Het huis van notaris Bok

Simon Theodorus Beets (1777-1826) van Haarlem, gestorven te Burg. Zoon van Nicolaas Beets (1740-1788) en Dorothea Petronella Fiers (1744-1826) van Haarlem.

Cetrouwd met Anna Catharina Henrietta Ingemohl

Notaris, gemeentesecretaris

Bij zijn overlijden was hij 48 jaar; hij is overleden om 21.00u; aangifte overlijden op 16 nov 1826 door Reier Kikkert, 66 jaar, eilandsbode en Gerrit List, 31 jaar, klerk ter secretarie; beiden wonende in Den Burg

Willem Bok volgde hem op als notaris.

Vergadering gehouden den 14 Mei 1827

10 uur Present de Heer Burgemeester en Assessoren, benevens de Raadleden, PJ Boon, KJ Boon, PJ Duynker, absent CW Smit, P Bremer en JP Dyksen

Koninklijk Besluit: Voorstel van de Burgemeester tot benoeming W. Bok tot Secretaris der gemeente Texel in plaats van den Heer S.T. Beets,

122 Met welk voorstel de leden der Raad zich geconformeerd hebbende, is de Heer W. Bok door den Eilandsbode namens het Bestuur verzocht in de Vergadering te komen en heeft daarop in Handen van den Heer Burgemeester den Eed afgelegd en is geinstalleerd geworden.

19-7-1828 Schutterij, commissie loting: Reinbach, G.M. Hillenius, Bok secretaris, plaatsvervangers C.B. Bakker en P. Langeveld



Moeder van Bok

Notulen 26-12-1828 -De voorzitter geeft de vergadering te kennen, dat aan hem in kennis gegeven door en van wege de Directie van het gesticht van Weldadigheid dezer gemeente, dat dezelve in hare laatste vergadering, gehouden den 13e dezer, besloten heeft tot het doen eener voordragt aan het plaatselijk Bestuur van dit Eiland, ten einde te benoemen en aantestellen twee vrouwen, inwoonsters dezer gemeente, ten einde te fungeren als Regentessen van hetzelve gesticht en als zoodanig het opzicht en beheer te hebben over al dat gene wat kan geacht worden meerder tot de Huishouding of het vrouwelijk personeel dier inrichting te behooren, en zal zo overeenkomstig eene nader daarover te ontwerpen Instructie.-

Stellende daartoe voor

Mevrouw de weduwe H. Bok en

Mejuffrouw Jannetje Kikkert, huisvrouw van den Heer J.J. Reinbach

In de verwagting dat beide zich dezer keuze wel zullen laten welgevallen en die posten op zich nemen

Waarover gedelibereerd:

Is eenparig besloten het gedane voorstel volkomen goedtekeuren, en de voordragt der voorzeide regentessen te bevestigen; zullende aan heer Ed. Extract dezes worden toegezonden ten einde te dienen tot benoeming in forma.

[Weduwe Hidde Bok, moeder van notaris W. Bok]

[Jannetje Kikkert (1785-1861) dochter van Simon Pietersz Kikkert en Marretje Klaas Luitsen, getrouwd met Joan Jacob Reinbach (1792-1847), 6 kinderen, waarvan in 1828 2 overleden]

Directie W. Bok, J.J. Reinbach en P. Langeveld.

Willem Bok en Welmoet Tideman bij hun huwelijk in 1828

Huizinga 1 November 1872. Des voormiddags afscheid genomen van Mevr. Bok, Pauline, Johanna en Henriëtte. Zij gaan morgen vertrekken naar den Haag. Mevrouw was zeer gevoelig, zij scheen niet te denken dat zij hier ooit zou weerkomen, niettegenstaande zij haast niet scheiden kon en hare heerlijke omgeving hier niet kon verlaten. Zij was nu 44 jaren op Texel geweest. Bok was hier een jaar of anderhalf eerder geweest met zijne moeder. Oorspronkelijk had men niet gedacht dat zij hier blijven zouden. Bok dacht na eenige jaren naar eene regtelijke betrekking te solliciteren, maar toen het huisgezin zoo talrijk werd was het daartoe niet gekomen. Zij bedankt mij voor de genoten vriendschap en genoegens, ik wederkerig.

