De Koogerweg |
Grindweg naar Koog Ooit was de Koog een welvarend dorp. Huijdekoper telde in 1655 121 haardsteden. In 1750 waren er 96, in 1810 30. Uiteindelijk zouden er rond 1900 10 huizen overblijven. PIETER VAN CUYCK vertelde over De Koog rond 1780: Thans naderden wy het arme Dorpje de Koog; dit legt in het midden van het zand, is onbestraat, en zonder boom of heester, behalven een brandnetelstruik, welke zich hier of daar vertoont; door het hooge duin, aan wiens voet dit Dorpje legt, wordt de noordzee gestuit, die er met zyne gedurige golven tegen klotst. Somtyds waait het hier zoo geweldig, en de grond is zoo los, dat de groentens, die de Predikant op de ééne plaats van zyn tuin zaait, op de andere plaats opkoomen. Tavernier
1796
Kadaster
1830
Overzicht van de Texelse wegen omstreeks 1840: Een voetpad van den Burg naar de Koog De Koogerweg loopende in een Noordwestelijke rigting van den Burg naar de Koog In de buurt van de Koog werden geen landwegen wegen genoemd die door de gemeente moesten worden onderhouden. Dubourcq
1848
Onbeduidende plaats in het zand Brief Burgemeester Keijser 25-1-1858: Hoe onbeduidend die school dan ook zij, en ofschoon de Koog wel niet meer onder de dorpen geteld moge worden, dient evenwel de gelegenheid voor onderwijs daar behouden te blijven, omdat langs de duinen en op de mientgronden bij die school kinderen zijn, waarvoor de afstand der scholen aan den Burg of den Waal te groot zijn. Kerstnovelle door J.K.G. Muller, Hoofd der School te Oudeschild, eerder te Koog: De gure noordenwind joeg sneeuw- en hagelbuien over velden en wegen, zoodat de zandweg tusschen de dorpen B en K, die, in den tijd waarvan we spreken, in slechten staat verkeerde, hoogst moeielijk te begaan was. DORPSWEG Eerste verzoek om een grindweg door de het dorp Koog aan te leggen 1865 Koog op Texel, 24 Mei 1865 Den Edel Achtbaren Heer Burgemeester en Wethouders en de Raad der Gemeente Texel L.S. De ondergeteekenden, bewoners van de Koog, Gemeente Texel, geven met alle bescheidenheid UEdel Achtbaren en de gemeenteraad te kennen, dat de noodzakelijkheid hen dringt verbetering te verzoeken van den bij hen bestaanden weg, gaande door het dorp. Die weg toch is geheel ongeschikt én voor den voetganger én voor rijtuigen, bestaande uit louter stuifzand, niet afkomende van de duinen, dewijl die aan de Koogzijde geheel begroeid zijn, een weg door de natuur zelve aangelegd. Even gelijk men zich ’s zomers verbeeldt in eenen zandwoestijn te zijn, zoo schijnt men des winters in een moeras rond te waren, zóó zelfs, dat in den verloopen winter dammen moesten worden gelegd om toegang tot de school te verleenen, en zelfs, bij tusschenpoozen het schoolportaal vol water stond. Dit alles te zamen maakt het loopen en rijden, in en door de Koog aller onaangenaamst en zeer moeijelijk. Het is dan vooral om bovengemelde redenen, dat de bewoners van Koog den Achtbaren raad beleefdelijk verzoekt, dien weg te laten verbeteren, door een, zij het ook zoo smal mogelijken weg van grind, schulp of steen, en belegging van groene zoden van het overig gedeelte van genoemd pad. Innig wenschen de ondergetekenden, dat het den Achtbaren Raad moge behagen een voor hun gunstig besluit te nemen, te meer daar van hun dorp niet, gelijk van en naar andere dorpen dezer gemeente, gebaande wegen bestaan. In afwachting van een gunstig advies, verblijven zij met de meeste hoogachting, Van den Achtbare Raad de Dienstwillige Dienaren J Jb Bakker, J.K.G. Muller [gezien het handschrift de schrijver van de brief], C Gorter, Jan Jacobs Hark, Weduw Pieter Eeleman, H.P. Koorn, Wed P. H. Koorn, PJ Bakker, P. Kuyper, C. Kuijp. LD Ridder, Willem Maas Hz, Klaas Brouwer Pz, Jan P Huisman. HP Boon, Arie S Duinker, Albert Mulder, Klaas Boon, C Kuip, J Huisman, P Duinker, Jb Bakker, G Achter Hof, D Kikkert, F Smits Bz, Gerrit Bakelaar, R Daalder, H: Luitzen, J Kuiper, Jakob Eelman Aan de EdAchtbaren Heeren Leden der Gemeenteraad van Texel Texel den 15e October 1866 Geven met de meest verschuldigde eerbied te kennen de ondergetekenden, allen ingezetenen van het dorp de Koog, binnen de gemeente Texel- Dat zij Uedel achtbaren wenschen attent te maken, op den slechten toestand van den weg, door het dorp dat zij bewonen heenloopende, waardoor hun het onderling verkeer zeer bemoeijlijkt wordt. Redenen waarom zij, overtuigd zijnde, dat de Gemeenteraad wel dit werk zover al gedaan heeft, in het belang van Texel in het algemeen, hun billijk verzoek niet zal afslaan, de vrijheid nemen UedelAchtbareren dringend te verzoeken, den weg door hun dorp heenlopende, voor zoo verre als dat zich uitstrekt, te begrinden of te bestraten, waardoor hun het onderling verkeer, vooral in wintertijd, veel gemakkelijker en gerieflijker zal worden. ’t Welk doende enzovoorts R. Daalder, H: Luitze, J: Kuiper, J Huisman, JKG Muller, P Kuyper, A: Mulder, YJ Witte, K Boon, W Dalmeijer, CC Kuip Gemeenteraad 26-10-1866 verzoek van ingezetenen van het Dorp de Koog … dat de weg door het dorp heenloopende zoude mogen worden bestraat of begrind, overwegende het moeilijke daarvan, opdracht aan B&W om te trachten de voetpaden in genoemd dorp zoo veel mogelijk te verbeteren. Men zal wel wat gaten gedicht hebben, maar beter werd het niet. Duinmeer voor de schooldeur: Brief 27-1-1871 Aan den Heeren Gedeputeerde Staten van Noord Holland Bij de School te Koog alhier is door verstuiving eenen laagte ontstaan, waardoor bij veel regen de toegang tot het schoollokaal wordt belemmerd. Ten einde daarin te voorzien wenschten wij die laagte te doen bestrijden en met zoden te beleggen. De pachter van den mientgrond, J. Hopman, wil gaarne eenige wagens plaggen afstaan, maar heeft daartoe de goedkeuring van UEdGA noodig. Wij zijn mitsdien zoo vrij UEdGA namens hem beleefdelijk te verzoeken, ons te veroorloven met goedvinden van den pachter voornoemd, eenige plaggen te doen steken van de Provinciale Mientgronden ten einde daarmede eene kleine uitgestrektheid grond voor het schoollokaal te Koog te doen beleggen ter voorkoming van verstuivingen. Herhaalde verzoeken om verharding weg