Oorlog op Texel

Aantekeningen gemaakt bij interviews met bewoners van Westermient en Rozendijk in de jaren 1990-2000.

VLIEGTUIGEN
Modelbouw
Nooit eerder waren er zoveel vliegtuigen te zien geweest boven Texel. Veel jongens deden aan modelbouw, uiteraard alle onderdelen zelf gemaakt van juthout. Op de foto’s van Kees Daalder staan vliegtuigen gemaakt door Cor Maas van Zandvrucht.

Oorlog

KEES DAALDER
Vliegtuigmodellen. Hobby uit de oorlog en net ervoor. Woonde in Eijerland bij het vliegveld op 50 meter van de startbaan. In 1937 vliegveld begonnen, daar zag je Duitse vliegtuigen.
Kwamen nergens, zagen niks. Naar Schiphol voor f 8- retour met familie, dat was een half weekgeld, dus veel te duur. Gek van vliegen.
Cor Maas moest naar Hann in het Ruhrgebied. Arbeidseinsatz. Daalder heeft zijn voorraad vliegtuigonderdelen overgenomen, partijen vleugels.
Kwam veel op Zandvrucht, en bij Nic (Maas) en Martje (Daalder) in de Worsteltent.

Oorlog

Foto van vliegtuig aan de lijn, wind liet propeller draaien. Net echt. Piet Maas had een stel gekocht van Cor voor Restaurant Koekenbier te Alkmaar in de gang. Piet was daar kelner. Moffen keken de ogen uit= Wunderbar was dat.

Oorlog

Modellen maken van vliegtuigen. Cor Maas in de kennis door zwager Nic. Anderen maakten 1 vliegtuig, maar Cor maakte serie vleugels, serie rompen. Toen Cor naar Duitsland moest voor de Arbeidseinsatz heeft hij de hele rotzooi verkocht voor f 250-. Opgeslagen in huis Daalder. Materiaal was hout van strand.
Die zat in Assen tijdens Russenoorlog, 8 november naar Assen. Toen hij terug kwam was het ouderlijk huis tot de grond afgebrand. Na de oorlog heeft hij er nog 3 gemaakt. Verkocht tot ongenoegen van zijn zoons.
Het vliegtuig in atelier Rozendijk is een Fokker T 82, later gemaakt.
In slechte winters stalen we hout van het vliegveld en kolen, op een sleetje. Bij het gebouw stond een wacht, maar het is altijd goed gegaan.

Hij is 18 jaar geleden afgekeurd voor hart. Sprak laatst Theo Witte op voetbalveld, zou je ’t nog kennen? Nu hebben ze een hele serie gemaakt, van veel beter materiaal. Te zien in Strends End 10. Zoon Richard Daalder.

BOS
Door en Joop Maas werden vaak naar het strand gestuurd om kleine houtjes te rapen.
Toen het strand werd afgesloten gingen ze naar het Turfveld om turf. De bomen waren goed aangeslagen en anderhalve meter hoog. Die hadden de turf niet meer nodig, dus konden we die wel weghalen.
Het was in de oorlog heel lastig, toen moest je om hout het bos in, opraapvergunning f 0,25. Heel wat afgesjouwd. Veel dennenappels vroeger, nu ook wel, denk ik. Nu heb je ze niet meer nodig, dus je let er niet meer op.
SBB moest bielzen maken van bomen voor de Wehrmacht, op landje tegenover Helsloot. Die schillen brandden ook best.

Hetzelfde verhaal, maar toch een beetje anders:
Niemand mocht meer op het strand komen. De jongens van Maas van Zandvrucht konden geen strandhout meer jutten voor de kachel. Met sprokkelen in het bos kwam je niet ver en van geld betalen voor brandstof hielden ze niet.
Gelukkig was ruim 10 jaar eerder het Turfveld aangelegd, met bomen beplant, met bij elk boompje een halve doorweekte lange turf om de bomen de kans te geven aan te slaan in de droge duinen. Die bomen waren goed gegroeid en zouden het zonder turf verder ook wel redden. Dus gingen ze met een schep en een jute zak het bos in te turfgraven. Je moest wat.

