Zij is van jongs af aan bezig met tekenen,
binnen en buiten, ook onder schooltijd. In 1966 ontdekte
zij de mogelijkheden van keramiek. Meester Cornellis Dral
van de Kweekschool in Den Helder gaf haar de mogelijkheid
zich ook buiten zijn lesuren met alle vormen van
handenarbeid, maar vooral met keramiek bezig te houden.
Een studie MO aan de Academie voor Beeldende Vorming
volgde, maar een loopbaan in het onderwijs was niets voor
haar. Sinds 1975 noemt zij zich keramiste van beroep. Meestal maakt Irene dierfiguren, zoals KATTEN en allerlei VOGELS, waaronder futen, kieviten, ganzen, zwanen, plevieren, kuifeenden, enzovoort, uitgebeeld in gestileerd realisme, beschilderd met zelfgemengde aardglazuren. Alles vormt ze met de hand, zodat er geen twee hetzelfde zijn. Inmiddels, na ruim 30 jaar ervaring met het keramiek-proces, kan zij maken wat zij wil. Van klei kun je heel veel verschillende dingen maken, gebruiksaardewerk, maar ook louter siervormen en alles daartussen in. De vereiste handigheid om bepaalde vormen te kunnen maken moet door aanhoudend oefenen bereikt worden, net als andere mensen oefenen met andere kundigheden. Net als bij sport is het niet zo dat iedereen een record kan halen zonder trainen, het is niet zo dat een beginner meteen een grote kat kan maken. De grote uitdaging bij het werken in keramiek is het driedimensionale van de vormen: een kat gemaakt van klei moet van alle kanten gezien correct zijn vormgegeven. Bij een tekening is er maar een gezichtspunt, ook boeiend, maar minder moeilijk. Een andere uitdaging is het bereiken van de juiste kleur van het glazuur. Het betreft hier modderpapjes, die pas bij het glazuurbranden hun kleur krijgen. Soms is de verrassing over het bereikte resultaat aangenamer dan anders, maar altijd is het uitpakken van de oven een spannend moment. De techniek werkt soms mee, soms tegen. De weergave van diersoorten in klei kent beperkingen van vorm en kleur. Heel dunne snavels zijn niet in klei te maken, bepaalde kleuren kunnen niet met glazuur worden bereikt. Katten kunnen niet springend, vogels niet vliegend afgebeeld worden, althans niet ruimtelijk weergegeven. Glazuur is niet zoals verf, waarbij de kleur blijft zoals die wordt aangebracht. Men kan dan andere materialen gebruiken om de vorm toch te maken, een snavel van hout, een kleur aanbrengen met verf of nagellak. Men kan er ook voor kiezen die soort niet te maken. |
Het vormen van
een werkstuk: Eerst bedenken wat het worden moet, kat, eend, enz. De daarbij passende klei nemen, voor een kat grove klei, voor vogels fijne. Desgewenst een foto of tekening van bijv. een kat erbij nemen. Dan onderaan de vorm beginnen. In het geval van een kat bij de pootjes, dan de staart, de kop, en eindigen bij de rug. Alles netjes glad kloppen. Dit de volgende dag herhalen. De ogen en snuit er op tekenen. Drogen, minstens 3 weken, bakken op 700 graden, na afkoelen het glazuur opschilderen. Nog eens bakken, nu op 1100 graden. Na het afkoelen de fouten in het glazuur bijwerken en nog eens bakken. Dit proces duurt al snel een week of 5 of 6. Als het een grotere vorm is duurt de opbouw meerdere dagen. Steeds droogt het onderste deel, terwijl het bovenste wordt natgehouden d.m.v. een plastic zak. |
Klik
op de afbeelding voor het artikel.
Klik hier om Irene aan het werk
te zien op YouTube.
Vormen
die Irene maakt:Een filmpje over (echtgenoot) Kees Roselaar gemaakt door Vibeke Brugge. KATTEN, in allerlei houdingen, slapend of wakker. Een groot compliment kreeg ik van een herdershond die uitzinnig stond te blaffen tegen een kat van mij, die op de grond van een winkel niet ver van de straatdeur stond. POEZENBORDEN, zelfgemaakte of gekochte borden beschilderd met katten. VOGELS, soorten als zwaan (3 soorten, wilde, kleine en knobbel), eenden (eider-, berg-, kuif-, tafel-, topper-, witoog-, zwarte zee-, grote zee-eend, brilduiker, enz.) |
|