Historisch onderzoek
Mijn onderzoek naar de geschiedenis van mijn eigen buurt, niet de Spoortbuurt in Alkmaar waar ik sinds 1975 woon en werk (en waarover ook wel wat te vertellen is), maar de buurt waar ik geboren ben.
Dat is de Westermient op Texel, de streek waar mijn vaders familie eeuwenlang gewoond heeft. Mijn moeder kwam uit Amsterdam/Zandvoort, weer een ander boeiend onderwerp.
Handen en hoofd
Behalve met mijn handen, waarmee ik mijn keramiek maak, wilde ik ook wat meer doen met mijn hoofd. Je kunt prima denken als je veel alleen aan het werk bent.
Ik ben van jongs af aan erg geboeid door het verleden (toen ooit thuis de ouderen spraken over vroeger was mijn bijdrage: Vroeger? Toen dronken ze chocola uit emmers!- ik was toen een jaar of drie en heb het vaak moeten horen).
De belangstelling voor het verleden werd bijzonder gewekt door Meester Conijn van de Thijsse-school. Die had de vierde klas, waarin hij met het geschiedenisonderwijs mocht beginnen. Deze onderwijzer kon zo geweldig vertellen, dat ik daar nog steeds met plezier aan terugdenk.
Door Conijn en wat geestverwanten werd een Afdeling van de Archeologische Werkgemeenschap Nederland opgericht, de AWN. Er werden opgravingen gedaan, excursies en lezingen gehouden. Ik was daarvan lid, het jongste waarschijnlijk, en ik ben er, met een onderbreking in mijn studietijd, nog steeds lid van.
(aanklikken voor fotoalbum)
Familiegeschiedenis
Zo rond 1988 ben ik begonnen met het interviewen van familieleden en buren, om de mensen achter de feiten in onze Maas-stamboom te leren kennen. In zon stamboom staan namen en geboorte- en sterfdata, de huwelijken en kinderen uit zon huwelijk, maar weinig meer dan dat. Zo hoorde ik dat mijn vaders moeder geboren was in een plaggenhut, op het Ruige Landje aan de Rozendijk. Wie kan er tegenwoordig zoiets nog zeggen van haar grootmoeder? Dat was weliswaar meer dan 100 jaar geleden- zij was van 1876, mijn vader was van 1917, ik van 1951. Wij doen kalm aan met de voortplanting, andere families hebben in diezelfde tijd een of twee generaties meer, maar toch- een plaggenhut!
Westermient
Het bleek me dat er heel wat te verzamelen was, verhalen van allerlei soort, en oude fotos, kaarten, knipsels, enz. Zeker toen ik inzage kreeg in het Worsteltent-archief en de daarin verzamelde notarisactes las werd het zeer boeiend. Zelf ben ik niet in archieven geweest, maar ik heb van diverse personen kopieën gekregen van acten waarvan zij dachten dat ik die wel zou willen lezen.
Geologie, historie, plaggenhutten, opgraving en onderzoek naar de Bleekerijen, het leverde me honderden mappen vol materiaal op (totaal 374 mappen A4 van alle onderwerpen).
Daarbij kwam het bewerken van de Dagboeken van dominee Huizinga en de vondst van tekeningen van Reinier Bakels.
Publiceren
Uit twee van die mappen is het Pagga-boek gemaakt, dus zou ik genoeg stof hebben voor nog eens honderden boeken. Maar publiceren op papier gaat moeizaam, af en toe een artikel in het blad van de Historische Vereniging Texel, een stukje in de Texelse Courant, het schiet niet echt op. Ik heb al veel uitgezocht, uitgewerkt, verhalen gemaakt van dingen die anderen ook zou kunnen interesseren.
Maar nu is er een andere tijd, waarin men voor publicatie niet meer afhankelijk is van de redactie van een kwartaalblad, maar zelf kan uitmaken wat en hoe men wil schrijven!
Zo komt het dat ik nu ben begonnen mijn mappen uit te werken tot leesbare verhalen. Sommige feiten die ik in aantrof in de oudere mappen konden naar mijn huidige inzichten worden doorgestreept. Dat is gevorderd inzicht door meer feitenkennis. Ik heb in die 20 jaar heel veel gelezen, en mijn begrip in/over bepaalde zaken is veranderd. Er zijn door anderen dingen gepubliceerd waaraan ik bij eerste lezing niet twijfelde, maar achteraf van weet dat het niet klopt (citaten uit Huizingas dagboek bijvoorbeeld).
Alles bij elkaar denk ik dat wat ik nu in 2008 opschrijf wel zo ongeveer juist is. Als het later toch anders blijkt te zijn, dan is het gemakkelijk aan te passen of te veranderen.
|