door Koog Aan het Gemeentebestuur van Texel Koog op Texel julij 1873 Ondergeteekende ingezetenen van Koog op Texel, nemen bij dezen de vrijheid de aandacht van den Raad te vestigen op den slechten staat van den weg in het dorp, zij wijzen er op dat er nooit iets tot verbetering van dien weg is gedaan; dat zij, ingezetenen, het geheele jaar, s winters door water en zomers door het mulle zand, geen weg weten voor paard en rijtuig; dat er zelf geen voetpad in het dorp is. Reden waarom zij den Raad beleefd verzoeken, om eene harden weg int dorp, tzij steen of grint naar goedvinden van het Bestuur. Meenende dat hun verzoek niet onbillijk, de behoefte niet gering en den toestand aan den Raad genoegzaam bekend is, vleijen zij zich met eene gunstige beschikking op hun adres. Met de meeste hoogachting teekenen zij zich van UEdelAchtbare Uwe Dienaren. W. Jz. Dalmeijer Cornelis Kuip, H van Heerwaarden, H: Luitze, Jakob Zuidewind, K. Boon, CC Kuip, R Daalder, J. Kuiper, YJ Witte, C Maas Gemeenteraad 25-7-1873 Wordt gelezen een rekest van eenige ingezeetenen van het Dorp de Koog, het verzoek inhoudende om een straat of grindweg door het dorp te mogen hebben. De leden besluiten aan het Dagelijksch Bestuur optedragen hieromtrent onderzoek intestellen en zoo mogelijk eenige verbetering aantebrengen. Dezelfde brief werd in 1874 nogmaals verstuurd. Gemeenteraad 17-4-1874. Voorstel wegverbetering Koog, besloten dat wegens grote kosten te wijzen van de hand. ‘Dat men echter niet ongenegen is om zooveel mogelijk de behulpzame hand te bieden …. tot verbetering van de weg’. Raad 12-6-1874. 3 Weg in de Koog: Voorzitter heeft Reijer Daalder, Hendrik Luitze en Klaas Boon mondeling daarover gesproken, en magtiging gegeven tot eene proef met wier. Raad 26-6-1874. Weg Koog: proefneming tot verbetering gedaan, onderzoek, later op terug te komen. 1873
- Het huisje linksonder voor de kerk stond er
toen nog, dat werd later ook afgebroken.
Tenslotte werd eind 1874 een plan tot verbetering gemaakt. Raad 28-10-1874 Weg Koog: ‘naauwkeurig onderzocht door K. Bakker en W. Hillenius, door hen aanbesteed aan Jacobus Kuiper en Reijer Daalder. ‘Genoemde Heeren noodigen den Raad uit het werk te gunnen aan J K en R D, waarmede de Raad zich vereenigt’. Voorstel voor verbetering van de weg De Ondergeteekende belast met het onderzoek der Weg Verbetering in het Dorp de Koog op Texel, heeft de Eer aan den Raad mede te deelen Dat het hier gebleken is dat eene Weg Verbetering groote behoeften is En stelt alzoo aan den Raad voor om de Weg in het dorp de Koog te Egaliseeren en een laag liggend gedeelte, voor, beoosten en bewesten de School, ongeveer lang 100 Meter te verhoogen, en aan weerszijde een Voetpad aan te leggen van Taaije Zooden lang te Zamen ongeveer 600 breed 1 Meter De kosten zijn geraamd op 90 Gulden, dewijl het Voorstel is om genoemd Werk aan te besteden aan Reijer Daalder, met wie Onderhandeld is en Zich bereid heeft verklaard dit Werk volgens gegeven aanwijs voor gen: som Uittevoeren Ten tweede Om midden op deze Aarde baan aan te leggen een Rijweg Daartoe de grond Zooveel noodig en volgens aanwijzing Uittegraven en daarin te leggen een Wierbed van Voldoende dikte ter lengte van ongeveer 300 en breed 2 1/2 meter en daarna dit Wier met de uitgekomen grond te dekken Het overschietende terrein tusschen de Voetpaden en Rijweg 2 a 3 maal met goeden Knikkelhelm te beplanten, en genoemde Weg met de Zijwegen te onderhouden tot 1 November 1875 Wordt voorgesteld om dat Werk te gunnen aan Jakobus Kuyper te Koog voor de som groot f 150.- die genegen is dat Werk voor genoemde som volgens gedane Aanwijzing Uittevoeren en daar toe voor een heel deel Wier bijeen heeft verzameld. Texel October 1874 WHillenius GRINDWEG VAN DEN BURG NAAR DE KOOG Uiteindelijk werd toch, na veel verzoeken van de bevolking en overwegingen van de Gemeenteraad, besloten een grindweg aan te leggen. Daarvoor moest subsidie aangevraagd worden bij de Provincie en de Waterstaat. Ook toen was dat niet zo eenvoudig als men zou denken. Het toegezegde bedrag werd pas uitgekeerd na de aanleg en goedkeuring daarvan, zodat de Gemeente Texel vooraf geld moest lenen. Voor de ambtenaren van de Provincie tenslotte tevreden waren was er veel moeite nodig. Zij vonders bijvoorbeeld het metselwerk van de duikers ‘slordig’. Dat was misschien wel zo, maar niemand zag dat in de praktijk. Zo waren er meer bedenkingen. Burgemeester Loman moest hierover corresponderen en proberen de bezwaren op te lossen. Dat gaf meerwerk, en wie moest dat betalen? Intussen was de bevolking blij. Als er maar eerst een grindweg is… gedicht van Antje Cornelis Gorter (1886) Hier woont men aan het eenzaam strand Een nietig dorp met vruchtbaar land Maar al is ’t dorp nog zoo klein Zelf wil het toch niet nietig zijn Dat is zeer zeker en gewis Als er eerst maar een grindweg is. Men bouwt dan huizen als weleer En zet er dra een badhuis neer Veel brede straten legt men aan ’t Geeft werk al voor den arbeidsman Dat geloof ik zeker en gewis Als er eerst maar een grindweg is. De bemanning van de reddingsboot Die vormt er dra een visschersvloot Men graaft een haven in het zand En ziet men schepen aangeland Dat doet men zeker en gewis Als er eerst maar een grindweg is. Dan rijdt een tram of paardenspoor Men rijdt verheugd de straten door En ieder zegt dan recht verblijd “ Zie, nu begint de goede tijd” ’t Is waarlijk zeker en gewis Als er eerst maar een grindweg is. Een fraaie schouwburg wonderschoon Spant eens de burgerij tot kroon Een koffiehuis al met biljart Dat ook een danszaal wel bevat Dan is men vroolijk, zeer gewis Als er eerst maar een grindweg is. Een kerk, een school en al zoo meer Dan keert de Koog tot leven weer Dan gaan ze rijden blij te moe Naar de theetuin van Flora toe Dat is wel zeker en gewis Als er eerst maar een grindweg is. En eindelijk hebben ze ’t dan klaar De verwachte grindweg is nu daar De Koog, ’t zal haar vergeven zijn Is net zoo nietig, net zoo klein Ze zijn tevreden zeer gewis Nu toch de grindweg er maar is….. Grindweg
zonder paardenpad. De kerk heeft nog 2 ramen.
