Gemeentebestuur van Texel


Vanaf 1795 tijdens de Bataafsche Republiek, het Staatsbewind, het Koninkrijk Holland van Lodewijk Napoleon en onder Napoleon, tot in het Koninkrijk der Nederlanden in 1814

Besluit van de eerste Gemeenteraad in 1795:
Het Eiland Texel zal over het geheel en ondeelbaar gerepresenteerd worden als 1 Lichaam waarvan de onderscheidene dorpen deelen zijn, en dat derhalve in alle conclusiën, het besluit der meerderheid, zonder eenige betrekkingen van of tot wat dorp- zal gevolgd worden.

Dat het Bestuur over het zelve Eiland is toevertrouwd aan 7 Leeden, uitmakende het Gemeente bestuur en 7 Scheepenen voor de Justitie- als aan het Hoofddorp den Burg 2 en van elk dorp tot ieder collegie een Lid, aan het hoofd van de Collegien zo tot de Policie als Justitie bevind zig een Schout of Bailliuw, werdende de beide Collegien door een Secretaris bediend.

Bataafse Republiek 1795
Eind januari 1795 werd het nieuws van de Omwenteling op Texel bekend.
Men zette een Vrijheidsboom in elk dorp en vormde een Committé om de rust te bewaren en de belangen der Burgerij te bevorderen:
Burg Jan Bakker de jonge, Gerrit Bakker, Jan Reij, Dirk M. Boon en Sijbrand Keizer, Jan Ran
Oudeschild Abraham Wentel, Cornelis P. Bakker, Jacob Veldhuis en Hendrik Burger.
Hoorn Pieter A. Kikkert, Jan Knaap, Pieter Daalder en Cornelis W. Smit
Oosterend Willem Boon, Klaas Brouwer, Leendert Pruijt en Arien Dijkse
Waal en Koog Hertje Dogger, Jan Gerritsz Spigt, .... Jacobsz Bakker

Remotie van de oude Regenten
Vergadering op 3 februari met alle leden en de baljuw Elout in de Keizerskroon in den Burg.
Men verzocht, dat de Baljuw Mr: Cornelis Theodorus Elout voorlopig aan zou blijven, maar de andere oude bestuurders moesten vervangen worden. Het oude dagelijks bestuur bestond uit 4 Burgemeesters.

Op de Vergadering van 5 februari werd een nieuw bestuur benoemd, nog in de oude trant:
Hendrik Dekker aan den Burg, Cornelis Klaasz Zwart aan den Hoorn, Jacob Breemer aan de Waal en Cornelis H. Bakker te Oosterend- tot Burgemeesteren
Gerrit Kooijman aan den Burg en Simon Bakker aan den Burg, Cornelis Jansz Smit aan den Hoorn, Jacob Vermeulen aan de Waal, Biem Dekker aan Oosterend, Arien Gerritsz Spigt aan de Koog en Aris Sunderdorp aan Oudeschild- tot Schepenen

Later in dat jaar kwam het tot de aanstelling van 3 Committé's, van Algemeen Welzijn (voor het dagelijks bestuur), van Justitie en tot de Zeedijken.

1795 Committé van Algemeen Welzyn
Burg Poulus Albertsz Kikkert en Sybrand Keyser, Oudeschild Cornelis Hendriksz Bakker, Hoorn Pieter Albertsz Kikkert, Oosterend Simon Kwast, Koog Jan G. Spigt, Waal Gerrit Sluysman
met Maire Cornelis Elout en secretaris Abraham Wentel, notaris te Oudeschild.

Elke twee weken werd een nieuwe voorzitter gekozen.
Vergadering 21-9-1795
De 14 dagen van het Presidium geeindigd zynde, legt den Burger Poulus Kikkert deselve zyne post neder en werd daartoe unaniem verkoozen den Burger Sybrand Keyser

Van de eerste maanden zijn wat stukken bewaard (zie ëde omwenteling van 1795í), dan is er een gat tot half augustus 1795. Vanaf die tijd was Willem Romans secretaris. Hij hield de Notulen van de Gemeenteraad en de correspondentie nauwgezet bij tot aan zijn dood in 1815.

