Kermis


Dingsdag 24 juny des middags. Nu is kermis begonen en wij heben er ook al wat van gezien en van gehoord. Wij waren eerst in de Tuin bij vader aan het werken en toen wij aan het wieden waren hoorden wij zulk een gedruisch van muzykinstrument en toen gingen wij alen naar voren, behalfe vader die werd achtergelaten en toen zagen wij een stuk of tien mannen in ofecierenkleeding met muzykinstrumenten zooals trommels, een fluit, trompeten, enzooalvoort. Daar was een de aanvoerder daar van. En als zij gedaan haden riep het wat er van avond gebueren zou en als zij heele maal gedaan haden gingen zij weder naar de tent en toen zagen wij dezelvde mannen in andere kleeren en toen gingen zij weg. Samuel 1851

27 juny 1851. Gister ben ik met vader naar de kermis geweest en er waren een heelboel kramen. En vader heeft ook wat gekocht zoo wil ik het u verhalen.
Dirk ging eerst naar een tent daar alerlij kunsten zou vertoond worden en er zou ook vertoond worden dat een jongen van zes jaar op het koperndraad ging dansen en toen wilde ik ook wel meede, maar vader zijde dat ik aleen met vader Katrina en Grietje over de kermus [zou gaan] en toen maakte moeder ons gou klaar en toen gingen wij heen en toen kwamen wij bij een kraam waar mesjes te koop waren en toen kocht vader voor mij een mesje en voor Katrina een doosje met speelgoed en kwamen wij bij een andere kraam, waar melk emmertjes te koop waaren en toen kocht vader een ongeverwde voor Sienje en smorgens toen [gaven] wij het aan Sientje en wij heben ook een stuk koek van de kraam van van Dros gekocht en toen gingen wij heen.

Woensdag 8 Junij 1852. Het dùùrt nù nog maar zestien dagen eer dat het kermis is.

Maandag 14 Jùnij 1852. Nù dùùrt het noch 10 dagen eer dat het kermis is.

Woensdag 23 Junij 1852. Nù is het morgen kermis, X en overmorgen gaan ik naar den Helder en Dirk met vader naar Amsterdam X en er staan nù al een stuk of zes kramen men zecht ook dat er een paardespel en een karoùsel komt maar dit is nog niet zeer zeker. Ik heb nù van daag een cent verdient door een schorsenellen 3 beid 1 vol 2 uittewieden. Morgen begint de kermis.

Donderdag 24 Jùnij 1852. Nù is het vandaag den eersten kermisdag en ik heb een brief geschreven aan Grootmoeder. En nù heb ik gekocht van de kermis 1 cent vijgen, 2,5 cent aan wafels, 3 cent aan fluitjes en een cent aan bier. Nù is vanavond Domine Wentink bij ons geweest met zijne kinders Dolfina en Mina, zij hebben ook veel van de kermis gekogt zooals nooten, peperment, koek, banket, enzoovoort.

Vrijdag 24 Junij 1853. Op de kermis staat er nù al een kraam.

Zaturdag 25 Junij 1853. De kermis begint nù in plaats van de 24ste den 27ste. Er komt een goochelspel, twee draaimolens en twee wafelkramen.

Zondag 26 Junij 1853. Er staan thans al vele kramen [op de kermis].

Maandag 27 Junij 1853. Vandaag is de kermis begonnen. Engel en Kornelis zijn vandaag gekomen. Ik heb vandaag met Kornelis Engel en Dirk op de Carousel geweest, voor een cent kon men in een schuitje en voor een cent kon men op een klein paardje, voor twee centen kon men op een groot paard, op een groot paard kon men ook meer ringen steken. Wie de ringen gestoken had mogt nog een maal voor niets. Ik heb twee keer twee ringen gestoken.

Dingsdag 28 Junij 1853. Het is vandaag mooi weer, de zon schijnt zeer warm. Ik ben nù twee keer op het kleine paardje van de Carousel geweest. Ik heb vandaag een tafeltje een stoeltje en een bordje van tin voor Menno gekocht, elk voorwerp koste twee centen.

