406. Dirk Hendriksz Maas
(5-3-1819 tot 20-1-1865)
Dirk trouwde op 17-9-1840 met Cornelia Lely (29-12-1815 tot 9-3-1880),
dochter van Willem Lely en Naantje Graaf. Beiden zijn gestorven in het
Gerritsland.
Hun kinderen waren Hendrik (1842-1926), Willem (1843-1927), Jan
(1846-1892), Klaas (1849-1929), Pieter (1850-1936), Naantje (1853-1918)
en Jannetje (1856-1857)
Wonen op de Westermient is iets anders dan wonen in
de Westermient
BB: Westermient: bij de foto van de na 1875 gebouwde
boerderij: Rond 1800 werd op huurgrond van de Staat de boerderij
gebouwd en in 1840 herbouwd.
In de tekst: In 1840 kan het pand herbouwd zijn. Dirk Johannesz
[Hendriksz] Maas en Cornelia Willems Lely trouwden dat jaar. Zij werden
de bewoners. In 1857 had Dirk een koe, 2 schapen en een varken. Hij
verhuisde in 1860 met zijn gezin naar Oeperen.
Bij Operen: 1859. Dirk Maas kwam met zijn vrouw Cornelia Lely vanaf de
Westermient. Zij vertrokken in 1864 weer daarheen.
Of er werkelijk al lang voor 1815 een huis heeft gestaan op deze plek
valt nergens uit op te maken, het staat niet op een kaart uit die tijd.
Wel staat het gebouwtje op de Pachterskaart 1842-1853, met als bewoner
J. Hopman. Het was tamelijk klein, niet groter dan het boerderijtje
Dennenlust van Jacob Koorn. De familie Maas kan daar niet gewoond
hebben in de jaren dat Hopman er woonde. Waar Dirk en zijn gezin toen
wel woonden? Het was ergens op de Westermient, maar waar?
Bewonerslijsten geven een
onduidelijk beeld
ALFABETLIJST Wijk Koog
Alfabetisch geregistreerde bewoners, gegevens op een blad per letter,
van 1859 tot ±1875, namen bijgeschreven in ander handschrift,
doorgestreept, meerdere namen op een adres- wat niet betekent dat die
mensen allemaal tegelijk daar woonden. Het is moeilijk om in lijsten
als deze de actuele bewoning weer te geven, veranderingen zoals
verhuizing en overlijden maakten de situatie per jaar verschillend.
Doorgestreepte namen zijn hieronder tussen ( ) geplaatst. Doorstrepen
betekende in de meeste gevallen dat deze persoon overleden was, soms
echter gaat het slechts om een verhuizing. Dat staat er niet bij. Alle
inwoners van wijk K stonden er op, alles ten noorden van de Rozendijk,
ook de Westermient en Gerritsland, tot aan de Waalenburgerdijk.
Hier het deel Westermient, met toegevoegd de plek waar het huis stond:
71 (Keijzer Jacob Maartensz) Dekker Antje Jans wed. Jacob M. Keijzer
Bremer Nanning (de Onderneming, Randweg)
72 Krijnen Jacob Porto Pieter de (keet bij Windy Ridge)
73 Nijssen Cornelis (keet aan de Tempeliersweg)
74 List Jacob Cornelis Houtwipper Gerrit Hendriksz (boerderij aan de
Tempeliersweg, later de Zwarte Schuur)
75 (Koorn Jacob Cornelis) Knol Jan (Dennenrust of Molenkoog?)
(83) 76 Maas Dirk Dirk wed Cornelia Lelie Leely Cornelia wed. Dirk Maas
(Maas Jan Dz) Maas Willem Dirksz. Verwey Wouter
77 Hopman Johannes vader en zoon (plaatsje Westermient)
78 Koorn Maarten (Dennenrust?)
79 Leen (Gerrit) Leen Jan (keet bij Fonteinsnol)
Dirk was weliswaar gestorven maar niet doorgestreept, wel schreef men
achter zijn naam ‘wed Cornelia Lelie’, terwijl bij de L werd genoteerd
‘Leelij Cornelia wed D Maas 76’
Nummer 83 was doorgestreept en vervangen door 76. Ze dus waren van
woning veranderd voordat Dirk dood ging.