Er was voor de komst van Romans onenigheid onder de bestuursleden, maar hoe dat precies gegaan is niet op schrift bewaard. Wentel trok zich terug, waarna de voormalige secretaris Maronnier nog ingevallen schijnt te zijn.

Verkiezingen
Elk jaar in mei moest de helft van de Leden van de Municipaliteit aftreden. Het Volk moest nieuwe leden kiezen. Dat gebeurde voor het eerst in 1796, door de Texelse stemgerechtigde burgers in de 10 Texelse Grondvergaderingen. Helaas legde Elout zijn post neer op 22 april daarvoor om in Den Haag hogerop te gaan, zodat de Texelaars er alleen voor stonden.
Het bleek al snel dat democratie niet makkelijk te begrijpen was en samenwerken nog veel moeilijker. Onder de juiste leiding zou de zaak niet zo uit de hand zijn gelopen.

Grondvergaderingen
Er waren geen kandidaten waren voorgedragen. Elke stemgerechtigde mocht op iedereen stemmen, waar niet elk verkozen lid blij mee was. Men bedankte voor de eer met allerlei uitvluchten, tot de regel werd ingevoerd dat wie een post weigerde het Eiland moest verlaten.
Door de verschillende verwikkelingen werd het pas eind augustus voor het gekozen bestuur aan kon treden. Toen bleek dat de kiezers niet het laatste woord hadden, maar de regering in Den Haag. Door hogerhand ongewenst geachte personen werden niet aangesteld, zoals bleek bij de verkiezing van een nieuwe schout.
Hendrik Tigman werd daartoe met de meeste stemmen gekozen maar niet aangesteld. Waarom niet? Misschien omdat hij geen jurist was? Misschien omdat de functie van Schout buiten de te kiezen posities viel?
Tenslotte werd in december 1796 Martinus Langeveld benoemd.
Tot Langeveld aantrad was de Precident Scheepen Gerrit Kooyman 'fungerend Maire', later (na ruzie) Albert Gorter.

Uitslag van de eerste verkiezingen
Vergadering op Vrijdag den 19 Aug. 1796
De Stembilletten op gisteren in de Grondvergaderingen door de Stemgeregtigde Burgers ingeleverd, zyn geopend, en de navolgende Leeden der Municipaliteit benevens de Schout deeses Eilands, zyn bevonden door meerderheid van Stemmen benoemd te zyn:

Tot Leeden in het Committé van Algemeen Welzyn
Gerrit Kooyman - van den Burg
Jan Wilkes - Waal
Ryer Huisman - Oude Schild

Het Committé van Justitie
Albert Gorter - Burg
Jacob Schraag -Waal
Maart Daalder - Hoorn
Klaas Keesje - Koog

Tot Schout - Hendrik Tigman
Tot Dykgraav - Jan Bakker de Jonge - Burg

Tot Hoofdingelanden
Sybrand Koning - Schil
Poulus Kikkert Albersz - Burg

Tot Heemraden
Cornelis Jansz Smit - Hoorn
Gerrit Sluysman - Waal
Aris G. Eelman - Oosterend

Vergadering 29 April 1797
present beide de Committé's [van Algemene Zaken en Justitie]
demto [afwezig] B. Dekker, Aris Sunderdorp, P. Sluys, Klaas Keesje, Symon Ryersz Dyt
Zaturdag Middag 3 uuren
Naar voorgaande Klokgeluy en uitroeping aan de Burgery, tot die op heeden in de Grondvergadering gedaane Verkiesing voor de Leeden van de Municipaliteit voor 1797 en 1798, zyn de Bossen en Stembilletten geopend- als wanneer bleek dat in het Committé van Algemeen Welzyn deeses Eilands verkoosen was
Cornelis W. Smit, Jan G. Spigt, Arie Jacobsz Dyksen
In het Committé van Justitie
Cornelis Jonker, Gerrit Roozendaal, Symon Ryersz Dyt
En zyn de bodens gelast de aanzegging te doen, en deselve te versoeken tegens aanstaande dingsdag, als wanneer de Municipaliteit vergaderen zal omme in den Eed te werden genomen Sí morgens 10 uuren.

