje x Meijert Vlas, Klaasje, Klaas, Willem x Antje Kooiman, en Abraham]

3-4-1866 Aan den Heer Officier van Justitie te Alkmaar

Proces verbaal ten aanzien van het voorgevallene in het huis van Jacob Brans, ter zake van zelfvergiftiging en visum repertum

6-4-1866 Aan den Heer Burgemeester te Ouddorp Zeeland

gevraagd een gezegeld en gelegaliseerd geboorte-extract ten behoeve van Jacob Witte, geboren den 2-9-1834

6-4-1866 Heb ik onderzoek ingesteld naar de wijze waarop de persoon die in de morgen van den 1sten April zich van het leven heeft beroofd, zich in het bezit heeft gesteld van de gebezigde vergiften, zonder dat het mij is gebleken waar die vergift is verkregen. Bij dit onderzoek is mij gebleken dat met den verkoop van vergift zeer ligtzinnig wordt te werk gegaan, daar verschillende winkeliers het arsenicum aan de schaaphouders, die dit veelvuldig gebruiken, verkoopen. Zij houden daarvoor weliswaar een zakboekje waarin de kooper teekent, maar bij het algemeen en groot gebruik dat hier plaats vindt, is die waarborg tegen vergiftiging nietsbetekenend.

Het zal mij dus aangenaam zijn van UEdG te mogen vernemen aan welke bepalingen die verkoopers onderworpen zijn, voor zoover ze niet tot de personen behoren bedoeld bij Art. 1 van de wet regelende de uitoefening van de Artsenijbereidkunst, om overeenkomstig de gegevene voorschriften te kunnen handelen.

Het visum repertum is der lijkschouwing gereed. Moet dit worden opgezonden?

9-4-1866 Aan Zijne Excellentie de Commissaris des Konings in Noord Holland

Jacob Witte is loteling van de gemeente Ouddorp Eiland Flakkee

11-4-1866 Aan den Heer Ambtenaar van het Openbaar Ministerie te Helder

Proces verbaal opgemaakt door den gemeenteveldwachter M. Daalder aan den Hoorn contra Klaas van der Werf, veehouder aan den Hoorn

Geen datum, aan den Burgemeester te Helder

Het lijk eener manspersoon [geborgen] in de nabijheid van het Nieuwe Diep, vermoedelijk dezelfde persoon welke van een vischssloep te Nieuwe Diep dit jaar is gevallen en verdronken. Kleding: gestreept onder hembd, rood baai hembd, linnen tusschen baatje, 2 wollen bovenbroeken, een gestreepte onderbroek, graauwe wollen kousen, steekmouwen, klompen, een riem van leer en zeildoek om het middel.

14-4-1866 Besluit Burgemeester van Texel om aan Jantje Huizinga te bedelen f 0,75 's weeks voor rekening van Usquert

14-4-1866 A. Bakelaar

14-4-1866 Aan Zijne Excellentie de Commissaris des Konings in Noord Holland

Dat in de Kolonie der Maatschappij van Weldadigheid uit deze gemeente zich bevonden op den 31-12-1865 8 mannen en 4 vrouwen bestedelingen.

14-4-1866 Besluit gemeente Schagen omtrent het verstrekken van geneeskundige hulp aan de 3 kinderen van Reindert de Boer

16-4-1866 Jacob Witte zoon van Cornelis Witte en C. Spee

Boek 351

3-5-1866 Aan xxx

Heeden morgen alhier opgevischt het lijk van een manspersoon, waarschijnlijk in de Zuiderzee verdronken en te huis behoorende te Urk of Volendam. De persoon was gekleed in een rood wollen hemd gemaakt met garen, waaraan zich bevonden een paar gouden knopen aan de halsband bevestigd. Overigens was dezelve geheel naakt en in vergevorderden staat van ontbinding. Aangezien nu eenige maande geleden door zekere Jb. Molenaar onderzoek is gedaan naar een xxxx verdronken zoon en deze Molenaar opgegeven heeft binnen deze gemeente woonachtig te zijn, zoo neem ik de vrijheid UEdAchtb xxx

x-5-1866 Aan den Heer Officier van Justitie te Alkmaar

Ik heb de eer UEdgroot hiernevens aantebieden het visum repertum opgenomen door de Heeren J. Koning en P.M. Stiggelbout, geneeskundigen alhier, in zake vergiftiging van Jacob Brans alhier. De inhoud der maag is door mij verzegeld ter hand gesteld aan den Heer A.E. Petersen, apotheker alhier, ten einde die te analyseren. Aangezien ZEd echter eenige zwarigheid maakte ten aanzien van de te maken kosten, die wel f 25 zouden beloopen daar volgens ZEd opinie niet de inhoud der maag, maar de maag zelve moest worden onderzocht, [en] zoo ZEd beweerde dat hem vroegere vergoeding voor een dergelijk onderzoek was geweigerd, heb ik het verzegelde vocht behoorlijk opgeborgen om hierover beter te beschikken; daar welligt een verder onderzoek overtollig zal zijn.

[Jacob Johannesz Brans 1839-1866, overleden op 1-4-1866 in Eierland, aangifte op 3 april]

11-5-1866 Aan de Heer Burgemeester van Urk

Ter beantwoording Uwer geëerde missive van 28-4 jl N 142 dient dat ik de voorslag om de som van f 40,- op de door U voorgestelde wijze te verdeelen volkomen goedkeur en UEd mitsdien bij deze uitnoodig f 20,- te remitteren ten einde die aan de vinders van het bewuste lijk uittekeeren.

12-5-1866 Aan den Heer Commissaris des Konings in Noord Holland

Ik heb de eer Uwe Excellentie naar aanleiding van Uwe Excellentie's missive dd 5-5 N 82/3002 1 e afdeeling bij deze aantebieden eene door mij gelegaliseerde verklaring van den kerkeraad der Doopsgezinde Gemeente te Hoorn op Texel betreffende het herstellen en verbouwen der pastorie aldaar.

14-5-1866 Besluit gemeente Schagen omtrent het verstrekken van geneeskundige hulp aan de 3 kinderen van Reindert de Boer

20-5-1866 Naar aanleiding van UEdGestr appostelle dd 18 Januarij 1866 N 33 waarbij in mijne handen is gesteld om berigt, consideratie en advies het hierbij teruggaande Rekest van den Heer J.L. Kikkert daarbij aan Z.E. den Minister van Justitie verzoekende dat tot onbezoldigd Rijksveldwachter mogt worden aangesteld Jacobus Simonis Gerlaken Kuiper, heb ik de Eer UEdGestr te berigten.-

dat tegen de aanstelling van genoemde persoon tot onbezoldigd Rijksveldwachter bij mij geene bezwaren bestaan, aangezien hij van een goed zedelijk gedrag en van een krachtig gestel zijne, bovendien door zijne woonplaats aan de Koog bijzonder in de gelegenheid is, om de noodige surveillance te houden.-

dat wat het ingenoemd rekest medegedeelde feit van het afmaken van een schaap betreft, dit voor geruime tijd heeft plaatsgehad, terwijl het stroopen waarschijnlijk geschiedt door middel van strikken en vermoedelijk door dezulke die eene vergunning tot het vangen van konijnen door middel van strikken erlangden.

Omtrent de persoon van J.S.G. Kuiper kan ik UEdG de volgende opgaven doen

1 Geboren te Nieuwolde in Groningen den 7 April 1821

2 wonende aan den Koog Gemeente Texel

3 beroep Arbeider

4 Gehuwd

5 Vijf kinderen

6 Geloofsbelijdenis Ned Herv

7 Kan lezen en schrijven

8 Kan desnoods een procesverbaal opmaken

9 Is Nederlander

De Burgemeester van Texel

Aan den Heer Officier van Justitie te Alkmaar

24-5-1866 Aan den Heer Commissaris van Policie te Helder

Aangezien de vrouw van Pieter Heerschap dezer dagen is bevallen, zou hij gaarne eenige dagen uitstel wenschen te ontvangen tot het ondergaan der gevangenisstraf waartoe hij bij vonnis der Arrondissements Regtbank te Alkmaar is veroordeeld. Mag ik U verzoeken deze aanvrage om uitstel van den suppliant te willen ondersteunen en mij daaromtrent berigt intezenden?

[De kleine Pieter staat in de BS als geboren op 12 mei 1866, van zijn ouders weten we alleen de namen: Pieter Heerschap en Hendrika van den Berg]

Ik ben tevens zoo vrij U te verzoeken mij te berigten of merkelijk gebleken is dat de goederen afkomstig van het den 14-4 alhier opgevischte lijk, hebben toebehoord aan zekere Cornelis Vlijshoek/Vlijrhorst. In dat geval zou het mij aangenaam zijn van UEd te vernemen of de betrekkingen die voorwerpen wenschen te behouden en zoo ja, of zij de kosten van het begraven enz ad f 10 willen voldoen, of mij de waarde van gemelde goederen willen overmaken. Ik dien dit te weten alvorens ik eene declaratie aan begrafeniskosten enz kan opmaken. De voorwerpen zijn f 2,70 waard.

23-5-1866 Aan den Heer Officier van Justitie te Alkmaar

Terugtezenden het proces verbaal opgemaakt door Veldwachter B. Timmer contra Frederik Slot en Jacob Kuiper (Oosterend)

3-6-1866 Aan den Heer Officier van Justitie te Alkmaar

Proces verbaal wegens belediging en mishandeling ten verzoeke van W. Faas kantoorschrijver alhier. Genoemde Faas is vroeger alhier hulponderwijzer, later klerk ten kantore van den Heer Kikkert geweest, die hem wegens misbruik van sterken drank en verregaande dronkenschap heeft ontslagen. Het komt mij voor dat de Heer A.W. Kikkert, die hier zeer gunstig bekend staat, een zeer verschoonbare daad heeft verrigt, door Faas die hem en zijne famielje beleedigde, ten deure uittezetten.

9-6-1866 Aan de Heer Directeur der Maatschappij van Weldadigheid te Frederiksoord

Ik heb de eer UEd hiernevens aantebieden de somma van f 37,06 zijnde het bedrag der declaratie wegens bestedingskosten en uitschotten voor Pieter Verberne, met verzoek mij daarvoor kwitantie te willen toezenden.

Ik maak van deze gelegenheid gebruik om UEd medetedeelen, dat zich bij mij heeft aangemeld Antje Smit, huisvrouw van Jan Kleising, die mij heeft medegedeeld dat zij met UEd had gesproken over haar zoon Gerrit van Buiten, woonende te Vries in Drenthe en over diens plaatsing op eene hoeve, waarop de gemeente Texel eenige aanspraak schijnt te hebben. Aangezien ik daaromtrent niet genoegzaam op de hoogte ben, zoo ben ik zoo vrij UEd beleefdelijk te verzoeken mij omtrent deze zaak wel eenige inlichtingen te willen doen toekomen.

11-6-1866 De gemeente Leiden heeft aan Jacob Boon 'ondersteuning toegelegd ad f 2,25 ineens voor een breukband' en stuurde de rekening naar de gemeente Texel.

Burgemeester Loman vond niet dat de gemeente dit moest betalen: 'Aangezien echter deze persoon lidmaat is der Doopsgezinde Gemeente, en zoo niet bij zijn kerkgenootschap te Leiden, stellig bij de Doopsgezinde Gemeente te Texel, waar hij als lidmaat bekend staat, onderstand bekomen kan, zoo moet ik ingevolge Art. 21 der Armenwet zwarigheid maken om bovenstaande som uit de fondsen dezer gemeente te voldoen.

Ik heb de eer UEdA alzoo te verzoeken mij te willen opgeven of werkelijk de Doopsgezinde Gemeente te Leiden geweigerd heeft aan Jacob Boon ondersteuning te verleenen'.

19-6-1866 Aan den Heer Ambtenaar van het Openbaar Ministerie te Helder

Proces verbaal door Rijksveldwachters Roerdinkholder en Koderitsch contra Kriene Koorn/Krijn Koole

23-6-1866 Aan den Heer Burgemeester te Ulrum

Hiernevens behoorlijk voldaan getekend terugtezenden de declaratie wegens kosten van onderstand verleend aan W. Huizinga ad f 63,97 waartoe Uwe missive van den 18-6 jl betrekking had.

Idem Hoofdplaat f 30 ten behoeve van J. Ochqué

Zonder datum 1866 Aan den Heer Officier van Justitie te Alkmaar

Ter kennisgeving aantebieden een proces verbaal eener diefstal van 2 beddelakens ten nadeele van Sijbrand Keyser.

De zolder waaruit de beddelakens zijn ontvreemd was op eenige ellen afstand van het woonhuis boven een houtloods gelegen. De toegang daartoe geschiedde door een ladder tot de zolderdeur die met een houten wervel was gesloten; ik vond het slot onbruikbaar, ten minste zeer verroest en het komt mij voor, dat zeer gemakkelijk de diefstal door een vreemde kan hebben plaats gehad. Het erf waarop de schuur stond was afgeschermd door een laag hekje, dat gemakkelijk kan overgestapt worden. Het zal zeer moeijelijk zijn de dader optesporen.

6-7-1866 Aan den Heer Officier van Justitie te Alkmaar

Proces verbaal wegens diefstal van 2 zilveren lepels en een bierglas ten nadeele van Jurrie de Groot gepleegd door Louw Sikkelé oud 9 jaren.

Genoemde voorwerpen zijn in mijn bezit en door de eigenaar erkend. De jonge L. Sikkelé heeft de diefstal geheel zonder medeweten zijner ouders gedaan en schijnt het feit voornamelijk in onnadenkendheid te hebben gepleegd, althans niet met het doel daarvan op de eene of andere wijze te profiteren. Een ernstige bestraffing zou voor den jongen zeer dienstig zijn, tot afstraffing.

[Laurentius van Sikkeleras, zoon van Laurentius van Sikkeleras (Zeeland) en Foekje de Vries (Friesland), geboren 19-12-1855, gestorven in 1878, ongehuwd]

9-7-1866 Aan den Heer Commissaris des Konings in Noord Holland

Dat alhier op den 4den dezer maand is overleden Sijbrand Duinker gepensioneerd matroos ingeschreven in het Grootboek der Pensioenen onder N 3400, met een jaarlijksch pensioen van f 96.

3 brieven over verspreiding Cholera

24-7-1866 idem

26-7-1866 Proces verbaal Rijksveldwachter Koderitsch contra Albert de Lange veehouder te Eijerland

5-8-1866 Aan den Heer Regter belast met de Strafzaken bij de Arrondissements Regtbank te Alkmaar

Op ontvangst Uwer missive dd 2 dezer heb ik gisteren de Rijksveldwachter Roerdinkholder naar Trijntje Duinker vrouw van Jurrie de Groot gezonden, om haar voor mij te doen compareren, welke echter weigerde, en daar de Burgemeester voor een paar dagen van huis is, heb ik vermeend het proces verbaal door Roerdinkholder ten hare huize te doen opmaken, welke ik de Eer heb UEdA hiernevens met het bierglas en het sleuteltje intezenden.

20-8-1866 Aan den Heer Controleur der Directe Belastingen te Helder

Een verzoek van P. Verduin en J. Witte, tot overschrijving van patent als korenmolenaar

21-8-1866 Aan den Heer Officier van Justitie te Alkmaar

Proces verbaal van Rijksveldwachter Niedelstein Walther te Cocksdorp wegens diefstal van de teveldestaande gewassen toebehoorende aan Barbara Veen en Martinus Sandifort.

27-8-1866 Aan de Heer Directeur van het Gesticht Meerenberg nabij Haarlem

Door den WelEdele Heer J.C. Voute, Procureur te Alkmaar, zal aan de Regtbank aldaar magtiging worden gevraagd tot plaatsing in het Gesticht Meerenberg van Trijntje Roeper, huisvrouw van Kors List, veehouder binnen deze gemeente woonachtig. Genoemde lijderes voor eigen rekening in de 4 e klasse van het Gesticht verpleegd zullende worden, zoo zoude het mij aangenaam zijn van UEd de stukken daartoe benoodigd te mogen ontvangen, ten einde dezelve in order te kunnen maken.

[Trijntje (1841-1895) was getrouwd met Cornelis List (1835-1913). Zij was op 27 juni 1866 bevallen, zodat aan een postpartum depressie valt te denken]

4-9-1866 Aan den Heer Ambtenaar van het OM te Helder

Rijksveldwachter Walther contra Jan Raven en Jan Ran

6-9-1866 Martinus Bakker f 1 per week van Ouddorp, J. Ochque f 1,50 van Halsteren

11-9-1866 Aan den Heer Burgemeester van Usquert

Dat Jannetje Huizinga den 1-3-1800 geboren is een dochter van Klaas Wilders en Albertje Krijns, gevraagde bedeeling toetestaan

20-9-1866 Trijntje Roeper is erg opgeknapt, hoeft niet naar Meerenberg

25-9-1866 Krijn Koole f 1 van Ouddorp

29-9-1866 Inzending declaratie W. Bestevaar f 28,65 Burgemeester Zijpe NH

Idem G. Cornelisse f 13,- Vlissingen

Idem P. Vonk f 27,- Hontenisse Zeeland

Idem C. van der Ploeg f27,50 Grijpskerke

Idem Thijs Knol f 26,- Bedum Groningen

Idem weduwe A. de Boer f 29,- Hoorn NH

Idem Wouter Verwey f 13 Vianen ZH

Idem Jacob Ochque f 54 Hoofdplaat

Idem C. Wiegel f 13,- Nieuwe Tonge

Idem Aart Bakelaar f 35,70 Goedereede

Idem Jacob Schaap f 20,20 Terschelling

Idem Krijn Koolen f 9,- Ouddorp ZH

Idem Geertruida Veen f 52,30 Vianen

Idem Pieter Smits f 19,- Terheijde

Idem Jacoba Dekker f 52,16 Hardinxveld

Idem Izaak Broekman f 26,72 Amsterdam

Idem P. van der Bok f 19,50 Ouddorp

11-10-1866 Aan den Heer Commissaris des Konings in Noord Holland

Vergunning om konijnen te vangen in de Provinciale duin en mientgronden door middel van strikken en fretten voor C. de Ridder en Jb. Schaatsenberg. Dat beide personen zijn zeer gunstig bekend zijn [verder niet te lezen].

27-10-1866 Prijsopgave gekkenhuis te Deventer 'voor eene behoeftige lijder in de laagste klasse.

30-10-1866 Voor Cornelis van der Ploeg onderstand van f 1,- 's weeks en gedurende de winter te mogen ontvangen voor brandstoffen ten bedrage van f 2,50 en eene deken f 2,- ten koste van Grijpskerk.

31-10-1866 C.J. Galama naar Deventer

1-11-1866 Op verzoek van den Heer Directeur der Gestichten Ommerschans en Veenhuizen tot plaatsing in een Gesticht voor Krankzinnigen van de persoon van Cornelis Joh. Galama ten koste van zijn onderstands domicilie Texel, alwaar hij is geboren den 25-12-1830/50.

5-11-1866 Aan den Heer Ambtenaar van het Openbaar Ministerie te Helder

Proces verbaal Rijksveldwachter Niedelstein Walther contra Pieter Bakker alhier

9-11-1866 Aan den Heer Burgemeester van xxx [den Horn, Groningen]

Mij zoo spoedig mogelijk te doen geworden een geboortextract van Dirk Huizinga volgens opgave in Uwe Gemeente geboren den 16-10-1841, zoon van Jacob [Jakob] Huizinga en Aaltje Meihuizen

10-11-1866 Een besluit van de Burgemeester van Texel aan Jannetje van Dijk bedeeling [te geven] van f 2 ten koste van de gemeente Schagen.

In aanmerking nemende, dat de omstandigheden waarin genoemde persoon verkeert (welke door het overlijden van den Heer Medicine Doctor A. van Deinse, bij wien zij was inwonende) van alles beroofd is en alzoo dringend vorderen dat aan haar ondersteuning wordt toegelegd.

