Dominee Huizinga

EEN VOLKOMEN DUIDELIJK BEELD

DAGBOEKEN van JAKOB DIRKSZ HUIZINGA
3 Juni 1809 - 12 Augustus1894
Zoon van Dirk Jakobsz Huizinga en Trijntje Jurjens Coolman, geboren in Norden, Groningen.
Het huisgezin van zijn ouders bestond uit de ouders en de kinderen Trijntje, Abeltje, Jakob, Mentje, Juriaan en Grietje. De familie kwam oorspronkelijk uit Groningen, maar woonde vanaf ongeveer 1815 in Westzaan. De Huizinga’s onderhielden nauwe banden met de familie in Groningen, zo sterk zelfs, dat Huizinga daarheen ging om een bruid te zoeken.

Huizinga

Jakob Huizinga (1864)
WAT EN WAAR?
Op Texel zijn voor iedereen te lezen de hand-overgeschreven kopieën vanaf 1846 door dhr. Wout Meijer, gepensioneerd volksdansleraar uit Bergen (1912-1998), in 1987 in kopie aan de Gemeente Texel geschonken, ook aanwezig in de bibliotheek van de Historische Vereniging Texel en de Openbare Bibliotheek.
Er zijn ook fotokopieën van de dagboeken vanaf 1846, in bezit van Gerard van der Kooi, nu in de bibliotheek der Historische Vereniging Texel.

De originele dagboeken vanaf 1846 worden bewaard in het Doopsgezind Archief, ondergebracht in het Gemeentearchief van Amsterdam, inv. nr 565, afd. C, nrs 492 I-XV.

Beide handschriften, zowel dat van Huizinga zelf als dat van Meijer, zijn
niet gemakkelijk te lezen. Meijer heeft daarbij gegevens over de door Huizinga genoemde personen uit ‘Texelse Geslachten’ tussen de regels bijgeschreven, wat het er allemaal niet beter op maakt. Anderhalf deel is door hem op een typemachine uitgetypt, dat deel is veel meer versleten dan de overige. Blijkbaar heeft niet iedere lezer de moed om door te gaan!

WAAROM DAGBOEKSCHRIJVEN?
Huizinga leerde zijn kinderen van jongs af aan dagelijks aantekeningen te maken. In een brief aan zijn zoon Samuel legde hij uit waarom dat zo belangrijk was:
1 November 1861. Brief aan Samuel: ‘t Is zoo aangenaam als men op gevordenden leeftijd zich nog een volkomen duidelijk beeld van zijn vroegeren leefperk kan ontwerpen. Daartoe zijn dagelijksche aanteekeningen volstrekt noodig, ook zulke, die in kleinigheden gaan en daarom raad ik u ook aan het dagboek dat gij begonnen zijt in uw kinderjaren toen het weinig belangrijk scheen, nu toch vooral niet te verwaarloozen nu gij daarin gedurig belangrijke ontmoetingen en opmerkingen kunt aanteekenen.

De eerste datum waarop Jakob Huizinga aantekeningen maakte is 9 October 1826, toen hij als student Theologie naar Amsterdam ging. Hij volgde zijn vader met deze beroepskeuze, die was in die tijd Leraar der Doopsgezinden te Westzaan.

In de eerste tijd is maar zeer sporadisch iets aangetekend. Huizinga had om te beginnen een schrift met dikke kaft ingedeeld in maanden, later in dagen. Maar in lang niet elk vakje is iets geschreven. Sommige vakken bleven leeg, andere waren lang niet groot genoeg om alles wat hij beleefd had in te schrijven.
De volgende dagboeken waren dan ook niet meer van te voren ingedeeld. Ook in later jaren kwam het voor dat Huizinga wegens omstandigheden weken- of maandenlang niet aan regelmatig schrijven toekwam. Hij is er meermalen bijna mee opgehouden, maar toch steeds weer begonnen.

Katrina

dochter Katrina
PAPIEREN SCHAT IN DELFT
In de zomer van 2003 kwam ik (via het Doopsgezind Archief en biograaf Anton van der Lem) in contact met een betachterkleindochter van Huizinga. Mevrouw Cathrien Boot-Senf haar stamlijn loopt via Samuel Huizinga, diens dochter Catharina en haar dochter Catharina Reinders.
Zij bewaart een houten kist met daarin het eerste deel van Huizinga’s dagboek 1826-1846, dagboekjes van zijn kinderen Grietje (over de jaren 1853-54) en Samuel (1849-1855), een papieren zakzonnewijzer in een houten doosje gemerkt JH, de bewerking van Ali Samuels Huizinga van haar grootvaders dagboeken, foto’s en meer papieren van de familie.
De kinderen Huizinga moesten van jongs af aan “in het dagboekje” schrijven. Dochter Sina kreeg er in 1854 een voor haar verjaardag, lezen we in het boekje van Grietje. Samuel schrijft dat Dirk op een dag niet in zijn dagboek kon schrijven omdat het vol was.

