Rijndert Dirksz de Vries en Elisabeth van Grouw


Rijndert Dirksz de Vries en Elisabeth van Grouw

[Reindert de Vries (1768-1856), zoon van Dirk Reijndertsz de Vries (1740-1820) en Stijntje Rens Nieuwenhuizen (1745-1831). Getrouwd in 1790 met Elisabeth van Grouw (1769-1813) van den Hoorn, dochter van Tjalling Gerbrandsz van Grouw (1740-1810) en Rempje Teekens Bloemhof (17xx-1781), 6 kinderen, Rempje, Stijntje, Trijntje, Tjalling, Dirkje en Dirk. Hertrouwd in 1817 met Marretje Hendriks Plavier (1792-1869)]

Veel mensen van deze familie werden opvallend oud: 80, 86, 88, 44, 70, x, 85, 29, 79, x, x, 78. In 1813 overleden binnen 3 maanden behalve Elisabeth van Grouw, ook haar broer Teeke, zijn vrouw Antje Kors List, en zus Wiesje.

Kinderen

Rempje (1791-1876) stierf in Geldermalsen als weduwe van Huibert Boskeljon

Stijntje (1798-1827) was in 1817 getrouwd met Tjalling Teekesz van Grouw (1794-1825). Hij was timmerman van beroep. Zijn grootvader Tjalling was een broer van zijn schoonmoeder.

Hun kinderen Betje (1818), Antje (1820) en Reindert (1823) kwamen in het Weeshuis. Zij stierven aan de Mazelen in 1829.

Betje is overleden om 16.00; aangifte overl op 10 juni 1829 door Martinus Langeveld, 40 jaar, molenaar en Gerrit List, 34 jaar, zaakwaarnemer; beiden wonende in Den Burg. Dat Langeveld de aangifte deed doet vermoeden dat zij bij hem in huis was als meid. De aangifte van Antje en Reindert werd gedaan door Reijer Duinker, 53 jaar, weesvader en Gerrit List, 34 jaar, zaakwaarnemer; beiden wonende in Den Burg

Trijntje (1801-1880) weduwe van Joseph Jean Bekeman

Tjalling (1804-18xx) leefde nog in 1825- 25-3-1825 Gouverneur, rekest Reindert de Vries, ter bekoming van vrijstelling voor deszelfs zoon van den dienst der Nationale Militie
Dat Reindert de Vries door eene aanval van beroerte buiten staat is geraakt voor zich en zijn huisgezin de kost te winnen, en hij en dit huisgezin alzoo ook den bijstand en hulpvaardigheid van den reeds in dienst getredene Tjalling de Vries zeer wel behoeven.

Dirkje (1807) was in 1838 dienstbode

Dirk (1811-1889) trouwde in 1849 met Antje Dirksz Boon (1805-1867) van de Mient, weduwe van Joost Pietersz Breker (1802-1845), kinderen Breker Pieter (1836-1862), Trijntje (1838-1905), Dirk (1841-1920) en Dirkje (1845-1908)

Over de familie

Dagboek ds Huizinga:
26 January 1853. Antje Dirks Boon is zeer ongelukkig door haar man Dirk de Vries, die haar vanmorgen had verlaten om zoo hij zeide, niet weer te komen.

18 September 1854. Twee wagens korte turf van Arie Ran en 1 wagen korte van Jan Rab en 1 dito lange van hem ontvangen. Antje Boon [heeft] ze gestapeld.

Zij [heeft] hier des middags gegeten met haar zoontje Dirk, een zeer stijfzinnige knaap, die volstrekt weigert eenig werk bij mij in den tuin te doen en daarmede wat te verdienen. Haar dochter Trijntje is nu bij Dirk Cornelisz Bakker en Jannetje Jans Ran (Roomsche menschen van den Hoorn) en heeft het daar zeer best.

16 April 1861. Bij Dirk de Vries en Antje Boon [zij kwam gister haar nood klagen]. De zoon Pieter lijdende aan een zeer been. Bij [diaken] Veenstra, hem opmerkzaam gemaakt op de behoefte van het gezin Dirk de Vries en het noodige eener verbetering dier woning. Veenstra meent dat de andere diakens wel zullen zeggen dat we van ‘t jaar niet veel doen moeten, omdat wij zoo veel kosten

Over de familie

Dagboek ds Huizinga:
26 January 1853. Antje Dirks Boon is zeer ongelukkig door haar man Dirk de Vries, die haar vanmorgen had verlaten om zoo hij zeide, niet weer te komen.

18 September 1854. Twee wagens korte turf van Arie Ran en 1 wagen korte van Jan Rab en 1 dito lange van hem ontvangen. Antje Boon [heeft] ze gestapeld.

Zij [heeft] hier des middags gegeten met haar zoontje Dirk, een zeer stijfzinnige knaap, die volstrekt weigert eenig werk bij mij in den tuin te doen en daarmede wat te verdienen. Haar dochter Trijntje is nu bij Dirk Cornelisz Bakker en Jannetje Jans Ran (Roomsche menschen van den Hoorn) en heeft het daar zeer best.

16 April 1861. Bij Dirk de Vries en Antje Boon [zij kwam gister haar nood klagen]. De zoon Pieter lijdende aan een zeer been. Bij [diaken] Veenstra, hem opmerkzaam gemaakt op de behoefte van het gezin Dirk de Vries en het noodige eener verbetering dier woning. Veenstra meent dat de andere diakens wel zullen zeggen dat we van ‘t jaar niet veel doen moeten, omdat wij zoo veel kosten hebben met de pastorij aan de Waal. Ik doe hem het onregtmatige dier bedenkingen erkennen. De gewone zaken moeten evengoed voortgang hebben.

24 January 1862. Brief geschreven aan Pieter Joostz Breker te Amsterdam in het Gasthuis ziek liggende met beenbederf.
6 February 1862. Des avonds bij Dirk de Vries het berigt gebragt van het overlijden van Pieter Breker te Amsterdam in het gasthuis, des avonds Dirkje Breker hier.

Marretje Plavier was 24 jaar jonger dan haar echtgenoot.

19-5-1863 Aan den Heer Officier van Justitie te Alkmaar

Pietertje Plavier, ongehuwd, zonder beroep, alhier wonend, lijdende aan krankzinnigheid, waarom eene verpleging in een Geneeskundig Gesticht en wel te Meerenberg noodzakelijk is. Ze heeft geen familie of voogd, verzoek opname door U of ambtshalve.

[Pietertje was geboren in 1798, gedoopt op 27 mei, dochter van Hendrik Abrahams Plavier en Lijsbeth Pieters Boerhorst. Ze is op 2 april 1865 in Bloemendaal gestorven. Pietertje was de jongste van 8 kinderen. Haar vader is gestorven in 1812, haar moeder in 1835. Van de broers en zusters was alleen Marretje nog in leven, die was getrouwd met Reindert Dirksz de Vries, die al een gezin met 6 kinderen had. Zus Aagje was ook getrouwd, maar driekwart jaar na het huwelijk met Hendrik Nannings gestorven in 1816. Van de andere broers en zusjes is niets bekend]

Huizenboek Burg Klaassen: Reindert de Vries was eigenaar van B 327 van 1793-1803 Molenstraat De Witte Swaen

Was eigenaar van 1810 tot kadaster van B 60, gekocht voor 66.18.8

Notulen- In 1805 bewoner Warmoesstraat

Hij vertrok in voorjaar 1806 naar Helder, maar was eind 1810 weer terug in de Molenstraat.

Werkzaam man

Rijndert werkte samen met klokkenmaker J.A. Kukulus aan de geweren van de Schutterij.

Timmerman, bouwer van een modderpraam (1802), taxateur van een pand (1804)

Uitgezonden door de Raad naar de vaste wal voor de aankoop van paarden (1796)

Gerechtsbode sinds juni 1797 tot 1800

Lid van de Krijgsraad der Gewapende Burgermagt en Sergeant Majoor daarvan

Kamervoogd van de armenkamer in de Warmoesstraat (1798-1800), later van die in de Molenstraat (1800)

Grossier in Sterke dranken en Slijter van Wynen aan den Burg (1799), keurmeester (1805)

Secretaris van de Grondvergadering N 2 bij de verkiezingen van april 1798

Stemopnemer in Grondvergadering N 10 december 1798

Gecommitteerde van Grondvergadering N 3 Burg (1802)

Pijplijder van de Brandweer 1800, in 1801 Scretaris van de Raad der Brandspuit aan den Burg

Onderstrandvonder 1804

Actief Burger

Rijndert was buiten zijn werk bezig, het zijn van Krijgsraadslid, brandweerman en Armenvoogd was vrijwilligerswerk.

Zijn naam werd regelmatig genoemd in de Notulen van de Municipaliteit, tot hij verbetering van leven zocht in den Helder. Na zijn terugkeer naar Texel was dat anders. Dat kan ook te maken hebben met het ontbreken van de Notulen van 1811 en 1812.

NOTULEN MUNICIPALITEIT

Vergadering 14 September 1795

Binnen gestaand zynde de Cap: der Gewapende Schuttery Gerrit Kooyman te kennen gevende: dat de noodzakelykheid vorderde tot het in order houden en repareeren der Geweeren van de Schuttery iemand tegens behoorlyke betalinge daartoe wierden aangesteld- proponeerende deswegens, de Burgers Ryndert Dirksz en Joh. Ad. Kukulus.

Nopens het eerste binne gestaan zynde, de Burgers Johannes Adamsz Kukulus en Ryndert Dirksz, is met dezelve geaccordeerd, dat zy voor ieder Snaphaan zo van reparatie voor yzer als koperwerk (zynde de Houte La en de Kolf daar van uitgezonderd) zoude genieten f 1- per stuk.

Vergadering gehouden den 29 february 1796

De Maire en het Lid deeser Vergadering Poulus Kikkert Alb in Comm. geweest zynde omme met eene Commissie uit de Krygsraad alhier de organisatie der Burgermagt te regulieren, doen rapport dat zy ingevolge resolutie deeser Vergadering van laastleden dingsdag zig met en benevens de Burgers Gerrit Kooyman, Albert Gorter, Meyndert Weeseman en Ryndert Dirksz Leeden van de Krygsraad tot dat eynde tezamen waaren gekomen op gisteren zynde donderdag ter Raadhuyse alhier- Dan daar zy buiten staat geweest zyn

door de byzondere begrippen, welke de Burgery van deeze Organisatie had, ook de voorgewende protesten van sommigen- tot refuus omme de Organisatie voor den Burg tot stand te brengen- zynde maar zeer weinige in den Eed genomen.

Aangenomen voor Notificatie

De opgave der Kosten van de Kiesers en Plaatsvervangers deeses Eilands, geweest hebbende ter Verkiesing naar de Districtsvergadering aan de Helder, zyn die Kosten aan de Municipaliteit aldaar versonden, met de volgende Missive

Aan de Municipaliteit van Huisduinen en de Helder, district van ’t Noorden

MedeBurgers!