Op 83 woonde na de familie Maas Klaas Borgman. Waar was dat?
Gezien de plek op de lijst was dat niet op de Mient, maar ten oosten
van De Koog, richting Ruigedijk. De tellers deden deze keer eerst de
route langs het Mienterglop, door het dorp en vandaar naar het zuiden
tot het Burger Nieuwland. Tenslotte deed men de rest van omstreken van
De Koog tot aan de Waalenburgerdijk.
Dienstbodegeld 1879: Verhuizing Koogermient 83 71 Klaas Borgman M 1 V 1
J 2 M 2
(van Koog-oost naar de Koogermient, naar een ander huis, geen geval van
verandering van nummer, wat weer valt af te leiden uit de namen van
omwonenden)
Welk huis dit ook was, het was zeker niet Oeperen, wat niet zegt dat ze
daar niet gewoond hebben. Arbeiders verhuisden vaak, sommigen zelfs elk
jaar, dus dat is niets bijzonders.
De zin ‘In 1840 kan het pand herbouwd zijn. Dirk en Cornelia trouwden
dat jaar. Zij werden de bewoners’ is beslist geen hard bewijs voor
zowel bouwjaar van het pand als de identiteit van de bewoners.
Het zou trouwens heel goed kunnen dat ze ook een tijdje op het plaatsje
Westermient hebben gewoond, bijvoorbeeld in de jaren voordat de familie
Hopman er kwam in 1848. Voor tegelijkertijdse bewoning door meerdere
gezinnen was dit huis veel te klein.
Fragment van Domeinkaart 1873, waarop links het huisje van Wouter
(1297), rechts dat van Jacob Koorn (811), midden de nieuwe boerderij
‘Westermient’ van Maarten Koorn (1303) en boven het oude plaatsje
(1309), waar Hopman gewoond heeft.
Uit de gegevens van de Burgerlijke Stand blijkt dat Wouter Verwey in
die administratie in 1859 nummer K 74 had. Cornelia Lely (wed. D. Maas)
had in 1869 K 81. Voor haar huisnummer staat daar ook 76. Dat wijst er
op dat ze niet samen met Wouter in één plaggenhut heeft gewoond, maar
dat ze een eigen woning had.
Waar was nummer 76? Aan de Randweg?
Van inwonen bij Wouter zal beslist geen sprake zijn geweest,
maar ook Jacob Krijnen en Guurtje Maas zullen Dirk en Cornelia met hun
kinderschaar niet bij zich in huis hebben genomen, in hun kleine keet
bij Windy Ridge.
Een mogelijke en waarschijnlijke woonplaats is het huisje dat aan de
Randweg stond waar nu het barbecueveld is. Dan is er geen onmogelijke
inwoningsconstructie nodig en de huisnummers volgen elkaar goed op. Er
stonden daar volgens de kaart van 1873 twee optrekjes.
Domeinkaart 1873, twee huisjes op perceel 1254
Een andere kaart uit 1873 waarop het hele Botgras te zien is
Kort na de dood van Cornelia werd het ene huisje afgebroken.
Bij het Botgras, nu Barbecueveld staat met potlood geschreven: Een
dezer gebouwtjes is weg.
Het andere gebouwtje was waarschijnlijk de schuur in het Botgras, die
door boswachter Min werd afgebroken en verplaatst naar de Nieuwe
Kwekerij in 1901.
Hetty Kooger zag op deze plek in 2010: sober leven, weinig vrouwen, een
waterplas, knollen, geen bollen. Dat is precies de familie Maas, de
plas was er voor de grote ontwatering van de Mient in 1880-1883 elke
winter en in natte zomers ook, het Botgrasmeer.
