De Bleekerij als boerenbedrijf.


Vroeger had vrijwel iedereen op het platteland er een stuk tuin en wat vee, al was het maar om in slechte tijden wat te eten te hebben.

Timmermansrekening
In de Schrijfboeken van timmerman Thijs Jansen Velthoen staat te lezen hoe zijn rekeningen voor Jacob de Bleeker gedeeltelijk betaald werden met boter, eieren en koren. Deze had een overschot van dit soort agrarische produkten. In het geval van boter betrof het een bij-opbrengst van het maken van karnemelk voor de bleekerij.

De Oude Bleekerij is bijna 100 jaar in bedrijf geweest, van 1636 tot 1730. Uit de testamenten is op te maken dat de laatste bleeker Paulus Lammerts al dood was voor de zomer van 1730. Het bedrijf heeft waarschijnlijk een tijd leeggestaan, tot het in juli 1731 gekocht werd door Jan Cornelisz Bos.

Boerenbedrijf
Sindsdien is het een boerderij geweest. Jan Bos ruimde op wat hij niet kon of wilde gebruiken. Zo gooide hij, of de verkopers van het bedrijf, de restanten hout-as en het bleekersgereedschap (zeepnap, twijnbordjes, stekken, katrolwielen) in de sloot, gelijk met het aangestoven zand van de afgelopen winter. Dat het flink kon stuiven op de Mient was wel bekend. Hier ging het om minstens 5 kubieke meter schoon fijn zand, dat onderin de gedempte sloot lag en een flinke bodem vormde. De andere spullen lagen daar bovenop.

De boer maakte dammen in het door de bleekers zorgvuldig schoongehouden slotensysteem. De bleekvelden werden schapenweitjes. Behalve schapen had Jan Bos ook wat koeien.

Al het afval van de boerenfamilie werd daarna in de sloten gegooid, waar wij het in 2001 terugvonden. Gebroken vaatwerk, glas, etensresten, zoals botten en eierdoppen, schoenzolen, puin, gebroken tegels enz. Wat niet werd gedempt groeide in de loop de jaren dicht met veen.

In 1744 woonde Jan Bos nog hier, ‘hij was doende boerenbedrijf, wonende in de Oude Bleekerij’. Later had hij een andere boerderij, tegenwoordig heet die de Catharinahoeve.
Het rundvee van Bos op die boerderij bestond in 1754 uit 3 melkkoeien, 2 koevaarsen, 2 jonge vaarsen, 3 jonge schetters en 3 kalveren, zoals in een boedelbeschrijving staat te lezen.

Er zijn geen verkoopaktes bewaard uit deze tijd, zodat wij niet precies weten wat er met de Oude Bleekerij gebeurde. Jan Bos is gestorven in 1762, maar toen woonde hij al lang bij zijn dochter in De Koog. Gezien de vondsten moet er nog wel mensen gewoond hebben, want er zijn dingen bij van lang na die tijd, zelfs nog van na 1800. Maar als die bewoners niet de eigenaren waren zijn hun namen niet terug te vinden in notaris-archieven.
Het lijkt erop dat de Oude Bleekerij in 1754 gekocht is door Hendrik Schilder, de eigenaar van de Nieuwe Bleekerij. Jan Bos verkocht in dat jaar een groot deel van zijn land. Maar er werd geen bleekwerk meer gedaan, de sloten bleven dicht.

Herontginning
Op de kaart van 1810, waar het terrein van de Oude Bleekerij als heide is afgebeeld, is nog wel een gebouw ‘Bleekerij’ getekend.
Omstreeks 1830 is men begonnen met het her-ontginnen van de verlaten gronden. Er werden nieuwe weilanden aangelegd, waarbij men een deel van de oude bleeksloten opengroef om de afwatering weer aan de gang te krijgen.
Deze velden waren privé-eigendom, op het laatst van de familie Hoogenbosch. Na 1950 kreeg Staatsbosbeheer de grond in handen, die werd verpacht en als weiland gebruikt.

Natuurontwikkeling
Door de overproduktie in de moderne landbouw aan het eind van de 20e eeuw kwam er grond vrij die ‘terug aan de Natuur kon worden gegeven’. In het hele land werd ‘Nieuwe Natuur’ aangelegd. Ook de percelen van de Oude Beekerij werden hieraan opgeofferd.

Nog steeds loopt er vee rond over deze landerijen, nu zijn het Hooglanders, die gegarandeerd bio-vlees leveren voor de gasten van de Catharinahoeve.


Home