Hier by de Kosten van de Kiesers met hunne plaatsvervangers van hier, zo voor het Nationale als Provinciale bestuur, belopende tezamen f 105.1-

Wy zyn naar toewensching van Heil en Broederschap,

de Municipaliteit van Texel,

Ter ord. van deselve (get) WRomans

Texel den 9 April 1796 het 2 Jaar der Bataafsche Vryheid

Dirk M. Boon f 7.18-

Gerrit Kooyman 7.15-

Jan Reij 7.17-

Hendrik Spigt 7.17-

Jan Knaap, D.C. Daalder 22.14-

C. Jonker 14.10-

A. Zunderdorp & H. Burger 11-

Jan Rey 3.14-

Ryndert Dirksz 5-

J. v. Keere 2.2-

J. Knaap & T.G. v. Grauw

Reinbach & R. Kikkert

Vergadering den 28 Juny 1796

Op de gedane aanschryving van de Municipaliteit van de Helder, Hoofdplaats van het district van ’t Noorden, in dato 24 Juny 1796 met kennis geving dat ingevolge aanschryving van ’t Provinciaal Committé dato 22 Juny 1796- de provisioneele twee gerequireerde paarden van Texel den 20 e te Haarlem aan de Commissie ter inspectie moesten worden gepresenteerd- en den Burger Arie Dyksz tot den inkop gequalificeert te kennen hebbende gegeven, dat deselve ter dispositie deeser Vergadering waaren, is den Burger Ryndert Dirksz aangenomen, om die daar heen te brengen a f 1- per dag met de verteering der Paarden en voor zig zelven daar en bove- zynde verders Klaas Groot afgehuurd, gemelde twee Paarden te doen overvoeren met zyn Kaag a f 5-

Vergadering 19 July 1796

Binnen gestaan de georganiseerde Burgers Rijndert Dirksz en Hendrik Spigt, zeggende gecommitteerd te zijn van wegens de Krygsraad der gewapende Burgermagt, versoekende antwoord te mogen hebben, op het door de Krygsraad ingeleverde van dato 12 Julij 1796

naardat hun de Notulen van 14 Julij 1796 waarby het Regeerings Reglement voor Texel was gearresteerd, voorgelezen was- declareerde zy in Naam der Gewapende Burgermagt van Texel, nooit te kunnen dulden, dat Leeden welke door hun het geweer niet mogt worden toevertrouwd Stemgeregtigde zoude weesen - en zo dit alzo gearresteerd moest blyven volgens het Regerings Reglement, de Gewapende Burgermagt van Texel, zig met Kragt daar tegens zoude verzetten-

Naar hier over in het Vriendelykst was gehandeld- verklaarde zy ronduit het hier ter nedergestelde also hunne Last was- dan versogte van de Municipaliteit het decreet van 9 Maart wegens de voortaane te verkiezene plaatselyke Regeering, als meede Copie antwoord op de Missive van de Municipaliteit door het Committé Provinciaal dato 30 Mey 1796

Welk versoek is geaccordeerd- en den Secretaris gelast aan hun ter handen te stellen-

Vergadering van alle 3 de Committé ’s den 22 July 1796

Present alle de Leeden demto A. Sunderdorp, C. List, P.C. Hin, C. Smit. C. Bas, C. Admiraal, Sb Keyser, en Arie Dyksz, de twee laaste van het Eiland

[andere leden: W. Oom, Jacob Vermeulen, Symon Bakker, Jacob Boon, C.W. Smit, Symon Quast]

Vrydag middag ten twee uuren

De precident van het Committé van Algemeen Welzyn zegt: deese Vergadering te hebben doen byeenkomen: uit hoofde dat op gepasseerde dingsdag by het Committé van Algemeen Welzyn had aangediend de Georganiseerde Burgers Rundert Dirksz en Herndrik Spigt, uitmakende eene Commissie van de Krygsraad der gewapende Burgermagt deeses Eilands- dat die Commissie versogt hebbende namens denselve Krygsraad omme antwoord te mogen hebben, op het door deselve Krygsraad op den 12 deeser maand July ingeleverde Aanmerkingen tegens eenige articulen in het Regeeringsreglement-

Dat men om deswegens de noodige elucidatie te geeven, aan die Burgers door den Secretaris had doen voorleesen, de handelingen des aangaande door deese Vergadering van den 14 July ll, waarby het Regeerings reglement voor ’t Volk van Texel was gearresteerd geworden.

Dat daar op deselve Burgers in Naam hunner Committanten, dat is: in naam der gansch Gewapende Burgermagt van Texel hadde gedeclareerd, nooit te kunnen nog te zullen dulden, dat Lieden welke door hun het geweer niet mogte worden toevertrouwd Stemgeregdtigde zouden weesen - waar tegens zig de gansche Gewapende Burgermagt kragtig zoude versetten- dat men hun voorhield het decreet van 9 Maart 1796 van het Provinciaal bestuuur, met vermelding hoedanig voortaan alle plaatselyke regeeringen moesten verkoosen worden en dat daar op geboud was het 5 & 6 art van het Regeerings reglement, met bepaling nogthans van de zodanige als de aanschryving van het provinciaal Committé in dato 30 Mey 1796 wegens die geene welke de Organisatie geweigerd hadden; en dat dit een en ander de Municipaliteit ten Rigtsnoer moest trekken ter voortaande Verkiesinge van de Regeering deeses Eilands.

Dog dat dit alles door die Burgers te vergeefs wierden aangehoord; fundeerende zy zig op het gearresteerde Plan van Organisatie den 8 feb. 1796 gesanctioneerd; met Last aan de Municipaliteit en de Krygsraaden alom te helpen Mainteneere zo des behoord, en op welk

plan zy dan ook hunne Eed hadde gedaan, en plegtig beloofde aan deselve getrouw te zullen blyven- en dierhalven nimmer onregtvaardigheeden zouden, nog konde dulden, dat aan die Burgers wierde gedaan, die schoon waare Vaderlanders zynde, alleen uyt hoofde van huijselyke omstandigheeden, huyverig geworden waaren, zig onder de Organisatie te begeeven, en daar door ook van hunne Regt als Burger waaren vervallen, voor onwaardige Lieden verklaard en de Vierdubbele Contributie opgelegd- daar zy in tegen deel die uit hoofde haarer politicque denk en Handelwyse de wapenen niet mogte worden toevertrouwd (niet om dat zy die ten vóór maar mogelyk ten nadeele van haar Vaderland zoude brengen zo ras zy maar de Verklaaring by het provinciaal reglement gearresteerd deede, Stemgeregtigde waaren- en als Burgers tegens wien men xx niet had als dat zy uit hoofde haare politicque denkwyse in de regeering niet konde zyn, de vrye uitoeffening haare Burgerregten vry en onverhinderd liet doen-

zo zeer beledigend en vernederend voor hen, die zo lang onder xx keetenen hadde gezugt- met het warmste gevoel voor hun Vaderland waaren aangexx en alleen door een verbindene Kragt aan hunne Huys, Haardsteede, en te weinig opgeklaarde denkbeelden- niet de Wapening tot bewaaring der publicque rust en afkeering van alle vyandelyke aanval hadde geweigerd! Maar uit vrees voor requisitie- dat is: om van het Eiland en van alle hunne dienste panden te werden afgegevoerd, naar de uitterste grensen hunnes Vaderlands, ter afweering der vyanden of bezittingen der frontieren-

En dewyl deese commissie uit de Krygsraad versogt had, het decreet van 9 Maart 1796 laastleden was zulks hun geaccordeerd-

Dat het Committé van Algemeen Welzyn overwegende de Schadelyke gevolgen welke het niet harmonieeren met de Gewapende Burgermagt, konde te weeg brengen, vooral by de Contraire parthy , beslooten had den Secretaris deeses Eilands welke versogt was, de versogte papieren in de Krygsraad te brengen te qualificeeren: omme nogmaals in de Vriendelykste Termen te beproeven of den Krygsraad van haare Sustenue niet aftebrengen zoude zyn, door de Municipaliteit te laten te werk gaan volgens het decreet van 9 Maart en aanschryving van 30 Mey ll

onverminderd derzelver gesustineerde opfundament van het placaat van 8 feb. 1796, ten eynde daarover zodanige addressen konde maken, als zy zoude vermeenen te behooren- dog hier in niet kunnende slagen of de Krygsraad in een ander gevoelen te brengen, was denzelve gelast ten eynde zo veel mogelyk de Harmonie te doen onderhouden, welke tot nog toe zo gelukkig plaats had, aan voorn. Krygsraad eene Conferentie met de gansche Municipaliteit voorteslaan in Hoop van de Zaken met den andere eens te zullen worden-

dat den Secretaris zig van zyne Commissie gekweeten hebbende, zonder de minste reussité met de Krygsraad; hier van aan hem precident rapport had gedaan, waarop denselve conform den afspraak met de Leeden van het Committé van Algemeen Welzyn, dan tegens Heeden de Vergadering van alle de 3 Committé’s had doen by een roepen-

Vervolgens binnen gekomen zynde de Burgers Simon R. Dyt, Reyndert Dirksz, Myndert Weeseman, Frans Philippus, Hendrik Spigt en Frans de Wit, uitmakende benevens den Burger Sybrand Keyser- de fungeerende Krygsraad der Gewapende Burgermagt van Texel.

Naar dat met deselve in Conferentie door deese Vergadering getreeden was, de resolutie by hun genomen van 14 July ll voorgeleesen en men onderling de zaak niet eens konde worden, werd evenwel gezamentlyk begreepen, dat men hier omtrent unaniem moest te werk gaan, als zynde eene Zaak van zeer veel belang- werd eyndelyk door de precident naar langduurige debatten geproponeert, omme zig nogmaals en wel gezamentlyk het provinciaal bestuur te addresseeren; met te kennen geving: dat men wel geantwoord had op onse Missive van 5 Mey ll nopens die geene welke tot de Organisatie waaren opgeroepen, dog geweigerd hadde daar onder te gaan- maar niet over die geene welke de wapenen niet vertrouwd waaren.

Hier over al wederom lang gesprooken zynde zonder dat men het daar over eens wierd,

werd ten laaste voorgesteld

Of de Municipaliteit zig volstrekt moest houden aan het decreet van 9 Maart 1796 en aanschryving van 30 Mey daaraanvolgende, op welk een en ander het 5 en 6 art. van het Regeeringsreglement is gebouwd, dan:

Of het 5 Art. van het zelve Reglement met deese woorden, moest worden gealtereerd?

Ook zullen geene Stemgeregtigden weesen welke om haar polticque denk en handelwyse de wapenen niet zyn toevertrouwd

En dit laatste also gesteld wordende: eerstelyk: de resolutie van 14 July ll waarby het Regeeringsregelement was gearresteerd ingetrokken geworden- ten anderen: dat de Krygsraad alle de Stilgezeetene Burgers, welkers denk of handelwyse niet bekend zyn, zoude oproepen, omme zig onder de Organisatie te begeven, en ten overvloede dat men daar nog by zoude roepen, die geene welke de Organisatie hadde geweigerd-

Welk voorgestelde in Omvraag gebragt zynde, waaren de volgende ‘er voor dat de Municipaliteit by het decreet van 9 Maart en de aanschryving van 30 Mey moest blyven, als

G. Sluysman, B. Dekker, Jb. Vermeulen, S. Bakker, Pieter Keyser, W. Oom, Hendrik Dekker, C.H. Bakker, Jacob C. Boon, Poulus Kikkert Alb

En de volgende tot alteratie van het 5 Art. van ’t Reglement, en verders volgens het voorgestelde: de 6 Leeden der Krygsraad, G. Kooyman, S. Kwast, Jan G. Spigt, P.A. Kikkert, Hendrik Dyt

Werd dus by meerderheid van een Stem conform het laaste voorgestelde geconcludeerd-

Zullende als nu deese Verandering in het 5 art van het Reglement geschieden, en als dan het zelve 8 dagen alom ter visie gelegt worden, wanneer het Committé van Algemeen Welzyn zal vaceeren op den 2 Aug. eerstkomende, tot de ontfangst der aanmerkingen.

Vergadering den 26 July 1796

Binne gestaan den Burger Arien Dyksen, Lid der Municipaliteit en gequalificeerd tot den aankoop van Paarden ten dienste van den Lande, ingevolge resolutie van 14 Juny 1796, en gaf deese Burger te kennen: de moeyelykheid tot verkryging der Paarden alhier, uit hoofde dat de prysen zo zeer geaugumenteerd waaren, dat het niet mogelyk was, de nog 8 stuks te leveren paarden tegens de bepaalde pryse van f 178- het stuk te bekomen zoude zyn- waaromme hij voorsloeg, iemand de qualificeeren welke zulks buiten dit Eiland beter gedaan zoude krygen, zo wanneer men kon goedvinden de pryse te verhoogen tot f 200-

Dat wel is waar dit een nadeel zoude zyn voor het Eiland over die 8 Paarden van f 200- maar als nu eensdeels in aanmerking nam: de Hoy & risico van Transport, dat de paarden somtyds konde worden afgekeurd, en de kosten van Transport naar Haarlem, alwaar dezelve geleverd moesten worden- zoude zulks zo veel niet te differeeren- te meer daar hy by ondervinding overtuigd was, buiten Texel Lieden gevonden werden, welke voor hun hazard voor f 200- het stuk wilde aanneemen de Paarden op de proef te leveren- naar over deese propositie eenige tyd was gedelibereerd- werd eyndelyk besloten, conform de propositie dit te onderneemen en tot dat eynde den Burger Ryndert Dirksz zo die daartoe te permoveeren was te qualificeeren, waartoe denselve Burger in de Vergadering ontboden zynde, en het voorstel gehoord hebbende, dit dan ook heeft geaccepteerd .

