De 1 april-feesten van 1872


Wie kan zich nog herinneren dat de meester op school op 1 April de klas herinnerde aan de gedenkwaardige gebeurtenissen van die datum? Meester vertelde spannende verhalen over de Watergeuzen voor Den Briel, de ommekeer in de Tachtigjarige Oorlog, het begin van de losmaking van Spanje, avonturenverhalen verteld aan kinderen die niet echt begrepen waar het om ging. Na afloop van zijn les zong de meester met de klas wat Vaderlandse Liederen. Het was een dag om in ere te houden, dat was wel duidelijk.

Iemand die zich dat herinnert is zeker 50 jaar oud. Het moderne onderwijs doet niet aan de bevordering van natie-bewust denken. Vaderlandse Liederen zijn verdacht, we leven nu in Europa. “Wien Neerlands bloed door d’adren stroomt, van vreemde smetten vrij” is haast ‘racistisch’ en wordt op school niet meer geleerd. De tijden veranderen.

In 1872 dacht men daar geheel anders over. In een extra vergadering van de Vereniging voor het Nut van het Algemeen werden de plannen voor de Aprilfeesten besproken. 300 jaar was het geleden en dat zou in het hele land gevierd worden.
De twee katholieke leden van het Nutsbestuur sputteren wat tegen- het zou hun godsdienst aantasten (1 april viel dat jaar op Tweede Paasdag). Maar hun mening werd niet geteld. En eigenlijk ging het ze niet om het Paasfeest, maar dat begreep Dominee Huizinga misschien zelf ook niet. In zijn dagboek beschrijft hij de voorbereidingen en de Feestweek:

13 februari 1872. Des avonds Vergadering in de Kikkert waar de Heeren en Burger Sociëteit vergaderd waren. Ensing fungeerde als Praesident bij absentie van Simon Keyser die ongesteld was. Wij waren te zamen gekomen om te spreeken over de vraag of 1 April hier op Texel ook gevierd zou worden.
Men was er voor, maar Kroese en Peper, de beide Roomsch Catholijken, schenen te meenen dat men daarmede hun Godsdienst te na zou komen ofschoon Bakels het tegendeel bepleitte. Men eindigde met het benoemen van een Hoofdcommissie aan den Burg die Subcommissiën op de andere dorpen zou kunnen benoemen.
Bakels was zeer onvoldaan over Wieringa die zonder aan eenigen arbeid deel te nemen, voor de verzameling van gelden voor het schoolfeest op 1 April zich door Meester Remmers tot lid van de Feestcommissie had laten benoemen.

25 maart 1872. Des avonds naar de Volksvoorlezing. Ik de Vergadering met een herinnering aan voor 300 jaar geopend. Glijnis Redevoering voorgelezen van Vos met toevoegsels, zeer goed voldaan. Vers van Van der Bergh ‘Het Wachtschip voor Brielle’. Ik bijdrage ‘Rochus Meeuwisz.’. Bakels bijdrage ‘Een onvergetelijken dag van Heerink. Ik gesloten, met toespraak betrekkelijk het tegenwoordig einde onzer vergaderingen voor dit seizoen en de a.s. feestviering met raadgevingen en wenschen.

29 maart 1872. Gister en vandaag 300 exemplaren Tiende Penning laten rondbrengen.