Aanleg
van een paardenpad van baksteen
De kerk heeft inmiddels 3 ramen, het huisje is weg, maar verderop is iets nieuws gebouwd. Dat het dorp tot leven kwam was misschien niet direct aan de nieuwe weg te danken, maar het zal wel gescheeld hebben dat de badgast er makkelijk kon komen. De nieuwe tijd begon. Gemeenteraad 18-12-1907 B&W stellen voor over te gaan tot bestrating met klinkers van de Dorpsstraat in de Koog over een lengte van 250 m en een breedte van 3 m ad f 1025,- De 30 Gemeenschappelijke Polders betalen van de totale kosten f 400,- GRINDWEG NAAR DE KOOG Correspondentie gericht aan Burgemeester D. Loman en zijn wethouders Koog op Texel den 1 October 1881 Aan den Edelachtbaren Raad der Gemeente Texel. Geven de ondergeteekenden uitmakende de Commissie, aan welke den eigenaren van de polders Koog en Everststekoog en verdere belanghebbenden, de zaak is opgedragen, beleefd hun verlangen te kennen naar een grintweg van af den Burg naar de Koog voor zoover die weg het Eigendom der Gemeente is, en verzoeken het EdA Bestuur vriendelijk aan dit hun verlangen te voldoen. De bloei van het Westelijk deel der Gemeente Texel hangt toch voor een groot deel van een harden weg af en daarom hebben ondergeteekenden, tot driemaal toe bij het Bestuur der 30 gemeenschappelijke polders hun verzoek ingediend, maar zijn door dat Bestuur verwezen naar de Gemeente als eigenares van den weg. Het laatste antwoord hebben zij de eer in afschrift UEdA hiernevens aan te bieden, met bericht, dat ook het Hoofdbestuur der Noord- en Zuidhollandsche Reddingmaatschappij steun en medewerking heeft toegezegd. Zijn de financien van dien aard dat de grintweg niet in eens kan gemaakt worden- ook niet als was het mogelijk dat Rijk en Provincie wilden helpen- aangenaam zou het requestranten zijn, indien het EdA Bestuur kon besluiten den weg in 3 jaren te maken en alzoo van zijn goeden wil blijken gaf. In afwachting en hoop op een gunstig antwoord, heeft de bovengenoemd Commissie de eer te zijn met de meeste hoogachting, Uw dienstw. Dienaren R Daalder, C Maas, C Kuip, PW Bremer, Jan P Witte PROVINCIAAL BESTUUR VAN NOORDHOLLAND Haarlem 29-1-1882 Aan den Heer Burgemeester van Texel Weg van den Burg naar de Koog De Hoofdingenieur van den Waterstaat door mij gehoord omtrent het door B&W Uwer gemeente aan den Minister van Financien ingediend adres om subsidie voor de verbetering van den weg van den Burg naar de Koog, heeft – in strijd met hetgeen in dat adres is aangevoerd- medegedeeld, dat er sedert den bouw van den Eijerlandschen vuurtoren, in de nabijheid van de Koog hoogst zelden schepen stranden en dat de hoeveelheid strandgoed aldaar uiterst gering is. Het is naar aanleiding daarvan dat ik de eer heb U te verzoeken mij eene globale opgave te willen doen van de strandingen die in de laatste 10 jaren tusschen den strandpalen 15 en 25 plaats gehad. Noordelijker dan paal 25 en Zuidelijker dan paal 15 zal het strandgoed vermoedelijk langs andere wegen dan den te beharden weg naar den Burg worden vervoerd. De Commissaris des Konings in Noordholland Gemeenteraad 17-2-1882 Grindweg Koog. Alvorens een beslissing te nemen nogmaals het gevoelen te vragen van het Bestuur de 30 gemeenschappelijke polders, betreffende zijn medewerking in geval tot eenen andere rigting van de weg dan die door het Bestuur wordt verlangd, mogt worden besloten. Raad 21-4-1882 Koogerweg. ‘Teekening dienaangaande wordt ter tafel gebracht’, inlichtingen. Voorzitter stelt voor ‘om in beginsel aantenemen dat de gewone Koogerweg zal worden verbeterd’, Met alle stemmen besloten. DB zal bij de Regering de noodige stappen doen ten einde die zaak tot stand te brengen. MINISTERIE VAN FINANCIEN afdeling Domeinen ’s Gravenhage, den 26 October 1883 De MINISTER, Beschikkende op het rekest van den Raad der gemeente Texel, Te kennengevende, dat de Gemeente, ter voorziening in eene sedert geruimen tijd bestaande groote behoefte, den weg tusschen de dorpen de Koog en den Burg wil verbeteren, Dat bijdragen in de kosten, geraamd op f 24.000.- zijn toegezegd door den Minister van Waterstaat, enz, de provincie Noordholland en de betrokken Waterschappen tot een gezamenlijk bedrag van f 18.400.- Dat de wegverbetering de waarde der in den omtrek daarvan liggende Staatsgronden zeer zal verhoogen, zoodat de Staat als grondeigenaar wordt gebaat door de uitvoering van het werk. En verzoekende, dat van wege het Domeinbestuur eene bijdrage wordt toegezegd van 1/10 gedeelte der geraamde kosten Gelet op het vroeger te dezer zake door de gemeente ingediend en van wege dit Departement aan den Minister van Waterstaat, enz, ter beschikking gezonden rekest waarop de toezegging van bovenbedoelde staatssubsidie is gevolgd, geeft den adressant bij afschrift dezer, te kennen, dat bij het bepalen van het bedrag van het door den Minister van Waterstaat, enz, toegezegd staatssubsidie reeds rekening is gehouden met het belang van den Staat als grondeigenaar bij de uitvoering van het werk; Dat bovendien van wege het Departement van Financien geene bijdragen kunnen worden verstrekt in de kosten van publieke gemeentewegen, weshalve het verzoek moet worden afgewezen; Dat de Minister echter, zooals reeds door het Departement van Waterstaat, enz, aan den Commissaris des Koning in Noordholland werd medegedeeld, bereid is om, behoudens de vereischte hoogere goedkeuring, de voor de rectificatie van den weg benoodigde Staatsgronden kosteloos aan de Gemeente aftestaan. Voor afschrift conform De Secretaris Generaal PROVINCIAAL BESTUUR VAN NOORDHOLLAND Aan Heeren B&W van Texel Haarlem 7-5-1884 N 46 Brief van 15-4-1884 N 177 Weg van den Burg naar de Koog Na kennisneming van Uwen in margine vermelden brief hebben wij besloten aan de Staten van dit gewest eene voordragt te doen om aan Uwe gemeente voor de verbetering van de weg van den Burg naar de Koog een subsidie uit de provinciale fondsen te verleenen tot een bedrag van 1/5 der kosten van het werk, mits niet te bovengaande de som van f 5000.