Mevrouw Bok was gekomen in 1828. Bok werd benoemd in mei 1827.

Nevenfuncties naast het notariaat

Secretaris van de gemeente Texel sinds 1827

27-12-1830 Bank van Lening Bok herbenoemd als administrateur

Notulen 1-2-1833 Landstorm

Voordracht: W. Bok als Majoor

H. van Lit- Kapitein de 1e Compagnie

J.R. Slothouwer- 1e Luitenant

G. List- 2e Luitenant

L. Blanken- idem

J. Schol- Kapitein der 2e Comp:

J.F. Schönfeld- 1e Luitenant

J.P. Sauzenthaler- 2e Luit:

C. Zunderdorp de Jonge- 2e idem

T. Zwaal- Kapitein der 3e Comp:

C. Veger- 1e Luitenant

Jan C. Smit- 2e idem

Jan Bruin- 2e idem

Jan Raven- Kapitein der 4e Comp:

J.P. Bouma- 1e Luitenant

C.C. Boon Jr- 2e idem

Arie Dyksen- 2e idem

15-2-1833 Gegoedste ingezetenen W. Bok, C. Zunderdorp en Jan Bruin van den Hoorn

30-12-1839 -Regenten Weeshuis (Simon Zijm, Jan Jacobsz Bruin en Klaas Kikkert) en Gesticht (Mr. W. Bok, Cornelis Veger en Ysbrand Koppen)

20-3-1840 Nieuwe Burgemeester- Bok had naar deze post gesolliciteerd, maar zich terug getrokken. Hij wil wel Secretaris blijven.

De Secretaris verzoekt als nu het woord aan den Voorzitter, en brengt daarop in het midden

dat aangezien door hem aan Z.M. den Koning dezer dagen eerbiediglijk is verzocht, om redenen hem daartoe moverende aan de thans bij Z.M. leggende voordragt van zijne persoon, tot vervulling der vacante post van Burgemeester geen gevolg te willen geven, maar te willen gedoogen dat hij in zijne tegenwoordige sedert 13 jaren waargenomen betrekking van Secretaris dezer gemeente werkzaam blijve.

Aangezien alzoo het van zelve spreekt dat die post alzoo aan eenen ander zal worden opgedragen, die welligt genegen mogt zijn, andere Huishoudelijke inrichtingen daartestellen, betreffende de inwendige adminstratie dezer gemeente, met name de plaatsing der Secretarie, bewerking van de archieven, boeken, register en andere Effecten dezer gemeente, Kadaster enz. enz, al het geen tot heden toe steeds heeft plaats gevonden, bij gebreken van geschikt Raadhuis, ten kantore was van zijn voorganger, en nu van hem Secretaris

-tot doelmatige inrigting van een en ander hij Secretaris vele kosten heeft aangewend, en waarvan de lange tijd het volkomen voldoende voor de behoeften dezer gemeente genoegzaam bewezen heeft,

- zoo welke verandering zoodanig Burgemeester te eerder zoude overgaan, daar, door den aankoop van een geschikt gebouw, als nu werkelijk de gelegenheid ontstaat, tot het vestigen eener behoorlijke Secretarie.

Om die redenen alzoo, aan de vergadering te verzoeken, dat, tot zóólang hij Secretaris die post mogt bekleeden, hij de verzekering mogt ontvangen, dat de geheel inrigting der Secretarie zonder eenige de minste uitzondering moge blijven, zoo als die thans is bestaande, en zoo dit ooit onverhooptelijk mogt noodig zijn, tegen alle aanmatigingen of veranderings gezindheid van eenen nieuwe Burgemeester te willen handhaven.-

Waarover gedelibereerd:

Is met eenparigheid van stemmen besloten zich geheel te vereenigen met het voorstel van den Secretaris en denzelven bij deze de Verzekering te geven voor het geheele behoud der bestaande inrigting van het bovengenoemde, immers tot zoolang hij Secretaris die functien bekleeden zal.