VLIEGTUIG NEERGESTORT
Dirk Maas van ome Nic: was ± 1 jaar, liep nog niet, hij zat. Vliegtuig ingeslagen. Riep “Ballon” en liep daarheen- vergat helemaal dat hij niet kon lopen. De ballon was een parachute. Dat was het vliegtuig dat op de Fonteinsnol neerstortte.

Jan Visser was op de fiets onderweg van Den Burg naar huis (Ploegelanderweg), zag het brandende vliegtuig laag overkomen.
Familie Visser hoorde het aankomen en dook onder tafel. Willem zei: Je ken d’r wel onder vandaan komen, want hij legt al en niet hier.
Aan de brand konden ze zien dat het vliegtuig aan hun kant van de Fontein was gekomen.

Willem was van de bosbrandweer (speldje). De mannen van de Staat wilden helpen met blussen, maar de Duitsers lieten ze er niet bij komen. Aan zo’n brand was niks te doen, er was gelukkig geen wind, dus dat bleef beperkt.

Staat moest het wel opruimen, het pad was weg, diepe kuil. Alles is omgespit en weer beplant.
Menselijke delen hingen in de bomen, slierten onduidelijke resten, stuk kaak, dat is daar begraven en nooit meer opgegraven. Er was bekend wie nog leefde, de rest was dus dood.

Goed dat ze niet op de uitkijktoren waren gaan kijken, zoals wel gebeurde. De meeste aangeschoten vliegtuigen kwamen ver in zee terecht, maar deze kwam niet ver genoeg.
De bemanningen van die vliegtuigen werden soms gered door Engelse boten, waarmee ze met de radio in contact stonden.

Dijksen: Bij het Mienthuis lag een groot wiel in het waslandje. Er was daar geen ruit stuk- het waren heel kleine ruitjes. Rita Jonker en haar vader waren verwezen van de schrik.
Ouwe Jan Boon woonde op Aldubo, ging buiten kijken, zag het vliegtuig recht op zich afkomen. Toen hij bij zijn positieven kwam lag het vliegtuig op de grond en hij ook.

BRANDHOUT
Willem Visser (Ploegelanderweg): Spaanders die overbleven bij het dunnen in het bos voor de mensen met een sprokkelvergunning. Brandhout was schaars, kolen duur. De bosarbeiders zorgden in de oorlog ervoor dat er heel veel spaanders waren. Normaal 10 per boom, toen veel meer. De stammen kwamen erg kort het bos uit.

Stobbetrekken, de wortels van een omgehakte boom uit de grond halen, werd normaal niet gedaan. In de oorlog waren die dunne boomwortels voor de bakkers.

Oorlog

Bleekersvallei was in brand geschoten, wind was eerst oost, maar draaide, toen sloeg het in het bos, met 3 man geblust, Oostenrijkers en eiken bij Houten Bakje tot Reuversweg.

Rien sans Peine
In het Staatsschuurtje Rein sans Peine aan de Rozendijk stond van alles op de muur geschreven over vliegtuigen in de oorlog en nog veel meer. Helaas is door de hondentrainclub de boel opgeknapt en overgeschilderd. Het bord met Rien sans Peine is meegenomen naar De Koog door Jan Zijm, om op zijn huis daar te schroeven.

BOMMEN EN GRANATEN
REMMERT BREMER
De Ramp in de Dennen (11-11-1940)
Remmert Bremer en Etje Dros woonden als pasgetrouwd stel in het kleine oude huisje op het Ruige Landje aan de Rozendijk. Remmert was een jutter van Den Hoorn. Op een dag kwam hij terug van het strand, zij liep hem tegemoet, hij zette zijn fiets tegen het schuurtje en gooide de zak die hij achterop had op de grond. Op dat moment ontplofte de granaat die daar in zat- niet toen ze op het strand er mee gooiden of onderweg over hobbelige zandpaden.
Ze waren allebei dood. Op hun grafsteen op het Hoornder kerkhof staat: ‘Hier rusten onze lieve kinderen Remmert Bremer en Etje Dros, beide 27 jaar oud. Overleden bij de ramp in de Dennen op 11 november 1940’.
Voor de familie was dit een ramp, maar eigenlijk was het gewoon een erg stom ongeluk.