Ook voelde ze dat hier iets was dat onderdeel was van een grote
organisatie. De schuur van SBB!
De 76 in plaats van 74 bij Wouter zal dan wel een verschrijving van de
ambtenaar zijn geweest. Die is hoogstwaarschijnlijk niet helemaal naar
het keetje aan de Randweg gelopen, en zo wel, dan heeft hij niet goed
opgelet. Waar dat soort armelui woonde maakte toch niemand wat uit!
Ander huisnummer maar geen
verhuizing
Dienstbodengeld 1879
Westermient 46 76 Cornelis Gorter M 1 V 1 J – M 2
“ 53 77 Gerrit Witte M 1 V 1 J 1 M 3
Gerritsland 73 78 Cornelis Nijssen M 1 V 1
“ 64 79 weduwe Pieter Bakker M – V 1 J 3 M 1
“ 76 80 Willem Dirksz Maas M 1 V 1 J – M 3 1878
“ 76 81 weduwe D. Maas M - V 1 J 1
Westermient 78 82 Maarten Koorn M 1 V 1 J 3 M 1
“ 83 onbewoond [Verwey]
“ 84 onbewoond [Leen]
Hier werden ook schuren enz meegeteld.
In de Burgerlijke stand aantekening dd. 25-4-1872 inschrijving Jan
Maas, zonder nummer, tussen 80 en 81. Willem Maas op K 80 zonder
jaartal.
Een andere lijst (1879) liet die schuren weg, waardoor men andere
huisnummers kreeg, maar wel naast elkaar bleef wonen. Alle woningen
zijn te vinden:
K 53 Cornelis Gorter (keet aan de Paggaweg)
K54 Gerrit Witte (boerderij ‘Onderneming’ aan de Randweg)
K 55 Cornelis Nijssen Jacob Kikkert Jacob Eelman ((keet/huisje aan de
Tempeliersweg)
K 56 Antje Hoogheid wed. Bakker (huisje Tempeliersweg)
K 57 Willem Maas (keet bij Windy Ridge)
K 58 Cornelia Lely Pieter Dz Maas (keet op barbecueveld Randweg)
K 59 Maarten Koorn (boerderij ‘Westermient’ Grensweg)
Helmplanten
Seizoenswerk, anderhalve maand in de herfst en een maand in het
voorjaar. De losse werklieden hadden buiten het zomerwerk op het land
wel tijd voor. Elke verdienste was meegenomen! De aannemer van de
Waterstaat moest volgens onderstaande brief hun namen opgeven. Daardoor
weten we wie dit werk gedaan hebben. Dirk Maas en Cornelis Maas en hun
zonen waren daar steeds bij.
Brief Oude Schild te Texel 13
April 1854
aan WelE. Achtbare Heer Burgemeester!
Ontvangen hebbende eene Aanschrijving van den Ingenieur van den
Waterstaat den Heer P.J. Haijnard in dato 6 April 1854 N. 222 om nu en
in het vervolg bij elke Duinbeplanting de namen der Werklieden en de
plaatsen waar gestoken en geplant moet worden aan UWE. Achtb: op te
geven heb ik de Eer bij dezen te voldoen:
Namen der Planters en Aanwijzing
der Plaatsen van Helmsteken en Planten
D. Klasen W. Klasen G. Mulder J. Timoot
In de buiten en binnenduinen aan het Horntje
In de Uitgestovene gaten der binnenduinen van Neeltjesnol tot
Fonteinsnol
D. Maas J. Maas C. Schoenm:
In de Uitgestovene gaten en Raauwe plaatsen der binnen Richgel van de
Oude Kooi tot het bosch genaamd de Nieuwe Aanleg
P. Kuijper C. Maas H. Koorn C. Kales
In de Uitgestovene gaten der vroegere beplantingen van de binnen en
buitenduinen, Achter Everste Koog, bij de Zetingsnol bij en benoorden
de Koog.