13-11-1866 Aan B&W van Amsterdam

Verbeterde declaratie van den Heer Stiggelbout, betreffende het verleenen van geneeskundige hulp en het leveren van medicijnen ten behoeve van het huisgezin van Izaak Broekman

15-11-1866 Aan den Heer Ambtenaar van het Openbaar Ministerie te Helder

Proces verbaal Veldwachter Frans Koorn contra Jacob Kuiper, landman aan de Waal

19-11-1866 Brieven 'dat de pokziekte onder de schapen geheel geweken is'

geen datum Besluit van de Burgemeester van Texel aan Willem Bakelaar geneeskundige bijstand te verleenen op kosten van de gemeente Zijpe, alwaar hij is geboren den 6-5-1808, 'voor zijne vrouw, welke is ziek'.

20-11-1866 Dat de persoon van Galama C.J. werkelijk den 25-8-1830 alhier is geboren, en alzoo zijn domicilie van onderstad alhier kan worden erkend.

[zijn vader was de heelmeester Sipke Galama]

Geen datum Besluit van de Burgemeester van Texel om aan Pieter Vonk ondersteuning [te geven] van f 1,50 tot Ultimo April 1867 ten koste van de gemeente Hontenisse in Staats Vlaanderen, alwaar hij den 4-2-1799 is geboren, 'als zijnde niet in staat te kunnen werken, en alzoo dringend vordert dat hem ondersteuning wordt verleend voor zich en zijn gezin bestaande uit vrouw en 3 onverzorgde kinderen'.

26-11-1866 Aan den Heer Kanton Regter te Helder

en de Commissaris des Konings ten dienste van het Departement van Justitie

en de Heer Ambtenaar van het Openbaar Ministerie te Helder

Een afschrift der Policie Verordening op het bewaren en inzamelen van mestspecie op Texel

26-11-1866 Aan den Heer Burgemeester te Bedum

Wij hebben de eer UEdA hiernevens behoorlijk voldaan geteekend terug te zenden, de declaratie wegens verschotten ten behoeve van Thijs Knol, welke was gevoegd bij Uwe missive van den 20 dezer N 212

29-11-1866 Aan den Heer Officier van Justitie te Alkmaar

Aangezien van tijd tot tijd alhier diefstallen van veldproducten gepleegd worden, en ik eenig vermoeden heb op een zeker P.A. Hin, arbeider aan den Burg alhier, zoo neem ik de vrijheid UEdGestr te verzoeken mij de noodige magtiging te willen verstrekken tot het doen van huiszoeking ten zijnent.

30-11-1866 Aan den Heer Burgemeester te Beverwijk

Ik heb de eer UEdA den ontvangst te berigten Uwer mededeeling van den 20 dezer N 506 A betreffende het verleenen van geneeskundigen hulp en medicijnen en verpleging ad f 0,50 daag, ten behoeve van Gerrit Logman, waarin wordt berust, echter alleen voor deze ziekte, zullende bij latere ziekte een nieuw besluit dienen te worden ingezonden.

[Gerrit Logman (1825-1877) zoon van Theodorus Logman uit Groenstraat in Limburg, en Cornelisje Brinkman van Texel, getrouwd met Jannetje Verberne (1828-1896), 7 kinderen (Johannes, Cornelia, Pieter, NN, Willem, Willem, Martinus en Jacob)

30-11-1866 Besluit Burgemeester van Texel [tot bedeling] voor f 1,- per week ten behoeve van Krijn Koole voor rekening van Ouddorp.

Krijn Koole welke niet in staat is om te kunnen loopen en zonder verdienste, geboren 17-12-1801

1-12-1866 Aan den Heer Burgemeester van Melissant

Anna Catharina van der Vorst, in 1834 binnen Uwe gemeente gehuwd met Jacob Ochqué, zoo neem ik de vrijhei UEdA te verzoeken mij eenige inlichtingen te willen verschaffen omtrent hare geboorteplaats, alsmede de namen harer ouders, ten einde haar domicilie van onderstand te kunnen kennen.

1-12-1866 Besluit Burgemeester Texel om aan Jacob Schaap te verstrekken geneeskundigen hulp en onderstand ten bedrage van f 1,- per week tot Ultimo maart 1867 voor rekening van Terschelling.

1-12-1866 Aan de Heeren B&W van Vianen

De Burgemeester Van Texel

Gelet op het verzoek van Wouter Verweij tot het bekomen van onderstand

Overwegende dat de toestand van genoemde W. Verweij, welke een gebrek heeft aan den hand en zonder verdiensten, alzoo dringend vorderen dat aan hem onderstand worde verleend

Overwegende dat

Besluit

Aan genoemde Wouter Verweij te verstrekken eene wekelijksche bedeeling van Een Gulden tot Ultimo Maart 1867, en zulks voor rekening van zijn Onderstands Domicilie Vianen, alwaar hij den 2-9-2807 is geboren.

1-12-1866 Proces verbaal van Rijksveldwachter Walther en onbezoldigd Rijksveldwachter J.S.G. Kuiper contra Albertus de Lange, landbouwer in Eijerland alhier

8-12-1866 Aan den Heer Burgemeester te Halsteren

A.C. van der Vorst weduwe J. Ochqué is volgens de Burgemeester van Melissant geboren in Halsteren, Provincie Noord Brabant in het jaar 1803. Wij nemen de vrijheid UEDA te verzoeken ons alsnog de ontvangst van het Besluit te berigten, en in hoeverre de bedeeling die voorloopig reeds is geschied zullen kunnen voortgaan.

14-12-1866 Besluit Burgemeester Texel om Aart Bakelaar f 1,- tot Ultimo Maart 1867, geboren 29-8-1798 te Goeree, 'welke is sukkelende'.

15-12-1866 Aan den Heer Burgemeester te Helder

Ik heb de eer UEdA den goeden ontvangst te berigten, der mededeeling van den 12 dezer, betreffende het verstrekken van een breukband aan Dirk Dekker en geneeskundige hulp aan Pieter Gomes en gezin, en zulks ter voldoening aan Art. 43 der wet van den 27-6-1852 (Staatsblad N 100), met verzoek echter om bij verdere geneeskundigen hulp voor Pieter Gomes een Besluit daartoe intezenden.

Boek 352

15-12-1866 Burgemeester van Texel, gelet op het verzoek van Pieter Santifort, geboren 3-7-1781, welke is zonder verdienste en zijn groot gezin, bestaande uit vrouw en 6 kinderen, besluit hem f 0,75 per week te geven, ten koste van de gemeente Ouddorp.

15-12-1866 idem Thijs Knol, geboren in 1827, en vrouw en kinderen f 1,- Bedum

3-1-1867 Aan de Heer Burgemeester te Helder

Verlofganger Albert Schagen, nummerwisselaar van de loteling Abraham Stikkel van de ligting 1866, heeft zich bij mij aangemeld.

3-1-1867 Aan den Heer Directeur van het Gesticht Meerenberg nabij Haarlem

Simon Salm heeft het voornemen zijne vrouw, die in het Gesticht voor Krankzinnigen te Meerenberg wordt verpleegd, daar van aftehalen en voortaan bij zich te houden. Hij wenschte daartoe in de loop der volgende week ten uwent te komen en zijn vrouw medetenemen, indien daartegen van Uwe zijde geene bezwaren bestaan.

5-1-1867 Willem Stark loteling van de ligting 1864 N 61

9-1-1867 Aan den Heer Inspecteur van het Geneeskundig Staatstoezigt in Noord Holland te Amsterdam

A.E. Stiggelbout Algemeen Heelmeester, J.J. Knap Jb idem, K. Hille idem, Jb Koning Pz idem, P.M. Stiggelbout Algemeen en Plaatselijk Heelmeester, W. Stolp Plaatselijk Heelmeester, J.H. Rechlien vroedvrouw, J.J. Oomes idem, A.E. Petersen Apotheker

13-1-1867 Aan den Heer Ambtenaar van het Openbaar Ministerie te Helder

Dat in den nacht van 8 op 9 Januari jl ten nadeele van schipper A. de Jong nabij het trekkershuisje van Biem Lap is ontvreemd een kluif fok, nagenoeg wit van kleur, bij de schoot boven eengzints verweerd.

15-1-1867 De Burgemeester van Texel, overwegende het verzoek van Cornelia Visbeen weduwe Klaas Bakker om eenige kleedingstukken, dat zij wordt door haar kinderen onderhouden, doch daarvan geen kleedingstukken kan erlangen, besluit dat haar eenige kleedingstukken worden verschaft voor f 15 ten koste van Oostdijk

15-1-1867 Aan Burgemeester en Wethouders van Usquert

over onderstand aan Jannetje Huizinga van f 0,75 per week, geboren 1-3-1800, dochter van Klaas Huizinga ook wel genoemd Klaas Wilders en hare moeder was Albertje Kriens. Zij is gehuwd geweest van 1824-1877. Hare man was Gerrit Dop, [deze] werd ook wel genaamd Gerrit Wilderik, zoon van Wilderik G. Dop en Geertrui Tillema.

22-1-1867 Aan den Heer Commissaris des Konings in Noord Holland

Declaratie wegens aangespoeld lijk dd 8-12-1866

23-1-1867 Aan den Heer Burgemeester van Scheemda

Dezerzijds wordt toegestaan in de bedeeling van turf en eetwaren tot een bedrag van f 10,- aan Maria Meis.

23-1-1867 Aan de Heer Directeur der Maatschappij van Weldadigheid te Fredriksoord

Betaling ten behoeve van de weduwe J. Nieuwenhuis f 65,52 en voor J. Zaatman f 67,09.

25-1-1867 Aan den Heer Ambtenaar van het Openbaar Ministerie te Helder

Dat de persoon van J. Koorn herhaaldelijk door ijsgang is verhinderd geworden zich naar den Helder te begeven om zijne gevangenisstraf te ondergaan, doch dat hij zich tot dat einde nog heden ten Uwent zal vervoegen.

Jan Buisman: Het klopt als een bus!

Op 14 januari 1867 ging het pittig vriezen. Op 16 januari 1867 woedde er een enorme sneeuwstorm en op de 23ste januari was er ijzel. Op de 24ste viel de dooi in. De winter was tamelijk zacht.

2-2-1867 Aan Burgemeester en Wethouders van Vianen

Ingevolge UEDA schrijven van den 27-10-1866, heeft de bedeeling aan Geertruida Veen opgehouden. Ingevolge daarvan is zij met haar gezin van 6 kinderen in een zeer treurigen toestand geplaatst en lijdt zij nijpend gebrek. Van de RC Roomsch Catholijke gemeente waartoe zij behoort kan zij geenerlei onderstand bekomen omdat de Diaconie geen middelen heeft. Zij zou door nood gedwongen naar hare geboorteplaats vertrekken, maar daar hier in den zomer althans iets voor haar en de kinderen is te verdienen zou zij verre verkiezen hier te blijven; zij is eene ijverige en oppassende vrouw, maar zwakkelijk. Een en ander heeft ons genoopt het hierbij gaande besluit optemaken tot bedeeling tot Ultimo Maart aanstaande ad f 1,- per week, ons veleyende dat die bedeeling door UEdA zullen worden geaccordeerd.

2-2-1867 De Burgemeester van Texel [heeft besloten aan] Geertruida Veen weduwe Arie de Jong toetestaan een ondersteuning f 1,- ten koste van de gemeente Vianen

[Geertruida Dirks Veen (geboren 16-2-1818 Vianen, gestorven 17-1-1887 De Cocksdorp). De aangifte van haar overlijden werd gedaan op 19-1-1887 door J.G. Moojen (56, bode) en Simon Koning (54, gemeenteveldwachter) beiden wonende op Texel. Getrouwd met Arie Jacobus de Jong (geboren 1791 0f 1792 in Lexmomd, gestorven op 7-2-1862 in De Cocksdorp). Hun kinderen waren Geertruida 1841/42, Maria Jacoba (1844-1922), Dirk (1846/47- 1882), Jan (1850/51), Adriana (1854-1922 den Helder), Arie Jacobus (1858-1862) en Pieter (1859/60), allen geboren op Texel. Kennelijk waren behalve Arie alle kinderen nog in leven in 1867]

2-2-1867 Aan Burgemeester en Wethouders te Hardinxveld

Verzoek van Jacoba Dekker weduwe van Pieter Koenraad, tot het bekomen van eenige kleedingstukken.

2-2-1867 Aan Burgemeester en Wethouders te Haarlemmermeer

Dat onze fondsen niet toelaten, aan dergelijke jonge menschen bedeeling te geven, is er volstrekte behoefte dan zullen zij zich in deze gemeente moeten vestigen.

2-2-1867 Cornelia Visbeen weduwe Klaas Bakker eenige kleedingstukken voor 14 à 15 gulden voor rekening van haar Onderstands Domincilie Goedereede.

9-2-1867 Aan den Heer Geneeskundig Inspecteur der Provincie Noord Holland te Amsterdam Vroedvrouw Jenske Oomen is den 29 Januari overleden

12-2-1867 Aan den Heer Burgemeester te Velsen

Hierbij terugzenden van het besluit om geneeskundige hulp aan Dirkje Roeper en haar gezin, wordende dit slechts toegestaan xxxx telkens een nieuw besluit ingewacht.

19-2-1867 Aan den Heer Officier van Justitie te Alkmaar

Proces verbaal opgemaakt door Rijksveldwachter Roerdinkholder contra Pietje Ocqué huisvrouw van Jacob Schaap inzake bedelarij. De man is tegenwoordig bedlegerig, maar gaat zoodra hij hersteld is met vrouw en kinderen naar zijne geboorteplaats Terschelling terug. De menschen zijn doorarm maar eerlijk. Indien het mogelijk was zou ik gaarne deze zaak buiten vervolging zien gesteld, vooral om de gemeente Terschelling niet tot groote kosten te verpligten.

Na 19-2-1867 Aan Zijne Excellentie de Commissaris des Konings in Noord Holland

Ik heb de eer Uwe Excellentie bij deze aantebieden een rekwest van P.H. Maas, veehouder alhier, daarbij verzoekende magtiging tot het houden van eene openbare verkooping op Dingsdag 12 Maart a.s. Aangezien het mij bekend is dat de rekwestrant het bedrijf van Veehouder zal verlaten, zoo neem ik de vrijheid Uwe Excellentie te adviseren het verzoek van P.H. Maas voornoemd in gunstige overweging te willen nemen.

23-2-1867. Aan B&W van Brielle.

Dat in 1865 noch in 1866 geen roer van de visscherssloep Lucretia is aangespoeld.

27-2-1867 Aan den Heer Geneeskundig Inspecteur der Provincie Noord Holland te Amsterdam

Lijsten der verrigte kostelooze entingen over 1866 van den Heeren W. Stolp en K. Hille, de overige Heeren hebben geen lijsten ingeleverd, uit hoofde de door hen verrigte vaccinatien met geen goed gevolg zijn afgeloopen.

J. Rechlien is de 13 e dezer maand overleden.

7-3-1867 Jacob Boon is plaatsvervanger voor Maarten Zuidewind bij de Nationale Militie.

7-3-1867 Aan de Burgemeester van Terschelling

[Dat de omstandigheden van] Cornelis Lieuwen, welke in de maand februari zijne vrouwe heeft verloren en bezwaard met 3 jonge kinderen, waarvan een nog zuigeling is, f 1,- gulden onderstand dringend vorderen.

8-3-1867 Aan den Heer Officier van Justitie te Alkmaar

Proces verbaal opgemaakt door Rijksveldwachter Roerdinkholder contra Hanna Stoepman wegens bedelarij.

22-3-1867 Aan den Heer Burgemeester van Barsingerhorn

Gevraagd het geboorte-extract ten behoeve van de vrouw van Fredrik Gaas, geboren den 25-10-1845, zoon van Johan Fredrik Gaas en Cornelia Wessels.

23-3-1867 Aan Zijne Excellentie de Commissaris des Konings in Noord Holland

Fredrik Gaas loteling van de ligting 1865 N 37

29-3-1867 B&W te Grijpskerk

Omtrent het ingenomen besluit betreffende Cornelis van der Ploeg te moeten opmerken, dat die man thans ernstig ongesteld is, dat hij doordien al jaren lijdende aan zwakte in het hoofd, zoodat hij oogenblikken heeft waarin men hem voor innocent zoude kunnen verklaren, en hij daardoor geenen geregelde werkzaamheden meer kan verrigten, dat de bedeeling ad f 1,- per week volgens UEdA besluit moet eindigen en eene bedeeling van f 0,50 per week voor oude lieden ontoereikend in de winter is, dat eenen overeenkomst ingevolge xx44 niet mogelijk is, en het alsnog was te vreezen, hij geheel innocent werd, weer verondersteld dat hij met zijne vrouw hen xxxxx voor geene gulden zoude kunnen onderhouden, waarom wij de vrijheid nemen UEdA beleefdelijk te verzoeken het genomen besluit in gunstige overweging te nemen.

9-4-1867 Aan den Heer Burgemeester te Haarlemmermeer

[Hierbij] de gelegaliseerde geboorteacte van Helena Alderlieste. De kosten ad f 1.09 zal ik per postwissel van UEdA inwachten.

17-4-1867 Aan Zijne Excellentie de Commissaris des Konings in Noord Holland

Certificaat van voldoening aan de Nationale Militie ten behoeve van Cornelis Gorter, loteling van de ligting 1866 onder N 38, zoon van Barend Gorter en Antje Hin.

28-5-1867 Aan den Heer Directeur der Maatschappij van Weldadigheid te Frederiksoord [Betreffende] de persoon van J. Zaatman hebben wij de eer UEdAchtb te verzoeken genoemde jongeling naar ons toetezenden. De wijze van expeditie laten wij gaarne aan UEdG over, hetzij over Zwartsluis of over Harlingen. Tot narigt dient dat geregeld den donderdags morgen na aankomst der spoor van Groningen de beurtschipper van Harlingen naar Texel vertrekt.

4-6-1867 [Verzoek van] Luit Búrgman om onderstand, welke is oud en niet meer in staat om te kunnen werken, [zijn toestand] vordert dat aan hem de onderstand worde verleend van f 1,- ten koste van de gemeente Eenrum.

4-6-1867 Adam Touw, ernstig ziek, Melissant

6-6-1867 Aan den Heer Burgemeester te Helder

[Verzoek om] aan Biem Lap, in dienst bij het Loodswezen binnen Uwe gemeente bijgaand paspoort te willen uitreiken.

13-6-1867 Aan Burgemeester en Wethouders van Eenrum

Dat Luit Búrgman te Eenrum is geboren, hij is de zoon van Jacob Pokes Búrgman, de naam van de moeder was hij niet in staat om optegeven, daar zij was overleden toen hij 3 jaren oud was. Hij behoort tot de Hervormde kerk, is sinds verscheiden jaren reeds weduwnaar en heeft eene dochter, die voor anderen is dienende en niet het minste kan bijdragen tot zijn onderhoud. Wij nemen alzoo beleefdelijk de vrijheid UEdA te verzoeken, de gevraagde onderstand te verleenen, welke hoogst noodzakelijk is.

[Rob Gomes: Luitje Jacobsz Borgman (geboren in 1785 of 1796 te Eenrum, overleden 30-5-1874 in de Koog). Getrouwd met Geertje Gerrits Fielstra (geboren in 1807/08 in Wester Nieuwland, gestorven op 27-4-1846 Eijerland). Kinderen: Jacob (1825/26 Eenrum), Sara (1828/29 Eenrum), Jan (1831 Eenrum, overleden 5-5-1851 Eijerland), Jeltje 1833/34 Pieterburen, overleden 28-9-1847 Eijerland), Anna (1836/37 Texel, overleden 2-4-1895 den Burg), Klaas (1840/41 Texel, overleden 15-12-1921 den Burg), Willemina (15-9-1843 Texel, overleden op 25-1-1892 Everstekoog), NN (geboren en gestorven op 15-4-1846).

Luit vestigde zich op Texel na de inpoldering van het Eijerland, Hij is overleden om 19.30 uur, de aangifte werd gedaan door Klaas Burgman (32, arbeider, zoon van de overledene) en Klaas Gielis (43 jaar, arbeider, behuwdzoon van de overledene) beide wonende op Texel.

Merkwaardig is de naamsverandering van Burgman in Borgman en later voor een deel van de familie weer in Burgman. Hier is sprake van Klaas Burgman, terwijl 20 jaar later de hele familie Borgman genoemd werd.