Omwentelingen van 1798, in februari en in juli
De Missive aan het administratief Bestuur van Holland luide aldus
MedeBurgers!
Ter voldoeninge Uwer Aaanschryvinge van 15 deezer Maand, hebben wij de Eer aan Ul optegeeven, dat op ons Eiland het publicq bestuur door de volgende Committé's worden uitgeoeffend en welkers leeden zyn
Committé van Algemeen Welzyn
Gerrit Kooyman, Arie Dyksen, Jan Wilkes, Cornelis Willemsz Smit, Albert Koning, Ryer Huysman
Committé van Justitie
Albert Gorter, Simon Dyt, Pieter Sluys, Jacob Schraag, Gerrit Roozendaal, Klaas Keesje, Cornelis Jonker
Committé over de Zeeweeringen
Gerrit Bakker, Hoofdingeland en ad interim Dykgraav,
Poulus Kikkert Alb, Dirk Symonsz Daalder, Harme Zuydewind, Pieter A. Keyser Hoofd Ingelanden
Dirk Zym, Cornelis Jansz Smit, Jacob Breemer, Arie Spigt, Heemraden
Alle welke Committé's door eene Minister bediend word, genaamd Willem Romans-
zynde Martinus Langeveld Schout van Texel
Zullende voorts alles conform gemelde aanschryving alhier op de voorige voet blyven-
Wy zyn naar toewensching van Heil & Broederschap
De Municipaliteit van Texel
Ter ordonn. van deselve (get) WRomans Texel 21 feb. 1798

Het Committé over de Zeeweringen weigerde na enkele jaren verder nog tijd te verspillen aan de dagenlang durende gezamenlijke vergaderingen.

De wisseling van voorzitter was veranderd, er was een vaste president. Die wilde niet meer.
Vergadering 2 October 1798
De precident zegt: daar hij reeds zo lange den post als voorzitter deeser Vergadering waargenomen had, hy alzoo vermeend 'er nu eens eene andere verkiesing diende plaats te hebben, verklarende alzo zynen post nederteleggen-
Waarover gedelibereerd zynde is eyndelyk andermaal den Burger Kooyman tot precident deezer Vergadering verkoosen-

Vergadering 10 Dec. 1799
De Vergadering kennis hebbende van het overlyden van de Temporaire president den burger Gerritt Kooyman, werd voor 14 dagen tot precident verkoosen den Burger A. Gorter

Vergadering 24 Dec. 1799
Op voorstel der Burger Gorter is geresolveert eene Nominatie te formeeren van Stemgeregtigde Burgers ter vervulling van de overledene Burger Kooyman Lid deeser Vergadering, en het zelve te versenden aan het Uitvoerend Bewind- dog om het zelve te bespoedigen het intesluyten aan het departementaal bestuur, met Versoek het zelve te willen ondersteunen, ten eynde door de spoedige verkiesing tot een Lid deeser Vergadering, de werksaamheeden der Municipaliteit geene Vertraging geschieden- daartoe voorstellende: de Burgers Dirk M. Boon en G.J.W. Reynbach