- onder voorwaarde dat door het rijk voor een bedrag van van 2/5 der kosten worde verleend. De aan het slot van Uwen bovenbedoelden brief voorkomende mededeeling, dat het Uwe voornemen is nog in den loop van dit jaar met het werk der wegverbetering een aanvang te maken, geeft ons aanleiding tot de opmerking dat het toegezegd rijkssubsidie eerst op de Staatsbegrooting voor 1885 kan worden voorgedragen. Dat die begrooting in het laatst van dit of het begin van het volgende jaar wordt vastgesteld. Dat dus wanneer door de Staten overeenkomstig ons voorstel wordt besloten, eerst in het volgende jaar zekerheid omtrent het verleenen van het provinciaal subsidie kan worden verkregen en dat mitsdien zoo nog in dit jaar met de wegverbetering door U begin wordt gemaakt, zulks geheel zou geschieden zonder zekerheid dat de rijks en provinciale subsidien zullen worden verleend. Volgens de ons gedane mededeeling zal door de waterschappen de 30 gemeenschappelijk polders op Texel een deel in de kosten van het werk worden bijgedragen en zal eerstgenoemd waterschap de helft betalen in de kosten van onderhoud van den weg. Wij meenen U in overweging te moeten geven het daarheen te leiden dat met de besturen dier waterschappen overeenkomsten worden gesloten, waarbij zij zich verbinden tot het verleenen der toegezegde bijdragen. Wanneer die overeenkomsten zijn gesloten zal het ons aangenaam zijn daarvan berigt te ontvangen. Voorts zouden wij alvorens de voordragt aan de Staten tot het verleenen van subsidie in te dienen, een besluit van den raad wenschen te ontvangen waarbij uitvoering van den wegverbetering aan de goedkeuring van ons collegie zal worden onderworpen en waarbij de gemeente op zich neemt ten haren koste (behoudens de van het waterschap de 30 gemeenschappelijk polders op Texel te bdingen geldelijk bijdrage) in het verder onderhoud van den weg zonder tolheffing te voorzien. Wij noodigen U daarom uit aan den aan een voorstel te doen tot het nemen van een daartoe strekkend besluit. Gedeputeerde Staten der provincie Noordholland Voorzitter en Griffier De Raad der Gemeente Texel Overwegende dat eene verbetering van den weg van den Burg naar den Koog voor deze gemeente zeer wenschelijk is Gelezen eene missive van HH GS dezer Provincie dd 26-7-1882 N 31 en 10-10-1883 N 20 en eene missive van den Heer Minister van Binnenlandsche Zaken waarbij voorloopig het uitzigt wordt geopend op een Subsidie van wege het Rijk ad 2/5 en van de Provincie ad 1/5 mits het cijfer van f 5000.- niet te boven gaande. Gelezen een besluit van het Bestuur der 30 Gemeenschappelijke Polders van Texel, waarbij toezegging is verleend ad 1/6 en het voortdurend onderhoud voor een derde Gelezen eene missive van het Bestuur van Burger Nieuwland waarbij toezegging is gegeven om f 1000.- bij te dragen in de kosten van het werk Gelezen eene missive van HH GS 7-5-1884 N 40 Besluit Van wege deze gemeente zal de weg van af den Burg naar de Koog worden verbeterd en begrind, onder bepaling dat de bestekken aan de goedkeuring van HHGS zullen worden onderworpen en nimmer tolheffing op den weg zal plaats hebben. Aldus vastgesteld door den Raad der Gemeente Texel den 28 Mei 1884 PROVINCIAAL BESTUUR VAN NOORDHOLLAND Aan Heeren B&W van Texel Haarlem 25-6-1884 N 46 Brief van 14-6-1884 N 288 Weg van den Burg naar de Koog Het door U ingezonden besluit van den raad Uwer gemeente van 28-5 JL betreffende de verbetering van den weg van den Burg naar de Koog, bevat niet de bepaling dat in het onderhoud van dien weg nadar die zal zijn verbeterd, door de gemeente zal worden voorzien. Daar wij alvorens eene voordragt tot het verleenen van subsidie voor eene wegverbetering te doen, verzekerd wenschen te zijn dat de weg na te zijn verbeterd behoorlijk zal worden onderhouden, hebben wij de eer U uit te noodigen aan den raad voor te stellen, zijn besluit alsnog in dien zin aan te vullen, dat daarbij de verpligting tot onderhoud van den weg, behoudens de daarvoor door derden te verleenen bijdragen, door de gemeente wordt aanvaard. Het nader door den raad te nemen besluit zullen wij nog van U te gemoet zien. Gedeputeerde Staten der provincie Noordholland Voorzitter en Griffier PROVINCIAAL BESTUUR VAN NOORDHOLLAND Aan Heeren B&W van Texel Haarlem 12-11-1884 N 49 Brief van 28-6-1884 N 327 Weg van den Burg naar de Koog Wij hebben de eer U mede te deelen dat de Staten van dit gewest bij besluit van 7-11-1884 N XI aan Uwe gemeente voor de verbetering van den weg van den Burg naar de Koog een subsidie uit de provinciale fondsen hebben verleend tot een bedrag van 1/5 der kosten van het werk, mits niet te boven gaande de som van f 5000.- en onder voorwaarde dat door het Rijk een subsidie van 2/5 der kosten worde verleend. Wij verzoeken U, alvorens, na erlanging van het rijkssubsidie, tot de aanbestedingvan dit werk over te gaan, het bestek met daarbij behoorende specifieke begrooting aan onze goedkeuring te onderwerpen. Gedeputeerde Staten der provincie Noordholland Voorzitter en Griffier PROVINCIAAL BESTUUR VAN NOORDHOLLAND Haarlem 10-4-1885 Aan den Heer Burgemeester van Texel Brief van 8-4-1885 Weg van den Burg naar de Koog In antwoord op Uwen hiernevens vermelden brief, heb ik de eer in herinnering te brengen, dat het subsidie van de provincie voor de verbetering van den weg van den Burg naar de Koog, is verleend onder voorwaarde dat door het rijk een subsidie van 2/5 der kosten wordt verleend. Nu is wel door de regering een rijkssubsidie voor dit werk op de begrooting voor 1885 voorgedragen en door de Tweede Kamer der SG goedgekeurd, doch die begrooting is nog niet door de bevoegde magt vastgesteld en zoolang zulks niet heeft plaats gehad en daarna het rijkssubsidie niet door den Minister is verleend, kan ook op het subsidie der provincie niet worden gerekend. De nadere beslissing omtrent de subsidie zal dan ook door U moeten worden afgewacht. Ondertussen zouden de bestedingsstukken x Gedeputeerde Staten der provincie Noordholland Voorzitter en Griffier PROVINCIAAL BESTUUR VAN NOORDHOLLAND Aan Heeren B&W van Texel Haarlem 8-5-1885 Namens den Heer Minister van Waterstaat, Handel en Nijverheid heb ik de eer U mede te deelen dat op de Staatsbegrooting voor 1885 is uitgetrokken een subsidie van 2/5 der kosten van aanleg van eenen weg tusschen den Burg en de Koog op Texel, tot een maximum van f 10.000.