Bispinck en Schumaker

Jantje Willems Keijzer (1774-1852) van den Hoorn was in 1798 getrouwd met Johannes Fredericus Frans Bispinck (1765-1818) uit Burgsteinfurt, Duitsland, gestorven te Velp. Kinderen Willem Franciscus (1804-1870) en Cornelia Gertrudis (1809-1867). Willem was geboren in den Helder, zijn zusje in Velp. In 1821 hertrouwde Jantje met Jan Simonsz Duijnker (1782-1827). Zij was winkelierster.

Vroedvrouw Telya Breeland deed bij Maartje de aangifte. Bij de anderen de vader.

Erfenis van Willem Keijzer 1814:

6 de hiervoren gemelde Heer Hendrik Schutte, in naam en als gemagtigde van den Heer Johan Fredrik Bispinck, gepensioneerd Lieutenant, wonende te Velp, Canton Grave, Arrondissement Nimegen, gewezen Departement der stranden van den Rhijn, en Johanna, gemeenlijk gezegd Jantje Keyzer, zijn huisvrouw; volgens de Procuratie door hun op den 10 July des jaars 1812 ten overstaan van den Notaris Pierre Louis Muller, in tegenwoordigheid van getuigen, te Grave voornoemt gepasseerd, den 11 daaraanvolgende geregistreerd, en, voor zoo veel de handteekening van den gemelden Notaris betreft, gelegaliseerd door den fungerend president van de Regtbank van eersten aanleg van het arrondissement Nimegen voormeld den 30 october 1813, welke Procuratie aan de minute dezer is vastgehecht gebleven, na alvorens door den Heer geconstitueerden deugdelijk en echt te zijn verklaard, en na dat op dezelve Procuratie door den ondergeteekenden Notaris en getuigen van die aanhechting melding is gemaakt geworden.

Ten zesden aan Jantje Keyzer, huisvrouw van den Heer Johan Fredrik Bispinck

Twee stukken land, elkanderen annex, te zamen groot 700 Texelschr Roeden, genaamt de Damkoog, gelegen in de Hemmer, belend ten Oosten de Erven Jan Dekker en ten Westen de Erven Jan P. Knaap 250.-

Een stuk land, groot 500 Texelsch Roeden genaamt de Kiefkoog, in de Hemmer, belend ten Oosten de Erven Arien Lap en ten Westen C.J. Dijksen 25.-

Een vijfde gedeelte in het achtste gedeelte in de hiervoren omschreven Loods-schuit 30.-

Een vijfde gedeelte in de Meubilaire goederen 380.9.-

En 1643.7.10 uit de aanwezige somma van 11.374.12.- maakt 2328.17

Willem Bispinck (1804-1870) was timmerman. Tijdens de Afscheiding van de Zuidelijke Nederlanden was hij in dienst:

Brief van de Burgemeester N 214 19-7-1833 Rekest weduwe Bispinck.

Dat zij allen, welke zonen van weduwen zijnde tot den eerst uitgetrokken Schutters dezer Gemeente behoord hebben, Zedert met onbepaald verlof zijn teruggekeerd, der rekestranten zoon uitgezonderd. Hoornblazer. Nijvere timmerman, die met grooten opoffering zijner moeder, eene vrij behoeftigen weduwe, even voor de onlusten een kleine winkel begonnen was, terwijl het zich ligt denken laat, dat zijne reeds voor lange afwezigheid van hier niet gunstig daarop zal gewerkt hebben.

Brief 20-12-1833 Rekest Jannetje Keijzer, weduwe Bispinck om een onbepaald ofwel een doorlopend twee maandelijks verlof ten behoeve van haren zoon Willem Bispinck te verleenen, [wat] aan haar in haren ouderdom eene wezenlijke en schier onmisbare ondersteuning zoude verschaffen en haar tevens gelijk zoude stellen met andere weduwen wier omstandigheden ten opzichte der Schutterij met haar gelijk hebben gestaan, doch hare zoonen reeds lang met onbepaald verlof hebben zien terugkeeren.

Cornelia trouwde in 1840 met Dirk Cornelisz Daalder (1792-1851). Hun kinderen werden geboren (en stierven jong) te Helder.

De kleinkinderen van Willem Bispinck, de gebroeders Schumacher, noemden hun huis en bollenbedrijf aan de Kogerweg Bispinkhof.

