min Eerwarde moder ik lat u weten dat ik den brief van u Mijn eerwaarde moeder ik laat U weten dat ik de brief van U van den 10 nofember den 25 ontfangen hebben waar uit ik van 10 november de 25e ontvangen heb. Daaruit heb ik voorstan hebben als dat gi goodt loof nog vreis en gesont sijt begrepen dat U, God zij Lof, nog fris en gezond bent. waar over ik grotelik verbleit ben en hir neffens dat gi mi Daarover ben ik zeer verheugd en daarnaast dat U mij nit vergeten en heb en dat gene daag uit het osten en is gegan niet vergeten bent en dat er geen dag is vodrbijgegaan of gi heb an mi gedagt mit u gebeeden tot welvart van of U hebt aan mij gedacht bij Uw gebeden tot welzijn van mijn'seel en lichaem waar van ik gans voorblit been mijn ziel en lichaam. Ook daarover ben ik zeer verheugd. en ik heb uit uwe Brief voorstan als dat gi mijn gelefde moder Uit Uw brief heb ik ook begrepen dat U, mijn lieve moeder, mode nog wat Kleijding van noden wart om des willen nog wat kleren nodig hebt omdat dat gi niet al te wel tegen de koudt en kont Sijt dan mijn U niet al te goed tegen de kou kunt. Omdat U mijn uijt verkoren moder ik sendt u in deesen brief Een uitverkoren moeder bent zend ik U in deze brief een goude dukat om dat gi wat kleidere kont kopen tegen gouden dukaat om wat klederen te kunnen kopen tegen de koude winter de nu anstande is en verder mijn gelefde de aanstaande koude winter. En verder mijn geliefde moder voorsok ik dat gi mi in de gebeeden wilt indagteg moeder vraag ik U dat U mij in Uw gebeden indachtig wilt wesen op dat wi goodt uijt eeynen mont mogen lofen en zijn, zodat wij God als uit een mond zullen loven en danken van nu an tot yn alle Eweghet Amen danken van nu tot in alle Eeuwigheid. Amen. Mijn Erwarde Broeder Also ik uijt u brief voorstan hebben mijn waarde broer. Ik heb' dus uit Uw brief begrepen als dat gi ok beneffens u vrouwen kinderen en dat ook U, evenals Uw vrouwen kinderen verder mijn suster en swager goodt loof nog vris en en ook mijn zus en zwager Goddank nog fris en gesont sin en ik hop dat het lang mag duyren mijn gezond zijn; ik hoop dat het lang zo mag blijven. gelefde broder gi schreift mij dat de kalkofen vorkogt Mijn lieve broeder, U schrijft mij dat de kalkover I s mi onbekint so wanner als gi schreift so vorsok ik is mij onbekend. Als U mij dus weer schrijft, verzoek ik dat gi mi dat uit druklik wilt schreifen en desself U dat U mij dat uitdrukkelijk wilt schrijven en de orsak warom dat hi het u heft af genomen en verder reden waarom hij het U heeft afgenomen. En verder mijn beminde broder gi schreift mi als dat gi een nuit mijn beminde broeder schrijft U mij dat U een nieuw part hebt moten kopen het welk u lasteg gefallen stuk land hebt moeten kopen wat U zwaar gevallen is. is het welk ik wel gelofen wil maar mijn erwarde Dat wil ik wel geloven. Maar mijn waarde broder ik en wet nit of gi de beesten allemal di gi broeder ik weet niet of U alle beesten die U nu al heb hebt moten kopen of niet mar nu al hebt, hebt moeten kopen of niet, maar als gi di heb moten kopen dan sal het u al lastig als U die hebt moeten kopen dan zal dat U wel zwaar gefallen sijn mar mijn erwarde broder ik gevallen zijn; maar mijn waarde broeder ik en heb het nit in de magt mar als ik het in de magt heb het niet in mijn macht, maar als ik het in mijn macht of het gelt had ik sout het u gerne helpen maar ik of er het geld voor had, dan zou ik U graag helpen; en heb het neit ik heb wel vil lant mar dar van mot maar ik heb het niet; wel heb ik veel land, maar