- en dat zoodra met opgaaf der besteede kosten ut eene verklaring van den hoofdingenieur van den Waterstaat in het 9e district zal zijn gebleken, dat het werk naar behooren is uitgevoerd, op de uitbetaling van het subsidie orde zal worden gesteld. Ik geef U in overweging de bestedingstukken voor de uitvoering dezer ter voldoening aan het laatste gedeelte van den brief van GS van 12-11 JL N 49, ten spoedigste in te zenden. De Commissaris des Konings in Noordholland MINISTERIE VAN FINANCIEN N 69 ’s Gravenhage den 30-5-1885 Ik heb de eer UHEdG mede te deelen, dat ik bereid ben om de strook grond, noodig voor de voorgenomen rectificatie van den weg van den Burg naar de Koog op Texel kosteloos, overeenkomstig mijne ambtvoorgangers toezegging, behoudens de vereischte hoogere goedkeuring, aan de gemeente Texel af te staan, onder voorwaarden 1 Dat de Gemeente zich verbindt om de staatsgronden ter weerszijden van den nieuwen weg door wallen of slooten, naar mate een of ander noodig wordt geoordeeld, door den domeinopziener te Texel, van dien weg te doen afsluiten, en die afsluitingen ten genoege van den Staat te onderhouden. Deze afsluitingen kunnen worden gemaakt buiten de voor den weg noodig geoordeelde 10 meter breedte gronds, alzoo op de gronden dus staatseigendom blijven. 2 Dat de Gemeente de pacht van den voor weg en afsluitingen en genomende grond eerbiedigt en, als zij den grond noodig heeft voor het einde der pacht, voor de inbezitneming eene verklaring van den pachter overlegt aan den ontvanger der registratie en domeinen te Texel dat hij geen aanspraak maakt tegenover den Staat op schadevergoeding of pachtvermindering terzake van die inbezitneming. Het zou kunnen zijn dat de gemeente zoowel ter vermijding van de kosten eener notariële akte van schenking als ter voorkoming van het tijdverlies, dat het gevolg zou zijn van de bij schenking voor te behouden bekrachtiging bij de wet, de voorkeur geeft aan koop van de benoodigde strook grond, voorbehouden ’s Konings goedkeuring, boven kostelozen afstand. UHEdG kunnen des verlangende hierover in overleg treden met den ontvanger, die ook gemachtigd is om UHEdG vergunning te verleenen tot het steken en vervoeren van eenige wagenvrachten plaggen van Staatsgrond, ten einde daarmede het gevaar van verstuiving in het dorp de Koog tegen te gaan. De Minister van Financien PROVINCIAAL BESTUUR VAN NOORDHOLLAND Aan Heeren B&W van Texel Haarlem 17-6-1885 Het onderzoek van het bestek en de begrooting voor de verbetering van den weg van den Burg naar de Koog heeft ons aanleiding gegeven tot het maken van eenige bedenkingen. Alvorens onze goedkeuring aan de ingezonden bestedingstukken te hechten, hebben wij gemeend, U met die bedenkingen, vervat in de hierbij gevoegde nota, in kennis te moeten stellen. Het heeft onze aandacht getrokken dat in Uwen hiernevens aangehaalde brief wordt medegedeeld, dat de Raad Uwer gemeente en het bestuur van de Dertig Gemeenschappelijk polders zich hebben verbonden om voor het voortdurend onderhoud van deze weg voor gezamenlijke rekening zorg te dragen, terwijl in het raadsbesluit van 27-6-1884 is bepaald, dat het onderhoud voortdurend zal geschieden door en voor rekening Uwer gemeente, behoudens de daarvoor door derden te verleenen bijdragen. Naar aanleiding daarvan meenen wij te moeten opmerken, dat wij, wat het onderhoud van den weg betreft, ons houden aan hetgeen de Raad bij zijn besluit van 27-6-1884 heeft bepaald. GS van NH PROVINCIAAL BESTUUR VAN NOORDHOLLAND Aan Heeren B&W van Texel Haarlem 1-7-1885 Brief 23-6-1885 N 240 weg van den Burg naar de Koog Naar aanleiding van de bij Uwen hiernevens aangehaalden brief ingezonden gewijzigde bestedingstukken hebben wij de eer U mede te deelen, dat wij thans aan die stukken onze goedkeuring hechten. Het zal ons aangenaam zijn om, nadat het bestek zal zijn gedrukt, daarvan een zestal exemplaren te ontvangen. GS van NH PROVINCIAAL BESTUUR VAN NOORDHOLLAND Aan Heeren B&W van Texel Haarlem 15-7-1885 N 60 Brief 14-7-1885 N 297 weg van den Burg naar de Koog Naar aanleiding van Uwen hiernevens vermelden brief, hebben wij de eer mede te deelen, dat naar het ons voorkomt geene nadere toezegging noch van het rijkssubsidie noch van het subsidie der provincie voor de verbetering van den weg van den Burg naar de Koog meer behoeft plaats te hebben en dat thans tot de aanbesteding van het werk kan worden overgegaan; willende op de betaling der subsidien order worden gesteld nadat zal zijn gebleken dat het werk naar behooren is uitgevoerd. Het zal ons aangenaam zijn berigt te mogen ontvangen van den dag waarop de aanbesteding zal plaats hebben en later van den uitslag der aanbesteding. GS van NH 22-7-1885 VB Het GEMEENTEBESTUUR VAN TEXEL zal, op ZATERDAG 8 AUGUSTUS aanstaande, ’s middags ten 12 ure, ten Raadhuize der Gemeente bij enkele inschrijving publiek aanbesteden: Het maken van een KUNSTWEG tusschen den Burg en de Koog op Texel, ter lengte van ruim 6000, met bijlevering der benoodigde materialen. Bestek en voorwaarden zijn ad 25 Cent ter Secretarie verkrijgbaar. Aanwijzing Woensdag 5 Augustus ’s morgens 9 uur, te beginnen aan den Burg. De Burgemeester van Texel, D.C. LOMAN 19-12-1885 VB Texel, 18 Dec. Het dorp de Koog is gisteren telefonisch verbonden geworden met het post- en telegraafkantoor alhier. De Raad der gemeente Texel Overwegende dat tot het maken van een kunstweg van af den Burg tot aan het Noordeinde van het Dorp de Koog op Texel, benoodigd zijn eenige gronden aan het Domein behoorende, en uitmakende een gedeelte van de ongenummerde wegen bij het kadaster bekend in Sectie H N 1152, 1151, 1153 en 1168 ter gezamenlijke grootte van 44,46 are. Besluit Onder nadere goedkeuring van HH GS dezer Provincie, de hierboven bedoelde domeingronden van den Staat te koopen voor eene som van f 20.- en op verder overeentekomen voorwaarden. De Raad der gemeente Texel Overwegende dat voor de betaling der eerste termijnen van den aanneming van den kunstweg naar de Koog, in den loop van dit jaar ingevolge de bepaling van het bestek, eenige gelden benoodigd zijn Bsluit Onder goedkeuring van HH GS dezer Provincie, eene tijdelijke geldleening te sluiten, ten bedrage van f 8000.