Aafje Burgman uit Dirkshorn zei dat toen haar tak van de familie Borgman ontdekte dat de naam bij de Burgerlijke stand van de gemeente Texel anders was genoteerd dan zij die naam zelf schreven, bleek dat zijmoesten betalen om de door een ambtenaar gemaakte fout te herstellen. Dat konden ze niet, en zo is het gebleven zoals in de boeken stond.

De Burgemeester schreef Búrgman, met een accent op de u zoals toen gebruikelijk was. Dat bewijst dat het oorspronkelijk Burgman was en geen Borgman. Of zou een Fries de u uitspreken als o of omgekeerd?].

14-6-1867 Aan Zijne Excellentie de Commissaris des Konings in Noord Holland

Vischacte ten behoeve van Biem Lap

14-6-1867 Aan den Heer Officier van Justitie te Alkmaar

Proces verbaal wegens diefstal van kleedingstukken ten nadeele van Cornelis Klaasz Luitsen alhier, met verzoek daarvan in het Algemeen Policie blad te willen melding maken, zijnde alle naspeuringen tot heden vruchteloos gebleven.

26-6-1867 Aan Zijne Excellentie de Commissaris des Konings in Noord Holland

Certificaat van voldoening aan de Nationale Militie ten behoeve van Gerrit Hindrik Houtwipper, loteling van de ligting 1859 onder N 56, benoodigd tot het aangaan van een huwelijk.

27-6-1867 Aan den Heer Officier van Justitie te Alkmaar

Proces verbaal inzake medepligtigheid aan diefstal van strandgoederen contra Samuel Vlessing alhier. Als verschooning bij deze aan UEdG medetedeelen dat Samuel Vlessing in den tijd getoond heeft afkeerig te zijn van het opkoopen van verdachte goederen, doordien hij onmiddellijk, nadat hem zulke goederen waren aangeboden, door zekeren C. Moojen zulks tot kennis heeft gebragt der Justitie zijnde die zaak alstoen door het OM vervolgd, dat nimmer eenig vermoeden tegen Samuel Vlessing heeft bestaan en naar mijne overtuiging de Bindrotting niet beneden de waarde door hem is gekocht geworden. Welligt kan deze mededeeling strekken, om de aan Samuel Vlessing ten laste gelegde medepligtigheid eenigzints te verschoonen en zijne straf te verzachten.

29-6-1867 Dat P. Vonk, lijdende aan reumatiek, nimmermeer in staat zal zijn om te kunnen arbeiden, althans niet om in de behoeften van zijn gezin, bestaande uit vrouw en 3 onverzorgde kinderen, te kunnen voorzien.

Men stuurde een briefje aan de Heeren Burgemeester en Wethouders van Hontenisse

Texel den 29 Juny 1867

Inzending declaratie Pieter Vonk ad f 33,50

2-7-1867 Aan Zijne Excellentie de Commissaris des Konings in Noord Holland

Jagtacte ten behoeve van Jacob Krijnen en Jan Bijl

3-7-1867 32,34 ter voldoening der verleenden onderstand aan Trijntje Köger Leeuwarden

74,60 ten behoeve van Reindert de Boer Schagen

28,30 ten behoeve van G. Logman weduwe P. Vos Beverwijk

3-7-1867 Aan de Commissie van Oppertoezicht over de Kweekschool voor de Zeevaart te Groningen

Voldoening der declaratie van G. Verberne

4-7-1867 Postwissel ad f 7,52 verplegingskosten P. Vermeulen Purmerend

4-7-1867 Postwissel ad f 8,66 ter voldoning der declaratie weduwe H. Coenraad Haarlem

4-7-1867 f 2 verplegingskosten Maria Hin Scheemda

4-7-1867 f 4,69 verplegingskosten A.J. Keyser en J. Boon Leyden

N 363 Inzending declaratien Armbestuur

Burgemeester Halsteren voor Anna Catharina van der Vorst ad f 22,50

Burgemeester Grijpskerk voor Cornelis van der Ploeg ad f 40,50

Burgemeester Hoorn voor de weduwe A. de Boer ad f 78,-

Burgemeester Terschelling voor C. Lieuwen ad f 9,-

Burgemeester Terschelling voor Jacob Schaap ad f 23,75

Burgemeester Vlissingen voor Gerardus Cornelissen ad f 20,-

Burgemeester Zijpe voor Willem Bestevaar ad f 68,95,05

Burgemeester Nieuwe Tonge voor Christoffel Wiegel ad f 22,-

Burgemeester Goedereede voor Aart Bakelaar ad F 16,-

Burgemeester Bedum voor Thijs Knol ad f 16,-

Burgemeester Ouddorp voor Krijn Koole ad f 11,-

Burgemeester Schagen voor Jannetje van Dijk ad f 78

Burgemeester Vianen voor Wouter Verwey ad f 13,50

Texel den 6-7-1867

6-7-1867 Aan den Heer Officier van Justitie te Alkmaar

Proces verbaal door mij opgemaakt in zake diefstal van een lam ten nadeele van J. Huisman alhier, betreffende eene verklaring van Thijs Knol, arbeider alhier, verdacht de diefstal te hebben gepleegd. Mijne informatien omtrent Thijs Knol zijn wat zijn eerlijkheid betreft niet ongunstig. Des winters echter heeft hij zich wel eens aan bedelarij schuldig gemaakt, even als zijne vrouw, die deswege reeds meermalen is vervolgd geweest.

6-7-1867 Aan Maarten Daalder aan den Hoorn

Dat B&W hem 'ontslaan uit Uwe betrekking van Nachtwacht en lantaarnopsteker aan den Hoorn alhier ingaande den 8 dezer maand. Wij verzoeken U alzoo [de voorwerpen aan Fulps Krijnen te geven]'

6-7-1867 aan Fulps Krijnen dat die de voorwerpen van Maarten Daalder in ontvangst kan nemen.

19-7-1867 Aan B&W van Hontenisse

Dat Pieter Vonk in het dorp Ossenisse is geboren. Aangezien de vrouw van P. Vonk in eene hoogzwangere toestand verkeert, zoude hij wenschen zijne overkomst bepaald werd, tegen den 15 october. Aangenaam zou het ons zijn van UEdA de bepaalde tijd zijner overkomst te mogen vernemen, en welke de geschikste gelegenheid daartoe zoude zijn.

Pieter Vonk (1799-1869) x 1856 Jannetje Polder (1830-1876), kinderen Pieternella, Johanna Catherina (1857-1879), Gijsbregt (1858-1877), NN, Neeltje (1862) en NN.

Jannetje kwam uit Dirksland (ZH), zij is overleden in Hontenisse, net als haar kinderen Johanna en Gijsbregt.

19-7-1867 Aan den Heer Officier van Justitie te Alkmaar

Proces verbaal Rijksveldwachter Roerdinkholder. Ik heb daaromtrent verder niets verders medetedeelen. Alléén moet ik opmerken, dat het feit daarin vermeld betreffende het ontvreemden van een tienstuiverstuk ongeveer 10 jaar geleden is, toen de moeder van Anton Plukker aan de vrouw van wijlen C. Koning dit stuk geld heeft ter hand gesteld, zeggende dat dit stuk door haar zoontje was gevonden. De weduwe Koning deelde mij mede dat zij het geld niet had vermist, schoon dat bij onderzoek bleek, dat het niet meer in de portemonnaie die met haar zak op een stoel had gelegen, in de kamer waarin hare kinderen met Anton Plukker, toen 7/4 jaar oud ongeveer, hadden gespeeld. Zij kon dan ook volstrekt niet verklaren of Anton Plukker het geldstuk bepaaldelijk had ontvreemd dan of het door hem uit die portemonnaie was genomen of gevonden. In ieder geval pleit dit feit voor de eerlijkheid der moeder.

Geen datum Aan Zijne Excellentie de Commissaris des Konings in Noord Holland

Ik neem de vrijheid Uwe Excellentie te berigten, dat de onderstaande personen zich schriftelijk aan mij hebben gewend, ten einde kostelooze magtiging te erlangen tot het vangen van konijnen door middel van fretten, netten en strikken:

Pieter van der Vliet, Cornelis van Hert, Hendrik Maas, Jan Trap, Cornelis Kales, Gerrit Jan Garritsen en Maarten Martinusse

Ofschoon het aantal konijnen niet schijnt toetenemen, zoo schijnt het nogthans voor het behoud der helmbeplanting wenschelijk, dat de uitroeying van het konijn worde bevorderd. Ik meen daarom Uwe Excellentie in overweging te moeten geven, de aangevraagde vergunningen aan genoemde personen te willen afgeven, daar geen hunner bij mij bepaald ongunstig bekend is.

Boek 353

Geen datum 1867 Aan de Heeren Gedeputeerde Staten van Noord Holland

Dat de gedetineerde in de cellulaire gevangenis te Amsterdam met name Phillippus Veen was krankzinnig geworden en dat zijne verpleging in het Gesticht noodzakelijk was [maar wie moet dat betalen?]

7-8-1867 Aan de Heer Burgemeester der Gemeente Ouddorp

Dat M. Sandifort mij heeft medegedeeld dat zijne Dienstmaagd Johanna Buis zijne woning eindelijk had verlaten en dat zij eenige kleedingstukken van geringe waarde vermiste [of 'vermisten' wat meteen een heel ander verhaal is]. Daarom is echter geen proces verbaal opgemaakt omdat ik vooraf nader berigt zou inwachten, of de zaak welligt reeds in orde was gekomen [zoals] uit UEdA blijkt het geval te zijn.

24-8-1867 Vergunning voor het vangen van konijnen door middel van strikken en fretteren voor Gerardus Scholten, Jacob Kuiper, Simon Kuiper, Arie Rab, Pieter Kuiper, Bernardus Huisman en xxx

12-9-1867 onleesbare brief over Flip Veen

14-9-1867 Aan den Heer Officier van Justitie te Alkmaar

Ik heb de eer UEdA te berigten dat de personen van J. Vonk, L. Vonk, Jacob Kuiter en xx Henkes zich op den 25 September a.s. tot het ondergaan hunner gevangenis [zullen melden].

25-9-1867 Aan den Heer Ambtenaar van het Openbaar Ministerie te Helder

proces verbaal contra Jacob Cornelisz Bakker van den Burg en een contra Biem Lap van den Hoorn.

27-9-1867 Aan den Heer Officier van Justitie te Alkmaar

proces verbaal opgemaakt door den Gemeenteveldwachter Fulps Krijnen contra Dirk Lap aan den Hoorn.

8-10-1867 Aan den Heer Officier van Justitie te Alkmaar

Ik heb de eer UEdA aantebieden een proces verbaal van bevinding bij het overlijden van Dirk Kikkert, onlangs in de duinen gevonden [het doktersrapport komt nog].

8-10-1867 Aan den Heer Directeur van het Gesticht Meerenberg over de financiering van Flip Veen.

9-10-1867 Aan de Heeren Burgemeester en Wethouders te Vianen

De bekrompen financieele toestand bij ons Armbestuur nopen ons UEdA bij deze beleefdelijk te herinneren aan de voldoening der declaratien wegens voorschot voor Geertruida Veen weduwe de Jong en Wouter Verwey. Eene spoedige voldoening zoude ons hoogst aangenaam zijn.

9-10-1867 idem voor Jacoba Dekker Harlingen

12-10-1867 idem voor Cornelia Visbeen Goedereede

12-10-1867 Aan den Heer Officier van Justitie te Alkmaar

Rapport ingezonden door den Heer J. Ensing Medisch Docter alhier inzake het overlijden van Dirk Kikkert, met declaratie.

Geen datum 1867 Aan den Ed Heer xxx

Proces verbaal opgemaakt door Rijksveldwachter J.H. Niedelstein Walter contra Cornelis Huisman inzake het zetten van strikken zonder voorzien te zijn eener kostelooze vergunning, heb ik de eer UEdG te berigten, dat volgens verklaring van de Vader der beklaagden Bernardus Huisman, het proces verbaal onjuist is, daar niet Cornelis, maar Bernardus Huisman zelf de strik had gezet en dat deze van eene vergunning voorzien was. Bernardus Huisman heeft mij alsnu verzocht om UEdG beleefdelijk te verzoeken om zijne zoon Cornelis Huisman die alléén zich schuldig heeft gemaakt aan het ophalen van een konijnenstrik, zoo het mogelijk was de gelegenheid te geven om door het betalen van het maximum der bij de wet bepaalden boete, eene verdere vervolging te voorkomen, hebbende de Majoor der Brigade Meeuwis de zaak onderzocht en hem dezen raad gegeven.

21-10-1867 De Burgemeester van Texel

Gelet op het verzoek gedaan door Leendert Alderlieste, zonder beroep, wonend in de polder Eijerland te Texel, om onderstand

Overwegende dat de toestand van genoemde persoon, welke is oud en hulpbehoevend, vordert dat aan hem onderstand worde verleend

Overwegende dat hij geen ondersteuning van Kerkelijke of Bijzondere instellingen van weldadigheid in deze gemeente kan erlangen

Besluit

Aan genoemde Leendert Alderlieste te verstrekken een ondersteuning van Twee Gulden per week en zulks voor rekening van zijn onderstands domicilie Vianen gemeente Ouwerkerk op Duiveland Provincie Zeeland, alwaar hij is geboren den 6 September of 6 December 1792

21-10-1867 idem voor Antje Feenstra weduwe Harm Tiessen uit Nieuwerzijl gemeente Oldehoop Provincie Groningen gebooren op 8 Mei 1798 of 5 Mei 1799

21-10-1867 idem Aart Bakelaar Goeree 29-8-1799

21-10-1867 idem voor Cornelis Lieuwen, welke met 3 onverzorgde kinderen is belast en zonder inkomsten, en het mislukken van de aardappeloogst, dringend vordert dat aan hem onderstand worde verleend. Een gulden per week tot Ultimo April1868 voor rekening van Terschelling.

21-10-1867 Anna Catharina van der Voort weduwe Jacob Ochqué, uit Halsteren, geboren 23-3-1810 of 1811.

21-10-1867 Declaratie wegens geleverde medicijnen aan Adam Touw Melissant

21-10-1867 Cornelia Visbeen weduwe Klaas Bakker welke door hare hooge jaren niet meer in staat is in haar onderhoud te voorzien, en geene bijstand van hare kinderen door de mislukten aardappeloogst kan erlangen enz. Bedeling van 1 gulden voor rekening van Goedereede, geboren 6-4-1798 of 1799.

22-10-1867 Aan den Heer Ambtenaar bij het Openbaar Ministerie te Helder

Proces verbaal Rijksveldwachter Nielestein Walter contra Bernardus Huisman en Willem Brans, beide inwoner van Eijerland alhier.

24-10-1867 Aan Burgemeester en Wethouders te Helder

Wij hebben de eer UEdA aantebieden eene declaratie van de Maatschappij van Weldadigheid te Fredriksoord, wegens bestedingskosten ten behoeve van P. Verberne, met verzoek dat bedrag aan de Directie dezer Maatschappij te willen overmaken.

Tevens nemen wij de vrijheid UEdA naar aanleiding van missive dd 16 Mei N 243/1167 A O te doen geworden eene declaratie, mede wegens bestedingskosten van genoemde jongeling, door ons volgens bijgevoegde kwitantie voldaan, en waarvan alzoo ten laste Uwer gemeente komt eene som van f 29,40 over 5 maanden vanaf 16 Mei tot 18 October ad f 5,80 per maand, welk bedrag wij met gemelde kwitantie van UEdA zullen tegemoet zien.

Aan de Directeur der Maatschappij van Weldadigheid te Fredriksoord

Wij hebben de eer UEd te berigten dat de jongeling P. Verberne, thans voor rekening van de gemeente Helder, in de Maatschappij van Weldadigheid wordt verpleegd en zulks ten gevolge van het overlijden zijns vaders. Wij hebben de declaratie die wegens bestedingskosten ons geworden bij Uwe missive dd 21 Mei N 1649 aan gemelde gemeente opgezonden, met verzoek het bedrag aan UEd overtemaken.

26-10-1867 Aan den Heer Ambtenaar bij het Openbaar Ministerie te Helder

Proces verbaal opgemaakt contra J. Zoetelief inzake weigering tot het geven van nachtleger en voldoende voedsel aan een krijgsman ter inlegering bij hem gezonden.

29-10-1867 Wiggert Roozeboom geboren 6-12-1796 te Vollenhove

29-10-1867 Marinus Bakker, door een verstijving aan de regterarm [niet kan werken], vrouw en 6 kinderen, f 1,- per week ten koste van de gemeente Ouddorp.

29-10-1867 Cornelia Wiegel weduwe Dirk Kalf, heeft 3 kinderen, die altijd in haar eigene behoefte heeft voorzien, maar thans door de weinige werkzaamheden en de duurte der levensmiddelen zulks niet meer kan, wekelijks 50 cents voor rekening van Stellendam.

31-10-1867 Aan den Heer Officier van Justitie te Alkmaar

Dat naar mijne overtuiging J. Zoetelief kennelijk onvermogend is en mijns inziens met regt sedert jaren van het betalen van belasting is vrijgesteld. De Heer Ontvanger ontkent dit op grond, dat de beklaagde, die het regt heeft gekregen om vuilnis te mogen ophalen, thans in het bezit is van eene mesthoop, die welligt f 30,- waarde heeft. Intusschen heeft de beklaagde bij Bakker, huisbaas en winkelier meer schuld dan deze som bedraagt en werkt hij letterlijk dag en nacht, om voor zich en de zijnen een sober onderhoud te verdienen. Ofschoon de laagste klasse voor onzen Hoofdelijke Omslag slechts f 1,50 per jaar bedraagt, hebben wij hem nimmer aangeslagen, weshalve ik vermeen goeden grond te hebben den beklaagden onder de kennelijk onvermogenden te rangschikken.

[Jan Zoetelief (1821-1876) x Stijntje Kooger (1823-1885), 7 kinderen, de eerste en de 2 jongste gestorven]

1-11-1867 Aan de Directeur der Maatschappij van Weldadigheid te Fredriksoord

Te verzoeken mij wel te willen mededeelen welke kosten voor deze gemeente zouden kunnen voortvloeyen uit de plaatsing van een huisgezin te Fredriksoord, bestaande uit man, vrouw en 3 kinderen. Wij hebben hier een gezin, waarvan de vader niet ongeschikt is, maar eenigzints wispelturig, en soms nog al sukkelende aan een gebrek aan zijn been, waarvan hij wel eens partij trekt om zich geheel in de armen van de Openbare Weldadigheid te werpen. Indien wij eenigzints spoedig berigt van UEd mogten erlangen kan het ons doel zijn om hem nog vóór den winter aftezenden.

Tot verder berigt dient dat de bedoelde is arbeider van zijn beroep en [dat hij] tevens het kleermaken heeft geleerd en uitgeoefend. Volgens Uwe geëerde missive dd 12-6-1867 N 987 heeft de gemeente het regt tot plaatsing van 2 huisgezinnen en het is van die regel dat wij wenschen gebruik te maken.

3-11-1867 Nadere informatie gevraagd door de gemeente Stellendam over Cornelia Wiegel (haar kinderen zijn geboren op Texel).

4-11-1867 Aan den Heer Officier van Justitie te Alkmaar

[Vechtpartij tussen Willem Kikkert en de gebroeders Hemelrijk. Deze is op 6-11 in der minne bijgelegd, of het proces verbaal in deze zaak kan worden ingetrokken]. Geringe betekenis, gelijk trouwens de aanklagt van W. Kikkert algemeen vrij belachelijk werd geoordeeld.

9-11-1867. Aan Burgemeester en Wethouders van Vianen

Wij hebben de eer om UEdA bij deze behoorlijk voldaan geteekend terug te zenden het bevelschrift van betaling wegens gedane voorschotten aan W. Verwey, ons geworden bij Uwe missive dd 5-10 N 613.

9-11-1867 [M. Ran en J. Kuiper willen ganzen schieten] dat het door adressanten aangevoerde volstrekt waar is, aangezien de wilde ganzen het grasgewas soms aanzienlijk benadeelen.

11-11-1867. Aan xxxx Verschillende zeer behoeftige menschen hebben zich tot mij gewend, om een patent te mogen hebben tot het verkoopen van eenig Sint Nicolaasgoed van geringe waarde. Deze patenten worden gratis uitgereikt door ons, en de pers later op den staat de oninbare posten gesteld. Zoo ver mij bekend, werd hiervan nimmer misbruik gemaakt en op deze wijze aan een aantal onvermogenden gelegenheid gegeven om tegen de winter eene kleine verdienste te verzamelen.