Zynde dienvolgende de Secretaris versogt eene behoorlyke qualificatie aan die Burger ter handen te stellen, en werd denzelve versogt, daar de Paarden den 7e der andere maand te Haarlem moeten werden geleverd, met dit werk alle spoed te maken- het welk hy dan ook aangenomen heeft, zullende hier van by zyne thuyskomst dadelyk rapport doen-

De Qualificatie op den Burger Ryndert Dirksz tot het doen van doen van een Assignement buiten Texel wegens de te leveren van Paarden ten dienste der Lande was van deesen inhoude:

De Municipaliteit van Texel qualificeerd hier meede den Burger Reyndert Dirksz wonende alhier aan den Burg, omme voor Reekening van dit Eiland, met die geene buiten Texel, welke daartoe genegen mogt zyn, zodanig accoord ter Levering van 8 Paarden van 5 tot 10 Jaaren oud, tot den Velddienst te lande bekwaam en geschikt aantegaan, als denzelve ten minste prysen zal kunnen accordeeren-

Onder die mits: dat den aanneemer voor de wel te doene Leverantie, voor zyne Reekening zal hebben intestaan en opgemelde Paarden zonder eenige Kosten voor de Municipaliteit voornoemd aan de Commissie ter Visitatie van wegens het Bondgenootschap te Lande te Haarlem te leveren voor den 7 Augustus 1796 eerstkomende-

Voorts zal den Burger Reyndert Dirksz de meeste voordeelen, voor het Eiland Texel en den aankoop van opgemelde Paarden moeten behartigen; van zyn gemaakt accoord schriftelyk bewys neemen, en dit met zynde verdere de aangaande te verrigten, aan het Committé van Algemeen Welzyn deeses Eilands, behoorlyk verslag moeten doen-

Actum ten Raadhuyse Texel den 16 July 1796

Ter ord. als bove in Kennisse van my Secretaris (getekend) WRomans

Vergadering den 2 Augustus 1796

Ingekomen engagement van den Burger Rijndert Dirksz met Cornelis Hout op het Zand, tot de Leverantie van 8 paarden voor dit Eiland ten dienste van den Lande tegens f 200- ieder . Aangenomen voor Notificatie

Vergadering op Zaturdag den 20 Augustus 1796 van alle 3 de Committé’s

Ter Tafel gebragt zynde, eenige bedenkingen tegens de Verkiesing van Hendrik Tigman als verkoosene Schout van Texel, door Reyndert Dirksz

Is dezelve Reyndert Dirksz hier over gehoord, dog dezelven van weinig aanbelang of verder ondersoek waardig geoordeeld wordende, werd vervolgens geresolveert den Burger Hendrik Tigman te requireeren, en aftevragen zyne bewysen conform de gedaane advertentien,

En is deselve in de Vergadering binnen gestaan, overgeevende de volgende bewijsen

Eerstelyk eene attestatie van het Committé van Waaksaamheid van Amsterdam in dato 13 July 1796 en getekend door de Secretaris M. Tadama- vermeldende dat denselve H. Tigman, in dienst van hetzelve Committé, en bekend staande voor een goed Patriot had geweest als schryver op de Uitlegger voor Amsterdam-

Ten tweede eene Attestatie van D.H. van Vloten, Capiteyn van de eerste Compagnie van het tweede bataillon van de 4 halve Brigade te Amsterdam, meede houdende dat hy een patriot was, en in dienst was als Schutter-

Ten derde: een attestatie van Hendrik Nobbe te Amsterdam, in dato 16 Aug. 1796 meede houdende, dat hy voor zo verre hem bekend was, van een goed patriot te zyn-

En eyndelyk eene attestatie van de Commissie van de Raad van Amsterdam tot het Defensie weesen, dato 2 Aug. 1787- getekend door B.E. Abbema en ter ordonnantie van deselve door H.N. Havels

Ten blyke dat hy reeds in dat Jaar voor Patriot bekend stond en in dienst van het Defensie weesen, op de uitlegger voor Amsterdam was- alle welke bewysen voldoende geoordeeld zyn geworden.

Vergadering 25 October 1796

Binne gestaan den Burger Ryndert Dirksz van wegens de Krygsraad, versoekende de Lyst der Contributie voor den Hoorn werden veranderd, alzo geen ¼ jaar Contributie waarop sommige gesteld waaren konde ontfangen, maar wel een Jaarlyksche Contrinbutie en dan niet minder dan f 2.12-

De Burger Pieter Alb, Kikkert deswegens in Commissie geweest, verklaard het zelve niet anders te kunnen veranderen, daar de alzo op ¼ Jaar gestelde naulyks het zelve uit hoofde haaren armoede bezwaarlyk zullen kunne betalen-

Vergadering den 6 November 1796

Present alle de Leeden demto de Burgers Keyser, Kooyman en Huysman

Zondag Morgen ten 11 uuren

De precident zegt deese Vergadering belegd te hebben, op last des Burgers Houtthuyn Lid van het Provinciaal Committé van Holland tot ondersoek naar het opgebragte in de Geldheffing van 1795 op dit Eiland

Naar dat die Burger binnen gekomen en Cessie genomen had-

Zegt denselve in substantie; dat de verregaande oneenigheeden, tusschen de Gewapende Burgermagt en de Burgery aan den Burg alhier, juyst voorvallende op het tydstip van zyn aankomst , hem zo veel Leedweesen had veroorsaakt, dat hy de Kennisgeving zyner komst en naar de beraamde Mesures omtrent zyne te verrigtingen, van deese Vergadering eene Commissie hadde gerequireerd tot elucidatie; dan die agterblyvende, had hy zig verpligt gevonden op de Eed aan den Lande gedaan, voor zo verre hy kennis droeg, van een en ander aan het Provinciaal Committé verslag te geven- dat hy inmiddels ter afdoening zyner Missive van het Vlie en Terschelling op eergisteren geretourneerd zynde,

Deeze qualificatie had gevonden, welke hy den Secretaris versogt aan den Vergadering voorteleezen- eischende als nu in Naam van het Provintiaal Committé voornoemt zodanige Copien of Extracten uit de Notulen, en wel speciaal de Voordragt der Krygsraad deeses Eilands, mitsgaders al het verdere, als van den beginne af aan, zo met deselve gebeurd is, als het geene aanleiding heeft gegeven, tot het altereeren, van het door de Municipaliteit met voorkennisse van het Volk gearresteerde Regeerings reglement ten opzigte van het Stemregt,

ten tweede: dat hy aan den Krygsraad dadelyk zal Interdiceeren, omme met de invordering der contributie voorttegaan , tot dat alles gereguleerd zal weesen- dewyl de Krygsraad op dat Stuk in geene deelen handeld, ingevolge de aanschryving van het Provintiaal Committé; ook dat ‘er nog geene Battaillons Kasse bestaat-

eindelyk dat de Krygsraad niet voldaan heeft, aan het 5 art. der Instructie nopens de opgave der Kosten aan de Municipaliteit,- dat dit alles tegens elkanderen aan loopt.

Ten derde: dat hy geinformeerd is den Burger Sybrand Keyser andermaal tot Lid der Municipaliteit verkoosen is, en die post aangenomen heeft, hetgeene zo niet behoord, en onbestaanbaar is, als te gelyk Commandant van de Gewapende Burgermagt zynde

Eyndelyk ten vierde: dat hy alhier requireerende 2 Leeden uit de Krygsraad, omme aan dezelve te Interdiceeren van niet verder provisioneel met de invordering der contributie voorttegaan-

Waarop gedelibereerd zynde is de Secretaris gelast, het geeyschte den Burger Houttuyn ter handen te stellen

Waarmede Boode is gezonden naar Reyndert Dirksz en Meindert Weeseman, met versoek, van in de Vergadering te willen koomen-

Deselve zynde binne gestaan, vraagt den Burger Houttuyn als Lid van het Provintiaal Committé van Holland, hunne qualiteiten, zeggende de Eerste Sergeant Majoor en de tweede Sergeant en beide Leeden van de Burger Krygsraad te weesen

De Burger Houttuyn dierhalven het woord neemende: zegt hun aan in Naam van het Provinciaal Committé van Holland, dat de Krygsraad van Texel niet zal hebben voorttegaan met de invordering der Contributie, als blyvende die provisioneel gesurcheerd, tot dat hy deswegens aan het Provinciaal Committé van Holland berigt zal hebben, en zy deswegens nadere ordre zullen bekoomen- voorts dat de door de Krygsraad ontfangene Contributie gelden, zullen moeten worde bewaard, tot dat daaromtrent nadere voorsiening kan geschieden

Zullende de Krygsraad dit schriftelyk worden gegeven, tot derselver narigt

Vergadering den 9 November 1796

Binne gestaan Ryndert Dirksz Sergeant Majoor by de Burger Krygsraad alhier, en van den zelve gequalificeerd tot het doen exploreeren van de parate Executie tegens zodanige Burgers als weigeragtig zyn, tot het fourneeren hunner Contributie - dat zommige Burgers die naarlatig hadde geweest, ingevolge het Reglement op de invordering der Contributie bereids waaren gesommeerd en geresolveerd, dierhalven dat als nu naar gevraagde aanwys van goederen, en hier aan al meede niet voldoende, ten overstaan van Scheepenen zodanige Goederen als nodig geoordeeld wierden, moesten werden in Arrest genomen; dat de assistentie van het Collegie van Scheepenen hiertoe op gepasseerde Donderdag versogt zynde, Scheepenen daarover de zaak met den anderen niet hadde kunnen eens worden en dat hy in zyne qualiteit voor de Krygsraad had kunnen bekomen-

Dat hy zulks gerapporteerd hebbende, den Krygsraad, denzelve hem hadde gerenvoyeerd naar de Municipaliteit, omme derselver assistentie, als dewelke verpligt was de Krygsraad ten deese alle hulp naar haar vermogen te verleenen-

De precident Wilkes zegt, dat men hierop dadelyk geen besluit konde neemen, maar daarover nader zoude delibereeren, waarna men hem het besluyt deeser Vergadering wel zoude doen weeten.

Deselve Ryndert Dirksz vraagt omme betaling van f 130- wegens het maaken en onderhoud der Eilands geweeren, zedert den 14 September 1795 tot 14 September 1796- en dus voor een Jaar-

Vervolgens met den Burgers Albert Gorter & Jacob Schraag, beide Leeden van het Committé van Justitie, over het voorstel van den Burger Reyndert Dirks in Conferentie getreeden, zeggen dezelve tot elucidatie dat gepasseerde Donderdag by het Committé van Justitie, op het gedaane Versoek van den Burger Reyndert Dirksz aan deselve eene antwoord gegeven was, en zo de Krygsraad dit schriftelyk had begeerd, de Secretaris deswegens was geauthoriseerd, omme het zelve uittegeven-

Waarover verder gedelibereerd zynde, is geresolveert, het zelve in advys te houden tot de naaste Vergadering.

Vergadering 21 february 1797

Door de vacatuure als nu van eene der Bodens posten, steld den precident voor, of men als nu dadelyk tot vervulling daar van zal overgaan of tot de volgende Vergadering in advys houden- geresolveerd denzelve post aanstonds wederom te vervullen- en werden dierhalven voorgesteld de Burgers Ryndert Dirksz en Ryer Kikkert waarover met beslootene Billetten gestemd wordende, bleek dat de meerderheid tot Boode van Texel had gestemd Ryndert Dirksz. Alvorens den zelve te beEedigen werd den Eed van de Boodens geresumeerd en vervolgens gealtereerd- waarna de Burger Rijndert Dirksz geroepen zynde, en zyne verkiessing bekend gemaakt-

heeft deselve de post aangenoomen, en daarop den Eed gedaan-

Vergadering den 1 e Juny 1797

De Commissie geweest hebbende by de Ontfangers tot Liquidatie der Dienaarsgelden rapporteeren ingevolge overgelegde Reekening van dien, dat de geweesene dienaars der Justitie uit de by Casse zynde gelden konde ontfangen f 2.12.6 zynde als dan het voorgeschotene door het Eiland geliquideert-

Maar dat de restant Lyste, welke zy meede de Eer hadde overteleggen, bleek dat ‘er van de Huysen nog intevorderen was, de nog al merkelyke Som van f 600.5.10-

Geevende aan de overweeging deeser Vergadering of men, daar veel onwilligheid plaats heeft, deselve niet door kragtdadige middelen tot betaling moesten noodsaken-

Geresolveerd: daar in de betaling dier gelden veel onwil plaats heeft, uit naam deeser Vergadering deselven door Regtsmiddelen te constringeeren- en tot dat eynde een procureur te occupeeren- zullende daartoe door de Secretaris eene behoorlyke qualificatie werden gereed gemaakt, en zal van tyd tot tyd opgegeven worden, welke geconstringeerd moeten worden-

Dan daar de procureur Star uit hoofde zyner hooge Jaaren en andere reedenen, zig van deese Last excuseert- is daar toe versogt en gequalificeerd de Geregtsbode Ryndert Dirksz-

Zynde hem de navolgende opgegeven, als Joh. Hondius, Jan S. Ran, Van der Merct, Wed. Jan Boermeester, P. Sunderdorp, H.B. Blom, C. Calis, P. Calis, Poulus Klyenburg, Pieter J. Kikkert, Jacob C. Boon, Wed. Jan Klok, Arie Koopman, Ede Walman, Lourensz Willemse, Pieter P. Burger, Hendrik M. Boon, Jacob Smit.