Burg 1828

Huis N 264

Uit het Huizenboek Burg van Miriam en Thijs Klaassen:

In 1827 kocht Bok het huis op de hoek van de Weverstraat en de Steenen Plaats voor 630.-.

In 1830 woonde hij in het huis dat voorheen eigendom was van notaris Beets.

Het huis, althans een huis, op dit perceel was al in 1621 bewoond. Men mag aannemen dat het pand in 1800 niet meer hetzelfde zal zijn geweest als in 1700. In 1793 verkocht de weduwe van Hendrik Cornelis Dijt of Smit het aan Cornelis Maronier, secretaris van Texel. In 1812 werd het verkocht aan Cornelis Koning, in 1819 aan Simon Theodorus Beets.

Het huis van de buren N 265

Ook dat bestond al in 1622. Er woonden aanzienlijke lieden, zoals de kapiteins Pieter Luijten Hoppesack en Johan van Galen burgemeester Pieter Jacobsz Dommekracht, commissaris Johan Kist, commies te recherche Ludovicus de Dieu, Jacob van der Merct, Fredrik Roosenboom, Catharina Roosenboom, chirurgijn Johannes Tielman, Pieter Lindgreen, Jan Kikkert, zijn weduwe Hendrikje Kok, die hertrouwde en elders ging wonen. Klaas Jansz Kikkert woonde er in 1830.

In 1834 was het van Bok. Het lijkt erop dat hij toen een nieuw kantoor heeft laten bouwen en het huis heeft laten slopen.

Brievenboek N 227 29-8-1834 Controleur der Directe Belastingen te Helder, Kadaster

Dat vanaf het tijdstip der Schatting voor het Kadaster van deze gemeente tot heden geene andere nieuwe aanbouw heeft plaatsgehad als door de Heeren Mr. Willem Bok, Adspirant Notaris van een gebouw aan den Burg Sectie K N 265 en

Hendrik van Lit, Opperstrandvonder van Texel en het Eijerland eene Huismanswoning in de polder Gerritsland Sectie H.

[K 265 in 1832 eigendom van Hendrikje Koorn-Kok. Gekocht door Bok in 1833. Afbraak van het huis en verbouw of nieuwbouw van het dwarse deel tot kantoor]

Hoek Steenen Plaats- Weverstraat



Op de onderstaande foto's is naast het hoekhuis een wagendeur. Wanneer daar een stalling is gemaakt is niet bekend. Bok had wel een rijtuig nodig.





1900



Eind van de Weverstraat of begin van den Burg

In 1830 woonde de familie Bok in het grote huis aan het begin van den Burg, dat daarvoor eigendom was van Simon Beets.



Huis nummer 264 is het notarishuis. N 265 bestaat niet meer, ook het grote huis niet, maar het kleine deel langs de straat wel, dat was het kantoor. Het is nu een woonhuis.





Huis met kantoor



Hier is te zien hoe de situatie in 1870 was. Ruimte om huis, en een groot stuk tuin en bos erachter.

Huizinga in huize Bok

Doopsgezind predikant Jakob Huizinga schreef vaak over Bok, kwam daar over huis, schreef 72 bladzijden A4 over hem (zie Bok.doc), maar gaf geen beschrijving van het huis. Slechts enkele terloopse opmerkingen geven een indruk.

26 November 1843. Burgemeester en ik bij den Heer Bok theegedronken; in 't midden zijner familie, in de slaapkamer.

25 December 1852. Tegen de avond kwam neef Huizinga met de wagen hier. Zijn vrouw en kind waren reeds bij Bok. Ook ik en Geke waren bij den Heer Bok genoodigd. Wij passeerden daar de avond zeer genoelijk onder veel muzijk, 3 violen, 1 violoncel en de piano en zang. Daar waren, nevens ons en het gezin van Bok, Doctor Scheurleer en vrouw en zuster, Rietberg en vrouw, Huizinga en vrouw, de Ontvanger van Registratie Termaat. Directeur van de muzijk: Cornelis Dijt en zoon Hendrik.

