De gezusters Zuidewind, een verhaal over 3 doden
in één familie in korte tijd



Maarten Zuidewind en Neeltje Eelman hadden drie dochters die de huwbare leeftijd bereikten, Hiltje, Trijntje en Neeltje. Van deze drie werd er slechts een oud. De beide anderen stierven binnen driekwart jaar, Neeltje in november 1873, Hiltje in augustus 1874. Ook Hiltjes pasgeboren kindje was kort na de geboorte overleden. Die gegevens staan in Texelse Geslachten, uiteraard zonder toelichting.

Zuidewind

Geboorte- en sterfdata van Maarten Zuidewind, zij vrouw Neeltje Eelman en hun kinderen. (uit: Texelse geslachten door M.D. en J.S.M. Dijt)


Wat was er aan de hand? In het Dagboek van dominee Huizinga staat het precies beschreven. De families Zuidewind en Eelman hoorden bij zijn gemeenteleden, bovendien was Neeltje kort voor haar dood bij Huizinga in dienst getreden als meid.
4 maart 1869. Bij Albert Kooiman en vrouw [Hiltje Zuidewind]. Zij gaan met 20 maart verhuizen naar de [Hemmer]Kooi, de vroegere woonplaats van haar vader.
Niet alleen deze vader had daar gewoond, maar het hele gezin. Te zien aan de gegevens in Texelse Geslachten werden de meeste kinderen daar geboren en stierven de twee jongsten er. Enkele maanden na de geboorte en dood van het jongste kindje overleed ook de moeder daar.

Het huishouden van dominee Huizinga
Huizinga woonde in een grote, bewerkelijke oude pastorie in de Waalderstraat. Hij had een druk huishouden, een gezin met 6 kinderen, veel aanloop van kennissen, gemeenteleden, collega’s, enzovoort. In de zomer kwamen er vaak familieleden logeren, voor een week of soms zelfs voor meer dan een maand. In zo’n huishouden was veel werk te doen. De huisvrouw werd bijgestaan door een meid, meestal een jonge vrouw die enkele jaren voor haar huwelijk werkte als inwonende hulp. Er was ook een wasvrouw en in de schoonmaaktijd kwam er extra hulp.
Huizinga had na de dood van zijn echtgenote in 1851 een huishoudster in dienst genomen, Geke van Giffen uit Groningen. Die nam in 1863 ontslag om bij dominee Huidekoper in De Waal te gaan werken, wiens vrouw in het kraambed was gestorven. Daar was maar één kindje, voor de ziekelijke Geke veel rustiger dan in het gezin van Huizinga. In de loop der jaren was de situatie bij Huizinga trouwens flink veranderd, er woonden in die tijd nog maar twee kinderen thuis, Sina en Menno, en die waren niet klein meer. De anderen woonden elders, in Groningen en Frankrijk, om te studeren.

Eigenlijk was Sientje, met haar 15 jaar, nog veel te jong om na het vertrek van ‘tante Geke’ als ‘vrouw des huizes’ op te treden, maar het kon niet anders. Haar zus Katrina was in Hoogezand, als gezelschap voor grootmoeder Meihuizen. Ze zou daar blijven tot grootmoeder was overleden. Sina moest het maar redden, met de meid.
20 February 1863. Brief van dominee Huizinga aan zoon Samuel in Mulhouse: Sientje is eigenlijk nog te jong om haar van de school te nemen en met de taak van huishoudster te belasten. Ik weet niet of ik weder genoodzaakt zal zijn naar een andere jufvrouw om te zien, maar waar vind ik eene die Tante Gé vergoeden kan, die immers altijd met zooveel liefde als een moeder voor u gezorgd heeft. Kon Katrina nu geschikt tehuis komen, dan zou ‘t zeker nog wat beter gaan, maar Grootmoeder zal haar ongaarne missen. Nu zal het zich nog wel zoo wat schikken, zoolang Tante Gé hier zoo in de nabijheid blijft, maar ‘t zal wel niet lang duren of Huidekoper wordt beroepen en dan ben ik van een hoognoodige hulp verstoken voor altijd.
Dat moment kwam al snel.
15 November 1863. Afscheidspreek van Dominee Huidekoper, vertrekt naar Bolsward.