Teveel werk en verantwoordelijkheid
De Burger Gorter zegt: dat hy langer dan een jaar zig aan het Intermediair administratief Bestuur van Gewest Holland geadresseert hebbende omme ontslag uit de Municipaliteit, uit hoofde zyne bediening als assistent bij de Gemeene Middelen, en ook dat hy Lid van het Collegie van Justitie was- dat het hem by deeze gelegenheid, wanneer men zig over de Vervulling van een ander in plaats van de overledene Burger Gerrit Kooyman addresseerde; zeer gepast zoude voorkomen, omme ook aanzoek tot ontslag als Lid deeser Vergadering te doen- het geene hy vertrouwde te zullen obtineeren zo wanneer deeze Vergadering hem gelifde te assisteeren
Waarover zynde gedelibereerd: en in aanmerking genomen: dat den Burger Gorter tot Lid der Municipaliteit was aangesteld; als hij bereids Lid van het Collegie van Justitie was, en hoe zeer ingevolge zyn zeggen: op zyn ontslag aangedrongen, nogthans zulks niet geobtineerd, maar moeten blyven continueeren- eyndelyk daar de publicatie des Uitvoerends Bewinds van 10 Mey 1798 ieder op zyne verantwoordelykheid gelast deszelfs post van regeering te moeten blyven waarneemen tot dat door de Organisatie der Gemeente Bestuuren deswegens, zal weesen voorsien- het dus door een en ander wel expresselyk aan deeze Vergadering is geinterdiceerd: zig daarmeede te inmexeeren maar ter contraire: aan de Wil der Hoogstgeconstitueerde Magt te moeten obedieeren- en hoe billyk men ook de voordragt van den Burger Gorter houd, men nogthans moet verkaaren, het zelve tot de Competentie van deese Vergadering niet te behooren-

De Burger Mr. G.C.W. Reinbach kwam nu, voor het eerst, in het Gemeentebestuur.
Hij werd meteen benoemd tot voorzitter.
Vergadering 4 Februarij 1800
De Burger Langeveld zyn precidium geeindigd zynde, werd als nu tot precident voor een Maand verkoosen den Burger G.C. Reynbach

Staatsbewind van het Bataafsche Gemenebest
Vergadering 24 Maart 1801
present alle de Leeden
De precident steld voor, daar het thans door de Grondvergaderingen deezes Eilands is gedecideerd, hoedanig de verdeelinge der Leeden voor het aanstaande gemeentebestuur van dit Eiland zal moeten zyn-
Als meede: daar het tot informatie voor de Stemgeregtigde ook nodig is, dat men weete wie wel stemgeregtigd op Texel is, of de Vergadering niet goed kon vinden Copien uit het Stemregister de doen vervaardigen en alom op eene versekerde plaats ter visie te leggen?
Eindelyk daar 'er zederd de laaste openlegging des Stemregisters en den Jaare 1797 veele over Texel tot de Jaare genomen zyn en de Vereischtens bezitten, omme zig te doen inschryven, of men het Stemregister voor de zodanige niet openen zoude?
Waarover zynde gedelibereerd, is Eerstelyk geresolveerd door Notificatie de in en opgezetenen alhier kennisse te geeven van de beslissing der Grondvergaderingen, opzigtelyk de aanstaande verdeeling voor de Leeden tot het te verkiesene Gemeentebestuur
Ten 2 Copiën de doen formeeren uit het generale Stemregister en die by de Schoolmeesters op de Dorpen ter visie te leggen
En ten 3 het Stemregister te openen voor alle die tot de Jaaren gekomen zyn en bevoegtheid
hebben, omme de Verklaring afteleggen en inteschryven- en daartoe te vaceeren ten Raadhuyse alhier, op Vrydag 3 April 1801 S' nademiddags van 2 tot 5 uuren

Over de uitslag van een verkiezing is niets te vinden, en het bestuur lijkt verder onveranderd.

Het bestuur werd niet meer regelmatig gewisseld zoals ooit was afgesproken. Twee leden waren schippers en daardoor niet vaak aanwezig. Al het werk kwam neer op de 4 anderen, die ook hun gewone werk hadden. Men wilde graag eens vervangen worden.