5 April 1853. Neef en nicht Huizinga hier. Zij komen zoo ook Geke in de morgenstond te huis van de partij der 25-jarige huwelijksvereeniging van den Heer Bok waar zij met hun 36 aan tafel zaten. Johannes Bok had op de partij een toast uitgebragt om mij te gedenken die door Huizinga in mijn plaats beantwoord was. Vanmiddag waren de meisjes van Bok hier om iets van het overschot der partij voor de kinderen te brengen.

19 January 1862. Bij Bok thee gedronken.

25 Mei 1862. Des namiddags met Gé naar den Heer Bok. Thee gedronken met Huidekoper en vrouw en moeder, het Boschje en de moestuin doorwandeld, alles is er zeer schoon, het is een heerlijken avond. Tegen 9 uur weer te huis.

2 January 1864. Bok vindt het goed dat alle genoodigden op 't Beroep bij hem logeren, maar ook dat ik om den ingevallen winter die alle overkomst onmogelijk maakt Oosterbaan tegen a.s. zondag afschrijve.

28 July 1867. Wij (Dirk, Koos, Samuel en ik) des namiddags naar den Heer Bok te thee drinken, enz. Deftig ontvangen in de voorkamer, aldaar Johanna Tideman, jufvrouw Voûte en broertje en het oudste zoontje van Welmoet. Een tijd lang in het boschje gewandeld. De jongelui aan het musiceren. Ook den Heer Hattink, waarnemend Ontvanger van de Belastingen, die weldra gaat vertrekken daar den heer Eschauzier gekomen is, en Ensing hier. Deftig souper. Wij allen ons zeer goed geamuseerd.

5 February 1868. Te half 8 ure de Heer Bok hier eene visite gemaakt. Hij had mij vanmorgen per brief belet gevraagd. Gesprek meest over zaken van de dag, hoe hij vroeger het huis dat Ensing nu vertimmeren zal gekocht had voor 700 gulden en 1000 daarin vertimmerd.

23 Februari 1869. Na de avondcatechisatie ging ik op uitnodiging Katrina opzoeken bij de familie Bok. Wij bragten de avond zeer genoeglijk door tot half twaalf (Christmas koek uit Engeland aan Marie gezonden en hun medegedeeld, het een vereeniging van alles wat lekker is). Bok sr. scheen eergister met genoegen in de kerk geweest te zijn.

4 Mei 1869. Ik daarna bij Bok. Schoonmakerstijd. In de spreekkamer met de familie bij de kagchel gezeten. Bok had zondag met Bakels met genoegen kennis gemaakt.

10 Maart 1870. Ik zag bij Bok een terrarium, eene menigte fijne groeiende en ook enkele bloeijende planten onder eene stolp die daaronder alzoo een jaar bewaard konden blijven, gister van Voûte ten geschenke ontvangen. Zij waren in Amsterdam vrij algemeen.

27 April 1872. Den Heer Bok in den afgeloopen nacht te vijf ure overleden.

10 Juny 1872. De vaste goederen van Bok zullen verkocht worden. Het is niet onwaarschijnlijk dat de familie naar Haarlem of elders zal vertrekken.

13 September 1872. Ten huize van de Weduwe Bok de te verkoopen bibliotheek helpen catalogiseren.

1 October 1872. Verkooping van meubelen bij Mevrouw Bok. Twee ledikanten, een rustbank en een bladtafel gekocht.

2 October 1872. In de Kikkert verkooping der boeken van den Heer Bok, ik daarbij geadsisteert. Des avonds kwamen Pauline en Johanna mij bedanken en brachten mij tot aandenken een groot portret van den Heer Bok achter glas.

8 Februarij 1876. Gesprek over de resultaten van de herziening van het Kadaster. Het huis van Bok altijd op 170 gulden huurwaarde staande stond nu op 440. Evenwel betaalde hij maar 1 gulden meer dan vroeger.