André Bakker zijn ouders zeiden dat de klap van Remmert Bremer tot in Den Hoorn was te horen.

Dick Lemstra heeft Remmert zien fietsen met die jute zak achterop. Hij ging heen naar het strand, Remmert kwam terug over het fietspad naar Westerslag. Later hoorde Dick de klap, maar dat hoorde je wel meer in die tijd. Hoorde later pas wat het was.
Bom ging pas af toen R de zak op de grond gooide.
Remmert zijn eerste bom? Vast niet. Dat had je met die Hoornders, Dick had er ook wel eens eentje bezig gezien met een mijn. Ze gaven nergens om.

Dik Smit: Joost Ran de slager kwam net na het begin van de oorlog bij Kees Smit: het is daar niet goed- ik durf niet te kijken. Kees ging op de fiets, jongetje Dik lopend door het land, ze waren er gelijk, Dik was geboren in 1934, dus 6 jaar.
De vrouw lag op het erf. Remmert had de fiets tegen de schuur gezet, bom (op de grond gegooid) plofte meteen. Bremer was overal verspreid, vrouw is nog in het Gesticht geweest, maar dat hielp niet meer.
Ze waren pas getrouwd. Hij kwam van het strand en zij liep hem tegemoet.

Jan Roeper en Douwie Blom hebben van 1952 tot 1959 bijna 7 jaar op het Ruige Landje gewoond. De poenen zaten nog in de deur toen wij er kwamen- van de ontplofte granaat van Remmert Bremer.

Bij Bremer van Isola Bella waren ze panisch voor “Rommel van Strand’. Hans hield er ook erg van, dat zat in de familie.
[Johan Pieter Bremer (1888-1965) getrouwd met Afina Nelly Eelman, was de jongste broer van de vader van Remmert]

HENK BOS 2000
In caravan op Woutershok.
Ouders uit Eelde, zelf uit Bergen (belastingen). Was later directeur ener Plantsoenendienst.
Was in de Oorlog 1 jaar leerling op Texel.
Oude schuur Woutershok, bomen in plakken zagen, ronde schijven en weer in blokjes voor gasgeneratoren van auto’s.

Eerste 3 maanden verdiende hij f 3 per week, tweede f 6-, derde f 9-
F 7- kostgeld. In de kost bij Jan Boon jr in staatswoning in de Bocht Rozendijk. Bos sliep boven bij raampje voor, de familie beneden in bedsteden. Sneeuw kwam aanwaaien over het open land, zo het dal in waar het huis staat, lag tot boven de deur tegen het huisje aan. Achter was alles nog open.
Had in het dal een houten schuur en koe.
Oorlog Jan Boon lag ziek te bed, Bos moest de koe helpen met kalven. Honderden vliegtuigen kwamen over brommen, en hij zat daar met een petroleumlamp in de stal.

Bombardement van Den Helder, spertijd, maar er waren toch geen Duitsers, dus je kon doen wat je wilde. Boven op de Fonteinsnol gestaan- prachtig uitzicht.
Vliegtuig neergestort tussen ‘Fun Farm’ en Den Hoorn, wind was richting bos, alles droog. Honderden Duitse soldaten bestreden de brand. Epe was ziek, maar kwam toch, lag op de divan nam de leiding over. Heeft Ortscommandant uitgescholden.

Ook een bom gevallen in weiland buiten bos, verder richting Fonteinsnol. Man in klein huisje begon de moffen uit te schelden- je moest hem vasthouden.
Huisje van Miggel?- wie woonde daar in de oorlog? Dat moet Niek Rijk geweest zijn.

Epe was ziek. Brinksma tijdelijk boswachter. Op kantoor zat Stuur Kok, reed op hele grote fiets met hoog stuur, grote klompen aan, uit Den Hoorn, net een slagschip.

