Van de meeste mensen van lang geleden is niet meer bekend dan hun inschrijving in doop-, trouw en overlijdensregisters. Een enkele keer was er reden om het over iemand te hebben in de Gemeenteraadsvergadering. Dan was er wel wat aan de hand, zoals in het geval van dit echtpaar.
In de Texelsche Courant verscheen een reeks verhalen, genaamd ‘Misdaad en straf in Texels verleden’ geschreven door J.S.M. Dijt. In deel 5, geplaatst op 6-3-1964 ging het over Gerrit Dirksz Boon uit Den Hoorn: Die was eigenlijk loods van beroep. Bovendien hield hij een stuk of wat schapen in de duinen. Toen hij op een kwade dag, 18 februari 1807, zijn beesten in huis haalde, nam hij ook een enterling van Gerrit van Straaten mee, die hij “niet van onder zijn schapen vandaan konde krijgen”. Moge dit al waar geweest zijn, Boon deed toch niet de minste moeite om de enterling aan de rechtmatige eigenaar terug te bezorgen. Integendeel, hij voorzag het van zijn eigen oor- en bijmerk, “de rode stip van het oude merk op het gat van dat beest zo goed mogelijk uitpluizende”. Maar blijkbaar biet goed genoeg, want kort nadat hij het dier weer in de duinen had laten lopen, kwam gerechtsbode Willem Vlaming hem ophalen. Een belastende omstandigheid was voorts de vondst van een vel en ingewanden van een schaapbeest dicht bij zijn huis, maar hieromtrent ontkende hij ten stelligste alle schuld. Schout Langeveld achtte Boon schuldig aan “de hoogst strafbare misdaad van schapendieverij”, overwegende dat “deze misdaad voor al op dit Eiland, alwaar de schaapenteelt een der hoofdbronnen van bestaan is, ten kragtigsten moet worde tegengegaan en anderen ter Exempel ten allerstrengste behoord te worden gestraft” en eiste de doodstraf. De rechters volstonden ditmaal met geseling en eeuwige verbanning van Texel. Tasten wij gewoonlijk in het duister omtrent wel en wee en verblijfplaats van de verbannenen, van Gerrit Dirksz Boon is bekend, dat hij enige tijd in Egmond heeft gewoond en in 1812 in een hospitaal in Antwerpen is overleden. Zijn vrouw, Jantje Jans Remmers, keerde later naar Texel terug en hertrouwde daar met Lammert Pietersz Spigt. Twee dochters zijn in Den Helder in het huwelijk getreden.
Tot zover Dijt. Maar er was meer. In het Gemeente Archief van Texel worden oude brieven bewaard. Gerrit en Jantje hadden geprobeerd zich in Egmond aan Zee te vestigen. Ze hadden papieren bij zich, maar die vertrouwde men daar niet. Er was mee geknoeid, letterlijk. Men schreef een brief: Aan het Gemeente Bestuur van Texel van het Gemeente Bestuur te Egmond Aan Zee Myne Heeren! Dat by ons zyn komen met er inwooning nederzetten Gerrit Boon, deszelfs huis vrouw Jantje Rem en hun kind laatst gewoond hebbende aan den Hoorn op Texel, medebrengende Attestatie van Indemniteit door Ul afgeven.- Extract uit het doop register der Hervormde Gemeente van den Hoorn op Texel- dat den 14 mey 1775 geb. is Gerrit Boon- den 11 meij 1782 het kind genaamd Jantje Jans.- Alle welke stukken hier nevens ingesloten, met deze aanmerking, dat in ’t bijzonder ons de Acte van Indemniteit zoo zigtbaar beklad, en genoegzaam te zien, dat aan ’t hoofd van dien, onder de derde regel ingezet onder ’t woord perzone te beginnen, gebrekkig staat geschreven, zoo even op dat zelve bladzyde deze naam van Gerrit Boon en het niet wel scheind overeen te stemmen met den ordinaire hand, van den Schryver van deze Indemniteit Acte.- bovendien dat men aanmerkt, dat Jantje Jans aan ’t hoofd geplaatst. Juist de man daar onder eerst genaamd, gelijk volgens gebruik is de man eerst word genaamd en dan de vrouw, zoo dat ons des te meerder zouden doen Scheinen of deze Acte niet voor hun Zamen, maar slechts voor de Vrouw is afgegeven en daar mede onder begrepen het Kind, dat verder en om de echtheid ook altoos melding gemaakt echtelieden dat daar in niet te vinden is, dus weder schein geeft, dat Gerrit Boon er in gezet, klaar zigtbaar niet door Uwe Secretaris gedaan te zijn, maar door hem, of een ander, buiten Ulieden, is ingelapt, of bemorst geworden. Hoe het zij wij vreesen, dat hier in onwaarheid plaats heeft, Ul: en ons te bedriegen. Wij vinden dierhalven gene Vrijmoedigheid deze personen ten minste de Man op zodanige Acte inwoning te verlenen ten waren wy overtuigd worden van d Zuiverheid derzelver Acte, wegens de bemorzing en plaatsing van den Naam Gerrit Boon. Wy solliciteeren Ul allervriendelijkst op de volgende vragen te Antwoorden. ten 1ste ofte de acte van Indemniteit waarlijk echt is, ten 2 of hy eenhandig geschreven en of UL bekend Zyt, van de bemorsing, ten 3 of die invulling van Gerrit Boon mede onder Ul voorkennis daar in is geplaatst, ten 4e of de ectracte doop Register wel waarlijk door de Predekant van den Hooren zijn afgegeven. Wij haasten ons, vriendelijk verzoekende om binnen acht dagen na dato dezer ons te dienen van bericht. Ons daar mede dienst doende. Na Groete met achting noemen wy ons Het Gemeente Bestuur te Egmond Aan Zee Ter ordonnantie van dezelve PVuist Secretaris