Sina   Sina

Dochter Sina
De meeste kinderdagboekjes zijn in de loop der jaren verdwenen. In de tijd van kleindochter Alida waren er meer dan de twee die er nu nog in Delft zijn, want zij citeerde er uit. Ook beschikte zij over allerlei brieven en dagboeken van anderen, waar ze af en toe uit citeerde.
Alida (Ali) was de oudste dochter van Samuel Jakobs Huizinga en Dolfina Wentink, zij was de oudste kleindochter van onze Dominee, geboren in 1872, gestorven in 1942. Zij was net als haar zusters naar de Hogere Burger School geweest, apotheker van beroep, drs. Pharmacologie en werkte als assistente van Professor Tammes in Groningen.
Haar bewerking bevat veel citaten uit brieven van en aan Samuel. Deze brieven heeft zij, helaas, na het citeren, weggegooid zonder overleg met haar zussen, wat haar door de familie nog steeds bijzonder kwalijk wordt genomen.
Ali heeft alle aantekeningen over de familie Wentink uitgezocht, omdat het haar moeders familie was. Verder heeft zij veel aantekeningen over haar en haar 5 zusjes opgenomen, terwijl zij aan de andere familieleden minder aandacht schonk. Om te beginnen heeft zij 4 schriften I, II, III en IV (384 bladzijden per schrift) volgeschreven, daarbij te lezen de delen A en B met gedeelten die zij in de eerste bewerking had overgeslagen. In de schriften zijn weer allerlei aantekeningen in de marge geschreven, en blaadjes ingeplakt. Zij heeft 3 series gemaakt, voor haarzelf en voor haar 2 getrouwde zusters, alles keurig met de hand geschreven uiteraard.
De kinderdagboekjes en de delen van Ali tot 1879 mocht ik lenen, om ze over te typen. Dat was veel meer werk dan ik had gedacht, maar bijzonder de moeite waard.

Dolfina   Samuel

Dolfina en Samuel
VERSLAAFD
Ik ben begonnen met het doorlezen van de kopie van Wout Meijer, op zoek naar voor mij interessante onderwerpen, Maas, Mient, strand, schipbreuk, enzovoort, waarvan ik aantekeningen maakte in een schrift. Ik kwam niet zoveel tegen, want mijn Texelse voorouders waren katholiek, dus voor Huizinga niet belangrijk, tot ik bij een aantekening over Antje Dekker kwam. Toen moest ik zo snel mogelijk “de hele Huizinga” doorwerken, om deze vondst in te kunnen voegen in het ontwerp voor het boek over Pagga, van wie Antje de echtgenote was. Het dagboek werd in zekere zin de ruggegraat van het Pagga-boek.
Op die manier werd ik ‘verslaafd’ aan de Dominee. Ik nam andere onderwerpen om eruit te halen, de notarissen, de meiden, dochters, Bakels. Het was een groot genoegen er mee bezig te zijn. Ook hadden wij inmiddels thuis een iMac-computer, zodat ik mijn stapel schriftjes kon overtypen en alles digitaal had. Het is nu heel eenvoudig om na te gaan wat Huizinga precies ergens over opgeschreven heeft.
Na mijn bezoek aan Delft heb ik uit Ali’s schriften het een en ander ingevoegd. De periode van 1844-1846 is alleen op haar aantekeningen gebaseerd. Wat daar staat is niet helemaal betrouwbaar omdat zij niet goed op de hoogte was van wie en wat op Texel. Zo voerde zij Akke Dijksen in 1855 sprekend op, terwijl die toen al lang dood was. Er bleek letterlijk te staan ‘de weduwe [van] Akke Dijksen’ en dat is heel wat anders.
Tenslotte heb ik in de winter van 2004/2005 de kopieën van Meijer nog eens doorgenomen met een lineaal onder de regels, om zeker te zijn dat ik niets had gemist. Daarbij zijn een groot aantal samenvattingen (van mijzelf en van Ali) alsnog integraal overgenomen.
Bij samenvatting, bij het in eigen woorden korter navertellen, verdwijnt de schrijfstijl van Huizinga. Dat is jammer, want hij zegt het vaak erg mooi. In mijn bewerking heb ik een aantal samenvattingen van Ali laten staan. Het verschil is meteen duidelijk, grootvaders stijl is beter dan die van haar, zeker daar waar zij zijn tekst met eigen woorden navertelde.