Buurman wil zijn huis afbreken

N 55

Geven met verschuldigde Achting te kennen Teunis Jansz Duinker, Loodsman uit tans nog wonende aan den Hooren op Texel, als dat hy Suppliant in eigendom is hebbende een huys aldaar, belend ten Westen Jacob Bakker en ten oosten het erf van het Voormalige algemeene arme huijs ofte Wal Jantje Keijzer

Dat hij Suppliant uyt hoofde Zyner beroepsbezigheden ten eersten alzo genoodzaakt vind Zich met Zyne woon na de Helder te begeven en dit gebouw Ledig en onnut Ja Zelf ten prooy dat Kwaadwillige als dan agter te Laten en ten anderen dat dit gemelde gebouw alreeds in Zulk een staad van Veroudering is, dat de Kosten daar allernoodzakelijkst tot redelijke Woonbaarmaking aan te doen, waarde van gemeld gebouw verre zoude overtreffen

Dat hy Suppliant nu gaarne dit gebouw Zoude willen ofte Laten amoveeren, en niet willende ontveynzen als dat hy Suppliant mits de noodige permissie van UEd achtb: daar toe Verkrygende reeds met gemelde Jantje Keyzer ofte wel haar Zoon W:F: Bispinck zooverre is gekomen als dat hy gemelde gebouw zoude amoveeren en aan de Straat het erf zoude afheynen met een muur genoegzaam hoog en wel met Steylen bevestigd, dan daar hy Suppliant zich niet zal onderwinden haar omt zal iets te verrigten als zynde wel beweert daar toe noodig te hebben de Speciale authorisatie van UEdAchtbare,

Zoo keerd hy Suppliant zich tot UEdAchtbare, met nedrig verzoek gemelde gebouw te mogen amoveren met bepaling als reeds door hem ombewimpeld is gemeld, en het Welk doende &a

Texel den 8 Sept: 1836

Teunis J: Duinker

Aan het gemeentebestuur van Texel

Fiat, mits alvorens stortende de Somma van 25 gulden tot waarborg voor zetten van eene Muur overeenkomstig de bepalingen van de Keur

3 Nov 1836 GCWReinbach

Teunis Jansz Duinker (1804-1843) zeeman, loodsman, zeeloods. Herenstraat 22. Naar Den Helder verhuisd, maar gestorven aan den Hoorn. In 1827 getrouwd met Marritje Krijnen (1802-1866) van den Hoorn, gestorven in den Helder. 7 kinderen, de 6 e en 7 e geboren te den Helder, de eerste en 6 e gestorven op Texel.

Bispinck en Schumaker

Jantje Willems Bispinck (1840-1898) was de oudste dochter van Willem Franciscus Bispinck (1804-1870) en Frouwtje Rab (1803-1863), weduwe van Dirk Zuidewind, dochter Dirkje (1830-1870). Zuidewind stierf in 1829.

Jantje had een broer Jacob (1842-1845) en een zus Neeltje Geertruida (1844-1923). Neeltje vertrok met haar echtgenoot naar Gelderland.

Vader Bispinck kwam uit den Helder, was timmerman, later winkelier.

Jantje Willems Bispinck was meid bij dominee Huizinga

9 october 1860. Vrouwtje [de vorige meid] gistermiddag 4 uur vertrokken. Gé bragt haar met de familie Westenberg naar de haven. Onze nieuwe meid Jantje Bispinck gisteravond gekomen.

3 december 1860. Brief aan Samuel: Grietje en onze tegenwoordige meid harmonieeren zeer goed, veel beter als te voren met Vrouwtje, die doorgaans wat stroef was, Grietje is nu veel opgeruimder dan te voren. Menno heeft tot den arbeid steeds aansporing nodig.

Jantje maakte de ziekte van Grietje Huizinga van dichtbij mee.

10 january 1861. Brief aan Samuel over de ziekte van Grietje: Grietje komt nu des morgens wat later op, 's avonds gaat zij op gewonen tijd naar bed 11 à 12 uur. Wij zullen het nu zoo inrigten, dat zij in de achterkamer in plaats van op haar bovenkamertje kan slapen en daartoe bij dit koude weer een kacheltje voor de achterkamer zien te krijgen. Dit is ook daarom beter omdat er 2 bedsteden zijn, een van welke tante Gé en Sientje dan kunnen gebruiken. Dirk moet dan zoolang in 't voorkamertje.

3 february 1861. Hier condoleantiebezoeken [na de dood van Grietje Huizinga (zie over Grietje het hoofdstuk over haar leven)] o.a. Tjaltje Radsma, Aafje Buijs.

11 februari 1861. Over Grietjes achteruitgaan en sterven: Zij zeide gedurig, dat zij zich niet zoo ziek gevoelde. Tante Gé was meermalen veel zieker en levensgevaarlijker geweest en was toch ook nog weder hersteld. Ik eindigde steeds met de hoop bij haar niet uit te dooven, maar haar de mogelijkheid van een spoedig naderende dood te doen opmerken. In 't algemeen hield zij niet veel van gesprekken, die zij somber noemde en brak ze soms wel eens af met te zeggen: "Laat ons nu eens over wat anders praten". Altijd intusschen was zij geduldig, altijd liefderijk, altijd dankbaar. Tante Gé hielp haar altijd met de meeste zorgvuldigheid en teederheid.