Aan de ordre zynde omme de Nieuw verkoosene ArmeVoogden van de Kamers aan de Koog Arie Veenboer en Arien Gerritsz Spigt ter handen te stellen, de gelden en papieren van gemelde ArmeKamers, zyn deselve Voogden binnen gestaan en is zulks hun ter handen gesteld- zynde de Boode Ryndert Dirksz voorts gelast de Armekist te doen afhalen by de geweesene Kamervoogd Poulus Klyenburg en de Sleutel by den Predicant Glasvoort en het een en ander by de aangestelde Voogden te besorgen.

Vergadering den 7 Augustus 1797

Idem aanschrijving van het zelve Committé dato 26 July 1797

Inhoudende dat de Amptenaaren, Ministers of Secretarissen hunne Commissien binnen 14 dagen behoorlijk gezegeld moeten zijn-

Daar ‘er geene ontbreeken, als van de Boode Rijndert Dirksz- zal deselve eene behoorlijke gezegelde Commissie gegeven worden-

Rijndert Dirksz en Johannes Ad. Kukulus vraagen betaling voor het schoonmaken en onderhouden der Eilands geweeren ter Somma van f 130-

gerenvoyeerd naar de Krijgsraad

Vergadering 29 Aug. 1797

Thans aan de Ordre zijnde de Bodens aantezeggen: dat zij de recognitie ieder voor f 5- dat is te zamen f 10- S’ Jaars voor hun reekening moeten neemen, omme aan de Rentmeester van S’ Lands Domeynen te Alkmaar te betalen

Is zulks eerstelijk: aan de Boode Rijndert Dirksz te kennen gegeven-

Dog deselve bode sustineert: dat daar voorheen de Schout van Texel Bode effectxxx was; dan zulks bij de revolutie aan dit Committé zijnde opgedragen, dit Committé het regt van voorzeide aanstelling ook betalen moest- en de Bodens Tractementen zo gering waren voor alle de Werkzaamheden vooral in deeze dagen, en dat zulks nog meer zoude weesen, zo men dese Jaarlijksche Recognitie van hun Tractement aftrok.

De Boode Kikkert zulks ook aangezeid zijnde, zegt meede van oordeel te zijn dat het Committé van Algemeen Welzijn, nu als in plaats van de Schout van Texel de aanstelling hebbende, zulks moet betalen- dat hij 18 Jaaren Boode van Texel had geweest, dog nog nooit eene Recognitie betaald had-

Waarover gedelibereerd zijnde: is geresolveerd dat de Recognitie zedert het vertrek van den Burger Elout tot den Verschijndag in July laastleden, van wegens het Eiland zal worden betaald- dog dat voortaan de Bodens als genietende de voordeelen van het Bodens ampt, S’ Jaarlijks deeze Recognitie moesten betalen-

Vervolgens de beide Bodens zijnde binnen gestaan en hun dit aangezegt hebbende,

Verklaarden zij beide daar hun Eilands Tractement maar gering Loon komt uitmaken, en hunne posten reeds ten uiterste bezwaarend zijn waarteneemen; nu nog bovendien hun oplegt eene Jaarlijksche Recognitie, van dat geringe inkomen te betalen, zij beide verklaaren voor hunne posten te bedanken - waar over nader gedelibereerd zijnde, en als nu de beide Bodens posten vacant zijnde is geresolveerd met vermelding der reeden van Bedanken der Bodens, advertentie aantezetten, dat die genegen bekwaam en braafheid bezit, zig kunnen adresseeren aan deese Vergadering den 12 September 1797 aanstaande-

Vergadering 12 September 1797

Tot sollicitanten naar de twee vacante Bodenposten zijn: Barend Breroe, Jacob Pietersz Verberne, Joh. A. Kukulus, Rijer Kikkert en de gefungeerd hebbende Bodens- Rijndert Dirksz en Simon Kikkert

En als nu overgegaan zijnde: tot verkiessing van twee andere Bodens- is alvorens gearresteerd dat het Eilands Tractement zal blijven zo als voorheen op f 96- per ieder Bode- zullende de Beide Bodens als nu de Jaarlijksche Recognitie moeten betalen tegen f 10- op de poste te Alkmaar by de Domeynen verschuldigd: en zijn tot Bodens van Texel door deze Vergadering verkoozen Rijndert Dirksz en Rijer Kikkert-

hebbende de Laatste daarop aanstonds de Bodens Eed als meede die der Amptenaaren afgelegt- en de eerste op zijn alvoorens afgelegde Eed gecontinueert, zijnde hem zulks aangezegt, als begreepen die daar meede op Nieuw afgelegt te zijn-

zynde dus de gefungeerd hebbende Bode Symon Kikkert hier van kennisse gegeven-

Binnen gestaan de Burgers Simon Kwast en Rijndert Dirksz zijnde van wegens de Krijgsraad deezer Eilands gequalificeert omme aan dese Vergadering te versoeken, te mogen weeten: tot hoe lange dezelve Surcheance van Opschorting wegens de invordering der contributie koste heeft verleend aan Jan Bakker C.S.

Dewijl de Burger Rijndert Dirksz op wiens naam de Zijdgeweeren voor de Officieren der Schutterij zijn ingekogt eerstdaags tot betaling dier geweeren staat geexecuteerd te worden

Den Burger Kooyman steld voor omme daar het stuk van Jan Bakker dj. C.S. voor als nog niet kan worden afgedaan, men den Burger Rijndert Dirksz zal guarandeeren, dat de reekening dier geweeren aan Coenraadz te Amsterdam, ter beloope van f 255.10- binne 2 maanden zal werden betaald- en dat hij Coenraadz hier van kon adverteeren, ten einde voor dat beloop een Wissel te trekken, zo als dezelve proponeerden-

Geconcludeerd conform het Voorstel

October 1797 Dingsdag S’ morgen 10 uuren

Binne gestaan Aris Zunderdorp en Rijndert Dirksz vragende acceptatie op de Wissel van Coenraadz van Amsterdam voor geleverde Zijdgeweeren aan de Krijgsraad als welke Wissel ingevolge Notulen van 12 7ber [September] jongstleeden bij deese Vergadering gehoude aangenomen was binne 2 maanden te zullen betalen-

De precident zegt dat deese Vergadering hem gewisselijk zal accepteeren, dog dat dan alvoorens denzelve diende geendosseert te worden-

Vergadering 20 Februarij 1798

Tot Memorie diend: dat uit het Kaas en Broodgeld nog betaald is

Reparatie der Caserne aan de Koog

Aan Jan Jansz Graaf f 3.10.8

Lourens Formersz boodschap -12-

Jan Gerritsz Spigt schoonmaken secreet caserne Hoorn 7 Stroo 5.10-

Aan Ryndert Dirksz voor voorschot aan een ongelukkige Stomme Vrouw f 3.1-

Totaal f 16.2.8

27 Maart 1798 Vergadering van de Municipaliteit van Texel

Idem request van Ryndert Dirksz te kennen gevende: dat hy zederd eenige tyd aan het administratief bestuur des voormalige Gewest Holland had geaddresseerd omme Grossier in Sterke dranken en Slyter van Wynen te zyn aan den Burg , maar daar van tot Heede geen uitslag vernomen heeft- zulks toeschryvende omme dat by zyn request geene brieven van appuij van deese Vergadering had geweest- waaromme hy daarom is versoekende by deesen

En is zulks al meede geaccordeerd, zullende de Secretaris alle zodanige brieven depecheeren.

de Missive van appuij op het requeste van Ryndert Dirksz aan het Intermediair bestuur des voormalige gewest Holland, luid aldus

MedeBurgers!

Ryndert Dirksz georganiseerd Burger, wonende aan den Burg op deesen Eilande, aan ons bij requeste hebbende te kennen gegeven: dat hij zig zederd eenige tyd aan Uwe Vergadering geaddresseerd hebbende omme acte van admissie als Grossier in sterke dranken en wynen aan den Burg alhier, tot Heede daar van geen uitslag vernomen had, hetgeene hij toeschreef veroorsaakt te zyn, door dien hetzelve niet door ons was geappuijeerd [gesteund] , waaromme hy deswegens onse Brieven van voorschryvinge verzogt.

Wy hebben vermeend MedeBurgers, daar het eenen ieder, volgens de tegenswoordige Ordre van zaken vrystaat, zodanig eerlyk bedryf by der hand te neemen als hy tot zyn tydelyk bestaan meend te moeten verkiesen, ook die voorschryving niet e kunnen weigeren, maar te moeten verklaren, dat wy tegens het versoek van deese onse Burger niets hebben, en wel mogen lyden, dat hy tot Grossier in Sterke Dranken en Slyter in wynen aan den Burg op deese Eilande geadmitteerd worden-

Wy zyn naar toewensching van

Heil en Broederschap

De Municipaliteit van Texel

Ter ord. van deselve (get) WRomans Texel 29 maart 1798

RD stond op de lijst van stemgerechtigde burgers

Maandag den 23 April 1798

Grondvergadering N 2 in de Gereformeerde Kerk, waar in opgekomen waaren: 26 persoonen

Benoemd tot Voorzitter Jacob Karsman, Secretaris Reyndert Dirksz, Stemopneemers G.C.W. Reinbach, Albert Koning, Hendrik Dyt

Van welke 20 Stemmen voor en 6 tegen het Ontwerp verklaard hebben-

Vergadering 24 April 1798

Door de Commissie benoemd tot de Gemeene Middelen van het administratief bestuur des voormalige Gewest Holland, aan deese Vergadering ingezonden zynde request van Ryndert Dirksz, vragende om Grossier in dranken te worden aan den Burg, ten fine van berigt.

Geresolveerd te rescribeeren: dat men bleef persisteeren by het appuij aan denzelve Burger verleend en den 29 Maart Ll aan het administratief bestuur versonden.

die aan de Commissie van de Gemeene Middelen van het administratief bestuur des voormalige Gewest Holland was van deeze inhoud

MedeBurgers!

Den 29 des gepasseerde Maand Maart hebben wy bereids op bygaande requeste van den Burger Reyndert Dirksz aan het administratief bestuur des voormalige Gewest berigt, dat daar wij vermeende het aan eene ieder de tegenswoordige ordre van zaken toegedaan (zo als de requestrant) vrystond zodanig eerlyk bedryf by der hand te neemen als hem goed dagt,

Wy uit dien hoofde dan ook verklaard tegens het versoek van onze Burger niets te hebben, en daar wy als nog daar by persiteeren, betuigen wij wel te mogen lyden, dat hy Grssier in sterke dranken en Slyter in wynen aan den Burg op deezen Eilande werden aangesteld.