Intusschen maak ik thans eenige zwarigheid de patenten uittereiken, tenzij ik vertrouwen mag, dat bij niet betaling de vervolging zal achterwege blijven. Het is daarom dat ik de vrijheid neem UED te vragen of UEdG mij niet zoude kunnen magtigen om aan bepaalde behoeftigen voor een bepaalden tijd een bewijs te kunnen geven waardoor zij ook zonder patent eenige goederen van geringe waarde zouden kunnen verkoopen, zonder gevaar te loopen vervolgd te worden.

13-11-1867 Jacoba Dekker weduwe Pieter Koenraad Hardinxveld

13-11-1867 Geertruida Veen weduwe Arie de Jong haar onderstandsdomicilie is Vianen

14-11-1867 Aan der Heer Controleur der Directe Belastingen te Helder

Over het tarief voor inlandsche kramers … en …. waardoor dikwijls de aanvragers in moeyelijkheden worden gebragt, in ieder geval oponthoud en moeite worde veroorzaakt, die welligt zouden kunnen worden voorkomen.

16-11-1867 Aan Burgemeester en Wethouders van Usquert

Ten gevolge de ongunstige toestand onzer financien [en die van] het Armbestuur, nemen wij de vrijheid beleefdelijk UEdA te herinneren aan de voldoening der declaratie wegens voorschotten aan Jannetje Huizinga weduwe G. Dop. Tevens nemen wij de vrijheid UEdA te verzoeken in het belang van genoemde weduwe of de bedeeling van 75 cents per week ook gedurende het jaar 1868 kan worden verstrekt.

16-11-1867 Burgemeester van Texel

Gelet op het verzoek van Wouter Verwey, tot het bekomen van onderstand,

Overwegende dat de toestand van genoemden Wouter Verwey, welke een gebrek aan de hand heeft en zonder verdiensten, dringend vordert dat aan hem onderstand worde verleend,

Overwegende dat hij geene ondersteuning van kerkelijke of bijzondere instellingen van Weldadigheid in deze gemeente kan ontvangen en de ondersteuning onvermijdelijk is,

Besluit

Aan Wouter Verwey te verstrekken een wekelijkschen bedeeling van Vijf en zeventig cents tot Ultimo Maart 1800 acht en zestig, en zulks voor rekening van zijn onderstands domicilie Vianen, alwaar hij den 2 September 1808 is geboren.

Texel, den zestiende november 1867, getekend de Burgemeester en Wethouders

16-11-1867 Jacob Schaap van Terschelling buiten verdiensten en zijn vrouw verlost van een levenloos kind [niet te vinden bij Rob Gomes].

16-11-1867 Aan de Burgemeester van Ouwerkerk op Duiveland

Over Leendert Alderlieste: dat hij niet in staat is om over te kunnen komen, wij zullen trachten met de hulp van meergegoeden en met de door UEdA bepaalde som van f 25,-, welke wij reeds voor hem beschikbaar hebben gesteld, in zijne nooddruft te voorzien. Wij nemen tevens de vrijheid de declaratie hierbij aan UEd aantebieden.

17-11-1867 Aan Burgemeester en Wethouders van Goedereede over de onderstand aan Aart Bakelaar en de weduwe Klaas Bakker van 1 gulden

Dat deze onderstand door ons zoo laag mogelijk is gesteld, zoodat wij daarmede zullen dienen voorttegaan, terwijl wij ons vleyen, dat het niet noodig zal zijn om de alimentatie boven datbedrag te verhoogen. Mogt UEdA echter ongeraden achten om, zoo als UEd in boven genoemde missive schrijven, meer dan 60 cents te verstrekken, dan zullen Aart Bakelaar en zijne vrouw, nog vóór den winter [deze gemeente] verlaten, om zich à costi [in uw gemeente] te vesrtigen.

Aangezien de vrouw van Bakelaar zich reeds bij herhaling aan bedelarij heeft schuldig gemaakt, zou bovendien eene vervolging al ligtelijk door al te schrale bedeeling woorden teweeggebracht.

Ik noodig UEdA mitsdien in het belang van UEd gemeente dringend uit de ondersteuning ad f 1,- 's weeks, welke volstrekt noodzakelijk is voor beide personen, te willen toestaan.

19-11-1867. Aan den Heer Landmeter van het Kadaster te Alkmaar

U wilt van Sectie H kaart nr 6 hebben, maar er zijn slechts 5 kaarten.

23-11-1867 Besluit Willem Huizinga f1,- tot Ultimo Maart 1868 voor rekening van zijn onderstands domicilie Eenrum

25-11-1867 Aan Zijne Excellentie de Commissaris des Konings in Noord Holland

Certificaat van Voldoening aan de Nationale Militie ten behoeve van Lap Biem, loteling van den ligting 1862 onder N 33

vanwege ondertrouw op 30-11-1867 van Biem Lap en Anna van Heerwaarden met ook afkondiging te Helder

30-11-1867 Aan den Heer Ambtenaar van het Openbaar Ministerie te Helder

Proces verbaal opgemaakt door Rijksveldwachter Roerdinkholder en Gemeenteveldwachter Fulps Krijnen contra Biem Lap

5-12-1867 Aan den Heer Officier van Justitie te Alkmaar

Proces verbaal inzake aanranding op de openbare weg gepleegd op Antje Lemstra. Aangezien ik meende dat hier meer zou hebben plaatsgehad dan mij door de getuigen is opgegeven, heb ik nader onderzoek ingesteld, wat echter tot geenen uitkomst heeft geleid. Het schijnt, dat de beklaagden Antje Lemstra hebben willen bevreesd maken. Voornemen tot afzetterij heeft er bij geen der beklaagden bestaan. Antje Lemstra, die reeds meer dan ééne dienst te Helder heeft gehad, staat juist niet als zeer kuisch bekend, ten minste is sedert jaren hare reputatie in dat opzigt verre van gunstig en zeker is het, dat de beklaagden met deze omstandigheid zijn bekend geweest.

[Antje Lemstra was de dochter van Cornelis Lemstra (Ulrum 1815- Prins Hendrik-polder 1876) en Petronella Jacoba Veen (Vianen 1820- den Burg 1895). Ze werd geboren op 6 februari 1846, 5 maanden na het huwelijk van haar ouders. Haar oudste kind was Jan Lemstra (1871 Prins Hendrik-polder- 1945 Amsterdam) en Barber Johanna (1882-Helder- 1971 Rotterdam). In 1885 trouwde Antje met Jacob Bruin, hun dochter Aagje (1888) kwam 8 maanden na de bruiloft, zij stierf na een week. Antje was de overgrootmoeder van mijn nichtjes Truus en Ria Lemstra (Antje- Jan- Cornelis met Marie Johanna Maas- Truus en Ria].

9-12-1867 Aan Zijne Excellentie de Commissaris des Konings in Noord Holland

Ik heb de eer Uwe Excellentie te verzoeken mij te willen doen geworden een certificaat van voldoening aan de Nationale Militie ten behoeve van Maas, Willem, loteling van de ligting 1863 onder N 25; genoemde jongeling wenscht zich in Pausselijke dienst te begeven.

10-12-1867 Aan den Heer Burgemeester te Eenrum

Dat Willem Huizinga is geboren den 17-7-1806, zijn vader was Hendrik Garms Huizinga en zijn moeder Aaltje Willems.

10-12-1867 Aan Burgemeester en Wethouders te Ouwerkerk

Voldaan geteekend terugtezenden de declaratie wegens voorschotten ten behoeve van L. Alderlieste.

12-12-1867 Aan den Heer Brandmeester te Eijerland, naar aanleiding van brand op 9 December. Dat ik de maatregelen door UEd genomen ten volle goedkeur en voorstellen zal eene premie te geven, terwijl ik de nota van verbruikte genever volgens Uwe opgave ter betaling tegemoet zie.

Bij gunstig weer ben ik bereid bij de oefening der spuit tegenwoordig te zijn, en kan ik mij met den door U opgegeven dag vereenigen.

14-12-1867 Aan Zijne Excellentie de Commissaris des Konings in Noord Holland

Tevens ….. dat Reijer Witte, in dit jaar ingeschreven voor de Nationale Militie van den ligting 1868, zich in Pausselijken dienst heeft begeven. Aangenaam zal het mij zijn van Uwe Excellentie te mogen vernemen of genoemde R. Witte nog op de Alphabetische lijst behoort te worden gebragt, dan of alleen in de Kolom aantekeningen van zijn vertrek melding behoort te worden gemaakt.

4-1-1868 Aan den Heer Officier van Justitie te Alkmaar

Dat er sedert eenige dagen tusschen deze Gemeente en den vasten wal, geene andere communicatie bestaat, dan door middel der ijsschuit en dat daarmede slechts een betrekkelijk klein aantal passagiers worden medegenomen, naarmate de gelegenheid zulks toelaat. Het zal daarom voor de gedagvaarde personen Pieter Koning c.s. hoogstonwaarschijnlijk zijn zoo niet onmogelijk zijn op aanstaande dingsdag te Alkmaar te verschijnen, zoodat ik de vrijheid neem UEdGestrenge in overweging te geven de zaak, waarbij hunne tegenwoordigheid gevorderd wordt, tot nader uittestellen.

21-1-1868 Aan den Heer Officier van Justitie te Alkmaar

Proces verbaal opgemaakt door de Rijksveldwachter Roerdinkolder contra Heintje Jacobs, huisvrouw van Gerbrand Huizinga, aan de Koog alhier woonachtig.

9-3-1868 Aan den Heer Officier van Justitie te Alkmaar

Dat zoo even bij mij aangebragt is het lijkje van een pasgeboren kind van het vrouwelijk geslacht, 't welk is gevonden in eene regenton in de Prins Hendrik polder alhier, zoodat wij veronderstellen dat hier kindermoord is gepleegd en vermoedelijk door zekere dienstmaagd Pietje Kooiman. Het lijkje wordt door twee Geneeskundigen onderzocht, terwijl ik mij onmiddellijk naar de plaats ga begeven waar het lijkje is gevonden en Pietje Kooiman zal hooren, terwijl ik UEdA hedenavond nader berigten zal.

Volgens verklaring der Geneeskundigen heeft xxx

10-3-1868 Aantebieden de processen verbaal door mij opgemaakt in zake kindermoord contra Pietje Kooiman aan den Hoorn alhier. Het visum repertum opgemaakt door de beide Heeren Geneeskundigen hoop ik UEdA morgen te kunnen toezenden. Het lijkje is weliswaar op dit oogenblik nog niet bepaald tot bederf overgaande, echter zou ik gaarne van UEDA wenschen te vernemen of tot de begraving kan worden overgegaan of dat het op eenige bijzondere wijze tegen bederf bewaard moet worden.

Volgens opgave der Geneeskundigen heeft de schouwing het voldoende bewijs opgeleverd, dat het kind heeft geleefd. De beschuldigde houdt vol, dat zij daarvan niet bewust was.

Nadere instructien indeze zaak, hoe verder te handelen, zullen mij zeer aangenaam zijn.

13-3-1868 Proces verbaal opgemaakt door de Rijksveldwachter Roerdinkolder en Gemeenteveldwachter Fulps Krijnen in zake kindermoord contra Pietje Kooiman. Het stuk van overtuiging bij mij door genoemde veldwachter gedeponeerd wordt heden door mij afgezonden naar de Griffie te Alkmaar.

Pietertje Kooiman (1845-1898)? Zij trouwde in 1869 met Maarten Daalder, 3 kinderen.

13-3-1868 Aan den Heer Ambtenaar van het Openbaar Ministerie te Helder

Dat Klaas Bakker zich thans op Texel bevindt en wel aan den Burg, zoodat hij tot het ondergaan zijner gevangenisstraf zoude kunnen worden opgeroepen.

15-3-1868 Heb ik den Heeren Ensing en Stiggelbout opgedragen Pietje Kooiman te onderzoeken en heeft mij de eerste mij het hierbij gaand verslag van zijn gedaan onderzoek ter hand gesteld; terwijl de Heer Stiggelbout verhinderd was het voor de eerste post tijdig gereed te maken, zal ik hetzelve bij de eerste gelegenheid aan UEdA toezenden.

24-3-1868 Aan den Heer Officier van Justitie te Alkmaar

Dat op de 16 dezer, 's middags tusschen 12 en 1 uur in de woning van Arie Duinker wonende aan de Koog alhier, terwijl de huisgenoten afwezig waren, een jongen met name Willem Heerding, oud 16 jaren, eenige vodden in de gebroken glasruit zittende, heeft verwijderd, door de opening zijn arm heeft gestoken en een houten wervel omdraaiende een glasraam heeft geopend en is ingeklommen, dat die jongen vervolgens een goede porty rijst en gort, die dooreengemengd op de kagchel stond heeft genuttigd en vervolgens 2 sneden van een brood in de kast liggende afgesneden heeft, dat hij bij die gelegenheid een rood kommetje brak, maar verder niets heeft vernield of ontvreemd.

De jongen voor mij gebragt heeft alles bekend en verklaard zulks uit honger te hebben gedaan. Het is een knaap, die geestelijk en ligchamelijk bijzonder weinig is ontwikkeld, volgens mededeeling zijner ouders lui is en traag en dikwijls geheele nachten wegblijft. Het schijnt echter dat zijne stiefmoeder hem steeds niet zeer liefderijk behandelt, terwijl zijne vader xxxxx.

30-3-1868 Ten aanzien van de toestand van Pietje Kooiman, dat zij ofschoon nog eenigzints zwak, mijns inziens zonder gevaar zou kunnen worden getransporteerd.

30-3-1868 Een extract uit de overlijdensacte van Cornelis Gorter Schelvisch, behoorend in Helder.

30-3-1868 Een ongezegeld extract ten dienste van den Heer Officier van Justitie te Alkmaar

van de geboorteacte van Willem Heerding, geboren den 1 Maart 1853 in Zijpe.

[Willem was een zoon van Willem Heerding (1826/27 Ilpendam, overleden 16-3-1889 Koogerveld) en Grietje de Groot (1826/27 Hensbroek, gestorven op 29-9-1857 Koogerveld). Er waren 4 kinderen, Willem (1852), Jan (1855), Pieter (1856), en een doodgeboren kind op 21 september 1857. De moeder overleed een week na de bevalling.

De stiefmoeder was Marretje Dijksen, dochter van Cornelis Jansz Dijksen en Antje Jacobs Schaap. Zij trouwde op 23-12-1858 met Willem Heerding. Ze kregen een dochter Antje (1859-1921) en een zoon Jacob (1862-1941).

Op 24-2-1881 trouwde Willem met Neeltje de Wit (1869/60 Zuid Scharwoude) in Heiloo].

2-4-1868 Aan den Heer Officier van Justitie te Alkmaar

Processen verbaal van verhoor en van Rijksveldwachter Roerdinkholder in zake diefstal gepleegd door Willem Heerding, alsmede zijne geboorteacte. Ik zou het voorts zeer wenschelijk vinden indien tegen den jongen Heerding een bevel tot inhechtenisneming werd gerequireerd, vermits bepaaldelijk al zeer spoedig door hem nieuwe misdrijven zullen worden bedreven.

6-4-1868 Anthonie Meesters van de ligting 1867 N 40

6-4-1868 Aan den Heer Ambtenaar van het Openbaar Ministerie te Helder

Proces verbaal van de Rijksveldwachter Roerdinkholder contra J Pietersz Witte veehouder alhier woonachtig.

Boek 354

11-4-1868 Aan de Diaconie der RC Gemeente aan den Burg

Door den Regenten van het Algemeen Weeshuis alhier is ons mededeeling gedaan, dat Elisabeth Schagen in den loop dezer maand den ouderdom van 20 jaren zal bereiken en mitsdien ingevolge Art. 9 van het Reglement van gezegd Weeshuis zal moeten worden ontslagen. Aangezien nu die persoon tot de Roomsch Catholieke Gemeente aan den Burg behoort, en vooralsnog geene middelen van bestaan heeft, zoo noodigen wij UEd beleefdelijk uit genoemd persoon, hetzij door plaatsing in het Gesticht voor RC armen alhier, hetzij op andere wijze te willen verplegen en in haar verder leevensonderhoud te willen voorzien.

[Elisabeth was geboren op 24-4-1848, dochter van Jan Schagen (Oudeschild 1810-4 juli 1854 Burg) en Adriana Theuns (Ossendrecht 1815/16, gestorven op 23-3-1854 Burg). Hun kinderen waren de tweeling Cornelis (1843-1878) en Pieter (1843), Reinoutje (1845-1872 Helder), Susanna (1846-1895 Helder) en Elisabeth. Ze is overleden in Bloemendaal, waar het Gesticht Meerenberg is].

10-4-1868 Aan den Heer Officier van Justitie te Alkmaar

Proces verbaal door mij opgemaakt in zake diefstal uit eene weide, ten nadeele van J.P. Witte. Ofschoon de Veldwachter onderzoek heeft gedaan in deze zaak, is het hem nog niet mogen gelukken de daders optesporen en hebben wij nog geen bepaalde vermoedens. Wij zullen echter onze pogingen in het werk stellen om de schuldige te ontdekken.

16-4-1868. Brief van hele pagina met samenvatting van de zaak van Pietje Kooiman.

25-4-1868 Stemgerechtigden Staten Generaal 214, Provinciale Staten 214 Gemeenteraad 337

26-4-1868 Certificaat van voldoening aan de Nationale Militie ten behoeve van Leen, Jan loteling van de ligting 1861 N 51 benoodigd tot het aangaan van een huwelijk.

29-4-1868. Aan Zijne Excellentie de Commissaris des Konings in Noord Holland

Aangezien Willem Boon plaatsvervanger is geworden voor Reijer Witte, loteling N 38, neem ik beleefdelijk de vrijheid onder terugzending der oproepingsbrief, Uwe Excellentie te verzoeken, dit te willen veranderen en mij dezelve daarna terugtezenden.

[Reijer Witte (1848 den Hoorn-1923 den Burg), zoon van Jan Witte en Antje Zijm, getrouwd in 1871 met Dieuwertje Zijm, kinderen Anna Margaretha (1872-1945) en Hendrikus Johannes (1875-1952). Reijer was Zouaaf].

1-5-1868 Aan den Heer Officier van Justitie te Alkmaar

In uw aandacht aantebevelen een proces verbaal betreffend eene opligting die gisteren heeft plaats gehad door zekere Eva Gootjes, die zeer ongunstig bij mij bekend staat en sterke neiging tot dieverij aan de dag legt. Zij heeft vroeger van haar schoonvader schapen gestolen of verkocht. Het feit nu door haar gepleegd getuigt van verregaande brutaliteit.

Ofschoon het gezin van Cornelis Mulder behoeftig is weet hij door buitengewone inspanning, ijver een eerlijkheid het toch zoover te brengen, dat hij noch de zijnen gebrek hoeven te lijden, zoodat niet kan gezegd worden, dat Eva Gootjes het misdrijf uit armoede heeft gepleegd. De processen verbaal van bevinding door den Rijksveldwachter opgemaakt zullen heden opgezonden worden.

[Eva Gootjes was geboren op Texel in 1842/43, overleden in Alkmaar op 28-2-1869. Haar ouders waren Hendrik Gootjes en Gerardina Martinusse, beiden van Melissant. Eva was op 20-2-1862 getrouwd met Cornelis Mulder (1834/35 Texel, gestorven op 20-5-1874 Everstekoog), zoon van Gerrit Cornelisz Mulder van Dijkmanshuizen (1795-1866) en Jantje Spigt (1803-1865). Zij hadden 3 kinderen, Gerdina (Texel 1864-1930 den Burg), Johanna (1855/56 Texel, gestorven 9-2-1872) en Hendrik (1868, gestorven 11-8-1869 Eijerland).

14-5-1869 Aan den Heer Officier van Justitie te Alkmaar

Proces verbaal opgemaakt door Gemeenteveldwachter Frans Koorn contra de jonge Heeren W. en H. Westenberg.