- tegen een rente van hoogstens 5 %, waarvan de aflossing zal plaatshebben op den 31-12 dezes jaars. Tot vinding van renten en aflossing dezer geldlening worden aangewezen de gewone inkomsten der gemeente. Aldus vastgesteld in de Vergadering van den Raad der Gemeente Texel den 27-8-1885 Goedgekeurd door GS Ook was het nodig een lening aan te gaan van f 20.000,- in afwachting van de toegezegde subsidie. PROVINCIAAL BESTUUR VAN NOORDHOLLAND Aan Heeren B&W van Texel Haarlem 21-10-1885 N 60 Brief 6-10-1885 N 434 Suppletaire begrooting Bij Uwen hiernevens aangehaalden brief werd aan onze goedkeuring onderworpen eene suppletaire begrooting dienst 1885, waarop zoo i ontvang als in uitgaaf worden geregeld de kosten van een te maken kunstweg van den Burg tot aan het dorp de Koog binnen uwe gemeente. De kosten daarvan worden bij die begrooting geraamd op f 24.600.- Bij eene [vlek] berekening moge dit cijfer aanvankelijk juist geweest zijn, thans nu het werk is aanbesteed kunnen die naar ons inzien eenigzins lager worden gesteld en wel op ± 23.350.- als volgens aannemingssom f 20.500.- kosten van onteigening enz f 450.- terwijl men daarenboven thans wil verwerken 2.400.- maakt 23.350.- Omtrent het verschil tusschen laatstgenoemde som en die welke op de begrrooting is gebragt zou het ons aangenaam zijn, ook in verband met Aan den EdelAchtbare Raad der Gemeente Texel De ondergetekenden landeigenaren en belangstellenden, geven met gepaste eerbied te kennen: Dat de gelegenheid, om naar en van hun landerijen te komen, in eene allertreurigste toestand verkeerdt. tn eerste zijn wij verpligt eene groote omweg te maken; ten tweede is de bestaande weg Herfst- en Winterdag niet te gebruiken, hetgeen groote last, en moeijelijkheid veroorzaakt; zoodat wij, met het oog op de bouwvalligheid der bestaande voetbrug over de Schildersloot, de vrijheid nemen, zich tot den Edelachtbaren Raad te wenden met het beleefd verzoek, dat tevens dringend is, met het ook op de moeijelijke omstandigheden, dezelve door een rijbrug te doen vervangen, waardoor in eene dringende behoefte wordt voorzien. Om eene hooge brug te maken kan geen sprake zijn; ten eerste om de groote kosten en ten tweede om de beperkte ruimte waarover men kan beschikken, zoodat er geen gelegenheid bestaat op deze wijze opritten te maken. Adressanten zijn genegen de kosten der benoodigde palen, balken en leggers voor den onderbouw, voor hunnen rekening te nemen om langs deze kant eene uitweg te verkrijgen ten einde uit dezen onhoudbaren toestand te geraken. Bovendien verklaardt eerste ondergeteekende, de grond voor bovengenoemd doel benoodigd, kosteloos af te staan, zoodat naar hunne meening de kosten eender rijbrug, na genoemde te gemoetkoming hunner zijde, voor de Gemeente niet hooger zullen loopen, dan de herstelling der bestaande voetbrug. Reden waarom adressanten zich met eene gunstige beslissing voor hunne belangen durven vleijen. Oude Schild Texel 4-9-1885 Hetwelk doende P Smit Rz, de Wed F Krijnen, C, Krijnen, C Boom, WG Baker, P Hin Sz, D Bakker Cz, JR Sant, C Pz Flen, D: Kunst PROVINCIAAL BESTUUR VAN NOORDHOLLAND Aan Heeren B&W van Texel Haarlem 2-12-1885 N 33 Brief 4-10-1885 N 431 Weg den Burg de Koog Naar aanleiding van uwen hiernevens aangehaalden brief hebben wij de eer U mede te deelen dat omtrent het daarbij gedaan verzoek ook de Hoofdingenieur van den Rijks-Waterstaat is gehoord. In overeenstemming met diens rapport hebben wij de eer U mede te deelen dat wij gehoord. In overeenstemming met diens rapport hebben wij de eer U mede te deelen dat wij genoegen nemen met de verwerking van eene meerdere hoeveelheid van 415 M 3 grind, echter onder deze voorwaarde, dat de volgens art. 10 van het bestek te leveren 300 M 3 grind die voor het eerstvolgend onderhoud is bestemd, gedurende het in bedoeld artikel genoemde onderhoud tijdvak op den weg worde verwerkt. Tegen de vervanging van kalkpuin door gaskalk of kalkbries bestaat bij dien Hoofdingenieur echter overwegend bezwaar. Dit bezwaar weegt bij ons niet zoo zeer, dat het ons aanleiding zal geven om ons aan de voldoening der Provinciale subsidien te onttrekken, doch wij meenen wel met oog op het van rijkswege voor de wegverbetering verleende subsidie U in overweging te moeten geven aan de voorschriften van het bestek voor zooveel het kalkpuin op het verder nog te maken gedeelte van den weg betreft stipt de MINISTERIE VAN FINANCIEN ’s Gravenhage, 21-12-1885 aan het Gemeentebestuur van Texel Beschikkende op het rekest van het Gemeentebestuur van Texel; Te kennen gevende: Dat voor het verbeteren van den weg van den Burg naar de Koog waarschijnlijk eenig Zand zal noodig zijn voor ophooging van en x deelen van dien weg; Dat dit Zand kan worden verkregen van domeingronden nabij de Koog, waar opgestoven hoogten aanwezig zijn; En verzoekende vergunning om het voorschreven doel Helder den 19e Januarij 1886 EdelAchtbare Heer! Gosteren werd mij op Texel medegedeeld dat de aannemer van den kunstweg Burg-Koog van daag zand zou gaan verwerken van de Staakmient, waartoe de Minister het Gemeentebestuur van Texel vergunning gaf bij besluit van 21-12 JL n 25. Aan mij werd medegedeeld dat van deze vergunning alleen gebruik mag gemaakt worden, nadat aan de Directie van den Waterstaat eene schriftelijke verklaring van den pachter dezer Rijksmient was overgelegd, dat hij tot die zandhaling onvoorwaardelijk toestemming geeft. Alvoorens dus zand te halen, ben ik zoo vrij UEdel Achtbare beleefdelijk om die schriftelijke toestemming des pachters te verzoeken. De opzigter van den Waterstaat L. Koot PROVINCIAAL BESTUUR VAN NOORDHOLLAND Aan Heeren B&W van Texel Haarlem 19-8-1886 N 33 Brief 19-7-1886 N 275 Weg den Burg naar de Koog Alvoorens Uwe aanvrage om utbetaling van het subsidie der provincie voor de verbetering van den weg van den Burg naar de Koog in behandeling te nemen, meenen wij eenige nadere inlichtingen van U te moeten verzoeken. Het heeft onze aandacht getrokken dat bij de uitvoering van dit werk in meer dan 1 opzigt van het onder onze goedkeuring vastgestelde bestek is afgeweken, hetgeen niet had moeten geschieden, dan na daartoe onze toestemming te hebben verkregen. Terwijl bij art. 6 van het bestek aan den aannemer was opgedragen het maken van 736 M lengte sloot, zijn of worden blijkens den overgelegden staat door hem geplaatst 952 M tuinwal. De vraag is gerezen waar men de meerdere lengte van 216 M tuinwal zal maken. Ook is het niet duidelijk van welke tuinwallen men bij de aanwijzing heeft bepaald dat zij niet ten laste van den aannemer zullen komen; in het bestek wordt betreffende dat onderdeel van het werk alleen in art. 12 iets bepaald (ten opzigte van reeds door de gemeente gemaakte tuinwallen) terwijl daarin overigens nergens van tuinwallen sprake is. Heeft men dus bij die aanwijzing bepaald dat de bij art.6 bepaalde 736 M sloot niet door den aannemer behoefde te worden gemaakt? Ook te dien opzigte is eenige meerdere opheldering noodig, vooral omdat in den overgelegden staat geen melding van korting op de aannemingssom wordt gemaakt voor niet gegraven slooten in de Domeingronden. Behalve de in Uw brief van 19-7 jl aangehaalde bijwerken komen op den staat nog meerdere nieuwe posten voor als: Aan meer geleverde kalk & andere puin f 463.75 Voor herstellen van heiningen 47.90 Voor onteigening werd bij de op 15 Mei 1885 ingediende begrooting eene som gesteld van f 400.