In 1855:
Van de Fonteinsnol tot de Nieuwe Aanleg
D. Maas J. Schoenmaker J. Maas H. Maas P. Maas W. Maas
Van de Nieuwe Aanleg tot benoorden de Koog
C. Maas H. Koorn F. Gaas P. Maas T. Schafraad K. de Ridder K. Kuiper C.
Kales
Naamlijst der Werklieden die in de duinen van Texel, met
Steken en Planten van Helm, en Stroo, voor den Ondergeteekende Aannemer
W. Hillenius bezig zullen zijn van af heden tot ongeveer 15 November
1860
G. Mulder A. Smit S. Timoot D.Y. Klasen H. Klasen P. de Jager
S. Abnes H. Daalder D. Kooiman D. Daalder D. Kramer C. de Jager D. Maas
S. Schoenmaker J. Maas
H. Maas P. Maas C. Maas H. Kooren P. Maas T. Schafraad C. de Ridder J.
Kuijper
P. Kuijper C. Kales R. Daalder G. Kok P. Keizer A. Eeleman J. Kok C.
Eeleman
P. Kalf C. Hin W. Schaatsenberg A. Schaatsenberg J. Rotgans K. Huizenga
J. Vermeulen T. Platvoet G. Platvoet H. Platvoet A. Nierop J. Nierop C.
Kikkert [45]
Opgemaakt te Texel den 21ste Sept. 1860 W.Hillenius
Men werkte volgens deze lijsten meest in de buurt van de woonplek, de
familie Maas deed dan ook het werk rond de Westermient en Westerduinen.
Weduwe Dirk Maas
Als weduwe ging Cornelia de maatschappelijke ladder zeker niet op, al
had ze vijf flinke zonen die konden werken en voor haar zorgen.
De oudsten waren geboren in 1842 en 1843. Toen hun vader in 1865 stierf
waren zij al volwassen, de anderen (1846, 1849, 1850) echter nog niet,
maar ze konden wel allemaal werken en wat geld inbrengen. De jongste
dochter was 10. Er was van dit gezin maar een kind overleden, het
jongste dochtertje werd nog geen jaar oud.
Cornelia had een leven net als dat van Antje Dekker, een die een van de
naaste buurvrouwen was. De meeste kinderen van Antje gingen echter jong
dood, die van Cornelia bleven juist bijna allemaal in leven. Antje werd
veel ouder dan Cornelia, die had zeker een sterker gestel, want hun
levensomstandigheden verschilden erg weinig.
Ze woonden allebei zo dicht mogelijk bij het strand, al zal Cornelia
daar niet zelf heen hebben moeten lopen om brandhout te halen- zij had
5 zonen, Antje niet. Ze waren allebei erg arm.
Dienstbode op nummer 81 bij ‘wed. Dirk Maas’ was in 1879
Naatje van Heerwaarden, dochter van Hendrik van Heerwaarden. Kon die
arme oude vrouw zich een hulp veroorloven? Het doel van het opstellen
van de lijst voor het Dienstbodengeld was belasting heffen van diegenen
die zich een meid of knecht konden veroorloven. Zou de oude Cornelia
werkelijk een aanslag hebben gekregen? Welk bedrag had men gedacht van
haar te kunnen vorderen? Nog geen jaar later, in maart 1880 was
Cornelia dood.
Naatje was geboren in 1861, trouwde in 1882 met Maarten Pietersz Reij,
stierf in 1892. Zij was de jongste zus van Aaltje van Heerwaarden, die
in 1878 met Klaas Maas getrouwd was.
Cornelia kon blijkbaar zich niet meer alleen redden door ouderdom en
ziekte, maar werd niet bij haar kinderen in huis gehaald. Dat wilde ze
misschien ook niet. Op deze manier werd er wel behoorlijk voor haar
gezorgd (zie bij Klaas).