29-5-1868 Aan Zijne Excellentie de Commissaris des Konings in Noord Holland

f 132,85 zijnde de zuivere opbrengst der Collecte door mij gehouden ten behoeve van de nagelaten betrekkingen van door den Storm dd April jongstleden verongelukte visschers, ingevolge UEdAcht circulaire dd 6-5-1868.

3-6-1868 Aan Zijne Excellentie de Commissaris des Konings in Noord Holland

Als Taxateurs voor Akenbuurt meen ik gerustelijk te kunnen opgeven de volgende personen

1 Pieter Maas, grondeigenaar wonende aan den Burg

2 Pieter Jacobsz Roeper, idem,

3 Pieter Paulussen Kikkert, idem, wonende aan de Hoogenberg

4 C. A. Eelman grondeigenaar wonende aan den Burg

Ik acht deze personen geheel onpartijdig en kundig voor de zaak. De eerste is Roomsch Catholyk, de tweede Doopsgezind en de derde Gereformeerd. De vierde persoon heb ik er alléén bijgevoegd wanneer soms één der andere personen mogten verhinderd zijn of tegen hem bezwaar bestaat. Overigens heb ik natuurlijk geen hunner gesproken, en kan ik dus niet beslissen of zij bereid zullen zijn, de taxatie van Akenbuurt te doen, ofschoon mijns inziens bij geen hunner bezwaar zal wezen.

6-6-1868 Aan den Heer Officier van Justitie te Alkmaar

Dat Auke de Wijn verklaard heeft te hebben gezien, dat Cornelis Duinker de planken, welke Cornelis de Wijn uit de plankenloods zaagde, aannam en opruimde, zoodat hij bij de handelwijzen van C. de Wijn wel degelijk tegenwoordig was en daaraan heeft geholpen.

8-6-1868 Aan den Heer Officier van Justitie te Alkmaar

Proces verbaal wegens aanklagt van hoon door P. Bruin contra Jacob Kooger. Ik heb beproefd de getuigen in deze te hooren alsmede den beklaagden. De eerste echter waren beide deze dagen afwezig en de laatste zeer ernstig ongesteld.

8-6-1868 Hendrik Zoetelief naar Meerenberg

8-6-1868 Aan den Heer Ambtenaar van het Openbaar Ministerie te Helder

Proces verbaal opgemaakt door Rijksveldwachter Roerdinkholder contra Antje Wuis weduwe Biem Vlaming.

10-6-1868 Door beëdigde taxateurs gedane schatting van de hofstede Akenbuurt

P. Maas, P. Kikkert en P. Roeper

15-6-1868 Bescheiden, wegens een op de 14 february in de Zuiderzee tusschen Texel en Wieringen gevonden lijk van een manspersoon

16-6-1868 Proces verbaal contra Albert Keijser alhier inzake het uiten van bedreigende woorden en bedreigingen tegen August Keijser op de openbare straat alhier. Eerder op 11-6 over A. Keijser, die regelmatig 'ergerlijke toneelen op straat, zooals anders dagelijks het geval was'.

19-6-1868 Aan den Heer Officier van Justitie te Alkmaar

Proces verbaal contra Sander Jacobs inzake diefstal door Rijksveldwachter Roerdinkholder. Indien daartoe termen mogten bestaan, zou ik het wenschelijk achten, indien de beklaagde in hechtenis werd genomen, daar hij mijns inziens te veel vrijheid geniet en daardoor zich aan verschillende misdrijven schuldig maakt. De ontvreemde doch teruggevonden voorwerpen heb ik aan den Heer Ensing op zijn verzoek teruggegeven, onder voorwaarde dat ik daarover ten allen tijde zou kunnen beschikken. Mogt UEd verlangen dat die worden opgezonden, dan zal ik gaarne eenig berigt tegemoetzien.

[Sander Jacobs was in 1856 geboren, zoon van Sander Jacobs (1808-1863) en Annaatje de Wijn (181-1892), hun 7 e kind. Hij is op 24-6-1894 van Texel naar Den Helder ingeschreven en in augustus van daar naar Amsterdam gegaan].

26-6-1868 opsturen geboorteacte van Sander Jacobs

26-6-1868 Aan den Heer Officier van Justitie te Alkmaar

Dat Eva Gootjes den 21sten Mei JL bevallen zijnde, volgens informatien genoegzaam hersteld is, om voor Uwe regtbank te kunnen verschijnen.

2-7-1868 Aan den Heer Medisch Directeur van het Gesticht Meerenberg

Over Zoetelief naar Meerenberg: de patient is sedert eenige dagen min of meer gevaarlijk, zoodat het wenschelijk is dat hij onder behandeling komt. Dat hij morgen per eerste gelegenheid van hier zal vertrekken, zoodat hij ongeveer ten tien ure ten Uwent zal kunnen zijn.

13-7-1868 Aan den Heer Ambtenaar van het Openbaar Ministerie te Helder

Proces verbaal opgemaakt door Rijksveldwachter Roerdinkholder contra Cornelis Keijser Pz, J.P. Witte en D.J. Witte alhier.

13-7-1868 Aan den Heer Procureur Generaal in Noord Holland te Amsterdam

Rekwest ten behoeve van Simon Boon, dat Simon Boon zich volgens ingewonnen berigten wel heeft gedragen. Hij was in zijne jeugd zeer achterlijk en had door zijn min ontwikkeld en vrij ongunstig voorkomen, zeer veel van zijne makkers te verduren, waardoor zijn karakter langzamerhand onaangenaam en achterhoudend is geworden.

De misdaad door hem gepleegd is het gevolg geweest van uittarting en minachting van de zijde van Etje Leijen, wier vader mij indertijd verzocht, om zoo mogelijk Simon Boon van verdere regtsvervolging te vrijwaren. Van de moeder van S. Boon, eene zeer behoeftige weduwe, heb ik gunstige berigten gekregen.

17-7-1868 Aan Zijne Excellentie de Commissaris des Konings in Noord Holland

Kostelooze magtiging tot het vangen van konijnen door middel van fretten, netten en strikken [gevraagd ten behoeve van] Cornelis van Hert, Bernardus Huisman, Jan Trap, Jacob Kuiper, Jacob Kalis en Simon Kuiper

Ofschoon het aantal konijnen niet schijnt toetenemen, zoo acht ik het nogthans voor het behoud der helmbeplantingen wenschelijk, dat de uitroeying van het konijn worde bevorderd.

20-7-1868 idem voor Teunis Martinusse en Pieter van der Vliet

20-7-1868 Aan den Heer Officier van Justitie te Alkmaar

Proces verbaal opgemaakt door Rijksveldwachter Roerdinkholder contra Jan Moojen, Gerrit de Wijn en Jan Willemsz Moojen aan den Burg.

27-7-1868 Aan den Heer Officier van Justitie te Alkmaar

Proces verbaal door mij opgemaakt contra Jan Sikkelee wegens mishandeling van Giel Leen

en 2 processen verbaal opgemaakt door Rijksveldwachter Roerdinkholder contra Willem Dalmeijer en Maarten Ran.

28-7-1868 Aan den Heer Ambtenaar van het Openbaar Ministerie te Helder

Een bewijs geteekend door S. Keijser alhier, waaruit blijkt dat abusievelijk ie proces verbaal opgemaakt wegens het laten lopen van vee, op grond aan anderen toebehoorende contra Willem Dalmeijer, aangezien de schapen het eigendom waren van Arie Jacobszoon Eelman. Buiten vervolging stellen.

1-8-1868 Aan den Heer Officier van Justitie te Alkmaar

Proces verbaal opgemaakt door Rijksveldwachter Roerdinkholder contra Martinus Knol en Pieter Koorn betreffende het melken van een anders koeijen en het ontvreemden van eenig onrijp graan.

1-8-1868 Aan den Heer Ambtenaar van het Openbaar Ministerie te Helder

Proces verbaal opgemaakt door Rijksveldwachter Roerdinkholder contra Jan Pz Witte, veehouder alhier wonende.

3-8-1868 Aan den Heer Ambtenaar van het Openbaar Ministerie te Helder

Aantebieden een proces verbaal opgemaakt door Rijksveldwachter Roerdinkholder contra J.P. Witte en J.J. Witte en een contra Willem Spigt

4-8-1868 Aan Zijne Excellentie de Commissaris des Konings in Noord Holland

Eene vergunning te mogen erlangen tot het vangen van konijnen door middel van netten en strikken in de Duin en Mientgronden binnen deze gemeente, ten behoeve van Cornelis Huisman, genoemd persoon staat bij mij gunstig bekend.

5-8-1868 Aan den Heer Burgemeester te Haarlemmermeer

Huwelijksafkondiging van J. Appel en V. Huizinga

6-8-1868 Aan den Heer Officier van Justitie te Alkmaar

Proces verbaal van A. Fokke en P. De Bruin contra Cornelis Wetsteen- ofschoon een ijverig en matig arbeider, staat [hij] over het geheel wat zijne eerlijkheid betreft niet als gunstig bekend.

7-8-1868 Aan den Heer Officier van Justitie te Alkmaar

Sander Jacobs naar het Nieuwediep, overgeleverd aan den Heer Kantonregter.

Dat hij bekend als een ouden gaande straatjongen, die bijzonder weinig ontwikkeld is en wiens opvoeding veel te wenschen overliet. Evenwel geloof ik, dat hij onder eene goede leiding nog bruikbaar voor de Maatschappij worden kan. Zijn vader is sedert 4 jaar overleden. Zijne moeder, werkster van beroep, is eene zeer fatsoenlijke, brave vrouw, die behalve dezen knaap nog een ouderen zoon, die geheel idioot is, tot haren last heeft en waardoor zij, daar zij nog verscheidene kinderen heeft moeten grootbrengen, misschien eenigzints oorzaak werd dat haar zoon Sander min of meer werd verwaarloosd.

24-8-1868 Aan den Heer Officier van Justitie te Alkmaar

Proces verbaal te berigten dat het lijk van de kapitein J.L. Mulder op strand is aangespoeld de 3en December 1857, blijkens de Registers van den Burgerlijke Stand alhier berustende.

26-8-1868 Pietertje Kooiman, aan wien ik ingevolge Uwe Missive dd 8 dezer N 988 heb medegedeeld dat zij zich op den 31 dezer aan UEdA parket zal te vervoegen hebben, heeft mij verzocht UEdA uittenoodigen, haar een uitstel van eene maand te verleenen, aangezien zij tegenwoordig het huishouden harer behoeftigen zuster waarneemt, die op dit oogenblik ernstig ongesteld is.

2-9-1868 Aan Zijne Excellentie de Commissaris des Konings in Noord Holland

Konijnenvangers Simon Daalder, Arie Daalder, Willem Schaatsenberg, Klaas Kuiper, Frans Stark en Arie Schaatsenberg

4-9-1868 Proces verbaal opgemaakt door Rijksveldwachter Roerdinkholder contra W. Spigt, veehouder aan den Hoorn alhier

5-9-1868 Aan den Heer Ambtenaar van het Openbaar Ministerie te Helder

Veldwachter P. Bruin contra D. Tanis, landbouwer Eijerland

5-9-1868 Aan den Heer Ambtenaar van het Openbaar Ministerie te Helder

Proces verbaal opgemaakt ten verzoeke van Jacob Pz List, wegens beledigende uitdrukking gedaan door Toon Eelman arbeider alhier.

7-9-1868 Aan den Heer Officier van Justitie te Alkmaar

Bij dezen de etiquette behoorlijk geteekend door Jacob Krijnen te retourneren.

7-9-1868 Aan Zijne Excellentie de Commissaris des Konings in Noord Holland

Mijne declaratien met de daarbij behoorende bescheiden, inzake 2 alhier aangespoelde lijken

28-9-1868 Aan den Heer Officier van Justitie te Alkmaar

Proces verbaal van verhoor van WH Bruno Bok en Klaas Knol inzake C. Wetsteen

9-10-1868 Aan den Heer Schoolopziener Mr. W. Bok Benoeming J.P. Quant

26-10-1868 Aan den Heer Officier van Justitie te Alkmaar

Proces verbaal Rijksveldwachter Fokke contra S. Smit inzake opligterij

3-11-1868 Aan Zijne Excellentie de Commissaris des Konings in Noord Holland

Declaratie en bescheiden wegens een op den 29 October jl aangespoeld lijk van een manspersoon

21-11-1868 Aan den Heer Officier van Justitie te Alkmaar

Betreffende Eva Gootjes te berigten dat deze vrouw niet gunstig bij mij bekend staat wat hare eerlijkheid betreft xxxxx echtgenoot die als een braaf en werkzaam man bekend staat.

24-11-1868 Aan den Heer Officier van Justitie te Alkmaar

Proces verbaal wegens overtreding der Jagtwet door Simon Abbenes

en contra W. Koopman wegens weigering om de bij hem ingelegerden krijgsman het noodige voedsel te verleenen

Los briefje: Geertje Gielepijn in het gestigt gekoomen den 9 november en er uit gegaan den 28 dito 1868

30-11-1686 Aan den Heer Officier van Justitie te Alkmaar

Dat de missive aan C. Wetsteen nog niet was bezorgd geworden, en dus in mijne handen blijft. Wat aangaat de reputatie der beide door UEdA genoemde personen, zoo acht ik het geenszints wenschelijk, dat aan hen gratie worde verleend, daar zulks mijns inziens een zeer ongunstigen indruk maken zou. Bovendien komt 't mij voor, dat de aard der misdaad medebrengt dat die voorbeeldig worde gestraft.

Weliswaar heeft Wetsteen zich in de laatste jaren niet bepaaldelijk aan wangedrag schuldig gemaakt, maar zijne reputatie van vroeger tijd is mij gebleken, niet ten onregte, zeer ongunstig te zijn.

1-12-1868 Schapen vermist in de PH-polder

4-12-1868 zijn van D. Daalder

5-12-1868 Aan den Heer Officier van Justitie te Alkmaar

Dat mij niet is gebleken dat W. Koopman en zijne vrouw het eten buiten 's huis hebben gebragt om den garnisaire gebrek te laten lijden. W. Koopman heeft geweigerd geld van anderen te leenen ter betaling zijner belasting, omdat de kosten toen betrekkelijk hoog waren en hij verklaarde niet in staat te zijn, die terugtebetalen. Ik vermeen dat de verklaring in bijgevoegd proces verbaal geheel juist is, dat W. Koopman in staat was, om in de loop van de zomer zijne belasting te betalen, maar dat hij toen de krijgsman bij hem was ingelegerd, onvermogend was om hem het noodige voedsel en behoorlijke ligging te verschaffen. Ofschoon ik het wenschelijk acht, dat de met betrekkelijk de invordering der Rijks belastingen met ernst worde gehandhaafd, zoo komt het mij twijfelachtig voor of er inderdaad in het tegenwoordige geval termen zijn, om tot eene vervolging overtegaan.

Aangezien het bedrag dat W. Koopman wegens Personele belasting heeft te voldoen zeer gering is, zoo zal ik niet medewerken om het voor oninbaar te verklaren, maar gaarne zien, dat hij- zoodra hij eenige verdienste of middelen heeft, tot betaling worde genoodzaakt.

18-12-1868 Aan den Heer Ambtenaar van het Openbaar Ministerie te Helder Gemeenteveldwachter Fulps Krijnen contra Biem Lap

24-12-1868 Aan den Heer Officier van Justitie te Alkmaar

Proces verbaal opgemaakt door den Rijksveldwachter Roerdinkholder bevattende eenig vermoeden tegen Biem Lap, alsmede een tweede [proces verbaal] bepaaldelijk omtrent

een diefstal van paling ten laste van zekeren C. Snip, welke laatste mij voor eenige weken heeft medegedeeld, dat hij paling vermiste, maar dat hij niet het minste vermoeden had op iemand, evenwel niet geloofde dat zijn palingkaar door de zee was vernield, dat hij daarom de zaak liefst niet wenschte vervolgd te hebben.

Biem Lap staat wat zijne eerlijkheid betreft niet gunstig bekend, maar is bijzonder geslepen en heeft eene bijzonder ruime gelegenheid om goederen te verbergen.

31-12-1868 Aan Zijne Excellentie de Commissaris des Konings in Noord Holland

Kleis Wetsteen zal den 3-1 aanstaande zich aanmelden tot het ondergaan van zijn gevangenisstraf.

Het onderstandsdomicilie van een minderjarig kind van Eva Gootjes is Texel, vermits de vader zoo wel als de moeder in deze Gemeente is geboren.

20-1-1869 Aan Zijne Excellentie de Commissaris des Konings in Noord Holland

Dat Gorter Cornelis zich reeds bij mij heeft aangemeld en in het daartoe bestemde register is ingeschreven

Boek 355

10-2-1869 Aan den Heer Directeur van het Krankzinnigengesticht Meerenberg

Of de gelegenheid bestaat tot opname in het Gesticht Meerenberg, voor rekening dezer Gemeente, van een binnen deze Gemeente wonende dienstbode met name Jantje Koorn, lijdende aan krankzinnigheid en daarvan de opname zoo spoedig mogelijk vereischt wordt.

12-2-1869 Aan de Kommanderende Officier der Hoofd Administratie van het 1 Regt Vesting Artillerie te Delft

Bewijzen van werkelijken dienst voor de Nationale Militie, o.a. voor Puiman Jacob als vrijwilliger in dienst getreden.

12-2-1869 Ik heb de eer UHoogEdelgestrenge te verzoeken mij ten dienste der Nationale Militie te willen doen geworden een bewijs van werkelijke dienst van Cornelis Gorter, plaatsvervanger van D. W. Coninck Westenberg van de ligting 1867 stamboek N 9920

Aan de Kommanderende Officier der Hoofd Administratie van het Regt Hussaren te Haarlem

14-2-1869 Aan den Heer Officier van Justitie te Alkmaar

Dat gisteren morgen omtrent 8 uur, nabij de Koogermient, in een slootje met zeer weinig water, is gevonden het lijk van Jacoba de Vries, huisvrouw van Jan Boon, arbeider aldaar woonachtig, een aangezien de handelingen van genoemde Jan Boon omtrent zijne huisvrouw volgens informatien niet zeer gunstig zijn, heeft men eenig vermoeden, dat er een willekeurige manslag heeft plaatsgehad. De Heer Medisch Doctor J. Ensing is heden middag vergezeld van den secretaris dezer Gemeente, naar herwaarts vertrokken, en heeft voorlopig het lijk in oogenschouw genomen, doch geene uiterlijke teekenen van moedwillige mishandeling kunnen ontdekken. (Ondertekend door D. Langeveld, vervanger van Loman)

[Rob Gomes: Jan Boon (1839-xx), zoon van Klaas Boon (1812 den Hoorn -1875 Koog) en Meijs Boon (1812 Oosterend-1843 Koog). Getrouwd op 15-5-1862 met Jaapje de Vries (27-1-1841 tot 13-2-1869), kinderen Meis (1864-xx), Margaretha Catharina (1866-xx) en Jacob (1868-xx)]

Helderse en nieuwedieper courant 17/2/1869

Jl. Vrijdag werd te Texel uit een sloot opgehaald het lijk eener vrouw, moeder van drie kinderen, waaronder een zuigeling van drie maanden. Men vermoedt, dat zij wegens broodgebrek tot deze wanhopige daad is overgegaan.

19-2-1869 Aan Zijne Excellentie de Commissaris des Konings in Noord Holland

De eigenaren van de navolgende perceelen zijn:

H 893 Simon Bakker, H 894 G. Scholten, H 895 Arie Schaatsenberg, H 896 Weduwe Van der Vliet, H 897 Pieter van der Vliet, H 910 Klaas Borgman, H 914 Fredrik Gaas

19-2-1869 Aan den Heer Officier van Justitie te Alkmaar

Overlijdensacte van Jacoba de Vries

x-3-1869 Aan den Heer Burgemeester te Zaandijk

Overlijdensbericht van Jacob Vis

x-3-1869 Maas Hendrik, loteling van de ligting 1860 N 107 tot het aangaan van een huwelijk.

6-3-1869 Loman informeert naar de persoon van Jantje Koorn, sedert eenige tijd ter verpleging in het Gesticht en vraagt gelijk 'of de persoon van Roel Steinfort nog in het Gesticht wordt verpleegd dan wel of hij is overleden. In het laatste geval zou ik gaarne de datum vernemen'.