Vergadering 3 Mey 1803
present alle de Leeden demto de Burgers Koning en Huysman [de schippers]
dingsdag Morgen 9 uuren
Thans aan de ordre zynde in overweeging te neemen, het versoek van den precident omme ontslag te vragen, van hunne posten als leeden van het Gemeentebestuur, of anders te versoeken: dat deeze Vergadering met nog 2 Leeden mogt vermeerderd worden-
Is naar gehoudene deliberatie besloten- om met allegatie van reedenen: onder anderen dat het Gemeentebestuur van Texel maar uit 5 Leeden bestaat, waar onder 2 Zeelieden en 2 S' Lands Amptenaars zig bevinden- waardoor dikwerf de werksaamheeden niet kunnen worden verrigt, of ten minste met die vereyschte spoed en met die ordre gedaan, als nodig was- ten andere dat door de veel al absentie van de Zeevarende Leeden de overige 3 Leeden al 't werk moesten doen, waartoe gemerkt er 2 S' Lands Amptenaaren zyn, is hun het niet alleen al te moeijelyk hun gering getal van Leeden in onaangenaamheeden ja zelfs in moejelykheeden geraakt, zonder hun toedoen-
Eyndelyk dat hoe zeer het haar nooit te veel was, het algemeen belang te bevorderen nogthans de last van het gering getal hunner Leeden alleen te zwaar viel waaromme men zyn gedagten wel eens had doen gaan, dat wanneer het Gemeentebestuur met nog 2 Leeden vermeerderd wierd, het zelve Collegie hierdoor meerder Kragt zou werden bijgezet- maar daar die 2 Leeden noodzakelyk diende te zyn woonagtig aan de Hoofdplaats den Burg, wilde het Gemeentebestuur ëer die dienst van hebben, welke 'er toe vereijscht wierd, vreesde men dat zulks een Jalousie over de Ingeseetenen op de andere dorpen woonagtig zoude te weeg brengen-
Ook waaren de meeste Leeden reeds 7 Jaare in functie geweest, en daar de Steeden en zommige plaatsen ten platte Lande de regeeringen veranderd waaren, had men zig gevleid ontslagen te zullen worden dan daar men zulks nog in het kort niet te gemoed zag, versogt men instantelyk om ontslag-

Het duurde nog bijna een jaar voor het zover was. Men had voortdurend te weinig mankracht voor de bestuurswerkzaamheden door afwezigheid van Koning en Huysman.
Een volgende regel maakte het nog moeilijker. Rijksambtenaren mochten niet meer tegelijk in een Gemeentebestuur zitten. Reinbach was Commies ter Recherche en moest dus uit het bestuur.

197a Vergadering 29 November 1803
Op de gedaane kennisgeving van den precident by voorgaande Vergadering, dat hij verpligt was, zijn ontslag als Lid deeser Vergadering te neemen-
Hebben alle de Leeden geresolveerd ook de hunne te neemen; per Missive aan het departementaal bestuur, te meer, daar zy reeds lang in functie zijn geweest, en van teid tot teid verlooft, het zelve te zullen bekomen; ook dat een ander hunner Leeden een Lands amptenaar zijnde, niet bevoegd is, langer in functie te blijven, versoekende also gesamentlijk met Januarij aanstaande hun ontslag-

Vergadering 2 february 1804
De Schout Langeveld geeft kennis dat hij ontfangen hebbende een Resolutie des Departementaal bestuur dato 27 January 1804, te kennen gevende dat zij ontslagen hadde: des tegenwoordige Gemeente bestuur en in plaats benoemd eenige der Notabelste om het Gemeente bestuur te vervangen, hij tot dat einde had opgeroepen de persoonen van Jan Bakker de jonge, Harmanus Kikkert, Pieter Dirksz Daalder, Leendert Pruijt, Cornelis Dirksz Bakker, Pieter Jac. Dijksen en Jan Gerritsz Spigt, welke ook allen present waaren
De Schout spreekt de Vergadering met een aanspraak, waarna hij de Secretaris ter besluit overgeeft de Resolutie voorn. als meede het Reglement voor het Gemeente bestuur op Texel-