Misschien was ze op een merkwaardige manier het slachtoffer van de
opschoning van de Mientgronden. Bij de verpachting van 1870 wilde
Domeinen de percelen leeg opleveren. Er waren nogal wat clandestien
bouwsels op de Mient ontstaan. Men moest pacht betalen of vertrekken.
Het bleek dat zowel Wouter Verwey als Cornelis Gorter (Pagga) hun
huisjes zonder vergunning hadden neergezet. Ook Jacob Koorn en Jan
Hopman hadden gebouwen zonder vergunning, maar dat zal wel om schuren
zijn gegaan.
Maas en Leen stonden niet op de lijst van overtreders, wat inhoudt dat
zij pachters waren. De meeste aangeklaagden waren arme weduwen of oude
lieden, die tenslotte naar Den Burg gingen in de armenwoningen. Aafje
Teekes, de vrouw van Verwey, woonde bijvoorbeeld in 1873 in de
Molenstraat. Misschien zou Cornelia dat ook wel gewild hebben, maar zij
mocht in haar eigen huis blijven wonen. Zo werd haar leven nog eenzamer
dan het al was, zonder die buren.
Kort na Cornelia haar dood werd het huisje afgebroken, de schuur ‘in
het Botgras’ bleef staan tot boswachter Min die liet afbreken (1901).
Kinderen van Dirk Maas en
Cornelia Lely
517. Hendrik Dirksz Maas (18-7-1842 tot 11-2-1926)
trouwde op 22-4-1869 met Antje Witte (1840-1906), dochter van Jacob
Cornelisz Witte en Grietje Hendriks Nielen. Grietjes vader kwam uit
Gelderland. Hij was getrouwd met Martje van der Werf (niet katholiek).
Grietje leefde van 1810 tot 1888. Ze was geboren in De Koog, gestorven
op de Westermient.
Kinderen: Dirk (1870-1922), Jakob (1870-1902), Keetje (1872- ), Grietje
(1874- ), Jannetje (1876-xx), Trijntje (1878-1879), Hendrik (1879-xx),
Cornelis (1881-1881) en Cornelis (1883-xx).
Hun kinderen werden geboren in Den Hoorn, De Westen, De Mient, De
Westen, Operen, De Westen en Operen.
Dienstbodegeld 1879:
42 32 Huisman Aagje wed. Hopman
33 Spigt Johannes Az
54 34 Maas Hendrik
51 35 Sandifort Jacob, Boon Pieter
Was dat ergens in het Mienterglop?
518. Willem Dirksz Maas (8-10-1842 tot 1-6-1927)
De familie Maas was katholiek. Zij mocht meemaken hoe in 1853 de
kerkelijke Hierarchie werd heringevoerd en de in Nederland los geworden
katholieke structuur weer in de oude trant werd hersteld. Toen de paus
om hulp vroeg trokken veel Nederlandse jongens naar Rome. Willem Dirksz
Maas was een van hen. Hij diende 2 jaar als pauselijk Zouaaf.
Over diens belevenissen schreef zijn ‘oom’ (neef van grootvader) Willem
Maas naar de familie in Limburg:
Texel den Burg feberwaers 1868
Verder moet ik U iets schrijven van Rome, daar zijn 8 Jongens van Texel
naar Rome gegaan om dienst te doen bij de Paus. Daar [bij] is een zoon
van een [zoon] van wijlen Hendrik Maas, onze Oom, die naar mijn naam
genoemd is, Willem Maas. Daar krijgen wij gedurig brieven van op Texel.
Daar heeft het bijzonder toegegaan, 28 en 29 October was Garibaldi met
12000 Vrijwilligers opstandig tegen de Paus, op 2 uren [gaans] na
genaderd. Toen is een Armee Fransen in Rome gekomen en toen zijn 4000
Franse en 2000 Pauselijke troepen, die hebben de opstandelingen geheel
verslagen. 5000 dode en 1400 gevangenen, de overigen zijn gevucht. En
in Rome hebben ze de Kazernes ondermijnd en een Gedeelte is in de Lucht
gesprongen. Maar gelukkig waren de Pausselijke [soldaten] daar niet in.