23-3-1869 Aan den Heer Officier van Justitie te Alkmaar

Proces verbaal in zake diefstal ten nadeele van Kors Dirksz Eelman, waaromtrent een onderzoek is ongesteld, dat tot heden geen gevolg heeft gehad, vermits wij geene nadere aanwijzingen hebben en de vermiste goederen zoo moeijelijk zijn optesporen. Waarschijnlijk zullen de poters [pootaardappelen?] die kennelijk groot van stuk waren, wel dadelijk verbruikt worden. Heden is de gemeenteveldwachter op onderzoek door mij nogmaals uitgezonden.

25-3-1869 Aan den Heer Officier van Justitie te Alkmaar

In het huwelijksregister dezer gemeente moet een naamsverandering plaatsvinden, van Jacob Kuiper in Jan Kuiper.

[2 mannen met die naam met dezelfde jaartallen- klopt dat? 1 van de Waal en 1 van Oosterend. Teveel mannen genaamd Jan]

25-3-1869 Proces verbaal opgemaakt door den Rijksveldwachter Roerdinkholder contra de Rijksambtenaar alhier

3-5-1869 1500 zielen in de gemeente Texel

xx-x-1869 Proces verbaal contra Cornelis Zunderdorp

21-6-1869 Proces verbaal contra Jacob Kuiper aan de Koog woonachtig

12-7-1869 Aan den Heer Ambtenaar van het Openbaar Ministerie te Helder

Ik heb de eer UEd tot vervolging in te stellen proces verbaal opgemaakt door den Rijksveldwachter Broers contra Cornelia Lely, weduwe Maas, aan de Mient alhier woonachtig.

10-9-1869 Ik heb de eer Uwe Excellentie bij deze te berigten, dat de onderstaande personen zich bij mij hebben aangemeld, ter verkrijging van eenen kostelooze vergunning tot het vangen van konijnen door middel van strikken en netten in de provinciale duinen en mientgronden binnen deze gemeente gelegen.

Jan Trap, Jacobus Kuiper, Teunis Martinusse, Pieter van der Vliet, Johannes Martinusse, Cornelis Huisman, Gerardus Scholten, Willem Schaatsenberg, Arie Schaatsenberg, Simon Daalder en Arie Daalder

Aangezien deze personen allen bij mij gunstig bekend staan en het voor de instandhouding der duinen wenschelijk is, dat de groote voortteling der konijnen worde beteugeld, zoo neem ik de vrijheid Uwe Excellentie te adviseren, aan genoemde personen, den gevraagde magtiging te verleenen.

Tevens heb ik de eer Uwe Excellentie hiernevens aan te bieden een verzoek van den Hoofd Opzigter bij den kustverlichting G. Lommers, om inde nabijheid der vuurtoren te mogen schieten op konijnen.

Vermits dit verzoek vroeger door Uwe Excellentie is toegestaan en door den adressant van zijne vergunning voor zover mij bekend, nimmer misbruik heeft gemaakt, zoo veroorloof ik mij de vrijheid Uwe Excellentie bij deze uittenoodigen ook dit verzoek in gunstige overweging te willen nemen.

De Burgemeester van Texel

11-9-1869 Proces verbaal opgemaakt door den Rijksveldwachter Roerdinkholder contra IJsbrand Witte

22-9-1869 Aan den Heer Directeur van de Strafgevangenis de Kruisberg te Doetichem

Ik heb de eer UEd den goeden ontvangst te berigten Uwer missive van den 18 dezer N 167, geleidende eene postwissel groot f 8,90 ten behoeve van den ontslagen veroordeelden Simon Boon.

7-10-1869 Aan Zijne Excellentie de Commissaris des Konings in Noord Holland

Door U teruggezonden rekest van IJsbrand en Zacharias Klaassen heb ik de eer te berigten, dat het door de beide adressanten aangevoerde volkomen overeenkomstig de waarheid is, vermits hun broeder alleen bekwaamd is om het timmermansbedrijf uitteoeffenen, dat daarom de telas xxxx van Daniel Klaassen, nu groot bezwaar afkomt voor zijne betrekkingen xxxxx

5-11-1869 Aan den Heer Ambtenaar van den Burgerlijke Stand te Amsterdam

De eer UEd te verzoeken, mij te willen doen geworden een getuigschrift van woonplaatsverandering ten behoeve van Martje Mulder.

5-11-1869 Aan den Heer Officier van Justitie te Alkmaar

Ik neem de vrijheid UEd over de mishandeling van Simon de Wijn op de 25 e October j.l. op te merken

1 dat Sijbrand Koning hier zeer gunstig bekend staat, een zeer goedaardig karakter heeft en geene aanleiding heeft gegeven tot hetgeen is voorgevallen

2 dat Simon de Wijn als hij sterken drank heeft gedronken, zeer lastig is en gaarne twist zoekt en steeds tot vechten bereid is

3 dat Doctor Ensing mij dezen morgen heeft verklaard, dat de slag zeer zeker met eene krachtigen hand is gegeven, maar dat Simon de Wijn waarschijnlijk niet bewusteloos zou zijn blijven liggen, als hij niet beschonken was geweest, en dat de patient binnen twee dagen geheel hersteld was.

Simon de Wijn heeft mij gezegd, dat hij de zaak had aangegeven, omdat hij schadevergoeding wilde hebben voor de dagen dat hij had moeten verzuimen.

Ik meende UEd het een en ander te moeten mededeelen, omdat dit UEd welligt zou kunnen xxxx de zaak niet te vervolgen, wat mij zeer wenschelijk voorkomt.

16-11-1869 Met 6 stuks processen verbaal wegens diefstal van strandgoederen opgemaakt door de Rijksveldwachter A. Antonis, Rijksveldwachter Broers en de gemeenteveldwachter Fulps Krijnen contra Gxxx Kind, Pieter Daalder, Wijbrant xxx, Hendrik Gxxx, Hendrik Maas en Albert Smit, allen hier woonachtig

16-11-1869 Aan den Heer Officier van Justitie te Alkmaar

Proces verbaal door den Brigadier der Rijksveldwacht Methorst en den Brigadier xxx E. Roerdinkholder contra Jacob Krijnen en Cornelis Gorter.

16-11-1869 Aan den Heer Officier van Justitie te Alkmaar

Proces verbaal door den Rijksveldwachter E. Roerdinkholder en den Brigadier der Rijksveldwacht Methorst wegens stranddieverij contra Cornelis Duporto

17-11-1869 Aan den Heer Voorzitter van de Gedeputeerde Staten van Noord Holland

over de Bank van Leening, dat dit verschil is veroorzaakt, door den achteruitgang van den arbeidenden stand in deze Gemeente in 1868, voornamelijk van het aardappelgewas in de duinstreken en geringe verdere xxxxx. Een en ander was oorzaak, dat vele arbeiders buiten staat waren om de in de Bank beleende panden ter behoorlijken tijd te aftelossen.

19-11-1869 Ten aanzien van het stuk ijzer dat van een mast afkomstig is en door Cornelis Duporto is ontvreemd en bij C. Smit is gebragt, wenschte ik vooraf UEd opinie te vernemen, vermits dat stuk ijzer zeer zwaar is en daarvan moeijelijk iets kan worden afgenomen.

Verlangt UEd echter dat dit ook worde afgezonden naar Uwe Regtbank, dan zal ik daarvoor zorgen.

Het komt mij niet raadzaam voor om de ontvreemde voormasten in de volgende week bij gelegenheid van de door mij te houden verkooping van strandgoederen te verkoopen. Ware het echter xxxx

20-11-1869 [Dat in een acte] het woord 'zijne huisvrouw' verzuimd [is] overteschrijven. Dat overigens Teunis de Boer en Cornelisje van Schagen echtelieden zijn blijkt uit nevensgaand Extract.

De Rechtbank wil de gestolen stukken naar Alkmaar gestuurd hebben, maar 'dat het overzenden van een aantal planken van bemerkelijke lengte zal met eenige kosten zal vergezeld gaan. Intusschen zal ik voor die confiscatie zorgen. Het komt mij voor dat het verzenden per Stoomboot van Zurmuhlen [de goedkoopste] wijze zal zijn'.

Verder onleesbaar.

22-11-1869 Certificaat van voldoening aan de Nationale Militie door Mulder Cornelis, loteling van den ligting 1853 N 67 bevestigd.

29-11-1869 Aan Zijne Excellentie de Commissaris des Konings in Noord Holland

Ik heb de eer Uwe Excellentie te berigten dat de verlofgangers Brinkhorst Geert, Eelman xxx, Kalf Jan, Eelman Jan, Klaassen Daniel, Leen Giel en de Porto Timoot, zich reeds bij mij hebben aangemeld en in het daartoe bestemde register zijn ingeschreven, terwijl de verlofgangers V/d Bragt Matthijs, Lambers/Langveld Jacob. Smit Jacob en Hoedemaker Johannes zich hebben aangemeld in de gemeenten Velsen, Beets, Zijpe en Beverwijk.

29-11-1869 Aan den Heer Officier van Justitie te Alkmaar

Ik heb de eer UEdAcht beleefdelijk te verzoeken, mij wel eenige inlichtingen te willen doen toekomen, betreffende de zaak der huwelijks vernietiging van Pieter Kuiper. Deze persoon zal zich dezer dagen tot UEd wenden met verzoek om dispensatie tot het aangaan van een nieuw huwelijk met zijne schoonzuster. Maar [moet] nu echter niet vooraf een acte in onze Registers worden opgemaakt tot constatering der huwelijksvernietigingen en zoo ja, moeten wij dan geen afschrift van het vonnis van Uwe Regtbank ontvangen! Tot heden hebben mij deswege nog geen officieel berigt gekregen.

Mag ik dan tevens nog eens van UEdA vernemen hoe UEDA denkt over de wettiging van het kind, dat uit het nu vernietigde huwelijk is geboren? Ik meen dat er bij UEdA indertijd bezwaar bestond tegen de wettiging bij een volgend huwelijk. Het komt mij echter voor, dat die wettiging kan geschieden. Mag ik UEdA opinie wel eens daaromtrent vernemen!

10-12-1869 Onder dankzegging voor de mij geworden inlichtingen in de zaak der nietigverklaring van het huwelijk van P. Kuiper mij gisteren geworden, heb ik de eer UEdA te berigten, dat ik geloof dat Pieter Kuiper bezwaarlijk de gevolgen van het vonnis zal kunnen betalen, al bedragen die ook niet veel. Hij is een arme schippersknecht, die niets heeft.

Wat het kind aangaat, dat uit die echt is geboren, zoo is dit reeds den 18 Augustus geboren en dus vóór de uitspraak van dit vonnis.

Intusschen zal P. Kuiper alsnu wachten met de aanvrage voor dispensatie, tot de aanbieding van het gewezen vonnis heeft plaats gehad.

Pieter Kuiper (1825-1906) was in 1851 getrouws met Pietertje Mulder (1828-1868). Ze hadden 2 kinderen. In 1869 hetrouwde Pieter met Martje Mulder (1845-1918), zijn schoonzuster, die de plaats van haar zus al geheel had overgenomen. Ze trouwden op 3-6-1869, hun dochtertje wer op 18-8 geboren.
Bij het huwelijk (1870) met Pieter Kuiper is hun dochter Marijtje erkend.

10-12-1869 Over de declaratie door deskundigen P. Roeper, P. Maas en P. Kikkert heb ik aan UEd geschreven den 12 Januari 1869. Copie dier missive gaat hierbij.

14-12-1869 Aan den Heer Directeur van het Gesticht Meerenberg

Opname in het Gesticht van de persoon van Paulus Kikkert, oud 30 jaren, zoon van Albert Kikkert, veehouder alhier, en wel in de 4 e klasse. De verpleging in het Gesticht is hoogst wenschelijk. De bescheiden daartoe benoding zal ik dan van UEd tegemoet zien.

15-12-1869 Aan Zijne Excellentie de Commissaris des Konings in Noord Holland

Voor de onderstaande personen vergunning te mogen erlangen, tot het vangen van konijnen door middel van strikken en netten, in de duin en mientgronden alhier, als Cornelis Kuiper, Fredrik Gaas, Hendrik Maas, Simon Daalder en Simon Kuiper. Allen dezen personen zijn bij mij gunstig bekend, zoodat ik mij veroorloof Uwe Excellentie te adviseren de gevraagde vergunningen te verleenen.

15-12-1869 Proces verbaal door Rijksveldwachter J. Broers contra Guurtje Dros wonende te De Cocksdorp alhier.

16-12-1869 Aan den Heer Burgemeester te Vlieland

Om bijgaand biljet te doen uitreiken aan Willem Kriel, zich thans in Uwe Gemeente ophoudende en werkzaam bij Biem Lap. Aangenaam zal het mij zijn van de uitreiking kennis te dragen, en mij tevens te willen berigten als de bedoelde persoon zich naar Alkmaar zal begeven.

21-12-1869 Aan den Heer Directeur der Maatschappij van Weldadigheid te Frederiksoord

Te verzoeken mij wel te willen assisteren in de navolgende zaak als: Jacob Zaatman, vroeger verpleegd geweest in de Maatschappij van Weldadigheid, heeft een geboorteacte noodig ten dienste der Nationale Militie. Hij zelve weet niet waar hij geboren is, volgens opgave moet hij in 1851 geboren zijn. Zoude UEd dit ook kunnen nazien, of soms een geboorteacte voor hem kunnen erlangen, waarmede UEd mij zeer zoude verpligten.

29-12-1869 Cornelis Witte van den Burg verzoekt aan Zijne Majesteit den Koning, 'om het onderscheidingsteeken Fidei et Virtuti, hem na volbragte dienst bij het leger van ZH den Paus geschonken, alhier te mogen dragen.'

Ik heb de eer onder toezending van het adres te berigten, dat aan den adressant werkelijk het bedoelde eereteken is toegekend. Ik heb de eer te adviseren, het verzoek in gunstige overweging te nemen en aan Zijne Majesteit den Koning voortestellen, het dragen van genoemd onderscheidingsteeken aan Cornelis Witte toetestaan.

29-12-1869 Aan den Heer Officier van Justitie te Alkmaar

Naar aanleiding van Uw schrijven van den 24-12

Heb ik de eer UEdA bij deze kennis te geven, dat op den kant der huwelijksacte van Pieter Kuiper weduwnaar van Pietertje Mulder, en Martje Mulder, voorkomende in de Registers van Huwelijken en chtscheidingen van de Jare 1869 onder N 32, de volgende aantekening is gesteld:

'Dit huwelijk is bij Vonnis der Arrondissements Regtbank te Alkmaar op den 28 e October dezes jaars bij verstek gewezen, en op den 12 e November daaraanvolgende aan partijen beteekend, op requisitoir van den Heer Officier van Justitie bij die Regtbank ambtshalve nietig verklaard'. Zijnde deze kantteekening door ons gedaan op verzoek van genoemden Heer Officier van Justitie bij brief van den 24 December dezes Jaars nummer 1338.

Texel, den 29 e December 1869, de Ambtenaar van den Burgerlijke Stand Texel

30-12-1869 Jan Zaatman is geboren op 26-4-1851 in den Helder. De secretaris van Texel vraagt daar om een geboorteacte.

11-1-1870 Aan den Heer Officier van Justitie te Alkmaar

Proces verbaal opgemaakt door Gemeenteveldwachter Fulps Krijnen contra C. de Porto

14-1-1870 UEd te doen geworden een geboorteacte van Cornelis de Porto

15-1-1870 Dat in deze gemeente geen krankzinngen zijn, waarvoor opsluiting noodzakelijk is, dan die welke in het Gesticht Meerenberg verpleegd worden [elk jaar dezelfde zin].

Inliggend briefje zonder datum. De veldwachter B. Timmer heeft door een zeer partijdig gedrag reden tot beklag gegeven. Ik heb hem verwittigd, dat zijn ontslag zal worden over gedragen. Zodra ik een geschikte plaatsvervanger heb, zal ik zijne ontslag bij UEd voordragen.

Dienst wordt waargenomen door Aryen Dekker van den Burg, Pieter Bruijn Eijerland, Hendrik Schellinger Oudeschild, Fulps Krijnen aan den Hoorn, Biem Timmer Oosterend, Adam Kalf, buitengewoon veldwachter aan den Burg, Frans Koorn, buitengewoon veldwachter te Waal, allen van een goed zedelijk gedrag, vereischte geschiktheid, om de Policie dienst in deze gemeente uitteoeffenen.

Boek 356

28-1-1870 Aan de Commissaris des Konings bewijs van voldoening aan de Nationale Militie ten behoeve van Bakels, Pieter Simon, geboren de 3-10-1844, loteling van de ligting 1864, uit de gemeente Haarlem, benoodigd tot het aangaan van een huwelijk.

28-1-1870 gezegelde en gelegaliseerde acten voor navolgende personen

Geboorteacte van Fokeltje Breugeman geb 11-1-1842, overlijdensacten van haren ouders Reindert Breugeman gestorven 1847 en Trijntje Bakkers gestorven 1853

29-1-1870 aan den Heer Burgemeester te Haarlemmermeer:

Bij het nazien der registers ontwaar ik dat Willem, zoon van Jacobus Alderlieste en Catharina van der Wal, geboren den 14-5-1851, zich alzoo voor de Nationale Militie moet laten inschrijven, en aangezien hij met zijnen vader in 1864 naar uwe Gemeente is vertrokken, heb ik vermeend UEdA een geboorteacte van hem te moeten doen geworden

de Burgemeester van Texel, Loman

29-1-1870 Aan den Heer Voorzitter van Gedeputeerde Staten in de provincie Noord Holland

Naar aanleiding van Uwen Excellentien missive van den 27 dezer, N 225/685 1 e afdeling, hebben wij de eer hierbij in te zenden, het besluit van de Raad dezer gemeente tot onttrekking aan de publieke dienst van den in erfpacht uittegeven grond aan Jb. Bakker Cz, hetgeen was gecommitteerd bij besluit overteleggen.

31-1-1870 Rijksveldwachter Roerdinkholder contra Cornelis Spigt

5-2-1870 Aan den Heer Burgemeester van Ouddorp, verzoek ingevolge certificaat van onvermogen, eene ongezegelde doch gelegaliseerde geboorteacte van Jannetje de Vogel, binnen uwe gemeente geboren den 22-6-1829.

5-2-1870 Aan den Heer Controleur van het Kadaster te Haarlem:

Ik heb de eer UEd den Ontvangst te bevestigen, uwer missive van den 26 januarij jl, geleidende 22 stuks kennisgevingen. Met kennisgeving dat de uitreiking op heden heeft plaats gehad.

9-2-1870 Proces verbaal enz wegens het plotseling overlijden van Teunis Bakker alhier, dat waarschijnlijk in de namiddag van de 7 e dezer heeft plaats gehad.

Teunis Bakker was iemand wiens verstandelijke vermogens zeer beperkt waren, een soort van idioot, die hier in het Gesticht van Weldadigheid was opgenomen, ter verpleging. Hij was 's morgens naar de Koog gegaan om bij een boelhuis tegenwoordig te zijn en is ongeveer 3 uren 's namiddags naar huis gekeerd, terwijl het hard woei en nijpend koud was.

Daar hij zeer slecht van gezicht en daarbij niet sterk was, is hij vrij zeker bij het overstappen van een damhek uitgegleden en in de sloot, waarin veel modder was, gevallen en [heeft] vergeefs getracht er uit te klimmen. Eerst den anderen morgen ongeveer half 9 heeft Gerrit Houtwipper hem gevonden. Bij uitkleeding van het lijk is niets vermist, al het geld dat Teunis Bakker had medegenomen had hij nog bij zich. Aan kwaad opzet is niets te blijken.

[Rob Gomes: Teunis (1825/26-1870) was een zoon van Jacob Pietersz Bakker (1800-1866) uit de Koog en Jannetje Teunis Koning (1798-1852) uit Oosterend. Hij was ongehuwd. De aangifte van zijn overlijden werd gedaan door Arijen Dekker (61) veldwachter, en Johannes Moojen (39) bode.