Het Texelse Bos was Wehrmachts-jachtgebied. Jan Boon had klemvergunning gehad. Bos en Boon gingen ’s nachts op stap. Bijna elke dag konijn in de pot.
Naar de Speelplek in het Geheim (men mocht eigenlijk niet naar buiten ’s nachts) door het hartstikke donker, pad zoeken door naar boven te kijken, begon een klem te zetten, hoorde iemand aankomen. Ketting van de klem rinkelde een beetje, de persoon bleef stilstaan. Bos schoof een beetje op zij, bleef liggen. Na een half uur ging de persoon weg, vlak langs hem heen. Bos naar huis, waar Jan Boon nog natrilde- “God wat ben ik geschrokken”. Hadden ze samen stilgelegen in het bos.

Dudy Boon: Aldubo is gebouwd in 1939, vader Ouwe Jan en tante Pieternel zouden hier wonen, maar het werd gevorderd door de Duitsers voor 5 jaar. Zodoende alles weer naar de Bocht. Door Duitsers ingericht als kantoor, Schreibstube, achter kookgedeelte voor het hele bos, eten werd hier vandaan verdeeld. Raamposten vol punaisegaten, traptreden doorgebogen door zware laarzen.

Bij Jonge Jan Boon luisterden iedere dag 2 Duitsers naar de Engelse radio.

DICK DRIJVER van de Marel 5092119
Jan Drijver (1886-1963) zoon van Dirk Jan Drijver en Antje Remmers
Getrouwd op 28-7-1915 met Grietje Dijt (1892-1975) dochter van Jacob Sijbrandsz Dijt en Aaltje Koster. Flat in Santpoort.
Kinderen geboren in Santpoort Dirk Jan (1920-20xx) en Ali Anna (1922-20xx)

Huis is nu eigendom van de kinderen. Is altijd in gebruik als tweede woning geweest, behalve in de oorlog. Bewoond door familie Binsbergen van 1942 tot 1953.

In de oorlog tot 1942, ging DJ jutten met ouwe Jan Boon, stroopten vaak het strand af. Kist met 24 of 48 blikken corned beef. Ook andere jutters en de strandvonder aten daarvan- gauw kist in de duinen, blikken verdelen. Allemaal 4 of 5 blikken.

VLIEGTUIGBOM
Frits Koorn:
Vader Koorn bijna dood: Hij had een schelfnet aan buurman Ter Steege (Westermient) geleend Dat zat in de knoop toen hij het kwam ophalen, flink gevloekt bij het herstellen van het net. Hij zou de koeien gaan melken, maar was op die manier drie kwartier te laat, en dat was maar goed ook- want er viel een vliegtuigbom op de plaats waar hij altijd melkte. Hij zou daar geweest zijn als hij niet met dat net in de weer was geweest.

JAAP MAAS
Jaap Maas van Atalanta had een loops hondje dat werd lastig gevallen door de herdershond van de Ortskommandant. Daar wist Jaap wel raad mee- hij castreerde het beest, dan was dat wel over. Maar er lag sneeuw en de Duitsers volgden het bloedspoor terug.
Jaap werd gearresteerd en heeft geruime tijd in Scheveningen vastgezeten.

Meester Broere van het Verzet: We hebben hem nog behoorlijk geknepen toen ome Jaap werd gearresteerd (wegens castreren van de hond van de Ortscommandant). Hij deed ook het een en ander, en als ze hem zouden ondervragen wist je niet hoe dat af zou lopen!

ANDRI BINSBERGEN (gestorven 2015, bijna 80)
Toen hij 9 jaar was naar de Marel, augustus 1944. Daar gewoond tot 1953. Er waren 6 kinderen. Familie Binsbergen was in 1942 vanuit Zaandam op Texel gekomen. Eerst in D’Oprel in de Koog, daarna huize Netty. Dorp Koog ontruimd, naar Wanneperveen, naar Texel de Marel. Relaties vader. Boel opgeslagen, van Zwartsluis naar Amsterdam, daar de meegebrachte jonge aalscholver opgegeten. Trein Den Helder, boot.