Daar waar maar een enkele dode en gekwetste. En bij het gevecht van 28
en 29 October waren maar 16 doden, 34 gekwetste. Het Verlies van de
Fransen is niet opgegeven.
Burg op Texel den 14 Janwarie 1869
Geachte Neef, ik heb met het Nieuwe [Jaar] een Brief ontvangen uit Rome
van een Neef Willem Maas. Zij leggen op de Grens van de Koning van
Italië. [Zij] zijn met 7 Tesselaars en het [is] daar tegenwoordig
Rustig.
Burg op Texel den 18 Janwaerie 1870
Ik laat Ued weten, toen ik de Brief van U ontving, kwam een Neef van
mij in huis, genaamd Willem Maas, een Kleinzoon van zaliger Oom Hendrik
Maas, die naar mij genoemd is. Ik was zijn Doopborg. Die kwam uit Rome,
die heeft zijn tijd uitgediend. Die heeft ons gezeid van de
plechtigheden die in Rome waren toen het Concilie geopend is op de 8e
December op de feestdag van Maria Ontvangenis. Toen hebben zij de
Kanonnen van het Fort de Engelenburg [afgeschoten] met de Klokken [te
luiden] van 500 Kerken het Concilie ingehuldigd.
Hij heeft de processies bijgewoond om de Straten vrij te houden om de
processies niet te verhinderen. De processie gingen uit de Sint
Pieterskerk naar [de] Onze Lieve Vrouwekerk. En de Paus droeg het
Hoogwaardigste onder een hemel, die van 8 Kardinalen gedragen werd.
Daarachter gingen 600 Bisschoppen en 42 Kardinaals. De Neef heeft ons
vrij wat gezeid van de plechtigheid.
Ik heb een Nicht bij mij voor huishoudster genoemd Jantje Maas.
Texel Burg den 20 Janwaere 1871
Ik moet Ued de Groeten [doen] van een Neef genaamd Willem Maas, die
hier is gekomen uit Rome, die heeft onder de Zouaven gediend en toen de
Italianen Rome ingenomen hebben moesten zij de Wapens neerleggen. Zij
zijn over Zwitserland en over Duitsland weer in Holland gekomen. Zij
hebben in Aken gepassagierd en zij zijn in Maastricht vriendelijk
ontvangen.
Nog eens de groeten van mij, Uw Oom Willem J. Maas en van de Kinderen
van zaliger Hendrik Maas. Aan Ued allen met Achting met Zegen tot in
der Eeuwigheid. Amen.
Statenloos
Toen Willem weer thuis op Texel was had hij zijn Nederlands
staatsburgerschap verloren door in krijgsdienst van een vreemd land te
treden.
Hij trouwde op 25-6-1874 met Elisabeth Verberne, dochter van Jacob
Verberne en Gerbrig Hopman. Al hun kinderen zijn geboren op Texel,
hoewel ze van 1880 tot 1884 (volgens BB) naar Nieuwer-Amstel zouden
zijn geweest, waar zijn zuster Naantje woonde. Nadien, terug op Texel,
woonden ze op het Sandershuis.
Volgens de Alfabetlijst 1859 woonde hij met de hele familie Maas op
nummer 76 en op de lijst Dienstbodegeld op 80. Zijn moeders huis had
toen nummer 81.