Hij was de tweede van 9 kinderen. Zijn oudere broer Pieter Bakker (1823-1873) was getrouwd met Antje Hoogheid. Trijntje (1826/27) en Meiert (1828/29-1839), Cornelisje (1835-1835) en Meiert (1840-1840) stierven jong. Simon (1829/30-1894) trouwde met Jannetje Dogger, Duwertje (1832-1909) met Meijert Boon en Jacob (1837-xx) met Hilgen Kooi]

10-2-1870 Burgemeester vraagt de gemeente Zijpe om niet te vergeten 'de afkondiging van het huwelijk van Jacob Boon weduwnaar Jacoba de Vries te doen en een certificaat van ongehinderde afloop te sturen, opdat de huwelijksvoltrekking op den 24 e dezer maand kan plaatshebben'.

11-2-1870 Aan de Commissaris des Konings in Noord Holland ontvangen berigten uwer missive van den 2 dezer N 29, geleidende eene beschikking ten behoeve van Bernardus Huisman alhier.

15-2-1870 Aan de Commissaris des Konings: B. Huisman [heeft] het perceel N 16, met goedvinden van de Heeren Gedeputeerde Staten in onderhuur afgestaan aan M. De Graaf en dat alzoo de bezwaren van de adressant geheel zijn uit de weg geruimd, daar deze bezwaren alleen betrekking hadden op dit perceel.

In afwachting van hetgeen de nieuwe huurder welligt zal goedvinden te doen, het adres van B. Huisman eenvoudig voor kennisgeving aantenemen of het daarin gedane verzoek als geheel vervallen te beschouwen.

17-2-1870 Aan de Heeren Gedeputeerde Staten van Noord Holland te Haarlem

Naa aanleiding van UEdGrootachtb geëerde missive dd 28 januarij jl N 140 692 2 e afd. heb ik de eer UEdGroot. Bij deze aantebieden

1 Eene staat van de opstallen op de verpachte duinen van de Mientgronden alhier, waaromtrent geen contract is aangegaan

2 Een staat van de opstallen, waaromtrent een contract van erfpacht is aangegaan in overleg met den waarnemend Ontvanger der Registratie alhier-

22-2-1870 Vechtpartij

1-3-1870 Aan de Burgemeester van 's Gravenhage [vraagt Loman voor het] aantegane huwelijk tussen P. Kuiper en Martje Mulder, die onvermogend zijn tot het betalen van eenige kosten, een certificaat van onvermogen en een kosteloze vergunning tot het aangaan van een huwelijk van Uwe Excellentie te verlangen.

[Rob Gomes: Martje Mulder (1845/46- 1918), dochter van Albert Mulder en Marijtje Schouten, trouwde op 14-4-1870 met Pieter Kuiper (1824/25-1906) uit Oosterend. Zij waren eerder getrouwd op 3-6-1869, welk huwelijk werd geannuleerd op 24-12-1869(?). Hun kind Marijtje (1869-xx) werd in 1870 erkend. Pieter was in 1851 getrouwd met Pietertje Mulder, die op 27 maart 1868 was gestorven. Pieter en Pietertje hadden 2 zoons, Pieter en Albert] Pieter woonde in de buurt van zijn schoonouders:

34 (Herberg Wiggert Pieter) Mulder Antje wed. v/d Herberg Putman Frans Achterhof Geert

35 Mulder Albert Boon Cornelisje wed C. Koorn Putman Frans

36 Duinker wed. Arie Schouten (Kuiper Pieter Cornelis) Kuiper Jacobus

37 Mulder Gerrit Zuidewind Jacob Mz

3-3-1870 Rijksveldwachter J. Broers contra Rinse Pals

4-3-1870 idem, in Eijerland alhier

4-3-1870 De Burgemeester van Texel aan Hendrik Gielis en Cornelis du Porto aan den Hoorn

Naar aanleiding van eener bij mij ingekomen missive van den Heer Officier van Justitie bij de Arrondissements Regtbank te Alkmaar, heb ik de eer ter uwer kennisse te brengen, dat het door Ulieden ingediende rekest aan Zijne Majesteit den Koning, om gratie van Uwe gevangenisstraf, is gewezen van de hand.

Met bijgaande oproepingsbrieven.

Tegen de Rijksveldwachter Roerdinkholder zei H. Gielis, dat hij zou zorgen zich op den bepaalden tijd bij UEdAchtb aan te melden, terwijl C. Duporto heeft verklaard niet te kunnen komen, zoodat deze per Rijksveldwachter maandagmorgen naar den Helder zal worden getransporteerd.

[Hendrik Gielis was een jongere broer van Catharina Gielis, die met Cornelis De Porto was getrouwd. Zij was geboren in 1833, hij was 5 jaar jonger. Hun broer Gerrit was getrouwd met Ysele de Porto, de oudste dochter van Simon de Porto, de oudste broer van Cornelis de Porto, die de vader was van de Cornelis waar het hier om gaat].

5-3-1870. Proces verbaal Rijksveldwachter J. Broers contra Rinse Pals

7-3-1870 Aan de Commissaris des Konings: Stukken betreffende de persoonen van Frederik Slot en Jurriaan Menno Huizinga, ons geworden bij Uwe missive van de 4 e dezer.

7-3-1870 Rijksveldwachter contra Rinse Pals

7-3-1870 Klachten van M. De Graaf contra R. Pals en C. Wetsteen, inhoudende: kort nadat

B. Huisman in publieke verpachting [zie clandestiene bewoning] huurder was geworden van perceel No 16 heeft deze een gedeelte van dat perceel aan Rens Pals in huur overgedragen, terwijl partijen overeenkwamen, dat het contract door den Heer Bok zou worden opgemaakt en van UEdGrot goedkeuring zou worden aangevraagd.

Vóór echter dat contract was geteekend en nadat Rins Pals zich reeds op het perceel had neergezet, schijnt Bernardus Huisman van Martinus de Graaf een voordeeliger aanbod te hebben gekregen, althans hij heeft geweigerd het huurcontract te teekenen tusschen hem en R. Pals opgemaakt, en eene nieuwe overeenkomst met M. De Graaf gesloten, waarbij hij de eerst door R. Pals gehuurden Mient en Duingronden opnieuw verpachtte aan M. De Graaf, de vroegere verbindtenis geheel verbrekende.

Het gevolg hiervan is dat R. Pals weigert te vertrekken en B. Huisman diens vee bij herhaling laat schutten, waarmede zoo lang zal worden voortgegaan tot R. Pals tot ontruiming zal zijn genoodzaakt.

Ten aanzien van C. Wetsteen moet ik UEG opmerken, dat het niet waar is, dat deze zich op willekeurige wijze op perceel 16 heeft neergezet, maar dat hij Wetsteen reeds sinds 12 jaar huurder van perceel 16 was. Van B. Huisman had Wetsteen vergunning ontvangen om de door hem op perceel 16 bewoonde woning te blijven bewonen tot 1 April aanstaande, later verkiezende nog 14 dagen later. Voorts is het insgelijks bezijden de waarheid, dat C. Wetsteen het door M. De Graaf gehuurde land, door zijne schapen en geiten zou laten afweiden, daar hij geen vee op perceel 16 heeft lopen.

Uit het medegedeelde zal UEdA gevoegzaam blijken, dat R. Pals dupe is van de handelwijze van B. Huisman. Vermist echter den adressant werkelijk bekend staat als pachter van perceel 16 en UEG met schikkingen, overeenkomsten of andere schikkingen welke de pachters der duinen of mientgronden met derden mogten hebben aangegaan zonder daarop den toestemming UEG te hebben verkregen, niet te maken hebben en UEG met dergelijke zaken om die gevolge wille moeijlijk kunt inlaten, zoo neem ik de vrijheid UEG te adviseren

1 Aan de adressant te kennen te geven dat aan zijn verzoek zal worden voldaan en C. Wetsteen en R. Pals tot ontruiming zullen worden gedwongen

1 Aan R. Pals en C. Wetsteen een termijn van uiterlijk een maand te stellen binnen welken tijd zij de door M. De Graaf gehuurde gronden in perceel 16 zullen hebben te verlaten, onder bedreiging anders op geregtelijke wijze te worden verwijderd.

15-3-1870 Rijksveldwachter contra Rinse Pals

28-3-1870 Rijksveldwachter Broers contra Pieter Bakker en Simon Bakker, beide aan de Koog alhier woonagtig [broers van Teunis Bakker]

31-3-1870 Proces verbaal wegens diefstal ten nadeele van P.J. Kikkert alhier

1-4-1870 Proces verbaal [opgemaakt door] Rijksveldwachter Roerdinkholder dat Gerrit Abbenes is door Biem Lap mishandeld geworden

dat G. Abbenes zijne aanklagt wenschte intetrekken en verzoekt Burgemeester het proces verbaal niet op te zenden. Zo gedaan.

Aangezien nu laster wordt verspreid dat Roerdinkholder zich zou hebben laten omkoopen hetgeen toch het geval niet is geweest, zoo meen ik nu, dat het wenschelijk U van deze zaak regtstreeks kennis te geven, opdat niet welligt onjuiste mededeeling aan UEdA werden gedaan en daardoor xxx.

10-4-1870 Missive dat genoemde C. De Porto, wegens totaal onvermogen der ouders, door den Rijksveldwachter zal worden overgebracht. De jongen is volgens ingewonnen berigten, niet zoo bedorven, als men zijner geheel verwaarloosde opvoeding in aanmerking genomen, zou moeten verwachten.

De vader is een onverschillig en lui persoon, die zijne kinderen van den jeugd af opleidde in het vak van bedelen, waarin het vrij talrijke huisgezin (7 kinderen) bewijzen van bekwaamheid aan den dag legt. Toch heeft C. de Porto van tijd tot tijd de school bezocht en volgens verklaring van den Onderwijzer heeft hij zich daar goed gedragen.

De moeder heeft een karakter dat zeer goed met dat van haar echtgenoot harmonieert, ook zij spoort de kinderen tot bedelarij aan, terwijl zij wegens haar zeer welvarend uiterlijk daartoe minder geschikt is.

[Cornelis Timotheusz De Porto (1828-1873 Leeuwarden) zijn eerste vrouw was Jannetje Timmer. Er waren 4 kinderen, waarvan de derde een Cornelis was (1858-1870 Alkmaar). Hij overleed daar op 31 december. Overlijden in Leeuwarden is verdacht, ook daar was een gevangenis. Van de drie dochters van dit echtpaar is de jongste de dag na de geboorte gestorven met haar moeder Jannetje Timmer, de oudste twee werden 34 en 53 jaar oud.

Vader de Porto hertrouwde op 21 juni 1860, ruim 4 maanden na de dood van zijn eerste vrouw, met Catharina Gieles (1833-1890). Er kwamen nog 7 kinderen, Jan (1861-1947), Jannetje (1862-1940), Antje (1863-1936), Dirkje (1865-1890), Grietje (1868-1882), Franciena (1860-1953) en Cornelis (1871-xx).

Hendrik Gieles (1838-1916) zoon van Johannes Cornelsz Gielis en Jannetje Kremer, getrouwd met Neeltje de Groot (1839/40-1887), een doodgeboren kind 9-5-1865.

15-4-1870 Rijksveldwachter Roerdinkholder contra Jan Veeger

16-4-1870 aan de Commissaris des Konings: Certificaat van voldoening Nationale Militie door Jan Vlaming, ligting 1868 N 8, tot het aangaan van een huwelijk

21-4-1870 Aan den Heer Ontvanger der Registratie en Domeinen te Texel: Onder terugzending van de bij Uwe geëerden missive van den 14 dezer N 6883 ontvangen staat der opstallen, staande op de verpachte Provinciale Duin en Mientgronden, heb ik de eer UEd naar aanleiding van genoemde missive te berigten, dat al de bewoners dier opstallen onvermogend zijn ter betaling van eenige kosten, met uitzondering der hieronder volgende welke mijns inziens daartoe in staat zoude wezen.

Sectie H N 912 wed. P. Koorn, N 893 S. Bakker, N 897 P. Van der Vliet,

N 902 L. Vermeulen en C. Wetsteen

29-4-1870 Kiesgerechtigden voor de Tweede Kamer der Staten generaal 221, voor de Provinciale Staten 221, voor de Gemeenteraad 351

2-5-1870 Rijksveldwachter J. Broers contra Dirk P. Kikkert in Eijerland

3-5-1870 Aan den Heer Officier van Justitie te Alkmaar

Een huis ingestort in den Hoorn, waarbij kinderen gewond zijn geraakt (in een brief dd 26 april staat het hele verhaal). Metselaar Simon van Grouw en Arie Rab zullen gedagvaard worden om getuigenis der waarheid in deze zaak afteleggen. Willem Klaassen is de persoon die het gebouw heeft gesloopt en zal voldoende opheldering kunnen geven. Ik heb echter deze niet opgegeven als deskundige, daar hij welligt niet geheel onpartijdig is.

De Heeren Doctoren Ensing en Knap hebben de toestand der kinderen onderzocht.

6-5-1870 RV Roerdinkholder contra Teunis Kikkert

13-5-1870 Aan den Heer Directeur van het Gesticht Meerenberg te Bloemendaal

Paulus Kikkert wordt in de 4 e klasse verpleegd in het Gebouw Meerenberg. Zijn vader is het onmogelijk dit te betalen. Kan Paulus Kikkert naar de 5 e klasse en alzoo te verplegen voor rekening van de Gemeente?

16-5-1870 Verzoek certificaat van voldoening van de Nationale Militie voor Arie de Vries en Daniel Klaassen van de ligting 1865 No 22, beide tot het aangaan van een huwelijk.

28-5-1870 Aan den Heeren Armenvoogden der Roomsch Catholieke Gemeente te Oudeschild

Dat ter bekoming van onderstand zich bij ons heeft aangemeld Jannetje Smit weduwe Jacob Hz Dito. Wij verzoeken UED ons te berigten of deze persoon al dan niet uit uwe fondsen kan worden ondersteund. Geschiedende deze aanvrage naar aanleiding van artikel 12 der Wet ter regeling van het Armbestuur. Burgemeester en Wethouders van Texel

7-7-1870 Aan den Heer Officier van Justitie te Alkmaar

Proces verbaal door mij opgemaakt contra Klaas Luitze wegens het werpen van eene steen en het toebrengen van verwonding aan Johannis Buisman alhier. Aangezien gedurig klagten bij mij inkomen wegens het werpen van steenen, zoo heb ik het noodig geacht UEDAchtbare dit proces verbaal ter verdere vervolging aantebieden. De toestand van de jongen Buisman is overigens niet verontrustend.

11-6-1870 RV Roerdinkholder contra Jan B Witte

20-6-1870 RV Roerdinkholder contra Reijer Boon

15-7-1870 aanklagt tegen J. Koopman cs wegens diefstal van vruchten uit den tuin van RC Pastoor B. v. Nooijen aan den Hoorn alhier. Burgemeester heeft geen voldoende getuigen kunnen vinden en [dat] de diefstal van zoo geringe betekenis is dat Burgemeester niet gelooft dat het raadzaam zijn zal eene vervolging intestellen.

18-7-1870 Proces verbaal door mij opgemaakt wegens verscheuring van schapen door de honden van Biem Lap aan den Hoorn.

Proces verbaal opgemaakt door den RV J. Broers contra Adrianus van der Wal

19-7-1870 Proces verbaal door F. Koorn contra Jan Pz Plaatsman

28-7-1870 Aan de Commissaris des Konings

Geneeskundige verklaring van de toestand van G. Jb. List door den Heer Medisch Doctor J. Ensing alhier

28-7-1870 Aan den Heer Officier van Justitie te Alkmaar

Proces verbaal van RV Roerdinkolder contra Ari Jan Barhorst wegens wegnemen en verbreken van heiningen ten nadeele van Pieter van der Vliet

28-7-1870 Proces verbaal opgemaakt contra Biem Lap door de Gemeente Texel wegens laten lopen van den hond tijdens de hondsdagen

9-8-1870 Commissaris des Konings aan Officier van Justitie te Hoorn

Verzoek om gratie door de veroordeelden Jan Bakker cs

9-8-1870 Aan den Heer Officier van Justitie te Alkmaar

Proces verbaal [opgemaakt door Loman] van eene aanklagt van Jan Kuiper alhier contra Aris Bakker, welke echter mijns inziens voor geene vervolging hoegenaamd vatbaar is. Tot nadere opheldering moet ik UEd opmerken dat Jan Kuiper iemand is die zeer verslaafd is aan den drank en dan bij mij over allerlei beuzelarij komt klagen. Nu is het wel mogelijk dat Aris Bakker zich het een of ander heeft laten ontvallen, daar de zoon van Jan Kuiper wel eens vroeger een schaap heeft opgeborgen om daardoor een fooi te verdienen. Jan K is het nu enkel te doen om Aris B voor eene regterlijke vervolging bevreesd te maken en daardoor iets aan Aris B te verdienen.

Indien ik geen proces verbaal had opgemaakt zou hoogst waarschijnlijk Jan Kuiper U met eene brief lastigvallen.

18-8-1870 Proces verbaal RV Roerdinkholder contra A. Bakker

23/5-8-1870 Proces verbaal RV Broers contra Guurtje Dros te Cocksdorp

29-8-1870 Aan den Heer Kommandant en den Officier van Zijne Majesteits Ramxxxschip Prins Hendrik der Nederlanden te Willemsoord

Jakob Boon van den Hoorn is bij de Burgemeester komen klagen over het neerkomen van projectielen tussen zijn schapen, afkomstig van ZM Stoomboot Prins Hendrik der Nederlanden, terwijl een aantal projectielen in de nabijheid buiten de schietlijn waren gevonden. Een zijner schapen is doodelijk getroffen.

Bij onderzoek van den Rijksveldwachter alhier is gebleken, dat het schaap met anderen aan een touw was getuid 4 à 500 ellen buiten de schietlijn en aldaar getroffen, terwijl verscheidene projectielen aldaar verspreid lagen in de duinen. Bij taxatie is het schaap gewaardeerd op f 18,-

Ik neem de vrijheid UEdG beleefdelijk te verzoeken mij wel te willen opgeven, op welke wijze genoemde Jan Bakker kan worden schadeloos gesteld en meen UEdG te moeten opmerken, dat vermits de ingezetenen aan den Hoorn geregeld verpligt zijn twee maal daags hunne schapen, die aan touwen geweid worden, te verplaatsen, dat ter voorkoming van ernstige ongelukken maatregelen worden genomen dat voortaan geene projectielen buiten de schietlijn worden geworpen.

29-8-1870 Aan de Commissaris des Konings

Aanvraag voor groote Jachtacte en eene kleine Jachtacte ten behoeve van Klaas Daalder en H. De Boer.

Bij mij hebben zich aangemeld Jan Trap, Jacob Kuiper, Teunis Martenisse, Pieter van der Vliet, Cornelis Huisman, Johannes Martinusse, Cornelis Kuiper. Deze personen, alle bij mij gunstig bekend staande, en het voor de instandhouding van Duinen wenschelijk is, dat de voortteeling der konijnen worde beteugeld, zoo neem ik de vrijheid Uwe Excellentie te adviseren aan genoemde personen de gevraagde vergunning te verleenen.

2-9-1870 Weer een schaap getroffen, nu van Biem Boon, precies hetzelfde verhaal

10-9-1870 Proces verbaal van RV Roerdinkholder contra Pieter Bruin van het Oudeschild, wegens ontvreemding van een koperen ketel

24-9-1870 Aan den Heer Kantonregter te Helder

Dat Reindert Willemsz Smit, gedagvaard om voor regtbank te verschijnen op aanstaande woensdag, mij verzocht heeft UEdG medetedeelen dat hij bereid is, de boete te betalen wegens het niet tegenwoordig zijn bij de oefening der brandspuit. In hoever de regterlijke behandeling zijner zaak door dit aanbod zou kunnen vervallen waag ik niet te beslissen.

20-9-1870 Aan de Officier van Justitie te Alkmaar

Proces verbaal RV Roerdinkholder contra Fronica Huizinga, wonend in de Haarlemmermeer, wegens beledigende uitdrukkingen tegen haare zuster Francisca Huizinga, huisvrouw van Jan Agterhof, arbeider, wonende in Eijerland alhier

20-9-1870 Koperen ketel

Pieter Bruin is afwezig of op reis. Zijne vrouw Cornelisje Backer (45) heeft verklaard, dat haar man aan haar dochter Gerritje last had gegeven de koperen ketel, toebehorend aan Kasse Zegel, uit het keukentje wegtenemen. Gerritje (14) zei dat haar vader haar de last had opgedragen de koperen ketel van een plank in het keukentje wegtenemen.