Hadden al kennis aan Georgiërs. Al na een dag was er een met een gewonde arm.
Materiaal voor hol, luiken gepikt van kampement.
Lager bij Westerslag. Waldlager.
Georgiër van daaruit naar Hopman Rozenburg.

De Russen zaten 100 meter bij ons vandaan in de eerste richel in een donker laag sparrenbos.
Verderop in de Dennen was een heel kampement. Meeuweneieren en konijnen zat.

Michel Binsbergen:
Van 1944-1953 op de Marel gewoond, heel arm, alleen geld van Jaap ± f 32-
Af en toe geld van film.
Vader dacht dat Truus zonder huishoudgeld kon. Nam vrienden mee: Truus, zet koffie.
Zij deed het ontwikkelen enz, terwijl Nol weg was om nieuwe foto’s te maken.
Heel bijzondere man, maar geen vader, hij was er nooit, had geen aandacht voor de kinderen.
Arnold Friedrich Binsbergen (1908-1945)

Van wie ben je der ien? Binsbergen- O van de feugels.
I: Binsbergens kregen pakketten van bedeling of Rotary. Cor Maas moest die maar ‘even’ langsbrengen (het was wel zijn kant op, maar van Den Burg zeker twee keer zo ver). Zelf kreeg Cor niets extra’s, terwijl hij het zelf ook heel krap had in die tijd (pas getrouwd, een kind).

Pfaff kleermakersnaaimachine, Truus maakte schuiltenten, zakken op rugzak, duffels jack, maar ook tenten en fietstassen. Carl Denig spullen kon ze zelf maken, net effe anders als gewoon.
De Binsbergens hadden van huis uit een andere woordenschat, maar de kinderen spraken binnen 3 weken na verhuizing Tessels. Liepen op klompen.

Piet Visser riep: O wie sien ik deer in het lommerd der boomen- Binsbergen, gaat het een beetje? Ja hoor. Bij het dennenappels plukken op Turfveld goed zaaddragende bomen, 1 zak per dag. Ondertussen fazantenstrikken zetten.
Effe naar het strand, of zeedennenappels rapen voor eigen gebruik, voor moeder. Het waren toen koude winters en het huisje was niet voor kou gebouwd.
Binsbergens gingen veel te jutten. Vooral kachelhoutjes, altijd een zak mee. Ook planken om te verkopen, per voet/duim.

Oorlogservaringen
Krijgsgevangen Brits-Indiërs. Heb gezien dat ze bij het Oorlogsschip jonge lepelaars in stukken hakten met hun bajonet, en konijnen uitgroeven.
Dat waren ontwikkelde mensen, voor groot deel uit Himalaya en Calcutta.
Zij hadden net als Kaukasiërs en Georgiërs voor het leven gekozen.
Michel staat op foto met Kaukasiërs in de Koog 1942-44, huis D’Oprel. Achter het huis liep versperring, daar had Michel van platen hout en blik een handelspost gevestigd. Hij had taptemelk van boer Kuup, verhandelen voor chocola.
Ze kwamen naar de BBC luisteren. Moeder en Jaap spraken Engels. Jaap had een kaart van Europa en Noord Afrika op zolder met vlaggetjes frontlijnen van Duitse en Engelse radio ter vergelijking. In 1943 was het al bekeken met de oorlog, maar de Duitsers wilden niet opgeven. Dat kan je ze erg kwalijk nemen.

Voedselpakketten van het Engelse Rode Kruis, kerrie, chutney, thee, rijst, hete pepers, sigaretten

Brits-Indiërs naar Frankrijk, Georgiers uit Lyon hierheen. Steeds verplaatsen, niet wortelen. Georgiers waren christelijk, oudste kerken, prachtig, daar geweest in 1986.
Kaukasiers waren moslims, Dagastan, Azerbeidjan. Heel andere instelling, primitiever. Ook over de vloer. Een wou civiel zijn in ouwe broek van vader Binsbergen. Schaken met Jaap.
Zij mochten de paarden in de Brink laten drinken.
Goed voor algemene ontwikkeling van kinderen Binsbergen.
Koog ontruimd voor Invasie in mei 1944. Verband van stevig crepepapier, zo vielen de heersers door de mand.

