Dirk Boon en zijn gezin


Huizinga, Boon en Leen.

Trijntje Reijers Mulder (gb. ± 1778, ov. 21-06-1849), dochter van Reijer Evertsz Mulder en Antje Aries Koorn
Op 24-09-1800 getrouwd met Dirk Boon (gb. 17-04-1774, ov. 11-10-1851), zoon van Jacob Gerritsz Boon en Meijs Jacobs Boon
Hun huisje staat getekend op de Pachterskaart (1842 -1853), tegen de duinen aan de noordoostkant van de Fonteinsnol. De ‘gemetselde bak’ waaruit een echte bron liep was daar vlak bij. Hoe lang ze er hebben gewoond is niet bekend, op de kaart van 1810 staat hun huisje niet getekend. Wel zijn ze op de Mient gestorven en van daar uit begraven.

Boon

Kinderen:
Jacob: 10-09-1801 - 26-07-1821 Amsterdam
Antje: 15-11-1805 - 22-03-1867 getrouwd met Joost Pietersz Breeker op 14-03-1830, daana met Dirk Reindertsz de Vries op 22-03-1849
Gerrit: -1808 - 20-09-1889 op 18-11-1832 getrouwd met Trientje Pieters Kok, daarna op 01-10-1868 met Antje Alberts Mulder, weduwe van Nan Eelman en Wiegert van den Herberg
Reijer: -1811
Reijer: 30-06-1812
Simon: 30-10-1815 - 13-06-1850 getrouwd met Elisabeth Jans Duinker
Martje: 13-09-1818 - 20-07-1852 getrouwd met Gerrit Jansz Leen

Dominee Huizinga kwam er regelmatig, al noteert hij niet veel over deze familie:
11 September 1848. Des morgens naar de Mient. Bezoeken afgelegd bij Cornelis Gerritsz List, bij Aafje Teekes (zeer ziek). Bij C. Zutphen [Onderneming], bij Jacob Cornelisz Dijksen, bij Teunis Koorn. Hier koffij gedronken en een boterham gegeten. Bij Dirk Jansz Boon [bij Fonteinsnol]. Hier tref ik Bijl, de duiker van van Geuns aan. Uitvoerig gesprek over de noodzakelijkheid van het afschaffen van sterke drank. Hij schijnt dit zeer goed op te nemen en wil mij volstrekt op een glas wijn, dat hij bij zich had, tracteren.
Huizinga dacht dat de naam van de vader van Dirk Boon ‘Jan’ was.
5 Juny 1849. Bij Jakob Arisz Eelman op Oeperen koffij gedronken. Aldaar zijne vrouw Aafje Jakobs List. Pietertje Jacobs Wuis zeer arm, heeft maar weinige schapen. Veel last van haar onwijze zoon Cornelis Reijersz Eelman. Bij Pieter Gerritsz Eelman gegeten. Bij Dirk Boon de vrouw ziek. Ik des avonds nog bij Gerrit Leen en vrouw op de plaats van Lindgreen [Akebuurt].
26 Juny 1849. Gister, maandag, ik des voormiddags ter begrafenis van de vrouw van Dirk Boon op de Mient. Ik vervulde er tevens de plaats van voorlezer en sprak er een zeer ernstig en hartelijk woord. Na de begrafenis te 2 ure op den Burg gebleven.