Een stoet meiden
De meeste meiden bleven slecht enkele jaren in dienst, dan trouwden ze om een eigen huishouding te beginnen. Martje Visser was meid bij Huizinga van 1871 tot 1873, zij was de voorgangster van Neeltje Zuidewind. In die periode woonde Katrina weer op Texel. Zij was toen 27 jaar oud en als ongetrouwde domineesdochter de vrouw des huizes,
Sina was in de zomer van 1873 getrouwd met de jonge Doopsgezinde dominee Hein Koekebakker en woonde sindsdien als domineesvrouw in De Waal.
3 september 1873. Aan Bakels gaf ik 5 gulden mede om die in de Spaarbank te zetten voor Martje, onze meid, die morgen trouwen zal met Jonas Schagen aan ‘t Oude Schild. Martje is laatstleden maandagavond van hier vertrokken met Jonas nadat zij des namiddags naar de Waal was geweest om van Sina afscheid te nemen. Katrina en ik hadden haar met eenige geschenken begiftigd (ik een Chinees verlakt theeblad, tobbetjes en 5 gulden in de Spaarbank, Katrina en Sina een serviesje enz., Sina had haar trouwjapon gemaakt). Wij zullen nu 20 september Neeltje Zuidewind als meid krijgen. Vooraf moeten wij het redden met een dochter van jufvrouw Gersen, enz.

Het kwam wel eens voor dat de meid meer last dan gemak gaf. Ze woonden in, leefden met het gezin mee en dat was niet altijd makkelijk, zoals bij ziekte bijvoorbeeld. Dan moest er rekening met haar gehouden worden. Martje was ook wel eens ziek geweest:
17 October 1872. Daar onze meid Martje weer ongesteld is schuift Sien haar voorgenomen reis met Aal Koekebakker naar Wormerveer op. Aal vertrekt dus des middags alleen, zeer teleurgesteld. Martje ligt met de koorts.
Dat was nog te overzien. Eerdere meiden hadden bijvoorbeeld bloedspuwingen, koorts en rheumatiek, of een gebroken arm. Een andere was traag, weer een andere was buiten zichzelf van liefdesverdriet. Met Neeltje Zuidewind was het echter veel erger gesteld- deze ziekte zou haar de dood aandoen. Huizinga noteerde het een en ander over haar toestand en ziekteproces, waardoor zijn huishouden in grote problemen kwam. Hij toonde zich in zijn aantekeningen weinig met Neeltje begaan, maar maakte zich vooral druk om zijn eigen problemen.
Het werk werd er niet minder om en wie moest dat nu doen? Dochter Katrina!

Die had genoeg bezigheden en het werk van de meid erbij doen was haar te zwaar. Het kwam blijkbaar niet bij Huizinga op om tijdelijk andere vrouwen te hulp te roepen, maar dat kwam misschien vooral door de kosten. Hij moest zuinig leven om de studie van zijn zonen te betalen.

Zuidewind

Foto van de Herenstraat in den Hoorn omstreeks 1909. De woning van Dirk Bruin is het 3e huis van links. (foto: collectie Maarten Stoepker)


Dirk  Trijntje

Dirk Bruin en Trijntje Bruin Zuidewind
(met dank aan Riek Bruin)