Woensdag 29 Juny 1853. Ik ben vandaag naar de kermis geweest. Dirk heeft tien stuivers meegekregen, daar hebben wij met ons vieren te zaamen 25 cents van gekregen. Ik heb in een dierenkraam een kleine landschilpad en een aap gezien, ook heb ik op de kermis een vrouw gezien die eenige goochelaarskunstjes deed. Des avonds hebben Dirk en Engel voor een dubbeltje 40 noten gekocht, die zullen wij morgen aan het strand opeten.

Donderdag 30 Junij 1853. Dit jaar duurt de kermis in plaats van 7 dagen 5 dagen Ik heb vandaag 5 cents verkocht Ik ben ook nog in de draaimolen geweest. Ik en Kornelis hebben ons laten wegen ik woog 47 en Kornelis 52 oude ponde.

Vrijdag 1 July 1853. Vandaag is het de laatste dag van de kermis, sapperement wat zijn de straten nù vol kermisgangers. Ik heb vandaag 5 centen verkocht. Wij hebben verscheidene klappers gekocht, wij hebben 5 met vuur afgestoken en tien op de straat afgegooid.

Zaturdag 24 Junij 1854. Wij hebben eergisteren vacantie gekregen en toen zijn wij om 5 uren uitgegaan. Het goochelspel van Bamberg, 2 wafelkraamen en nog eenige andere kramen zijn klaar en de draaimolen is gekomen. Ik en Grietje hebben vandaag Doltina Wentink weggebragt tot aan Holm (Molen). Ik heb vandaag gelezen in ‘het nederlandsche magazijn’.

Dingsdag 27 Junij 1853. Het is vandaag mooi weer geweest. Ik heb vandaag een kwartje met het wieden verdient en daarvoor ben ik vanavond op de tweede rang van het spel van Bamberg geweest. Hij goochelden dat er een zakdoek werd in brand gestoken, dat men speelgoed uit een hoed en den kip met eieren uit een zak haalde. Ook kon hij raden hoeveel oogen men geworpen had een stukkende zakdoek weder heel maken enz.. Ook kon hij een bord en kaarten laten dansen en de kaarten die men getrokken had uit een blikken doosje laten springen, ook tooverde hij een zakdoek met ringen in een boltje en deed een boek witpapier in een boek met allerlei soorten van platen veranderen enz. Nu vertoonde men een tooneel stuk namelijk ‘de zoon van de huize of de remplasant van 15000 francs’ welk tooneel stuk ook al eens door Souverzin is vertoond geworden aan den Burg en in de Vergulde Kikkert.
Daarna vertoonde men gymnastische oefeningen, namelijk dat een man op de grond lag met handen en voeten naar boven toe en dat daarop menschen stonden. Later zette men twee stoelen neer, op elk van de stoelen stonden menschen, tusschen die stoelen ook een en boven op de man weer en nu hield men elkander vast en haalde toen de stoelen weg en stonden die menschen als deze figuur.
Toen vertoonde men het museum van levende beelden, namelijk Kain en Abel, Hagar en Abraham, Hagar en Ismael, het eerste regt van koning Salomo enz. het waren net als beelden (ofschoon het menschen waren) zoo stil stonden zij en zij waren zoo wit als gips. Het laatste van die beelden werd door Bengaalsch vuur verligt. Ik kwam om twaalf uren te huis en ben toen dadelijk na bed gegaan.

Woensdag 28 Junij 1854. Ik heb vandaag met Adraan Keijser gewandeld op de kermis. Ik heb vandaag geen cent verkocht.

Donderdag 29 Junij 1854. Ik ben vandaag in een tent geweest waar een jong hottentot te zien was, zoo als de opziener zeide.

Vrijdag 30 Junij 1854. Het is vandaag de laatste dag van de kermis. Ik heb vandaag een stuiver verkocht. Vanavond heeft Vader ook noch een mesje voor mij, voor Menno een trommel en een horologie en voor Katrina een kabinetje gekocht.

Zondag 2 Julij 1854. Gister is het ook nog kermis geweest en toen heeft de komedie ook gespeeld. Vandaag is het ook kermis geweest en toen heb ik een stuiver verkocht.


Terug naar de vorige bladzij