Op 1 february kwamen Dominee Vrendenberg en Dominee Wieringa nog even bij haar in de achterkamer. Zij vroeg aan Wieringa ook nog naar den welstand van hare vriendin Dolfina. Des namiddags heb ik meest bij haar gezeten. Toen ik met haar sprak zeide zij op goedmoedigen toon: "Vader moet niet denken, dat ik bang ben voor den dood!". Ik: "Neen, mijn kind, dat denk ik ook niet, maar schoon ik de redenen waarom gij niet bang ben wel raden kan, o wees toch zoo goed om ze mij nader te verklaren!". "Wel", zeide zij, "de goede God heeft nu zoovele jaren altijd ten besten voor mij gezorgd, zou hij nu zoo opeens daarmede kunnen ophouden? Neen, ik geloof, Vader, dat hij mij bij mijne lieve moeder brengen zal en waar die is, moet 't wel goed wezen".

11 maart 1861. [Sientje is ook niet gezond] Dagelijks spreek ik met Gé, hoe wij het Sientje het best afleiding zullen bezorgen. Dagelijks zal zij met Gé uitgaan, waarnaar zij zelve ook zeer verlangt, maar het ongunstige weer belet haar allen uitgang. Te Westzaan wil men haar gaarne hebben, maar daar past 't thans niet best.

Wij spreken er over dat zij eens naar den Helder zal gaan naar Dominee Dekker, maar zie ik haar niet reeds langzamerhand wegkwijnen? Ontviel ze mij, hoe zou ik anders dan treurende tot aan mijn graf mijn weg kunnen bewandelen. Maar zoo wellicht wil de Almachtige de vereischte gezindheid in mij werken.

15 mei 1862. Des namiddags Gé en Jantje beiden niet wel.

3 juny 1862. De kinderen Menno en Sina bieden mij met tante Gé en Jantje een portemonnaie met zilver aan voor mijn 53e verjaardag.

Huizinga had een bonte stoet van dienstmeiden in huis, veelal meisjes die voor hun trouwen wat gingen werken. De meesten bleven niet lang. Als we bij de M zijn aangekomen komt dat verder aan de orde.

5 augustus 1862. Sientje keert teug van reis naar Amsterdam en Westzaan. Zij ging spoedig eens o.a. Jantje Bispinck bezoeken.

16 augustus 1862. Tante Gé bragt Catharina weer naar Westzaan.

17 september 1862. Gé was vandaag bij Jantje om haar te helpen aan het kindergoed.

Schumaker

Jantje was op 10 juli getrouwd met wagenmaker Jan Schumaker van den Helder. Hun eerste kind kwam op 1 november 1862. Dat was Jan Hendrik (die werd fotograaf in Amsterdam, Utrecht), dan kwamen Frouwtje, Petronella, Willem Franciscus, Nicolaas Willem Jan, Dirk en NN.

Haar andere zonen bouwden bij hun bloembollenbedrijf het huis genaamd 'Bispinckhof' aan de Kogerweg.

Een van de kinderen was geboren 'in de Waalderstraat'- daar was een wagenmakerij, misschien had ze Jan Schumaker gewoon ontmoet in de straat waar zij zelf ook werkte.

28 january 1863. Brief aan Samuel: Sientje, die thans volmaakt gezond is, heeft er veel schik in om voor huishoudster te spelen. Zij heeft 't van 't winter druk met uitgaan op een kopje. Op 't oogenblik heeft zij haar vriendinnetjes (een 12-tal) bij zich, zoodat 't hier beneden een groote drukte is. Menno heeft ook eenig aandeel in de pret. Ik houd mij hier maar op de studeerkamer .

20 february 1863. Brief aan Samuel: Sientje is eigenlijk nog te jong om haar van de school te nemen en met de taak van huishoudster te belasten. Ik weet niet of ik weder genoodzaakt zal zijn naar een andere jufvrouw om te zien, maar waar vind ik eene die Tante Gé vergoeden kan, die immers altijd met zooveel liefde als een moeder voor u gezorgd heeft. Kon Katrina nu geschikt tehuis komen, dan zou 't zeker nog wat beter gaan, maar Grootmoeder zal haar ongaarne missen. Nu zal het zich nog wel zoo wat schikken, zoolang Tante Gé hier zoo in de nabijheid blijft, maar 't zal wel niet lang duren of Huidekoper wordt beroepen en dan ben ik van een hoognoodige hulp verstoken voor altijd.