Met Neeltje ging het slecht:
2 October 1873. Onze meid Neeltje Zuidewind, 20 September gekomen, van den aanvang af niet regt gezond, heeft gister het bed moeten houden, zoodat Katrina alleen voor het werk stond. [Dokter] Ensing zeide gister dat hij haar kwaal als een kort gebrek beschouwde, dat moeijelijk te herstellen was.
19 October 1873. Zondag. Des avonds Dirk Bruin en Trijntje Zuidewind [uit Den Hoorn] hier. Afspraak gemaakt dat Neeltje een tijd lang bij hen te huis zou komen tot zij weer beter in staat zou zijn om haar dagelijksche werk te verrigten.
22 October 1873. Gister is Neeltje Zuidewind met haar zwager D. Bruin naar den Hoorn vertrokken. Wij nu zonder meid.
25 october 1873. Albert Kooiman hier. Zijn schoonzuster Neeltje, thans aan den Hoorn, gaat zeer achteruit.
27 October 1873. Des voormiddags naar den Hoorn naar Neeltje Zuidewind, in zeer zwakken staat, schijnbaar haar einde nabij.
Katrina vanmiddag naar het Oude Schild naar Martje Visser en naar Tonia [vrouw van Dominee Wassenaar] om te spreken over Anna Schagen, die zich hier als meid had gepresenteerd. Menno ook derwaarts, haar afgehaald.

12 november 1873. Katrina wandelde naar den Hoorn om Neeltje Zuidewind te bezoeken, die zij echter slapende vond.
24 November 1873. Naar den Hoorn, begrafenis van Neeltje Zuidewind, vooraf bij Bakels koffij gedronken. Bakels mede naar den Burg met de wagen van J.J. Bakker (ook Jakob en Ada Zuidewind).

Nu kon Huizinga op zoek gaan naar een nieuwe meid, waar hij hopelijk meer aan zou hebben.

Hoe het met de familie van Neeltje Zuidewind verder ging noteerde hij ook.
2 July 1874. Naar Albert Kooiman (in de Kooi onder den Hoorn). Zijn vrouw [Hiltje Zuidewind] zeer zwak, het kindje van 13 dagen gisteravond overleden. Ensing daar ontmoet, die mij de bedenkelijke toestand der zieke (keeltering) bekend maakte. Zij was zeer aangedaan bij mijne komst. Zij had zeer naar mij verlangd. Ik sprak ze zeer bemoedigend en versterkend toe, beloofde spoedig weer te komen. De vrouw was sedert October niet goed in orde geweest. Zij had zichzelven als het ware opgeofferd voor haar zieke zuster Neeltje Zuidewind, dikwijls haar bezoekende door nat en koude, na vermoeijende dagen in eigen gezin (zonder meid), dikwijls bij haar wakende. Zoo toonde zij waarlijk Godsdienst, al beklaagde zij zich nu dat zij te weinig godsdienstig was. Ook haar man zeide te gevoelen dat hij de loutering des Lijdens zoo zeer behoefde.
Ik wees aan wat Godsdienst was en moest zijn in hunne bijzondere omstandigheden.
17 Augustus 1874. Ik wegens ongesteldheid niet in staat om mede ter begrafenis te gaan van Hiltje Zuidewind.

Zo kwam het dat binnen een half jaar 3 mensen in deze familie stierven, Neeltje en Hiltje Zuidewind en het pasgeboren kindje van Hiltje. Wat een rampzalige tijd was dat!
De herinnering aan de gestorven zussen werd gekoesterd. Het eerstvolgende meisje dat werd geboren in het gezin van Dirk Bruin, in 1876, werd Neeltje genoemd (zij werd oud, wel 89 jaar). Het eerste kind van broer Pieter Zuidewind noemden ze Hiltje Neeltje, dat was meer dan 13 jaar na het overlijden van de 2 tantes van het meisje. Pas de tweede dochter van Pieter Zuidewind werd vernoemd naar de beide grootmoeders, zoals het eigenlijk hoorde (Hiltje Neeltje werd 81 jaar).

Huizinga zag zich vooral voor practische problemen gesteld. In zijn drukke huishouden met veel bezoekers en gasten kon een flinke meid niet gemist worden. Een zieke meid was iemand waar zelfs een dominee graag snel vanaf was, al had hij nog zo met haar te doen.

In cursief de letterlijke tekst uit de dagboeken van dominee Huizinga




Home