Bouwe Bakker


Zoon van Cornelis Bouwensz Bakker en Neeltje Jans Bakker


29 September 1851. Bouwe Bakker van ‘t Nieuwland zegt dat hij meer aan vreemden heeft dan aan zijn geheele familie. Jan Huisman is hem meer waard dan zij allen.

23 December 1852. Bouwe Bakker deze avond door iemand met een messteek gewond die hij verbood bij zijn meid te komen.
27 December 1852. Even bij C.B. Bakker om naar Bouwe te vernemen. Zij beklagen zich bitter over Aaltje, de vrouw van Bouwe, als die hen altijd weerstreefde en plaagde en nu ook de eenige oorzaak van het ongeval was doordien zij die meid niet had willen wegzenden.

26 Juny 1857. Des avonds komt Dirk Schuit bij mij en afzonderlijk Pieter Boon, die mij het tractement brengt en over het voorgevallene spreekt. Hij weet niet wat de partij waartoe Pronk en Bakker behooren tegen mij in ‘t zin hebben, maar hij gelooft dat er iets broeijt of dat er iets gaande is [stuk ter teekening uitgaande van Dirk Bakker, waarvoor geen bijval]. Jaap Bouwes kwam niet ter Kerke om het voorgevallene met Bok, maar Pieter Boon had hem naar mij verwezen, daar kon hij de ware toedragt der zaak vernemen.

3 December 1860. Brief Sientje aan Samuel: Ik ben Woensdag voor ‘t eerst van mijn leven te vergulden geweest van taaitaai bij Jacob Bouwe Bakker. Ik heb daar veel plezier gehad en ben des nachts om half 1 te huis gekomen.

24 November 1868. Begrafenis van Pieter Bouwens Bakker.

6 October 1869. Ik des namiddags bij de weduwe Bouwe Bakker, hij vanmiddag 3 uur overleden.

20 October 1872. Zondag. Dankpreek aan den Burg.
Des namiddags kwamen de adspirant-Doopelingen zich aanmelden, 21 in getal, waarvan ik verscheidene meende te moeten afwijzen, wat echter aanleiding gaf tot uitvoerige gesprekken onder de afgewezenen, Dirk Pietersz Bakker, Cornelis Cornelisz Eelman, Gerrit Gerritsz Bakker, Jan Jansz Eelman, Trijntje Kok, Jantje Salm, Neeltje Bouwens Bakker, Trijntje Dijksen. Dit duurde tot 8 uur.

21 October 1872. Des morgens bezoek gehad van Cornelis Bouwes Bakker en Gerrit Dirks Bakker, inlichting vragende waarom hun zuster Neeltje niet met de Doopelingen mocht komen (8 waren door mij afgewezen). Ik wees als reden gebrek aan vordering in Godsdienstige kennis aan. Gerrit was eerst zeer opgewonden, terwijl Cornelis zich bedaard hield, maar tegen ‘t eind werd Cornelis, toen hij zijn zin niet kon krijgen, aan een razende gelijk en stortte zich in de lompste schimptaal. Hij wilde: ik zou hem terstond uit ‘t lidmaatboek schrappen. Nooit zou men van zijn familie meer ter Kerk of ter catechisatie komen, enz.

23 December 1873. Van de week bij de weduwe Bouwe Bakker bruidspartij, aanstaand huwelijk van Arend Keyser met Neeltje. Twist ontstaan. De bruidegom door zijn a.s. schoonbroeders ter deur uitgeworpen. De twist scheen reeds vroeger bij G. Bakker begonnen te zijn over de dwingende noodzakelijkheid van dit huwelijk.
[Ze trouwden op 26 december 1873, hun eerste kind kwam op 6 maart 1874- zeker een dwingende noodzakelijkheid!]

3 July 1874. Jakob Kooiman hier sprekend over de treurige toestand zijner zuster Naatje, die wel naar een krankzinnigengesticht vervoerd zal moeten worden. Hij kwam vragen welk Gesticht de voorkeur verdiende, ik dacht aan Meerenberg.
[Naatje was getrouwd met Cornelis Bouwens Bakker in 1862, zoon van Bouwen Cornelisz Bakker en Aaltje Aris Eelman. Ze hadden op dat moment 6 kinderen, allemaal nog in leven. Naatje kon het leven na 12 jaar huwelijk blijkbaar niet meer aan (misschien had ze een postpartum-depressie). Na haar verblijf in Meerenberg kwamen er nog 3 kinderen in 1875, 1877 en 1879, waarvan er 2 als baby stierven. Alle andere kinderen werden volwassen en trouwden.
Hoe zou dat gegaan zijn met het kindje waarvan Naatje zwanger was toen ze naar het Gesticht moest? Zou ze voor de bevalling (op 30-1-1875 geboren) naar huis zijn gegaan (er staat in het stamboek als geboorteplaats Burger Nieuwland) of zou ze in Meerenberg zijn bevallen? En is dat kindje bij haar in het Gesticht gebleven of bij de familie ondergebracht? Het leefde slechts 10 maanden.]

31 December 1876. Vanmorgen was Naatje Kooiman bij ons ter kerk aan den Burg,, voor eenigen tijd uit Meerenberg gekomen, waar zij eigenlijk ook nu nog te huis behoort.

1 January 1877. De kinderen van Jan Schumacher verhalen het een en ander van de Zondagsschool, die zij bezoeken om het onderrigt van Jan Bakker en Toos. Ernstig werden zij daar gewaarschuwd tegen het vloeken. De schuldigen zullen branden in de Hel.
Met Jan Bouwes Bakker uitvoerig gesproken over de Catechisatie. Zij duurt hem te lang. Hij kan geen 2 uur achtereen zitten. Hij zou meer onthouden als het maar 1 uur duurde. Ik zou eens beproeven of het geen goede vrucht gaf.

23 April 1879. Ik bezoeken gemaakt, o.a. aan de oude Jan Bakker (in zijne kindsheid), de vrouw brengt veel met hem door. Aan Aaltje Eelman, de weduwe Bouwe Bakker, met hare schoondochter [Naatje Kooiman], die na Meerenberg 2 kinderen gewon gaat het thans goed, ofschoon altijd wat achteloos.


Terug naar de vorige bladzij