- volgens den nu ingeleverde staat van uitgaven, bedragen de kosten daarvan werkelijk f 741.25 Bij onzen brief van 2-12 jl n 33 werd genoegen genomen met de verwerking van eene meerdere hoeveelheid van 415 M 3 grind. Volgens Uw brief van 27-6 jl N 230 schijnt men nu voornemens om slechts 300 m3 (dat is 115 M 3 grind minder) te laten verwerken. Alle deze punten vereischen nadere toelichting GS der provincie NH Bestek De aardebaan in het Dorp de Koog bij het huis van R. Daalder, zal in het midden der baan 0.70 M moeten worden verhoogd, de daarvoor benoodigde grond te halen van de Mient. PROVINCIAAL BESTUUR VAN NOORDHOLLAND Aan Heeren B&W van Texel Haarlem 13-10-1886 N 33 Brief 5-10-1886 N 275 Weg den Burg naar de Koog Naar aanleiding van Uwen hiernevens vermelde brief, hebben wij de eer U mede te deelen, dat in de volgende maand ten Uwen name zal worden betaalbaar gesteld eene som van f 4000.-, als eerste gedeelte van het subsidie der provincie voor den aanleg van den weg den Burg naar de Koog. De uitbetaling van het saldo van het subsidie zal niet worden gedaan dan nadat bij eene nadere van onzentwege te doene opneming van het werk zal zijn gebleken, dat alle werkzaamheden en leveringen behoorlijk hebben plaats gehad. Het zal ons aangenaam zijn van U te mogen vernemen wanneer die nadere opneming kan geschieden. GS van NH MINISTERIE VAN WATERSTAAT, HANDEL EN NIJVERHEID 14-10-1886 Dat omtrent de uitgevoerde wegverbetering een onderzoek aanhangig is en in verband daarmede de betaling van het Rijkssubsidie nog moet worden aangehouden. Alkmaar 29-10-1886 Geachte Heer Burgemeester! In beleefde beantwoording Uwe geeerde letteren dd gisteren, haast ik mij U mede te deelen dat ik sedert 2 maanden geen letter schrifts omtrent de zaak van den weg de Koog-den Burg heb ontvangen, en ten dien aanzien geheel zonder last of instructien ben. Zelfs de beslissing der Regering omtrent de uitbetaling der Rijksbijdrage, waarvan Uw schrijven melding maakt, is mij geheel onbekend, des te meer alzoo elke instructie omtrent de daarin bedoelde nadere opneming van den weg. Ik geef U echter volgaarne de verzekering dat, eenmaal in de verdere behandeling dezer aangelegenheid betrokken wordende, ik als dan gaarne zal medewerken tot het beëindigen daarvan en mijnerzijds de opneming en daarmede de uitbetaling van de Rijksbijdrage zoo veel mogelijk zal bespoedigen.- J. Welcker Ing: Waterstaat PROVINCIAAL BESTUUR VAN NOORDHOLLAND Aan Heeren B&W van Texel Haarlem 14-12-1886 N 33 Brief 11-11-1886 N 496 Weg den Burg naar de Koog Wij hebben de eer U mede te deelen dat bij de op 25-11 jl gedane opneming van den weg den Burg naar de Koog is gebleken dat aan vele der gemaakte bedenkingen is tegemoet gekomen, waar dat enkele onderdeelen den toets van goed werk nog niet kunnen doorstaan. Het profiel van den aarden baan toch is over het algemeen slecht afgewerkt. Een paar voor het verkeer minder veilige punten, waar heulen zijn gemetseld, zijn niet afgesloten. Een gedeelte der volgens opgaaf te maken tuinwallen ontbreekt. Enkele zeer aan verstuiving blootgestelde zandige bermen zijn onbezood. In de nabijheid van de telefoonpalen 33 rn 34, alwaar een gedeelte van den helm reeds in de vrij diepe daarlangs loopende sloot is afgeschoven is de weg minder veilig. De grint is onregelmatig op den weg verdeeld, zoodat op sommige plaatsen te veel aanwezig is, terwijl op andere plaatsen daaraan bepaald behoefte bestaat. De heulen [duikers] zijn slordig gemetseld vooral wat betreft de gewelven. En eindelijk is niet al de grind aangevoerd, die volgens het contract moet worden geleverd. Wij verzoeken U er voor te zorgen dat het noodige worde verrigt om ook aan deze bedenkingen te gemoet te komen en ons, wanneer dit zal zijn geschied, daarvan berigt te geven. Alvorens het juist bedrag van het provinciaal subsidie ten behoeve van deze wegverbetering kan worden vastgesteld, is het noodig, dat de boven de aannemingssom gedane uitgaven, gebragt op den door U overgelegden staat van uitgave, behoorlijk worden gestaafd door staten van meer en minder verrigt werk. Wij noodigen U daarom uit afschriften intezenden van de te dezer zake opgemaakte staten van meer en minder werk, welke tot grondslag hebben gestrekt van de op den staat der uitgaven gebragte posten. Voorts verzoeken wij U ons te willen inlichten omtrent de ligging en de grootte van de bij Uw brief van 22-8 jl N 342, sub 5 bedoelde afgesneden hoeken grond, waaromtrent de vraag is gerezen of zij wederom kunnen worden verkocht, of ten behoeven van den weg beschikbaar moeten blijven. Tot de uitbetaling van het saldo van het provinciaal subsidie al door ons niet worden overgegaan, dan nadat aan de nu nog gemaakte bedenkingen gevolg zal zijn gegeven en het juiste bedrag van het subsidie, na overlegging van de staten van meer en minder werk, kan worden bepaald. GS van NH PROVINCIAAL BESTUUR VAN NOORDHOLLAND Aan Heeren B&W van Texel Haarlem 22-12-1886 N 38 N 496 Weg den Burg- Koog Ten vervolge op onzn brief van 8 dezer N 20, hebben wij de eer U mede te deelen dat de Minister van Waterstaat, Handel en Nijverheid ons heeft berigt dat orde zal worden gesteld op de betaling van een gedeelte groot f 8000.