Wy zyn naar toewensching van

Heil en Broederschap

De Municipaliteit van Texel

Ter ord. van deselve (get) WRomans Texel 30 April 1798

Extra Ordinaire Vergadering den 1 Mey 1798

Thans al meede aan de Ordre zynde, de Jaarlyksche verandering te maken, van de Regenten van het Weeshuys en verdere Kamer en Armevoogden op dit Eiland, is de verkiesing gedaan als volgt:

Regenten Weeshuys

Burg - Jan Hendriksz Petten - - Klaas Vermeulen

Oudeschil - Cornelis Huysman - - Symon Boon

Koog - Arie Veenboer - - Jan G. Spigt

Buyten Moeder in plaats van Cornelisje Willems- - Beatrix Hondius

Kamervoogden

Burg Warmoesstraat - Ryer Kikkert - - Ryndert Dirksz

Kerkhof - Jan Poulusz Kikkert - - Ryer Kikkert

Waalderstraat - Jan Stam - - Geert Michielsz

’t Huysje - P. Vermeulen - - Ryer Zym

Molenstraat - Ryer Zym - - Poulus Roeper

Gemeene Armevoogd - Jan D. Kooyman - - Meyndert Weeseman

Vergadering 5 Junij 1798

Pieter Barendsz geweesene dienaar der Justitie versoekt tog, dat eyndelyk eens afdoening mag komen van het geene nog competeerende was, wegens de te goed hebbende Dienaars gelden van de Huysen-

Waar over de Bode Ryndert Dirksz aan wien de inninge van die gelden en afdoening was aanbevolen, onderhouden zynde , is eyndelyk denzelve gelast te zorgen, dat die Gelden voor den 24 Juny aanstaande in Cas zyn.

Binnegestaan Ryer Kikkert en Ryndert Dirksz in Commissie van wegens de Krygsraad alhier, vragende of de surcheance wegens de opschorting der Contributie, nog van langer duur moet zyn? Daar de Krygsraad van alle kanten omme betaling haarer Schulden aangesprooken word- En is het zelve voor als nog in advys gehouden, tot dat men deswegens met het Committé van Justitie zal hebben geconfereert-

Waartoe eene Commissie benoemd is, uit de Burgers Langeveld en Gorter

Dezelve Commissie uit de Krygsraad, dit aangezegt zynde, versogte vryheid, omme zodanige Burgers die zig vrywillig aangaven, ook onder de wapenen te mogen neemen-

Is hun aangezegt: dat de Krygsraad alvoorens die geene zal hebben optegeven welke zig komen aandienen, omme alzo van wegens deeze Vergadering beoordeeld te worden, of zij tot de wapenen bevoegd zyn, Ja! dan Neen!

Vergadering 11 December 1798

Binnegestaan zynde, de respective Stemopneemers uit de op gisteren gehoudene Grondvergaderingen tot het benoemen der 5 Commissarissen wegens de Separatie in de binnelandsche Kosten- de Burgers Gerrit Jansz Bakker, Symon Bakker, Klaas Vermeulen, J. M. Allee, Gerrit P. Bakker, Jan P. Bakker, Arend Zutfen, Sybrand Koning, Willem Dyker, Hermanus Kikkert, Jan Bakker dj

Overleggende de volgende benoemingen in de Grondvergadering

N1 raadhuys aan den Burg A. Wentel, J. Star, W. Dyker

2 Gereformeerde Kerk A. Wentel, S. Hoekstra, W. Dyker

3 in ’t School Rynbach, Wentel, Hoekstra

N 4 Ger. Kerk Oosterend A. Wentel, S. Hoekstra, G.J.W. Rynbach

5 in ’t School A. Wentel, G.C.W. Reynbach. S. Hoekstra

6 Ger. Kerk Oudeschil A. Wentel, P. Visman, M. Vlas

7 School A. Wentel. J. Star, P. Visman

8 Ger. Kerk Hoorn S. Hoekstra, A. Wentel, G.C.W. Rynbach

9 in ’t School A.Wentel, Pieter J. Duynker, Pieter van Grouw

10 Ger. Kerk Koog A. Wentel, Ryndert Dirksz, Jan G. Spigt

dus tot Commissarissen uit de Burgerij benoemd

de Burgers A. Wentel, S. Hoekstra, G.C.W. Reynbach

Vergadering 9 April 1799

Ryndert Dirksz fourneert f 12- geprovenieert van de verkogte as en Mis 1798 uit de publicque Hokken aan den Hoorn, omme nader te verantwoorden-

Vergadering 23 April 1799

De precident kennis gevende: dat de Bode Ryndert Dirksz ingevolge zyne overgelegde Brief gedateerd 15 April 1799 voor zyne post bedankt hadde, met versoek zo spoedig mogelyk daar van ontslagen te weesen - hy precident den Secretaris gelast had, advertentie te doen, met oproeping van die geene welke daar toe genegen en bekwaam was, zig voor den 7e der aanstaande Maand Meij de gewoone dag van de byeenkomst deeser Vergadering te moeten addresseeren-

Vergadering 7 Mey 1799

De precident steld voor, daar het thans de tyd is, dat de Jaarlyksche verandering van Regenten van het Weeshuys als meede Armevoogden over Texel, worden gedaan- is daartoe geconcludeerd als volgt:

Burg Kamers Warmoesstraat

Jacob Keijser afgaande, Ryndert Dirksz continueerende, Ryer H. Dyt aankomende

102 Vergadering 21 Mey 1799

104 Binnen gestaan Kamervoogden van de Warmoesstraat zynde de afgaande Jacob Keyser absent en doed de continueerende Ryndert Dirksz Reekening en verantwoording aan de aankomende Ryer H. Dyt- welke reekening volkomen geapprobeerd geworden is-

105a Vergadering 4 Junij 1799

Ryndert Dirksz doed reekening van de ontfangene Dienaars gelden , met overlegging der restant Lysten, stellende de Municipaliteit terhanden f 17.13- welke by Cas waaren-

en is hem quitantie tot zyn decharge gegeven, en zyne qualificatie ingetrokken- zullende ter naaster Vergadering de Boode Ryer Kikkert in zyne plaatse aangesteld en qualificatie gegeven worden-

Vergadering 18 Juny 1799

Binne gestaan Hendrik de Groot, geweesen Dienaar der Justitie- en zegt dezelve dat Ryndert Dirksz welke tot de Ontfangst der Dienaars gelden had gequalificeert geweest, hem te kennen gegeven had, dat by het Saldo zyner Laastgedaane Reekening door hem aan de Municipaliteit overgegeven was f 17.13- en versogt hij Hendrik de Groot zyn aandeel van die Dienaars gelden te mogen ontfangen, het geene hem geaccordeerd is, en de helft van het overgegeven Saldo behandigd-

Engelse en Russische Inval Herfst 1799

Texel was eind augustus 1799 bij gelegenheid van de Engelse Inval bezet door 4000 schepelingen van de Hollandse Vloot, die de kant van Oranje hadden gekozen. Dat duurde tot half oktober. Het gemeentebestuur moest de voorraden inventariseren, want doordat Texel van de rest van Holland was afgesloten kon men geen extra voedsel invoeren.

Vergadering 12 September 1799

present alle de Leeden, demto Wilkes & Huysman

Donderdag S’ morgens 10 uure

Cap. Twent Commandant van den Burg, versoeken van S’ Lands weegen dat de Regeering zorgen zyne onderhebbende Manschappen dagelyks worden gegeven 1 Anker Genever, mitsgaders ieder Man dagelyks ½ Lb Vleesch voor al het welke hy beloofd te geven behoorlyk bewys-

En heeft men aangenomen zo ‘er drank te bekomen, aan het versoek direct te voldoen, en te zorgen dat het vleesch dagelyks gegeven word-

Vervolgens de Grossiers in drank aan den Burg zynde opgeroepen- geeft Gerrit Jansz Bakker op ruym 1 anker, Cornelis Jansz Verberne 5, Ryndert Dirksz 11, waarvan 3 in Huys heeft-

G.J. Bakker presenteerd dezelve voor f 18, Ryndert Dirksz voor f 26 en C.J. Verberne voor f 28 buiten de Impost en zyn dezelve gelast de Genever te leveren, zullende tot een billijke prys daar voor betaald worden

Vergadering 25 September 1799

present alle de Leeden demto Huysman en Gorter-

Woensdag morgen 9 uuren

De Commandeerende Officier over de Manschappen van de Hollandsche Vloot aan den Burg Capitein W.V. Vos; doed klagten over de Neering doende in drank, welke niettegenstaande de gedaane advertentie nogthans het zelve verkoopen- zelfs zodanige die niet eens daartoe permissie hadden- dat hij tot een bewys daar van 2 in arrest had, namentlyk Cornelis Sybrandz Kok en Jan Jacobsz Kikkert, welke hy ingevolge advertentie van 23 September ll naar de Militaire Wetten zoude doen straffen, omme dat zy drank aan het Volk verkogt hadde, waar van hy aan deeze vergadering kennis geeft-

Ten anderen: dat hy gerequireerd hadde de Grossiers in drank aan den Burg, ten eynde juist te weeten, wat drank [ander handschrift] hier aan den Burg of voor hun rekening op Texel zig bevinden, en is in de eerste plaats door de Commandant onderhouden de Grossier Gerrit Jansz Bakker, welke zegt niet meer te hebben als ½ anker Genever, nog is bereid zijnde zulks met eede te bevestigen

Vervolgens de Grossier C:J: Verberne, en is deselve voorgehouden, niet ter goeder Trouw zyn drank te hebben opgegeven, deselve zegt op requisitie aan de Engelsche Commandant gister 2 ankers genever te hebben geleverd, verklarende als onder Eede dat geen drank, genever of brandewijn hier aan de Burg op Texel, veel min in koop heeft direct of indirect- hebbende also den Eed afgelegd

Grossier Jan Bakker dj en is voorgehouden of nog Sterke drank, Genever of Brandewijn hier aan de Burg op Texel, veel min in koop heeft direct of indirect- hebbende daar op als Mennoniet den Eed gedaan met waare woorden als niets te hebben-

Grossier Rijndert Dirksz en is deselve voorgehouden, of nog Sterke drank had, Genever of Brandewijn- Zeggende met Eede te willen verklaren niets te hebben direct of indirect- maar zo mogelyk van Enchuijsen bekomen nog 8 ankers vrijdag of Zaturdag wanneer die verwagt werde, hebbende onder Eede verklaard geen genever of Brandewijn te hebben nog in koop op Texel

Vergadering 2 Mey 1800

Burg

Warmoesstraat Ryndert Dirksz afgaande Ryer H. Dyt cont: D.P. Daalder aankomende-

Vergadering 16 Mey 1800

Voorts daar door de absentie van Ryndert Dirksz afgaande Voogd van de Kamers in de Warmoesstraat de reekening en verantwoording der Administratie waar van hy de reekening en bewysen onder zig heeft, niet kan gedaan worden, is het zelve in advys gehouden tot zyne thuyskomst-

Vergadering 10 Juny 1800

Nopens de afdoeninge der ingekomene pretensien van Jan Rense geweesene Dienaar van Justitie alhier, als van Eilands weegen nog eenige gelden toekomende; daartoe ArmeKamers in de Warmoesstraat ook een pretensie ten lasten derselve zijn hebbende, dog door de absentie van het Eiland van de Armevoogd Ryndert Dirksz die alle de papieren onder zig heeft, daar aan voor als nog niet kan gedaan worden, werd het zelve in advys gehouden tot de naaste Vergadering-

Vergadering 1 July 1800

Daar de afgaande Voogd van de kamers in de Warmoesstraat Ryndert Dirksz thans op Texel is, zullen de Voogden tegens de naaste Vergadering als nu worden opgeroepen omme hunne Reekening te moeten doen, S’ middags 3 uure

Deselve insgelyks te doen indagtig maken, dat zy hunne pretensie ten lasten nu wyle Jan Rense moeten meebrengen-

Vergadering 15 July 1800

Binnen gestaan de Voogden over de Armekamers van de Warmoesstraat, en heeft de afgaande Ryndert Dirksz aan de aankomende Dirk P. Daalder in tegenwoordigheid van de continueerende Ryer Hendriksz Dyt Reekening gedaan-

Zynde de afgaande bedankt geworden

Voorts is geresolveerd tegens de naaste Vergadering S’ middags 12 uuren opteroepen de preferente Crediteuren van de wyle Jan Rense- ten einde met deselven Schikking te maken over de gelden bij de gemelde Jan Rense, geweest zynde Dienaar der Justitie, by de Municipaliteit te goed-

Vergadering 28 October 1800

De Commissie van deeze Vergadering tot het beschouwen der Straaten doen rapport: dat zy in hunne beschouwing aan den Burg alhier hadden bevonden-

Dezelve Commissie rapporteeren al verder dat voor de Huysen van Ryndert Dirksz, Geert Machielsz en Myndert Weeseman op het end van de binnegraavestraat een klyn straatje legt hetgaan moest worden gerepareerd- dat Ryndert Dirksz en Geert Machielsz zig die te doene reparatie niet onttrokken , maar dat zy dan ook wilde dat Myndert Weeseman, hun daar in behulpsaam was-

Voorts geeft deselve Commissie nog op dat by de agter Trap van het Huys van Myndert Weeseman tegen de Burgwal aan, eene gevaarlyke versakking gekomen zynde, al zo nodig was, dat deselve Myndert Weeseman gelast wierd het zelve hoe eerder hoe beter ter voorkoming van ongelukken te doen maaken-

[Weseman was herbergier in 'De Zwaan', de Burggracht en Burgwal liepen achter zijn huis langs, vandaar die verzakking].