Westermient (83) 76 Maas Dirk Dirk wed Cornelia Lelie Leely Cornelia
wed. Dirk Maas (Maas Jan Dz) Maas Willem Dirksz. Verwey Wouter
Gerritsland 73 78 Cornelis Nijssen M 1 V 1
“ 64 79 weduwe Pieter Bakker M – V 1 J 3 M 1
“ 76 80 Willem Dirksz Maas M 1 V 1 J – M 3 1878
“ 76 81 weduwe D. Maas M - V 1 J 1
Westermient 78 82 Maarten Koorn M 1 V 1 J 3 M 1
“ 83 onbewoond [Verwey]
De kinderen van Willem en Betje waren Cornelia (1875-1927 Halfweg),
Gerbregdina (1876-1958 Den Helder), Jannetje (1878-1963), Jacob
(1881-1955 Amsterdam), Dirk (1884-1952), Hendrik (1887-1965) en Pieter
(1889-1967 Amsterdam). Van deze 7 kinderen bleven er slechts 3 op Texel.
519. Jan Dirksz Maas (5-2-1846 tot 29-2-1892)
Jan trouwde op 25-4-1872 met Jantje Huisman, dochter van Jacob Huisman
en Aagje Hin. Hun zoon Dirk (27-12-1873 tot 26-9-1944). Aagje kwam in
1876 op 30-6, ze stierf in 1931 in Nieuwendam..
Westermient (83) 76 Maas Dirk Dirk wed Cornelia Lelie Leely Cornelia
wed. Dirk Maas (Maas Jan Dz) Maas Willem Dirksz. Verwey Wouter
Toen Jan trouwde met Jantje Huisman schreef de ambtenaar van de
gemeente Texel in de Burgerlijke Stand als woonplaats ‘zonder nummer
tussen 80 en 81’. Daar zijn ze niet lang gebleven, hoogstens anderhalf
jaar, maar waarschijnlijk korter, want de dienstverbanden van de
boerenknechten wisselden eind maart. Dirk werd geboren in de Hal. Later
woonden ze in Eijerland.
Jan was Armenvoogd RK-kerk De Cocksdorp. Hij stierf op de hoeve Madura.
Jantje hertrouwde met Cornelis Schoenmaker.
Cornelis Jansz Schoenmaker (1859-1936) trouwde in 1893 met
Jantje Jacobs Huisman (1849-1897). Jantje was weduwe van Jan Dirksz
Maas (1846-1892), die was gestorven op hoeve Madura.
(BB) Met Cornelis woonde ze op de Molenkoog in het Gerritsland. Hij
huurde het plaatsje met 60 are land. Men zou verwachten dat hij in 1899
op de bewonerslijst zou staan, maar dat is niet het geval.
Zijn ouders en hij waren Dienstboden op Hermanshoeve bij Jan
Pietje Witte:
Op nummer 1 bij Jan Pz Witte: V van C Schoenmaker, Cornelis
Schoenmaker,
doorgestreept zoon Gieles, korrektie Gerrit Schoenmaker zoon van Jan
Schoenmaker
Zelf was hij knecht bij Maas in De Koog:
1899 65 46 Maas Cornelis, Maas Pieter, ‘dienstbode Schoenmaker
Cornelis’ of was dat zijn neef?
520. Klaas Dirksz Maas (2-10-1849 tot 30-4-1929)
trouwde in 1878 met Aaltje van Heerwaarden. Zij was de oudste dochter
van Hendrik van Heerwaarden en Jannetje Jacobs Hin van de
Catharinahoeve, geboren in 1853. Hun kinderen waren Jannetje
(1879-1881), Dirk (1880-1950), Jannetje (1881-1973), Cornelia
(1883-1916), Hendrik (1884-1884), Hendrik (1885-1928), Willem
(1888-1889), Hendrika (1889-1969), Anna Maria (1891-1892), Willem
(1895-1918).
Aaltjes broer Jacob was in 1882 getrouwd met Jannetje Willems Bakker,
die woonden op het Langebosch. Zuster Antje trouwde in 1876 met Arie
Jansz Zijm. De jongste, Naatje was geboren in 1861, zij trouwde in 1882
met Maarten Pietersz Reij, en stierf in 1892.
Klaas en Aaltje woonden volgens de Alfabetlijst op nummer 95, maar waar
was dat?