- van het Rijks subsidie voor de verbetering van den weg van den Burg na de Koog,, en dat voor de uitkeering van het resterend gedeelte zal worden zorg gedragen zoodra berigt is ontvangen dat door U aan de gemaakte bedenkingen is te gemoet gekomen. GS van NH WATERSTAAT 9e district (NOORDHOLLAND) Alkmaar 11-3-1887 aan BM Texel Zoodra dit [nevengenoemde weg geheel voltooid en aan de bedenkingen van GS in NH tegemoet gekomen zou zijn] is geschied en de weg in voldoenden toestand verkeert, wordt ]de subsidie uitgekeerd] PROVINCIAAL BESTUUR VAN NOORDHOLLAND Aan Heeren B&W van Texel Haarlem 16-4-1887 N 33 Brief 11-4-1887 N 172 Aankoop van gronden ten behoeve van den Koogerweg Verzoek alsnog specifiek op te geven voor welke prijzen de aankop van de daarbij bedoelde gronden zou plaats hebben. Voorzitter GS van NH PROVINCIAAL BESTUUR VAN NOORDHOLLAND Aan Heeren B&W van Texel Haarlem 29-4-1887 N 33 Brief 11/21-4-1887 N 172 en 191 Aankoop van gronden ten behoeve van den Koogerweg Wij hebben de eer U hierbij te doen toekomen ons besluit van heden houdende goedkeuring tot den onderhandschen aankoop door Uwe gemeente van de gronden bedoeld in Uw voornoemde brieven en ingezonden stukken. GS van NH Met Besluit hiervan N 727 Texel 11-8-1887 brief 16-6-1887 Aan Heeren B&W van Texel Bij Uwe hiernevens aangehaalde brief wordt namens de Raad voorgesteld ter regeling van het onderhoud der kunstweg van den Burg naar de Koog te bepalen 1 Dat de eene helft van die weg zal zijn van af den Burg tot aan de deuken gelegen door de Koogerweg nevens het land van JC Bruin 2 en de Wederhelft, van daar tot aan het einde van dien weg ten noorden van de Koog, en de keuze van een dezer gedeeltens liefst aan ons overgelaten. Ter voldoening aan het besluit der vergadering van Hoofd Ingelanden dd 9 dezer hebben wij de Eer U bij deze te berigten- dat naar aanleiding van bovengemeld voorstel en keuze is besloten, voor rekening van het Waterschap in volgend onderhoud overtenemen, het 2e gedeelte, zijnde vanaf de duiker door de Koogerweg nevens het land van JC Bruin tot aan het einde van dien weg ten noorden van de Koog.- Het Bestuur van het Waterschap der 30 gemeenschappelijk polders op Texel JJ Roeper, Dijkgraaf S Keiser Pz Secretaris N 2349 B 5 Haarlem 20-12-1887 Uitkeering Rijkssubsidie grindweg Burg- Koog op Tessel Aan Heeren B&W van Texel Bij brief van 20-7-1886 N 276 is door UEdel Achtbaren aan den Minister van Waterstaat, Handel en Nijverheid bericht: ‘dat de kunstweg tusschen den Burg en het dorp de Koog alhier geheel is voltooid’. Daarbij was gevoegd: ‘een staat van de uitgaven van het werk waaruit blijkt dat de kosten zullen bedragen f 24588.44 1/2’. Door U werd tevens verzocht dat 2/5 daarvan (dus f 9835.37 1/2) ter Uwer beschikking zou gesteld worden. De daarop volgende opneeming gaf aanleiding tot eenige aanmerkingen, allen betreffende de uitvoering van de aanbesteding en werd in December 1886 voorloopig f 8000.- van het subsidie uitgekeerd, terwijl het overige ter Uwer beschikking zal gesteld worden wanneer aan de gemaakte bedenkingen die ter Uwen kennisse waren gebragt, zal zijn te gemoet gekomen. Bij brief van 18-8 jl N 428 is door UEdel Achtbaren aan den Ingenieur van den Waterstaat JW Welcher te Alkmaar ingezonden ‘een generale staat der kosten van het geheele werk’ ditmaal sluitende met f 25001.27 1/2 De tweede post voor bijwerk groot f 2983.13 wordt toegelicht door een staat aan meerder werk. Tusschen de opgaven in den ‘Staat van Uitgaven voor het maken van een kunstweg vanaf de Koogerstraat aan den Burg tot aan het Noordeinde van het Dorp de Koog op Tessel’ door U ingezonden in 1886 toen het werk ‘geheel voltooid’ was, en die voorkomende in den ‘generalen staat der kosten van het geheele werk’ met de specificatie van post 2 in den ‘staat van meerder werk’ overgelegd door U in 1887, bestaan groote verschillen. Alvorens aan den Minister advies uittebrengen over de bepaling van hetgeen nog als subsidie boven de reeds betaalde f 8000.- uittekeeren zal zijn, zou ik gaarne de onderscheidene verschillen boven bedoeld door UEdel Achtbaren nader verklaard zien. Beleefd verzoek ik U, Uw antwoord zooveel doenlijk te bespoedigen. De Hoofdingenieur van den Waterstaat in het 9e district PROVINCIAAL BESTUUR VAN NOORDHOLLAND N 60 Aan Heer BM van Texel Haarlem 22-12-1887 N 360 28-6-1887 Weg Burg Koog Bij den hiernevens aangehaalden brief werd ons berigt dat de weg van den Burg naar de Koog was voltooid. Volgens het ons door den Hoofdingenieur van den Provincialen Waterstaat uitgebragt rapport is thans werkelijk die weg in bevredigden staat opgeleverd en is aan de vroeger tegen de uitvoering van het werk gemaakte bedenkingen tegemoet gekomen. Intusschen valt thans nog te bepalen welk bedrag Uwe gemeente nog van het Rijk en van de Provincie te vorderen heeft. Daartoe zijn ons door den Hoofdingenieur overgelegde stukken hem door B&W Uwer gemeente toegezonden bij brief van 18-8 jl N 427 Die stukken komen ons echter niet voldoende voor tot het opmaken eener juiste aanwijzing van alles wat in afwijking van het bestek meer of minder is geleverd of verwerkt. Onduidelijk zijn onder anderen de opgaven van verwerkte hoeveelheden en van de eenheidsprijzen, onverklaarbaar schijnt het dat niet ook een deel van het minder werkt is overgelegd, evenmin zijn de verschillen toegelicht tusschen den nu overgelegden staat der geheele kosten van het werk en de opgaven vroeger verstrekt bij brief van B&W van 19-7-1886 N 275. Ten einde de bestaande onduidelijkheid zoveel mogelijk uit den weg te kunnen ruimen, verzoeken wij U thans ons met den meesten spoed te doen toekomen: 1 Alle bescheiden behoorende bij de gemeente rekening over 1886, die buiten de vaste termijnen der aannemingssom van f 4100.- ieder op den weg betrekking hebben, en die, voor zooveel wij kunnen nagaan, bestaan in de bijlagen der rekening, genommers: 725 aankoop van grond 28.35 1/2 728 idem 684.62 729 bijwerk aan den weg 2983.13 730 renten 650.- 731 rijtuighuur 21.50 2 de quitantien of andere bewijsstukken, der vermoedelijk voor of na 1886 gedane uitgaven voor den weg, te weten: f 35.- voor huur van grond 53.30 zegel- en registratieregt 25.37 brugleuningen 50.- opzigt bij ’t bijwerk Op onverwijlde toezending dezer stukken moeten wij ernstig aandringen, daar onze vergadering van den 28e dezer de laatste is, waarin wij nog kunnen beschikken over den begrootingspost, die bestemd is om er den laatsten termijn van ’t provinciaal subsidie uit te voldoen. GS van NH Samengesteld uit Gemeentelijke Archiefstukken 710 en 711, Gemeenteraadnotulen, Brievenboeken van de Burgemeester van Texel en krantenstukjes |