Over welk een en ander zynde gedelibereerd is geresolveerd: Ryndert Dirksz, Geert Machielsz en Myndert Weeseman te doen aanzeggen de straat op questie binnen 8 dagen te doen maken- mitsgaders de Laaste nog, het gevaarlyke aan de Burgwal by zyn agter Trap, of dat zulks anders te hunne Kosten zal worden verrigt-

Vergadering 11 November 1800

Binnen gestaan Dirk Myertsz Boon en Gerrit Machielsen de Eerste Brandmeester en de tweede assistent Brandmeester van den Burg, versoekende betaling voor eenig door hun gedaan uitschot aan de Brandspuit, verklarende dat aan deselve Spuit nu alles weder in order en alzoo de genoemde Brandspuit gereed is-

Maar daar hunne Mede Brandmeester Hendrik A. Plavier, door het verzetten en beleenen van de Touwen tot de BrandHaken- zig aan ontrouw heeft schuldig gemaakt en men alzo uit hoofde voorschreeve aan dezelve geen Vertrouwen meer geven kan, dat genoemde Hendrik A. Plavier uit zyne post ontzet, en een ander in zyn plaats benoemd worden, als declareerende met denzelve niet langer te kunnen directie voeren-

Waarover zynde gedelibereerd, is geresolveerd denzelve Hendrik Plavier als Brandmeester aan den Burg te demitteeren, met authorisatie op den Raad der Spuyt eene Nominatie van 2 persoonen inteleveren, ten einde daar uit de electie te doen-

En zulks naardemiddag gedaan zynde, is tot Brandmeester in plaats benoemd Geert Michielsz, tot assistent Jan Stam, tot pyplyder Ryndert Dirksz.

Binnen gestaan Dirk Rynders en Symon Verberne, beide Armevoogden van de Kamers in de Molenstraat, te kennen gevende, dat tot de vacante Arme Kamer laast bewoond geweest by Grietje Jans de Wit, tot Sollicitanten waaren opgekomen Maartje Verberne en Maartje Roos-

Zynde hetzelve in advys gehouden tot de naaste Vergadering S’ nademiddags ½ 3 uuren, wanneer met armevoogden deselve Kamer zal worden begeven-

Deselve Armevoogden nog te kennen gevende: dat ‘er f 200 by hun in Casse zyn, welke zy gaarne zoude willen op Intrest zetten- aan de persoon van Ryndert Dirksz, waarvoor Borgen zoude weesen Maarten C. Daalder en Dirk Ryndertsz, versogt deswegens de goedkeuring deezer Vergadering-

En is zulks al meede in advys gehouden tot de naaste Vergadering-

[Dirk Ryndersz (1740-1820) was de vader van Rijndert Dirksz]

Vergadering 2 Dec. 1800

Ryndert Dirksz geweesene Sergeant Major met den dienst van Auditeur Militair , onder de Voormalige Gewapende Burgermagt alhier, versoekt dat de Vergadering een besluit neeme, tot betaling zynder declaratie van gedaan uitschot waar van de Reekening onder de gesubsisteerd hebbende Krygsraad berust- in advys gehouden-

Vergadering 13 Jan. 1801

Ryndert Dirksz vraagt nogmaals betaling van het hem competeerende wegens gedaan verschot voor de Krygsraad. Daar de Commissie over het werk der contributien voor de gewapende Burgermagt, aan wier hoofd den Burger M. Langeveld is, tot nog toe geen rapport heeft uitgebragt, kan voor als nog in het zelve versoek niet getreeden worden-

Vergadering 24 February 1801

De Commissie tot het nazien der contributie voor de gewapende Burger Magt doed rapport, op de Missive van de financiele Commissie van het Uitvoerend Bewind dato 8 April 1800

Naar Lectuure is het zelve Rapport gesteld in handen der Secretaris, omme de Notulen naar te zien wanneer de Kosten voor de gewapende Burgermagt by het rapport opgegeven te bedragen een Som van f 1579.10- zyn geapprobeerd- en daar van bewustheid hebbende door middel van Ryer Kikkert en Ryndert Dirksz de kosten doen opvragen na die tyd van de geene welk nog te pretendeeren hadde- het een en ander bekomen hebbende dan zulks optegeven aan de financieele Commissie voornoemt-

Vergadering 24 Maart 1801

Binnen gestaan de Stemgeregtigde Burgers Pieter Alb. Kikkert, Jan Pietersz Knaap, Ryndert Dirksz en Cornelis Roos, geweest zynde Kiesers na de Ringvergadering te Medemblik den 27 Nov. 1800 , en verklaaren dezelven nooit of nimmer ter dier tyd of namaals met het Gemeente bestuur van Medemblik een rooster te hebben geformeert, maar wel uitdrukkelyk daartegens geprotesteerd-

Waarover zynde gedelibereerd, is geresolveerd hier van declaratoir onder presentatie van Eede optemaken, en door die Kiesers te doen onderteekenen-

Wyders deselve Kiesers onlangs den 19 deeser andermaal ter Ringvergadering Medemblik geweest zynde, en de Betaling op last deeser Vergadering hebbende geweigerd nu de aldaar geformeerde rooster van 10 uure is geresolveerd deselve by wyse van voorschot te betalen f 200- onder toezegging, dat daar men zig over de Handelwys van Medemblik aan het Uitvoerend Bewind zal beklagen, om zo ras daar omtrent tot genoegen satisfactie bekomen had, het te kort gegevene hen zoude doen ter hande stellen-

Wyders is geresolveerd: als nu dadelyk aan het Uitvoerend Bewind, met toezending van het declaratoir der Kiesers en de van hier geformeerde rooster ades te maken, met Versoek dat die van Medemblik worden geconstringeerd; dewyl wy zonder dat bevreesd zyn, dat wanneer de Kiesers hunne Reiskosten niet naar behooren worden voldaan, ingevolge het decreet, dat zy dan voortaan, ‘er niet heen zullen willen- ook daar men voorschot had gedaan; op versoek des Uitvoerends bewind, voor de Kiesers kosten in Dec. 1798 en Jan. 1799 na de Ringvergadering- en nu al wederom door het willekeurig gedrag van Medemblik verpligt zyn te moeten doen, men alzo al meede versogt die van Medemblik te gelasten alles aftedoen-

Voorts geven de Kiesers te kennen: dat op de 19e deeser ter Ringvergadering tot Lid van het Departementaal bestuur verkoosen was den Burger Cornelis Dekker te Winkel-

Vergadering 16 Mey 1801

De Precident geeft kennis van een ingekomen Missive van die van Medemblik, geschreeven aldaar den 7 Mey 1801 requireerende van deezer Vergadering ingevolge resolutie van het Uitvoerend Bewind dato 30 Maart te vooren een geverifieerde Lyst of Rooster waarby de uuren afstands van Texel naar de Hoofdplaats der Eerste Ring van het departement Texel word bepaald, ten einde daarmee voortaan de gemeriteerde Uurgelden aan de Kiesers ter Ringvergaderingen te kunnen uitkeerenen al verder omme op aanstaande donderdag den 21 deeser maand iemand te willen afzenden gemunieerd met behoorlyke bescheiden en bewijsen tot afhaling der gemeriteerde Uurgelden onser Kiesers by het assisteeren van onderscheidene Ringsvergaderingen ten beloope van f 638.14-

Waar over zynde gedelibereerd, is geresolveerd een der Kiesers Ryndert Dirksz, welke zig daartoe bereid toonde, behoorlyk gemunieerd derwaards te expedieeren-

Vergadering 27 Mey 1801

Daar den Burger Ryndert Dirksz van wegens deeze Vergadering gequalificeerd geweest is, de gelden der Kiesers kosten van Medemblik aftehalen, en zulks ook geeffectueerd heeft, zelfs f 17.6- meerder had medegebragt als zynde door die van Medemblik ook de Eerste rekening bereekend naar de gezondene Rooster- te schryven aan die van Medemblik daar men ondervind dat zy de betaling zo van een en ander naar de Rooster willen afdoen, dat ook de tweede keer 8 Kiesers te Medemblik zyn geweest; dus men daar van nog zoude competeereren f 112- dat men alzo versoekt hier op hun antwoord, wanneer men de te rug gesondene quitantien op dien voet zal inrigten, hen toezenden en iemand om de nog resteerende f 112- tot afhaling depecheeren-

Vergadering 28 July 1801

Binnen gestaan C. Calis dj als met en benevens Pieter P. Bakker Voogd over de Kamers in de Waalderstraat- te kennen gevende, dat hy met zyne Mede Voogd P.P. Bakker toegezegt hebbende aan Ryndert Dirksz op Hypotheecq van zyn Huys te zullen geven f 150 a f 200 - welke penningen met nog f 100- van de opneemer zoude verstrekken van een Kusting op dat Huys voor het geheel groot per resto f 600- dus dat op dat zelve Huys nog was leggende een Hypotheecq van f 200- voor de Armekamers in de Molenstraat- versoekende daar zyn MedeVoogd Bakker zyn woord intrekt onder voorgeeven, dat men dat geld aan Lands obligatien moest beleggen; dat deselve gelast zal worden in dit geval zyn woord gestand te moeten doen- en is geresolveerd: genoemde Voogd P.P. Bakker hier op te hooren-

Dan daar dezelve ligt wel uit hoofde dat een Caagschipper is, de volgende Vergadering wel niet aan de Wal zal zyn, werd het zelve overgelaten aan den precident

Vergadering 11 Augustus 1801

Binnen gestaan Pieter P. Bakker, medevoogd met Cornelis Calis dj over de Armekamers in de Waalderstraat, waar van hy als nu difficulteerd, in de afgave der Gelden op Intrest aan Ryndert Dirksz, daar zy hem zulks toegezegt hadde waarop deselve in substantie te kennen geeft- dat Ryndert Dirksz beloofd had de Schuld op zyn Huys te zullen aflossen zodat ‘er maar f 600- overig bleef- dat hy boven de Hypotheecq op zyn Huys voor de penningen hem op Intrest te geven, nog zoude stellen suffisante Cautie- maar daar inne nalatig blyft- en dewyl hy als Voogd oordeelden niet te voorsigtig met de gelden van het Armengestigt konde omgaan, ook daar ‘er maar f 150- in plaats van f 200- by Cas was was, stelde hy voor zo ‘er gelden by hun waaren daar voor S’ Lands effecten te koopen- Waar over zynde gedelibereerd, is hem gelast zo ras Ryndert Dirksz aan de voorgestelde requisiten voldeed zy alzo verpligt zoude weesen, daar zy hem toegezegt hadde haare woord gestand te doen, prysende niettemin de voorsigtigheid van hem Bakker en recommandeerde zo de gelegenheid zulks toelaat, de by Cas zynde Gelden in het vervolg op S’ Lands Effecten te beleggen.