Waarneming door het oude bestuur tot 20 April
Vergadering 13 Maart 1804
present alle de Leeden idem ook de Nieuw Verkosene Leeden-
dingsdag Morgen 10 uuren
De Schout Langeveld geeft aan de Nieuw verkosene Leeden te kennen: dat de nog fungeerende hem verklaard hadde dat de Eilands Reekening als andersints gereed was, zy als nu ook verlangde van hunne posten te worden ontslagen-
Waarover met den andere in het Vriendelyke zynde geconfereert, daar de nieuwe verklaarde gaarne alle te gelyk te willen optreeden, en de oude dat zy tot 20 April aanstaande, de waarneeming zig nog zoude laten welgevallen- is alzo unaniem geresolveert: dat 20 April aanstaande der Eilands Reekening zou geschieden, wanneer de oude Leeden zoude weezen ontslagen en de nieuwe in functie treeden- waar van de Schout Langeveld verzogt wierd, het Gedeputeerd bestuur kennis te geven-
Zynde verders geresolveerrd dat hier van advertentie gedaan zal worden, met insertie: dat het Eilands Reglement van Regeering, door het departementaal Bestuur goedgekeurd zynde, de Eilands Reekening ingevolge dat Reglement gedaan zal worden met opene deuren ten Raadhuyse aan den Burg op Vrydag 20 April aanstaande S' morgens 10 uuren-

Na 5 jaar een nieuwe Raad

Gemeentebestuu

Vrijdag Morgen 11 uuren
De afgaande regeerings Leeden naar voorafgaande advertentie, Klokgeluij en uitroeping, doen met opene deuren, de Eilands Reekening zederd primo January 1798 tot ultimo December 1803, in tegenwoordigheid van de aankomende Leeden-
Wyders geeve de afgaande alle nodige ouvertuures, waarna zy de Secretaris gelasten, de Notulen hunner laastgehouden Vergadering voortelezen; dit gedaan en dezelve goedgekeurd zynde, bedankt de Schout Langeveld, in naam des departementaal Bestuur van Holland plegtig en Honorabel de afgaande Leeden, met Ontslag van hunne posten
Terwyl hy de Secretaris voorleezing in handen steld: den Eed volgens art. 6 by het Eilands Regeering Reglement gearresteerd-
Dat gedaan zynde, neemt de Schout Langeveld de aankomende Leeden, ieder op de wyse by het Kerkgenootschap waartoe hy behoord gebruykelijk in den Eed, verklaard dezelve geconstitueerd te zyn als Vergadering van 't Gemeentebestuur van Texel, en doet alzo dadelyk ten aan hooren van een ieder denzelve plegtig proclameeren-

Vergadering van ít Nieuwe Gemeente bestuur op Texel op dato als bove
Nademiddag 3 uure
Ingevolge art. 1 van het Eilands Regeering Reglement, is tot precident verkoosen- Hermanus Kikkert- en gearresteerd dat deselve alzo 1/4 Jaar zal fungeeren- wanneer het andere Lid aan den Burg al meede volgens het zelve Reglement voor 1/4 Jaar zal opvolgen, zullende zy het by Tourbeurt alzo moeten waarneemen-
Voorts is de Secretaris gelast, voor ieder Lid een Copie van het Regeering Reglement in gereedheid te doen brengen, ten einde men weeten waarna zig te gedragen-

Precident
Het voorzitterschap werd nu steeds voor 3 maanden waargenomen door de beide leden van den Burg, Jan Bakker de jonge en Harmanus Kikkert.
Zij waren het aanspreekpunt in geval van acute gebeurtenissen, feitelijk een soort burgemeesters. De leden van de buitendorpen woonde te ver weg in geval van onverwachte verwikkelingen. Van een regelmatige verwisseling van raadsleden kwam nog steeds niets.
Harmanus Kikkert was na de 'gelukkige omwenteling' in 1795 als Burgemeester ontslagen, maar onder het Staatsbewind werd dat beleid versoepeld. In april 1806 nam hij ontslag. Hij was ziek en werd niet meer beter.
Nu werd Mr. GCW. Reinbach weer aangesteld als Lid voor den Burg. Het beleid was alweer veranderd, en er was nu geen bezwaar meer tegen een combinatie van functies.
Maire werd hij pas in 1810, toen het bestuur van Napoleon de functies verdeelde.