Hierop is door de Raad van Texel besloten aldus te antwoorden: Dat de acte van indemniteit den 4 Sept. 1807 met het Eilands zegel en onze Secretaris onderteekekening bevestigd, opzigtelyk Jantje Jans Rem en haar Kind gewoond hebbende aan den Hoorn alhier is egt en geloofwaardig. Zo ook wy daar voor houden, de beide doop Extracten, door den Predikant Schulte onderteekent Maar de tweemaal ingevulde Naam van Gerrit Dirksz Boon in dezelve acte van indemniteit, is valsch, bedrieglyk en waarschuwd Uw op Uwe hoede te zyn, voor de genoemde Gerrit Dirksz Boon- van wien wij ons vooral verpligt vinden Uw te zeggen: Dat hy op den 12 Aug. dezes Jaars by Vonnisse van Heeren Scheepenen ter zaake van Schapendieverij publiek gegeseld en van dit Eiland gebannen is, en dat nu al weder, na zo korte tyd in handen van ’t Geregt te zyn geweest, in plaatse van aanstonds met het verbeteren van zyn gedrag te beginnen- integendeel: door deese invulling van naamen op een officieel Stuk, wel kans heeft andermaal in S’ Regters handen te vallen- ten minste zodanig zyn slegt inborst doet zien, dat men ten uitterste met hem voorsigtig moet weezen en niets betrouwen kan- Hiermeede aan UL intentie vertrouwende voldaan te hebben, betuigen wy met agting te zyn Uwe Goede Vrienden ‘t Gemeente Bestuur van Texel ter Ord. van deselve (get) WRomans Secretaris Texel 20 October 1807
Door zijn veroordeling op 12 augustus was Gerrit wegens schavottering en banissement door de Hervormde Gemeente van zijn lidmaatschap vervallen geraakt. Geen mededogen en kans op vergeving voor een zondaar! Daar was voor hem geen hulp te verwachten. Voor zijn vrouw lag dat anders, daar wilde de dominee wel een handtekening voor zetten, zeker als zij door haar vertrek naar elders niet meer ten laste van de Armekas van de Hoornderkerk zou vallen. Toch werden Gerrit en Jantje niet weggestuurd uit Egmond, al gedroeg Boon zich niet erg.
Egmond aan zee den 12 January 1808 Aan het Gemeente Bestuur van Texel aan den Hoorn van het Gemeente Bestuur van Egmond aan zee, Myne Heeren, Vriendelijk solliciteeren wy by deze, van Ul met de eerste gelegenheid te mogen worden Geinformeerd, of Gerrit Dirksz Boon alhier met er woon zijnde, de kost zoekende met Stroperijen, of namentlijk zijn bannissement verder uitstrekt ten uwent, als den eilande van Texel.- Ons op Ul welwillendheid verlatende, Ul informatien afwagtende, blyve wy met achting. Myne Heeren! Ul dienstvaardige Vrienden Het Gem: Bestuur voorn: Ter ordonn: PVuist Secretaris
Op Texel had men met Gerrit Boon niets meer te maken: Op last der Precident is de navolgende Missive aan het Gemeentebestuur van Egmond aan Zee MynHeeren! Wy vertroude by onze Missive van den 20 October ll gewis by uw ontvangen zal weezen ons duidelyk genoeg uitgedrukt te hebben- wanneer wy UL zeide: dat Gerrit Dirksz Boon op den 12 Aug. 1807 om de misdaad van Schapendieverij publiek gegeeseld, en voor altoos van dit Eiland Texel was gebannen- Daar dit immers duidelyk en klaar was, moeten wy Ul na de inhoud van dezelve Missive verwysen- Wy betuigen met agting te zyn Myn Heeren! U Ed Goede Vrienden ‘t Gemeentebestuur van Texel Ter ord. van deselve (get) WRomans Secr. Texel 20 Jan. 1808
Hoe men dit in Egmond heeft opgelost is niet in de Texelse Archieven te vinden. Jantje is daar blijven wonen, gezien de geboorte van twee van hun kinderen daar. Misschien was Gerrit afwezig als beroepsmilitair. Dat kan blijken uit de plek waar hij overleed, Antwerpen. Dat was ver van huis.
Gerrit Dirksz Boon (1775-1812) van den Hoorn, vader Dirk Gerritsz Boon (17xx-1797) en Leentje Meijderts Meijncom (1745-1818). Getrouwd in 1803 met Jantje Jans Remmers (1783-18xx), kinderen geboren op Texel Leentje, Dirk gestorven in 1807, Lysbeth en Dirk geboren in Egmond aan Zee. Gerrit is in 1812 overleden op de Citadel van Antwerpen. In 1816 is Jantje hertrouwd met Lammert Pietersz Spigt. Hun 6 kinderen werden geboren in den Hoorn.
|