daar- ok vil betalt worden hir moten wi van de koesenten alle jaaren voor moet ook veel betaald worden. Van de koecenten van ons wel 40 gulden gefen en dan nog voor eder moeten we elk jaar zeker 40 gulden betalen en dan ook nog koe so vil sout en of wi het halen of nit wi moten voor elke koe zo veel zout; en of we het halen of niet dog de Cis dar van betalen so dat hir heft ok eder sijn we moeten toch de Cis daarvan betalen. Dus iedereen heeft hier ook last wi en mogen ons brot nit bakken nit brouwen of zijn lasten. Wij mogen ons brood niet zelf bakken en niet nit dergeleken het gene dat gi selfer dot dat moten wi brouwen en dergelijke; wat U zelf doet dat moeten wij don laten en van een knegt 3 gulden en van een magt laten doen en een knecht kost 3 gulden, een dienstmaagd 3 gulden van 2 knegten 6 gulden en also vervolgens so 3 gulden, 2 knechten 6 gulden en zo voort. Er komt dat hir komt van alles mer gelt als bi ons mar het kost van alles meer geld binnen als bij ons, maar het kost ok alles mer de 12 pont brot gelden 20 stufer mastrightlen ook allemaal meer; voor 12 pond brood is de prijs 20 maas- gelt en het pont booter 13 stufer ok mastrigter trichtse stuivers; eenpond boter kost 13 Maastr. stuivers. gelt en verder alles nar verfolgens maar als ik en zo verder. Maar als God mij wil zegenen, van godt mag gesegent worden dan heb ik goodt loof en dan heb ik - God zij geloofd en gedankt - dank goot van eten en drinken ik heb 2 verkens voldoende te eten en te drinken. Ik heb 2 varkens geslagt en een halfe koe de wagden 600 en 50 pont geslacht en een halve koe; die wogen 650 pond en 82 pont vet so dat ik en mijn vrouw wi wilde en gaven 82 pond vet. Daarom wilden ik en mijn vrouw is mar gi en schreift mij neit vor wi vil gelt verkocht is, maar niet voor hoeveel geld en wi dat den koper is Want gi kont wel dinken en wie dan wel de koper is. U kunt wel denken dat ik voorlang te weeten in wat vor handen dat min dat ik graag weet in welke handen mijn vaders goed vaaders godere kommen te verfallen want dat is de terecht is gekomen. Want dat hoort bij de aard van ons natur eijgen en gi schrift mi okdat u een stuk en U schrijft ook dat U een stuk landt is afgenomen van de vas den rameker di nam land is afgenomen door Vas de Rameker; die naam gerne dat gi mijn gelefde broder en u vrouw en graag dat u, mijn geliefde broeder, en Uw vrouw en en mijn mooder voor een wek of 3 bi ons mogt wese mijn moeder durende een week of 3 bij ons konden zijn wi souden ons grotelik vor bliden want het sout vil Wij zouden heel erg blij daarover zijn want het zou veel angenamer wiesen als ik u Personelik sprak als mit aangename zijn als ik persoonlijk met U kon spreken het schreifen der briefen gi schreif mi dat ik bi dan door het schrijven van brieven. U schrijft mij dat ik u te Kermes most komen het welk ik uit ganser bij U op de Kermis moet komen; dat zou ik van harte herten vorlangen maar de tit en lat het met mi willen, maar de tijd laat het niet toe altit neit touw door mijn eygen werk en ok door het eigen werk, maar ook door het reis gelt want gi kont wel dinken dat door het reisgeld; want U kunt wel bedenken dat ik wel 20 rixdalder mastreght ter gelt van noden dat ik zeker 20 Maastrichtse rijksdaalders nodig heb hebben om te huys te kommen en wederom mar om thuis te komen en weer terug. Maar ik hob dog door godes Segen even ik hoop toch met Gods Zegen eens wel nog te kommen min gelefde broder maar te komen, mijn geliefde broeder, maar van deese winter en sal het neit geburen deze winter zal