Koningrijk Holland 1806-1810
Myn Heer de Landdrost!
Zedert lang wenschte wij de organisatie der Gemeentebestuuren, ten einde ontslagen te geraken van de waarneeming onzer Posten, wiens werkzaamheeden zo veelvuldig toegenomen, en moejelyk wy ter volkomen ruine onzer eigene Zaken, niet lang kunnen vervullen
Op het in den Jaare 1804 van S' Lands weegen gearresteerde Eilands regeerings reglement zynde aangesteld beEedigd en plegtig beloofd, dat alle Jaare 2 Leeden zouden aftreeden, en door anderen vervangen, zien wij reeds 5 Jaaren verlopen zonder de minste veranderingen nog vooruitzigt
Wy gevoelen wel dat alle te gelyk aftegaan nadeelige belangens voor ít algemeen kon te weeg brengen-
Maar Myn Heer de Landdrost een alleen kan altoos de last niet dragen tot agterdeel van zyn eigen, die aan veele behoord-
En wanneer de 2 Leeden onzer Vergadering die in 1805 hadde moeten aftreeden, nu door anderen vervangen wierden en zo (om dat men eens uitkomst zag) vervolgens, dan bleef den arbeid dragelyker dan nu-
Wy hadden ons gevleid hierover met UEd mondeling te handelen, maardaar UEd bij de
162 aanschryving van deszelves Overkomst den 17 dezer gedateerd aan den Helder, ons de Vryheid toestond, zo wy eenige Zaken voortedragen hadde, zulks schriftelyk aan UEd te kunnen doen- veroorlove wy ons dit addres aan UEd te maken, in alle billykheid verwagtende, deswegen verhoord te worden
Texel 31 Hooimaand 1809

aan deselve- over splitsing en combinatie van Onse Gemeente
Dat het Eiland Texel in zig bevat 6 dorpen te weeten den Burg, Oudeschil, Oosterend, Hoorn, Waal en Koog, met een bevolkinge, volgens de laaste Telling in Lentemaand 1809, daaronder de Ambagtsheerlykheid Walenburg van 4754 Zielen
Dat het Bestuur over het zelve Eiland is toevertrouwd aan 7 Leeden, uitmakende het Gemeente bestuur en 7 Scheepenen voor de Justitie- als aan het Hoofd dorp den Burg 2 en van elk dorp tot ieder collegie een Lid, aan het hoofd van de Collegien zo tot de Policie als Justitie bevind zig een Schout of Bailliuw, werdende de beide Collegien door een Secretaris bediend
Dat het bestuur over Texel alzo diende te blyven ten naaste by op dezelve Voet-
immers behalven de 7 Leeden, tot het Gemeentebestuur, vervangende dit [sinds] 1795 de voorheen bestaande 4 Burgemeesteren, is het zelve altoos zo geweest
Want eene combinatie of Splitsing onder onze 6 dorpen te willen, of met zommige van dien te combineeren, zoude daar uit veele inconvenientie, zoo niet botzingen, vooral in het finantieele- Justicieele, Wees- Armen bestuur en ít huishoudelyke kunnen resulteeren en bevorderen
Ontbreekt het op zommige dorpen (meestal Zeelieden) aan geschikte persoonen, die men het bestuur en handeling van Zaken moest aanvertrouwen, de moejelykheid die men deswegen dagelyks ondervind by openvallende plaatsen by policie, Justitie en Zeeweering bevestigen dir maar al te veel
Ook de Kosten van Bestuur, kunnen over het algemeen de dorpen niet goed maken, wanneer ieder op zig zelve bestond
Nu hebben alle de 6 Dorpen een Raadhuis voor hunne byeenkomsten- een Algemeen Weeshuis voor hunne Weezen- een Algemeen Armenbestuur voor Gemeene of Heilige geest Armen- 4 groote en 2 klyne Brandspuiten in 't Algemeen- een Bailliuw- een Secretaris met het onderhoud van 1 Secretary- 2 Boodens en 3 Dienaars
Wy zyn alzo van Oordeel: dat geene byzondere reedenen van noodzakelykheid, belang of gerief vorderd, dat ten deezen, eenige verandering werden daargesteld-

NAPOLEON 1810-1813
Extract uit de Notulen het Gemeente bestuur van Texel den Eerste Aug. 1811
De Notulen van 1811 en 1812 zijn niet bewaard.