26 September 1877. Huisbezoek. Bij Bok geëindigd. Hij en zijne vrouw waren zeer wel te spreken. Ik toefde er een uur. Ten slotte beloofde zij ook weder ter kerk te zullen komen.

3 February 1878. Eergister waren wij gevraagd op eene partij bij den Heer Bok met Ensing, Bakels, Boonacker, de Holl en anderen. Eerst hadden wij bedankt omdat wij er geen zin aan hadden. Na later overleg ging Katrina daar gister heen om het aan te nemen, wat mij betreft met de voorwaarde dat ik voor het souper zou heen gaan. Wij gingen er dan ook vanavond heen en waren er zeer genoeglijk. Alles was regt feestelijk en gastheer en gastvrouw waren zeer vriendelijk. Ik liet mij overhalen om althans mede aan tafel te gaan om mij later te verwijderen, gelijk ik deed nadat ik eerst een woord gesproken had tot ontboezeming van mijne vele herinneringen van dit huis (waar ik nu sedert vele jaren voor het eerst weder aan de vriendendisch aanzat) en mijne blijvende achting voor de oude Mevrouw Bok (nu in Den Haag) had uitgesproken met een heilwensch aan haar gewijd. Kwart voor 1 uur verwijderde ik mij.



Hooi voor de paarden

Een notaris had paarden voor het rijtuig. Daarvoor was hooi nodig en weiland.

Bok deed de verpachting van de landerijen en het hooigewas voor het Weeshuis. Op zeker moment besloot men dat hij dit rechtstreeks zou huren, zodat verpachting niet meer nodig was.

Kasboek van het Weeshuis 1276

1840 Van den Heer Bok ½ Jaar landhuur versch: 1 Nov: 456.95

1841 4 Nov 1 Jaar landhuur Not Bok 494.-

1842 3 Nov Not W Bok huur Landeryen 494.-







De man met de baard achter het hek zou Bruno Bok zijn. Hij is gestorven in 1884.



Brief van kleindochter

J. van der Vlis schreef in zijn boek Texel, land en volk in de loop der eeuwen, 1949, bladzijde 224:

Grafzerk met familienaam Bok. Men weet hoe een nazaat van deze Bok, de uitgever van het Ladies Home Journal, het in Amerika tot millionair heeft gebracht. Hij sprak [in zijn autobiografie] over de zouthoudende nevels op het eiland, die de bomen doen verwelken, over het succes dat zijn voorvaderen desondanks met het planten van bomen hadden en van de vele nachtegalen, die in de nieuwe aanplantingen van Bok zo luidkeels zongen, dat men hun lieflijk geluid hoorde als men per schip het eiland voorbij voer.

Inderdaad heeft de familie Bok op Texel geleefd. Willem Bok was er gemeentesecretaris van 1827 tot 1842, maar een burgemeester Bok, die bij zijn benoeming het gevoel had, dat hij naar Siberië was verbannen, heeft nooit bestaan. Omstreeks 1750 was er een oester- en garnalenvisser Cornelis Bok, over hem schrijft de millionair niet. Het is echter waarschijnlijk, dat hij van deze eenvoudige visserman, die best een flinke kerel geweest kan zijn, afkomstig is. 's Mensen ijdelheid gaat ver, wij weten dat wel.

De kleindochter van Willem Bok, W M G Santman-Bok schreef een brief waarin ze de familieverhoudingen uitlegde:

Den Haag, Nassau Dillenburgstraat 9, 25 oct. 1954

Zeer geachte Heer v.d. Vlis,

Met buitengewoon veel belangstelling heb ik kennis genomen van uw boek over Texel, dat mij werd toegezonden door mijn neef Ir. F. Bok, werkzaam bij Werkspoor, Rooseveltlaan 109A, die met vrouw en kinderen dezen zomer op het eiland vertoefde. U hebt daar een prachtig stuk werk verricht, en het spijt mij alleen, dat ik een oud boekje over het eiland al weg gaf, vóór ik van het bestaan van uw boek op de hoogte was.