MEESTER BROERE
Begonnen als onderwijzer met f 103,- per maand.
In oorlog meteen een geit gekocht.
Kon hier wel veel krijgen, bijen ruilmiddel, tegen boter enz. Vooroorlogse prijzen, bv een mud tarwe van Bremer, betaald met 2 potjes honing voor het malen. Broere kon zelf met paard en wagen rijden, dat was makkelijk.

Broere hield bijen in de duinen, maar wilde niet aan de Duitse commandant vergunning vragen, vroeg het aan Frits Klumper, die vond het goed. Hij had zodoende vergunning om een zwerm achterna te gaan, en kwam zo op plaatsen waar niemand mocht komen.
Hij heeft eens bakstenen gevonden in een stuifgat, het leek op een muur. Heeft het maar niet tegen de Mazen gezegd, die zouden er op af gegaan zijn- en de Duitsers waren er nog.
Later heeft hij maar weinig stenen terug gevonden. Iemand van de Westen of Hoorn was daar gezien met platte kar. Die van die kant konden er wat van.

Frits gaf een nieuw illegaal VN terug om te zeggen dat je zoiets eerst oud moest maken. Hij zei dat Broere daar altijd terecht kon. Zo kwam hij daar als onderduiker terecht.
Voorhuis van Ruige Hoek was bezet door Duitsers. Neel en Broere zaten in de keuken.
Frits zei: niet de hele dag hier zitten, iedere dag verken je een stuk land. Na een week al met de polsstok bij het Torenhuis.
Kwam overal met de polsstok, ook naar Nel op Pomona (Ruigendijk) (Gijs in Oosterend).

Caravan van Jan Agter bij Windy Ridge voor spullen. Klumper was daar ’s nachts.

Verzet: juffrouw Brouwer in de hand genomen- tas met schriften en papieren- als ik ooit word meegenomen moet jij die tas verbranden in de grote schoolkachel. Dat is niet nodig geweest. Ze was wel een moeilijk mens, maar zeer betrouwbaar en rechtlijnig. Broere heeft tot het laatst contact met haar gehouden. Ze heeft er ook nooit met een ander over gepraat.

Jan Schouten uit Amsterdam logeerde bij Helsloot, onderwijzer met NH-interesse. Liep op de vuilnisbelt op beenderen (voor zeep) en ouwe schoenen (brand).

Ramp als er nu oorlog uit zou breken. De mensen kunnen zich niet meer redden.

KEES DE PORTO (Oudeschild)
Geen huishoudgeld of kasboekje. Moeder zeid: Je had alles, 40 kippen gaf 3 of 4 gulden in de week, was genoeg voor koffie en thee. Deerom konde die mense in de oorlog overleven.
Endje hout langs de weg nam je mee, er lag geen rommel langs de weg toen. Je stapte ervoor van je fiets.
Geen een jongen gaat nog een tuin in om bessen of een peer te jatten.
Mazen in de aardbeien. Lijsters strikken. Overal groentetuinen.
Ze wisten wel aan de kost te komen. De mensen zouden nu geen week overleven.

Dienstweigeraar maakte Schilderstukken, die moest eigenlijk in bos werken, maar werd gezet in de Muy. Bij Meester Kraay in museum, Nieuwstraat, later Museum in Haus Waldfried.

WALDLAGER
Waldlager, barakken met gevangenen uit Alkmaar en Haarlem, 1 is op mijn gelopen bij paal 12. Na dolle dinsdag was alles weg. Later gesloopt, spullen.

Dik Smit:
Ver na de oorlog. Toeristen keken naar boerderij. Het bleken mensen te zijn uit Alkmaar. Hun vader was gevangenbewaarder bij het Waldlager. Zaten daar staatsgevaarlijken?
Die werden te werk gesteld, aardappels rooien, lopend. Kwamen ’s avonds te ruilen bij de boerderij. Klompen voor butter en kees.
Er waren 2 bewakers, ook 1 uit Haarlem. Die uit Alkmaar had kinderen die bij Anne hebben gelogeerd.