1 april 1872. Maandag, Tweede Paaschdag. Te 11 ure (na de preek) met Sina door den Burg gewandeld, de versieringen der huizen en straten met talrijke erebogen bezien.
Te 12 ure naar de School, opgevuld met zingende kinderen die daar getracteerd werden op chocolade, koek en brood. Aldaar Burgemeester. Allen vol vreugde.
Ik naar het lokaal der Werkverschaffing, waar de werklieden getracteerd werden op brood met ham en koffij.
Intusschen wordt in het Park de Optogt georganiseerd, ik met Sina die gaan zien. Een groot getal van ruiters met muzijk, een versierde wagen met de Nederlansche Maagd, Mercurius, Ceres, Neptunus en de feeën voorop. Alles zoo goed mogelijk in kleeding en houding nagebootst, met de attributen.
Optogt van de Werkverschaffing met vaandels en banieren. Een kolossale wijnflesch enveloppe. De gansche stoet van schoolkinderen. Het Roode Kruis, bestuurders en leden. Ruiters.
De optogt van Oudeschilders komende over Oosterend en de Waal uitmuntende door netheid en gepastheid met 5 versierde booten met zeelieden op wagens met een aantal ruiters, waaronder uitmuntte 3 Oosterenders in het costuum voor 3 eeuwen. Het geheel voldeed uitstekend. De optogt is later nog eens het dorp doorgetrokken.
Des avond half 7 de Burger Optogt met fakkellicht en op vele plaatsen met Bengaalsch vuur.
’s Avonds naar de Kikkert in de versierde feestzaal. Stoppend vol. De Burgemeester toast op de Koning, Simon Keyser op Texel, Bakels op de Burgemeester, ik op de Feestcommissie, Vriesendorp op het Bestuur der Werkverschaffing, Koekebakker op het Vaderland, ik op de Eensgezindheid, Burgemeester op de Texelaars, met dank voor de toast van Bakels.
Deze optogten worden in de loop van de week herhaald in de andere dorpen en wederom de Burgers met fakkellicht op de Steenen Plaats.

2 april 1872. Intusschen de optogt hier om mij een Serenade te brengen, maar ik was net even naar Vrendenberg.

8 april 1872. Gisteravond de laatste optogt, daarna de erepoorten weggebroken.

21 april 1872. Cornelis Albertsz Keijser over de Feestviering. Hij hield het ervoor dat die zeer nuttig voor de meer algemene verbroedering gewerkt had.

5 mei 1872. Bij dominee Van Geuns, op ’t Zuidvliet te Leeuwarden, met den Heer Van Belkum gesprek over de Feestviering van 1 April, over het karakter dier Feestviering volgens hem naauw verbonden met de Protestantsche Godsdienstvrijheid, enz.

Dat hadden de Katholieke bestuursleden ook al bedacht. Met de opkomst van het Protestantisme begon voor hen een periode van beperking in godsdienstuiting die pas in de Franse Tijd werd opgeheven. De katholieke kerk in Den Burg was nog nieuw, hun hernieuwde vrijheid nog broos.

Hoe werd het 400-jarig 1 Aprilfeest gevierd? In de Texelse Courant van die week staat er niets over, niets in de Agenda vooraf en geen bespreking van festiviteiten achteraf. Helemaal niets…
In de agenda stond voor zondag 1 april aangekondigd een training voor een wielerwedstrijd, een viswedstrijd bij de Krasse Keet, en twee films in de bioscoop ‘Schots en Scheef’ en ‘Vroegrijpe Meisjes’. Van de laatste film stond elders in het blad een uitgebreide recensie.

Toevallig hoorde ik op de radio in de Hoorspelweek (2001) een hoorspel van de NCRV over de inname van Den Briel, een psychologisch drama over de tweestrijd van Lumey in verband met de behandeling van de gevangen monniken. Daar had in 1872 niemand het over, en de katholieken in het Bestuur dufden er toen niet over te beginnen.

Zou in 2072 wel 500 jaar Den Briel gevierd worden, en hoe?

Wie was wie?
Ensing was de Doctor, de huisarts.
Simon Keyser was de rijkste geboren Texelaar van zijn tijd, hij was o.a. Dijkgraaf.
Kroese was pastoor.
Peper
Bakels was Doopsgezind dominee in Den Hoorn.
Wieringa was Hervormd dominee in Den Hoorn.
Remmers was schoolmeester.
Bruno Bok was zoon van notaris Bok, en diens opvolger.
Bolding
Stikkel
Glijnis was hoofd van de Franse school
Sina was een dochter van dominee Huizinga.
Vriesendorp
Koekebakker was Doopsgezind dominee in De Waal, de latere echtgenoot van Sina.
Vrendenberg was Hervormd predikant in Den Burg.
Cornelis Albertsz Keijser was lid van de Doopsgezinde Gemeente.



Home