Situatieschets

29-9-1870 Schietincidenten. Vermits de ingezetenen van den Hoorn en de bewoners der duinstreken nabij die plaats, door het hyschen van eene roode vlag op een der duinen tusschen Paal 8 en 9, zooals door den Heer Kommandant is voor gesteld, genoegzaam zullen worden ingelicht, en gewaarschuwd om hun vee en personen bijtijds in veiligheid te stellen.

1-10-1870 Proces verbaal RV Roerdinkholder contra Luit van der Wijk

4-10-1870 Aan den Heer Kantonregter te Helder

Dat in deze gemeente geen schavot aanwezig is, noch eenig voorwerp aan het Rijk toebehoorende, dat voor de executie gebruikt werd.

11/14-10-1870 Proces verbaal RV J. Broers contra Kleis Wetsteen, arbeider, wonend in Eijerland

18-10-1870 Aan de Commissaris des Konings

Register van strandvondingen in deze gemeente

29-12-1870 Proces verbaal RV Roerdinkholder contra Sijbrand Eelman veehouder in de polder Waalenburg

31-10-1870 Proces verbaal gemeenteveldwachter A. Dekker contra Dirk Leyen, veehouder in Tienhoven alhier op Texel

15-11-1870 Proces verbaal RV Roerdinkholder contra G. Scholten. De in beslag genomen fuik is onder mijne bewaring gebleven

Aan den Heer Controleur der Directe Bel: enz te Helder

Aantebieden eene patent declaratie ten behoeve van Jannetje de Vogel weduwe Aris Eelman, in het belang van voornoemde weduwe, die belast met een gezin van 3 kinderen, hiermede nog iets wenscht te verdienen.

2-12-1870 Aan de Officier van Justitie te Alkmaar

Proces verbaal RV Roerdinkholder en Broers wegens diefstal van strandgoederen contra Pieter Sandifort, Daarbij 2 proces verbaals door mij opgemaakt op verzoek van Pieter Sandifort en Reijer Daalder

Ofschoon ik geloof dat er gegronde redenen zijn tot vermoeden tegen Pieter Sandifort, vermeen ik echter dat de Rijksveldwachters wel eenigzints voorbarig en willekeurig zijn te werk gegaan. In hoeverre mijn zienswijze gerust is, laat ik aan UEdA over.

15-12-1870 Aan de Officier van Justitie te Alkmaar

Na het horen van de Heeren Doctoren Ensing en Stiggelbout, benevens de zoon van de weduwe Maarten Zijm [bleek Loman] dat de zaak door Cornelis Reindertsz Smit wel eenigzints is overdreven.

16-12-1870 Proces verbaal van verhoor van Pieter Sandifort. Omtrent de kwaliteit der getuigen J. Kuiper, S. Kuiper, K. Daalder en G. Huizinga kan ik UEdA melden, dat van deze alleen Klaas Daalder eenig vertrouwen geniet. Voor de eerlijkheid of Waarheidsliefde der overige personen wil ik volstrekt niet borg staan, daar ze door mij allen verdacht worden zich van tijd tot tijd aan stranddiefstal schuldig te maken.

Boek 357

20-12-1870 Lange brief over Rijndert en Cornelis Smit

22-12-1870 Dat door het hoogen water, de toegang naar den school te Koog zoo zeer belemmerd is en het lokaal inwendig zoo vochtig, dat ik het in het belang der gezondheid raadzaam heb geacht om de onderwijzer vergunning te geven, gedurende een paar dagen vacantie te geven en de toestand inmiddels te verbeteren.

Aan den Heer Ambtenaar van den Burgerlijke Stand te Helder

Gezonden de geboorteacte van Cornelius Gomes, aangevraagd bij Uwe missive van den 23-december. De kosten ad f 0,94 zal ik van Uwe Excellentie per postwissel inwachten.

4-1-1871 Brief over ongenoegen over [veldwachter] Biem Timmer van Oosterend

5-1-1871 Voor Jan Bijl en Hendrik Schellinger, beide huisvaders met talrijke gezinnen, vroeg Loman aan de Commissaris des Konings vergunning om met fuiken te mogen visschen in de door hen gepachte wateren.

5-1-1871 Proces verbaal van RV Broers en Roerdinkholder contra Hendrik Schellinger. H. Schellinger is een oppassend huisvader van een talrijk kroost, die door een ziekte nagenoeg blind dreigt te worden enz, hele bladzijde.

5-1-1871 Proces verbaal contra Cornelis Verberne, opgemaakt door den Rijksveldwachter Roerdinkholder inzake diefstal

Dat het mij voorkomt dringend noodzakelijk te zijn, dat Cornelis Verberne voor een tijd worde gebragt in het Huis van Verbetering voor jeugdige veroordeelden. Sedert geruimen tijd reeds was het ons bekend dat hij zich aan kleine diefstallen schuldig maakte. Doorgaans waren deze echter zoo onbeduidend, en toonde de knaap steeds zoo innig berouw, dat wij hem na ernstige vermaning, soms na gevoelige bestraffing vrijlieten. In de laatste maanden hadden wij hem bij een wagenmaker geplaatst, en vleide ik mij, dat hij den goeden weg eindelijk zou in geslagen zijn. 't Blijkt echter, dat dit het geval niet is en zoo geloof ik, dat nu het mij voorkomt, dat het stelen een soort van manie is geworden of althans dreigt te worden, het voor den knaap zelven heilzaam kan zijn als hij onder meer ernstig en streng opzigt worde gebracht, vooral daar zijn aanleg en scherpzinnigheid wel ontwikkeld zijn.

11-1-1871 Proces verbaal van RV J. Broers contra Dirk Monté en Martinus Langeveld in den Polder Eijerland woonachtig

14-1-1871 Geboorteacte van Cornelis Verberne naar de Officier van Justitie te Alkmaar

25-1-1871 Aan de Officier van Justitie te Alkmaar

Dat de slag door Monté toegebragt misschien aanvankelijk wel eenigzints bedwelmend heeft gewerkt, echter zeer zeker niet van eenige betekenis is geweest.

Dat Langeveld, die in den zaak betrokken is, wel verre van bemiddeld te zijn, behoort tot een zeer talrijk bepaald onbemiddeld gezin, zoodat ik moet veronderstellen dat UEdA een anderen Langeveld zult bedoelen, waarvan er hier aan den Burg wonen, en waaronder er zijn die nog bemiddeld zijn, maar die met de onderwerpelijke zaak, die in Eijerland heeft plaats gehad, niets te maken hebben.

27-1-1871 Aan den Heeren Gedeputeerde Staten van Noord Holland

Bij de School te Koog alhier is door verstuiving eenen laagte ontstaan, waardoor bij veel regen de toegang tot het schoollokaal wordt belemmerd. Ten einde daarin te voorzien wenschten wij die laagte te doen bestrijden en met zoden te beleggen. De pachter van den mientgrond, J. Hopman, wil gaarne eenige wagens plaggen afstaan, maar heeft daartoe de goedkeuring van UEdGA noodig.

Wij zijn mitsdien zoo vrij UEdGA namens hem beleefdelijk te verzoeken, ons te veroorloven met goedvinden van den pachter voornoemd, eenige plaggen te doen steken van de Provinciale Mientgronden ten einde daarmede eene kleine uitgestrektheid grond voor het schoollokaal te Koog te doen beleggen ter voorkoming van verstuivingen.

10-2-1871 Aan de Officier van Justitie te Alkmaar

Proces verbaal. Dat het feit [van geringe aard] is gepleegd door iemand die reeds herhaaldelijk is veroordeeld wegens diefstal. Cornelis de Porto is zeer arm, bezwaard met een groot gezin. Hij is echter lui en onverschillig en leidt zijne kinderen op voor bedelarij. Eene vervolging tegen hem acht ik daarom noodzakelijk. Het schuurtje schijnt met een hangslot gesloten te zijn. Men heeft echter geen bewijzen van braak gevonden. Overklimming had niet plaats, daar het schuurtje aan de weg lag.

Meiert Bakker, ligting 1863 N 26

14-2-1871 Aan de Commissaris des Konings in Noord Holland

Dat er gisteren, zijnde de door Uwe Excellentie bepaalde dag voor den loting, geene gelegenheid bestond om naar den Helder te vertrekken, aangezien alles vol drijfijs was.

Nader tijdstip daarvoor bepalen.

15-2 1871 Aan den Heer Ambtenaar van het Openbaar Ministerie te Helder

Dat in de mogen van den 31 January op de stoep mijner woning des morgens door mijne dienstmaagd zijn gevonden eenige xxxzen, beugeltjes en krammen, die in de afgeloopen nacht van de huizen der ingezetenen alhier waren afgebroken. Ofschoon het mij niet mogelijk is geweest de daders optesporen, zoo bestaat er vermoeden dat dit zullen zijn geweest Martinus Langeveld Pieterszoon en Herman Engelbert Coninck Westenberg.

18-2-1871 Aan den Heer Militie Commandant in het 8e/3 e district van Noord Holland te Alkmaar.

Door de stoornis die de vorst in de communicatie tusschen ons Eiland en de vasten wal heeft gemaakt, is het onmogelijk geweest gepasseerde maandag te Helder te komen loten.

[Overleg, hogerhand had voorgesteld met de lotelingen naar Hoorn te gaan] Ik acht dit echter niet wenschelijk vermits het reizen met het geheele personeel (64) personen naar Hoorn zeer kostbaar en bezwaarlijk is, terwijl de reis naar Helder bijzonder gemakkelijk voor ons is.

[het zal nu zaterdag 23 of maandag 25 februari worden]

22-2-1871 Aan den Heer Burgemeester te Veenhuizen: Wanneer is Elsje Maria Beek weduwe Zaatman precies gestorven (tussen 1851 en 1860)?

23-2-1871 Aan Zijne Excellentie Commissaris des Konings in Noord Holland

De volgende Militaire verlofgangers, waaronder Klaassen Zacharias, hebben zich reeds bij mij aangemeld.

28-2-1871 Aan de Officier van Justitie te Alkmaar

Een schetsteekening van het gebouwtje of schuurtje waaruit door C. De Porto turf is ontvreemd.

6-3-1871 toelichting op de schets met tekening

7-3-1871 Aan Burgemeester en Wethouders te Leiden

Dat de persoon van Jacob Knol, welke geplaatst was op de Kweekschool voor de Zeevaart, tengevolge slecht gezicht is afgekeurd en zich nu in deze gemeente heeft gevestigd.

20-3-1871 Naar aanleiding missive 22-3 jongstleden 622/852 hierbij de stukken, behorende bij de proces verbaal opgemaakt in zake diefstal contra Cornelis de Porto.

25-3-1871 Aan Zijne Excellentie Commissaris des Konings in Noord Holland

Certificaat van voldoening aan de Nationale Militie ten behoeve van Meijert Bakker loteling van de ligting 1863 N 26, benoodigd tot het aangaan van een huwelijk.

3-4-1871 Aan Zijne Excellentie Commissaris des Konings in Noord Holland

Certificaat van voldoening aan de Nationale Militie ten behoeve van Gerrit Witte loteling van de ligting 1868 N 97, benoodigd tot het aangaan van een huwelijk.

5-4-1871 Proces verbaal van RV J. Broers contra Martinus en Arie Langeveld Eijerland

8-4-1871 Lijst van lotelingen

9-4-1871 Proces verbaal van RV Roerdinkholder contra Aris Eelman aan den Burg

21-4-1871 Aan Zijne Excellentie Commissaris des Konings in Noord Holland

Aris Eelman is geboren op 16 november 1850 in plaats van 16 september.

25-4-1871 Aan den Heer Burgemeester te Helder

Verzoek bijgaande oproepingsbrief aan Pieter Kuiper, binnen Uwe gemeente woonachtig, te willen doen uitreiken, en mij van die uitreiking kennis te doen.

28-4-1871 Stemgerechtigden Staten Generaal 217, Provinciale Staten 217, Gemeenteraad 353

28-4-1871 Proces verbaal van RV Roerdinkholder contra Cornelis Rz Veeger

1-5-1871 Commissaris des Konings

Stukken d l de Heer W. Hillenius betreffend de aanbesteding der duinbeplanting

5-5-1871 Proces verbaal van RV J. Broers contra Klaas Pereboom

19-5-1871 Aan de Officier van Justitie te Alkmaar

Proces verbaal van verhoor van de huisvrouw van Geert Kikkert alsmede van Michiel en IJsbrand Ran. Andere personen die in deze zaak inlichtingen zouden kunnen geven zijn mij niet bekend. De arm van de vrouw van Geert Kikkert is nog geheel blaauw en opgezet.

19-5-1871 Proces verbaal van RV Roerdinkholder contra Cors en Souwtje Boon, met verzoek deze zaak zoo spoedig mogelijk te behandelen. Cors Boon is vooraf gewaarschuwd, maar hij heeft mij verklaard zich daaraan niet te willen storen, weshalve ik het wenschelijk acht dat hij vervolgd worde.

20-5-1871 Aan de Heer Ambtenaar van het Openbaar Ministerie te Helder

Proces verbaal van RV Roerdinkholder contra Jan Pietersz Witte, veehouder wonend te Waal

22-5-1871 Proces verbaal, niet te lezen tegen wie

23-5-1871 Proces verbaal Frans Koorn contra Klaas Slot aan den Burg

23-5-1871 Aan de Officier van Justitie te Alkmaar

Proces verbaal van RV Roerdinkholder en Frans Koorn contra Willem Dogger de Oude

25-5-1871 Aan de Officier van Justitie te Alkmaar

Dat ik heb gehoord Geert Kikkert en dat deze mij heeft verklaard dat hij in zijne winkel was toen Michiel en IJsbrand Ran zich in de kamer bij zijne vrouw bevonden, zoodat hij niet heeft kunnen zien dat M. Ran zijne vrouw in de arm kneep of heeft aangegrepen.

27-5-1871 Aan de Officier van Justitie te Alkmaar

Dat Kasse Zegel van zijnen buitenlandsche reis is teruggekeerd, zoodat de zaak betreffende het wegnemen van eene waterketel ten huize van Pieter P. Bruijn te Oudeschild, thans verder xxx door UEd kan worden onderzocht.

19-6-1871 Dat de pachter J. Hopman het ongeluk heeft gehad vele schapen te verliezen, waarvan hij in geldelijke ongelegenheid is geraakt. Dat hij daarom heeft gevraagd uitstel van betaling.

31-7-1871 Proces verbaal contra Jacob Boon

Boek 358, waarin gebonden een stukje van 1871 en een groter stuk 1873 van 4-8-1871

5-8-1871 Pokziekte. Dat thans 3 personen daaraan lijdende zijn, alle maatregelen te xx.

5-8-1871 Proces verbaal van RV Roerdinkholder contra Jacob Tanis Eijerland

6-8-1871 Aan de Officier van Justitie te Alkmaar

Ter verder vervolging intezenden een door mij opgemaakt proces verbaal contra Jan Roeper Pzn aan den Burg

6-8-1871 Proces verbaal van RV Roerdinkholder contra Kasse Zegel Oudeschild

8-8-1871 Aan de Commissaris des Konings

Dat op gisteren weder een poklijder is overleden, en alzoo nog eene onder behandeling is.

22-8-1871 Dat alhier 5 gevallen van pokziekte te hebben voorgedaan, waaronder 2 jonge kinderen, terwijl 1 lijder als hersteld is opgegeven.

28-8-1871 Proces verbaal van RV Roerdinkholder contra Cornelis Lagerveld Eijerland

12-9-1871 Van de verordening houdende handhaving van die verordeningen waarbij straffen zijn bepaald.

20-9-1871 Algemene begraafplaats

22-9-1871 Aan de Burgemeester te Ameide

Mij te willen doen geworden, eene ongezegelde doch gelegaliseerde geboorteacte van Abraham de Ridder, binnen Uwe gemeente geboren den 5-12-1841, zoon van Cornelis de Ridder en Maria Wage. Een certificaat van onvermogen heb ik de eer hier bij de overleggen.

Boek 359 vanaf 5 April

24-9-1871 Geval van pokziekte

26-9-1871 Jagtacte voor P. Kuiper en P. de Boer, voor Jacob Krijnen en Jan Boon een kostelooze vergunning tot het vangen van konijnen.

26-10-1871 OM Helder

Proces verbaal opgemaakt door de Gemeenteveldwachter F. Krijnen contra Jacob Jansz Bruin, veehouder aan den Hoorn, idem Simon Eelman aan den Burg.

29-10 Aan de Geneeskundige dienst van Noord Holland Amsterdam

3 gevallen van pokziekte

1-11-1871 Burgemeester van Anna Paulownapolder

Eene missive van den Heer Directeur van het Gesticht Meerenberg en een verklaring van de Geneesheer betreffend zekere Hillegonda Eelman, aldaar voor rekening dezer Gemeente verpleegd wordende. Mogt Cornelis Klaasz Luitsen in staat zijn de kosten geheel of gedeeltelijk voor zijn rekening de verpleegkosten te voldoen, dan zou het mij aangenaam zijn.

20-11-1871 Aan de Commissaris des Konings

Dat de jongeling Cornelis van der Ploeg, ingeschreven voor de Nationale Militie van deze jare, zich naar Noord Amerika heeft begeven met het voornemen zich aldaar te vestigen ter verbetering van zijn bestaan. Genoemde jongeling is ouderloos en bovendien eenige zoon. Ik neem de vrijheid UEdGrAchtb te verzoeken mij te magtigen hem van het Inschrijvingsregister te royeren.

12-12-1871 Aan de Heeren GS van Noord Holland

1 Intezenden declaratie tot onteigening van beddegoed en kleederen, toebehoorend hebbende aan W. Gomes te Oudeschild, wegens geheerstcht hebbende besmettelijke pokziekte,

3 kwitantie van betaling der schadeloosstelling,

4 proces verbaal van taxatie

5 verklaring dat de onteigende goederen zijn verbrand

ontertekend door Loman en Stikkel

15-12-1871 Aan de Officier van Justitie te Alkmaar

Intezenden proces verbaal opgemaakt door de Rijksveldwachter E. Roerdinkholder contra Pieter Bakker Jacobszoon, arbeider te Koog alhier.

21-12-1871 Aan de Schout bij Nacht der Kazerne der Marine te Willemsoord

Dat het bedoelde stuk hout ligt achter de Koog op het strand eenigzints bezuiden het dorp. Het is tamelijk vermolmd en van geringe waarde, weshalve ik UEdG in overweging geef, geene kosten te maken van eenig belang. Ik gis dat de kosten naar het Nieuwediep bij gunstig weer f 10 à f 12 zullen bedragen en ben gaarne bereid op de zuinigste wijze de zaak voor de Marine te behandelen.

27-12-1871 Aan de Officier van Justitie te Alkmaar

Intezenden proces verbaal opgemaakt door de Gemeenteveldwachter F. Koorn contra Dirk en Pieter Kuiper te Nieuwediep gemeente Helder

28-12-1871 Aan de Commissaris des Konings

Declaratie en bescheiden, wegens 3 aangespoelde lijken op de 19 e en 21 e dezer maand

29-12-1871 Aan de Heer Ambtenaar bij het OM te Helder

Dat er een kist met kostbaarheden op het strand is gevonden en dat dezelve bij zekeren Frans Zegel zou zijn verborgen. Ik heb heden machtiging gevraagd om huiszoeking te doen. Inmiddels acht ik het niet ondoelmatig UEd kennis te geven van dit gerucht met verzoek eenige surveillance te willen doen houden indien soms schuitjes of fletten ten Uwent mogten aankomen. Ik hoop dat ik morgen machtiging ontvangen zal.

Vermoedelijk zal het een kist zijn afkomstig van het Amerikaansche schip General Chamberlain, en zouden er horologies en armbanden in verborgen zijn.

30-12-1871 Aan de Officier van Justitie te Alkmaar

Ofschoon ik dit bericht alleen bij geruchte heb vernomen, zou ik het wenschelijk vinden om huiszoeking te doen zoowel bij Frans Zegel as bij Kleis Wetsteen, arbeider te Eijerland, die mede goederen op het strand zou hebben gevonden en heimelijk verborgen. Machtiging gevraagd.


Home