Vergadering 25 Augustus 1801

Binnen gestaan Hendrik de Groot, geweesen Dienaar van Justitie- versoekende te mogen hebben, de restant betaling van zynde nog te goed hebbende Dienaars Gelden op de Huysen- naar deselve aangetoond te hebben, wat daarvan door de gequalificeerde van wegens deeze Vergadering Ryndert Dirksz aan zyne Crediteuren en aan hem zelve is afbetaald- is tot finaale afdoening deezer te lang onafgedaane Zaak, eene Commissie benoemd van de Burgers Langeveld en Gorter, en hem daar heenen gerenvoyeerd

Vergadering 22 September 1801

Binnen gestaan Geert Michielsz en Dirk M. Boon, als gequalificeerd uit den raad der brandspuit aan den Burg- zig beklagende over Matthys den Berger hunne Secretaris, als dewelke in allen gevallen in het waarneemen zynder post naarlatig blyft- dat zy uit dien hoofde buiten staat zyn geweest, agtervolgens de resolutie deeser Vergadering de Ovens & Schoorsteenen der Bakkers te kunnen visiteeren-

Ook geve denzelve Commissie uit den Raad der Brandspuit hunne Bezwaaren op, wegens de byna algemeene Slegte Staat der Brandkolken rondsom aan en in den Burg, met aantooning van de noodsakelykheid dat ‘er in het dorp den Burg meerdere gemetselde Brandputten waaren- Over welk eerste poinct zynde gedelibereerd, en naar den precident den Secretaris van de Raad der Brandspuit M. den Berger over zyne nonchalance had onderhouden en zyn pligt voor oogen gesteld, bleef dezelve nogthans halstarrig weigeren zyn post naar behooren te willen waarneemen-

Waarop als doen geresolveerd wierd denzelve M. den Berger van den raad der Spuit in den Burg te demitteeren, en is wyders op voordragt van den raad voornoemt in deszelfs plaatse tot Secretaris aangesteld den Burger Ryndert Dirksz

En is het tweede poinct nopens de gemetselde Brandputten voor als nog gehouden in advys-

Vergadering 1 Juny 1802

Binnen gestaan Ryndert Dirksz solliciteerende na de post van Waagmeester aan den Burg, als vermeenende daartoe in staat te zyn en ook een geschikt Locaal te hebben-

Idem Adam Kalf als vooren

Vergadering 22 Junij 1802

Thans aan de Ordre zynde het oppenen der Billetten der minstschryvende tot het maken van een Nieuwe Modderpraam en dito Kuyl aan den Burg - is daar geen ander Billet was ingekomen dan dat van Ryndert Dirksz en Pieter van Grouw en Comp.- inhoudende de praam met alles en alles te maken en te leveren in de Burggragt voor f 65.10- en de Kuyl voor f 47.15- te zamen voor f 113.5- dog waar van nog worden afgetrokken f 3.15- alzo de prys voor de aanneeming zou gedaan worden kwam te beloopen f 109.10-

Waar over zynde gedelibereerd, is de besteeding aan deselve persoonen geaccordeerd en hun daarvan kennis gegeven-

Vergadering 7 September 1802

Uit de Ingekomene berigten wegens het houden der Grondvergaderingen zo aan den Burg als Oudeschil op den 2 September ll, blykbaar zynde geworden, dat alleen voor den Burg in No. III twee Gecommitteerdens uit de Burgerij namentlyk Jan Bakker dj en Ryndert Dirksz, en alleen voor het OudeSchil No. V Symon Lammertsz Vos en C.D. Bakker zyn benoemd geworden, zynde in de andere GrondVergaderingen niemand opgekomen, of geen benoeming geschied, zynde alzo geresolveerd tegens de volgende Vergadering S’ Morgens 11 uure de benoemde Gecommitteerdens opteroepen en aan dezelve de reedenen van de benoeming open te leggen-

Vergadering 21 September 1802

Binnen gestaan Jan Bakker dj en Ryndert Dirksz gecommitteerdens wegens de Grondvergadering aan den Burg N III omme met deese Vergadering een middel uittedenken, ter herstel van de gemeene armecasse aan den Burg en verklaarde deselve hier toe wel bereid te zyn, dan verlangde deswegens de 2 andere Grondvergaderingen aan den Burg ook omme gecommitteerdens benoemen- - dat dezelve alzo nog eens mogte worden opgeroepen en dat zo wel by advertentie als Bekkenslag de redenen van de Oproeping duidelyk aan de Burgery werd bekend gemaakt

Waar over zynde gedelibereerd: is conform geresolveerd- zo ook even over de Grondvergadering N V aan het Oudeschil- welke grondvergaderingen zullen worden opgeroepen, op Zondag den 3 October aanstaande S’ middags 4 uuren-

Vergadering 5 October 1802

Daar de Grondvergadering I en II aan den Burg als meede V aan het Oude Schil, hoe zeer distinctelyk door deeze Vergadering opgeroepen zondag den 3 deezer, tot verkiesing van Gecommitteerdens, welke met het Gemeentebestuur deezes Eilands een middel zoude beramene, ter in stand houding van de Gemeene Armecasse aan den Burg en Oudeschil, niet zyn opgekomen- zullen niettemin tegens de naaster Vergadering opgeroepen worden de Burgers Jan Bakker dj en Ryndert Dirksz, benevens Symon L. Vos en C.D. Bakker tegens S’ middags 3 uure-

Als op den 2 Sept. laastleden wettig zynde verkoosen tot Gecommitteerdens in de Grondvergadering III aan den Burg en IV aan het Oude Schil

Vergadering 19 October 1802

Binnen gestaan Jan Bakker dj en Ryndert Dirksz, gecommitteerdens uit de Grondvergadering aan den Burg III omme met en benevens het Gemeentebestuur deezes Eilands, een plan te arresteeren, tot ondersteuning der gemeene Armen Cas aan den Burg- en is deselve het request inhoudende een middel van Belasting aan den Burg, van wegens deeze vergadering en Gemeene Armen Voogden aldaar, aan het Staatsbewind gepresenteerd, opengelegt- en gevraagt? of zy ook eene betere en meer geschikt middel zoude weeten uittedenken-

Dan verklaarde de beide Gecommitteerdens dat ofschoon tegens het plan van belasting niets weetende intebrengen, zig huijverig te betoonen om qua Gecommitteerdens in eenigerlye wyse zig meede intelaten, alleen om dat de andere Grondvergaderingen aan den Burg, wiens pligt insgelyks meede had gebragt, dat zy opgekomen waaren, zulks versuimt hadden en dat hoe zeer overtuigd van de noodsakelykheid eener voorsiening in de behoefte der Gemeene armen Cas zy nogthans ‘er zig niet meede konden inlaten, en even als de ander Grondvergaderingen, het ook alzo aan het Gemeentebestuur overlaten-

Extra vergadering 7 December 1802

S’ nademiddags 2 uuren

Heeft de Vergadering zig vervolgens geabsenteerd, en overgegaan tot het volgende:

aan de ordre zynde resolutie te neemen over de nodige veranderingen te maken in de Gaarboeken der Binnelandsche Kosten aan den Burg, als hebbende den Ontfanger Star op last van het Committé van Algemeen Welzyn, zederd de Jaare 1797 als met welk jaar de Octroyen over de Heerschende Kerk kwam te cesseeren, eene Stuyver van de binnelansche Kosten ten behoeven dier Kerk aan den Burg minder ontfangen-

Dat deselve Ontfanger verklaard wel bereid te zyn, tot meede begeving aan de verandering dier Gaarkosten, maar uit hoofde zyner hooge Jaaren zonder toegevoegde assistentie diertoe buiten staat te zyn-

Stellende dierhalven hij precident voor, iemand te benoemen en qualificeeren, welke onder opzigt van den Ontfanger Star hem daarinne assisteerd-

Waar over zynde gedelibereerd is geresolveerd hier toe te verzoeken Abraham Kikkert of Ryndert Dirksz, welke de te doene arbeid alvoorens kunnen opneemen, en zig ieder afzonderlyk verklaaren voor hoe veel zy het minste zulks zoude kunnen doen-

Vergadering 8 Maart 1803

Thans is ook aan Ryndert Dirksz besteed: het opmaken van een Lyst op de Gaarboeken der Verponding aan den Burg voor f 7.10- zo dat hy nu voor een en ander tot het in Ordre brengen der Gaarboeken voornoemt bekomt f 30-

Vergadering 23 Augustus 1803

Binnen gestaan Geert Michielsz en Reindert Dirksz als gecommitteerd van wegens de Raad der Spuit aan den Burg, overleggende zeker Extract uit de handelingen de Raad voorschreeven van dato 22 Aug. 1803 ten opzigte van Feye Zwart weigerende zyne post aanteneemen als Brandhaaksgast, vorderende daarby dat staande deeze Vergadering hierop resolutie word genomen, en verder opgevende een voorschrift: hoedanig verstaan moet worden het regt als Burger te verliesen, en dit met een voorbeeld aan zeeker Ahlé stavende-

Waar over zynde gedelibereerd en uit aanmerking, dat de Raad der Spuit, dan ondergeschikt aan deeze Vergadering in geene deele voegt Taxatoire uitdrukkingen te gebruyken, even min Voorschriften ongevraagd te geeven- is geresolveerd door eene der Bodens het zelve Extract aan de Raad der Spuit te rug te zenden met byvoeging: dat daar zy zig van ongepaste Termen hadde bediend, welke haar in geene deele voegde, men het zelve niet konde aanneemen- alzo de Vergadering deswegens zeer ongenoegt was- dog dat men niettemin in het geval voor handen zou voorzien- eischende van hun eene Lyst van de opzigters of Bergers, by eene ontstane Brand-

Wyders in deliberatie gebragt zynde, het 15 articul van het Brandreglement van den Burg en Hoorn van den 8 July 1800 en in overweeging zynde genomen, dat wanneer iemand weigert een post by de Brandspuit aanteneemen, van zyn Regt als Burger vervallen zal worden verklaard , zulks geen middel genoeg van bedwang in zig bevat het dierhalven nodig word geoordeeld; daar tegens met meerder aandrang word voorzien- is geresolveerd: dat die daar en boven zal verbeuren, eene boete van f 25- ten behoeve van de Gemeene Arme van Texel- by weigering daar inne te procedeeren, zo als in den aanvang van het zelve 15 articul tot invordering der Boete is gearresteerd- zullende deeze alteratie niet alleen worden gepubliceerd en geaffigeerd, maar ook aan den Raad der spuit aan den Burg en Hoorn, Copie

daarvan worden ter handen gesteld, om te kunnen strekken naar behooren-

Vergadering 29 November 1803

Binnen gestaan Antje Oukers, Cornelis M. Griek en Pieter Alb. Kikkert, zynde geweest Burgemeester aan den Hoorn, benevens Jan P. Knaap

Door deese Vergadering geen elucidatie bekomen kan, werd het zelve gerenvoijeerd naar de ordinairis Justitie nogthans hun gerecommandeert de zaak alvoorens te bemiddelen en is dit de gequalificeerden van Pieter Mijndertsz Griek zynde Ryndert Dirksz ook gecommuniceerd-

Vergadering 21 Feb. 1804

Binnen gestaan Pieter Klaasz Vlaming Metselaar en Ryndert Dirksz Timmerman, en hebben deselven nu nogmaals het Huijs van Cornelis Kalis dj staande in de Binneburg alhier, gebruykt tot een Caserne te hebben opgenomen, verklaard het zelve in geene slegter staat te zyn als toen het by den aanvang tot een Caserne zou worden aangelegt- hebbende niettemin eene klyne schade aan de poort van het stek &a bevonden, door hun schriftelyk getaxeerd op f 9.9-

Waarover zynde onderhouden Cornelis Calis dj Eigenaar van het zelve Huys, welke voorneemens is het Heede avond te doen verkoopen, en met hem geaccordeerd dat ingeval het Huys tot Mey 1804 aanstaande tot welker tyd het ten dienste van de Militaire nog in Huur is, door geen Militaire word gebruykt, men boven de Huur hem dan zal vergoeden de schade getaxeerd als vooren, dog gebruykt wordende: dat men het zelve dan zal opleveren zo als het thans is-

Vergadering 24 October 1804

present alle de Leeden absent den Bailliuw

woensdag Morgen 9 uuren

Thans aan de Ordre zynde uit kragte der resolutie Gedeputeerd bestuur 18 October 1804 te hooren de onderstrandvonders tot opgave der persoonen welke zy ingevalle van Strandingen zullen emploijeeren- zyn binnen gestaan de onderstrandvonders van Texel en het Eierland- gevende op van het Horntje af met de Hoornder en Westerstranden

Reindert Dirksz , Klaas Daalder, Klaas Schram, Willem Lely, Gerrit van Straalen, Jacob Jacobsz Boon, Leendert Dykse en Jacob Zeegen

Idem voor de Koog en Eierlandsche Stranden

Simon P. Wuys, Hendrik C. Kuyp, Arie G. Spigt, Hendrik A. Spigt, Johannes Vos, Maarten H. Boon, Aris Heydenryk, Jacob P. Boon