Op 93 woonde Marten van der Vliet bij de Ruigedijk, en op 96 Klaas van
der Werf, Mienterglop of Koogerveld.
Nicht Trijntje Maas was met Klaas van der Werf getrouwd, misschien was
dat een reden om daar te gaan wonen. Broer Hendrik woonde ook ergens in
die buurt. Niet helemaal onder vreemden, maar het was wel erg ver van
de Westermient.
Het Dienstbodengeld zette hen in 1879 op nummer 85, tussen 84 onbewoond
en 86 Pieter Fransz Koorn. Deze laatste woonde na zijn huwelijk in 1878
op de Betwiste Rust, waar hij tot de dood van zijn vrouw Trijntje Jans
List in 1914 bleef wonen. Dat zou betekenen dat nummer 85 Hoog Koog is-
andere huizen waren er toen niet. Dat plaatsje was eigendom van Gerrit
Schrama, die toen zelf op de Catharinahoeve woonde. Schrama zou Hoog
Koog hebben laten bouwen, zijn zoon Jacob woonde er van 1875 tot 1878.
Het werd daarna verhuurd, maar in 1882 door Meijert Willemsz Bakker
gekocht. Die bleef echter nog tot 1889 op Martinushoeve wonen. Waarom
eigenlijk?
Hoog Koog is een stuk dichterbij dan het Koogerveld, maar toch niet
meteen om de hoek, niet dichtbij genoeg als er een zieke moeder
intensief verzorgd moet worden.
Misschien waren Willem en Elisabeth in die tijd, in 1879, vertrokken
naar de Overkant en woonden Klaas en Aaltje nog in het Koogerveld toen
hun moeder extra hulp nodig had. Broer Pieter woonde nog thuis bij
moeder, maar die zal overdag wel te werk zijn gegaan.
Als dit verhaal de werkelijke gang van zaken weergeeft is het ook
duidelijk waarom ze in 1879/80 een zusje bij hun oude moeder in huis
lieten helpen of inwonen, want het zou bezwaarlijk zijn om zelf elke
dag heen en weer te lopen, zeker als er veel verzorging nodig was.
Klaas en Aaltje kwamen op Windy Ridge na 1882 (BB: 1886).
Broer Pieter had het stenen huisje ‘Windy Ridge’ laten bouwen
en later voor zichzelf een ander huisje in het Gerritsland (een
voorloper van de ‘Bonte Koe’) zodat Klaas en zijn gezin naar Windy
Ridge konden gaan. Daar woonden ze tot hun dood, met hun grote gezin in
dat kleine huisje.
Links Hendrik Klaasz Maas, naast hem Klaas Dirksz Maas 1906
521. Pieter Dirksz Maas (21-12-1850 tot 29-7-1936)
Huisje in Gerritsland, later de Bonte Koe.
Huishoudster Kneelie Schaatsenberg.
Piet Prikslee
522. Naantje Dirks Maas (2-7-1853 tot 17-12-1918 Santpoort)
trouwde op 21-6-1877 met Cornelis Buisman (1852-1920). Cornelis
overleed op Texel. Hun kinderen waren Gerberdina Hendrika (1878-1888),
Dirk (1880-1880, Cornelia (1881-1918), Johanna (1883-1914), Theodora
(1884-1886), Agatha Lucia (1886-1968), Theodora (1888-1888), Thomas
Johannes (1889-1891), Theodorus (1891-1892) en Thomas (1893-1965)
Alle kinderen behalve het eerste werden geboren in Nieuwer Amstel.
Overlijden in Santpoort wijst erop dat Naantje daar in het gekkenhuis
was opgenomen, wat na zo’n rampzalig aantal verloren kinderen en alles
wat daar bij komt, niet verwonderlijk is.
Naantje overleefde ook haar 2 getrouwde dochters Cornelia en Johanna.
Alleen Agatha en Thomas werden oud.
523 Jannetje Dirks Maas (20-10-1856 tot 18-7-1857).
|