Katrina was bij haar grootmoeder in huis in Groningen om daar te helpen.

7 maart 1863. Brief aan Samuel: Gé zal met 4 dagen vertrekken. Sientje wil nog graag deze maand op school blijven en dan alleen des avonds als wanneer zij nog Duitsch en Engelsch leert. Zij kan dan 12 kaartjes krijgen, waaraan 't verkrijgen van een prijs verbonden is. Kon Katrina maar thuis komen, maar Grootmoeder zal haar niet kunnen missen.

Er kwam geen nieuwe huishoudster, dochter Sina moest het maar redden met de meid.

17 maart 1863. Sina krijgt voor haar 15de verjaardag: Huishoudkunst, knipje van zuster Abeltje en gouden speld van haar moeder. Daarbij van tante Gé en Jantje, enz.

Genealogische Databank van Rob Gomes:

Jantje Bispinck (1840-1898), dochter van Willem Franciscus Bispinck (1804-1870) en Frouwtje Rab (1803-1863)

Zij is geboren om 21.00u; aangifte geb op 14 jan 1840 door de vader; getuigen bij de aangifte: Cornelis Rab, 33 jaar, schipper en Gerrit List, 44 jaar, zaakwaarnermer; beiden wonende in Den Burg

Zij is overleden om 19.30u; aangifte overl op 16 dec 1898 door Willem Franciscus Schumaker, 31 jaar, makelaar, zoon van de overledene en Jurjen August Wesstra, 32 jaar, gemeentesecretaris; beiden wonende op Texel

Jan Schumaker (1835-1909), geboren in Den Helder, zoon van Jan Hendrik Schumaker (1805-1841) uit Woerden, getrouwd met Pietertje Klaas Vos (1798-1847) uit Den Hoorn. Beiden zijn gestorven te Den Helder. Er was een oudere broer Nicolaas (1831-1888) te Helder, getrouwd met Cornelisje Boom uit Oudeschild, 4 kinderen.

Jan Hendrik de oude (1784-1839) kwam uit Den Helder, werkte in Woerden en was later Commies in- en uitgaande rechten in Den Helder; kleermaker in Den Helder

Kinderen van Jan Schumaker en Jantje Bispinck

Jan Hendrik (1862-1925), overleden te Utrecht x Antje Jans List (1853-1934), weduwe van Pieter Bakker (1816-1892), van wie zij de 4 e echtgenote was (Bakker had 1 zoon uit zijn 3 e huwelijk met Grietje Keijser (Dirk Bakker, voor wie Texel te klein was)). Zij overleed in Amsterdam. Fotograaf.

Internet: Item Description: Utrecht, Lietze & Schumaker, z.j.(c.1890). Op karton. 105 x 64 mm. * Photografisch Atelier van Lietze & Schumaker voorheen G.L.Mulder, von Wijckskade No 22, hoek Noorderstraat, Utrecht. [96147]

Foto door Photografisch Atelier Lietze & Schumaker van Willem Jabes van Beeck Calkoen in zijn tenue van de maskerade van het Utrechtsch Studenten Corps, 1896

1928 advertentie wed J. Schumaker fotozaak

Frouwtje (1864-1915) Arnhem

Petronella (1865-1944) Heemstede

Willem Franciscus (1867-1937) Koog

Nicolaas Willem (1868-1961)

Dirk (1870-1921) Helder

NN (1-5-1871)

Alle kinderen zijn geboren in Den Burg, met bij Dirk vermelding 'in de Waalderstraat'. Blijkbaar woonden ze daar al die tijd.

Jan is overleden om 03.30u; aangifte overl op 28 juli door Willem Franciscus Schumaker, 42 jaar, makelaar en Nicolaas Willem Jan Schumaker, 40 jaar, bloembollenkweker; beiden wonende op Texel

Steen op Algemene Begraafplaats Den Burg

BISPINCKHOF

De gebroeders Schumaker hadden een bloemisterij bij Welgelegen aan de Kogerweg en een bollenbedrijf in de Everstekoog. In 1898 werkten ze op de gronden van Erica, later Hugohoeve en in 1906 Calluna. De zaken gingen goed blijkbaar. In 1910 bouwden ze het herenhuis met de naam Bispinckhof ter ere van hun moeder. Die heeft dat niet mee mogen maken.

In de Eerste Wereldoorlog viel de export naar Groot-Brittannië weg. Men richtte zich meer op kampeerders en badgasten.

Dit komt uit het Boerderijenboek, waarin anderhalve bladzijde met anekdotes over de gebroeders staat.


Home