Ik ben de laatste van de drie geslachten die op het eiland woonden, namelijk de dochter van notaris W.H. Bruno Bok. Over mijn bureau hangt de oude plaat, waarvan u een reproductie geeft op bld. 33. De oude plaat van het molentje bld. 48 gaf ik ingelijst aan mijn neef Mr. Dr. Willem Bok, oudste directeur der Verk Mij "de eerste Nederlandsche"- nu reeds een tijd overleden. Wat u echter over mijn familie schrijft is niet geheel volgens de waarheid, al zou ik het heus niet zoo heel erg vinden om van die brave oester en garnalenvisser Cornelis Bok af te stammen! De zaak ligt echter anders!

Ik ben in het bezit van oude familiepapieren, alles gedateerd, en m'n bet-overgrootvader Willem Bok voer als kapitein bij de Koopvaardij op de Levant- Middellandse Zee- St. Petersburg etc. en in 1768 kwam mijn overgrootvader bij hem aan boord; deze ging later als kap. luit. ter zee in dienst van de O.I. compagnie naar Batavia etc. in 1790, en in 1795 werd hij overgeplaatst naar de Marine, commandant over 's Lands brik van oorlog "de Gier", werd als kapt luit ter zee gepensionneerd wegens opgedane verwonding. Hij woonde dicht bij Amsterdam, te Uithoorn, waar 24-mei 1800 op het buitengoed Ruimzigt mijn grootvader, de latere Mr. Willem Bok werd geboren.

Op 22 oct. 1822 deed hij z'n examen als notaris, kwam te Rijswijk. Er staat dan: "in 1827 (maart) ben ik naar Texel vertrokken als zijnde benoemd aldaar bij Z.M. besluit den 22 April 1827 te Brussel tot secretaris der Gemeente en als notaris, hoezeer tegen mijn zin en alleen op aandrang en aanbod van het prov "Gouvernement". In Juni 1833 promoveerde hij als "doctor in de beide regten" te Leiden. In 1839 werd hij door Z.M. benoemd tot opper strandvonder in het Ressort Texel en bij het overlijden van burgemeester Mr. Reinbach is hij werkelijk benoemd geweest in diens plaats, maar heeft daarvoor bedankt (ik denk omdat het notarisambt voordeliger was, hij had een groot gezin).

In 1852 kreeg hij ontslag als secretaris van Texel, en ook de betrekking van opper

strandvonder werd door het gehele rijk opgeheven en deze functie aan de burgemeesters der zeekusten opgedragen. In Januari 1856 werd hij benoemd tot plaatsverv. Kantonrechter te den Helder. Toen mijn grootvader 29 april 1872 stierf werd mijn vader, die tot dien tijd cand:notaris was op het kantoor van zijn vader, in zijn plaats [tot] notaris benoemd en verliet mijn grootmoeder, die een Amsterdamse was- dochter van prof Tideman- het eiland; wij gingen toen in het grote huis wonen, aan den ingang van het dorp, en het is jammer, dat dit niet meer bestaat; uit uw boek merk ik uw liefde voor oude huizen- de voordeur was al een staaltje van kunst! Mijn vader stierf in 1884 aan bloedvergiftiging en [toen] verliet mijn moeder, een Friezin van geboorte (van Dunné), het eiland met haar 5 kinderen, en verkocht haar huis + 2 ½ HA bos en tuin aan notaris Dikkers. Deze liet na eenige jaren het huis afbreken; de oude gebeeldhouwde eiken deuren, waar ik als klein meisje met m'n vingertjes altijd langs streek, gingen naar Twenthe naar zijn familie + de grote marmeren schouw met het schilderstuk erboven. De marmeren gang in het huis was 22 meter!

Een van de klerken van het kantoor van mijn vader richtte dat als woonhuis in- Hendrik Flens, die nog vele jaren de connectie onderhield met mijn moeder in Haarlem. Notaris Dikkers hakte ook alle bomen om, die hij verkocht. Zoo bleef er niet veel van ons ouderlijk huis over!