Dirk Boon was nu oud en alleen. Uit de aantekeningen van Huizinga valt op te maken dat zijn dochter Martje met haar gezin bij hem kwam inwonen om hem te verzorgen. Over het overlijden van Dirk Boon schreef Huizinga niets op, vooral omdat hij in die tijd aan dagboekschrijven nauwelijks toekwam omdat hij met zijn eigen gezin in die tijd heel wat meemaakte - zijn vrouw Alida stierf na een moeilijke zwangerschap en rampzalige bevalling, met het kind, in het kraambed op 31 november 1851.
13 April 1852. Des voormiddags naar de Westen gewandeld, de weduwe R. Eelman bezogt en Jan Leens en P.G. Eelman en zijne dochter Martje (in ’t kraambed). Martje Boon vrouw van G. Leen bezogt. Vooral met hare oppasster Chrisje (gelijk overal) veel gesproken over mijne vrouw. Ik gevoelde levendig dat men alleen met hartelijke liefde zich liefde verwerft.
11 Mei 1852. Ik was bij de vrouw van Gerrit Leen. Zij is zwak. Hare help Chrisje gaat haar verlaten maar zij kan haar niet missen. Ik des avonds bij Pronk over de vrouw van Gerrit Leen.
6 July 1852. Extra warm, ik des namiddags naar de Mient. Gerrit Leen en vrouw bezocht, deze is zeer zwak. Naar Frans Koorn [Okushokkie], aldaar koffij gedronken.
21 July 1852. Gerrit Leen berigt mij het overlijden van zijne vrouw.
23 July 1852. Des voormiddags naar de Mient te 12 ure begrafenis van Martje Boon vrouw van Gerrit Leen. Ik lees vooraf eenige gezangen voor uit het Lutersch Zangboek en voer daarop het woord tot de aanwezigen. Frans Koorn vertelde mij onderweg dat Gerrit Gorter, een Roomsch gezinde mede hier aanwezig, mij eens had hooren spreeken bij de begrafenis van de vrouw van G. Wuis en daarover zeer voldaan was zoodat hij had gezegd dat hij wel een gulden had willen geven als zijne vrouw het ook gehoord had. Zij was nu hier.

27 July 1852. Gerrit Leen des namiddags hier, komt spreeken over zijne toekomst. Ik raad hem om vooreerst bij de zee te blijven.
Zijn vader Jan, weduwnaar sinds 18xx, woonde bij hem in de keet van Dirk Boon.
1 maart 1859. Ernstig gesprek met Jan Leen over drankmisbruik.
Huizinga was voortdurend bezig met het bestrijden van Sterke Drank, waarvan hij veel narigheid zag in de gezinnen van drinkers. Hij schreef er veel en vaak over.
20 Juny 1867. Ik gister voormiddag naar de Mient, begrafenis van Jan Leen (vandaar gereden met Jakob Koorn).

21 April 1870. Huizinga doet een rondje over de Mient: Ik des namiddags naar Gerrit Leen op de Mient, ziek. Daarna bij Aafje Teekes (aldaar [haar dochter] Grietje) koffij gedronken [Woutershok]. Haar 9 nummers Stichtelijke Blaadjes gegeven. Ik bij Jan Kikkert [Betwiste Rust/Kapberg], hij zelf niet thuis.

Boon

Detail van de domeinkaart Westermient-Texel RWS 1873.


7 April 1876. Zeer schoone dag. Des namiddags met Katrina een wandeling gemaakt naar de Mient, het Elzenbosch en over de Westen terug.
De keet van Gerrit Leen wordt afgebroken en verplaatst.


Over de oudste dochter van Dirk Boon werd ook wel eens wat genoteerd. Die had het zo te lezen niet makkelijk:
26 January 1853. Antje Dirks Boon is zeer ongelukkig door haar man Dirk de Vries, die haar vanmorgen had verlaten om zoo hij zeide, niet weer te komen.
18 September 1854. Twee wagens korte turf van Arie Ran en 1 wagen korte van Jan Rab en 1 dito lange van hem ontvangen. Antje Boon [heeft] ze gestapeld.
Zij [heeft] hier des middags gegeten met haar zoontje Dirk, een zeer stijfzinnige knaap, die volstrekt weigert eenig werk bij mij in den tuin te doen en daarmede wat te verdienen. Haar dochter Trijntje is nu bij Dirk Cornelisz Bakker en Jannetje Jans Ran (Roomsche menschen van den Hoorn) en heeft het daar zeer best.