dat niet gebeuren. maar so wanner het te pasen geburt dan sal Maar zou het met Pasen kunnen gebeuren dan zal ik het u wel weeten laten maar daar van ik het U laten weten, maar daar kan ik en kan ik u nog nits schreifen mijn gelefde broder U nu nog niets over schrijven. Mijn geliefde als u bekend is of de dogter van willem silfertant broeder als U weet of de dochter van Willem Silvertant di in ostinnie is nog in het lefen is en si genege die in Oost-Indië is, nog in leven is en zij het sijnde om ens an har te schreifen so heb ik hir prettig vindt dat ik haar schrijf, dan heb ik hier touw goude gelegenthit maar dan mot gi de voor goede gelegenheden; maar dan moet U mij het aderest van har ok schreifen en wel uitdruklik adres van haar bezorgen en wel heel nauwkeurig want anders en konde ik de briefen nit adereskeren want anders kan ik die brief niet juist adresseren. mijn gelefde broder ik en weit nu neit neuwes Mijn geliefde broeder ik weet nu geen nieuws meer; mar de Prinsgesijnde dreifen hir dagliks grote kurren (?) Maar de Prinsgezinden drijven hier dagelijks grote kurren mar ik sal u dese omstandighit in het Maar deze omstandigheden zal ik U een volgende ver volg ens schreifen en verder en weit maar keer schrijven. En weet dan verder ik en mijn vrouw winsen u alle Een geluk dat ik en mijn vrouw U allen een gelukzalig Saleg neuwe jaar verder alles wat winselik Nieuwjaar wens en verder alles wat er te is en hier mede brek ik met de pen. wensen is; en dan stop ik met schrijven. maar noyt mit heert maar hondert duijsent Maar mijn hart stopt niet; wel honderdduizend mal gegrot van mi en mijn vrouw gi mijn gelefde moder gegroet van mij en mijn vrouw. U, mijn geliefde moeder en gi min erwarde broder en mijn swegersen en u kinderen en U mijn eerwaarde broeder en schoonzus en Uw kinderen en u schonvader en mijn broder Joannes en mijn en Uw schoonvader en mijn broer Johannes en mijn suster en swager en har kindere en sit gegroot zus en zwager en haar kinderen en ook de groeten voor Andreis en Hendrikus Ubags en u moder Andries en Hendrikus Ubags en Uw moeder, susters en broders want ik seyn dat gi de schreif zussen en broers, want ik zie dat jullie de schrij- ers sit en ik sou wel verlangen te weten of gi andris vers zijn en ik zou wel eens willen weten of U Andries of u broder hendrikus getrout sit of neit en so gi of Uw broer Hendrikus getrouwd bent of niet en getrout sit so schreift mi dog ens met wat voor als U getrouwd bent, schrijf mij dan eens met welke vrouw person ik ben wel ver van u mar darom vrouw. Ik ben wel ver weg, maar toch dink ik dog nog wel an u want de oude nabere denk ik nog wel aan U, want de oude buren of oude lefde en is nog uit mij nit en so gi wat nuws of de oude liefde is nog niet vergeten en als U nieuws weit so schreift gi het mi dog wat:lt gi kont wel dinken ho dat weet, schrijf het mij dan; want U kunt wel denken hoe het het met de gene gat di nit lesen of schreifen en kan darom mot met iemand gaat die niet-kan lezen of schrijven. Dus moet d en schreifer wat dat hem dunk dar bi voogen het si van de de schrijver naar zijn goeddunken aanvullen van de omstandeghit di bi ons dagliks voorfallen dingen die dagelijks gebeuren bij ons. Hondert Duijsent mal goden dag Alle gode vrinden Honderdduizend maal goede dag alle goede vrienden Een bekende van mijn en mijn vrouw en ik vorblif en bekenden van mij en mijn vrouw en ik blijf U getrouwe vrind Hendrikus Maes Uw trouwe vriend Hendrikus Maes. Desen Brief an Jacobus Maes buyten mastright de bank klumen |