HUUSSIE VAN HANNES
Cornelis van Heerwaarden Voorweg 26 Schoorl, van Hannes van Heerwaarden.
Ze woonden met groot gezin aan de Ruijsweg in het Hussie van Hannes.

In de oorlog liet aangeschoten vliegtuig brandbommen los, vlak over bos, 500 meter van huis, bij Tatenhove in de tuin, over Zetingsnol heen richting zee. Brisantbom op plek Maartenshuis.
Zand over brandbommen, leek gevaarlijk, maar viel wel mee.

Jongens van Schoo woonden daar, die hadden een stroschelf afgedekt met net met als gewichten oude fosforbommetjes. Door zonnewarmte ontbrandde dat, boel vloog in brand. Nooit bij nagedacht. Leuk voor een ander- ze hadden er wel om moeten lachen.
Schoo had bollenbedrijf bij vliegveld, kreeg staatsgrond toegewezen als compensatie.

Overal aan de duinrand stonden bordjes ACHTUNG MINEN. Soms was dat loos, soms niet, dat kon je niet weten. Jaap en Jannie Dijksen liepen na de oorlog een keer van het strand door de duinen, tot ze bij prikkeldraad kwamen waarbij zo’n bord stond. Dat zal wel loos zijn geweest- of een wonder.

ASSEN
Johanna Maas
Oorlog, laatste winter. Assen. Maarten Veeger en vader Hoogenbosch zeiden: Jullie gaan niet weg! maar ze zijn allemaal gegaan, lopend over de Afsluitdijk.
Wim Veeger en Dirk Veeger van Buitenlust waren in Brabant ondergedoken.
Ome Nic en Cobus ook mee naar Assen. Vanwege boerenwerk en houthakken SBB kregen ze vrijstelling, waren op 6 april thuis- toen begon de Russenoorlog.

Blok v/d Velde woonde in het Huisje, die was duitsgezind, was vrijwillig uit solidariteit mee naar Assen gegaan. Zijn vrouw was alleen, kreeg Duits bezoek, durfde daar niet alleen te blijven, zodoende stond het leeg.

KEES DAALDER (1918-2001) zoon van Jacob Daalder en Thijsje van Leeuwen uit Zonnemaire x Janna Brouwer (1929-2010). Broer van tante Martje (1915-1975).
Woonden bij vliegveld 1937 Hoofdweg 22, de Korenschoof

Assen. Goed kosthuis. Nare ploeg. Donderde schep in greppel, ziek gehouden. Ondergrondse vrouw kwam hem halen, 70 km door de regen naar Leeuwarden. Daar meer op dak dan in bed, steeds razzia’s, viel tegen.
Later hoorde hij dat de Texelaars terug konden. Als hij gewoon bij de groep was gebleven had hij ook allang thuis kunnen zijn.

WERKEN VOOR BEZETTERS
Opzichter bij bunkerbouw. Schermer deed niet veel. Vooral Berkenbosch was zo brutaal, die liet een hele vrachtauto balen cement in een gat storten, later met het afslaan van de duinen kwam dat weer tevoorschijn. Keiharde baaltjes cement. Materiaal vernietigen.

TINEKE OELE
In de noordoosthoek van de tuin van Windy Ridge kwam de caravan te staan. Ome Jan Maas kwam vaak bij (zijn oudere broer) Willem, samen praten, verhalen vertellen. Vader Oele en ome Jan hadden voor de Duitsers gewerkt op de Mok, en van alles gestolen. Dingen begraven.

ARBEIDSEINSATZ
Piet Maas en Corrie Zijm woonden in de Stationsstraat in Alkmaar.
Cor ’s nachts bij P en C geweest, voetstappen heen en weer, zware schoenen, durfden niet open te doen, maar waren toch nieuwsgierig, kijken achter het gordijn, toen was het Cor. Landbouwverlof?
Cor was de enige die naar Duitsland moest. Lichting naar leeftijd en ongehuwd.