Huizinga

Jakob Huizinga (1874)
VOOR ANDEREN
Hoewel het de moeite waard zou zijn om alle dagboeken van Huizinga compleet en letterlijk te bewerken heb ik me beperkt tot de Texelse gedeelten (1844-1881). Voor historici uit Groningen zou het dagboek ook bijzonder interessant zijn.
Daarbij heb ik de uitgebreide theologische beschouwingen en de meeste aantekeningen over de moeilijkheden met de doopsgezinde diakenen en gemeenteleden overgeslagen. Daar heb ik geen verstand van. Een theologiestudent zou er een mooi werkstuk van kunnen maken (‘van Vraagboekenquaestie tot Catechisatieruzie’), maar moet dan wel zelf de betreffende delen uitzoeken. Waar het voor een goed begrip van de gang van zaken nodig was heb ik zo’n kwestie samengevat, meer niet.
Ook de opsomming van personen die bij Huizinga op bezoek kwamen en van de personen die hij bezocht, wegens ziekte of zomaar, heb ik niet opgenomen, behalve als er bij zo’n bezoek iets belangwekkends werd vermeld. Huizinga was namelijk graag op de hoogte, hij schreef dan “ik was bij die en aldaar was die en zei dit en dat over die en die”, waarbij mij wel eens de vraag bekruipt WAAROM hij dit allemaal opschreef. Het is wel eens erg persoonlijk en indiscreet. Maar het genoegen dat hij ons gedaan heeft door dit op te schrijven is mede daardoor bijzonder groot!

Bij het doorbladeren van “Texelse Geslachten”, voorheen slechts lijsten met namen van onbekenden, kom ik nu mensen tegen, van wie ik heel wat weet, namelijk wat Huizinga over hen schreef.

Dagboek Jakob Dirksz Huizinga
  • 1844-1851
  • 1852-1856
  • 1857-1864
  • 1865-1869
  • 1870-1873
  • 1874-1876
  • 1877-1884

  • Dagboek van Grietje Huizinga
    Dagboek van Samuel Huizinga


    Den Burg in Huizinga's tijd
    De kist en het kompas
    Huizinga's huwelijk
    Familieportretten
    Memento mori
    Stamboom

    Brief

    Filmpje over Sina Huizinga

    Verhalen uit het dagboek van Huizinga


    Dirk Leijen en Aafje Lindeman van Tienhoven
    Pastorie
    Amerika
    Arbeiderskwestie
    Armenzorg
    De familie Bakels
    Bouwe Bakker
    Dirk Jansz Bakker
    J.C. Bakker
    Bamberg
    Bevallingen
    De bewaarschool
    Willem Bok en zijn familie
    De tuin van Willem Bok
    Edward Bok
    Arie Boerhorst
    Leendert Brans
    Daalder
    Kapitein Dalmeijer
    De Cock
    Den Helder
    Dekker
    Doktor van Deinse
    Doktor Ensing
    Doktor Scheurleer
    Doktor Stolp
    Doktor Jan Timmer
    Stijntje Zunderdorp
    Douwes Dekker
    Hendrik Dijt
    Domineeswerk
    Dros
    Monsieur Glijnis
    Leven en dood van Grietje
    Hillenius
    Franciscus Holkema
    Boekhandel Honigh
    Samuel Huizinga
    Albert Keyser
    Notaris L.J. Kikkert
    Dirk en Mina
    Huis van Notaris Bok
    Albert Koning
    Het Koningshuis
    Biem Lap
    Het Eeuwige Leven
    Burgemeester Loman
    De meiden van Huizinga
    Alida Meihuizen
    De Mient
    Misdaad op Texel
    Cornelis van der Ploeg
    Dominee Post
    Willem Roeper
    Onderwijs
    Schoolmeesters
    Sterrenkunde
    Het strand
    Strandplezier
    Tent
    Tent (2)
    Echte Texelaars
    Timmer
    De tuin van Huizinga
    Veenstra
    Dominee Veenstra
    Eijerland
    Vlessing
    Vogelmient
    Vogelwaarnemingen
    Vrendenberg
    Vrouwenlevens
    De Vuurtoren
    Weer en wind
    Het Weeshuis
    De achternaam van Wouter
    De Zandkuil
    Zeevaartschool
    Ziekte en dood op Texel
    Verkeerde citaten

    Terug naar de vorige bladzij