3 January 1857. Grietje [?], de vrouw van Dirk de Vries komt met hare jammerklagten over haar man, een dierlijk-zinnelijke mensch, die zelfs het eten der kinderen opeischt voor zijn portie en deze [kinderen] laat verhongeren.
16 April 1861. Bij Dirk de Vries en Antje Boon [zij kwam gister haar nood klagen]. De zoon Pieter [Breeker] lijdende aan een zeer been. Bij Veenstra, hem opmerkzaam gemaakt op de behoefte van het gezin Dirk de Vries en het noodige eener verbetering dier woning. Veenstra meent dat de andere diakens wel zullen zeggen dat we van ‘t jaar niet veel doen moeten, omdat wij zoo veel kosten hebben met de pastorij aan de Waal. Ik doe hem het onregtmatige dier bedenkingen erkennen. De gewone zaken moeten evengoed voortgang hebben.
Antje was eerst in 1830 getrouwd met Joost Pieterz Breker, daarna met Dirk de Vries.

Simon Boon en Liesbeth Duinker, getrouwd op 2 september 1841
Kinderen:
Trijntje 1842-1851
Martje 1843 (Spang)-1925, getrouwd met Dirk Jansz Roeper, weduwnaar van Dirkje Zuidewind
9 October 1870. Avondmaal aan den Burg bediend door Bakker. Daarbij Bok [en gezin] en ook Gerrit List, die er in vele jaren niet was.
[Bezoeken] Te huis komende vond ik een brief van Dirk met het portret van zijn vrouw en kind, waarmede wij ons zeer verheugden.
Dirk 1845 (De Waal)-1914, getrouwd met Jannetje Jacobs Vlaming
Simon 1850-1875, geboren na de dood van zijn vader
Liesbeth was 34 jaar toen haar man stierf. Ze moest maar zien hoe ze in leven bleef met haar kinderen. Ze ging uit werken, maar dat vonden de buren, en Huizinga met hen, eigenlijk niet verantwoord (ook in die tijd was er kritiek op werkende moeders). Dat was wel zo, maar van voldoende steun was geen sprake, men gaf haar juist minder brood dan voorheen (omdat ze werkte?).
22 Juny 1852. Naar Ongeren. Pieter Willemsz Bakker klaagt dat Albert Keyser in de latere jaren, bij meerder voorspoed, zoo zeer in zijn nadeel veranderd is. Hij (Bakker) wil gaarne werken, maar ongaarne versmading verdragen. Hij begint reeds ‘s morgens te 3 ure zijn dagwerk en kan het nog niet goed maken. De vrouw melkt nog 150 schapen, maar met weinig voordeel, 5 kaasjes daags. 100 pond in de week geeft haar slechts 2 gulden.
Gesprek over de weduwe Simon Boon, zij is niet lui, wil graag wat verdienen, maar moest eigenlijk haar kinderen niet zoodanig aan haar lot overlaten [Huizinga vond 3 kleine kinderen, de oudste 8 jaar, moesten het huis en elkander bewaken].
Ik des avonds nog even naar Pronk om over deze vrouw te spreken, wie men de toelage der Diakonie met een half brood verminderd had.

24 Juny 1852. De weduwe Boon hier, verzoekende dat zij weder brood van de Diakens mag hebben.

14 July 1868. Gister Loman even hier. Hij vraagt of ik ook iets weet ten gunste van Simon Boon, zoon van de weduwe S. Boon van de Waal, die nu nog in de gevangenis zit. Ik zeg niets bijzonders van hem te weten.
17 April 1874. Ik naar P. Kuiper (Waal) het voorschrift gebragt voor een adres aan de Koning tot verkorting van de straftijd van Simon Boon, die cellulair te Rotterdam gevangen zit.
Jammer dat er niet bij staat wat Simon had gedaan- zat hij 6 jaar achtereen in de gevangenis of was hij voor de tweede keer veroordeeld? Waarom wilden ze hem juist nu helpen, was hij ziek? Of ze hem strafvermindering hebben kunnen geven vermeld het dagboek ook niet en als het al zou zijn gelukt heeft Simon er weinig plezier van gehad, omdat hij het jaar erop overleed.



Home