Paspoort Cor Maas:
Aus und wieder einreise
Stempel 2-2-1944 Emmerich (Grenzübertritt vom 22-1-1944 bis zum 2-2-1944)

Stempel 2-5-1944 Emmerich (der Sichtvermerk kann zum Grenzübertritt vom 22-4 bis zum 1-5 Mai 1944 binsliesslich benutz werden).

Jaap kwam uit Scheveningen. Eerste trein uit Den Haag, stond al vroeg voor de deur. Hij had de reu van de Ortskommandant gecastreerd, die liep steeds bij zijn hond. Bloedspoor in de sneeuw van Atalanta naar Texla, was voorjaar ± 1943/44. In 1944 terug.

ONDERDUIKEN
Broere: Maarten Veeger was heel fel katholiek. In het laatste oorlogsjaar had Veeger onderduikers. Broere bracht post daarvoor. Zei tegen Veeger: ik wil van niemand iets weten, want iedereen weet alles hier, en als het misgaat ….
Veeger zei: Buurman, als je spek of eieren nodig hebt kom je maar.
Toen kwam Keetjebuur van de Kapberg zeggen dat zij ook wel een onderduiker kon hebben als het nodig was. Dat werd een klokkenmaker. Broere zocht bij het post rondbrengen overal naar klokken om te repareren.
Hun eigen onderduiker was vliegtuigmonteur, maakte speelgoed voor Gijs.
Op de werf maakten ze stalen aanrechten en koolzaadvijzels om te ruilen voor eten.

COR EN GERARD WITTE van de Bonte Koe
Oorlog
Wij hebben niks aan onze jeugd gehad. Arbeidseinsatz, Sperrtijd enz.
Zij zaten ondergedoken in de Peel. Wim Slaman z’n broer was bij De Lugt op kantoor, die gaf het adres. Cor, Gerard, Meiert Bakker, Frans Barhorst, Willem Bakker, Wim Knien Bakker (oren- later naar Australië, kwam hem nog eens tegen in Den Burg, niets veranderd).
Cor kreeg in Asten de pleuris, kwam in Zusterklooster te liggen vanaf dec. 44 tot juni 45. Gered door penicilline.
Ondergedokenen waren werkweigeraars, konden de kogel krijgen.
Na de bevrijding hadden we het goed is Asten.
19-20 stonden de Engelsen bij Someren bij de Zuid-Willemsvaart 2 x 2 1/2 uur. Onder granaatvuur in de kelder, iedereen zat te bidden (nood leert bidden). Later keken we uit het raam, zaten de Engelsen op de stoep met sigaretten.

Hij kon in den vreemde (Peel) de boer niet verstaan: ‘erf grieselen’ was grond aanharken, ‘da hedde ge grif’ was dat doe je goed, ‘hou doe’.

Foto van tank voor gebouw.
Contact met Engelsman na 40 jaar. Liverpool, Rode Kruis, hospik. Kerstmis gevierd terwijl zijn kameraden in de Ardennen vochten. You remember.
Zelf net buiten schot, schoten vielen in ander dorp.
Speldje van Royal Warwickshire. Uitwisselen, zelf niets gegeven.
Postnummer, kontakt met Texel via de Ondergrondse.

Gerard had een gezwel aan zijn voet. Bill zei: Let me look for it, gaf penicillinezalf op de Rode Kruispost- en ’t was zo genezen. Nederlandse dokters hadden dat toen nog niet.
Echte thee. Wij zaten veel bij de soldaten. Bordje No Civilians, maar dat konden wij niet lezen.
In de oorlog sprak ik geen Duits, ik verstond ze niet.

Contact met Texel ging via Ondergrondse, ze wisten over en weer niets van elkaars toestand.
Op Texel wisten ze niet of de jongens nog leefden en zij hoorden pas achteraf wat er in de Russenoorlog was gebeurd.

Cor had het erg moeilijk toen zijn zoon met een Duits meisje trouwde, niet vanwege haarzelf.

Willem Wiering vertelde aan zijn kleinkinderen:
Bunker in bos, daarin woont een Duitser met een lange witte baard, eet uit vuilnisbak van de patattent op het Turfveld (via juf van de kinderen van Jan Wiering- Marga is daar klassehulp).



Terug naar de vorige bladzij