Naardat deze opgenoemde persoonen goedgekeurd waaren, zyn alle except de 2, 3, 4, en 5 die actueel bij de Equipagie van ’t Spaansche Schip in quarantiane waaren, op Strand agter de Westen, binnen gestaan

en is hun art. 1 ene 4 van de resolutie hier vooren ten hunnen opzigte met derzelver verpligting voorgeleezen, met toezegging van f 1.10 als waker en f 1.10 daar en bove als Sjouwer by de Berging assisteerende, en dat wyders hoedanig zy zig in allen opzigte zullen moeten gedragen eene nadere Instructie ter handen gesteld zal worden

verklaaren zy alle hier meede genoegen te neemen, en bereid te zyn alzo hunne posten te aanvaarden, dan insteerde op een Hut of Tent op iedere Wagtplaats, als meede of het Vuur en Ligt hun van S’ Lands weegen zou worden gegeven-

En is hun geantwoord: dat zy moesten begrypen dat hunne aanstelling maar provisioneel was, en dat zy in geen functie konde treeden voor nadere Ordre- ook wat de Hutten of Tenten tot hun verblyf aanging- met de vooziening van Vuur en Ligt dit alles diend te wagten: tot de Thuys komst van den Bailliuw Langeveld, welke naar S’ Hage om ordre is- wanneer zy wel nadere kennisgeving zullen ontfangen

Wijders is de Secretaris gelast in den Geest der Resolutie voorschreeve voor de Wagters en toezigters, de nodige Instructie te vervaardigen- waartoe dezelve dadelyk werksaam is geweest-

Vergadering 30 October 1804

Ingevolge resolutie deezer Vergadering de Metselaar Pieter Klaasz Vlaming en de Timmerman Reyndert Dirksz, de Kosten ter renovatie van de Caserne in de Binneburg volgens overeenkomst by wyze van inschikkelykheid met den Eigenaar Cornelis Calis dj getaxeert hebbende op f 24.12- is den precident geauthoriseerd, de Helfte hiervan aan gemelde Calis tegens quitantie aftedoen-

Vergadering 12 Maart 1805

Binnen gestaan Dirk Myertsz Boon en Pieter Klaasz Vlaming, van wegens den raad der Brandspuit gequalificeerd; zig beklagende: over zommige die aan den Burg Kaggels stooken als dewelke stookplaatsen door hun zeer gevaarlyk word geoordeeld- als by Jan Jac. Boon in de Lindeboom, Gerrit Liedmeyer daar naast, Meindert Weeseman in de Zwaan, Ryndert Dirksz in de Warmoesstraat- de bewoonder van het Krajenest Simon Dekker welkers zogenaamde Schoorsteenpyp te laag bevonden is- en Eindelyk in de Gereformeerde Kerk welkers Ysere Kaggelpyp in een Houte leggende Schoorsteen komt-

Waar over zynde gedelibereerd: is uit aanmerking van het gevaar dat daar inne gelegen legt, besloten alle dezelven te doen aanzeggen: omme binnen den tyd van 8 dagen te zorgen: dat alle die Kaggels zonder gevaar gestookt kunnen worden, en ten opzigte van Symon Dekker: dat hij binnen 14 dagen na behooren, ten minste ter hoogte van 8 Voet, bove het thans staande werk zal moeten weezen opgetrokken

En zal den raad der Spuit hier van worden kennis gegeven, met versoek daarvan onderzoek, en van hunne bevinding rapport te doen

Vergadering 5 April 1805

present de Bailliuw met de Leeden van den Burg

Op de gedaane aanklagte van den Major Busman, commandeerende de Troupes deeses Eilands, over de slegte qualiteit van de Genever en azyn, met versoek daar van op Heede zynde de distributie dag door Keurmeesters visie en inspectie te doen neemen- zyn daartoe benoemd Cornelis Jansz Verberne en Reindert Dirksz beide Grossiers in Sterke dranken aan den Burg-

Naar ingekomen rapport waarby zy de genever als geheel geen proef houdende en vervalst opgeeven, zo ook de Azyn voor slegt houden, dog daartoe geen bepaalde uitspraak doen, is de Genever dadelyk verbeurd verklaard zo ook het restant dat van deselve qualiteit in het Magazyn zig bevond, dan opzigtelyk de azyn, na de motieven voor en tegen te hebben gehoord, doende uitspraak verklaard opgenoemde azyn meede verbeurd, ordonneerende den Aanneemer daar en bove nog in de waarde van een distributie Genever en Azyn, alles ten behoeven der plaatselyke armen- zullende het een en ander afgekeurde op het Raadhuys werden overgebragt, en opMorgen publicq ten behoeve der armen verkogt worden- en heeft de geemployeerde van de Generale Aanneemer van den Burg aangenomen dadelyk anderen en voldoende in plaats te bezorgen-

Wyders is de Secretaris gelast hier van een proces verbaal optemaken en de Major Busman van het voorgevallene kennis geven-

Vergadering 22 April 1806

Binnen gestaan Reindert Dirksz te kennen gevende: dat hy van voorneemen is, zig met ‘er woon na de Helder te begeven; versoekende alzo acte van indemniteit voor den tyd van 6 jaare- en is het versoek geaccordeerd zynde de Secretaris gelast, deselve gereed te maken-

Vergadering 3 Junij 1806

Ingekomen addres van den Raad der Spuit aan den Burg te kennen gevende: de slegte gesteldheid van de Slang der Brandspuit welke geheel dient vernieuwd te worden, als ook: daar Reindert Dirksz geweezen Secretaris der Spuit na de Helder met ‘er woon vertrokken is, versogte zy ‘er een ander in plaats wierd aangesteld, waartoe zy voordroegen de persoon van Abram Kikkert-

Waar over zynde gedelibereerd is beslooten de Slang der Brandspuit door de Vergadering zelve, in het byzyn van den raad der Spuit te Examineeren- als meede: in plaats van Reindert Dirksz benoemd en aangesteld Abram Kikkert, welke door den Bode zal worden aangezegt-

Helder

Eind 1810 was Rijndert Dirksz weer op Texel

Vergadering den 23 van Wynmaand 1810

Als Sollicitanten naar de Casernemeesterspost hebben zig aangediend Simon Kikkert, Jan Alting, Isbrand Scheepers, Simon Zalm, J.C. Zunderdorp. De Bodens Ryer Kikkert en W. Vlaming bij request, C. Karsman, W. Bakker, Gerrit Liedmyer. Jan Welger, Fr. Latjes, P.J. Vlaming, C. Moojen, Jan C. Petten, Joh. Vos, C.J. Verberne, Jan Zwart, Ryndert Dirksz

En is de begeving van deeze post voor als nog gehouden in advys-

Vergadering 22 January 1811

De Leeden van den Burg geve kennisse- dat zy onder approbatie hadde gehuurd tot een Hospitaal, het Huis aan den Burg van Reindert Dirksz tot f 50- S’ jaars - ingaande 1 Sept. 1810 en eindigende den laaste April 1812, waarvan de Huur tot den 1e Mey 1811 preciselyk zal betaald worden, en zo vervolgens bij het eindigen der Huure

N 33 25-3-1825 Gouverneur, rekest Reindert de Vries, ter bekoming van vrijstelling voor deszelfs zoon van den dienst der Nationale Militie

Dat de requestrant Reindert de Vries door eene aanval van beroerte buiten staat is geraakt voor zich en zijn huisgezin de kost te winnen, en hij en dat huisgezin alzoo ook den bijstand en hulpvaardigheid van den reeds in dienst getredene Tjalling de Vries zeer wel behoeven.

In het vertrouwen dat hij dan ook, eenmaal tot den ouderlijken haardstede wedergekeerd, al zijn pogingen, tot ondersteuning zijner Ouderen en verdere famielje, wel met al dien onbezweken Yver zoude aanwenden, welke en zijne ouders zelven, en de zich voor dit huisgezin interesserende ondertekenaren van het bijgevoegde Declaratoir van hem schijnen te verwachten, vinde ik mij geheel onbezwaard Uwe Ex: ter consideratie te geven, om, des Requestrants verzoek toestaande, de gezegden Tjalling de Vries al nog van den dienst der Nationale Militie, indien mogelijk, te ontslaan.-

[Tjalling de Vries (18-4-18xx), zoon van Reindert Dirksz de Vries (1768-1856) en Elisabeth van Grouw (1769-1813)]

N 14 Kolonel of Kommanderende Officier der 10 afd Nat: Infanterie 30-1-1830

Certificaten voor volbragten dienst

Ligting 1817 Spreeuw Michiel 1823 Vries Tjalling de 1824 Hin Pieter

Over Dirk de Vries- je had Dirk Reindertsz en Dirk Anthoniesz

N 193 Gouverneur 25-6-1840 D. de Vries

Dat ik alle pogingen heb aangewend om den bewusten D. de Vries te bewegen tot vrijwillige voldoening der door hem geïnavoreerde boete en Justitiekosten, doch dat zulks ook alles te vergeefs is geweest. Daar echter ik mij overtuigd houde dat bij zoodanige gemakkelijke wijze van af doen als hem in deze is aangeboden, deszelfs weigering meer het gevolg is van onwil dan onvermogen, en aangezien deze gemeente werkelijk aan gelegen ligt dat aan een zoo moedwilligen knaap als waarvoor deze Dirk de Vries bekend staat, een voorbeeld gesteld worden zoo geef ik mij de Eer Uwe Exc: alsnu voor te stellen om in dit bijzondere geval met afwijking van het vroeger door dit Bestuur verklaarde in deszelfs laatste antwoord, de lijfsdwang aan dezen D. de Vries voor rekening van deze gemeente te doen vervolgen, krachtens ZM besluit van 29 April 1825 (St. blad N 81) als zullende zoo ik hoop, een en ander konde strekken dat het zij dan waar of voorgewend onvermogen in allen gevallen zulks niet het middel is van straffeloos kwaad te plegen en de Justitie doelloos te maken.

N 205 Ambtenaar Openbaar Ministerie Helder 7-7-1840 D. de Vries

Toetezenden bijgaande stukken daarheen strekkende om te procederen tot de arrestatie van den ook bij UEG bekenden Dirk de Vries, ter zakw van deszelfs nalatigheid in de voldoening van het den 21 Feb. 1839 door de Kantonregter te Helder te zijnen laste uitgesproken vonnis.

N 256 Officier van Justitie 17-8-1840 D. de Vries

Dat vrijdag ll 14 dezer door den deurwaarder Luitsen ontvangen is van den Heer Commissaris van Policie te Helder de last tot apprehensie van den persoon van D. de Vries; dat dezelve kort daarna heeft ontdekt dat die persoon op Texel niet aanwezig was, maar denkelijk voor eenige dagen naar de Helder was vertrokken-

Dat hem deurwaarder daarop door de Heer pl: vervangend Kantonregter alhier, die reeds het bevel tot gevangenneming op verzoek van den Commissaris had geviseerd, uitdrukkelijk is gelast met terugzending der stukken onverwijld van deze bovendien rapport te maken aan den Heer Commissaris ten einde zoowel den afloop der zaak alhier daardoor bekend te maken als ook den ambtenaar in de gelegenheid te stellen te Helder de arrestaie te doen plaats hebben.

De deurwaarder heeft echter tot op dezen dag die last niet volvoerd en daardoor zich aan pligtverzuim schuldig gemaakt-

Ik heb zulks op heden bij een daartoe ingesteld onderzoek alzoo bevonden en dien deurwaarder mijn uiterste bevreemding daarover te kennen gegeven, terwijl de Heer pl verv kantonregter in mijne tegenwoordigheid dien man op een allerernstigste wijze het zeer verkeerde van zijn gedrag heeft onder het oog gebragt die dan ook beloofd heeft dat zulke nalatigheid niet weder zoude plaats vinden en althans zorgen zoude, dat met de eerstkomende post deze zaak ter kennisse van den Heer Commissaris van Policie worde gebragt.

N 318 den Heere ambtenaar Openb. Min. van het Kanton Helder 11-11-1840 D. de Vries

Dat aangezien die persoon in geenen deele tot betaling schijnt te kunnen worden gebragt, en hij dan toch mag beschouwd worden, zijne halstarrigheid genoegzaam geboet te hebben, dit bestuur van oordeel is hem verder te ontslaan, met verzoek echter aan UEGestr: hem alvorens nog eene ernstige waarschuwing voor het vervolg te willen geven in de hoop dat zulks van eenig heilzame werking op hem zijn moge.-

Ik zal tevens tegemoet zien, de nota van kosten te dezer zake gemaakt, ten einde die te kunnen voldoen.


Home