Mijn grootouders Mr. Willem Bok had 13 kinderen, waarvan er 2 jong stierven, en op het kerkhof bij de Herv. Kerk liggen begraven, evenals mijn grootvader en mijn vader W H. Bruno Bok. Hij, m'n grootvader had 7 dochters + 4 zonen.

No 1 trouwde met Van Hoorn- handel Zaanstreek, 2 met Prof Jorissen Amsterdam, 3 met predikant (Doopsgez) Dyserinck, 4 met Cordes, president v/d Kamer v Koophandel te Amsterdam, 5 met Voute- handel- A'dam, 6 met haar neef Tideman, hoofdingenieur bij de Marine, Amsterdam, 7 bleef ongetrouwd, woonde te Amsterdam.

De oudste zoon Willem werd notaris in den Helder- leefde daar op te grote voet, speculeerde met het geld van zijn cliënten, de familie paste bij, tot hij moest vluchten, naar Amerika. Dit was de vader van Edward Bok. Ze leefden daar in armoe; hij sprak zijn talen vloeiend, zoodat hij met lessen en vertalen probeerde z'n brood te verdienen.

Edward werkte zich op- verkocht ijswater- werd journalist, trouwde later met de dochter van de uitgever van the Ladies Home Journal, bracht het blad tot bloei, en z'n beide zonen zijn nu vooraanstaande mensen in Philadelphia. Wat u over hem schrijft beaam ik volkomen, het is onzin- dat over die nachtegalen etc, maar hij heeft in Amerika veel goed gedaan- gaf bij zijn overlijden het Amerikaanse volk een park met klokketoren cadeau, de klokken in Nederland gegoten (ik bezit daar een tekening van) en stichtte een muziekopleidingsinstituut, the Curtis Institute waar veel belovende jongelui een gratis opleiding kregen, o.a. de bekende Hongaar Tibor de Marbula, cellist, helemaal een snob was hij dus niet! Zijn moeder, de vrouw van notaris Willem Bok, die vluchtte, was een van Herwerden, geparenteerd aan de Roland Holsten en de De Meesters, en kortgeleden trouwde een Amerik. kleindochter van Edward met haar neef Roland Holst.

Omdat m'n grootvader een halve Amsterdammer was- bleven ze niet altijd op het eiland, zooals de echte Texelaars, maar reisden veel; vandaar die A'damse huwelijken van z'n dochters. Mijn vader O.A. ging als jongen van 20 jaar geruimen tijd naar Engeland om vloeiend engels te leren. De oudste zoon was dus notaris, de 2e Remonstrants predikant, de 3 e was m'n vader, de 4e ging naar Zuid Afrika en werd daar staatssecretaris onder Kruger. Zoo ontstond er een tak in Afrika, waarmee ik nog steeds correspondeer-

Mijn grootvader en ook mijn vader hielden veel van het eiland, ook van de aard van de bewoners, en m'n grote liefde voor de natuur heb ik stellig aan m'n eerste kinderjaren (tot m'n 7e) aan m'n eiland te danken. Ik ben nu 77 jaar, en de eenig overgeblevene van ons gezin, met mevr. Trijnaerts Francken-Dyserinck, en mevr. Kist-Bok de eenigen van onze generatie. De zoons van mijn grootvader trouwden geen van allen met Texelsche vrouwen, ze waren daar eenigzins outsiders.

Ik hoop, dat ik u niet verveeld heb met m'n lang relaas, maar uw liefde voor het eiland trof me, en ik had behoefte dit te zeggen. Ik vertrek over een paar dagen naar A'dam, huis Herman Gorterstr. 29, om dar een tijdje te logeren. Wilt u mij een briefkaartje zenden of u dit schrijven hebt ontvangen?

Met de meeste hoogachting uwe W. M.G. [Welmoet] Santman-Bok



Terug naar de vorige bladzij