De fungeerende Maire president van het gemeente bestuur geevt kennis van de Aanschryving van den Heer Onderp:t dato 20 July 1811- waarbij benoemd zyn tot
Maire Mr. G.C.W. Reinbach
Adj. Maire Jan Bakker dj en Leendert Pruyt
Municipale raden
Jan S. Ran
Geert Michielsz Klaasz
Cornelis Bakker Dirksz
Cornelis Smit Willemsz
Pierre Bremer
Lourens Bakker Willemsz
Gerrit Bakker Pietersz
Jan Bruyn Jacobsz
Symon Dyt Ryersz
Pieter Visman
Als meede dat door de Directeur General de Police de dato den 26 july 1811 is aangesteld tot Commissaris van Policie voor Texel en Vlieland- met Last omme den Eed te doen in handen van de Maire- Eliza Langeveld

[Een deel van bovenstaande personen maakte terecht en met succes bezwaar tegen de benoeming, zodat de uiteindelijk benoemde raadsleden een heel ander gezelschap was]

Agtervolgens de aanschryving van Myn Heer den Onderprefect van het Arrondissement Hoorn, departement Zuider Zee de dato 20 Juny en 5 Aug. deeses Jaars 1811
door my ondergetekende Maire van Texel, Heede 27 Aug. 1811 des S' morgens ten 11 uuren op den Raadhuize aan den Burg
hebbende doen oproepen- de Heeren Jan S. Ran en Pieter Breemer-
Benevens Hendrik Boermeester
C. Sunderdorp
C.W. Smit
P. Jac. Dyksen
P. Spigt
Hendrik Bruyn
Pieter Jansz Duynker
Cornelis Kikkert
Arie Bakker
Jacob P. Dyksen
De twee eerste by besluit van Myn Heer de Prefect van den 17 July en de overige by ampliatie van dien van den 1 deezer maand onder anderen benoemd tot Municipale Raden van de gemeente van Texel
Zynde de twee eerstgenoemde Heeren by de Installatie der vorige den 1e dezer afweezend-

Aan alle dewelke gecommuniceerd zynde het besluit en ampliatie van dien, bevattende hunnen aanstellingen voorschreeve
Hebben dezelven verklaard het hun te laten welgevallen de hen opgedragen posten te aanvaarden, en daarop den gevorderde Eed van gehoorzaamheid aan de Constitutie en getrouwheid aan de Kijser afgelegd-

Koninkrijk der Nederlanden
21 November 1813 Proclamatie met kennisgeving dat er een Algemeen Bestuur der Vereenigde Nederlanden is, in naam van de Prins van Oranje. Alle landgenoten worden ontslagen van hun eed van trouw aan de Keizer der Fransen. Men verzocht de bestuurders op hun post te blijven.

23-11-1813 Brief van Maire Reinbach aan den Heer Opperprefect
Berigten zijn zeer contrasterende, wij verkeren in volmaakte staat van onwetendheid.

8 December 1813
Vergadering ten Raadhuize Texel Heeden den 8 December 1813
Present S' nademiddags Mr. GCJ. Reinbach Maire, Cornelis Kikkert, Gerrit Pietersz Bakker adjuncten, Jan Ran, Geert Michielsz, Willem Rab, Jan Bruyn, Simon Ryersz Dyt, Cornelis Dirksz Bakker, Hendrik Boermeester, Cornelis Zunderdorp, Cornelis C. Dijksen, Cornelis Willemsz Smit, Jan G. Spigt Municipale Raaden,
Martinus Langeveld Vrede Regter, W. Romans Griffier,
Jan Bakker dj en Sibrand Keijser uit de Burgerstand
absent Hendrik Bruijn, Pieter Dyksen, Jacob Dijksen, Pieter Breemer en Lourens Willemsz Bakker Municipale Raaden-



Terug naar de vorige bladzij